Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u
het in de printer plaatst.
Laden koppelen
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het
startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct wordt
geladen.
2
Klik op Instellingen > Papier.
3
Stel een papierformaat en papiersoort in die overeenkomen
met de laden die u wilt koppelen.
Opmerking: Om laden te ontkoppelen, zorg ervoor dat er
geen twee laden zijn met hetzelfde papierformaat of
papiersoort.
4
Sla de instellingen op.
Opmerking: U kunt de instellingen voor het papierformaat en de
papiersoort ook wijzigen via het bedieningspaneel van de
printer.
Let op—Kans op beschadiging: De temperatuur van het
verhittingsstation is aankelijk van de opgegeven papiersoort.
Zorg dat de instellingen voor de papiersoort van de printer
overeenkomen met de papier dat in de lade is geplaatst om
afdrukproblemen te voorkomen.
2
Stel de geleider in op het papierformaat dat u wilt plaatsen.
4
Plaats het papier in de printer.
•
Plaats papier en karton in de printer met de afdrukbare
zijde naar beneden en met de bovenrand naar voren.
•
Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog en tegen de
rechterkant van de papiergeleider. Plaats Europese
1
enveloppen zodat de klepzijde als eerste in de printer
wordt gevoerd.
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
•
Open de map Printers, en selecteer vervolgens uw printer.
•
Ga vanuit Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw
printer.
2
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen
enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers,
vensters, bedrukte binnenzijde of zellevende sluitingen.
5
Stel in het menu Papier op het bedieningspaneel het formaat
en het type in van het papier dat in de lade is geplaatst.
Het formaat en de papiersoort voor
speciaal materiaal instellen
De laden detecteren automatisch het formaat van normaal papier.
Voor speciaal materiaal zoals etiketten, karton of enveloppen doet
u het volgende:
1
Blader in het beginscherm naar:
Instellingen > Papier > Ladeconfiguratie > selecteer een lade
2
Configureer het formaat en de papiersoort voor het speciale
materiaal.
Opmerking: Stel voor speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten,
karton en enveloppen het papierformaat en de papiersoort in de
printer in, voordat u de afdruktaak verzendt.
1
Open het gewenste bestand en klik op Bestand >
Afdrukken.
2
Pas zo nodig de instellingen aan.
3
Verzend de afdruktaak.
Taken in wacht afdrukken
1
Open het gewenste bestand en selecteer File (Bestand) >
Print (Afdrukken).
2
Selecteer de printer en doe daarna het volgende:
•
Voor Windows-gebruikers: klik op Eigenschappen of
Voo rkeur en en vervolgens op Afdrukken en vasthouden.
•
Voor Macintosh-gebruikers: selecteer Print and Hold
(Afdruk- en wachttaken).
3
Selecteer het type printtaak.
4
Wijs een gebruikersnaam toe, indien nodig.
5
Verzend de afdruktaak.
6
Raak op het startscherm van de printer Take n in w ach t aan.
7
Verzend de afdruktaak.
Afdruktaak annuleren
Vanaf het bedieningspaneel van de printer
1
Raak Wachtrij aan op het beginscherm.
Opmerking: U kunt deze instelling ook openen door het
bovenste gedeelte van het beginscherm aan te raken.
2
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
Van af de comput er
1
Voer een van de volgende stappen uit, aankelijk van uw
besturingssysteem:
Printer onderhouden
Een tonercartridge vervangen
1
Open klep B.
2
2
Verwijder de tonercartridge.
3
Pak de nieuwe tonercartridge uit.
4
Plaats de nieuwe tonercartridge.
5
Sluit klep B.
Papier is correct geplaatstPapier is niet correct geplaatst
•
Plaats of verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met
afdrukken.
•
Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg ervoor dat de stapel
niet boven de aanduiding voor de maximale hoeveelheid
uitkomt.
•
Schuif geen papier in de lade. Plaats het papier zoals in de
aeelding is aangegeven.
Papierstoringen verhelpen
Voorkomen van papierstoringen
Papier correct plaatsen
•
Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst.
3
•
Zorg ervoor dat de positie van de papiergeleiders juist is
ingesteld en dat ze niet strak tegen het papier of de
enveloppen zijn geplaatst.
•
Duw de lade stevig in de printer nadat u het papier hebt
geplaatst.
Gebruik aanbevolen papier
•
Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal
afdrukmateriaal.
•
Plaats nooit papier dat gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen
of kromgetrokken is.
•
Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u
het in de printer plaatst.
•
Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of
geknipt.
•
Gebruik nooit verschillende papierformaten, -gewichten of soorten in één lade.
•
Zorg ervoor dat de instellingen voor papierformaat en
papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of het
bedieningspaneel van de printer.
•
Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Papier vastgelopen in laden
1
Trek de lade uit de printer.
Let op—Kans op beschadiging: Een sensor in de optionele
lade kan gemakkelijk beschadigd raken door statische
elektriciteit. Raak een metalen oppervlak aan voordat u het
vastgelopen papier uit de lade verwijderd.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
3
Plaats de lade terug.
Papier vastgelopen in de
multifunctionele invoer
1
Verwijder het papier uit de multifunctionele invoer.
2
Trek de lade uit de printer.
3
Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
4
4
Plaats de lade terug.
Papier vastgelopen in de
standaardlade
1
Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de
printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u
een heet oppervlak eerst laten
aanraakt.
aoelen
voordat u het
2
Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
2
Open kleppen A en D en verwijder eventuele papierstukjes.
3
Sluit kleppen D en A.
Papier vast in klep A
Papier vastgelopen in het verhittingsstation
1
Open klep A.
LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de
printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u
een heet oppervlak eerst laten aoelen voordat u het
aanraakt.
5
3
Open de toegangsklep van het verhittingsstation.
4
Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de
printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u
een heet oppervlak eerst laten
aanraakt.
2
Open de klep van de duplexeenheid.
aoelen
voordat u het
4
Sluit de klep van de duplexeenheid en klep A.
5
Sluit klep A.
Papier vastgelopen in de duplexeenheid
1
Open klep A.
3
Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
6
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.