Toegang krijgen tot de controllerkaart................................................................................................................... 14
Een optionele kaart installeren.................................................................................................................................15
De printersoftware instellen............................................................................................................................ 19
De printersoftware installeren................................................................................................................................... 19
Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen ...................................................................20
De universeellader vullen...............................................................................................................................40
Laden koppelen en ontkoppelen..................................................................................................................44
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal.......................... 48
Richtlijnen voor papier..................................................................................................................................... 48
Een document afdrukken................................................................................................................................57
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat........................................................................................................58
MS315, MS415 en MS417: afdrukken van vertrouwelijke taken en andere taken in de
Geld besparen en het milieu een handje helpen................................... 62
Papier en toner besparen...............................................................................................................................62
Voorkomen van papierstoringen.................................................................................................................128
Locaties van storingen bepalen...................................................................................................................129
Papier vastgelopen in de voorklep.............................................................................................................130
Papier vastgelopen in achterklep................................................................................................................132
Papier vastgelopen in de standaardlade...................................................................................................133
Papier vastgelopen in de duplexeenheid..................................................................................................134
Papier vastgelopen in laden......................................................................................................................... 135
Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer...................................................................................135
De printer reinigen...........................................................................................................................................137
De status van de onderdelen en supplies controleren..........................................................................137
Geschat aantal resterende pagina's...........................................................................................................138
Onderdelen en supplies bestellen..............................................................................................................138
Help bij transport..............................................................................................................................................144
Informatie over deze editie...........................................................................................................................199
Opmerking: Een opmerking bevat nuttige informatie.
Waarschuwing: Een waarschuwing wijst op iets dat de hardware of software van het product kan beschadigen.
LET OP: Let op duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Voorbeelden van zulke waarschuwingen zijn:
LET OP: RISICO OP LETSEL: Gevaar voor letsel.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Gevaar voor elektrische schok.
LET OP: HEET OPPERVLAK: Gevaar voor verbranding bij aanraking.
LET OP: KANTELGEVAAR: Pletgevaar.
LET OP: KNELGEVAAR: Gevaar om bekneld te raken tussen bewegende onderdelen
LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het
netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product
bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
LET OP: RISICO OP LETSEL: U mag dit product niet gebruiken met verlengsnoeren, stekkerdozen,
verdelers of UPS-apparaten. De vermogenscapaciteit van dit soort accessoires kan door een
laserprinter eenvoudig worden overschreden, wat kan leiden tot slechte printerprestaties, schade aan
eigendommen of brand.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Gebruik voor dit product uitsluitend een Lexmark
overspanningsbeveiliging die correct is aangesloten tussen de printer en het meegeleverde netsnoer.
Het gebruik van niet-Lexmark overspanningsbeveiligingen kan leiden tot slechte printerprestaties,
schade aan eigendommen of brand.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico van elektrische schokken te
voorkomen, moet u dit product niet in de buurt van water of vochtige locaties plaatsen of gebruiken.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. Het toepassen van andere
bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures dan in de Gebruikershandleiding worden
vermeld, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Door de hitte kan
het afdrukmateriaal bepaalde stoen afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de
richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om schadelijke emissies te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL: De lithiumbatterij in dit product moet niet worden vervangen. Wanneer de
lithiumbatterij niet juist wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Een lithiumbatterij mag niet
opnieuw worden opgeladen, uit elkaar worden gehaald of worden verbrand. Gooi gebruikte
lithiumbatterijen weg volgens de aanwijzingen van de fabrikant en houd hierbij de plaatselijke
regelgeving in acht.
Page 7
Informatie over veiligheid7
LET OP: RISICO OP LETSEL: Volg deze richtlijnen wanneer u de printer verplaatst om te voorkomen dat
u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt:
• Zorg ervoor dat alle kleppen en laden zijn gesloten.
• Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
• Koppel alle snoeren en kabels los van de printer.
• Als de printer een onderstel met zwenkwielen heeft, rolt u de printer voorzichtig naar de nieuwe locatie.
Wees voorzichtig bij drempels en scheuren in de vloer.
• Als de printer geen onderstel met zwenkwielen heeft, maar wel is uitgerust met optionele laden, tilt u de
printer van die laden. Probeer niet de printer samen met de laden op te tillen.
• Gebruik bij het optillen altijd de handgrepen aan de printer.
• Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de gehele onderzijde van de printer worden
ondersteund.
• Als de optionele onderdelen worden verplaatst op een transportwagentje, moet het oppervlak van het
wagentje groot genoeg zijn voor alle onderdelen.
• Houd de printer rechtop.
• Vermijd schokken.
• Zorg dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet.
• Zorg dat er voldoende ruimte vrij is rondom de printer.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit product is geleverd of een door de
fabrikant goedgekeurd vervangend onderdeel om brand of elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet
u een heet oppervlak eerst laten aoelen voordat u het aanraakt.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico van elektrische schokken te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle externe aansluitingen (zoals Ethernet- en
telefoonsysteemaansluitingen) op de juiste wijze zijn in de gemarkeerde poorten zijn geplaatst.
Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens
strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn
niet altijd duidelijk zichtbaar. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende
onderdelen.
LET OP: RISICO OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, anellen of zware
objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of
dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten,
zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of
elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen. Trek de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact voor u het netsnoer controleert.
Laat onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven,
uitvoeren door een servicevertegenwoordiger.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Om het risico op elektrische schokken te
vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppelt u alle kabels los die op de
printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt.
Page 8
Informatie over veiligheid8
LET OP: RISICO OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit
van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Tijdens onweer moet u dit product niet installeren
en geen elektrische verbindingen aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren
aansluiten, zoals een netsnoer of telefoonkabel.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Page 9
Omgaan met de printer9
Omgaan met de printer
Het gebruik van deze handleiding
Deze Gebruikershandleiding bevat algemene en specifieke informatie over het gebruik van de printermodellen
die op het voorblad vermeld staan.
De volgende hoofdstukken bevatten informatie die van toepassing is op alle printermodellen:
• Informatie over veiligheid
• Omgaan met de printer
• Extra printer instellen
• Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
• Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
• Afdrukken
• Geld besparen en het milieu een handje helpen
• Printer beheren
• Printer beveiligen
• Printermenu's
• Papierstoringen verhelpen
• Printer onderhouden
• Problemen oplossen
Instructies voor uw printer vinden:
• Gebruik de inhoudsopgave.
• Gebruik de functie Zoeken of de werkbalk Zoeken van uw toepassing.
Informatie zoeken over de printer
Gewenste informatieBron
Eerste installatie-instructies:
• De printer aansluiten op
• De printersoftware installeren
Installatiedocumentatie: de installatiedocumentatie wordt bij de printer geleverd
en is tevens verkrijgbaar op de website van Lexmark op
http://support.lexmark.com.
Page 10
Omgaan met de printer10
Gewenste informatieBron
Extra installatieopties en instructies
voor het gebruik van de printer:
• Papier en speciaal afdrukmateriaal
selecteren en bewaren
Gebruikershandleiding en Naslagkaart: de handleidingen zijn beschikbaar op
http://support.lexmark.com.
Opmerking: Deze handleidingen zijn ook beschikbaar in andere talen.
• Papier in de printer plaatsen
• Printerinstellingen configureren
• Documenten en foto's weergeven
en afdrukken
• De printersoftware instellen en
gebruiken
• De printer configureren in een
netwerk
• De printer onderhouden
• Problemen oplossen
Informatie over het instellen en configureren van de toegankelijkheidsfuncties van uw printer
Hulp bij de printersoftwareHulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing
Toegankelijkheidshandleiding van Lexmark: deze handleiding is beschikbaar op
http://support.lexmark.com.
en klik vervolgens op Help.
?
Klik op
Opmerkingen:
om contextgevoelige informatie te bekijken.
• De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware.
• De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op
De nieuwste aanvullende informatie,
updates en klantenondersteuning:
• Documentatie
• Stuurprogramma's downloaden
• Ondersteuning via live-chat
• Ondersteuning per e-mail
• Telefonische ondersteuning
het bureaublad,
Ondersteuningswebsite van Lexmark—
Opmerking: Selecteer uw land of regio en selecteer vervolgens uw product om
de juiste ondersteuningssite weer te geven.
De telefoonnummers voor ondersteuning en kantooruren voor uw regio of land
kunt u terugvinden op de ondersteuningswebsite of op het garantiebewijs dat u
bij de printer hebt ontvangen.
Noteer de volgende gegevens (deze vindt u op de bon en op de achterkant van
de printer) en houd deze bij de hand wanneer u contact met ons opneemt. We
kunnen u dan sneller helpen.
aankelijk
van uw besturingssysteem.
http://support.lexmark.com
• Typenummer van apparaat
• Serienummer
• Aankoopdatum
• Winkel waar apparaat is aangeschaft
GarantieverklaringGarantie-informatie varieert per land of regio:
• In de VS: zie de beperkte garantievoorwaarden die bij uw printer zijn geleverd
of ga naar
http://support.lexmark.com.
• In andere landen of regio's: raadpleeg de gedrukte garantie die bij de printer
is geleverd.
Page 11
Omgaan met de printer11
Een locatie voor de printer selecteren
Houd bij het plaatsen van de printer rekening met ruimte voor het openen van laden, kleppen en deuren. Als
u van plan bent optionele hardwareonderdelen te installeren, moet u hier ook voldoende ruimte voor
vrijhouden. Het volgende is belangrijk:
• Plaats de printer in de buurt van een goed geaard en eenvoudig toegankelijk stopcontact.
• Zorg ervoor dat de luchtstroom in de ruimte voldoet aan de laatste herziening van de ASHRAE 62-norm of
de CEN/TC 156-norm.
• Plaats de printer op een vlakke, stevige en stabiele ondergrond.
• Houd de printer:
– schoon, droog en stofvrij;
– uit de buurt van rondslingerende nietjes en paperclips;
– uit de buurt van de directe luchtstroom van airconditioners, warmtebronnen of ventilators;
– uit de buurt van direct zonlicht en extreme vochtigheidswaarden;
• Houd rekening met de aanbevolen temperaturen en voorkom schommelingen.
Omgevingstemperatuur16 tot 32 °C
Temperatuur voor opslag -20 tot 40 °C
• Laat de volgende aanbevolen hoeveelheid ruimte vrij rondom de printer voor een goede ventilatie:
1Rechterkant 110 mm (4,33 inch)
2Voorkant305 mm (12 inch)
3Linkerkant65 mm (2,56 inch)
4Achterkant100 mm (3,94 inch)
5Bovenkant305 mm (12 inch)
Printerconfiguraties
LET OP: RISICO OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit
van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
Page 12
Omgaan met de printer12
U kunt de printer aanpassen door een optionele lade voor 250 of 550 vel toe te voegen. Zie 'Optionele laden
installeren' op pagina 17 voor instructies voor het installeren van de optionele lade.
Printermodel MS312
1Bedieningspaneel
2Papierstop
3Standaarduitvoerlade
4Ontgrendelingsknop op voorklep
5Toegangsklep van de controllerkaart
6Standaardlade voor 250 vel
7Optionele lade voor 250 of 550 vel
8Universeellader voor 50 vel
9Voorklep
Page 13
Omgaan met de printer13
Printermodellen MS315 en MS415
1Bedieningspaneel
2Papierstop
3Standaarduitvoerlade
4Ontgrendelingsknop op voorklep
5Toegangsklep van de controllerkaart
6Standaardlade voor 250 vel
7Optionele lade voor 250 of 550 vel
8Universeellader voor 50 vel
9Voorklep
Page 14
Extra printer instellen14
Extra printer instellen
Interne opties installeren
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken
gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u
de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
Beschikbare, interne opties
• Flash-geheugen
– Lettertypen
Toegang krijgen tot de controllerkaart
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
1 Open de toegangsklep van de controllerkaart.
2 Kijk waar de aansluiting voor de geheugenkaart zich bevindt.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken
gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan
voordat u de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
Page 15
Extra printer instellen15
Een optionele kaart installeren
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken
gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u
de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
1 Open het toegangspaneel van de controllerkaart.
'Toegang krijgen tot de controllerkaart' op pagina 14 voor meer informatie.
Zie
2 Haal de optionele kaart uit de verpakking.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
Page 16
Extra printer instellen16
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen (1) aan de onderkant op gelijke hoogte met de
uitsparingen (2) in de controllerkaart.
2
1
4 Druk de kaart stevig op zijn plaats zoals op de aeelding te zien is.
Page 17
Extra printer instellen17
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Een onjuiste installatie van de kaart kan schade veroorzaken
aan de kaart en de controllerkaart.
Opmerking: De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de
controllerkaart.
5 Sluit de toegangsklep van de controllerkaart.
Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele hardwareopties zijn geïnstalleerd, is het wellicht
nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te
maken voor afdruktaken. Zie
pagina 20 voor meer informatie.
'Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen' op
Hardwareopties installeren
Optionele laden installeren
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten
hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
1 Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar en trek de stekker uit het stopcontact.
1
2
2 Pak de lade uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.
3 Verwijder de lade uit de basiseenheid.
2
Page 18
Extra printer instellen18
4 Haal het verpakkingsmateriaal uit de lade.
5 Schuif de lade in de basiseenheid.
6 Plaats de lade in de buurt van de printer.
7 Lijn de printer uit met de lade en laat de printer langzaam op zijn plaats zakken.
8 Sluit het netsnoer aan op de printer, steek de stekker in een geaard stopcontact en schakel de stroom in.
2
1
Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele hardwareopties zijn geïnstalleerd, moet u wellicht de
opties handmatig toevoegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor
afdruktaken. Zie
meer informatie.
'Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen' op pagina 20 voor
Kabels aansluiten
Sluit de printer aan op de computer met een parallelle of USB-kabel of op het netwerk met een Ethernet-kabel.
Zorg dat de volgende items met elkaar overeenkomen:
• het USB-symbool op de kabel met het USB-symbool op de printer
• de juiste parallelle kabel en de parallelle poort
• de juiste Ethernet-kabel en de Ethernet-poort
Page 19
Extra printer instellen19
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of
het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
2USB-printerpoortDe printer verbinden met een computer.
3Ethernet-poortDe printer verbinden met een netwerk.
4Parallelle poortDe printer verbinden met een computer.
5Aan-uitschakelaarDe printer in- of uitschakelen.
6Aansluiting van de stroomkabel van de
printer
7VeiligheidsslotEen slot bevestigen waarmee de printer op zijn plaats wordt gehouden.
De printer aansluiten op een stopcontact.
6
7
De printersoftware instellen
De printersoftware installeren
1 Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.
• Vanaf de software-cd die bij uw printer is geleverd.
• Ga naar http://support.lexmark.com en selecteer vervolgens uw printer en besturingssysteem.
2 Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer.
3 Voor Macintosh-gebruikers: voeg de printer toe.
Opmerking: Noteer het IP-adres van de printer uit het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten.
Page 20
Extra printer instellen20
Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen
Voor Windows-gebruikers
1 Open de printermap.
2 Selecteer de printer die u wilt bijwerken en doe dan het volgende:
• Voor Windows 7 of latere versies, kies Printereigenschappen.
• Voor eerdere versies, kies Eigenschappen.
3 Navigeer naar het tabblad Configuratie en selecteer vervolgens Nu bijwerken - Printer vragen.
4 Pas de wijzigingen toe.
Voor Macintosh-gebruikers
1 Navigeer via Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw printer en selecteer vervolgens Opties en
benodigdheden.
2 Navigeer naar de lijst met hardwareopties en voeg vervolgens eventuele geïnstalleerde opties toe.
3 Pas de wijzigingen toe.
Netwerkfunctionaliteit
Opmerkingen:
• Koop voor u de printer op een draadloos netwerk aansluit een <trademark
registered="yes">MarkNet</trademark> draadloze N8352-netwerkadapter. Ga naar
voor informatie over de compatibele adapter.
• Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. Wired
Equivalent Privacy (WEP), Wi-Fi Protected Access (WPA), WPA2 en 802.1X - RADIUS zijn
beveiligingstypen die op een netwerk worden gebruikt.
Configuratie van printer op een Ethernet-netwerk voorbereiden
Als u de printer wilt configureren voor een Ethernet-netwerk, moet u de volgende gegevens verzamelen
voordat u begint:
Opmerking: als uw netwerk automatisch IP-adressen toewijst aan computers en printers, gaat u verder met
de installatie van de printer.
• Een geldig en uniek IP-adres voor de printer
• De netwerkgateway
• Het netwerkmasker
• Een persoonlijke naam voor de printer (optioneel)
www.lexmark.com
Opmerking: Met een persoonlijke naam voor de printer kunt u de printer herkennen op het netwerk. U
kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam opgeven die u makkelijk kunt onthouden.
U hebt een Ethernet-kabel nodig om de printer aan te sluiten op het netwerk en een beschikbare netwerkpoort
waarmee u de printer fysiek aansluit op het netwerk. Gebruik een nieuwe netwerkkabel om problemen met
een beschadigde kabel te voorkomen.
Page 21
Extra printer instellen21
Configuratie van printer op een draadloos netwerk voorbereiden
Opmerkingen:
• Zorg dat uw draadloze netwerkadapter geïnstalleerd is op de printer en correct werkt. Raadpleeg voor
meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd.
• Zorg dat uw toegangspunt (draadloze router) is ingeschakeld en correct werkt.
Zorg dat u volgende gegevens bij de hand hebt voor u de printer configureert voor een draadloos netwerk:
• SSID: de SSID wordt ook wel de netwerknaam genoemd.
• Draadloze modus (of Netwerkmodus): de modus is infrastructuur of ad-hoc.
• Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor
infrastructuurnetwerken.
Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling Automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder
als u niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren.
• Beveiligingsmethode: er zijn vier opties voor de beveiligingsmethode:
– WEP-sleutel
Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u maximaal vier sleutels opgeven in de daarvoor
bestemde plaatsen. Selecteer de sleutel die momenteel wordt gebruikt op het netwerk door de
standaardsleutel voor WEP-verzending te selecteren.
– Vooraf gedeelde sleutel/wachtwoord voor WPA/WPA2
WPA bevat codering als een extra beveiligingsniveau. U kunt kiezen uit AES of TKIP. Codering moet op
de router en op de printer zijn ingesteld voor hetzelfde type anders kan de printer niet communiceren
op het netwerk.
– 802.1X–RADIUS
Als u de printer installeert op een 802.1X-netwerk hebt u mogelijk de volgende gegevens nodig:
•
Verificatietype
•
Interne-verificatietype
• Gebruikersnaam en wachtwoord van 802.1X
• Certificaten
– Geen beveiliging
Als uw draadloze netwerk geen beveiliging gebruikt, hebt u geen beveiligingsgegevens.
Opmerking: het is onverstandig om een niet-beveiligd draadloos netwerk te gebruiken.
Opmerkingen:
– Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma
voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op. Raadpleeg de
documentatie bij het toegangspunt of neem contact op met uw systeembeheerder als u de SSID of de
beveiligingsinformatie van uw netwerk niet kunt vinden.
– Raadpleeg de documentatie of de Embedded Web Server van het toegangspunt of neem contact op
met de systeembeheerder om de vooraf gedeelde sleutel of het wachtwoord voor WPA/WPA2 voor het
draadloze netwerk te achterhalen.
Page 22
Extra printer instellen22
MS315 en MS415:wizard voor draadloze configuratie
Printer aansluiten met de wizard voor draadloze configuratie
Controleer het volgende voor u begint:
• Er is een draadloze netwerkadapter in de printer geïnstalleerd, deze is aangesloten en werkt correct.
Raadpleeg de instructies bij de adapter voor meer informatie.
• De Ethernet-kabel is losgemaakt van de printer.
• Actieve NIC is ingesteld op Auto. Om het in te stellen op Auto, gaat u vanaf het bedieningspaneel naar:
> Instellingen > > Netwerk/poorten > > Actieve NIC > > Auto >
Opmerking: Schakel de printer uit en schakel de printer na ten minste 5 seconden weer in.
3 Open een webbrowser en typ het IP-adres van het toegangspunt in de adresbalk.
Page 24
Extra printer instellen24
Opmerkingen:
• Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct
kan worden geladen.
4 Open de WPS-instellingen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt
is geleverd.
5 Voer de pincode van acht cijfers in en sla de instelling op.
MS312 verbinden met een draadloos netwerk via de printersoftware
Opmerkingen:
• Controleer of de printer is ingeschakeld.
• Controleer of er een draadloze netwerkadapter in de printer is geïnstalleerd en of deze correct werkt.
Raadpleeg de instructies bij de adapter voor meer informatie.
Wireless Setup Utility gebruiken (alleen Windows)
1 Controleer of de printersoftware al is geïnstalleerd.
2 Gebruik de opdracht Zoeken in het Start-menu om de printerstartpagina te vinden.
3 Open de printerstartpagina en klik vervolgens op Instellingen > Wireless Setup Utility.
4 Volg de instructies op het computerscherm.
Assistent voor draadloze configuratie gebruiken (alleen Macintosh)
Met de Assistent voor draadloze
• De printer
configureren
configuratie
voor gebruik op een bestaand draadloos netwerk.
• Een printer toevoegen aan een bestaand ad-hocnetwerk.
• De draadloze instellingen wijzigen na de installatie.
• De printer installeren op extra netwerkcomputers.
Assistent voor draadloze configuratie installeren
1 Ga naar de Lexmark website voor ondersteuning op http://support.lexmark.com.
2 Download de nieuwste Assistent voor draadloze configuratie.
3 Dubbelklik op het gedownloade installatiepakket.
4 Volg de instructies op het beeldscherm.
kunt u het volgende doen:
Assistent voor draadloze
Opmerkingen:
configuratie
openen
• Controleer of de printer is ingeschakeld.
Page 25
Extra printer instellen25
• Controleer of er een draadloze netwerkadapter in de printer is geïnstalleerd en of deze correct werkt.
1 Blader in de Finder naar:
Programma's > selecteer de printermap
2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie en volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
?
Opmerking: Klik op
als er problemen optreden tijdens het uitvoeren van de toepassing.
De printer verbinden met een draadloos netwerk met de
Embedded Web Server
Controleer het volgende voor u begint:
• De printer is tijdelijk aangesloten op een Ethernet-netwerk.
• Op uw printer is een draadloze netwerkadapter geïnstalleerd en deze werkt correct. Raadpleeg de
instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd voor meer informatie.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer op het bedieningspaneel van de printer. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos.
3 Pas de instellingen aan zodat deze overeenkomen met de instellingen van het toegangspunt (draadloze
router).
Opmerking: Zorg dat u de juiste SSID invoert.
4 Klik op Verzenden.
5 Zet de printer uit en maak vervolgens de Ethernet-kabel los. Wacht vervolgens ten minste vijf seconden
voor u de printer weer inschakelt.
6 U kunt controleren of de printer verbonden is met een netwerk door een pagina met netwerkinstellingen
af te drukken. Kijk vervolgens in het gedeelte Netwerkkaart [x] of de status Aangesloten is.
Printerconfiguratie
controleren
MS312 en MS317: de pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken
Pagina met menu-instellingen afdrukken
Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of
de printeropties correct zijn geïnstalleerd.
Page 26
Extra printer instellen26
Opmerking: Als u geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden alle
standaardinstellingen weergegeven op de pagina met menu-instellingen. Wanneer u andere instellingen
hebt geselecteerd en opgeslagen in de menu's, worden de standaardinstellingen vervangen door destandaardinstellingen van de gebruiker. Een door de gebruiker gekozen standaardinstellingen blijft van
kracht tot u het menu opnieuw opent, een andere waarde selecteert en deze opslaat.
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Rapporten > > Pagina Menu-instellingen >
Een pagina met netwerkinstellingen afdrukken
Als de printer is verbonden met een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een
netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie
van het afdrukken via een netwerk.
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Rapporten > >
Opmerking: Als er een optionele interne afdrukserver is geïnstalleerd, wordt het bericht
2 Controleer het eerste gedeelte van de netwerkconfiguratiepagina om na te gaan of bij Status wordt
aangegeven dat de printer verbinding heeft.
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt
niet actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de systeembeheerder om een oplossing
voor dit probleem en druk daarna nog een pagina met netwerkinstellingen af.
MS315, MS415 en MS417: de pagina's met menu- en netwerkinstellingen
afdrukken
Pagina met menu-instellingen afdrukken
Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of
de printeropties correct zijn geïnstalleerd.
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen > Rapporten > > Pagina met menu-instellingen >
Opmerking: Als u geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden alle
standaardinstellingen weergegeven op de pagina met menu-instellingen. Instellingen die zijn opgeslagen
vanuit de menu's, vervangen de standaardinstellingen als standaardinstellingen van de gebruiker. Een
standaardinstelling voor de gebruiker blijft van kracht tot u het menu opnieuw opent, een andere waarde
selecteert en deze opslaat.
Page 27
Extra printer instellen27
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een
netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie
van het afdrukken via een netwerk.
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
2 Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt
aangegeven dat de printer is aangesloten.
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-
aansluitpunt niet actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de systeembeheerder om
een oplossing voor dit probleem en druk daarna nog een pagina met netwerkinstellingen af.
Page 28
MS312 en MS317 gebruiken28
MS312 en MS317 gebruiken
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
9
OnderdeelFunctie
1Menu's, knopHiermee opent u de menu's.
Opmerkingen:
• De menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat.
• Als u op deze knop drukt terwijl u in de menu's bladert, keert het bedieningspaneel
terug naar het menuscherm op het hoogste niveau.
8
7
2
6
5
3
4
2SchermOpties voor afdrukken en status- en foutberichten weergeven.
3SlaapknopDe slaapstand of sluimerstand inschakelen.
Opmerkingen:
• Als u op een fysieke knop drukt, wordt de slaapstand uitgeschakeld.
• Als u op de slaapknop of de aan/uit-knop drukt, keert de printer terug uit de sluimer-
stand.
4knop Stop.
5Knop Pijl naar rechts
6Knop Selecteren
• Printermenu’s afsluiten en de printer terugzetten in de werkstand Gereed.
• Printeractiviteit, zoals afdrukken of downloaden van lettertypen, beëindigen.
• Bladeren door menu's of schakelen tussen schermen en menuopties.
• Bladeren door instellingen of tekst. Voor menu's met numerieke waarden, zoals
Exemplaren, houdt u een pijltoets ingedrukt om door de instellingen te bladeren. Laat
de knop los wanneer het gewenste aantal wordt weergegeven.
• Een menu openen.
• Beschikbare waarden of instellingen weergeven voor een menu. De huidige standaard-
instelling wordt aangegeven met een sterretje (*).
• De weergegeven waarde opslaan als de nieuwe standaardinstelling van de gebruiker.
Page 29
MS312 en MS317 gebruiken29
OnderdeelFunctie
7Knop Pijl naar links
8Knop TerugTerugkeren naar het vorige scherm.
9IndicatielampjeDe status van de printer bepalen.
• Bladeren door menu's of schakelen tussen schermen en menuopties.
• Bladeren door instellingen of tekst. Voor menu's met numerieke waarden, zoals
Exemplaren, houdt u een pijltoets ingedrukt om door de instellingen te bladeren. Laat
de knop los wanneer het gewenste aantal wordt weergegeven.
Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de
indicatielampjes
De kleuren van de slaapknop en indicatielampjes op het bedieningspaneel geven een bepaalde printerstatus
of -toestand aan.
indicatielampje Printerstatus
UitDe printer is uitgeschakeld of de sluimerstand van de printer is actief.
Knippert groen De printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken.
Brandt groenDe printer staat aan, maar is niet actief.
Knippert roodDe printer vereist interventie door de gebruiker.
Slaapknop, lampje vanPrinterstatus
UitDe printer is uitgeschakeld, niet actief of staat in de stand Gereed.
Brandt oranjeDe printer bevindt zich in de slaapstand.
Knippert oranjeDe sluimerstand van de printer wordt in- of uitgeschakeld.
Knippert oranje volgens een langzaam patroon
waarbij de knop 0,1 seconde brandt en 1,9 seconde
uit gaat.
De sluimerstand van de printer is actief.
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen installeren
1 Ga naar http://support.lexmark.com en download de software.
2 Dubbelklik op het installatiepakket.
3 Selecteer een installatietype en klik op Installeren.
4 Klik op Installeren om de installatie te starten.
5 Klik op Akkoord om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst.
6 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op uw computer.
Opmerkingen:
• Gebruik het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen om de instellingen voor tonerintensiteit,
spaarstand en papierformaat te wijzigen voor alle afdruktaken. In de printersoftware kunt u deze
instellingen voor afzonderlijke afdruktaken wijzigen.
Page 30
MS312 en MS317 gebruiken30
• dit hulpprogramma wordt alleen ondersteund op bepaalde modellen.
Het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen
gebruiken
1 Open het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen in de lijst met toepassingen of het menu Start om
de printerinstellingen aan te passen.
2 Sla de wijzigingen op via het menu Acties.
Opmerking: Sla de instellingen op in een opdrachtbestand als u de instellingen wilt toepassen op andere
printers.
Page 31
MS315, MS415 en MS417 gebruiken31
MS315, MS415 en MS417 gebruiken
Het bedieningspaneel gebruiken
OnderdeelTot
1DisplayPrinterstatus en -berichten weergeven.
De printer configureren en bedienen.
2Knop Pijl naar linksNaar links bladeren.
3Knop Selecteren (Select) Menuopties selecteren.
Instellingen opslaan.
4Pijl omhoogOmhoog bladeren.
5Knop Pijl naar rechtsNaar rechts bladeren.
6ToetsenblokNummers, letters of symbolen invoeren.
7SlaapknopDe slaapstand of sluimerstand inschakelen.
Met de volgende handelingen wordt de slaapstand uitgeschakeld:
• Drukken op een van de printerknoppen
• Afdruktaak verzenden vanaf de computer
• Resetten door uit- en inschakelen met de aan/uit-schakelaar
Met de volgende handelingen wordt de sluimerstand uitgeschakeld:
• Op de slaapknop drukken tot de printer uit de sluimerstand komt
• Resetten door uit- en inschakelen met de aan/uit-schakelaar
8Stoppen of Annuleren (knop) Alle printeractiviteiten stoppen.
9Knop Terug (Back)Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm.
10Pijl omlaagOmlaag bladeren.
11Startscherm (knop)Naar het startscherm gaan.
12indicatielampjeDe status van de printer controleren.
Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de
indicatielampjes
De kleuren van de slaapknop en indicatielampjes geven een bepaalde printerstatus of -toestand aan.
Page 32
MS315, MS415 en MS417 gebruiken32
Indicatielampje Printerstatus
UitDe printer is uitgeschakeld of de sluimerstand van de printer is actief.
Knippert groen De printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken.
Brandt groenDe printer staat aan, maar is niet actief.
Knippert roodDe printer vereist interventie door de gebruiker.
Lampje van slaapknopPrinterstatus
UitDe printer is uitgeschakeld, niet actief of staat in de stand Gereed.
Brandt oranjeDe printer bevindt zich in de slaapstand.
Knippert oranjeDe sluimerstand van de printer wordt in- of uitgeschakeld.
Knippert oranje volgens een langzaam patroon
waarbij de knop 0,1 seconde brandt en 1,9 seconde
uit gaat.
De sluimerstand van de printer is actief.
De Embedded Web Server openen
De Embedded Web Server is de webpagina van de printer waarmee u printerinstellingen op afstand kunt
weergeven en
configureren
1 Zoek het IP-adres van printer op:
• Vanuit het startscherm op het bedieningspaneel van de printer
• Vanuit het gedeelte TCP/IP in het menu Netwerk/poorten
• Door een netwerkconfiguratiepagina of pagina met menu-instellingen af te drukken of en het gedeelte
TCP/IP te controleren
Opmerking: Een IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld
123.123.123.123.
2 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
3 Druk op Enter.
Opmerking: Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina
correct kan worden geladen.
wanneer u zich niet in de buurt van de printer bevindt.
Page 33
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen33
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
MS312 en MS317: papierformaat en -soort instellen
Papierformaat en papiersoort instellen
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Menu Papier > > Papierformaat/-soort >
2 Selecteer Lade [x] Formaat of Lade [x] Soort en druk op .
3 Wijzig het papierformaat of de papiersoort en druk op .
Opmerkingen:
• De papierformaatinstelling voor de standaardlade voor 250 vel (lade 1), optionele lade voor 250 of 550
vel (lade 2) en de universeellader moeten handmatig worden ingesteld in het menu Papierformaat.
• De standaardinstelling voor papierformaat voor lade 1 is Normaal papier.
• De standaardinstelling voor papiersoort voor de universeellader is Aangepast type 6.
• De instelling voor papiersoort moet voor alle laden handmatig worden ingesteld.
Instellingen voor Universal papier
Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op
papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
• Het kleinste ondersteunde formaat voor Universeel is 76 x 127 mm en kan alleen worden geplaatst in de
universeellader.
• Het grootste ondersteunde formaat voor Universeel is 216 x 355,6 mm en wordt ondersteund vanuit alle
papierbronnen.
Blader op het bedieningspaneel naar:
> Menu Papier > > Universele instellingen > > Maateenheden > > selecteer de maateenheid
>
De hoogte en breedte van het papier opgeven
1
Blader op het bedieningspaneel naar:
> Menu Papier > > Universele instellingen > > Maateenheden > > selecteer de
maateenheid >
configureren
2 Druk op de pijltoetsen tot Hoogte Staand of Breedte Staand wordt weergegeven en druk op .
Page 34
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen34
3 Wijzig de instellingen en druk op .
MS315, MS415 en MS417: papierformaat en -soort
instellen
Papierformaat en papiersoort instellen
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen > > Menu Papier > > Papierformaat/-soort >
2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de papierlade of invoerlade en druk op .
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar het papierformaat en druk op .
4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de papiersoort en druk op om de instellingen te wijzigen.
Instellingen voor Universal papier
Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op
papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
• Het kleinste ondersteunde formaat voor Universeel is 76 x 127 mm en kan alleen worden geplaatst in de
universeellader.
• Het grootste ondersteunde formaat voor Universeel is 216 x 355,6 mm en wordt ondersteund vanuit alle
2 Selecteer Staand breedte of Staand hoogte en druk op .
3 Druk op de pijl naar links of rechts om de instelling te wijzigen en druk op .
configureren
De standaardlade en papierstop gebruiken
De standaardlade kan maximaal 150 vellen papier van 75 g/m2 bevatten. Afdrukken worden met de afdrukzijde
naar beneden afgeleverd. De standaardlade bevat een papierstop die voorkomt dat papier uit de voorzijde
van de lade glijdt wanneer dit wordt opgestapeld.
Page 35
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen35
Als u de papierstop wilt openen, trekt u aan de papierstop zodat deze naar voren klapt.
Opmerking: als u de printer naar een andere locatie verplaatst, moet de papierstop gesloten zijn.
Laden vullen
LET OP: RISICO OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit
van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
1 Trek de lade volledig naar buiten.
Opmerking: Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het bericht Bezig
op het bedieningspaneel verschijnt. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
Page 36
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen36
2 Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade
plaatst
A5
A
6
2
L
G
L
E
X
E
B
C
5
A
5
3 Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade
plaatst.
1
A
5
A
6
A5
2
LGL
EXEC
B5
Opmerkingen:
• Druk de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in en schuif de geleider naar achteren voor
papierformaten zoals A4, Letter of Legal, zodat u het papier gemakkelijk kunt plaatsen.
Page 37
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen37
• Als u Legal-papier plaatst, steekt de lengtegeleider uit buiten de printer en wordt het papier
blootgesteld aan stof. U kunt een losse
stooes aanschaen
beschermen. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning.
om het papier hiertegen te
• Als u A6-papier in de standaardlade plaatst, drukt u de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in en
schuift u de geleider naar de positie voor A6-formaat in het midden van de lade.
• Zorg ervoor dat de breedte- en lengtegeleiders zijn uitgelijnd met de indicatoren voor papierformaat
aan de onderkant van de lade.
LTR/LGL
A4
EXEC
B5
A5
A6
A4
LT
R
E
X
E
C
B
5
A5
4 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond
de stapel recht.
Page 38
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen38
5 Plaats de papierstapel in de printer.
Opmerkingen:
• Plaats voorbedrukt of kringlooppapier met de afdrukzijde naar beneden in de printer.
• Plaats voorgeperforeerd papier met de gaatjes naar voren in de lade.
• Plaats brieoofdpapier met de voorbedrukte zijde omlaag en de bovenrand van het papier naar
voren in de lade. Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, voert u brieoofdpapier met de onderrand van
het papier richting de voorzijde van de lade in.
• Zorg dat het papier niet uitkomt boven de maximale hoogte die is aangegeven op de
breedtegeleider.
Page 39
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen39
6 Plaats de lade.
1
7 Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van
de printer.
Opmerking: Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen
met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
Page 40
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen40
De universeellader vullen
Gebruik de universeellader wanneer u afdrukt op verschillende papierformaten en -soorten of op speciaal
afdrukmateriaal, zoals karton, transparanten, papieren etiketten en enveloppen. U kunt de universeellader ook
gebruiken voor enkelzijdige afdruktaken op brieoofdpapier.
1 Open de universeellader.
1
2
a Trek het verlengstuk van de universeellader uit.
b Trek voorzichtig aan het verlengstuk tot de universeellader volledig is uitgetrokken en geopend.
Page 41
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen41
2 Druk het lipje op de linkerbreedtegeleider in en schuif de geleiders naar de juiste positie voor het formaat
papier dat u in de lade plaatst
1
2
3 Bereid het papier of speciale afdrukmateriaal voor om het te plaatsen.
• Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier
niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
• Houd transparanten bij de randen vast. Buig de stapel transparanten enkele malen om ze los te maken
en waaier ze vervolgens uit. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
Opmerking: Raak de afdrukbare zijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op
komen.
• Buig de stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Maak op
een vlakke ondergrond de stapel recht.
4 Plaats het papier of speciaal materiaal.
Page 42
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen42
Opmerkingen:
• Duw het papier of speciale afdrukmateriaal niet te ver in de universeellader.
• Zorg dat de stapel met papier of speciaal afdrukmateriaal niet uitkomt boven de aanduiding voor de
maximale stapelhoogte op de papiergeleiders. Als u te veel papier plaatst, kan het papier vastlopen.
• Plaats papier, transparanten en karton met de aanbevolen afdrukbare zijde naar boven en met de
bovenrand naar voren in de printer. Raadpleeg de verpakking van de transparanten voor meer informatie
over het plaatsen van transparanten.
Opmerking: als u A6‑papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat het verlengstuk van de universeellader
licht tegen de rand van het papier rust zodat de laatste vellen papier op de juiste plaats worden
gehouden.
Page 43
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen43
• Voer brieoofdpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven gericht, zodat de bovenzijde het eerst
wordt ingevoerd. Als u dubbelzijdig (duplex) wilt afdrukken, plaatst u brieoofdpapier met de
voorbedrukte zijde omlaag en de onderrand naar voren in de printer.
• Plaats enveloppen met de
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes,
drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zellevende sluitingen. Het gebruik van deze
enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.
aan de linkerkant en de afdrukzijde naar beneden.
flap
5 Geef in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort op
die overeenkomen met het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader.
Page 44
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen44
Laden koppelen en ontkoppelen
De printer koppelt laden wanneer het opgegeven papierformaat en de opgegeven papiersoort hetzelfde zijn.
Als een van de gekoppelde laden leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde lade gebruikt. Als u
niet wilt dat laden worden gekoppeld, geeft u de papiersoort een unieke naam.
MS312 en MS317: lade koppelen
Laden koppelen en ontkoppelen
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier.
3 De lade-instellingen wijzigen om het papierformaat en de soort in te stellen voor de lade.
• Als u lades wilt koppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade
overeenkomen met die van de andere lade.
• Als u lades wilt ontkoppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade niet
overeenkomen met die van de andere lade.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk
printerinstellingen of via Printer Settings.
Opmerking: U kunt de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort ook instellen via het
bedieningspaneel van de printer. Zie
informatie.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Het papier in de lade moet overeenkomen met de naam van de
papiersoort die op de printer is toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is aankelijk van de
opgegeven papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen
optreden.
van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokale-
'Papierformaat en papiersoort instellen' op pagina 33 voor meer
Een aangepaste papiersoort configureren
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Page 45
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen45
Opmerkingen:
• Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af en zoek vervolgens het
IP-adres op in het gedeelte voor TCP/IP. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door
punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste soorten.
3 Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een aangepaste papiersoort.
Opmerking: Normaal papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de
gebruiker worden
gedefinieerd.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Aangepast openen via het Hulpprogramma voor
lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Een aangepaste papiersoort toewijzen
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier.
3 Selecteer een papierbron in het gedeelte
papiersoort in de kolom voor papiersoort.
Ladeconfiguratie
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokaleprinterinstellingen of via Printer Settings.
en selecteer vervolgens een aangepast
MS315, MS415 en MS417: lade koppelen
Laden koppelen en ontkoppelen
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Page 46
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen46
Opmerkingen:
• Het IP-adres van de printer staat op het bedieningspaneel in het gedeelte TCP/IP in het menu
Netwerken/Poorten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten:
123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier.
3 De instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wijzigen voor de laden die u wilt koppelen.
• Om laden te koppelen moeten het papierformaat en de papiersoort die in beide laden worden gebruikt
hetzelfde zijn.
• Om laden te ontkoppelen mogen het papierformaat en de papiersoort van de beide laden niet hetzelfde
zijn.
4 Klik op Verzenden.
Opmerking: U kunt de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort ook wijzigen via het
bedieningspaneel. Zie
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Het papier in de lade moet overeenkomen met de naam van de
papiersoort die op de printer is toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is aankelijk van de
opgegeven papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen
optreden.
'Papierformaat en papiersoort instellen' op pagina 34 voor meer informatie.
Een aangepaste naam maken voor een papiersoort
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste namen.
3 Selecteer een aangepaste naam en typ vervolgens een nieuwe aangepaste papiersoortnaam.
4 Klik op Verzenden.
5 Klik op Aangepaste soorten en controleer of de nieuwe aangepaste papiersoortnaam de aangepaste naam
heeft vervangen.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen > > Menu Papier > > Aangepaste namen
2 Selecteer een aangepaste naam en typ vervolgens een nieuwe aangepaste papiersoortnaam.
Page 47
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen47
3 Druk op .
4 Druk op Aangepaste soorten en controleer of de nieuwe aangepaste papiersoortnaam de aangepaste
naam heeft vervangen.
Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste soorten.
3 Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een papiersoort.
Opmerking: Papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker zijn
gemaakt.
4 Klik op Verzenden.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen > > Menu Papier > > Aangepaste soorten
2 Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een papiersoort.
Opmerking: Papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker zijn
gemaakt.
3 Druk op .
Page 48
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal48
Handleiding voor papier en speciaal
afdrukmateriaal
Richtlijnen voor papier
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer.
Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Gewicht
De printerladen kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 90 g/m2 met de vezel in
de lengterichting. De universeellader kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 163
2
g/m
met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m2, is mogelijk niet stevig genoeg om
correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met
papier van 75 g/m
kunt u het beste papier met een gewicht van 90 g/m
2
met de vezel in de lengterichting. Voor papier kleiner dan 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch)
2
of meer gebruiken.
Opmerking: dubbelzijdig afdrukken wordt alleen ondersteund voor papier met een gewicht van 60–90
2
g/m
.
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier
kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u
papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan
het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er
niet goed op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Gebruik papier met een gladheid tussen de 100 en 300
Sheeld-punten
geeft echter de beste afdrukkwaliteit.
Sheeld-punten.
Een gladheid tussen de 150 en 250
Vochtigheidsgraad
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door
de printer kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het papier
wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in
dezelfde omgeving als de printer. Verleng deze periode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving
erg verschilt van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben.
Vezelrichting
De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in
de lengterichting van het papier of in de breedterichting.
Page 49
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal49
Voor een gewicht van 60-90 g/m2 kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken.
Glasvezelgehalte
Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit
gehalte aan houtcellulose voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder
invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van
katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Ongeschikt papier
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
• chemisch behandeld papier dat wordt gebruikt om kopieën te maken zonder carbonpapier, ook bekend
als CCP-papier (zelopiërend papier zonder carbon) of NCR-papier (doordrukpapier zonder carbon);
• voorbedrukt papier dat chemische stoen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
• voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer;
• voorbedrukt papier waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van de afdruk) van minder dan
± 2,5 mm (± 0,10 inch) is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition);
In sommige gevallen kan de registrering via een toepassing worden aangepast, waardoor afdrukken op
• Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak, gekruld papier.
• Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europa)
• Papier lichter dan 60 g/m
• Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan.
2
.
Papier selecteren
Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken.
U kunt als volgt papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit voorkomen:
• Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier.
• Voordat u papier plaatst, moet u weten wat de aanbevolen afdrukzijde is. Deze informatie staat meestal op
de verpakking.
• Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
• Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde lade. Dit leidt tot storingen in
de doorvoer.
• Gebruik geen gecoat papier, tenzij het speciaal is ontworpen voor
Voorbedrukte formulieren en
Houd u aan de volgende richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en brieoofdpapier kiest:
brieoofdpapier
elektrofotografisch
selecteren
• Gebruik papier met de vezel in lengterichting voor papier met een gewicht van 60 tot 90 g/m
• Gebruik uitsluitend formulieren en brieoofdpapier dat is bedrukt door middel van een lithografisch of
graverend drukproces.
• Vermijd papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak.
afdrukken.
2
.
Page 50
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal50
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet
bestand zijn tegen temperaturen van 230 C zonder te smelten of schadelijke stoen af te geven. Gebruik geen
inkt die wordt beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze
vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel
contact op met uw papierleverancier.
Voorbedrukt papier, zoals brieoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 225 °C zonder te smelten
of gevaarlijke stoen af te geven.
Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken
Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert daarom het gebruik van kringlooppapier dat speciaal is
geproduceerd voor gebruik in laserprinters (elektrofotografisch).
Hoewel er niet per definitie kan worden gesteld dat alle soorten kringlooppapier correct kunnen worden
ingevoerd, test Lexmark doorlopend papiersoorten die vallen in de categorie op maat gesneden
kringlooppapier voor kopieerapparaten, die wereldwijd verkrijgbaar zijn. Deze vakkundige tests worden uiterst
nauwkeurig en methodisch uitgevoerd. Er worden veel factoren in beschouwing genomen, zowel op zichzelf
als in combinatie, waaronder de volgende:
• Hoeveelheid hergebruikt materiaal (Lexmark test maximaal 100% van het hergebruikte materiaal).
• De temperatuur en luchtvochtigheid (de testruimten simuleren klimaten over de hele wereld).
• Vochtgehalte (papier voor zakelijk gebruik moet een laag vochtgehalte hebben: 4–5%).
• De buigweerstand en de
stijeid
• Dikte (heeft invloed op de hoeveelheid papier die in een lade kan worden geplaatst).
• Ruwheid van oppervlak (gemeten in Sheeld-eenheden, heeft invloed op de afdrukhelderheid en hoe goed
de toner aan het papier hecht).
• Oppervlakfrictie (bepaalt hoe makkelijk vellen van elkaar kunnen worden gescheiden).
• Vezels en vorming (heeft invloed op omkrullen, dat weer invloed heeft op de manier waarop het papier zich
door de printer beweegt).
• Helderheid en textuur (uiterlijk en gevoel).
van het papier zorgen voor een optimale invoer in de printer.
Kringlooppapier heeft een betere kwaliteit dan ooit. De hoeveelheid hergebruikt materiaal in papier heeft
echter invloed op het beheer van ongewenste
manier is om op een milieubewuste manier af te drukken, is deze methode niet perfect. De energie die nodig
is om inkt te verwijderen en om toevoegingen zoals kleuren en 'lijm' te verwerken, levert vaak een grotere
koolstofuitstoot op dan de productie van normaal papier. Over het geheel genomen verbetert het gebruik van
kringlooppapier echter het resourcemanagement.
Lexmark houdt zich bezig met verantwoordelijk papiergebruik in het algemeen, gebaseerd op de beoordeling
van de levenscycli van zijn producten. Om een beter begrip te krijgen van de invloed die printers op het milieu
hebben, heeft het bedrijf een aantal beoordelingen van levenscycli uitgevoerd en geconcludeerd dat papier
de grootste bijdrage levert (maximaal 80%) aan de koolstofuitstoot tijdens de levensduur van een apparaat
(van het ontwerp tot het einde van de levensduur). De reden hiervoor is dat de productieprocessen van papier
veel energie verbruiken.
Daarom zoekt Lexmark naar manieren om klanten en partners te informeren over het minimaliseren van de
invloed van papier. Het gebruik van kringlooppapier is één manier. Het voorkomen van overmatig en onnodig
papierverbruik is een andere manier. Lexmark beschikt over de juiste middelen om klanten te helpen hun
benodigde hoeveelheid afdruk- en kopieermateriaal te minimaliseren. Daarnaast moedigt het bedrijf klanten
aan om papier te kopen van leveranciers die een bijdrage willen leveren aan duurzame bosbouw.
eecten.
En hoewel het gebruik van kringlooppapier een goede
Page 51
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal51
Lexmark doet geen aanbevelingen over bepaalde leveranciers, maar houdt wel een lijst bij met vergelijkbare
producten voor speciale toepassingen. Als u de volgende richtlijnen voor papierkeuze hanteert, beperkt u de
invloed van afdrukken op het milieu:
1 Minimaliseer het papierverbruik.
2 Wees kritisch ten aanzien van de herkomst van houtvezel. Koop papier van leveranciers die beschikken
over
certificeringen
Certification).
van boseigenaren die duurzaam en sociaal verantwoordelijk bosbeheer en herbebossing toepassen.
als FSC (Forestry Stewardship Council) of PEFC (Program for the Endorsement of Forest
Deze
certificeringen
garanderen dat de papierleverancier houtpulp gebruikt dat
aomstig
is
3 Kies het juiste papier voor uw afdrukbehoeften: normaal
met een lager papiergewicht of kringlooppapier.
gecertificeerd
papier van 75 of 80 g/m2, papier
Voorbeelden van ongeschikt papier
Onderzoeksresultaten geven aan dat de volgende papiersoorten niet geschikt zijn voor gebruik in een
laserprinter:
• Chemisch bewerkt kopieerpapier dat geen carbonpapier bevat, ook bekend als papier zonder carbon.
• Voorbedrukt papier dat chemische
stoen
• Voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer.
• Voorbedrukt papier waarvoor registratie (nauwkeurige positionering van het afdrukgebied op de pagina)
van meer dan ±2,3 mm (±0,9 inch) is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition; optische
tekenherkenning). In sommige gevallen kan de registrering via een toepassing worden aangepast,
waardoor afdrukken op deze formulieren toch mogelijk is.
• Coated papier (uitwisbaar bankpostpapier), synthetisch papier en thermisch papier.
• Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak en gekruld papier.
• Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europese standaard).
• Papier lichter dan 60 g/m
2
.
• Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan.
Ga naar de website van Lexmark op
duurzaamheid kunt u vinden via de koppeling Duurzaamheid.
www.lexmark.com voor meer informatie. Algemene informatie over
bevat die schadelijk zijn voor de printer.
Papier bewaren
Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te
garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
• U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve
vochtigheid van 40 procent. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een
temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40 tot 60 procent.
• Zet dozen papier liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank.
• Zet losse pakken op een vlakke ondergrond.
• Plaats niets boven op de losse pakken met papier.
• Haal papier alleen uit de doos of verpakking als u het in de printer wilt plaatsen. De doos en de verpakking
zorgen ervoor dat het papier schoon, droog en vlak blijft.
Page 52
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal52
Speciaal afdrukmateriaal gebruiken
Tips voor het afdrukken op karton
Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte,
dikte en structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden. Maak eerst enkele proefafdrukken
voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft.
Let bij het afdrukken op karton op het volgende:
• Zorg ervoor dat de Papiersoort Karton is.
• Selecteer de juiste instelling voor Papierstructuur.
• Houd er rekening mee dat voorbedrukt, geperforeerd en gekreukt materiaal de afdrukkwaliteit aanzienlijk
kan beïnvloeden en het vastlopen van papier of andere verwerkingsproblemen kan veroorzaken.
• Informeer bij de fabrikant of leverancier of het karton bestand is tegen temperaturen tot 240°C zonder dat
er schadelijke stoen vrijkomen.
• Gebruik geen voorbedrukt karton waarbij chemische stoen zijn gebruikt die de printer kunnen
beschadigen Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en vluchtige stoen in de
printer terechtkomen.
• Gebruik indien mogelijk karton met vezels in de breedterichting.
Tips voor het afdrukken op enveloppen
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
• Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de
leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze sluiten, kreukelen,
buitensporig krullen of schadelijke
stoen
• Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
met een katoengehalte van 25%. Katoenen enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 70 g/m
• Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
• Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
– gemakkelijk krullen;
– aan elkaar kleven of beschadigd zijn;
– vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
– metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
– zijn samengevouwen;
– postzegels bevatten;
– een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
– gebogen hoeken hebben;
– een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
• Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen.
afgeven.
2
.
2
of
Opmerking: door een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen
kunnen de enveloppen kreuken of sluiten.
Page 53
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal53
Tips voor het gebruik van etiketten
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Opmerking: Gebruik alleen papieren etiketten. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige
etiketten worden niet ondersteund.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (Engelstalig) op
over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten.
Let bij het afdrukken op etiketten op het volgende:
http://support.lexmark.com voor meer informatie
• Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Controleer het volgende bij de fabrikant
of verkoper:
– De etiketten kunnen tegen een blootstelling aan temperaturen van 240°C en plakken niet vast, krullen
niet om of kreuken niet en geven bij deze temperaturen geen gevaarlijke stoen af.
– Etikettenlijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en coating zijn bestand tegen 172 kPa (25 psi) druk
zonder delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gassen.
• Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal.
• Gebruik volledige etiketvellen. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken,
waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor
kan de garantie voor de printer en de tonercartridge vervallen.
• Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
• Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de
etiketten.
• Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik vellen
waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht
komen waardoor de printergarantie kan vervallen.
• Als gericht aanbrengen van lijm niet mogelijk is, moet u een strook van 2 mm verwijderen van de voorste
(bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
• U kunt het beste afdrukken in de staande afdrukstand, met name bij streepjescodes.
Tips voor het gebruik van
brieoofdpapier
• Gebruik brieoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters.
• Maak eerst enkele proefafdrukken op het brieoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft.
• Buig de letterhead waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst zodat
deze niet aan elkaar blijven plakken.
• Wanneer u wilt afdrukken op
meer informatie over het plaatsen van
brieoofdpapier,
brieoofdpapier:
is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt. Zie voor
– 'Laden vullen' op pagina 35
– 'De universeellader vullen' op pagina 40
Tips voor het gebruik van transparanten
• Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
• Voer transparanten in vanuit de standaardlade of vanuit de universeellader.
Page 54
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal54
• Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen
kunnen weerstaan tot 185 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke
stoen
geven.
Opmerking: Wanneer Gewicht transparanten is ingesteld op Zwaar en Structuur transparant is ingesteld
op Ruw, kunnen transparanten worden bedrukt bij een temperatuur tot 195 °C.
af te
• Voorkom vingerafdrukken op de transparanten. Deze kunnen leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit.
• Buig de transparanten, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst
zodat deze niet aan elkaar blijven plakken.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten
Raadpleeg voor informatie over karton en etiketten de Card Stock & Label Guide op
http://support.lexmark.com.
Ondersteunde papierformaten
PapierformaatStandaardladeOptionele lade
voor 250 of 550
vel
A4
210 x 297 mm
(8,3 x 11,7 inch)
A5
148 x 210 mm
(5,8 x 8.3 inch)
A6
105 x 148 mm (4,1 x 5.8 inch)
JIS B5
182 x 257 mm
(7,2 x 10.1 inch)
Letter
216 x 279 mm (8,5 x 11 inch)
Legal
216 x 356 mm (8,5 x 14 inch)
Executive
184 x 267 mm
(7,3 x 10,5 inch)
1
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch), tenzij
een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
2
Universal wordt alleen ondersteund in de standaardlade als het papierformaat ten minste de afmetingen 105 x 148 mm
(4,1 x 5,8 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de optionele lade voor 250 of 550 vel als het papierformaat
ten minste de afmetingen 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de modus voor
dubbelzijdig afdrukken als het papier ten minste een breedte van 210 mm (8,3 inch) en een lengte van 279 mm (11 inch)
heeft. Het kleinste ondersteunde formaat voor Universal kan alleen in de universeellader worden geplaatst.
XX
Univer&seelladerModus voor
dubbelzijdig
afdrukken
X
X
X
Page 55
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal55
PapierformaatStandaardladeOptionele lade
voor 250 of 550
vel
Oficio (Mexico)
216 x 340 mm
(8,5 x 13.4 inch)
Folio
216 x 330 mm (8,5 x 13 inch)
Statement
140 x 216 mm
(5,5 x 8,5 inch)
Universal
1, 2
Van 76,2 x 127 mm
(3 x 5 inch) tot
216 x 356 mm (8,5 x 14 inch)
7 3/4-envelop (Monarch)
XXX
98 x 191 mm (3,9 x 7.5 inch)
Envelop nr. 9
XX
98 x 225 mm
(3,9 x 8.9 inch)
Univer&seelladerModus voor
dubbelzijdig
afdrukken
X
X
Envelop nr. 10
XX
X
105 x 241 mm (4,1 x 9.5 inch)
Envelop DL
XX
X
110 x 220 mm
(4,3 x 8.7 inch)
Envelop C5
XX
X
162 x 229 mm (6,4 x 9 inch)
Envelop B5
XX
X
176 x 250 mm
(6,9 x 9.8 inch)
Andere envelop
XX
X
229 x 356 mm (9 x 14 inch)
1
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch), tenzij
een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
2
Universal wordt alleen ondersteund in de standaardlade als het papierformaat ten minste de afmetingen 105 x 148 mm
(4,1 x 5,8 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de optionele lade voor 250 of 550 vel als het papierformaat
ten minste de afmetingen 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) heeft. Universal wordt alleen ondersteund in de modus voor
dubbelzijdig afdrukken als het papier ten minste een breedte van 210 mm (8,3 inch) en een lengte van 279 mm (11 inch)
heeft. Het kleinste ondersteunde formaat voor Universal kan alleen in de universeellader worden geplaatst.
Ondersteunde papiergewichten en -soorten
De standaardlade ondersteunt papiergewichten van 60–90 g/m2. De optionele lade ondersteunt
2
papiergewichten van 60–120 g/m
. De universeellader ondersteunt papiergewichten van 60–163 g/m2.
Page 56
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal56
PapiertypeLade voor 250 of 550
vel
Univer&seelladerModus voor dubbelzijdig
afdrukken
Normaal papier
Card stock (Karton)XX
Transparanten
Kringlooppapier
Glossy papierXXX
Papieren etiketten
1
VinyletikettenXXX
Bankpost
2
EnvelopXX
Ruwe envelopX
Brieoofd
X
X
X
Voorbedrukt papier
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
2
Ruw/katoenX
1
De printer ondersteunt incidenteel gebruik van enkelzijdige papieren etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met
laserprinters. U kunt het beste per maand niet meer dan 20 pagina's met papieren etiketten af te drukken. Vinyletiketten,
etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund.
2
Bankpostpapier en zwaar papier worden in de dubbelzijdige modus ondersteund tot een papiergewicht van 90 g/m2.
Page 57
Afdrukken57
Afdrukken
Een document afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
Opmerking: Stel voor etiketten, karton en enveloppen het papierformaat en de papiersoort in de printer in,
voordat u de afdruktaak verzendt.
1 Open vanuit het document dat u wilt afdrukken het dialoogvenster Afdrukken.
2 Pas zo nodig de instellingen aan.
3 Verzend de afdruktaak.
MS312 en MS317: tonerintensiteit aanpassen
Tonerintensiteit aanpassen
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit.
3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u de instellingen voor tonerintensiteit aanpassen via het
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
Opmerking: Controleer of de printer en het mobiele apparaat met hetzelfde draadloze netwerk zijn
verbonden. Raadpleeg de documentatie bij het mobiele apparaat voor informatie over het
de draadloze instellingen.
configureren
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met Mopria Print Service
Mopria® Print Service is een oplossing voor mobiel afdrukken, bedoeld voor mobiele apparaten met Android
4.4 of later. U kunt rechtstreeks afdrukken op elke printer die compatibel is met Mopria.
Opmerking: Voordat u gaat afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de Mopria Print Service is ingeschakeld.
1 Start een compatibele toepassing vanuit het beginscherm van uw mobiele apparaat.
2 Tik op Afdrukken en selecteer de printer.
3 Verzend de afdruktaak.
van
Page 59
Afdrukken59
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met Google Cloud Print
Google Cloud PrintTM is een oplossing voor mobiel afdrukken waarmee u met ingeschakelde toepassingen op
mobiele apparaten kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met Google Cloud Print.
1 Start een ingeschakelde toepassing vanuit het beginscherm van uw mobiele apparaat.
2 Tik op Afdrukken en selecteer de printer.
3 Verzend de afdruktaak.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met AirPrint
AirPrint is een oplossing voor mobiel afdrukken waarmee u direct vanaf Apple-apparaten kunt afdrukken op
printers die compatibel zijn met AirPrint.
Opmerkingen:
• Deze toepassing wordt alleen op sommige Apple-apparaten ondersteund.
• Deze toepassing wordt alleen op sommige printermodellen ondersteund.
1 Start een compatibele toepassing vanuit het beginscherm van uw mobiele apparaat.
2 Selecteer een item om af te drukken en tik vervolgens op het pictogram Delen.
3 Tik op Afdrukken en selecteer een printer.
4 Druk het document af.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat met Lexmark Mobile Print
LexmarkTM Met Mobile Print kunt u documenten en aeeldingen rechtstreeks verzenden naar een
ondersteunde Lexmark-printer.
1 Open het document en verzend of deel het document vervolgens naar Lexmark Mobile Print.
Opmerking: Sommige toepassingen van derden ondersteunen de functie verzenden of delen mogelijk
niet. Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie.
2 Een printer selecteren.
3 Druk het document af.
MS315, MS415 en MS417: afdrukken van vertrouwelijke
taken en andere taken in de wachtrij
Afdruktaken opslaan op de printer
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Beveiliging > Beveiligd afdrukken
2 Selecteer een type afdruktaak.
Page 60
Afdrukken60
OptieTot
Vervaltijd beveiligde taakAfdruktaken vasthouden op de computer tot u de pincode invoert via het bedienings-
paneel van de printer.
Opmerking: De pincode is ingesteld vanaf de computer. De pincode moet bestaan
uit vier cijfers tussen 0 en 9.
Max. ongeldige PINHet aantal keren beperken dat een ongeldige PIN-code kan worden ingevoerd.
Opmerking: Wanneer de limiet is bereikt, worden de afdruktaken voor de betreffende gebruikersnaam en PIN verwijderd.
Vervaltijd herhaalde taakAfdruktaken afdrukken en opslaan in het printergeheugen.
Vervaltijd gereserveerde taak Afdruktaken opslaan zodat u ze op een later tijdstip kunt afdrukken.
Opmerking: De afdruktaken worden bewaard tot u ze verwijdert via het menu
Taken in wacht.
Vervaltijd taak controlerenEén exemplaar van een taak afdrukken en de resterende exemplaren vasthouden. Zo
kunt u controleren of de kwaliteit van het eerste exemplaar naar wens is.
Opmerking: Zodra alle exemplaren zijn afgedrukt, wordt de afdruktaak automatisch
uit het printergeheugen verwijderd.
Opmerkingen:
• Vertrouwelijke, geverifieerde, gereserveerde en herhaalde afdruktaken kunnen worden verwijderd als de
printer extra geheugen nodig heeft voor de verwerking van andere wachttaken.
• U kunt de printer zo instellen dat afdruktaken worden opgeslagen in het printergeheugen tot u de afdruktaak
start vanaf het bedieningspaneel van de printer.
• Alle afdruktaken die bij de printer zelf kunnen worden uitgevoerd door de gebruiker, worden taken in wacht
genoemd.
3 Druk op .
Pagina's met informatie afdrukken
Voor meer informatie over het afdrukken van een pagina met menu-instellingen of een
netwerkinstallatiepagina, zie:
• 'Pagina met menu-instellingen afdrukken' op pagina 25 en 'Een pagina met netwerkinstellingen afdrukken'
op pagina 26 voor MS312
• 'Pagina met menu-instellingen afdrukken' op pagina 26 en 'Netwerkconfiguratiepagina afdrukken' op
pagina 27 voor MS315 en MS415
MS312 en MS317: informatiepagina's
Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar een van de volgende instellingen:
Opmerking: Het menu-item Directory afdrukken wordt alleen weergegeven als een optionele
flashgeheugenkaart
is geïnstalleerd.
Afdruktaak annuleren
Afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer
Druk op > op het bedieningspaneel.
Een afdruktaak annuleren vanaf de computer
1 Voer een van de volgende stappen uit, aankelijk van uw besturingssysteem:
• Open de map Printers, en selecteer vervolgens uw printer.
• Ga vanuit Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw printer.
2 Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren.
Page 62
Geld besparen en het milieu een handje helpen62
Geld besparen en het milieu een handje helpen
Lexmark streeft naar duurzaamheid en is doorlopend bezig printers zo te ontwikkelen dat de milieubelasting
van de printers wordt verminderd. We ontwerpen met het milieu in gedachten en bedenken verpakkingen
waarvoor zo min mogelijk grondstoen nodig zijn en we bieden inzamel- en recyclingprogramma's aan. Zie
voor meer informatie:
• Het hoofdstuk Kennisgevingen
• Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment
• Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycle
U kunt waarschijnlijk bij het kiezen van de instellingen en taken van uw printer de milieubelasting van uw printer
verder beperken. Dit hoofdstuk vat samen welke instellingen en taken een groter voordeel voor het milieu
kunnen opleveren.
Papier en toner besparen
Onderzoek heeft aangetoond dat wel tachtig procent van de ecologische voetafdruk van een printer te maken
heeft met papierverbruik. U kunt uw ecologische voetafdruk aanzienlijk verkleinen door het gebruik van
kringlooppapier en door middel van de volgende afdruksuggesties, zoals dubbelzijdig afdrukken en het
afdrukken van meerdere pagina’s op een enkel vel papier.
Zie
'Eco-modus gebruiken' op pagina 67 voor MS312 of 'Ecomodus gebruiken' op pagina 70 voor MS315
en MS415 voor meer informatie over hoe u snel papier en energie kunt besparen door middel van één
printerinstelling.
Kringlooppapier gebruiken
Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert het gebruik van zakelijk kringlooppapier dat speciaal is
geproduceerd voor gebruik in laserprinters. Zie
pagina 50 voor meer informatie over gerecycled papier dat u kunt gebruiken in uw printer.
'Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken' op
Zuinig omgaan met accessoires
• Druk op beide zijden van het papier af.
Opmerking: Dubbelzijdig afdrukken is de standaardinstelling van het printerstuurprogramma.
• Druk meerdere pagina's af op één vel papier.
• Gebruik de functie voor afdrukvoorbeelden om te bekijken hoe het document eruitziet voordat u het afdrukt.
• Druk één exemplaar van het document af om de inhoud en indeling op fouten te controleren.
Recycling
Lexmark verzorgt inzamelprogramma’s en vooruitstrevende, duurzame benaderingen van recycling. Zie voor
meer informatie:
• Het hoofdstuk Kennisgevingen
• Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment
Page 63
Geld besparen en het milieu een handje helpen63
• Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycle
Lexmark-producten recyclen
U retourneert als volgt Lexmark-producten voor hergebruik:
1 Ga naar www.lexmark.com/recycle.
2 Selecteer het product dat u wilt recyclen.
Opmerking: Printersupplies en -hardware die niet zijn opgenomen in het inzamelings- en recycleprogramma
van Lexmark kunt u recyclen via uw plaatselijke recyclingcentrum.
Lexmark verpakkingsmateriaal recyclen
Lexmark streeft voortdurend naar het minimaliseren van het verpakkingsmateriaal. Het gebruiken van minder
verpakkingsmateriaal garandeert dat Lexmark printers zo eciënt en milieuvriendelijk mogelijk worden
vervoerd en dat er minder verpakkingsmateriaal hoeft te worden weggegooid. Deze eciënties leiden tot
minder broeikasgassen en het besparen van energie en natuurlijke
grondstoen.
Lexmark dozen zijn 100% recyclebaar op plaatsen waar recyclingvoorzieningen voor
Zulke voorzieningen zijn mogelijk niet aanwezig in uw omgeving.
Het schuim dat wordt gebruikt in Lexmark verpakkingsmateriaal is recyclebaar op plaatsen waar
recyclingvoorzieningen voor schuim aanwezig zijn. Zulke voorzieningen zijn mogelijk niet aanwezig in uw
omgeving.
Als u een cartridge terugstuurt naar Lexmark, kunt u de doos gebruiken waarin de cartridge is geleverd. Lexmark
zal de doos recyclen.
golarton
aanwezig zijn.
Lexmark cartridges terugsturen voor hergebruik of recycling
Met het Lexmark Cartridge Inzamelprogramma kunt u gebruikte cartridges gratis terugsturen naar Lexmark
voor hergebruik of recycling. Honderd procent van de lege cartridges die naar Lexmark worden teruggestuurd
wordt hergebruikt of verwerkt voor recycling. De dozen die zijn gebruikt voor het terugsturen van de cartridges
worden ook gerecycled.
Lexmark-cartridges kunnen als volgt worden geretourneerd voor hergebruik of recycling:
1 Ga naar www.lexmark.com/recycle.
2 Selecteer het product dat u wilt recyclen.
Page 64
Printer beheren64
Printer beheren
Geavanceerde netwerkinformatie en
beheerdersinformatie weergeven
In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de
Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie of deBeheerdershandleiding voor de Embedded Web Server voor informatie over geavanceerde
systeemondersteuningstaken op de ondersteuningswebsite van Lexmark op
Printerinstellingen kopiëren naar andere printers
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
http://support.lexmark.com.
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Printerinstellingen kopiëren.
3 Als u de taal wilt wijzigen, selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst en klikt u op Klik hier om de taal
in te stellen.
4 Klik op Printer Settings (Printerinstellingen).
5 Typ het IP-adres van de bron- en doelprinter in de daarvoor bestemde velden.
Opmerking: Als u een doelprinter wilt toevoegen of verwijderen, klikt u op Doel-IP toevoegen of Doel-IP
verwijderen.
6 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Meldingen over supplies configureren in de Embedded
Web Server
U kunt opgeven hoe u meldingen wilt ontvangen wanneer supplies bijna leeg, leeg of zeer leeg zijn, of wanneer
het einde van de levensduur van supplies wordt bereikt. Hiertoe stelt u de selecteerbare meldingen in.
Opmerkingen:
• U kunt de selecteerbare meldingen instellen voor de tonercartridge en beeldverwerkingseenheid.
• U kunt alle selecteerbare meldingen instellen voor de statussen bijna leeg, leeg en zeer leeg. Niet alle
selecteerbare meldingen kunnen worden ingesteld voor het einde van de levensduur van de supply.
Voor alle supplystatussen is een selecteerbare e‑mailmelding beschikbaar.
Page 65
Printer beheren65
• Bij sommige supplies kan voor bepaalde supplystatussen het percentage geschatte resterende supply
worden ingesteld waarbij de melding wordt weergegeven.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Meldingen over supplies.
3 Selecteer in het vervolgkeuzemenu voor elke supply een van de volgende meldingsopties:
BerichtenBeschrijving
UitHet normale printergedrag voor alle supplies vindt plaats.
Alleen SNMPDe printer genereert een SNMP-melding (Simple Network Management Protocol)
wanneer de supplystatus wordt bereikt. De status van de supply wordt weergegeven op de menupagina en statuspagina.
Alleen e-mailDe printer genereert een e‑mail wanneer de supplystatus wordt bereikt. De status
van de supply wordt weergegeven op de menupagina en statuspagina.
WaarschuwingDe printer geeft de waarschuwing weer en genereert een e-mail over de status
van de supply. De printer stopt niet wanneer de supplystatus wordt bereikt.
1
Stop met mogelijke hervatting
Stop zonder mogelijke
hervatting
1
De printer genereert een e-mail over de status van de supply wanneer meldingen over supplies zijn ingeschakeld.
2
Wanneer sommige supplies leeg raken, stopt de printer om beschadiging te voorkomen.
1,2
Wanneer de supplystatus wordt bereikt, stopt de printer met het verwerken van
taken en de gebruiker kan op een knop drukken om door te gaan met afdrukken.
De printer stopt wanneer de supplystatus wordt bereikt. De supply moet worden
vervangen voordat de gebruiker kan doorgaan met afdrukken.
4 Klik op Verzenden.
MS312 en MS317: printerbeheer
Toegang tot het externe bedieningspaneel
Met het externe bedieningspaneel van de printer op uw computerscherm weergegeven en kunt u het
bedieningspaneel van de printer bedienen, zelfs als u niet in de buurt van de netwerkprinter bent. Ukunt vanaf
uw scherm de printerstatus bekijken en andere printergerelateerde taken uitvoeren.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten:
123.123.123.123.
Page 66
Printer beheren66
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Druk op Enter om de webpagina van uw printer te openen.
3 Klik op Extern bedieningspaneel > Extern bedieningspaneel inschakelen.
Opmerking: Voor het externe bedieningspaneel is een Java-plug‑in vereist om te starten.
Rapporten weergeven
U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server. Deze rapporten zijn handig voor het
bepalen van de status van de printer, het netwerk en de supplies.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Rapporten en klik vervolgens op het type rapport dat u wilt bekijken.
Fabrieksinstellingen herstellen
Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, drukt u een pagina met
menu-instellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt. Zie
op pagina 25 voor meer informatie.
Als u een uitgebreidere methode voor het herstellen van de standaardfabrieksinstellingen wilt, voert u de optie
Alle instellingen wissen uit. Zie
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: als de standaardinstellingen worden hersteld, worden de meeste
printerinstellingen teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zoals deze in de fabriek zijn ingesteld.
Uitzonderingen zijn: de weergavetaal, de aangepaste formaten en berichten en de instellingen voor de
menu's Netwerk/Poort. Alle downloads in het RAM worden verwijderd.
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
'Niet-vluchtig geheugen wissen' op pagina 76 voor meer informatie.
'Pagina met menu-instellingen afdrukken'
Een pincode voor bedieningspaneel van de printer maken
Met het menu Pincodebeveiliging bedieningspaneel kunt u de toegang tot de menu's op het bedieningspaneel
van de printer beperken. Als u de toegang tot de menu's wilt beperken, maakt u een pincode en wijst u de
code toe aan de afzonderlijke menu's.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Page 67
Printer beheren67
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Beveiliging > Pincodebeveiliging bedieningspaneel.
3 Voer in het gedeelte Gebruikerspincode maken of Beheerderspincode maken de pincode in.
Opmerking: u kunt maximaal zestien cijfers invoeren voor de pincode.
4 Klik op Modify (Wijzigen).
5 Selecteer Gebruikerspincode beveiligd, Beheerderspincode beveiligd of Beheerders- en
gebruikerspincode beveiligd in een menu in het gedeelte Beheerdersmenu's, Beheer of Toegang tot
functies.
Opmerking: met een beheerderspincode hebt nog steeds toegang tot een menu waaraan een
gebruikerspincode is toegewezen.
6 Klik op Verzenden.
Als u een menu met pincodebeveiliging op het bedieningspaneel van de printer wilt openen, moet u de pincode
opgeven.
Opmerking: zorg dat u
houdt nadat u het laatste cijfer van de pincode hebt ingevoerd.
op het bedieningspaneel van de printer langer dan drie seconden ingedrukt
Energie besparen
Eco-modus gebruiken
Gebruik de Eco-modus om snel een of meerdere manieren te kiezen om de milieubelasting van uw printer te
beperken.
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
AanStandaardwaarden voor alle instellingen voor de Ecomodus gebruiken. Deze instelling ondersteunt
de prestatiespecificaties voor uw printer.
StroomBerperk het energieverbruik, met name wanneer de printer inactief is.
• Motoren van de printer starten niet tot een document gereed is om te worden afgedrukt. U ervaart
wellicht enige vertraging voordat de eerste pagina wordt afgedrukt.
• De printer schakelt na één minuut inactiviteit over op de slaapstand.
Energie/papier Alle instellingen voor energie- en papierbesparing gebruiken.
Papier
• Functie voor automatisch 2-zijdig afdrukken (dubbelzijdig) inschakelen.
• Schakel het afdrukken van logbestanden uit.
Page 68
Printer beheren68
2 Druk op .
Sluimerstand gebruiken
In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom.
Opmerkingen:
• Na drie dagen schakelt de printer standaard over naar de sluimerstand.
• Schakel de sluimerstand uit voordat u een afdruktaak verzendt. U schakelt de sluimerstand uit met een
harde reset of door de slaapknop ingedrukt te houden.
• Als de sluimerstand is ingeschakeld, is de Embedded Web Server uitgeschakeld.
1 Blader op het bedieningspaneel naar:
> Instellingen > > Algemene instellingen >
2 Druk op Druk op slaapknop of Slaapknop ingedrukt houden en vervolgens op .
3 Druk op Sluimerstand > .
Time-out sluimerstand instellen
Met de time-out voor de sluimerstand kunt u instellen na hoeveel minuten de spaarstand wordt ingeschakeld
nadat een afdruktaak is verwerkt.
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs.
3 Selecteer in het menu Time-out sluimerstand het aantal uren, dagen, weken of maanden dat de printer moet
wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand.
4 Klik op Verzenden.
Printerinstellingen op de computer gebruiken
Aankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Time-out sluimerstand via het Hulpprogramma voor
lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.
Page 69
Printer beheren69
Planning stroomstand gebruiken
Met Planning stroomstand kan de gebruiker instellen wanneer de printer overschakelt over naar een spaarstand
of naar de stand Gereed.
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het
TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten,
bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Planning stroomstand.
3 Selecteer de stroomstand in het menu Actie.
4 Selecteer de tijd in het menu Tijd.
5 Selecteer de dag of dagen in het menu Dag(en).
6 Klik op Toe vo eg en .
Printerinstellingen op de computer gebruiken (alleen Windows)
• Open het menu Planning stroomstand via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen.
MS315, MS415 en MS417: printerbeheer
De virtuele display controleren
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Controleer of de virtuele display wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm.
De virtuele display werkt net zoals een echt display op het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen voor vertrouwelijke (beveiligde) afdruktaken wijzigen
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Page 70
Printer beheren70
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op de tab Instellingen > Beveiliging > Instellingen beveiligd afdrukken.
3 Wijzig de instellingen:
• Stel een waarde in voor het maximum aantal pogingen voor het invoeren van de PIN. Overschrijdt een
gebruiker het maximumaantal pogingen voor het invoeren van de juiste PIN, dan worden alle
afdruktaken van die gebruiker verwijderd.
• Stel een vervaltijd in voor vertrouwelijke afdruktaken. Heeft de gebruiker de afdruktaken niet binnen de
opgegeven tijd uitgevoerd, dan worden alle taken van de betreende gebruiker verwijderd.
4 Sla de gewijzigde instellingen op.
Energie besparen
Ecomodus gebruiken
Gebruik de Ecomodus om snel een of meer manieren te kiezen om de milieubelasting van uw printer te
beperken.
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
2 Selecteer de tijd dat de printer wacht nadat een afdruktaak is verwerkt voordat de sluimerstand wordt
ingeschakeld.
3 Druk op .
Planning stroomstand gebruiken
Met Planning stroomstand kunt u instellen wanneer de printer overschakelt over naar een spaarstand of naar
de stand Gereed.
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Planning stroomstand.
3 Selecteer de stroomstand in het menu Actie.
4 Selecteer de tijd in het menu Tijd.
5 Selecteer de dag of dagen in het menu Dag(en).
6 Klik op Toe vo eg en .
Page 73
Printer beheren73
De helderheid van het printerdisplay aanpassen
Als u energie wilt besparen of het display niet goed kunt lezen, past u de helderheidsinstellingen aan.
Embedded Web Server gebruiken
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
• Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
• Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen.
3 Geef in het vak Helderheid van scherm het gewenste percentage voor de display op.
4 Klik op Verzenden.
Fabrieksinstellingen herstellen
Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, drukt u een pagina met
menu-instellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt. Zie
op pagina 26 voor meer informatie.
Als u een uitgebreidere methode voor het herstellen van de standaardfabrieksinstellingen wilt, voert u de optie
Alle instellingen wissen uit. Zie
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: als de standaardinstellingen worden hersteld, worden de meeste
printerinstellingen teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zoals deze in de fabriek zijn ingesteld.
Uitzonderingen zijn: de weergavetaal, de aangepaste formaten en berichten en de instellingen voor de
menu's Netwerk/Poort. Alle downloads in het RAM worden verwijderd. Downloads die zijn opgeslagen op de
flashgeheugenkaart
2 Selecteer het aantal minuten dat de printer wacht voordat deze overschakelt naar de slaapstand.
Page 74
Printer beheren74
3 Pas de wijzigingen toe.
Page 75
Printer beveiligen75
Printer beveiligen
De vergrendelingsfunctie gebruiken
De printer heeft een vergrendelingsfunctie. Bevestig op de aangegeven locatie een beveiligingsslot dat
compatibel is met de meeste laptops om de printer op zijn plaats te vergrendelen.
Kennisgeving van vluchtigheid
De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen en
gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen.
GeheugensoortBeschrijving
Vluchtig geheugenDe printer gebruikt standaard RAM-geheugen (Random Access Memory) om gebruikersgegevens
te bueren tijdens eenvoudige afdruk- en kopieertaken.
Niet-vluchtig
geheugen
In de volgende gevallen moet u de inhoud van het printergeheugen wissen:
• De printer wordt uit gebruik genomen.
• De printer wordt verplaatst naar een andere afdeling of een ander kantoor.
• Er moet onderhoud aan de printer worden uitgevoerd door iemand buiten uw organisatie.
• De printer moet voor onderhoud worden vervoerd naar een locatie buiten uw bedrijf.
• De printer wordt verkocht aan een ander bedrijf.
De printer gebruikt mogelijk twee soorten niet-vluchtig geheugen: EEPROM en NAND
heugen). Beide soorten worden gebruikt voor het opslaan van het besturingssysteem, apparaatinstellingen en netwerkgegevens.
(flashge-
Vluchtig geheugen wissen
Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de
printer. Schakel de printer uit als u de gebuerde gegevens wilt wissen.
Page 76
Printer beveiligen76
Niet-vluchtig geheugen wissen
MS312 en MS317: niet-vluchtig geheugen wissen
Niet-vluchtig geheugen wissen
1 Zet de printer uit.
2 Houd op het bedieningspaneel en de pijl naar rechts ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Laat de
knoppen pas los als het menu Configuratie verschijnt.
3 Druk op de pijltoetsen tot Alle instellingen wissen wordt weergegeven en druk op .
Tijdens dit proces wordt de printer meerdere malen opnieuw opgestart.
Opmerking: met Alle instellingen wissen worden apparaatinstellingen, oplossingen, taken en
wachtwoorden op een veilige manier verwijderd uit het printergeheugen.
4 Druk op de pijltoetsen totdat Exit Config Menu (Menu Configuratie afsluiten) verschijnt en druk
vervolgens op
De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
.
MS315, MS415 en MS417: niet-vluchtig geheugen wissen
Niet-vluchtig geheugen wissen
Voer de volgende stappen uit om afzonderlijke instellingen, apparaat- en netwerkinstellingen,
beveiligingsinstellingen en embedded solutions te wissen:
1 Zet de printer uit.
2 Houd 2 en 6 op het toetsenblok ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer
het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven. Als de printer
volledig is opgewarmd, verschijnt er een lijst met functies op het printerdisplay.
3 Druk op de pijl omhoog of omlaag tot Alle instellingen wissen wordt weergegeven.
Tijdens dit proces wordt de printer meerdere malen opnieuw opgestart.
Opmerking: Met de functie Alle instellingen wissen verwijdert u apparaatinstellingen, oplossingen, taken
en wachtwoorden uit het printergeheugen.
4 Ga naar:
Te ru g > Menu Configuratie afsluiten
De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
Page 77
Printer beveiligen77
Zoeken naar beveiligingsgegevens van de printer
In omgevingen waar wordt gewerkt met zeer gevoelige informatie moeten mogelijk extra maatregelen worden
genomen om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke gegevens op de vaste schijf van de printer niet toegankelijk
zijn voor onbevoegden. Ga voor meer informatie naar de
de beheerdershandleiding Embedded Web Server, beveiliging op
beveiligingswebpagina van Lexmark of raadpleeg
http://support.lexmark.com.
Page 78
Informatie over de printermenu's78
Informatie over de printermenu's
MS312 en MS317: menuoverzicht
Menuoverzicht
Menu PapierRapportenNetwerk/poorten
Standaardbron
Papierformaat/-soort
Configuratie U-lader
Ander formaat
Papierstructuur
Papiergewicht
Papier plaatsen
Aangepaste soorten
Universal-instelling
BeveiligingInstellingen
Datum en tijd instellenAlgemene instellingen
1
Aankelijk
pagina netwerk [x].
2
Aankelijk van de printerconfiguratie wordt deze menuoptie als Standaardnetwerk of Netwerk [x] weergegeven.
van de printerinstallatie wordt dit menu-item weergegeven als Pagina met netwerkinstellingen of Installatie-
Pagina Menu-instellingen
Apparaatstatistieken
Pagina met netwerkinstellingen
Lettertypen afdrukken
Directory afdrukken
Voorbeeld afdrukken
Activarapport
Voorbeeld afdrukken
Standaardbron
Papierformaat/-soort
Configuratie U-lader
Ander formaat
Papierstructuur
Papiergewicht
Papier plaatsen
Aangepaste soorten
Universal-instelling
Pagina Menu-instellingen
Apparaatstatistieken
Pagina met netwerkinstellingen
Lettertypen afdrukken
Directory afdrukken
Voorbeeld afdrukken
Activarapport
Samenvatting gebeurtenislog
Vertrouwelijk afdrukken
Logbestand beveiligingscontrole
Datum en tijd instellen
1
Aankelijk
pagina netwerk [x].
2
Aankelijk van de printerconfiguratie wordt deze menuoptie als Standaardnetwerk of Netwerk [x] weergegeven.
van de printerinstallatie wordt dit menu-item weergegeven als Pagina met netwerkinstellingen of Installatie-
Algemene instellingen
Afdrukinstellingen
Alle handleidingen afdrukken
afdrukkwaliteit
Help bij afdrukken
Help afdrukmat.
Handleiding voor afdrukstoringen
Menu Map
Informatie
Aansluitingengids
Help bij transport
Help bij supplies
Papiermenu
MS312 en MS317: papiermenu's
Menu Standaardbron
OptieTot
Standaardbron
Lade [x]
U-lader
Handmatige papier-
invoer
Handmatige envelop-
invoer
Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken.
Opmerkingen:
• "(Lade 1) (standaardlade)" is de standaardinstelling.
• In het menu Papier stelt u Configuratie U‑lader in op Cassette om U‑lader als
menu‑instelling weer te geven.
• Als u papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee laden en de
laden dezelfde instellingen hebben, worden de laden automatisch gekoppeld. Zodra
een lade leeg is, wordt de afdruktaak verder afgedrukt op afdrukmateriaal uit de gekoppelde lade.
Page 80
Informatie over de printermenu's80
Menu Papierformaat/-soort
SelecterenFunctie
Formaat lade [x]
A4
A5
A6
JIS‑B5
Letter
Legal
Executive
Oficio (Mexico)
Folio
Statement
Universeel
Soort lade [x]
Normaal papier
Transparantie
Kringloop
Etiketten
Bankpost
Brieoofd
Voorbedrukt
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
Ruw/katoen
Aangepast [x]
Het formaat van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Opmerkingen:
• Letter is de Amerikaanse standaardinstelling. "A4" is de internationale standaard-
instelling.
• Als u twee laden gebruikt met papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort,
worden de laden automatisch gekoppeld als voor beide laden dezelfde instellingen zijn opgegeven. Zodra een lade leeg is, wordt de afdruktaak verder
afgedrukt op afdrukmateriaal uit de gekoppelde lade.
• Het papierformaat A6 wordt alleen in lade 1 en de universeellader ondersteund.
De soort van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Opmerkingen:
• Normaal papier is de standaardinstelling voor lade 1. Aangepast [x] is de
standaardinstelling voor alle andere laden.
• Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van
Aangepast [x].
• Gebruik dit menu om de laden automatisch te laten koppelen.
Formaat U-lader
A4
A5
A6
JIS B5
Letter
Legal
Executive
(Mexico)
Oficio
Folio
Statement
Universeel
7 3/4 -envelop
9-envelop
10-envelop
DL -envelop
C5-envelop
B5-envelop
Andere envelop
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
Het papierformaat in de universeellader opgeven.
Opmerkingen:
• Letter is de Amerikaanse standaardinstelling. "A4" is de internationale standaard-
instelling.
• In het menu Papier moet u Configuratie U-lader instellen op Cassette als u het
menu Formaat U-lader wilt weergeven.
• De universeellader detecteert niet automatisch het papierformaat. Zorg dat u de
juiste waarde voor papierformaat instelt.
Page 81
Informatie over de printermenu's81
SelecterenFunctie
Soort U-lader
Normaal papier
Karton
Transparantie
Kringloop
Etiketten
Bankpost
Envelop
Ruwe envelop
Brieoofd
Voorbedrukt
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
Ruw/katoen
Aangepast [x]
Papierformaat handm. invoer
A4
A5
A6
JIS B5
Letter
Legal
Executive
(Mexico)
Oficio
Folio
Statement
Universeel
De soort van het papier in de universeellader opgeven.
Opmerkingen:
• Aangepast [x] is de standaardinstelling.
• In het menu Papier moet u Configuratie U-lader instellen op Cassette als u het
menu Soort U-lader wilt weergeven.
Het papierformaat opgeven dat handmatig moet worden geplaatst.
Opmerking: Letter is de Amerikaanse standaardinstelling. "A4" is de internationale
standaardinstelling.
Papiersoort handm. invoer
Normaal papier
Karton
Transparantie
Kringloop
Etiketten
Bankpost
Brieoofd
Voorbedrukt
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
Ruw/katoen
Aangepast [x]
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
De papiersoort opgeven die handmatig moet worden geplaatst.
Opmerkingen:
• "Normaal papier" is de standaardinstelling.
• In het menu Papier moet u Configuratie U-lader instellen op Handmatig als u het
menu Papiersoort handm. invoer wilt weergeven.
Page 82
Informatie over de printermenu's82
SelecterenFunctie
Envelopformaat handm. invoer
7 3/4 -envelop
9-envelop
10-envelop
DL -envelop
C5-envelop
B5-envelop
Andere envelop
Envelopsoort handm. invoer
Envelop
Ruwe envelop
Aangepast [x]
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
Het envelopformaat aangeven dat u handmatig plaatst.
Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. DL-envelop is de interna-
tionale standaardinstelling.
De envelopsoort opgeven die u handmatig moet worden geplaatst.
Opmerking: Envelop is de standaardinstelling.
MS315, MS415 en MS417: papiermenu's
Standaardbron, menu
OptieTot
Standaardbron
Lade [x]
Universeellader
Handmatige papierinvoer
Handmatige envelopinvoer
Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken.
Opmerkingen:
• "(Lade 1) (standaardlade)" is de standaardinstelling.
• In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Cassette om Universeellader
als menu-instelling weer te geven.
Menu Papierformaat/-soort
OptieTot
Formaat lade [x]
A4
A5
A6
JIS B5
Letter
Legal
Executive
(Mexico)
Oficio
Folio
Statement
Universeel
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
Het formaat van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Opmerkingen:
• Letter is de standaardinstelling. "A4" is de internationale standaardinstelling.
• Het papierformaat A6 wordt alleen in lade 1 en de universeellader ondersteund.
Page 83
Informatie over de printermenu's83
OptieTot
Soort lade [x]
Normaal papier
Transparantie
Kringloop
Etiketten
Bankpost
Brieoofd
Voorbedrukt
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
Ruw/katoen
Aangepast [x]
Formaat van universeellader
A4
A5
A6
JIS B5
Letter
Legal
Executive
(Mexico)
Oficio
Folio
Statement
Universeel
7 3/4-envelop
9-envelop
10-envelop
DL-envelop
C5-envelop
B5-envelop
Andere envelop
De soort van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Opmerkingen:
• normaal papier is de standaardinstelling voor lade 1. Aangepaste soort [x] is de
standaardinstelling voor alle andere laden.
• Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van
Aangepaste soort [x].
• Gebruik dit menu om de laden automatisch te laten koppelen.
Het papierformaat in de multifunctionele invoer opgeven.
Opmerkingen:
• Letter is de standaardinstelling. "A4" is de internationale standaardinstelling.
• In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Cassette om Formaat U-
lader als menu weer te geven.
• De multifunctionele invoer detecteert niet automatisch het papierformaat. Zorg
ervoor dat u de juiste waarde voor het papierformaat instelt.
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
Page 84
Informatie over de printermenu's84
OptieTot
Type universeellader
Normaal papier
Karton
Transparantie
Kringloop
Etiketten
Bankpost
Envelop
Ruwe envelop
Brieoofd
Voorbedrukt
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
Ruw/katoen
Aangepast [x]
Papierformaat handm. invoer
A4
A5
A6
JIS B5
Letter
Legal
Executive
(Mexico)
Oficio
Folio
Statement
Universeel
De soort van het papier in de universeellader opgeven.
Opmerkingen:
• "Normaal papier" is de standaardinstelling.
• In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Cassette om Soort U-lader
als menu weer te geven.
Het papierformaat opgeven dat handmatig moet worden geplaatst.
Opmerking: Letter is de standaardinstelling. "A4" is de internationale standaardin-
stelling.
Papiersoort handm. invoer
Normaal papier
Karton
Transparantie
Kringloop
Etiketten
Bankpost
Brieoofd
Voorbedrukt
Gekleurd papier
Licht papier
Zwaar papier
Ruw/katoen
Aangepast [x]
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
De soort papier opgeven die u handmatig plaatst.
Opmerkingen:
• "Normaal papier" is de standaardinstelling.
• In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Handmatig om Papiersoort
handmatige invoer als menu weer te geven.
Page 85
Informatie over de printermenu's85
OptieTot
Envelopformaat handm. invoer
7 3/4-envelop
9-envelop
10-envelop
DL-envelop
C5-envelop
B5-envelop
Andere envelop
Envelopsoort handm. invoer
Envelop
Ruwe envelop
Aangepast [x]
Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
Het envelopformaat aangeven dat u handmatig plaatst.
Opmerking: 10-envelop is in de V.S. de standaardinstelling. DL-envelop is de interna-
tionale standaardinstelling.
De soort envelop opgeven die u handmatig plaatst.
Opmerking: "Envelop" is de standaardinstelling.
Configure MP (Configuratie U-lader), menu
OptieTot
Configuratie U-lader
Cassette
Handmatig
Eerst
Bepalen wanneer de printer papier moet selecteren dat in de universeellader is geplaatst.
Opmerkingen:
• Cassette is de standaardinstelling. Met de instelling Cassette
lader als standaardpapierbron.
• Als Handmatig is geselecteerd, kan de universeellader alleen worden gebruikt voor afdruk-
taken met handmatige invoer.
• Met de instelling Eerste stelt u de universeellader in als primaire papierbron, ongeacht de
instellingen.
configureert
u de universeel-
Menu Ander formaat
OptieFunctie
Ander formaat
Uit
Statement/A5
Letter/A4
Alles in lijst
Een opgegeven papierformaat vervangen als het gewenste papierformaat niet beschikbaar is.
Opmerkingen:
• Alles in lijst is de standaardinstelling. Alle beschikbare formaten zijn toegestaan.
• De waarde Uit geeft aan dat geen andere formaten zijn toegestaan.
• Als u een ander formaat instelt, wordt de afdruktaak voortgezet zonder dat het bericht Vervang
papier wordt weergegeven.
Menu Papierstructuur
OptieTot
Structuur normaal
Glad
Normaal
Ruw
De relatieve structuur van het geplaatste normale papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Page 86
Informatie over de printermenu's86
OptieTot
Structuur karton
Glad
Normaal
Ruw
Structuur transparant
Glad
Normaal
Ruw
Struct. kringl.pap.
Glad
Normaal
Ruw
Struct etiketten
Glad
Normaal
Ruw
Structuur bankpost
Glad
Normaal
Ruw
De relatieve structuur van het geplaatste karton opgeven.
Opmerkingen:
• "Normaal" is de standaardinstelling.
• De opties worden alleen weergegeven als karton wordt ondersteund.
De relatieve structuur van de geplaatste transparanten opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van het geplaatste kringlooppapier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van de geplaatste etiketten opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van het geplaatste bankpostpapier opgeven.
Opmerking: "Ruw" is de standaardinstelling.
Structuur envelop
Glad
Normaal
Ruw
Structuur ruwe envelop
Ruw
Structuur
Structuur voorbedrukt
Structuur gekleurd
Structuur licht
brieoofd
Glad
Normaal
Ruw
Glad
Normaal
Ruw
Glad
Normaal
Ruw
Glad
Normaal
Ruw
De relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van de ruwe enveloppen opgeven.
De relatieve structuur van het geplaatste
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van het geplaatste voorbedrukte papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van het geplaatste gekleurde papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
brieoofdpapier
opgeven.
Page 87
Informatie over de printermenu's87
OptieTot
Structuur zwaar
Glad
Normaal
Ruw
Structuur ruw/katoen
Ruw
Structuur Aangepast [x]
Glad
Normaal
Ruw
De relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
De relatieve structuur van het geplaatste katoenpapier opgeven.
De relatieve structuur van het geplaatste aangepaste papier opgeven.
Opmerkingen:
• "Normaal" is de standaardinstelling.
• De opties worden alleen weergegeven als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Menu Papiergewicht
OptieTot
Gewicht normaal
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht karton
Licht
Normaal
Zwaar
Het relatieve gewicht van het geplaatste normale papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste karton opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Gewicht transparanten
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht kringl.pap.
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht etiketten
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht bankpost
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht envelop
Licht
Normaal
Zwaar
Het relatieve gewicht van de geplaatste transparanten opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste kringlooppapier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van de geplaatste etiketten opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste bankpostpapier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Page 88
Informatie over de printermenu's88
OptieTot
Gewicht ruwe envelop
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht
Gewicht voorbedrukt
Gewicht gekleurd
Gewicht licht
Gewicht zwaar
brieoofd
Licht
Normaal
Zwaar
Licht
Normaal
Zwaar
Licht
Normaal
Zwaar
Licht
Zwaar
Het relatieve gewicht van de geplaatste ruw enveloppen opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste voorbedrukte papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste gekleurde papier opgeven.
Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Hiermee geeft u op dat het gewicht van het geplaatste papier licht is.
Hiermee geeft u op dat het gewicht van het geplaatste papier zwaar is.
brieoofdpapier
opgeven.
Gewicht ruw/katoen
Licht
Normaal
Zwaar
Gewicht aangepast [x]
Licht
Normaal
Zwaar
Hiermee geeft u het relatieve gewicht van het geplaatste katoenpapier of ruwe papier op.
Opmerking: Zwaar is de standaardinstelling.
Het relatieve gewicht van het geplaatste aangepaste papier opgeven.
Opmerkingen:
• "Normaal" is de standaardinstelling.
• De opties worden alleen weergegeven als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Paper Loading (Papier plaatsen), menu
OptieTot
Kringl.pap. plaatsen
Dubbelzijdig
Aan
Opmerkingen:
• Als u Dubbelzijdig selecteert, wordt dubbelzijdig afdrukken standaard ingesteld voor alle afdruktaken, tenzij u
enkelzijdig afdrukken instelt via Voorkeursinstellingen voor afdrukken of het dialoogvenster Druk af.
• Als Dubbelzijdig is geselecteerd, worden alle afdruktaken, waaronder enkelzijdige taken, verzonden via de duple-
xeenheid.
• Uit is de standaardinstelling voor alle menu's.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Kringlooppapier als papiersoort
dubbelzijdig worden afgedrukt.
Page 89
Informatie over de printermenu's89
OptieTot
Bankpostpapier plaatsen
Dubbelzijdig
Aan
Brieoofdpapier plaatsen
Dubbelzijdig
Aan
Voorbedrukt laden
Dubbelzijdig
Aan
Gekleurd papier plaatsen
Dubbelzijdig
Aan
Licht papier laden
Dubbelzijdig
Aan
Zwaar papier plaatsen
Dubbelzijdig
Aan
Aangepast [x] plaatsen
Dubbelzijdig
Aan
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Bankpost als papiersoort
dubbelzijdig worden afgedrukt.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Brieoofd als papiersoort
dubbelzijdig worden afgedrukt.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Voorbedrukt als papiersoort
dubbelzijdig worden afgedrukt.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Gekleurd als papiersoort
dubbelzijdig worden afgedrukt.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Licht als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Zwaar als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Aangepast [x] als papiersoort
dubbelzijdig worden afgedrukt.
Opmerking: Aangepast [x] plaatsen is alleen beschikbaar als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Opmerkingen:
• Als u Dubbelzijdig selecteert, wordt dubbelzijdig afdrukken standaard ingesteld voor alle afdruktaken, tenzij u
enkelzijdig afdrukken instelt via Voorkeursinstellingen voor afdrukken of het dialoogvenster Druk af.
• Als Dubbelzijdig is geselecteerd, worden alle afdruktaken, waaronder enkelzijdige taken, verzonden via de duple-
xeenheid.
• Uit is de standaardinstelling voor alle menu's.
Menu Aangepaste soorten
OptieFunctie
Aangepaste soort [x]
Papier
Karton
Transparant
Ruw/katoen
Etiketten
Envelop
Een papiersoort of speciaal materiaal koppelen aan een naam van Aangepaste soort [x].
Opmerkingen:
• Papier is de standaardinstelling voor Aangepast [x].
• U kunt alleen afdrukken maken met de speciale materiaalsoort als deze wordt ondersteund
door de geselecteerde lade of invoer.
Page 90
Informatie over de printermenu's90
OptieFunctie
Kringloop
Papier
Karton
Transparant
Ruw/katoen
Etiketten
Envelop
Katoen
Een papiersoort opgeven als in andere menu's de instelling voor kringlooppapier is geselecteerd.
Opmerkingen:
• Papier is de standaardinstelling.
• U kunt alleen afdrukken maken met de papiersoort Kringlooppapier als deze papiersoort
wordt ondersteund door de geselecteerde lade of invoer.
Universal Setup (Universal-instelling), menu
OptieTot
Maateenheden
Inch
Millimeter
Breedte Staand
3 – 8,5 inch
76 – 216 mm
Geef de maateenheid op.
Opmerkingen:
• In de VS wordt standaard gebruikgemaakt van inches.
• Millimeter is de internationale standaardinstelling.
Stel de breedte in van de staande richting.
Opmerkingen:
• Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal
toegestane breedte.
• 8,5 inch is de standaardinstelling in de VS. U kunt de breedte vergroten in stappen van 0,01 inch.
• 216 mm is de internationale standaardinstelling. U kunt de breedte vergroten in stappen van
1 mm.
Hoogte Staand
3 – 14,17 inch
76 – 360 mm
Invoerrichting
Korte zijde
Lange zijde
Stel de hoogte in van de staande richting.
Opmerkingen:
• Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de printer de maximaal
toegestane hoogte.
• 14 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. U kunt de hoogte vergroten in stappen
van 0,01 inch.
• 356 mm is de internationale standaardinstelling. U kunt de hoogte vergroten in stappen van
1 mm.
Geef de invoerrichting op als het papier in beide richtingen kan worden geladen.
Opmerkingen:
• "Korte zijde" is de standaardinstelling.
• Lange zijde wordt alleen weergegeven als de langste zijde korter is dan de maximale breedte
die wordt ondersteund in de lade.
Page 91
Informatie over de printermenu's91
Rapporten, menu
Rapporten, menu
OptieTot
Pagina Menu-instellingen
Apparaatstatistieken
Pag. Netwerkinstell. Rapport afdrukken met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals het TCP/IP-
Profielenlijst
Lettertypen
afdrukken
PCL-lettertypen
PS-lettertypen
Directory afdrukken Een lijst afdrukken van alle bronnen die zijn opgeslagen op een optionele
Rapport afdrukken met informatie over het papier in de laden, het geïnstalleerde geheugen, het
totaalaantal pagina's, alarmen, time-outs, de taal op het bedieningspaneel, het TCP/IP-adres, de
status van supplies, de status van de netwerkverbinding, en overige informatie.
Rapport afdrukken met printerstatistieken, zoals gegevens over supplies en afgedrukte pagina's.
adres.
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn
aangesloten op afdrukservers.
Een lijst van
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als LDSS is ingeschakeld.
Een rapport afdrukken van alle beschikbare lettertypen voor de printertaal die momenteel in de
printer is ingesteld.
Opmerking: Er is een aparte lijst beschikbaar voor PCL- en PostScript-emulaties.
Opmerkingen:
profielen
afdrukken die zijn opgeslagen op deze printer.
flashgeheugenkaart.
• De buergrootte moet zijn ingesteld op 100%.
• Controleren of de optionele flashgeheugenkaart correct is geïnstalleerd en goed werkt.
• Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een optionele flashgeheugenkaart is geïnstal-
leerd.
ActivarapportEen rapport afdrukken met activagegevens van de printer afdrukken, waaronder het serienummer
en de modelnaam.
Samenvatting
gebeurtenislog
Een rapport afdrukken met een samenvatting van alle geregistreerde gebeurtenissen.
Network/Ports, menu
De menu's in dit gedeelte worden alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
Menu Actieve NIC
OptieFunctie
Actieve NIC
Automatisch
[lijst met beschikbare netwerkkaarten]
Opmerkingen:
• Automatisch is de standaardinstelling.
• Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een optionele netwerk-
kaart is geïnstalleerd.
Page 92
Informatie over de printermenu's92
MS312 en MS417: menu Netwerk/poorten
Menu Standaardnetwerk of Netwerk [x]
Opmerking: Dit menu bevat alleen actieve poorten. Alle inactieve poorten zijn weggelaten.
OptieTot
PCL SmartSwitch
Aan
Uit
PS SmartSwitch
Aan
Uit
NPA-modus
Uit
Automatisch
Netwerkbuer
Uitgeschakeld
Automatisch
3 KB tot [maximum
toegestane grootte]
Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door
een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als PCL SmartSwitch is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens
niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Instellingen.
Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door
een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als PS SmartSwitch is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet
en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Instellingen.
Instellen of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie moet uitvoeren,
zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol.
Opmerkingen:
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Als u deze instelling wijzigt in het bedieningspaneel en vervolgens de menu's afsluit,
moet de printer opnieuw worden opgestart. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
De grootte van de netwerkinvoerbuer instellen.
Opmerkingen:
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• De waarde kan in stappen van 1 kB worden gewijzigd.
• De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere koppelingsbuers en of u het menu-item Bronnen
opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
• Als u het bereik van de netwerkbuer wilt maximaliseren, kunt u de parallelle buer, de
seriebuer en de USB-buer uitschakelen of kleiner maken.
• Als u deze instelling wijzigt in het bedieningspaneel en vervolgens de menu's afsluit,
moet de printer opnieuw worden opgestart. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
Mac binair PS
Aan
Uit
Automatisch
Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh.
Opmerkingen:
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die het standaardprotocol gebruiken.
• Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
Page 93
Informatie over de printermenu's93
OptieTot
Standaardnetwerkinstelling OF Netwerk [x]
instellen
Rapporten
Netwerkkaart
TCP/IP
IPv6
Draadloos
AppleTalk
De netwerkinstellingen van de printer weergeven en instellen.
Opmerking: Het menu Draadloos verschijnt alleen als de printer op een draadloos netwerk is
Netwerk kiezenEen beschikbaar netwerk voor de printer selecteren.
Signaalsterkte weergevenDe kwaliteit van de draadloze verbinding weergeven.
Beveiligingsmodus weergeven De coderingsmethode voor het draadloze netwerk weergeven.
De netwerkmodus opgeven.
Opmerkingen:
• Ad hoc is de standaardinstelling. Hiermee stelt u de draadloze verbinding recht-
streeks in tussen de printer en een computer.
• Met Infrastructuur krijgt de printer toegang tot een netwerk via een toegangspunt.
De standaard voor draadloos netwerkgebruik opgeven voor het draadloze netwerk.
Opmerking: De standaardinstelling is 802.11b/g/n.
Page 94
Informatie over de printermenu's94
MS315, MS415 en MS417: menu Netwerk/poorten
Menu's Standaardnetwerk of Netwerk [x]
Opmerking: Dit menu bevat alleen actieve poorten.
OptieTot
Energiezuinig
ethernet
Inschakelen
Uitschakelen
PCL SmartSwitch
Aan
Uit
PS SmartSwitch
Aan
Uit
NPA-modus
Uit
Automatisch
Hiermee stelt u de ethernetverbinding van de printer in op een spaarstand.
Opmerking: "Inschakelen" is de standaardinstelling.
Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door
een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als Uit is ingesteld, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer
gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven.
Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door
een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als Uit is ingesteld, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer
gebruikt PS-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan. Als PCL SmartSwitch is
ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is
opgegeven.
Instellen of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie moet uitvoeren,
zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol.
Opmerkingen:
Netwerkbuer
Automatisch
3 KB tot [maximum
toegestane grootte]
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Als u deze instelling wijzigt in het bedieningspaneel en vervolgens de menu's afsluit, moet
de printer opnieuw worden opgestart. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
De grootte van de
Opmerkingen:
netwerkinvoerbuer
instellen.
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• De waarde kan in stappen van 1 kB worden gewijzigd.
• De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
• Als u het bereik van de
seriebuer en de USB-buer uitschakelen of kleiner maken.
netwerkbuer
koppelingsbuers
wilt maximaliseren, kunt u de parallelle
en of u het menu-item Bronnen
buer,
de
• Als u deze instelling wijzigt in het bedieningspaneel en vervolgens de menu's afsluit, moet
de printer opnieuw worden opgestart. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
Page 95
Informatie over de printermenu's95
OptieTot
Mac binair PS
Aan
Uit
Automatisch
Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh.
Opmerkingen:
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die het standaardprotocol gebruiken.
• Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
Standaardnetwerkinstelling OF
Netwerk [x] instellen
Rapporten
Netwerkkaart
TCP/IP
IPv6
Draadloos
AppleTalk
De netwerkinstellingen van de printer weergeven en instellen.
Opmerking: Het menu Draadloos verschijnt alleen als de printer op een draadloos netwerk is
aangesloten.
Rapporten, menu
OptieTot
Pagina met printerinstelling Een rapport afdrukken met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals het
TCP/IP-adres.
Draadloos, menu
Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar op printermodellen die zijn verbonden met een draadloos
netwerk.
OptieTot
Wi‑Fi Protected Setup (WPS)
Methode met drukknop
starten
Startmethode met pincode
WPS-autodetectie in-/
uitschakelen
Inschakelen
Uitschakelen
Netwerkmodus
Infrastructuur
Ad hoc
Een draadloos netwerk instellen en netwerkbeveiliging inschakelen.
Opmerkingen:
• Via Methode met drukknop starten kunt u de printer verbinden met een draadloos
netwerk door binnen een bepaalde tijdsperiode knoppen op de printer en het
toegangspunt (draadloze router) in te drukken.
• Via Methode met pincode starten kunt u de printer verbinden met een draadloos
netwerk door een pincode in te stellen op de printer en deze code in te voeren bij
de draadloze instellingen van het toegangspunt
Automatisch vaststellen welke verbindingsmethode een toegangspunt met WPS
gebruikt: Methode met drukknop starten of Methode met pincode starten.
Opmerking: De standaardinstelling is Uitschakelen.
De netwerkmodus opgeven.
Opmerkingen:
• Ad hoc is de standaardinstelling. Hiermee stelt u de draadloze verbinding recht-
streeks in tussen de printer en een computer.
• Met Infrastructuur krijgt de printer toegang tot een netwerk via een toegangspunt.
Page 96
Informatie over de printermenu's96
OptieTot
Compatibiliteit
802.11b/g
802.11b/g/n
Netwerk kiezenEen beschikbaar netwerk voor de printer selecteren.
Signaalsterkte weergevenDe kwaliteit van de draadloze verbinding weergeven.
Beveiligingsmodus
weergeven
De standaard voor draadloos netwerkgebruik opgeven voor het draadloze netwerk.
Opmerking: De standaardinstelling is 802.11b/g/n.
De coderingsmethode voor het draadloze netwerk weergeven.
Netwerkkaart, menu
OptieTot
Kaartstatus weergeven
Verbonden
Verbinding verbroken
Kaartsnelheid weergeven De snelheid van een actieve netwerkkaart weergeven.
Netwerkadres
UAA
LAA
Time-out voor taak
0-255 seconden
De verbindingsstatus van de netwerkkaart weergeven.
De netwerkadressen weergeven.
Instellen na hoeveel seconden een via het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden
geannuleerd.
Opmerkingen:
• 90 seconden is de standaardinstelling.
• Als u de waarde op 0 zet, wordt de time-out uitgeschakeld.
• Als u een waarde tussen 1 en 9 kiest, wordt de instelling opgeslagen als 10.
Voo rblad
Uit
Aan
Voorbladen inschakelen.
Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
TCP/IP, menu
Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
OptieTot
Hostnaam instellenDe hostnaam instellen.
Opmerkingen:
• Deze instelling kan alleen worden gewijzigd vanuit de Embedded Web Server.
• U kunt voor de hostnaam maximaal 15 tekens gebruiken. Alleen US‑ASCII-tekens,
alfanumerieke tekens en het koppelteken zijn toegestaan.
Page 97
Informatie over de printermenu's97
OptieTot
IP-adresHet huidige TCP/IP-adres bekijken of wijzigen.
Opmerking: Handmatige instelling van het IP-adres zet de instellingen voor DHCP inscha-
kelen en Autom. IP op "Uit". Het zet BOOTP inschakelen en RARP inschakelen op "Uit" op
systemen die BOOTP en RARP ondersteunen.
NetmaskHet huidige TCP/IP-netmasker bekijken of wijzigen.
GatewayDe huidige TCP/IP-gateway bekijken of wijzigen.
DHCP inschakelen
Aan
Uit
AutoIP inschakelen
Ja
Nee
FTP/TFTP inschakelen
Ja
Nee
HTTP-server inschakelen
Ja
Nee
WINS-serveradresHet huidige WINS-serveradres bekijken of wijzigen.
DDNS inschakelen
Ja
Nee
mDNS inschakelen
Ja
Nee
DNS-serveradresHet huidige DNS-serveradres bekijken of wijzigen.
Geef het DHCP-adres en de parametertoewijzing op.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
De netwerkinstelling voor nulconfiguratie opgeven.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
De ingebouwde FTP-server inschakelen, waarmee u bestanden naar de printer kunt sturen
via het bestandsoverdrachtprotocol.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
De ingebouwde webserver (Embedded Web Server) inschakelen. Indien ingeschakeld, kan
de printer op afstand worden gecontroleerd en beheerd via een webbrowser.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
De huidige DDNS-instelling bekijken of wijzigen.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
De huidige mDNS-instelling bekijken of wijzigen.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
Back-up DNS-serveradresHet back-up DNS-serveradres bekijken of wijzigen.
Back-up DNS-serveradres
2
Back-up DNS-serveradres
3
HTTPS inschakelen
Ja
Nee
De huidige HTTPS-instelling bekijken of wijzigen.
Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
Menu IPv6
U kunt het menu op een van de volgende manieren openen:
Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
Page 98
Informatie over de printermenu's98
OptieTot
IPv6 inschakelen
Uit
Aan
Automatische configuratie
Uit
Aan
Hostnaam instellen
Adres weergeven
Routeradres weergeven
Schakel DHCPv6 in
Uit
Aan
*
Deze instellingen kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server.
*
*
IPv6 (internetprotocol versie 6) inschakelen op de printer.
IPv6 gebruikt grotere getallen om IP-adressen te maken.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Instellen of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6adressen accepteert.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
De hostnaam instellen.
Opmerking: U kunt voor de hostnaam maximaal 15 tekens gebruiken. Alleen US‑ASCII-
tekens, alfanumerieke tekens en het koppelteken zijn toegestaan.
De huidige IPv6-adressen weergeven.
*
Het huidige routeradres weergeven.
DHCPv6 inschakelen op de printer.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Standard USB (Standaard-USB), menu
SelecterenFunctie
PCL SmartSwitch
Aan
Uit
PS SmartSwitch
Aan
Uit
NPA-modus
Aan
Uit
Automatisch
De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld
op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld op Uit, wordt de standaardprintertaal gebruikt
die in het menu Instellingen is opgegeven.
De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PCL-emulatie als PCL SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, wordt de standaardprintertaal gebruikt die
in het menu Instellingen is opgegeven.
Instellen of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie moet
uitvoeren, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol.
Opmerkingen:
• Automatisch is de standaardinstelling. Met Automatisch controleert de printer gegevens,
stelt de indeling vast en verwerkt gegevens vervolgens op de juiste manier.
• De printer wordt automatisch opnieuw opgestart als de instelling wordt gewijzigd met
het bedieningspaneel van de printer. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
Page 99
Informatie over de printermenu's99
SelecterenFunctie
USB-buer
Uitgeschakeld
Automatisch
3 kB tot [maximum
toegestane grootte]
Mac binair PS
Aan
Uit
Automatisch
ENA-adres
yyy.yyy.yyy.yyy
De grootte van de
Opmerkingen:
USB-invoerbuer
instellen.
• Automatisch is de standaardinstelling.
• Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buer uit.
• De instelling van de waarde voor de USB-buergrootte kan in stappen van 1 kB worden
aangepast.
• De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
koppelingsbuers
en of u het menu-item Bronnen
• Als u het maximale bereik van de USB-buer wilt vergroten, kunt u de parallelle, seriële
buers en netwerkbuers uitschakelen of kleiner maken.
• De printer wordt automatisch opnieuw opgestart als de instelling wordt gewijzigd met
het bedieningspaneel van de printer. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh.
Opmerkingen:
• Automatisch is de standaardinstelling.
• Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
• Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die het standaardprotocol gebruiken.
Netwerkadresgegevens voor een externe afdrukserver instellen.
Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar als de printer via de USB-poort is aangesloten
op een externe afdrukserver.
ENA-netmask
yyy.yyy.yyy.yyy
ENA-gateway
yyy.yyy.yyy.yyy
Netmaskergegevens voor een externe afdrukserver instellen.
Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar als de printer via de USB-poort is aangesloten
op een externe afdrukserver.
Gatewaygegevens voor een externe afdrukserver instellen.
Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar als de printer via de USB-poort is aangesloten
op een externe afdrukserver.
Menu Standaard parallel
OptieTot
PCL SmartSwitch
Aan
Uit
Printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een
afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is
ingesteld op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal
gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven.
Page 100
Informatie over de printermenu's100
OptieTot
PS SmartSwitch
Aan
Uit
NPA-modus
Aan
Uit
Automatisch
Parallelbuer
Uitgeschakeld
Automatisch
3 KB tot [maximum
toegestane grootte]
Printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een
afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PS-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt
die in het menu Instellingen is opgegeven.
Instellen of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie moet
uitvoeren, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol.
Opmerkingen:
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Als u deze instelling wijzigt in het bedieningspaneel en vervolgens de menu's afsluit,
moet de printer opnieuw worden opgestart. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
Grootte van de parallelle invoerbuer instellen.
Opmerkingen:
• "Automatisch" is de standaardinstelling.
• Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buer uit. Afdruk-
taken die al in de buer op de vaste schijf van de printer zijn opgenomen, worden
afgedrukt voordat het normaal verwerken wordt hervat.
• De instelling van de grootte van de parallelle buer kan in stappen van 1 kB worden
aangepast.
• De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de
printer, de grootte van de andere
opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
koppelingsbuers
en of u het menu-item Bronnen
• Als u het maximale bereik van de parallelbuer wilt vergroten, kunt u de grootte van de
USB-buers, seriële buers en netwerkbuers uitschakelen of kleiner maken.
• Als u deze instelling wijzigt in het bedieningspaneel en vervolgens de menu's afsluit,
moet de printer opnieuw worden opgestart. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
Stat Uitgebreid
Aan
Uit
Protocol
Standaard
Fastbytes
Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle poort in.
Opmerkingen:
• Aan is de standaardinstelling.
• Uit schakelt onderhandeling op de parallelle poort uit.
Protocol instellen voor de parallelle poort.
Opmerkingen:
• Fastbytes is de standaardinstelling. Deze instelling biedt compatibiliteit met de meeste
parallelle poorten en is de aanbevolen instelling.
• De standaardinstelling probeert communicatieproblemen met de parallelle poort op te
lossen.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.