Lexmark OPTRA C710 Installation Manual [nl]

Optra C710 Color
Laser Printer
Installatiehandleiding
Eerste uitgave (september 1999)
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving:
LEXMARK INTERNATIONAL, INC. STELT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG TER BESCHIKKING, ZONDER ENIGE GARANTIE, NADRUKKELIJK OF IMPLICIET, WAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. Er worden regelmatig wijzigingen in de hier vermelde informatie aangebracht; deze wijzigingen worden doorgevoerd in latere edities. Te allen tijde kunnen verbeteringen of wijzigingen in de beschreven producten of programma's worden aangebracht.
Een formulier voor opmerkingen van de lezer wordt achter in deze handleiding meegeleverd. Indien het formulier is verwijderd, kunnen opmerkingen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/035-3, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark houdt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder zich daardoor op enige wijze aan u te verplichten. Extra exemplaren van aan dit product gerelateerde publicaties kunnen worden verkregen door vanuit de Verenigde Staten of Canada te bellen naar 1-800-553-9727. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland belt u 0628-481500. Neem in andere landen contact op met de leverancier.
Wanneer in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma's of diensten, impliceert dit niet dat de producent het voornemen heeft deze beschikbaar te maken in alle landen waarin de producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden opgevat als een verklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag worden gebruikt. In plaats daarvan mag elk functioneel equivalent product of programma of elke functioneel equivalente dienst die geen inbreuk maakt op enig bestaand recht van intellectueel eigendom worden gebruikt. Het beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten, met uitzondering van die producten, programma's of diensten die uitdrukkelijk door de producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
Lexmark, MarkNet en MarkVision zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen.
LocalTalk en Macintosh zijn als handelsmerk van Apple Computer, Inc. gedeponeerd in de V.S. en in andere landen.
Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
© Copyright Lexmark International, Inc. 1999. Alle rechten voorbehouden.
BEPERKTE RECHTEN M.B.T. DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN
Op deze software en documentatie zijn BEPERKTE RECHTEN van toepassing. Op gebruik, vermenigvuldiging of verspreiding door de overheid van de Verenigde Staten zijn de beperkingen van toepassing die worden beschreven in subartikel (c)(1)(ii) van het artikel The Rights in Technical Data and Computer Software onder DFARS 252.227-7013 en in van toepassing zijnde FAR-bepalingen: Lexmark International, Inc., Lexington, KY 40550.
V eiligheidsinformatie
Als uw product NIET is voorzien van dit symbool , MOET het worden aangesloten op een stopcontact dat correct
is geaard.
De stroomkabel moet worden aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de buurt van het product.
Maak voor onderhoud of reparaties, anders dan die worden beschreven in de instructies voor de bediening, gebruik van
een professionele reparateur.
Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd en voldoet aan strenge internationale veiligheidsstandaards voor het
gebruik van specifieke Lexmark onderdelen. De veiligheidsfuncties van bepaalde onderdelen zijn mogelijk niet altijd duidelijk. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere vervangenden onderdelen.
Uw product gebruikt een laser, wees
van procedures anders dan die in deze publicatie worden vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Dit product gebruikt een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal verhit raakt. Hierdoor kan straling vrijkomen. U moet het
gedeelte in de bedieningsinstructies lezen waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken; zo voorkomt u de mogelijkheid op schadelijke afscheidingen.
VOORZICHTIG: Het gebruik van bedieningsonderdelen of regelaars of het uitvoeren
Inhoudsopgave
Documentatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Stap 1: De printer uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Stap 2: Geheugen- en netwerkopties installeren . . . . . . . . . .9
Stap 3: Een optionele lade-eenheid installeren . . . . . . . . . . .35
Stap 4: De optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Stap 5: De printer plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Stap 6: De overdrachtband installeren . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Stap 7: De coatingrol installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Stap 8: Cartridges installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
Stap 9: De kabels aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Stap 10: De papierlade laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77
Stap 11: De installatie controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
Stap 12: MarkVision en stuurprogramm a 's laden . . . . . . . . . .91
Stap 13: De netwerkprinter configureren . . . . . . . . . . . . . . . .95
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113
iii
iv
Documentatie
Over deze
handleiding
Opmerking:
veiligheidsinformatie voor in deze handleiding voordat u de printer installeert. Raadpleeg ook de verklaringen achterin de
Gebruikershandleiding
Raadpleeg de
.
Deze
Installatiehandleiding
nodig hebt om uw nieuwe Optra C710 Color Laser Printer te installeren. Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies voor het uitpakken van de printer, het installeren van opties en het laden van papier of media in de laden of de universeellader. Bovendien vindt u hier instructies voor het starten van de cd-rom om printerstuurprogramma's en hulpprogramma's te installeren.
Onderaan elke pagina staat naast het paginanummer welke stap of procedure wordt beschreven. Dit is een handige referentie als u een bepaald onderwerp zoekt.
Dankzij de stapsgewijze opzet van deze handleiding kunt u zich concentreren op het installeren van de printer zonder dat u zich te veel hoeft bezig te houden met allerlei details over printerfuncties.
Wanneer u de installatie hebt voltooid en u meer wilt weten over de printer, kunt u de raadplegen. U vindt hierin informatie over printerinstellingen, kleurfuncties, mediaspecificaties, printeraccessoires, geheugenvereisten en het oplossen van problemen.
bevat alle informatie die u
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
1
Conventies
In dit boek worden de volgende conventies aangehouden:
Knoppen op het bedieningspaneel worden vet weergegeven:
Opmerking:
bevat extra informatie die heel handig voor u kan zijn.
Waarschuwing!
waarschuwing geeft iets aan waardoor de printerhardware of –software beschadigd kan raken.
Een opmerking
Een
Druk op
nadat u een menu-instelling hebt
Start
gewijzigd.
Berichten die worden weergegeven op de display van het bedieningspaneel worden ook vet weergegeven:
Als
88 Zwarte toner bijna op
op de display van het bedieningspaneel verschijnt, moet u een nieuwe zwarte cartridge installeren, voordat u het afdrukken kunt hervatten.
Opmerkingen, waarschuwingen en aandachtspunten staan in de linkerkolom voor snelle referentie.
Let op!
wordt aangegeven door LET OP en wijst op iets dat u zou kunnen verwonden.
2
Over deze handleiding
Een aandachtspunt
Op bepaalde pagina's worden optionele stappen die u mogelijk wilt overslaan of informatie over uit te voeren stappen met een gekleurde pijl en in een tabel aangegeven zoals in het onderstaande voorbeeld.
Gebruik de onderstaande tabel voor de volgende stap
Zie…
Stap 1: "De printer uitpakken" op pagina 5 Stap 2: "Geheugen- en netwerkopties installeren" op pagina 9 Stap 3: "Een optionele lade-eenheid installeren" op pagina 35 Stap 4: "De optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
installeren" op pagina 41 Stap 5: "De printer plaatsen" op pagina 51
Over deze handleiding
3
4
Over deze handleiding
Stap 1: De printer uitpakken
Let op!
35 kg. Er zijn ten minste twee mensen nodig om deze op te tillen.
Coatingrol
Twee tonercartridges
Deze printer weegt
Overdrachtband
Handlei­dingen en cd
Twee tonercartridges
1
Haal de coatingrol, de overdrachtband, de cartridges en overige accessoires uit
de verpakking.
Haal de cartridges, de overdrachtband en de coatingrol pas uit hun eigen verpakking als u deze gaat gebruiken.
Neem contact op met de leverancier als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
2
Zet de doos en het verpakkingsmateriaal opzij.
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor het geval u de printer opnieuw moet inpakken.
3
Controleer of de onderstaande onderdelen aanwezig zijn.
CoatingrolOverdrachtbandInstallatiehandleidingNaslagkaartGebruikershandleidingCd met stuurprogramma's, MarkVision en
hulpprogramma's
NetsnoerPrinterTonercartridges voor zwart, magenta, cyaan
en geel
5
Printeronderdelen
Kap van het verhittingsstation
Ontgrendelingsknop kap verhittingsstation
Bestudeer de namen en locatie van de diverse onderdelen van de nieuwe printer. Dit zal u helpen bij de installatie van de printer. Zowel in dit boek als in de gebruikershandleiding worden dezelfde namen gebruikt.
Papierlade
Bedieningspaneel
Universeellader (de voorklep bevindt zich achter de lader)
Ontgrendelingsknop cartridgeklep
Handgreep
Parallelle connector
Stopcontact voor het netsnoer
Aan/uit-schakelaar
Cartridgeklep en uitvoerlade
Optiepoorten
Handgreep
Achterklep
6
Printeronderdelen
Let op!
35 kg. Er zijn ten minste twee mensen nodig om deze op te tillen. Zorg ervoor dat er iemand is die u kan helpen wanneer u de printer verplaatst of optilt.
Handgreep (één aan elke zijde)
Deze printer weegt
4
Laat iemand u helpen de printer uit de doos te tillen.
Gebruik de handgrepen onder aan de printer en ondersteun de voorkant van de printer wanneer u deze optilt.
5
Zet de printer op een stevig, vlak oppervlak, zodat u gemakkelijk het verpakkingsmateriaal kunt
verwijderen en de onderdelen kunt installeren.
Printeronderdelen
7
Opmerking:
cartridges, overdrachtband of coatingrol pas uit de verpakking als u ze gaat gebruiken.
Haal de
6
Verwijder de oranje tape en het overige verpakkingsmateriaal van de buitenkant
van de printer.
Gebruik de onderstaande tabel voor de volgende stap
Zie…
Stap 2: "Geheugen- en netwerkopties installeren" op pagina 9
Netsnoer
cd MarkVision
Handleidingen
Naslagkaart
Stap 3: "Een optionele lade-eenheid installeren" op pagina 35 Stap 4: "De optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
installeren" op pagina 41 Stap 5: "De printer plaatsen" op pagina 51
8
Printeronderdelen
Stap 2: Geheugen- en
netwerkopties installeren
U kunt geheugen en interfacepoorten aan de printer toevoegen door de volgende opties te installeren:
Printergeheugen
Vaste s chijf
Printerserver (interne netwerkadapter of INA)
Tri-port-adapter
Parallelle-poortadapter
De achterklep en de
EMI-beschermkap
verwijderen
Opmerking:
hebt gedaan, zet u de printer op een geschikte plaats waar u de achterklep en de EMI-beschermkap kunt verwijderen en interne opties kunt installeren.
Let op!
iemand is die u kan helpen wanneer u de printer verplaatst of optilt.
Als u dat nog niet
Zorg ervoor dat er
U moet de achterklep en de metalen EMI-beschermkap (tegen elektromagnetische interferentie) verwijderen als u geheugenkaarten, een vaste schijf, een printerserver, een tri-port-adapter of een parallelle-poortadapter wilt installeren.
U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de achterklep en de EMI-beschermkap te verwijderen.
De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen
9
Let op!
apparaten op de printer zijn aangesloten, zet u deze uit en verwijdert u de netsnoeren en de kabels die naar de printer lopen.
Als er andere
1
Als u opties installeert nadat de printer is geïnstalleerd, moet u de printer uitschakelen
en de kabels eruit halen.
2
Draai de vier schroeven op de achterklep los, zoals is afgebeeld.
De schroeven blijven vastzitten in de achterklep.
3
Verwijder de achterklep en zet deze opzij.
10
Waarschuwing!
beschermkap moet worden teruggeplaatst voordat u de printer gebruikt.
De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen
De EMI-
4
Draai de zes schroeven op de EMI-beschermkap los, zoals is afgebeeld.
De schroeven blijven vastzitten in de EMI-beschermkap.
5
Til de EMI-beschermkap op, verwijder deze en zet de EMI-beschermkap opzij.
Gebruik de onderstaande tabel om de uit te voeren stappen te bepalen
Zie…
"Geheugen installeren" op pagina 12 "Een vaste schijf bevestigen" op pagina 24 "Adapters installeren" op pagina 26
De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen
11
Geheugen
installeren
Opmerking:
die zijn ontworpen voor andere Lexmark printers werken mogelijk niet met uw printer . Raadpleeg de
Gebruikershandleiding
informatie.
Geheugenopties
voor meer
Geheugenconnectoren
De printer wordt geleverd met een geïnstalleerde geheugenkaart van minstens 32 MB. (Bepaalde printermodellen bevatten meer standaardgeheugen.) Er zijn veel verschillende geheugenopties van Lexmark te koop voor de drie geheugenslots in uw printer. De maximumhoeveelheid geheugen die u kunt installeren is 384 MB. Let erop dat u SDRAM DIMM-geheugenkaarten gebruikt die voldoen aan de volgende criteria.
100 MHz of sneller100-pins4 K vernieuwingsfrequentiezonder buffer, zonder ECCx323,3 Volt
Als u eerst een geheugenkaart moet verwijderen, lees dan "Een geheugenkaart verwijderen" op pagina 16.
U installeert optioneel geheugen als volgt:
1
Voer de stappen uit in "De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen" op pagina 9
als de achterklep nog steeds op zijn plaats zit.
12
Interne codekaart
VERWIJDER de kaart NIET indien deze aanwezig is.
Opmerking:
mogelijk geen interne codekaart.
Geheugen installeren
Uw printer bevat
2
De geheugenconnectoren bevinden zich op de systeemkaart bevinden zoals is afgebeeld.
Elke connector kan ofwel een printergeheugenkaart of een flash-geheugenkaart ondersteunen.
3
Open de vergrendelingen aan beide uiteinden van het connectorvoetje dat u gaat gebruiken.
Waar schuwing!
geheugenkaart kan gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak een metalen voorwerp aan voordat u de geheugenkaart aanraakt.
Aansluitpunten
De
4
Pak de geheugenkaart uit.
Pak elke geheugenkaart afzonderlijk uit vlak voordat u deze installeert. Raak de aansluitpunten langs de rand van de kaart niet aan. Bewaar de verpakking.
Geheugen installeren
13
5
Houd de geheugenkaart zo vast dat de aansluitpunten naar de systeemkaart wijzen.
6
Druk de geheugenkaart stevig in de connector tot de vergrendelingen aan beide uiteinden van de
connector vastklikken.
U moet mogelijk met enige kracht duwen voordat de vergrendelingen vastklikken.
14
Geheugen installeren
7
Controleer of de vergrendelingen aan beide uiteinden in de uitsparingen van de
connectorkaart passen.
8
Herhaal de stappen 3 tot en met 7 als u andere geheugenkaarten wilt installeren.
Gebruik de onderstaande tabel om de volgende stap te bepalen
Wilt u…
"Een flash-geheugenkaart installeren", zie pagina 17 "Een vaste schijf bevestigen", zie pagina 24 "Adapters installeren", zie pagina 26 "De achterklep en de EMI-beschermkap installeren", zie pagina 32
Geheugen installeren
15
Een
geheugenkaart
verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenkaart moet verwijderen. Als dit niet het geval is, raadpleegt u "Flash-geheugen" op pagina 17, "Een vaste schijf bevestigen" op pagina 24, "Adapters installeren" op pagina 26 of "De achterklep en de EMI-beschermkap installeren" op pagina 32.
Waarschuwing!
kaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak een metalen voorwerp aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
Geheugen-
1
Duw de vergrendelingen aan beide zijden van de connector naar buiten.
2
Trek de kaart voorzichtig uit de connector.
3
Plaats de kaart in de oorspronkelijke verpakking.
16
Een geheugenkaart verwijderen
Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de kaart dan in papier en berg deze op in een doos.
4
Herhaal de stappen 1 tot en met 3 als u andere geheugenkaarten wilt verwijderen.
Flash-geheugen
Flash-geheugen is handig voor de opslag van informatie, zoals geladen lettertypen en macro's. U kunt het printerstuurprogramma of MarkVision gebruiken om lettertypen, symboolsets en macro's te laden naar het flash-geheugen.
Informatie die is opgeslagen in flash-geheugen, blijft behouden wanneer de printer wordt uitgezet. U kunt flash-geheugenkaarten kopen met 2 MB, 4 MB, 8 MB of 16 MB flash-geheugen.
Een flash-
geheugenkaart
installeren
Opmerking:
connector kan ofwel een printergeheugenkaart of een flash-geheugenkaart ondersteunen. Met een flash­geheugenkaart vermindert u de maximumhoeveelheid RAM-geheugen.
Elke
Lees de gebruik van het flash-geheugen.
Als u eerst een flash-geheugenkaart moet verwijderen, lees dan "Flash-geheugenkaart verwijderen" op pagina 22.
Technical Reference
1
Voer de stappen uit in "De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen" op pagina 9
als de achterklep nog steeds op zijn plaats zit.
voor meer informatie over het
Flash-geheugen
17
2
Kijk waar de geheugenconnectoren zich op de systeemkaart bevinden zoals is afgebeeld.
Elke connector kan ofwel een printergeheugenkaart of een flash-geheugenkaart ondersteunen.
18
Interne codekaart
VERWIJDER de kaart NIET indien deze aanwezig is.
Flash-geheugen
Opmerking:
mogelijk geen interne codekaart.
Uw printer bevat
3
Open de vergrendelingen aan beide uiteinden van het connectorvoetje dat u gaat gebruiken.
Elke connector kan ofwel een printergeheugenkaart of een flash-geheugenkaart ondersteunen.
U kunt de printer niet gebruiken als u meerdere flash-geheugenkaarten hebt geïnstalleerd.
Waarschuwing!
geheugenkaart kan gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak een metalen voorwerp aan voordat u de geheugenkaart aanraakt.
Aansluitpunten
De flash-
4
Pak de flash-geheugenkaart uit.
U kunt flash-geheugenkaarten installeren met 2 MB, 4 MB, 8 MB of 16 MB flash-geheugen.
Pak de flash-geheugenkaart pas uit vlak voordat u deze installeert. Raak de aansluitpunten langs de rand van de kaart niet aan.
Flash-geheugen
19
5
Houd de flash-geheugenkaart zo vast dat de aansluitpunten naar de systeemkaart wijzen.
6
Druk de flash-geheugenkaart stevig in de connector tot de vergrendelingen aan beide
uiteinden van de connector vastklikken.
U moet mogelijk met enige kracht duwen voordat de vergrendelingen vastklikken.
20
Flash-geheugen
7
Controleer of de vergrendelingen aan beide uiteinden in de uitsparingen van de
connectorkaart passen.
Gebruik de onderstaande tabel om de volgende stap te bepalen.
Wilt u…
"Een vaste schijf bevestigen", zie pagina 24 "Adapters installeren", zie pagina 26 "De achterklep en de EMI-beschermkap installeren", zie pagina 32
Flash-geheugen
21
Flash-
geheugenkaart
verwijderen
1
Voer de stappen uit in "De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen" op pagina 9
als de achterklep nog steeds op zijn plaats zit.
Waarschuwing!
geheugenkaart kan gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak een metalen voorwerp aan voordat u de geheugenkaart aanraakt.
De flash-
2
Duw de vergrendelingen aan beide zijden van de connector naar buiten.
22
Flash-geheugen
3
Trek de kaart voorzichtig uit de connector.
4
Plaats de kaart in de oorspronkelijke verpakking.
Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de kaart dan in papier en berg deze op in een doos.
Gebruik de onderstaande tabel om de volgende stap te bepalen.
Wilt u…
"Een vaste schijf bevestigen", zie pagina 24 "Adapters installeren", zie pagina 26 "De achterklep en de EMI-beschermkap installeren", zie pagina 32
Flash-geheugen
23
Vaste schijf
optionele kaart
Lexmark biedt twee mogelijkheden voor vaste schijven:
Een vaste schijf die al is geïnstalleerd op een vaste­schijfadapter.
Een vaste-schijfadapter voor het installeren van een vaste schijf die de gebruiker heeft gekocht
Waar schuwing!
schijf en de adapter moeten worden geïnstalleerd in slot 3 op de systeemkaart.
De vaste
Een vaste schijf
bevestigen
Als u al een vaste schijf of een vaste-schijfadapter hebt geïnstalleerd, gaat u verder met "Adapters installeren" op pagina 26. Zo niet, ga dan verder met "Een vaste schijf bevestigen".
Gebruik de adapterkaart voor een vaste schijf van een andere fabrikant die voldoet aan de volgende criteria:
2,5-inch schijfATA-2 (IDE)-interfaceMaximale dikte van 13 mmMinimale schijfcapaciteit van 2,1 GBMaximale schijfcapaciteit van 4 GB
U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de vaste schijf te bevestigen op de adapter.
U installeert en bevestigt de vaste schijf als volgt
1
Lijn de connectorpinnen op het uiteinde van de vaste schijf uit met de connector op de achterkant
van de adapterkaart.
24
Vaste schijf optionele kaart
(De vaste schijf bevindt zich aan deze zijde.)
2
Druk de vaste schijf stevig in de connector.
3
Draai de adapterkaart om en plaats vier schroeven in de adapterkaart.
In de afbeelding ziet u de omtrekken van de vaste schijf op de
4
Draai de schroeven voorzichtig vast om de vaste schijf te bevestigen op de adapterkaart.
achterkant
van de adapterkaart.
Gebruik de onderstaande tabel om de volgende stap te bepalen.
Wilt u…
"Adapters installeren", zie pagina 26 "De achterklep en de EMI-beschermkap installeren", zie pagina 32
Een vaste schijf bevestigen
25
Adapters
installeren
U kunt de volgende adapters in de printer installeren:
Printerserver
Tri-port-adapter
Parallelle-poortadapter
Vaste s chijf
USB-adapter
Faxmodemadapter
Via een printerserver (soms ook wel een interne netwerkadapter of INA genoemd), zoals de
MarkNet een lokaal netwerk (LAN). MarkNet N2000-printerservers ondersteunen het volgende:
De tri-port-adapter biedt connectoren voor het volgende:
De parallelle-poortadapter biedt een extra parallelle poort. Voor de bijbehorende IEEE 1284C-connector is een 1284 A–C-kabel nodig. Er is een Lexmark kabel van 3 m (onderdeelnummer 43H5171) te koop die aan deze specificaties voldoet.
TM
N2001e, kunt u de printer aansluiten op
Ethernet 10BaseT en 10Base2
Ethernet 10/100BaseTX
Token-Ring
Seriële interface (RS-232C of RS-422) die ook kan
fungeren als poort voor faxontvanger
LocalTalk-netwerk
Een infraroodadapter
26
Opmerking:
het printermodel is er mogelijk al een MarkNet N2001e­printerserver in een van de optie-slots geïnstalleerd.
Adapters installeren
Afhankelijk van
Raadpleeg de documentatie van de adapter voor meer informatie.
De aansluitkaart bevat drie beschikbare optie-slots. Alle optie-slots ondersteunen netwerk-, tri-port-, parallelle-poort-, USB- en faxmodemadapters.
De vaste-schijfadapters moeten worden geïnstalleerd in slot 3.
Waarschuwing!
schijfadapter moet worden geïnstalleerd in slot 3 op de systeemkaart.
Systeemkaart
De vaste-
U kunt elke combinatie van adapters installeren in de drie optie-slots. Als u twee tri-port-adapters installeert, beschikt u over twee seriële poorten (maar slechts één poort voor faxontvanger, één LocalTalk-poort en één infraroodpoort.
Als u één adapter installeert, installeer deze dan in de beschikbare slot die het verst van de printer is verwijderd.
Slot 1
Slot 2
Slot 3
Aansluitkaart
Adapters installeren
27
Waarschuwing!
kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak een metalen voorwerp aan voordat u een adapter aanraakt.
Adapters
U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de adapter te installeren.
Als u eerst een adapter moet verwijderen, lees dan "Een adapter verwijderen" op pagina 30.
1
Voer de stappen uit in "De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen" op pagina 9
als de achterklep nog steeds op zijn plaats zit.
2
Voordat u een adapter installeert, verwijdert u het plaatje dat de opening van de uitbreidingssleuf
die u gaat gebruiken afdekt.
Verwijder de schroeven aan beide zijden van
a
het adapterplaatje.
Bewaar de schroeven. U hebt ze nodig om de adapter te bevestigen op de connectorbeugel.
Verwijder het plaatje.
b
Bewaar het plaatje, zodat u dit kunt terugplaatsen als u de adapter verwijdert.
3
Pak de adapter uit.
28
Bewaar het verpakkingsmateriaal.
Adapterplaatje
Schroeven
Adapters installeren
Aansluitkaart
4
Lijn de adapterconnector uit met de connector op de aansluitkaart.
5
Druk de adapter stevig in de connector tot deze goed vastzit op de aansluitkaart.
De twee connectoren moeten goed in elkaar passen.
6
Druk de twee schroeven van het adapterplaatje (of de extra schroeven die bij de adapter worden
geleverd) door de gaatjes in de connectorbeugel en in de adapter.
Schroeven
7
Draai de schroeven voorzichtig aan om de adapter vast te zetten.
8
Herhaal de stappen 2 tot en met 7 als u nog een adapter wilt installeren.
9
Ga verder met "De achterklep en de EMI-beschermkap installeren" op
pagina 32.
Adapters installeren
29
Een adapter
verwijderen
U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de adapter te verwijderen.
1
Voer de stappen uit in "De achterklep en de EMI-beschermkap verwijderen" op
pagina 9 als de achterklep nog steeds op zijn plaats zit.
Waar schuwing!
kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak een metalen voorwerp aan voordat u een adapter aanraakt.
Adapters
2
Verwijder de twee schroeven waarmee de adapter is bevestigd in de connectorbeugel.
30
Schroeven
Een adapter verwijderen
3
Trek de adapter voorzichtig helemaal uit de connector.
4
Plaats de adapter terug in de originele verpakking.
Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de adapter dan in papier en berg deze op in een doos.
5
Als u geen andere adapter installeert in de connector, sluit u de opening af met een
adapterplaatje.
Door de opening af te dekken, zorgt u voor een juiste luchtstroming rond de systeemkaart. Als u geen afdekplaatje hebt, neem dan contact op met uw leverancier en vraag om een afdekplaatje.
Een adapter verwijderen
31
De achterklep
en de EMI-
beschermkap
installeren
Aan/uit-schakelaar
Nadat u alle uitbreidingen op de aansluitkaart hebt geïnstalleerd, voert u de volgende stappen uit om de achterklep terug te plaatsen:
1
Controleer of de printer is uitgeschakeld (O).
32
De achterklep en de EMI-beschermkap installeren
Waarschuwing!
beschermkap moet worden teruggeplaatst voordat u de printer gebruikt.
De EMI-
EMI-beschermkap
2
Plaats de bovenkant van de EMI-beschermkap in de achterkant van de printer.
3
Lijn de zes schroeven in de EMI-beschermkap uit met de gaatjes in de printerkast.
4
Draai de schroeven vast om de EMI-beschermkap te bevestigen.
De achterklep en de EMI-beschermkap installeren
33
U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de klep te installeren.
5
Plaats de achterklep op de printer en lijn de schroeven uit met de schroefgaatjes.
6
Draai de vier schroeven vast om de achterklep te bevestigen.
Als u interne opties hebt geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd, kunt u de printerkabels en het netsnoer aansluiten en de printer aanzetten.
34
De achterklep en de EMI-beschermkap installeren
Stap 3: Een optionele lade-
eenheid installeren
Opmerking:
moet zijn geïnstalleerd voordat u de lade voor dubbelzijdig afdrukken installeert.
Let op!
lade-eenheid installeert nadat de printer is geïnstalleerd, moet u de printer uitschakelen en de kabels loshalen.
De optionele lade
Als u de optionele
De printer ondersteunt een optionele lade-eenheid met twee laden voor 250 vel. Voer de onderstaande stappen uit om de optionele lade-eenheid te installeren.
1
Verwijder de oranje tape en het verpakkingsmateriaal van de lade-eenheid.
Controleer of al het verpakkingsmateriaal van de laden is verwijderd.
Papierladen
Optionele lade-eenheid
Een optionele lade-eenheid installeren
35
864 mm
203 mm
228 mm203 mm
532 mm
381 mm
1445 mm
2
Plaats de lade-eenheid op de locatie die hebt uitgekozen voor de printer.
Als u de onderstaande richtlijnen volgt, zal de printer goed werken en krijgt u geen afdrukproblemen. Bovendien gaan de printer en accessoires langer mee.
Plaats de lade-eenheid op een vlak, stabiel oppervlak in een goed geventileerde ruimte.
Laat voldoende ruimte vrij rond de lade voor een goede ventilatie en zodat u er gemakkelijk bij kunt komen.
Laat ruimte vrij aan de voorkant van de lade­eenheid, zodat u gemakkelijk papier kunt laden. Als u een lade voor dubbelzijdig afdrukken wilt plaatsen, houdt dan ook ruimte vrij achter de lade-eenheid. U hebt een ruimte van 507 mm achter de lade-eenheid nodig als u een lade voor dubbelzijdig afdrukken wilt installeren.
Plaats de lade-eenheid niet:
in direct zonlicht vlakbij hittebronnen of airconditioning in een stoffige of smerige omgeving
36
Gebruik de onderstaande tabel voor de volgende stap
Wilt u…
"De optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeren", zie pagina 41
Doorgaan met de printer installeren, zie pagina 37
Een optionele lade-eenheid installeren
Let op!
35 kg. Er zijn ten minste twee mensen nodig om deze op te tillen.
Deze printer weegt
3
Vraag of iemand u helpt de printer op te tillen.
Gebruik de handgrepen onder aan de printer en ondersteun de voorkant van de printer wanneer u deze optilt.
Een optionele lade-eenheid installeren
37
Opmerking:
en de hoeken van de printer uitlijnt met de optionele lade­eenheid en de printer vervolgens laat zakken, kunt u de pinnetjes en de connector gemakkelijker uitlijnen.
Als u de zijkanten
4
Lijn de pinnetjes en de connector boven op de optionele lade-eenheid uit met de gaatjes en
de connector onder op de printer.
5
Plaats de printer boven op de lade-eenheid.
38
Een optionele lade-eenheid installeren
6
Sluit het netsnoer van de optionele lade-eenheid aan op de printer zoals is weergegeven.
Als u de optionele lade-eenheid hebt geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd, kunt u de printerkabels en het netsnoer aansluiten en de printer aanzetten.
Ga verder met stap 3 op pagina 52
Een optionele lade-eenheid installeren
39
40
Een optionele lade-eenheid installeren41De eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeren
Stap 4: De optionele eenheid
voor dubbelzijdig afdrukken installeren
Opmerking:
de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken is eenvoudiger als u toegang hebt tot de achterkant en de zijkanten van de printer.
De montage van
De eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken
installeren
Let op!
eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeert nadat de printer is geïnstalleerd, moet u de printer uitschakelen en de kabels eruit halen.
Als u de optionele
De printer ondersteunt een optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken voor tweezijdig afdrukken in kleur of monochroom. Voer onderstaande stappen uit om de optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken te installeren.
1
Haal de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken uit de verpakking.
2
Verwijder de oranje tape en ander verpakkingsmateriaal van de onderdelen van de
eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
Bovenste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
Verbindingsblok
Basis van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
Achterste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
3
Controleer of u beschikt over alle benodigde onderdelen om de eenheid voor dubbelzijdig
afdrukken te installeren.
Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, neemt u contact op met uw leverancier.
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor het geval u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken weer moet inpakken.
Controleer of de onderstaande onderdelen aanwezig zijn:
– Basis van de eenheid voor dubbelzijdig
afdrukken
– Achterste gedeelte van de eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken
– Bovenste gedeelte van de eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken
– Verbindingsblok
42
De eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeren
4
Plaats de lade voor dubbelzijdig afdrukken op een geschikte plek.
Als u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
a
wilt monteren op de optionele lade, lijnt u de pinnen en de connector aan de bovenkant van de optionele lade uit met de gaatjes en de connector aan de onderkant van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
Als u geen optionele lade hebt geïnstalleerd,
b
plaatst u de lade voor dubbelzijdig afdrukken op een stevige, vlakke ondergrond in een goed geventileerde ruimte.
Aan de voorkant van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken is voldoende ruimte nodig (555 mm), zodat u de lade gemakkelijk kunt verwijderen.
Aan de achterkant van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken is ook voldoende ruimte nodig (507 mm), zodat u toegang hebt tot de achterkant van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
330 mm203 mm
507 mm
203 mm
864 mm 1.597 mm
555 mm
Als u de onderstaande richtlijnen volgt, zal de printer goed werken en krijgt u geen afdrukproblemen. Bovendien gaan de printer en de accessoires langer mee.
Plaats de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken niet:
in direct zonlicht dichtbij hittebronnen of airconditioners in een stoffige of vuile omgeving
De eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeren
43
Let op!
35 kg. Er zijn ten minste twee mensen nodig om deze op te tillen.
Deze printer weegt
5
Vraag of iemand u helpt de printer op te tillen.
Gebruik de handgrepen onder aan de printer en ondersteun de voorkant van de printer wanneer u deze optilt.
44
De eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeren
Opmerking:
en de voorste hoeken van de printer uitlijnt met de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken en de printer vervolgens laat zakken, kunt u de pinnetjes en de connector gemakkelijker uitlijnen.
Als u de zijkanten
6
Lijn de pinnetjes en de connector boven op de optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
uit met de gaatjes en de connector onder op de printer.
7
Laat de printer zakken op de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
De eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeren
45
Het achterste
gedeelte van de
eenheid
installeren
Doppen van de uitlijnpinnen
1
Haal de doppen van de uitlijnpinnen in de uitvoerlade van de printer.
Leg de doppen van de uitlijnpinnen opzij, zodat u deze kunt terugplaatsen in stap 4 op pagina 47.
46
Het achterste gedeelte van de eenheid installeren
Opmerking:
van de toegangsklep bevinden zich aan de onderkant van de achterkant van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Deze klep wordt naar buiten geopend vanaf de achterzijde van de printer.
Achterste gedeelte van eenheid
Uitlijnpin
De scharnieren
Toegangsklep
Scharnieren van de toegangsklep
Uitlijnpinnen
2
Lijn de gaatjes in de draagsteunen en de gaatjes aan de onderzijde van de achterkant van de
eenheid voor dubbelzijdig afdrukken uit met de pinnetjes aan de achterkant van de uitvoerlade en de pinnetjes in de basis van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
3
Laat het achterste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken zakken op de pinnen en
de connector van de basis van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken tot de achterkant op zijn plaats klikt.
Doppen van de uitlijnpinnen
4
Plaats de doppen van de uitlijnpinnen terug over de draagsteunen, zoals is afgebeeld.
Lijn de doppen uit en druk de doppen naar beneden tot deze vastklikken.
Als de doppen van de uitlijnpinnen moeilijk kunnen worden geplaatst, controleer dan of het achterste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken goed is geïnstalleerd en of de steunen correct zijn uitgelijnd op de pinnetjes. Herhaal zo nodig de stappen 2 en 3.
Het achterste gedeelte van de eenheid installeren
47
Het bovenste
gedeelte van
de eenheid
installeren
Beschermlaag
1
Plaats het verbindingsblok op de voorste beschermlaag in de uitvoerlade, zoals is
afgebeeld.
Voor een juiste installatie moet de scharnierende kant van het verbindingsblok naar de achterkant van de printer zijn gericht.
Het verbindingsblok kan worden samengedrukt om plaatsing op de beschermlaag gemakkelijker te maken.
Het verbindingsblok bevat aan de onderkant een kleine magnetische laag die moet rusten op de metalen laag aan de voorkant van de uitvoerlade.
48
Het bovenste gedeelte van de eenheid installeren
Uitlijnpinnen en connector
2
Lijn de pinnen en de connector van het bovenste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig
afdrukken uit met de gaatjes en de connector in het achterste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
3
Laat de pinnen van het bovenste gedeelte van de eenheid in de gaten van de achterkant van de
eenheid zakken totdat de bovenkant vastklikt.
4
Laat het bovenste gedeelte van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken weer zakken.
Het bovenste gedeelte van de eenheid installeren
49
5
Steek het netsnoer van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken in het stopcontact aan
de achterkant van de printer, zoals is afgebeeld.
6
Steek het netsnoer van de optionele lade in het stopcontact aan de achterkant van de eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken. Als er geen optionele lade aanwezig is, steekt u het netsnoer in de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
Als u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken hebt geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd, kunt u de printerkabels aansluiten en de printer aanzetten.
50
Ga verder met stap 3 op pagina 52
Het bovenste gedeelte van de eenheid installeren
Stap 5: De printer plaatsen
Let op!
35 kg en moet door ten minste twee personen worden opgetild.
Deze printer weegt
1
Vraag of iemand u helpt de printer op te tillen.
Til de printer op aan de handgrepen onder aan de printer en ondersteun de voorkant van de printer.
De printer plaatsen
51
203 mm
203 mm
532 mm
786 mm
381 mm
2
Plaats de printer op een vlak, stabiel oppervlak in een goed geventileerde ruimte.
Zorg voor voldoende ruimte aan de voorkant van de printer, zodat u gemakkelijk laden kunt verwijderen en papier kunt laden.
Als u de onderstaande richtlijnen volgt, zal de printer goed werken en krijgt u geen afdrukproblemen. Bovendien gaan de printer en accessoires langer mee.
Plaats de printer niet:
in direct zonlichtvlakbij hittebronnen of airconditioningin een stoffige of smerige omgeving
864 mm
1445 mm
Naslagkaart
Opmerking:
ventilatiegaatjes van de printer niet.
Bedek de
3
Leg de naslagkaart op een logische plek.
Leg de kaart vlakbij de printer op een goed
a
zichtbare plaats.
Verwijder het beschermmateriaal van de
b
achterkant van het plastic informatievel.
Plak de kaart op het aangegeven gedeelte van
c
de printer.
52
De printer plaatsen
Stap 6: De overdrachtband
installeren
Bij de printer wordt een overdrachtband meegeleverd die moet worden geïnstalleerd voordat de printer kan worden gebruikt. De overdrachtband brengt een afbeelding van de cartridge over op het papier.
Voer de onderstaande stappen uit om de overdrachtband te installeren.
1
Controleer of de printer is uitgeschakeld (O).
2
Controleer of het netsnoer waarmee de printer of het optioneel apparaat op het stopcontact is
Aan/uit­schakelaar
aangesloten, is losgekoppeld.
De overdrachtband installeren
53
3
Open de universeellader.
4
Til de vergrendeling van de voorklep op.
Universeellader
V ergrendeling van de voorklep
5
Open de voorklep.
6
Verwijder eventueel aanwezig oranje tape of verpakkingsmateriaal van de voorkant van
de printer.
54
De overdrachtband installeren
Waarschuwing!
overdrachtband niet om zijn as en houd hem niet schuin. Raak de glossy overdrachtfilm niet aan. Het aanraken van dez e film kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Draai de
7
Haal de overdrachtband uit de verpakking.
8
Verwijder de oranje nokjes en ander verpakkingsmateriaal van de overdrachtband.
Trek het oranje stripje aan de bovenzijde van
a
de overdrachtrol los.
Trek de twee onderste oranje stripjes los van de
b
overdrachtrol.
9
Lijn de onderkant van de overdrachtband uit met de rails in de printer.
10
Druk de overdrachtband in de printer totdat deze goed vastzit.
De overdrachtband installeren
55
11
Sluit de voorklep.
12
Sluit de universeellader.
56
De overdrachtband installeren
Stap 7: De coatingrol
installeren
Bij de printer worden een coatingrol meegeleverd die moet worden geïnstalleerd. De coatingrol smeert het verhittingsstation in met olie en moet dan ook in het verhittingsstation worden geplaatst.
Voer de onderstaande stappen uit om de coatingrol te installeren.
1
Controleer of de printer is uitgeschakeld (O).
2
Controleer of het netsnoer waarmee de printer of het optioneel apparaat is aangesloten op het
stopcontact, is losgekoppeld.
Aan/uit-schakelaar
De coatingrol installeren
57
Opmerking:
voorzien van de lade voor dubbelzijdig afdrukken, opent u eerst de klep van deze lade.
Als de printer is
Ontgrendelingsknop klep verhittingsstation
3
Druk op de ontgrendelingsknop op de kap van het verhittingsstation en til deze op.
Klep van verhittingsstation
58
De coatingrol installeren
4
Open de klep van het verhittingsstation.
5
Verwijder de oranje nokjes en ander verpakkingsmateriaal uit het verhittingsstation.
Draai de blokjes naar elkaar toe zoals in de
a
afbeelding wordt weergegeven.
Trek de nokjes vervolgens omhoog om deze
b
van het verhittingsstation te verwijderen.
Coatingrol
6
Haal de coatingrol uit de verpakking.
7
Verwijder de oranje tape en het verpakkingsmateriaal van de coatingrol.
Zorg dat alle plastic verpakking van de coatingrol is verwijderd.
De coatingrol installeren
59
8
Lijn het langwerpige gedeelte aan de zijkant van de coatingrol uit met de sleuven in het
verhittingsstation.
9
Plaats de coatingrol in het verhittingsstation.
10
Sluit de klep van het verhittingsstation.
60
De coatingrol installeren
11
Sluit de klep van het verhittingsstation.
De coatingrol installeren
61
62
De coatingrol installeren
Stap 8: Cartridges installeren
De printer wordt geleverd met vier kleurgecodeerde cartridges. Deze cartridges moeten op de carrousel in de printer worden geplaatst. Elke cartridge heeft op de carrousel een eigen positie die met een kleurcode wordt aangegeven.
Volg de onderstaande stappen om de vier cartridges te installeren. Een bericht op het bedieningspaneel geeft aan welke cartridge moet worden geïnstalleerd.
1
Controleer of de printer is uitgeschakeld (O).
Aan/uit-schakelaar
Cartridges installeren
63
Let op!
lade voor dubbelzijdig afdrukken of een optionele lade-eenheid hebt, controleer dan eerst of het netsnoer daarvan is aangesloten op de achterkant van de printer voordat u de kabel aansluit op een geaard stopcontact.
Cartridgeklep
Als u een optionele
2
Sluit het netsnoer aan op de connector aan de achterkant van de printer of het
optionele apparaat.
Aan/uit-schakelaar
Waar schuwing!
klep van de cartridge niet als de carrousel draait.
64
Cartridges installeren
Open de
3
Zet de printer aan met de schakelaar (I).
Nadat de printer is ingeschakeld, wordt automatisch een zelftest uitgevoerd. Er wordt gecontroleerd of er cartridges ontbreken.
Opmerking:
bedieningspaneel geeft het bericht "Open voorklep" weer. Dit betekent dat u de klep van de cartridge moet openmaken.
30
Kleur
cart
Het
ontbreekt
4
Kijk op het bedieningspaneel welke cartridge moet worden geïnstalleerd.
1 Menu 2
Waar schuwing!
klep van de cartridge niet als de carrousel draait.
Cartridgeklep
Selecteren 3
Start 5
Return 4
Stop 6
Open de
5
Druk op de ontgrendelingsknop van de cartridgeklep.
6
Open de klep van de cartridge.
Ontgrendelingsknop cartridgeklep
Cartridges installeren
65
Waarschuwing!
cartridge bij de handgreep vast en schud de cartridge. Plaats de cartridge in de printer. Raak de sluiter van de fotoconductor niet aan om schade aan de cartridge te vermijden.
Sluiter van fotoconductor
Pak de
Handgreep cartridge
7
Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking.
De cartridge is voorzien van een sluiter die de fotoconductor beschermt. Verplaats de sluiter niet en raak de fotoconductor (het glanzende groene gedeelte onder de sluiter) niet aan. Zo voorkomt u beschadiging.
Laat de cartridgeklep niet langer open dan noodzakelijk. Als u de fotoconductor langer dan 10 minuten blootstelt aan licht, kan dit leiden tot beschadiging.
Bedek de cartridge als deze langer dan 10 minuten zal worden blootgesteld aan licht.
8
Verwijder de oranje nokjes en ander verpakkingsmateriaal van de cartridge.
Er zijn twee oranje nokjes, één aan elke zijde van de cartridge.
66
Cartridges installeren
Trek de oranje nokjes los van de cartridge.
9
Schud de cartridge zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen.
Opmerking:
afgesteld en van een kleurcode voorzien voor een specifieke plaats in de carrousel. Als de cartridge niet past, controleer dan of u de cartridge in de juiste positie hebt geplaatst.
Sluiter van fotoconductor
Elke cartridge is
Handgreep cartridg e
10
Draai de cartridge en plaats deze op de carrousel.
De cartridge wordt geïnstalleerd met de sluiter van de fotoconductor naar de voorkant van de printer gericht. Als u de cartridge wilt uitlijnen en plaatsen, moet u de rand van de cartridge die naar de achterkant van de printer is gericht, naar beneden kantelen.
11
Zorg ervoor dat de cartridge plat in de carrousel ligt.
12
Druk de handgreep van de tonercartridge tegen de cartridge aan.
Cartridges installeren
67
Opmerking:
gesloten om de carrousel naar de lege positie te laten draaien. Als de printer is voorzien van een lade voor dubbelzijdig afdrukken, moet de klep van zowel deze lade als die van de cartridge zijn gesloten om de carrousel te laten draaien.
De klep moet zijn
13
Sluit de cartridgeklep.
Nadat de klep is gesloten, controleert de printer of er nog meer cartridges ontbreken. Als er nog een cartridge ontbreekt, geeft het bedieningspaneel aan welke kleur er nog moet worden geïnstalleerd.
Herhaal de stappen 4 t/m 13 om een andere cartridge te installeren.
14
Zet de printer uit met de aan/uit-schakelaar (O).
68
Aan/uit-schakelaar
Cartridges installeren
Stap 9: De kabels aansluiten
Kabelinformatie
U kunt de printer aansluiten op een lokaal netwerk door:
De printer rechtstreeks op de server aan te sluiten via een parallelle of seriële kabel.
De standaard parallelle poort van de printer vereist een IEEE-1284-compatibele parallelle kabel. Geadviseerd worden de Lexmark producten met artikelnummer 1329605 (3 meter) en 1427498 (6 meter). Als u een optionele parallelle­poortadapter hebt geïnstalleerd, hebt u een 1284 A–C parallelle kabel van 3 m nodig, zoals het Lexmark onderdeel met nummer 43H5171. Als u geen IEEE-compatibele kabel gebruikt, hebt u mogelijk geen toegang tot alle functies van de printer.
Als u een seriële kabel aansluit, raden wij het Lexmark onderdeel met nummer 1038693 (15,25 m) aan. Sluit de kabel aan op de seriële connector van de optionele tri-port-adapter die u in de printer hebt geïnstalleerd.
U sluit de printer als volgt rechtstreeks aan op het lokale netwerk:
– Gebruik een externe netwerkadapter (ENA),
zoals de MarkNet Pro van Lexmark.
– Gebruik een printerserver, zoals de
MarkNet N2000-reeks, die wordt beschreven op pagina 26
– Gebruik de optionele tri-port-adapter om
verbinding te maken met een LocalTalk-netwerk.
Meer informatie over uw adapter vindt u in de documentatie van de desbetreffende adapter.
Kabelinformatie
69
Opmerking:
netwerkkabel aan, ook al heeft de interne printerserver (ook wel de interne netwerkadapter genoemd) meer dan één netwerkpoort.
Sluit slechts één
U sluit als volgt een kabel op de printer aan:
1
Zorg ervoor dat de printer uitstaat (O) en dat het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd.
Let op!
printer een kabel aansluit van een andere component die zelf stroom krijgt, moet u de kabel van deze component uit het stopcontact halen voordat u eventuele kabels op de printer aansluit.
Standaard parallelle kabel en connector
Wanneer u op de
2
Zoek de voor de parallelle kabelconnector, de seriële kabelconnector of netwerkkabel,
linksachter op de printer. kabelconnector.
Eén parallelle connector is standaard. Afhankelijk van de geïnstalleerde opties, kunnen aanvullende parallelle kabelconnector, seriële kabelconnector en netwerkconnectoren beschikbaar zijn.
3
Sluit de juiste kabel aan.
Gebruik de onderstaande tabel om de volgende stap te bepalen.
Wilt u…
"Een externe faxmodem aansluiten", zie pagina 71 "Een infraroodadapter aansluiten", zie pagina 74 "Doorgaan met de printerinstallatie", zie stap 4
70
Optionele kabel en connector
Kabelinformatie
4
Steek het netsnoer in een geaard stopcontact.
5
Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I).
Opmerking:
faxmodem of een infraroodadapter installeert, sluit op dit moment dan het netsnoer nog niet aan en zet de printer nog niet aan.
Als u een
Een externe
faxmodem
aansluiten
Naar seriële poort van printer
Ga verder met Stap 10: "De papierlade laden" op pagina 77
Als u een optionele tri-port-adapter in uw printer hebt geïnstalleerd, kunt u een externe klasse 1-faxmodem aansluiten op de seriële poort van de adapter. U kunt de printer dan gebruiken om faxen te ontvangen.
Ontvangen faxen kunnen alleen worden afgedrukt in zwart-wit. U kunt geen faxen versturen via de printer.
Zo stelt u de seriële poort in op het ontvangen van faxen:
1
Zorg ervoor dat de printer uitstaat (O) en dat het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd.
2
Zet de aan/uit-schakelaar van de modem op uit (O).
Netsnoer
Externe klasse 1­faxmodem
Telefoonsnoer
Netsnoer
3
Voer de aanwijzingen uit die bij de modem zijn geleverd uit om de modem aan te sluiten op de
seriële poort.
De modem wordt op dezelfde manier aangesloten op de printer als op een computer. Controleer of de modemkabel een 25-pins connector bevat die kan worden aangesloten op de seriële connector van de printer.
4
Steek het netsnoer van de modem in een geaard stopcontact.
5
Zet de aan/uit-schakelaar van de modem aan (I).
U moet de modem aanzetten printer aanzet.
Een externe faxmodem aansluiten
voordat
u de
71
6
Steek het netsnoer van de printer in een geaard stopcontact.
7
Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I).
8
Voer de volgende stappen uit via het bedieningspaneel van de printer:
MENU FAX Faxpoort
1 Menu 2
Selecteren 3
Start 5
Return 4
Stop 6
Druk op de knop
a
Menu>
of
om de menu's
<Menu
weer te geven.
Druk op
b
Druk op de knop
c
Faxpoort
verschijnt op de tweede regel van
Menu>
of
<Menu
Selecteren
tot u het
.
MENU FAX ziet
het scherm.
Druk op de knop
d
Druk op
e
Menu>
Selecteren
of
<Menu
.
tot de seriële poort die u wilt instellen als faxpoort wordt weergegeven op de tweede regel van het scherm.
Als u bijvoorbeeld een tri-port-adapter hebt geïnstalleerd in connector 2,
Ser. optie 2
Druk op de knop
f
.
Selecteren
zoek dan naar
.
De printer wordt opnieuw ingesteld. U kunt nu faxen ontvangen.
Raadpleeg de
Gebruikershandleiding
van de printer voor informatie over het wijzigen van de communicatie­instellingen voor faxen, zoals baud en pariteit.
.
72
Opmerking:
seriële poort niet te configureren voor meerdere toepassingen via een A/B-schakelaar.
Een externe faxmodem aansluiten
Probeer de
Zo schakelt u de faxmodem uit en herstelt u het normale gebruik van de seriële poort van de printer:
1
Voer de volgende stappen uit via het bedieningspaneel van de printer:
Druk op de knop
a
Menu>
of
om de menu's
<Menu
weer te geven.
Druk op
b
MENU FAX
of
Menu>
wordt weergegeven.
tot het woord
<Menu
Druk op de knop
c
Faxpoort
het scherm.
Druk op de knop
d
Druk op
e
weergegeven op de tweede regel van het scherm.
Druk op de knop
f
opnieuw in te stellen.
2
Zet de aan/uit-schakelaar van de modem op uit (O).
3
Zet de printer uit met de aan/uit-schakelaar (O).
4
Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
5
Haal het netsnoer van de modem uit het stopcontact.
6
Haal de modemkabel uit de seriële poort van de printer.
verschijnt op de tweede regel van
Menu>
Selecteren
Selecteren
of
<Menu
Selecteren
.
.
tot
Uitgeschakeld
om de printer
wordt
7
Steek het uiteinde van het netsnoer van de printer in een geaard stopcontact.
8
Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I).
Een externe faxmodem aansluiten
73
Gebruik de onderstaande tabel om de volgende stap te bepalen.
Wilt u…
"Een infraroodadapter aansluiten", zie pagina 74 "De papierlade laden", zie pagina 77
Een
infraroodadapter
aansluiten
U kunt een infraroodadapter gebruiken om op afstand af te drukken op een printer die is uitgerust met een infraroodpoort.
U kunt de infraroodadapter op de printer aansluiten via de optionele tri-port-adapter, die ook een infraroodpoort bevat.
74
Een infraroodadapter aansluiten
Adapterkabel
Nadat u de tri-port-adapter hebt geïnstalleerd, voert u de volgende stappen uit om de infraroodadapter aan te sluiten op de printer:
1
Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld (O).
2
Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
De infraroodpoort bevindt linksachter op de printer.
De infraroodpoort is aangesloten op de tri-port­adapter die u eerder hebt geïnstalleerd.
4
Sluit de adapterkabel aan op de infraroodpoort.
5
Steek het netsnoer van de printer in een geaard stopcontact.
6
Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I).
Als het lampje op de infraroodadapter brandt wanneer de printer aanstaat, is de adapter correct op de printerpoort aangesloten.
Een infraroodadapter aansluiten
75
7
Trek een denkbeeldige lijn tussen de infraroodpoort op de computer en de
infraroodpoort op de voorkant van de adapter.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor informatie over de infraroodpoort van de computer.
8
Richt de infraroodpoort op de computer binnen een straal van 15 graden ten opzichte van deze lijn.
76
Een infraroodadapter aansluiten
Stap 10: De papierlade laden
De papierladen
laden
Opmerking:
papier in de lade voor dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking:
transparanten in lade 1 laadt, moet u het papiertype op transparant instellen. Zie "De instelling Papiersoort wijzigen" op pagina 85 voor meer informatie.
Plaats geen
Als u
De printer heeft één standaardlade voor 250 vel (lade 1) waarin u de papierformaten A4, B5, Letter, Legal en Executive kunt laden. U kunt transparante vellen in lade 1 of in de universeellader laden. Zie voor meer informatie over de ondersteunde mediatypen van de printer.
Wanneer u een optionele ladekast hebt aangesloten, zijn de instructies hetzelfde als die voor de standaardlade. Laad echter
U vult als volgt de lade:
1
Trek de papierlade in zijn geheel uit de printer.
2
Leg de lade op een vlak oppervlak.
papier in lade 2 en lade 3.
alleen
Gebruikershandleiding
De papierladen laden
77
Opmerking:
Letter-papier wilt laden, hoeft u de geleiders mogelijk niet te verschuiven.
Als u A4- of
3
Druk op de veervergrendeling aan het uiteinde van de achterste papiergeleider.
4
Til de achterste papiergeleider uit de lade.
5
Zet de achterste papiergeleider op de positie voor het papierformaat dat u wilt laden.
Aan de positie van de achterste papiergeleider constateert de printer welk formaat papier zich in de lade bevindt. Als de achterste papiergeleider niet goed staat, kunnen er problemen optreden met de invoer van papier of kunnen pagina’s niet goed worden opgemaakt.
6
Druk de achterste papiergeleider in de uitsparingen aan de zijkant en de onderkant van
de papierlade.
7
Druk op de veervergrendeling aan het uiteinde van de achterste papiergeleider.
8
Til de zijgeleider uit de papierlade.
9
Zet de zijgeleider op de positie voor het papierformaat dat u wilt laden.
78
De papierladen laden
10
Druk de zijgeleider in de uitsparingen aan de zijkant en de onderkant van de papierlade.
11
Buig de vellen enkele malen voordat deze worden geladen om ze los te maken. Waaier de vellen
vervolgens uit. Maak een rechte stapel van de vellen op een vlak oppervlak.
12
Laad het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar boven.
Laad niet te veel papier. Gebruik de stapelhoogteindicator op de papiergeleider als richtlijn.
Korte zijde
Maximumstapelhoogte
Plaats het papier met de van de lade.
Als u briefpapier wilt laden met een voorgedrukt briefhoofd, moet u de bovenkant van de pagina voorin de lade leggen met het briefhoofd omhoog.
13
Schuif de papierlade in de printer.
korte zijde
naar de voorkant
De papierladen laden
79
De universeel-
lader laden
U kunt maximaal 50 vel papier, 30 transparanten, 30 vellen met labels of 20 enveloppen laden in de universeellader. U kunt deze lader ook gebruiken voor het handmatig invoeren van enkele vellen. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding
afdrukken op transparanten, enveloppen, labels en kaarten met behulp van de universeellader.
U plaats als volgt papier in de universeellader:
voor meer informatie over het
Opmerking:
universeellader niet sluiten wanneer er papier of enveloppen zijn geladen.
U mag de
1
Trek de voorkant van de universeellader omlaag.
2
Buig de vellen enkele malen voordat u ze gaat laden om de vellen los te maken. Waaier de stapel
vervolgens uit. Maak een rechte stapel van de vellen op een vlak oppervlak.
80
De universeellader laden
3
Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden en schuif de papiergeleider naar rechts
totdat deze het afdrukmateriaal raakt.
Als u briefhoofdpapier wilt gebruiken, moet u het papier met de afdrukzijde naar beneden en met de korte zijde eerst in de lade leggen.
4
Stel de papiersoort in op het type afdrukmateriaal dat u gebruikt.
Dit kunt u doen via het menu Papier op het bedieningspaneel of via het printerstuurprogramma. Zie voor meer informatie over het instellen van het papiertype "De instelling Papiersoort wijzigen" op pagina 85.
Opmerking:
weergegeven zonder papier
Papiergeleider
Hier
De universeellader laden
81
Enveloppen
laden
Opmerking:
enveloppen in de papierladen. Enveloppen kunnen alleen worden ingevoerd via de universeellader.
Laad geen
1
Plaats de enveloppen in de universeellader met de flap omhoog aan de rechterkant van de printer.
Voer de korte zijde van de envelop in zoals is afgebeeld.
Laad geen enveloppen die door het postkantoor zijn gefrankeerd.
Laad geen enveloppen met postzegels. Laad geen enveloppen met vensters,
gaatjes, perforaties, uitgeknipte delen of reliëf. Sluit de invoerlade niet terwijl er nog papier of
enveloppen in zitten. Zie de
over het gebruiken van enveloppen.
2
Stel de papierbron in op
Gebruikershandleiding
voor meer informatie
U-lader envelop
.
82
Enveloppen laden
U kunt het papiertype instellen in het op het bedieningspaneel of via het printerstuurprogramma.
3
Stel het juiste envelopformaat in.
U kunt het bedieningspaneel of het printerstuurprogramma gebruiken om het juiste envelopformaat in te stellen via de instellingen
Env-form (hand) PAPIERFORMAAT
in het
.
MENU PAPIERen
MENU PAPIER
Stap 11: De installatie
controleren
Met dit gedeelte van de installatiehandleiding kunt u controleren of u de printer correct hebt geïnstalleerd en of de printer goed werkt. U drukt een pagina met instellingen af die u kunt bekijken om alle geïnstalleerde opties te identificeren. De pagina met instellingen geeft ook aan of deze opties correct werken.
1
Controleer of de printer aanstaat (I).
Nadat de printer is ingeschakeld, wordt automatisch een zelftest uitgevoerd en wordt de printer opgewarmd. Tijdens deze periode worden
Aan/uit-schakelaar
de berichten
opgewarmd
bedieningspaneel.
Zelftest wordt uitgev oerd
weergegeven op het scherm van het
en
Engine wordt
De zelftest en het opwarmen van de printer zorgen ervoor dat alle onderdelen functioneren en dat de printer de juiste temperatuur heeft voor een correcte werking.
Als er een foutcode op het bedieningspaneel verschijnt, zoals raadpleegt u het gedeelte over probleemoplossing van de
Nadat de printer de interne tests heeft voltooid en is opgewarmd, verschijnt het statusbericht
Gebruikershandleiding
Fout 202
(coatingrol ontbreekt),
.
Gereed
De installatie controleren
.
83
Gereed
1 Menu 2
Selecteren 3
Return 4
Als de energiebesparing is ingeschakeld (de fabrieksinstelling), wordt het statusbericht
Gereed
bericht de printer klaar staat om afdruktaken te ontvangen. Raadpleeg de informatie over het wijzigen van de instelling voor de spaarstand.
Als er een foutbericht wordt getoond, raadpleegt ude
na de ingestelde tijd vervangen door het
Spaarstand
Gebruikershandleiding
. Beide berichten geven aan dat
Gebruikershandleiding
voor nuttige tips.
voor meer
Start 5
De menu-
instellingen
afdrukken
MENU EXTRA Menu's afdrukken
1 Menu 2
Selecteren 3
Stop 6
Return 4
Druk een pagina met menu-instellingen af om de standaardprinterinstellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel van de printer en het wijzigen van de menu-instellingen vindt u in de
Voer de volgende stappen uit om de pagina met menu­instellingen af te drukken.
1
Druk op de knop bedieningspaneel van de printer om de menu's
weer te geven.
2
Druk op
MENU EXTRA
bedieningspaneel.
3
Druk op de knop
MENU EXTRA
regel, terwijl op de tweede regel
Menu>
Menu>
of
<Menu
wordt weergegeven op het
Selecteren
wordt nu weergegeven op de eerste
Menu's afdrukken
.
Gebruikershandleiding
of
tot de aanduiding
op het
<Menu
.
wordt weergegeven
.
84
Start 5
De menu-instellingen afdrukken
Stop 6
Opmerking:
pagina met menu-instellingen afdrukt, controleert u of de geselecteerde papierlade papier van A4-of Letter-formaat bevat. Als u een ander papierformaat of papiersoort gebruikt, moet u de printer instellen op het juiste formaat en type. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding
meer informatie over papierformaten en -types.
Voordat u de
voor
4
Druk nogmaals op de knop pagina met menu-instellingen af te drukken.
Het bericht weergegeven. Nadat de pagina met menu­instellingen is afgedrukt, toont de printer opnieuw het bericht
Als er een foutbericht wordt weergegeven, raadpleegt u de informatie.
5
Controleer of de geïnstalleerde opties op de pagina worden weergegeven onder
"Geïnstalleerde opties".
Als een geïnstalleerde optie niet op de pagina wordt weergegeven, zet u de printer uit, verwijdert u het netsnoer en installeert u de optie opnieuw.
6
Als u een seriële kabel hebt aangesloten, controleer dan of de seriële instellingen van de
printer op de pagina met menu-instellingen correct zijn voor uw systeem.
Menu-instellingen worden afgedrukt
Gereed
.
Gebruikershandleiding
Selecteren
om de
voor meer
wordt
De instelling
Papiersoort wijzigen
Raadpleeg de informatie over het menu Serieel en het wijzigen van deze instellingen.
Het is belangrijk dat de instellingen voor Papiersoort correct zijn voor alle geïnstalleerde papierladen. Raadpleeg de pagina met menu-instellingen die u hebt afgedrukt. De papiersoort wordt vermeld voor elk van de geïnstalleerde papierladen.
Papiersoort verwijst naar het soort afdrukmateriaal dat in de laden is geladen: normaal papier, briefpapier, enveloppen of transparanten. Aangezien verschillende laden verschillende materialen kunnen bevatten, kunt u de instellingen voor papiersoort voor elke lade wijzigen.
Gebruikershandleiding
De instelling Papiersoort wijzigen
voor meer
85
Met de instellingen voor de papiersoort wordt de afdrukkwaliteit voor het gespecificeerde afdrukmateriaal geoptimaliseerd. Als u bijvoorbeeld de papiersoort Transparant kiest, maakt de printer het verhittingsstation warmer en wordt er langzamer afgedrukt, zodat een zo goed mogelijke transparant wordt gemaakt.
De instelling voor papiersoort is ook van invloed op de mogelijkheid van de printer om automatisch een lade te selecteren en laden te koppelen. Daarom is het belangrijk dat u deze instelling aanpast wanneer u het materiaal in de lade wijzigt.
MENU PAPIER PAPIERSOORT
1 Menu 2
Selecteren 3
Start 5
Return 4
Stop 6
Raadpleeg de over de papiersoorten die elke papierlade ondersteunt en over manieren waarop u de instelling voor Papiersoort kunt gebruiken om efficiënter af te drukken.
Als u de instelling voor Papiersoort wilt wijzigen:
1
Druk op de knop bedieningspaneel van de printer om de menu's
weer te geven.
MENU PAPIER
het scherm.
2
Druk op de knop te openen.
3
Druk op weergegeven op de tweede regel
4
Druk op de knop
Soort lade 1
het scherm.
5
Druk nogmaals op voor Soort lade 1 wilt wijzigen.
Gebruikershandleiding
Menu>
verschijnt op de tweede regel van
Selecteren
tot
Menu>
verschijnt op de tweede regel van
PAPIERSOORT
Selecteren
Selecteren
voor meer informatie
of
op het
<Menu
om het menu Papier
wordt
.
.
als u de instelling
86
De instelling Papiersoort wijzigen
PAPIERSOORT Soort lade 1
1 Menu 2
Selecteren 3
Start 5
Stop 6
Return 4
6
Druk op lijst met mogelijke papiersoorten voor lade 1.
7
Wanneer de juiste papiersoort wordt weergegeven op de tweede regel van het paneel, drukt u op de
knop
Selecteren
standaardsoort voor lade 1.
8
Als u de papiersoort voor een andere lade wilt wijzigen, drukt u op
lade te bladeren en herhaalt u de stappen 5 tot en met 7.
9
Wanneer u de instellingen voor papiersoort hebt voltooid, drukt u op de knop
naar de status Gereed.
Menu>
of
om de soort op te slaan als
om te bladeren door een
<Menu
om naar de gewenste
Menu>
om terug te gaan
Start
Een pagina met
adapterinstelling
en afdrukken
Opmerking:
informatie nodig tijdens de netwerkconfiguratie.
MENU NETWERK NETWERK OPTIE 1
1 Menu 2
U hebt deze
Selecteren 3
Start 5
Return 4
Stop 6
Als u een netwerkadapter hebt geïnstalleerd en uitgebreide informatie wilt over deze optie en de actieve protocollen, voer dan de volgende instructies uit om een pagina met adapterinstellingen af te drukken:
1
Druk op de knop bedieningspaneel om de menu's weer te geven.
2
Druk op weergegeven op het bedieningspaneel
3
Druk op de knop
NETWERK OPTIE 1
het scherm. Druk zo nodig op de juiste netwerkoptie weer te geven.
4
Druk op de knop
Menu>
of
of
Menu>
tot
<Menu
Selecteren
verschijnt op de tweede regel van
Selecteren
op het
<Menu
MENU NETWERK
.
.
of
Menu>
.
<Menu
wordt
om
Een pagina met adapterinstellingen afdrukken
87
NETWERK OPTIE 1 NETWERK 1 INST
5
Druk op
Menu>
of
<Menu
tot
NETWERK 1 INST
weergegeven op de tweede regel van het scherm.
wordt
1 Menu 2
Selecteren 3
Start 5
Stop 6
NETWERK 1 INST Afdrukken
1 Menu 2
Selecteren 3
Start 5
Stop 6
Return 4
Return 4
6
Druk op de knop
7
Druk op
Menu>
Selecteren
of
<Menu
.
tot
Afdrukken
wordt
weergegeven op de tweede regel van het scherm.
88
Een pagina met adapterinstellingen afdrukken
8
Druk op de knop
Selecteren
.
Informatiepagina afdrukken
1 Menu 2
Selecteren 3
Start 5
Return 4
Stop 6
Informatiepagina afdrukken
van het scherm weergegeven.
9
Druk op de knop te drukken.
wordt op de tweede regel
Selecteren
om de pagina af
Een pagina met adapterinstellingen afdrukken
89
90
Een pagina met adapterinstellingen afdrukken
Stap 12: MarkVision en
stuurprogramma's laden
Stuurprogramma's
laden
De cd die bij uw printer wordt geleverd, bevat printerstuurprogramma's en hulpprogramma's voor Windows 95/98, Windows NT 4.0, de Macintosh en OS/2. Er zijn stuurprogramma's beschikbaar voor PostScript Level 3- en PCL-emulatie.
Raadpleeg het bestand Readme op de cd voor een volledige lijst met alle stuurprogramma's op de cd. Bijgewerkte stuurprogramma's zijn, samen met een volledige beschrijving van en ondersteuning voor Lexmark stuurprogramma's, eveneens beschikbaar via de Lexmark weblocatie op het World Wide Web. Raadpleeg de over het verkrijgen van bijgewerkte stuurprogramma's.
Gebruikershandleiding
voor meer informatie
Als u alle functies van de printer wilt kunnen gebruiken, installeert u de eigen stuurprogramma's van Lexmark op uw systeem. Als u stuurprogramma's gebruikt die zijn bedoeld voor andere printers dan de Optra C710 Color Laser Printer, kunt u mogelijk niet alle functies van de printer aansturen. Raadpleeg de online Help van het stuurprogramma voor meer informatie over deze functies.
Het is aan te raden om, naast de printerstuurprogramma's, het printerhulpprogramma
MarkVision functies voor printerbeheer die u helpen een netwerk van
TM
te installeren. MarkVision biedt talrijke
Stuurprogramma's laden
91
printers op te zetten, de status van de printers te controleren en informatie over het printergebruik te verzamelen. Raadpleeg de handleiding van MarkVision of de
Gebruikershandleiding
de functies en installatie van MarkVision.
voor meer informatie over
Opmerking:
toegang hebt tot een cd-rom-station, kunt u installatiediskettes maken vanaf de cd.
Opmerking:
effectief mogelijk wilt gebruiken, raden we u aan de speciale printerstuurprogramma's van Lexmark voor uw afdrukomgeving te installeren.
Als u niet altijd
Als u de printer zo
1
Start de cd.
In het boekje van de cd vindt u informatie over het starten van het cd-programma voor uw besturingssysteem.
Wanneer u de cd start, toont het cd-programma pictogrammen of tekst waarmee u kunt aangeven wat u wilt doen.
Zo nodig kunt u de taal van de tekst op het scherm wijzigen. Hiermee wijzigt u tevens de taal van de tekst die wordt weergegeven in de vensters van de gebruikersinterface voor de stuurprogramma's en hulpprogramma's die u installeert.
2
Selecteer voor de volgende taken het betreffende pictogram:
Printerstuurprogramma's installerenHet printerhulpprogramma MarkVision
installeren
Netwerkondersteuning installerenSchermlettertypen installerenHet bestand Readme op de cd bekijkenTelefoonnummers van de ondersteuning van
Lexmark weergeven
Diskettes makenUw printer registreren (alleen Windows-
besturingssystemen)
92
Terwijl het cd-programma actief is, kunt u op F1 drukken voor online hulp. In het bestand Readme op de cd vindt u de laatste informatie over de inhoud van de cd.
Stuurprogramma's laden
Gefeliciteerd!
U hebt uw Optra C710 Color Laser Printer correct ingesteld voor gebruik door één persoon. Als u de printer wilt configureren voor gebruik in een netwerk, ga dan verder met Stap 13: "De netwerkprinter configureren" op pagina 95.
Raadpleeg de informatie over alle unieke functies van uw Lexmark kleurenprinter.
Gebruikershandleiding
voor uitgebreide
Gefeliciteerd!
93
94
Gefeliciteerd!
Stap 13: De netwerkprinter
configureren
De printer
configureren
voor het netwerk
Opmerking:
tijdens de printercontrole al een pagina met informatie over de netwerkinstallatie afgedrukt.
Mogelijk hebt u
Een pagina met
netwerkinformatie
afdrukken
Als u een Optra C710Nprinter hebt gekocht of een netwerkuitbreiding hebt geïnstalleerd, kunt u de onderstaande instructies gebruiken om de printer te configureren voor een netwerk.
Als u de netwerkkaart hebt geïnstalleerd nadat u de printer hebt geïnstalleerd of de printer niet op het netwerk hebt aangesloten, lees dan "Een kabel op de printer aansluiten" op pagina 70.
Gebruik het bedieningspaneel van de printer om een pagina met informatie over de netwerkinstallatie af te drukken. (Tip:
X/Netwerk x installatie/Afdrukken/Informatiepagina afdrukken
De pagina met netwerkinformatie bevat het fysieke adres van de printer, ook wel het UAA (Universally Administered Address) genoemd, en andere belangrijke gegevens. U vindt het UAA onder het kopje Netwerk op de installatiepagina.
MENU NETWERK/NETWERK OPTIE
).
De printer configureren voor het netwerk
95
Opmerking:
ingesteld in de fabriek. U kunt dit adres echter vervangen door een optioneel lokaal beheerd adres als u een specifiek fysiek adres aan de printer wilt toekennen.
Het UAA wordt
Het UAA is een getal van 12 cijfers. De linkerkolom bevat het adres in MSB-vorm, terwijl het adres in normale vorm wordt weergegeven in de rechterkolom. Bewaar deze pagina voor later gebruik.
Configureren en
afdrukken
De cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's
Het is mogelijk dat u meer dan één versie van de
stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's
gekregen bij verschillende Lexmark producten. Gebruik altijd de laatste versie van de cd.
cd met
hebt
Problemen oplossen
Kijk voor informatie over het oplossen van problemen op de
cd met stuurprogramma's, MarkVision en
hulpprogramma's.
de koppeling MarkNet.
Klik op View Documentation en zoek
Gebruik de onderstaande tabel voor de volgende stap
96
Uw netwerkomgeving is… Ga naar pagina
TCP/IP 97 Novell NetWare 102 AppleTalk 104 OS/2 Warp Server 105
Configureren en afdrukken
Loading...