Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Overzicht van Access Connections
In dit hoofdstuk vindt u de volgende informatie.
v “Kennismaking met Access Connections”
v “Basisweergave en Geavanceerde weergave”
Kennismaking met Access Connections
Access Connections is een softwareprogramma waarmee u uw netwerkverbindingen op meerdere locaties kunt beheren door middel van locatieprofielen.
Een locatieprofiel bevat de netwerkconfiguratiegegevens die nodig zijn om verbinding te maken met het gewenste netwerk, plus locatie-specifieke instellingen zoals
instellingen voor de startpagina van uw browser, de proxyconfiguratie, de status
van de firewall, gemeenschappelijk bestands- en printergebruik en de standaardprinter.
Basisweergave en Geavanceerde weergave
Access Connections kan op twee manieren worden weergegeven.
Basisweergave
U gebruikt deze view om automatisch te zoeken naar een netwerk en er
verbinding mee te maken. Het is niet nodig om vooraf een locatieprofiel te
maken. Na het maken van een verbinding met een netwerk kunt u het netwerk opslaan in een locatieprofiel. Om een eigen locatieprofiel te maken en
uw netwerkverbindingen te beheren, gaat u naar Geavanceerde weergave.
Geavanceerde weergave
Deze weergave gebruikt u om een locatieprofiel te maken en instellingen
op te geven om op afroep een netwerkverbinding tot stand te brengen.
Om van Basisweergave naar Geavanceerde weergave te gaan, klikt u op de knop
Geavanceerd, rechtsboven in het hoofdvenster. Om van Geavanceerde weergave
naar Basisweergave te gaan, klikt u op de knop Basis op dezelfde plaats rechtsboven in het venster.
v U hebt geen locatieprofiel voor een draadloos WAN-verbinding nodig. Bij het
starten van Access Connections maakt het programma automatisch een locatieprofiel.
Ik gebruik meerdere
netwerken.
Ik wil de verbindingsstatus in de gaten
houden.
Ik wil de draadloze
radio uitschakelen.
Verbinding maken met
internet lukt niet.
Ik wil de functie
Access Connections
Administrator Profile
Deployment gebruiken.
Als u uw computer meeneemt naar een andere loca-
tie, kan Access Connections automatisch vaststellen
welke draadloze netwerken en Ethernet-netwerken er
beschikbaar zijn, en vervolgens het locatieprofiel
voor de plaats waar u naar toe gaat activeren.
Zie “Automatisch wisselen van locatie” op pagina 15.
6Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Verbinding maken met internet
In dit hoofdstuk vindt u de volgende informatie.
v “Een verbinding met Internet tot stand brengen vanuit Basisweergave”
– “Verbinding met internet maken via een draadloos LAN” op pagina 8
– “Verbinding met internet maken via een draadloos WAN” op pagina 9
– “Verbinding met internet maken via een WiMAX-netwerk” op pagina 10
– “Verbinding maken via een ander netwerkapparaat” op pagina 11
v “Een verbinding met Internet tot stand brengen vanuit Geavanceerde weergave”
op pagina 12
– “Een locatieprofiel maken” op pagina 12
– “Verbinding maken met internet door een locatieprofiel te selecteren” op
pagina 14
– “Automatisch wisselen van locatie” op pagina 15
v “Verbinding maken met internet via het pictogram Access Connections of de
Fn+F5 Weergave op scherm” op pagina 16
v “De status van de verbinding bekijken” op pagina 18
Een verbinding met Internet tot stand brengen vanuit Basisweergave
Om vanuit Basisweergave verbinding te maken met internet, kunt u de volgende
methoden gebruiken. Welke methode geschikt is, hangt af van het type netwerk.
Draadloos LAN-verbinding
Verbinding met internet maken via een draadloos LAN.
Draadloos WAN-verbinding
Verbinding met internet maken via een draadloos WAN.
WiMAX-netwerk
Verbinding met internet maken via een WiMAX-netwerk.
Verbinding maken via een ander netwerkapparaat
Verbinding met internet maken via bekabeld LAN (Ethernet) of een
inbelverbinding.
Verbinding met internet maken via een draadloos LAN
U kunt als volgt verbinding met internet maken via een draadloos LAN.
1. Klik in het hoofdvenster van Access Connections op de tab Verbinding maken
met internet.
2. Selecteer WiFi. U ziet een scherm waarmee u naar toegangspunten voor het
netwerk kunt zoeken. De resultaten worden op een grafische manier afgebeeld.
3. Klik op Zoeken. Er wordt een zoekopdracht gestart naar toegangspunten die
binnen het bereik van uw draadloos-netwerkadapter liggen. Zodra het zoeken
voltooid is, verandert het opschrift van de knop Zoeken in Opnieuw zoeken.
Als twee of meer toegangspunten met hetzelfde SSID (Service Set ID) samenvallen, worden ze afgebeeld als één toegangspunt. Als u dan op de knop ″v″
links van het pictogram van het toegangspunt klikt, ziet u alle toegangspunten
die schuilgaan achter het pictogram.
4. Dubbelklik op het pictogram van een van de toegangspunten om verbinding
met internet te maken. Als u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt u
gevraagd een netwerksleutel in te voeren.
5. Als u opnieuw wilt zoeken naar toegangspunten, klikt u Opnieuw zoeken.
Opmerking: Op het scherm worden maximaal acht toegangspunten met dezelfde
signaalsterkte afgebeeld. Om een lijst te zien van de gevonden toegangspunten
gaat u naar Geavanceerde weergave door op de knop Geavanceerd te klikken. Klik
daarna op Details rechts onderin. Wilt u terugkeren naar het hoofdvenster, klik
dan op Grafisch.
8Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Verbinding met internet maken via een draadloos WAN
U kunt als volgt verbinding met internet maken via een draadloos WAN.
1. Klik in het hoofdvenster van Access Connections op de tab Verbinding maken
met internet.
2. Klik op Mobiel breedband.
3. Klik op Zoeken om uw serviceprovider op te zoeken.
4. Dubbelklik op het pictogram voor de serviceprovider van wiens diensten u
gebruik maakt.
5. Als de voor de draadloos-WAN-verbinding vereiste SIM-kaart nog niet geactiveerd is, verschijnt er een scherm voor het activeren van de SIM-kaart. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
6. Als u opnieuw wilt zoeken naar de serviceprovider, klikt u Opnieuw zoeken.
Verbinding maken met internet9
Verbinding met internet maken via een WiMAX-netwerk
U kunt als volgt verbinding met internet maken via een WiMAX-netwerk.
1. Ga naar het hoofdvenster van Access Connections en klik op de tab Verbinding
maken met internet.
2. Selecteer WiMAX.
3. Klik op Zoeken om uw serviceprovider op te zoeken.
4. Dubbelklik op het pictogram voor de serviceprovider van wiens diensten u
gebruik maakt.
5. Als het activeren nog niet is voltooid, wordt er een venster van de webbrowser
geopend zodra de verbinding tot stand is gebracht. Volg de aanwijzingen op
het browserscherm.
6. Als u opnieuw wilt zoeken naar de serviceprovider, klikt u Opnieuw zoeken.
10Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Verbinding maken via een ander netwerkapparaat
Verbinding met internet maken via een bekabeld LAN.
U kunt als volgt verbinding met internet maken via een bekabeld LAN.
1. Klik in het hoofdvenster van Access Connections op de tab Verbinding maken
met internet.
2. Selecteer Andere verbindingen.
3. Er verschijnt een pictogram voor bekabeld LAN (Ethernet) op het scherm.
4. Klik op het pictogram.
Verbinding met internet maken via een inbelverbinding
U kunt als volgt verbinding met internet maken via een inbelverbinding.
1. Klik in het hoofdvenster van Access Connections op de tab Verbinding maken
met internet.
2. Selecteer Andere verbindingen.
3. Er verschijnt een inbelpictogram op het scherm.
4. Klik op het pictogram.
5. Er wordt een venster geopend waarin u een locatieprofiel kunt maken. Als u
wilt weten hoe u een locatieprofiel kunt maken, kunt u de Help-informatie
voor Access Connections raadplegen.
Verbinding maken met internet11
Een verbinding met Internet tot stand brengen vanuit Geavanceerde
weergave
Om een verbinding met internet te maken vanuit Geavanceerde weergave, maakt u
een locatieprofiel en geeft u de instellingen voor uw netwerken op.
Een locatieprofiel maken
Access Connections kent een wizard die u helpt bij het maken van locatieprofielen.
Een locatieprofiel bevat alle instellingen die nodig zijn om een verbinding met een
bepaald netwerk tot stand te brengen, plus eventueel aanvullende instellingen die
specifiek zijn voor een bepaalde locaties, zoals de standaardprinter, browserinstellingen, etc. Access Connections kan overweg met de volgende typen netwerkverbindingen. Als u wilt weten hoe u een locatieprofiel kunt maken, kunt u de
Help-informatie voor Access Connections raadplegen.
Beste beschikbare netwerk
Kies dit type netwerkverbinding als u een profiel wil maken waarmee op
dezelfde locatie automatisch ofwel een conventioneel (bekabeld) Ethernetnetwerk of een draadloos 802.11-netwerk wordt gekozen. U kunt de
voorkeursvolgorde voor het kiezen van het netwerk en de beveiligingsinstellingen voor het draadloze netwerk configureren. Dit is handig als u
vaak overschakelt tussen een conventionele verbinding; als u bijvoorbeeld
aan uw bureau zit, gebruikt u bekabeld netwerk en u gebruikt een draadloos-LAN-verbinding als u niet aan uw bureau werkt.
Voordat u begint met het maken van een locatieprofiel, vraagt u uw Internet Service Provider (ISP) of netwerkbeheerder om het volgende.
v Netwerknaam (SSID)
v Type beveiliging voor draadloze communicatie
Conventioneel LAN (Ethernet)
Selecteer dit type netwerkverbinding alleen voor verbinding met een bekabeld LAN (Ethernet).
12Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Draadloos LAN (802.11)
Selecteer dit type netwerkverbinding alleen voor verbinding met een
draadloos LAN. U kunt de instellingen voor gebruikersverificatie en
versleuteling opgeven.
Voordat u begint met het maken van een locatieprofiel, vraagt u uw Internet Service Provider (ISP) of netwerkbeheerder om het volgende.
v Netwerknaam (SSID)
v Type beveiliging voor draadloze communicatie
Conventioneel breedband (ADSL- of kabelmodem)
Selecteer dit type netwerkverbinding alleen voor verbinding met een bekabeld netwerk, zoals ADSL, kabelmodems of ISDN. Meestal maakt de computer via een Ethernet-kaart verbinding met het breedbandnetwerk.
Voordat u begint met het maken van een locatieprofiel, vraagt u uw Internet Service Provider (ISP) of netwerkbeheerder om de ADSL-accountgegevens.
Inbellen (modem of mobiele telefoon)
Selecteer dit type netwerkverbinding alleen voor verbinding via inbellen,
bijvoorbeeld met een standaardmodem over een telefoonlijn.
Voordat u begint met het maken van een locatieprofiel, vraagt u uw Internet Service Provider (ISP) of netwerkbeheerder om een van de volgende
zaken.
v Inbelprogramma
-of-
v Telefoonnummer van een toegangspunt
v Gebruikersnaam en wachtwoord
Draadloos WAN
Selecteer dit type netwerkverbinding alleen voor verbinding met een
draadloos WAN (wide area network).
WiMAX
Selecteer dit type netwerkverbinding alleen als u een WiMAX-verbinding
(Worldwide Interoperability for Microwave Access) tot stand wilt brengen.
Verbinding maken met internet13
Verbinding maken met internet door een locatieprofiel te
selecteren
Om een locatieprofiel te selecteren, gaat u naar Geavanceerde weergave. In de
vervolgkeuzelijst Locatie selecteert u het locatieprofiel dat overeenkomt met uw
locatie en klikt u Verbinding maken. Als er geen passend locatieprofiel is, kunt u
er een maken.
14Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Automatisch wisselen van locatie
Als u uw computer meeneemt naar een andere locatie, kan Access Connections
automatisch vaststellen welke draadloze netwerken en Ethernet-netwerken er
beschikbaar zijn, en vervolgens het locatieprofiel voor de plaats waar u naar toe
gaat activeren.
U configureert het automatisch wisselen van locatieprofiel als volgt.
1. Ga naar Geavanceerde weergave en klik op de tab Tools.
2. Kies Wisselen van locatie.
3. Selecteer het aankruisvakje voor Automatisch wisselen van locatie inschake-
len.
4. Klik op OK.
U kunt ook de volgende instellingen opgeven.
Ethernet-verbindingen opnemen in automatisch wisselen en mij vragen om
Ethernet-poorten op te slaan
Om naast draadloze netwerken ook beschikbare bekabelde netwerken op te
nemen, kruist u het vakje voor die optie aan. Als deze optie ingeschakeld
is, zorgt Access Connections er automatisch voor dat de identificatiegegevens, een MAC-adres, worden verkregen voor elke nieuwe Ethernetpoort waarmee u verbinding maakt. U wordt dan gevraagd die poort te
koppelen aan het locatieprofiel van uw keuze. Als u dan in een later stadium weer verbinding maakt met diezelfde Ethernet-poort, activeert
Access Connections het door u geselecteerde profiel.
Om de MAC-adressen van de Ethernet-poorten te bekijken of te wissen die
u aan locatieprofielen hebt gekoppeld, klikt u op Opgeslagen poorten
bewerken.
Voorkeursprofiel voor WLAN
Om op te geven welk locatieprofiel er moet worden gebruikt nadat u de
Verbinding maken met internet15
werking hebt hervat vanuit Standby of de slaapstand, of na roaming, selecteert u het aankruisvakje met de gewenste optie. Selecteer daarna in de
vervolgkeuzelijst het locatieprofiel.
Als er geen andere verbindingen beschikbaar zijn, verbinding maken via draadloos WAN of WiMAX
Als uw computer draadloos WAN-verbindingen ondersteunt of WiMAXverbindingen, selecteert u het aankruisvakje voor deze optie. Selecteer
daarna in de vervolgkeuzelijst het juiste locatieprofiel voor draadloos WAN
of voor een WiMAX-verbinding.
Verbinding maken met internet via het pictogram Access Connections
of de Fn+F5 Weergave op scherm
Pictogram Access Connections in het systeemvak
U kunt als volgt verbinding met internet maken via het pictogram van Access Connections.
1. Klik met de linker muisknop op het pictogram Access Connections
systeemvak.
2. Selecteer het locatieprofiel dat hoort bij de locatie waar u zich bevindt, resp. het
netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
in het
16Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Fn+F5 Weergave op scherm
U kunt als volgt verbinding met internet maken via de Fn+F5 Weergave op
scherm.
1. Houd de Fn-toets ingedrukt en druk op F5.
2. Klik op de tab Locatieprofiel.
3. Selecteer het locatieprofiel dat hoort bij de locatie waar u zich bevindt, resp. het
netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
Verbinding maken met internet17
De status van de verbinding bekijken
U kunt de status van uw netwerkverbinding in de gaten houden met Access Connections.
Hoofdvenster van Access Connections
Nadat Access Connections is gestart, is standaard de tab Verbinding maken met
internet in het hoofdvenster geselecteerd. In het venster dat bij deze tab hoort, ziet
u een grafische weergave van de status van het toegangspunt. Er zijn nog meer
gegevens beschikbaar. Om die te zien plaatst u de muisaanwijzer boven een van de
afbeeldingen.
18Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Pictogrammen op de systeemwerkbalk
Access Connections kent twee pictogrammen op de systeemwerkbalk.
Het pictogram Access Connections geeft de algemene verbindingsstatus aan.
Het Status draadloze verbinding-pictorgram is er voor de gedetailleerde status van
een draadloos-LAN-, draadloos-WAN- of WiMAX-netwerk. Als u op het pictogram
klikt, wordt het venster Status draadloze verbinding geopend.
Fn+F5 Weergave op scherm
De tab Locatieprofiel in de Fn+F5 Weergave op scherm geeft de status voor het
locatieprofiel dat u gebruikt. Om de Fn+F5 Weergave op scherm te openen, klikt u
op Fn+F5.
Verbinding maken met internet19
20Access Connections 5.2 voor Windows XP: Handboek voor de gebruiker
Problemen oplossen
Als ik een modem gebruik, wordt mijn verbinding verbroken.
Controleer of de instellingen voor uw modem juist zijn. Vraag aan de
netwerkbeheerder wat de juiste instellingen zijn en controleer of de
inbelserver werkt.
Ik krijg via mijn breedbandverbinding geen toegang tot internet.
Controleer eerst of er wel fysiek verbinding met het netwerk is. Controleer
vervolgens in het venster Verbindingsstatus of de netwerkadapter wel
werkt. Om het statusvenster van de verbinding te openen, klikt u op het
pictogram Status draadloze verbinding in het systeemvak.
Het kan nodig zijn om op deze locatie uw proxyserver uit te schakelen.
Bovendien hebt u wellicht instellingen van uw serviceprovider nodig, zoals
het DNS- en het IP-adres.
Ik krijg geen verbinding met mijn draadloze toegangspunt of residential gateway.Doe het volgende:
1. Controleer in het venster Verbindingsstatus of de netwerkadapter wel
2. Controleer of u binnen het zend- en ontvangstbereik van het toegangs-
3. Controleer of de netwerknaam, de instellingen voor versleuteling
4. Controleer of de computernaam of het IP-adres dat u gebruikt, niet
werkt. Om het statusvenster van de verbinding te openen, klikt u op
het pictogram Status draadloze verbinding in het systeemvak.
punt of de residential gateway bent.
(″encryption″) en het stations-ID (of MAC-adres) allemaal correct zijn.
Voor een correcte verbinding kan het nodig zijn uw stations-ID of
MAC-adres te laten registreren bij de netwerkbeheerder.
wordt gebruikt door een andere computer in het netwerk.
Het lukt me niet om te wisselen van locatieprofiel. Ik kan geen nieuw locatieprofiel maken.
Als u niet bent aangemeld met beheerdersmachtiging, kunt u geen breedbandverbinding, draadloze verbinding of andere snelle verbinding maken.
Om te wisselen van locatieprofiel, moet u zijn aangemeld als Beheerder of
in ieder geval beheerdersmachtiging hebben.
Als ik overschakel op een ander locatieprofiel voor draadloze communicatie,
wordt de verbinding na een paar minuten verbroken.
Oplossing: Controleer of de netwerknaam, de instellingen voor versleuteling (″encryption″), het stations-ID (of MAC-adres) en de instellingen van
het draadloze toegangspunt allemaal correct zijn. Het kan nodig zijn het
systeem opnieuw op te starten om de verbinding tot stand te kunnen brengen.
Als ik het systeem opnieuw opstart of de werking hervat, wordt er niet automatisch verbinding gemaakt via een profiel voor draadloze communicatie.
Maak handmatig een verbinding met internet. Zie “Verbinding maken met
internet” op pagina 7.