Lees eerst de publicatie Veiligheid en garantie die bij dit product is geleverd, en het gedeelte Bijlage B, “Kennisgevingen”, op
pagina 59 in dit boekje.
Een Reparatiediskette maken en gebruiken . . . .42
Stuurprogramma’s installeren of herstellen . . . .43
Een herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven 44
Herstelproblemen oplossen . . . . . . . . .44
Hoofdstuk 10. Informatie, hulp en service
. . . . . . . . . . . . . . . .47
Informatiebronnen . . . . . . . . . . . .47
Map Online Boeken . . . . . . . . . .47
ThinkVantage Productivity Center . . . . . .47
Veiligheid en garantie . . . . . . . . . .48
www.lenovo.com . . . . . . . . . . .48
Hulp en service . . . . . . . . . . . . .48
Documentatie en diagnoseprogramma’s gebruiken
. . . . . . . . . . . . . . . .48
Service aanvragen . . . . . . . . . . .49
Andere services . . . . . . . . . . . .50
Extra services aanschaffen . . . . . . . .50
Bijlage A. Handmatige modemopdrachten
Standaard AT-opdrachten . . . . . . . . . .51
Uitgebreide AT-opdrachten . . . . . . . . .53
MNP/V.42/V.42bis/V.44-opdrachten . . . . . .54
. . . . . . . . . . . . .51
Fax Class 1-opdrachten . . . . . . . . . .56
Fax Class 2-opdrachten . . . . . . . . . .56
Spraakopdrachten . . . . . . . . . . . .57
Bijlage B. Kennisgevingen . . . . . .59
Kennisgeving televisie-uitvoer . . . . . . . .60
Handelsmerken . . . . . . . . . . . . .60
Trefwoordenregister . . . . . . . . .61
iv Handboekvoordegebruiker
Kennismaking
In dit Handboek voor de gebruiker vindt u de volgende informatie:
v In Hoofdstuk1,“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”,oppagina1wordt
beschreven waar u de veiligheidsvoorschriften voor dit product kunt vinden.
v Hoofdstuk 2,“Dewerkplekinrichten”,oppagina3geeftinformatieoverhet
optimaal opstellen van uw computer en over verlichtingsbronnen, luchtcirculatie
en stopcontacten.
v Hoofdstuk 3,“Decomputerinstalleren”,oppagina5bevatinformatieoverhet
installeren van de computer, en over de installatie van het besturingssysteem en
andere software.
v Hoofdstuk 4,“Overzichtvandesoftware”,oppagina17bevatinformatieover
de software op de computer.
v In Hoofdstuk5,“WerkenmethetprogrammaSetupUtility”,oppagina19vindt
u instructies voor het bekijken en wijzigen van de configuratie-instellingen van
de computer.
v In Hoofdstuk7,“Systeemprogramma’sbijwerken”,oppagina29vindtuinfor-
matie over het bijwerken van de POST/BIOS en het herstellen van de fouten die
hierbij kunnen optreden.
v Hoofdstuk 8,“Diagnoseenprobleemoplossing”,oppagina31bevatinformatie
over het oplossen van problemen en het werken met diagnoseprogramma’s.
v In Hoofdstuk9,“Softwareherstellen”,oppagina37vindtuinstructiesvoorhet
werken met het programma ThinkVantage® Rescue and Recovery® en het maken
van herstelschijven, het maken van backups, het herstellen van software en het
terugzetten van de hele inhoud van de vaste schijf.
v In Hoofdstuk10,“Informatie,hulpenservice”,oppagina47vindtuinformatie
over een groot aantal handige informatiebronnen die bij Lenovo verkrijgbaar
zijn.
v In BijlageA,“Handmatigemodemopdrachten”,oppagina51vindtuopdrachten
voor het handmatig programmeren van de modem.
v Bijlage B,“Kennisgevingen”,oppagina59bevatkennisgevingeneninformatie
Let op!
Het is belangrijk dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis
neemt van de veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de bij dit
product geleverde publicatie Veiligheid en garantie voor de meest recente informatie op het gebied van veiligheid. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op
te nemen, verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Als u geen exemplaar meer hebt van de publicatie Veiligheid en garantie, kunt u er
een downloaden vanaf de Support-website van Lenovo op
http://www.lenovo.com/support/
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor computertype 6427, 6449 en
6493
Voor ThinkStation™-computertype 6427, 6449 en 6493 geldt dat ze door twee perso-
U haalt het meeste uit uw computer als u zowel de apparatuur als de werkplek
afstemt op uw behoeften en op het soort werk dat u doet. Comfort is natuurlijk
van groot belang, maar bij het inrichten van uw werkplek moet u ook letten op
praktische zaken als lichtbronnen, luchtcirculatie en de plaats van de stopcontacten.
Comfort
Hoewel er niet één werkhouding bestaat die ideaal is voor iedereen, kunt u met
behulp van de volgende richtlijnen een houding vinden die voor u geschikt is.
Als u lange tijd in dezelfde houding zit, kan dit vermoeidheid veroorzaken. De
rugleuning en de zitting van uw stoel moeten onafhankelijk van elkaar kunnen
worden ingesteld en moeten goed steun bieden. De zitting moet een gebogen voor-
hebben omdedrukopdebovenbenenteverminderen.Steldezittingzoin
kant
dat uw bovenbenen evenwijdig zijn met de vloer en uw voeten plat op de vloer of
op een voetsteun staan.
Als u met het toetsenbord werkt, moet u uw onderarmen in een horizontale hou-
ding
een lichte aanslag en houd uw handen en vingers ontspannen. Zet het toetsenbord
in de meest comfortabele stand door de toetsenbordsteunen te verstellen.
Stel het beeldscherm zo op dat de bovenkant van het scherm zich op ooghoogte
bevindt, of iets lager. Plaats het beeldscherm op een prettige afstand (gewoonlijk is
dit 50 tot 60 cm) en plaats het zodanig dat u kunt kijken zonder uw lichaam te
hoeven verdraaien. Plaats ook andere apparatuur die u veel gebruikt, zoals de telefoon en de muis, zo dat u er gemakkelijk bij kunt.
Reflectie en verlichting
Stel het beeldscherm zo op dat u zo min mogelijk last hebt van schittering en
weerkaatsing van lampen, ramen en andere lichtbronnen. Licht dat wordt weer-
kaatst
veroorzaken. Zet het beeldscherm indien mogelijk zo neer dat het loodrecht op de
ramen en andere lichtbronnen staat. Verminder indien nodig de bovenverlichting
door lampen te dimmen of door minder sterke lampen te gebruiken. Als u het
beeldscherm in de buurt van een raam neerzet, scherm het zonlicht dan af met
gordijnen of een zonnescherm. Wellicht moet u de helderheid en het contrast van
het beeldscherm in de loop van de dag enkele malen anders instellen. De verlich-
isimmersnietdeheledagconstant.
ting
Wanneer het niet mogelijk is om reflecties te vermijden of de verlichting aan te
passen, kan een anti-reflectiescherm uitkomst bieden. Een dergelijk scherm kan de
duidelijkheid van het beeld echter verminderen. Het is daarom beter om er pas een
te gebruiken wanneer geen van de andere mogelijkheden soelaas biedt.
Een stoflaag verergert de problemen die door reflectie worden veroorzaakt. Vergeet
niet uw beeldscherm regelmatig schoon te maken zoals is beschreven in de documentatie
vanhetbeeldscherm.
De computer en het beeldscherm produceren warmte. In de computer zit een ven-
neer
storingen of beschadigingen tot gevolg hebben. Plaats de computer en het beeldscherm zodanig dat de ventilatiespleten niet worden geblokkeerd; 5 cm ventilatie-
De plaats van stopcontacten en de lengte van de netsnoeren en kabels van de printer en andere apparaten kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke opstelling van
de computer.
Denk bij het opstellen van de computer aan het volgende:
v Vermijd hetgebruikvanverlengsnoeren.Sluithetnetsnoervandecomputer
indien mogelijk direct op een stopcontact aan.
v Houd netsnoerenenkabelsuitdebuurtvanlooppadenenandereplaatsenwaar
mensen er over kunnen struikelen of tegenaan kunnen lopen.
Lees de publicatie Veiligheid en garantie goed door voordat u begint met het instal-
leren van de computer. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen,
verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Plaats de computer in een werkruimte die voldoet aan uw wensen en geschikt is
voor het soort werk dat u doet. Meer informatie vindt u in Hoofdstuk 2, “De werk-
inrichten”, oppagina3.
plek
De computer aansluiten
Lees de volgende informatie voordat u begint met het aansluiten van de computer.
v Bij deaansluitingenaandeachterkantvandecomputerbevindenzichkleine
pictogrammen. Kijk welke pictogrammen bij welke aansluitingen horen.
v Als dekabelsenhetaansluitpaneelvandecomputeraansluitingenmeteen
kleurcodering hebben, sluit de kabels dan aan op aansluitingen met dezelfde
kleur. Koppel bijvoorbeeld een kabel met een blauw uiteinde aan een blauwe
aansluiting, een rode kabel aan een rode aansluiting enz.
laar
van de voltageschakelaar overeenkomt met het voltage dat door
het stopcontact wordt geleverd. Als u een verkeerde spanning
kiest, kan dit permanente schade aan de computer veroorzaken.
Als er geen voltageschakelaar aanwezig is, is de computer ontworpen voor gebruik met de spanning in het land waarin de
computer oorspronkelijk is aangekocht.
Als u de computer in een ander land gebruikt, let dan op het
volgende:
* Als er geen voltageschakelaar aanwezig is, sluit de computer
dan niet aan op het stopcontact totdat u hebt gecontroleerd of de
spanning op het stopcontact gelijk is aan de spanning in het land
waarin de computer oorspronkelijk is aangekocht.
* Als er een voltageschakelaar aanwezig is, sluit de computer
dan niet aan op het stopcontact totdat u hebt gecontroleerd of de
spanning die met de schakelaar is ingesteld, overeenkomt met de
spanning in het land.
RJ-11 wordt gebruikt, sluit u het ene eind van de telefoonkabel aan op de telefoon
en het andere eind op de telefoonaansluiting aan de achterkant van de computer.
Sluit het ene eind van de modemkabel aan op de modemaansluiting aan de achterkant van de computer en het andere eind op de telefoonaansluiting in de muur.
kabels te verbinden met de telefoonaansluiting in de muur, zoals boven in de afbeelding is te zien. Ook kunt u de splitter of converter gebruiken zonder telefoon, zoals
onder in de afbeelding is te zien.
LAN (local area network) van het type Ethernet, of op een
kabelmodem.
Belangrijk: Om bijaansluitingopeenEthernet-netwerkde
computer te laten voldoen aan de FCC-richtlijnen, dient u een
Ethernet-kabel van categorie 5 te gebruiken.
gegevensoverdracht hier bijzonder snel gaat. Er zijn twee
soorten IEEE 1394-aansluitingen: 4-pens en 6-pens. IEEE 1394
biedt een koppeling met verschillende soorten consumentenelektronica, zoals digitale audioapparatuur en scanners.
Zet eerst het beeldscherm en de andere externe apparaten aan en dan pas de computer. Nadat de zelftest bij het opstarten is voltooid, wordt het venster met het
logo gesloten. Als er op uw computer vooraf software is geïnstalleerd, wordt het
installatieprogramma van de software gestart.
Als er tijdens het opstarten problemen optreden, raadpleegt u Hoofdstuk 10,
“Informatie, hulp en service”, op pagina 47. Tijdens de garantieperiode kunt u
voor verdere telefonische hulp en informatie terecht bij het Customer Support Center. In de bij uw computer geleverde informatie over veiligheid en garantie vindt u
een wereldwijde lijst van telefoonnummers voor Service en Ondersteuning.
De installatie van de software voltooien
Belangrijk
Lees de licentieovereenkomsten zorgvuldig voordat u programma’s installeert
op deze computer. Deze overeenkomsten gaan nader in op uw rechten, verplichtingen
deze programma’s te gebruiken gaat u akkoord met de voorwaarden in deze
overeenkomsten. Als u de overeenkomsten niet accepteert, gebruik de
programma’s dan ook niet. Breng in plaats daarvan de hele computer terug
tegen volledige terugbetaling van het aankoopbedrag.
om de installatie van de software te voltooien. Voltooit u de installatie van de software niet wanneer u de computer voor het eerst gebruikt, dan zijn de gevolgen
onvoorspelbaar.
Opmerking: Op sommigemodellenkanvoorafeenmeertaligeversievanMicro-
Belangrijk om te doen
U kunt later tijd en moeite besparen door na het installeren van de computer het
volgende te doen:
v Maak eenimagevandediagnose-CD,maakdiagnosediskettesofmaaknood-
herstelmedia. Diagnoseprogramma’s worden gebruikt voor het testen van de
hardwarecomponenten van de computer en voor het melden van door het
besturingssysteem gecontroleerde instellingen die hardwarestoringen kunnen
veroorzaken. Als u een diagnose-CD, diagnosediskettes of noodherstelmedia
klaar hebt liggen, bent u er zeker van dat u het diagnoseprogramma kunt
gebruiken als het werkgebied van Rescue and Recovery ontoegankelijk wordt.
Zie “PC-Doctor voor DOS” op pagina 33.Zie ook “Noodherstelmedia maken en
gebruiken” op pagina 40.
v Noteer hettype,modelenserienummervandecomputer.Alsuserviceoftech-
nische
matie vindt u in de bij uw computer geleverde informatie over veiligheid en
garantie.
soft Windows geïnstalleerd zijn. Als op uw computer de meertalige
versie aanwezig is, wordt u tijdens de installatieprocedure gevraagd
om de gewenste taal te selecteren. Na installatie kunt u de taalversie
desgewenst wijzigen vanuit het Windows Configuratiescherm.
Microsoft stelt updates voor diverse besturingssystemen beschikbaar via de
website Microsoft Windows Update. De website stelt automatisch vast welke
updates van Windows er beschikbaar zijn voor uw specifieke computer en geeft
een overzicht van die updates. Onder deze updates vallen beveiligingsfixes,
nieuwe versies van Windows-componenten (bijvoorbeeld de mediaspeler), fixes
voor andere onderdelen van het besturingssysteem, en verbeteringen.
Andere besturingssystemen installeren
Als u zelf een besturingssysteem installeert, volgt u de aanwijzingen op de CD’s of
diskettes van het besturingssysteem. Vergeet niet alle stuurprogramma’s te installeren na installatie van het besturingssysteem. Instructies voor installatie worden
meestal met de stuurprogramma’s meegeleverd.
Antivirussoftware bijwerken
Op uw computer is antivirussoftware geïnstalleerd, voor het detecteren en elimine-
ren
uw vaste schijfstation geplaatst en biedt u een gratis abonnement voor 90 dagen
aan. Na die 90 dagen moet u zelf zorgen dat er nieuwe virusdefinities worden
opgehaald.
De computer afsluiten
Volg altijd de correcte afsluitprocedure van het besturingssysteem als u de computer wilt uitzetten. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan of programma’s
beschadigd raken. Om het besturingssysteem Microsoft Windows Vista® af te sluiten, opent u het menu Start op het bureaublad van Windows,verplaatst u de cur-
v Computertypen 6427,6449en6493ondersteunenachtDDR2FBDIMM’s(double
data rate 2 fully buffered dual inline memory modules)
v Flashgeheugen voorsysteemprogramma’s(grootteverschiltpermodel)
Interne
stations
v Diskettestation, 3,5 inch, plat (optioneel)
v Kaartlezer (optioneel)
v Intern SATA-vasteschijfstation (bepaalde modellen)
v SAS (serial attached SCSI) (bepaalde modellen)
v Optische-schijfstation (bepaalde modellen)
Videosubsysteem
v Grafische adapter (opgegeven door klant)
Audiosubsysteem
v On-board HD-audio
v Beschikbare PCI-geluidskaart
v Aansluitingen voor microfoon en hoofdtelefoon op het voorpaneel
v Zes poorten aan de achterzijde
v Interne mono luidspreker (bepaalde modellen)
Communicatiemogelijkheden
v Twee geïntegreerde Ethernet-controllers, 10/100/1000 Mbps
v PCI V.90 Data/Faxmodem (bepaalde modellen)
Voorzieningen
voor systeembeheer
v Preboot ExecutionEnvironment(PXE)enDynamicHostConfigurationProtocol
(DHCP)
v Wake onLAN
®
Hoofdstuk 3. De computer installeren 13
v Wake on Ring (in Setup Utility heet dit Serial Port Ring Detect)
v Beheer op afstand
v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten
v System Management (SM) BIOS en software
v Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de zelftest bij opstarten
(power-on self-test, POST)
Input/output-voorzieningen
v 9-pens seriële poort
v Computertype 6427, 6449 en 6493, vier USB-aansluitingen achter en twee voor
v Computertype 6423, 6439 en 6483, acht USB-aansluitingen achter en twee voor
v Ethernet-aansluitingen
v VGA- of DVI-monitoraansluiting (vereist videokaart)
v Computertype 6427, 6449 en 6493, acht audioaansluitingen aan de achterzijde
(7.1 analoog uit, 7.1 coax digitaal uit, coax digitaal in, line-in en microfoon)
v Computertype 6423,6439en6483,zesaudioaansluitingenaandeachterzijde
(5.1 analoog uit, 7.1 optisch digitaal uit, line-in en microfoon)
v Twee audioaansluitingen(microfoonenhoofdtelefoon)ophetvoorpaneel
Uitbreiding
voorcomputertype6423,6439en6483
v Twee compartimenten voor optische stations
v Eén compartiment voor een 3,5 inch-diskettestation of een kaartlezer
v Twee aansluitingen voor 32-bits PCI-adapters
v Eén aansluiting voor een PCI Express x4-kaart (mechanisch x16)
v Twee aansluitingen voor PCI Express 2.0 x16-adapters
v Drie compartimenten voor vasteschijfstations
Uitbreiding
voorcomputertype6427,6449en6493
v Drie compartimenten voor optische stations
v Eén compartiment voor een 3,5 inch-diskettestation of een kaartlezer
v Een 32-bits PCI-kaartaansluiting
v Twee aansluitingen voor PCI-X-adapters 133/100MHz
v Twee aansluitingen voor een PCI Express x4-kaart (mechanisch x8)
v Vijf compartimenten voor vasteschijfstations
Voeding
v Computertypen 6423,6439en6483hebbeneenvoedingvan650Wattmeteen
automatisch ingestelde voltageschakelaar
v Computertypen 6427,6449en6493hebbeneenvoedingvan1000Wattmeteen
automatisch ingestelde voltageschakelaar
v Automatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz)
v ACPI (Advanced Configuration and Power Interface)
Beveiligingsvoorzieningen
v Systeemwachtwoord en configuratiewachtwoord voor toegang tot BIOS
v Mogelijkheid tot het aanbrengen van een geïntegreerd kabelslot (Kensington-slot)
v Toetsenbord met vingerafdruklezer (bepaalde modellen; zie het programma
ThinkVantage Productivity Center voor meer informatie)
14 Handboekvoordegebruiker
v Aanwezigheidsschakelaar voor kap (bepaalde modellen)
v Instelbare opstartvolgorde
v Opstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis
v Onbewaakte opstartprocedure
v Diskette- en vaste-schijfstationbesturing
v I/O-besturing van seriële en parallelle poort
Vooraf
geïnstalleerde software
Uw computer wordt mogelijk geleverd met vooraf geïnstalleerde software. Als dit
het geval is, bestaat deze uit het besturingssysteem, stuurprogramma’s voor de
ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software.
Besturingssystemen, vooraf geïnstalleerd (varieert per model)
Opmerking: Deze besturingssystemen zijn niet in alle landen beschikbaar.
v Microsoft Windows Vista® Ultimate
Gecertificeerde
ofgetestebesturingssystemen
1
(verschilt per model)
Microsoft Windows XP
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een
compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan Lenovo na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer
besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om vast te stellen of een
bepaald besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website of neemt u contact op met de
leverancier van het besturingssysteem.
Hoofdstuk 3. De computer installeren 15
Specificaties
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van alle ThinkStation-typen.
Afmetingen computertypen 6423, 6439 en 6483-tower:
Breedte: 175 mm
Hoogte: 478 mm van onderzijde tot handvat
Diepte: 460 mm
Gewicht
Afmetingen
Afmetingen
Gewicht
Omgevingsvoorwaarden
Luchtvochtigheid:
Maximumhoogte:2133,6m
Invoervermogen
Invoervermogen
computertypen6423,6439en6483-tower:
Maximumconfiguratie: 16,33 kg
computertypen6427,6449en6483-tower:
Breedte: 210 mm
Hoogte: 485 mm
Diepte: 579 mm
computertypen6427,6449en6483-rekmodel:
Breedte: 427 mm
Breedte: 210 mm
Diepte: 579 mm
computertypen6427,6449en6483-rekmodel:
Maximumconfiguratie: 26,00 kg
Luchttemperatuur:
In gebruik tussen 0 en 914,4 m: 10° tot 35°C (50° tot 95°F)
Systeem aan op 914,4 - 2134 m: 10° tot 32°C
Systeem uit: 10° tot 43°C
Systeem aan: 10% tot 80%
Systeem uit: 10% tot 90%
Vervoer: 10% tot 90%
voorcomputertype6423,6439en6483
Invoerspanning:
Bereik 100 V - 240 V
Opgenomen vermogen (bij benadering)
Minimumconfiguratie bij levering: 0,17 kWatt
Maximumconfiguratie: 0,8 kWatt
voorcomputertype6427,6449en6493
Invoerspanning:
Bereik 100 V - 240 V
Opgenomen vermogen (bij benadering)
Minimumconfiguratie bij levering: 0,17 kWatt
Maximumconfiguratie: 1,2 kWatt
16 Handboekvoordegebruiker
Hoofdstuk 4. Overzicht van de software
Bij levering zijn er op de ThinkStation al Windows Vista en diverse softwareprogramma’s geïnstalleerd. De toepassingen kunnen door de klant worden opgegeven.
Bij het Windows-besturingssysteem meegeleverde software
In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de Windows Vista-programma’s die bij
dit product worden geleverd.
Door Lenovo verstrekte software
In dit gedeelte worden toepassingen besproken die door Lenovo zijn verstrekt.
Welke software er precies wordt meegeleverd, is afhankelijk van het model.
ThinkVantage Productivity Center
Het programma Productivity Center wijst u de weg naar een keur aan informatie
en tools die u helpen uw computer te leren kennen, te installeren, te onderhouden
en uit te breiden.
ThinkVantage Rescue and Recovery
Rescue and Recovery is een programma waarmee u met één druk op de knop
backups kunt maken en herstelbewerkingen kunt uitvoeren. Het programma bevat
een set tools waarmee u zelf de oorzaak van problemen kunt opsporen, hulp kunt
inroepen en na een systeemcrash snel weer aan de slag kunt, zelfs als het primaire
besturingssysteem niet meer opstart.
ThinkVantage Client Security Solution
Dit is een unieke combinatie van hardware en software die slechts op bepaalde
Lenovo-computers beschikbaar is. Client Security helpt uw gegevens te bescher-
men,
en elektronische legitimatiegegevens. Tegelijkertijd wordt ertegen gewaakt dat
onbevoegden toegang krijgen tot de gegevens.
ThinkVantage System Update
System Update is een softwareprogramma dat u helpt de software op uw systeem
actueel te houden door softwarepakketten (toepassingsprogramma’s, stuurprogramma’s, BIOS-flashes en andere updates) te downloaden en te installeren.
Voorbeelden van software waarvan u steeds de nieuwste versie kunt installeren,
zijn enkele programma’s die door Lenovo worden geleverd, zoals Rescue and
Recovery en het Productivity Center.
System Migration Assistant
System Migration Assistant (SMA) is een softwaretool waarmee systeembeheerders
en gebruikers hun werkomgeving van de ene computer kunnen migreren naar de
andere.
Vingerafdruksoftware
Vingerafdruksoftware is alleen voor aanmelding bij het besturingssysteem.
leerd.
het besturingssysteem en maakt melding van instellingen die door het besturingssysteem worden beheerd en die hardwareproblemen kunnen veroorzaken. Zie “PC-
voor Windows”oppagina33.
Doctor
Adobe Acrobat Reader
Met dit programma kunt u pdf-bestanden bekijken, afdrukken en erdoor navigeren. Zie “Map Online Boeken” op pagina 47 voor meer informatie over het gebruik
van elektronische boeken en de Lenovo-website.
18 Handboekvoordegebruiker
Hoofdstuk 5. Werken met het programma Setup Utility
U kunt het programma Setup Utility gebruiken om de configuratie van de computer te bekijken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De
instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen eventuele vergelijkbare
instellingen in het programma Setup Utility echter overschrijven.
Het programma Setup Utility starten
Om het programma Setup Utility te starten, doet u het volgende:
Met het programma Setup Utility kunt u wachtwoorden instellen om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer en gegevens. Zie “Het programma
baar:
ken.
gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden geraden. Wachtwoorden moeten aan de
volgende regels voldoen:
v Ze zijn minstens acht tekens lang
v Ze bevatten minimaal één letter, één cijfer en één symbool
v Ze bevatten ten minste een van de volgende symbolen: , . / ` ; ’ []
v U kunt ook spaties gebruiken
v Wachtwoorden voor het programma Setup Utility en vaste-schijfwachtwoorden
zijn niet hoofdlettergevoelig.
v Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam
v Ze vormen geen bekend woord of bekende naam
v Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden
Gebruikerswachtwoord
Als er een gebruikerswachtwoord is ingesteld, kan de computer pas worden
gebruikt als het juiste wachtwoord via het toetsenbord is opgegeven.
Beheerderswachtwoord
Het beheerderswachtwoord voorkomt dat de instellingen in het programma Setup
Utility door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de
instellingen van diverse computers, is het verstandig met een beheerderswachtwoord te werken.
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het
programma Setup Utility wilt starten een wachtwoordaanwijzing.
Als u zowel een systeem- als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u
een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratieinstellingen
tewijzigen,moetuhetbeheerderswachtwoordopgeven.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
Opmerking: U kuntelkecombinatievanmaximaal12tekens(A-Z,a-zen0-9)
gebruiken. Meer informatie vindt u in “Overwegingen ten aanzien
van wachtwoorden”.
1.StarthetprogrammaSetupUtility(zieHoofdstuk5,“Werken met het pro-
via deze methode niet wordt afgebeeld, houd de toets F12 dan
niet voortdurend ingedrukt, maar druk er enkele keren op nadat
u de computer hebt aangezet.
Als u deze instellingen hebt gewijzigd en u wilt weer terug naar de standaardinstellingen, kiest u Load Default Settings in het menu Exit.
Geavanceerde instellingen
Bij sommige computermodellen bevindt er zich in het menu Advanced settings de
instelling Enable/Disable HyperThreading. Deze functie werkt alleen bij
besturingssystemen die kunnen werken met HyperThreading, zoals Windows XP.
De standaardinstelling voor HyperThreading is Enabled (ingeschakeld). Als u ech-
ter
kan het prestatievermogen van de computer afnemen. Stel HyperThreading dus
altijd in op Disabled, tenzij u zeker weet dat het besturingssysteem
HyperThreading ondersteunt.
Het programma Setup Utility afsluiten
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc
om naar het menu van de Setup Utility te gaan. (Het is mogelijk dat u verschil-
– Keer terug naar stap 1 om meer RAID-volumes te wissen.
– Raadpleeg “RAID-volumes maken” op pagina 23 voor informatie over
het maken van RAID-volumes.
– Selecteer Exit met de cursortoetsen en druk op Enter.
SUPPORTED SAS RAID-configuraties
In dit gedeelte vindt u informatie die alleen van toepassing is op Windowsomgevingen. Neem contact op met uw Linux-softwareleverancier voor informatie
over RAID in Linux-omgevingen.
De volgende RAID-configuraties worden op het Lenovo ThinkStation ondersteund:
v RAID-niveau 0 – Stripeddisk-array
– Minimaal twee stations.
– Betere prestaties, geen fouttolerantie.
v RAID-niveau 1 – Mirroreddisk-array
– Twee stations.
– Betere leesprestaties, 100% redundantie.
v RAID-niveau 1E(1Enhanced)
– Minimaal drie stations
- Kan altijd worden hersteld na een fout op één station en in sommige gevallen twee.
- Beste prestaties.
24 Handboekvoordegebruiker
Het systeem-BIOS configureren en SAS-RAID-functionaliteit
inschakelen
In dit gedeelte wordt het configureren van het BIOS voor SAS-RAID-functionaliteit
beschreven.
Het systeem-BIOS configureren en SAS-RAID 1E-functionali-
inschakelen
teit
Om het systeem-BIOS te configureren voor het gebruik van SAS-RAID 1E-functionaliteit,
hulpprogramma gaat ervan uit dat het systeem over het vereiste aantal schijven
beschikt.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het updaten van het POST/BIOS en het
herstellen van de fouten die hierbij kunnen optreden.
Werken met systeemprogramma’s
De basislaag van de software die in elke computer is ingebouwd, wordt gevormd
door systeemprogramma’s. Tot de systeemprogramma’s behoren de zelftestroutines
(POST), de BIOS-instructies (basic input/output system) en het programma Setup
Utility. POST is een reeks tests en procedures die iedere keer dat u de computer
aanzet, worden uitgevoerd. Het BIOS is een softwarelaag waarin instructies van
andere softwarelagen worden vertaald naar elektronische signalen die de
computerhardware kan uitvoeren. U kunt het programma Setup Utility gebruiken
om de configuratie en de instellingen van de computer te bekijken en te wijzigen.
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam
EEPROM (electrically erasable programmable read-only memory), in de volksmond
ook wel ″flashgeheugen″ genoemd. U kunt de zelftest (POST), het BIOS en het programma
een flashdiskette of door een speciaal bijwerkprogramma uit te voeren vanuit het
besturingssysteem.
Lenovo brengt regelmatig wijzigingen of verbeteringen aan in het POST/BIOS. Bijgewerkte versies kunnen worden opgehaald van het internet, vanaf de Lenovowebsite
op
http://www.lenovo.com.
Instructies voor het gebruik van POST/BIOS-updates vindt u in een .TXT-bestand
dat samen met de updatebestanden wordt gedownload. Voor de meeste modellen
kunt u een bijwerkprogramma downloaden waarmee u een flashdiskette voor een
systeemprogramma-update kunt maken of een bijwerkprogramma dat u kunt uitvoeren vanuit het besturingssysteem.
Opmerking: U kuntophetinterneteenzogenaamdiso-image(eenimagevaneen
automatisch startende CD) van het diagnoseprogramma downloaden
van http://www.lenovo.com voor systemen zonder diskettestation.
Het BIOS bijwerken (flashen) vanaf een diskette of CD-ROM
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het BIOS kunt updaten of ″flashen″ vanaf
een diskette of CD-;ROM. Updates van systeemprogramma’s zijn beschikbaar op:
http://www.lenovo.com/support/
1.UkunthetBIOSalsvolgtupdaten:
v Als ueendiskettegebruikt,zorgdandatcomputeruitstaatenplaatsde
flash-diskette in het diskettestation. Zet vervolgens de computer aan. De
update begint.
v Als ueenCD-ROMgebruikt,zorgdandatdecomputeraanstaat.Plaatsde
Volg de afgedrukte instructies om het bijwerkbestand te downloaden, uit te
pakken en te installeren.
30 Handboekvoordegebruiker
Hoofdstuk 8. Diagnose en probleemoplossing
In dit hoofdstuk worden enkele programma’s voor elementaire probleemoplossing
en diagnose beschreven. Mocht het probleem met uw computer hier niet worden
beschreven, raadpleeg dan Hoofdstuk 10, “Informatie, hulp en service”, op pagina
47 voor aanvullende informatiebronnen over probleemoplossing.
Elementaire probleemoplossing
In de volgende tabel vindt u informatie over het oplossen van het probleem met
uw computer.
Soort fout Handeling
De computer start niet op na het
indrukken van de aan/uit-knop.
Controleer of:
v Het netsnoerisaangeslotenaandeachterzijdevandecomputerenopeen
goed werkend stopcontact.
v De computernogeentweedenetschakelaaraandeachterzijdeheeftenofdie
wel aan staat.
v Het netvoedingslampjeaandevoorkantvandecomputerbrandt.
De computer geeft een aantal
geluidssignalen voordat het
besturingssysteem wordt gestart.
Diagnoseprogramma’s
Diagnoseprogramma’s worden gebruikt voor het testen van de hardwarecomponenten van de computer en voor het melden van door het besturingssysteem
zijn op uw computer twee programma’s vooraf geïnstalleerd om u te helpen bij het
opsporen van problemen:
v PC-Doctor voor Windows (voor het opsporen van problemen tijdens het werken
v PC-Doctor voor Windows PE (voor het opsporen van problemen als Windows
de bij uw computer geleverde informatie over veiligheid en garantie vindt u een
lijst van telefoonnummers voor service en ondersteuning.
Controleer of er geen toetsen klem zitten.
Mocht u het probleem niet zelf kunnen oplossen, laat de computer dan nazien. In
de bij uw computer geleverde informatie over veiligheid en garantie vindt u een
lijst van telefoonnummers voor service en ondersteuning.
32 Handboekvoordegebruiker
U hebt alle met het probleem samenhangende logboeken nodig tijdens uw
onderhoud met de servicetechnicus van Lenovo.
PC-Doctor voor Windows
PC-Doctor voor Windows is een diagnoseprogramma dat werkt via het besturingssysteem
singen voor computerproblemen opzoeken, toegang krijgen tot het probleemoplossingscentrum
systeemgegevens raadplegen.
Om PC-Doctor for Windows uit te voeren, klikt u op Start → All Programs → PC-DoctorforWindows→ PC-DoctorforWindows. Volgdeinstructiesophetscherm.
Meer informatie over het werken met PC-Doctor voor Windows vindt u in het
Help-systeem van het programma zelf.
Als PC-Doctor voor Windows is uitgevoerd zonder dat er een probleem is gevonden,
probleem kunt opsporen met PC-Doctor voor DOS of PC-Doctor voor Windows
PE.
PC-Doctor for Windows biedt ook hulpmiddelen bij probleembepaling, waarmee
problemen in de software en bij het gebruik kunnen worden vastgesteld.
Het diagnoseprogramma PC-Doctor voor Windows PE maakt deel uit van het
werkgebied van Rescue and Recovery op alle Lenovo-computers. U gebruikt PCDoctor voor Windows PE als u het besturingssysteem niet kunt starten en als u het
probleem niet hebt kunnen vinden met PC-Doctor voor Windows.
Het diagnoseprogramma uitvoeren vanuit het werkgebied van
Rescue and Recovery
U kunt PC-Doctor voor Windows PE uitvoeren vanuit het werkgebied van Rescue
and Recovery. Als u de diagnose wilt uitvoeren vanuit het werkgebied van Rescue
and Recovery, gaat u als volgt te werk:
pleeg voor meer informatie de User Guide van de computer.
PC-Doctor voor DOS
U gebruikt PC-Doctor voor DOS als u het besturingssysteem niet kunt starten en
als u het probleem niet hebt kunnen vinden met PC-Doctor voor Windows. U kunt
PC-Doctor voor DOS uitvoeren vanaf een diagnose-CD of -diskettes die zijn
gemaakt.
Hoofdstuk 8. Diagnose en probleemoplossing 33
Opmerking: Het isvanbelangomeendiagnose-CDof-diskettetemakenvoorhet
geval het niet lukt om PC-Doctor voor Windows PE uit te voeren
vanuit het werkgebied van Rescue and Recovery.
Een image van de diagnose-CD maken
U kunt een zelfstartend, opstartbaar CD-image (een zogenaamd .iso-image) van het
diagnoseprogramma downloaden vanaf de website
http://www.lenovo.com/support/. Nadat u het image hebt gedownload, maakt u
de CD met behulp van speciale software voor het branden van CD’s.
Heeft de computer geen CD-brander of hebt u geen toegang tot het internet, raad-
dan“Diagnosediskettesmaken”.
pleeg
Diagnosediskettes maken
Om diagnosediskettes te maken, downloadt u het diagnoseprogramma PC-Doctor
voor DOS vanaf de website http://www.lenovo.com/support/ en plaatst u het op
twee lege, geformatteerde diskettes.
Als u geen toegang tot internet hebt, kunt u de diagnosediskettes als volgt maken:
Opmerking: Om dezeproceduretekunnenuitvoeren,hebtueeningebouwd
In dit gedeelte vindt u instructies voor het schoonmaken van een niet-optische
muis.
Optische muis
Een optische muis maakt voor het navigeren van de aanwijzer gebruik van een
LED en een optische sensor. Als de aanwijzer op het scherm de bewegingen van de
muis niet meer soepel volgt, moet de muis worden gereinigd. U maakt de optische
muis als volgt schoon:
vlak een zeer complex patroon aanwezig is, kan de digitale signaalprocessor
(DSP) de wijzigingen in de positie van de muis wellicht moeilijk volgen.
5.Sluitdemuisweeraanopdecomputer.
6.Zetdecomputerweeraan.
opstartstation. Instructies voor het wijzigen van de opstartvolgorde vindt u in “Een opstartapparaat kiezen” op pagina 20.
dan desgevraagd de eerste diskette en plaats de tweede in het station.
Niet-optische muis
Een niet-optische muis maakt voor het navigeren van de aanwijzer op het scherm
gebruik van een balletje. Als de aanwijzer op het scherm de bewegingen van de
muis niet meer soepel volgt, moet de muis worden gereinigd. U maakt de niet-op-
muis alsvolgtschoon:
tische
Opmerking: De muisindeonderstaandeafbeeldingverschiltwellichtvanuw
muis.
Hoofdstuk 8. Diagnose en probleemoplossing 35
1 Ring
2 Bal
3 Plastic rollers
4 Balhouder
is in alcohol. Draai de rollers met uw vinger en maak ze rondom schoon. Zorg
ervoor dat de rollers nog midden in de groeven liggen nadat u ze hebt gereinigd.
9.Verwijder eventuele achtergebleven vezels van het wattenstaafje.
nodig software te herstellen, dan kunt u kiezen uit diverse methoden.
Sommige van deze methoden zijn per besturingssysteem verschillend.
Herstelschijven maken en gebruiken
Als uw computer beschikt over een CD- of DVD-station met schrijfmogelijkheid,
kunt u een set herstelschijven maken waarmee u de oorspronkelijke inhoud van de
vasteschijfstations bij levering kunt herstellen. Productherstelschijven zijn bijzonder
nuttig als u de computer overbrengt naar een andere afdeling, als u de computer
verkoopt of wegdoet, of als laatste redmiddel om de computer weer terug te brengen in een operationele status nadat alle andere herstelmethoden zijn mislukt. Het
is verstandig om bij wijze van voorzorgsmaatregel zo snel mogelijk een set herstelschijven
Opmerking: Welke herstelbewerkingen u met behulp van de herstelschijven kunt
uitvoeren, hangt af van het besturingssysteem waarmee ze zijn
gemaakt. Volgens uw Microsoft Windows-licentie mag u slechts één
set herstelschijven maken; het is daarom van belang dat u de schijven
die u hebt gemaakt, op een veilige plaats opbergt.
v Windows XP:Ukuntdeherstelschijvengebruikenomdeinhoudvandevaste
schijf terug te brengen in de staat zoals die bij levering was, om aangepast
fabrieksherstel uit te voeren, en om andere reddings- en herstelwerkzaamheden
uit te voeren, zoals het veiligstellen van afzonderlijke bestanden.
v Windows Vista:UkuntdeHerstelschijvengebruikenomdeinhoudvandevaste
schijf terug te brengen in de staat zoals die bij levering was.
uherstelschijvengebruiktonderWindowsXP, krijgt u de mogelijkheid naar
Als
het werkgebied van Rescue and Recovery te gaan en een aantal herstel-
bewerkingen uit te voeren. Gebruikt u de Herstelschijven onder Windows Vista,
dan wordt u gevraagd de schijven te plaatsen en wordt u uitsluitend door het pro-
voor hetherstellenvandefabrieksinhoudgeleid.
ces
Om de herstelschijven onder Windows XP te gebruiken, doet u het volgende:
Waarschuwing: Als u de oorspronkelijke inhoud van de vaste schijf herstelt met
de herstelschijven worden alle bestanden die op dat moment op de vaste schijf
staan, gewist en vervangen door de oorspronkelijke inhoud van het vasteschijfstation.
Opmerking: Als hetwerkgebiedvoorRescueandRecoverynietwordtafge-
beeld, hebt u in het BIOS waarschijnlijk het opstartstation (CD-of
DVD-station) niet correct opgegeven. Meer informatie vindt u in
“Een herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven” op pagina
moet u wellicht bepaalde software en stuurprogramma’s opnieuw
installeren. Raadpleeg voor meer informatie “Het werkgebied van
Rescue and Recovery gebruiken” op pagina 39.
Om de herstelschijven onder Windows Vista te gebruiken, doet u het volgende:
Waarschuwing: Als u de oorspronkelijke inhoud van de vaste schijf herstelt met
de herstelschijven worden alle bestanden die op dat moment op de vaste schijf
staan, gewist en vervangen door de oorspronkelijke inhoud van het vasteschijfstation.
1.PlaatsHerstelschijf1inhetCD-ofDVD-station.
2.Startdecomputeropnieuwop.
3.Volg de instructies op het scherm. Plaats de juiste Herstelschijf wanneer daar
moet u wellicht bepaalde software en stuurprogramma’s opnieuw
installeren. Raadpleeg voor meer informatie “Het werkgebied van
Rescue and Recovery gebruiken” op pagina 39.
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren
Met het programma Rescue and Recovery kunt u een backup maken van de volle-
Het werkgebied van Rescue and Recovery bevindt zich in een beschermd en verborgen
besturingssysteem
Windows niet gestart kan worden. U kunt de volgende herstelbewerkingen uitvoeren
v Bestanden veiligstellen vanaf een vasteschijfstation of vanaf een backup: Met
v Het vasteschijfstation herstellen met een Rescue and Recovery-backup: Nadat
v De oorspronkelijke inhoud van het vasteschijfstation herstellen: Vanuit het
gebied ophetvasteschijfstationdatonafhankelijkvanhetWindows-
tie
er wijzigingen in de bestanden zijn aangebracht na de laatste backupbewerking.
U kunt ook afzonderlijke bestanden van een Rescue and Recovery-backup op het
vasteschijfstation, een USB-apparaat of een netwerkstation veiligstellen.
u een dergelijke backup hebt gemaakt met Rescue and Recovery, kunt u herstelbewerkingen
uitvoerenmethetwerkgebiedvanRescueandRecovery, zelfs als
het niet lukt om Windows te starten.
werkgebied van Rescue and Recovery kunt u de volledige inhoud van het vaste-
Hoofdstuk 9. Software herstellen 39
schijfstation herstellen in de toestand zoals die was bij het verlaten van de
fabriek. Als het vasteschijfstation meerdere partities bevat, hebt u de mogelijk-
heid
partities intact blijven. Omdat bewerkingen vanuit het werkgebied van Rescue
and Recovery onafhankelijk van het besturingssysteem worden uitgevoerd, kunt
u de oorspronkelijke inhoud van de vaste schijf zelfs herstellen als u Windows
niet kunt starten.
Waarschuwing: Als uhetvasteschijfstationhersteltmeteenRescueand
Recovery-backup of als u de oorspronkelijke inhoud van het vasteschijfstation herstelt, worden alle bestanden in de primaire partitie van de vaste schijf (meestal sta-
tion
rijke bestanden. Als u Windows niet kunt starten, kunt u de functie Bestanden
veiligstellen in het werkgebied van Rescue and Recovery gebruiken om bestanden
te kopiëren vanaf uw vasteschijfstation naar andere media.
Het werkgebied van Rescue and Recovery kunt u als volgt starten:
geïnstalleerd. Als u de bestanden van Microsoft Office of Microsoft Works
opnieuw moet installeren, gebruikt u daarvoor de Microsoft Office CD of Micro-softWorksCD. DezeCD’swordenalleengeleverdbijcomputerswaaropMicro-
OfficeofMicrosoftWorksvoorafisgeïnstalleerd.
soft
Noodherstelmedia maken en gebruiken
Noodherstelmedia, zoals een CD of een USB vaste-schijfstation, kunt u gebruiken
om fouten te herstellen die het onmogelijk maken om toegang te krijgen tot het
werkgebied van Rescue and Recovery op het vasteschijfstation.
40 Handboekvoordegebruiker
Opmerking: Welke herstelbewerkingen u met behulp van de noodherstelmedia
kunt uitvoeren, hangt af van het besturingssysteem. Deze schijf kan
worden gestart in elk type CD- of DVD-station. Op het noodherstelmedium staat ook een versie van het diagnoseprogramma PC-Doctor,
zodat u vanaf het noodherstelmedium de oorzaak van een probleem
kunt opsporen.
Hoofdstuk 9. Software herstellen 41
U maakt noodherstelmedia als volgt:
1.KlikophetbureaubladvanWindowsopStart→Allleprogramma’s→Lenovo
Care → Herstelmedia maken.
2.GeefinhetgebiedNoodherstelmediaaanwelktypeherstelmediumuwilt
maken. U kunt als noodherstelmedium kiezen tussen CD, USB vaste-schijf-
eneentweedeinternvaste-schijfstation.
station
3.KlikopOK.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm.
Hieronder wordt uitgelegd hoe de herstelschijven worden gebruikt onder de verschillende
besturingssystemen:
v Windows XP:Ukuntdeherstelschijvengebruikenomdeinhoudvandevaste
schijf terug te brengen in de staat zoals die bij levering was, om aangepast
fabrieksherstel uit te voeren, en om andere reddings- en herstelwerkzaamheden
uit te voeren, zoals het veiligstellen van afzonderlijke bestanden.
v Windows Vista:Ukuntmetdenoodherstelmediaalleherstelbewerkingenuit-
andRecovery.Voor elk van de functies is er in het werkgebied van Rescue and
cue
Recovery Help-informatie beschikbaar. Als uw noodherstelmedium (CD-station,
DVD-station of USB-apparaat) weigert te starten, hebt u in het BIOS waarschijnlijk
niet correct opgegeven welk medium uw noodherstelmedium is. Meer informatie
vindt u in “Een herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven” op pagina 44.
Een Reparatiediskette maken en gebruiken
Als het niet lukt om naar het werkgebied van Rescue and Recovery te gaan of om
Windows kunt u een Reparatiediskette gebruiken om het werkgebied van Rescue
and Recovery te repareren of om een bestand te repareren dat nodig is om naar
Windows te kunnen gaan. Het is verstandig om een dergelijke Reparatiediskette zo
spoedig mogelijk te maken, zodat u ingedekt bent tegen alle mogelijke eventualiteiten.
Om een Reparatiediskette te maken, doet u het volgende:
Opmerking: Als dereparatiezonderfoutenwordtvoltooid,kuntutoegangtothet
werkgebied van Rescue and Recovery krijgen door herhaaldelijk op
de toets F11 te drukken terwijl u de computer opnieuw opstart. Als u
een geluidssignaal hoort of het logo-scherm ziet, laat u de toets F11
los.Na afloop van de reparatie kunt u ook weer naar de Windowsomgeving
gaan.
Als er tijdens de reparatie een foutbericht verschijnt, en de reparatie niet kan worden voortgezet, is er wellicht een probleem met de partitie waarop het werkgebied
van Rescue and Recovery zich bevindt. Gebruik de noodherstelmedia voor toegang
tot het werkgebied van Rescue and Recovery. Informatie over het maken en
gebruiken van noodherstelmedia vindt u in “Noodherstelmedia maken en
gebruiken” op pagina 40.
Stuurprogramma’s installeren of herstellen
Voordat u stuurprogramma’s kunt herstellen of installeren, moet er een besturingssysteem op uw computer zijn geïnstalleerd. Zorg dat u beschikt over de documen-
Stuurprogramma’s voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden zich
op het vasteschijfstation van de computer (doorgaans station C) in de map
SWTOOLS\drivers. Andere stuurprogramma’s worden meegeleverd bij de desbetreffende
De meest recente stuurprogramma’s voor bij fabricage geïnstalleerde apparaten
vindt u ook op:
http://www.lenovo.com/think/support/
U kunt als volgt het stuurprogramma voor een in de fabriek geïnstalleerd apparaat
1.Startdecomputerenhetbesturingssysteemop.
2.RoepmetbehulpvandeWindowsVerkenner of Deze Computer de
genoemd naar de diverse apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld voor AUDIO of VIDEO).
v Ga naardesubmapvanhetapparaatenzoekhetbestandREADME.TXTof
een ander bestand met de extensie TXT op. Dit bestand is vaak genoemd
naar een bepaald besturingssysteem, bijvoorbeeld WIN98.TXT. In het tekstbestand vindt u informatie over het opnieuw installeren van het desbetreffende
stuurprogramma.
Hoofdstuk 9. Software herstellen 43
v Als erindesubmapvanhetapparaateenbestandmetdeextensieINFstaat,
kunt u de applet Nieuwe Hardware gebruiken (in het Windows
Configuratiescherm) om het stuurprogramma opnieuw te installeren. Niet
alle stuurprogramma’s kunnen op deze manier worden geïnstalleerd. Wan-
stuurprogramma, klikt u op Diskette en Bladeren. Selecteer vervolgens
leren
het juiste stuurprogramma in de submap van het apparaat.
v Ga naardesubmapvanhetapparaatenzoekhetbestandSETUP.EXE.
Dubbelklik op SETUP.EXE en volg de instructies op het scherm.
Een herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven
Voordat u het programma Rescue and Recovery start vanaf een CD, DVD, USB
vaste-schijfstation of enig extern apparaat, moet u eerst de opstartvolgorde wijzi-
inhetprogrammaSetupUtility.
gen
Om de opstartvolgorde te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
Het is belangrijk om zo snel mogelijk een Reparatiediskette, noodherstelmedia en
een set herstelschijven te maken en deze allemaal op een veilige plaats op te bergen.
Als het u niet lukt om met behulp van de noodherstelmedia, de Reparatiediskette
of de set Herstelschijven toegang te krijgen tot het werkgebied van Rescue and
Recovery of de Windows-omgeving, is het apparaat waarmee u het herstel pro-
beert
gedefinieerd in de opstartvolgorde van het BIOS. Meer informatie vindt u in “Een
herstelapparaat in de opstartvolgorde opgeven” op pagina 44.
Hoofdstuk 9. Software herstellen 45
46 Handboekvoordegebruiker
Hoofdstuk 10. Informatie, hulp en service
In dit hoofdstuk vindt u informatie over hulp, service en technische assistentie
voor producten die door Lenovo zijn geproduceerd.
Informatiebronnen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u toegang krijgt tot belangrijke informatiebronnen
Map Online Boeken
De map Online Boeken bevat publicaties die u helpen bij de installatie en het
gebruik van de computer. Deze map is vooraf op uw computer geïnstalleerd en u
hebt geen toegang tot internet nodig om de publicaties te kunnen bekijken. Naast
het ThinkStationHandboek voor de gebruiker, is in de map Online Boeken ook de
ThinkStationGidsvoorhetvervangenvanhardware beschikbaar.
De ThinkStationGids voor het installeren en vervangen van hardware bevat stapsgewijze
instructies voor het vervangen van de CRU’s (Customer Replaceable Units) in de
computer. CRU’s zijn onderdelen van de computer die door de gebruiker kunnen
worden geüpgraded of vervangen.
overdiverseaspectenvanuwcomputer.
Omeen publicatieteopenen,kliktuop Start → Alleprogramma’s→ OnlineBoe-
ken. Klik daarna op de toepasselijke publicatie. Deze publicaties zijn ook aanwezig
op de Lenovo-website, op:
http://www.lenovo.com
Opmerkingen:
1.Voor deze publicaties wordt gebruik gemaakt van PDF-indeling (Portable Docu-
ment Format); om ze te kunnen lezen hebt u het programma Adobe Acrobat
Reader nodig. Als Adobe Acrobat Reader nog niet op uw computer is geïnstal-
dan die waarin het programma op uw computer is geïnstalleerd, gaat u naar de
website van Adobe (http://www.adobe.com) en downloadt u de gewenste versie.
ThinkVantage Productivity Center
Het programma ThinkVantage Productivity Center bestaat uit informatiebronnen
en tools die bedoeld zijn om het werken met de computer gemakkelijker en veiliger te maken.
Het ThinkVantage Productivity Center bevat informatie over uw computer en biedt
heel gemakkelijk toegang tot diverse technieken, waaronder:
Opmerking: ThinkVantage Technologies zijn slechts op bepaalde Lenovo-compu-
beschikbaar.
ters
Voor toegang tot het programma ThinkVantage Productivity Center klikt u op Start →Alle programma’s→ThinkVantage → ProductivityCenter.
Veiligheid en garantie
In de bij uw computer geleverde informatie over veiligheid en garantie vindt u
ook belangrijke kennisgevingen. Zorg dat u alle veiligheidsvoorschriften hebt gele-
enbegrepenvoordatuditproductgaatgebruiken.
zen
www.lenovo.com
De Lenovo-website (www.lenovo.com) bevat informatie en services ter ondersteuning van het aanschaffen, upgraden en onderhouden van de computer. De meest
up-to-date informatie voor uw computer is steeds op de Lenovo-website beschikbaar. Op de website www.lenovo.com kunt u tevens:
v Producten aanschaffen:
– Desktop- en notebookcomputers
– Beeldschermen
– Projectors
– Upgrades en toebehoren
– Speciale aanbiedingen
v Extra dienstenaanschaffen,zoalsondersteuningvoorhardware,besturings-
systemen
installatie op maat.
v Upgrades en uitgebreide reparatieservices voor de hardware aanschaffen.
v De meest recente stuurprogramma’s en updates van de software voor uw speci-
fieke model computer downloaden.
v Toegang krijgen tot de elektronische handleidingen.
v De Lenovo Verklaring van Beperkte Garantie lezen.
v Toegang krijgen tot informatie over probleemoplossing en ondersteuning voor
uw model computer en andere ondersteunde producten.
v De telefoonnummersvandeservice-enondersteuningsdienstvooruwlandof
In dit gedeelte vindt u informatie over het aanvragen van hulp en service.
Documentatie en diagnoseprogramma’s gebruiken
Als er een probleem met uw computer optreedt, raadpleegt u Hoofdstuk 8, “Diagnose
het oplossen van computerproblemen worden opgesomd in “Informatiebronnen”
op pagina 47.
Vermoedt u dat het probleem wordt veroorzaakt door de software, raadpleeg dan
de documentatie (inclusief de README-bestanden en de online Help) van het
besturingssysteem of het softwareprogramma in kwestie.
De meeste computers worden geleverd met een aantal diagnoseprogramma’s die u
kunt gebruiken om hardwareproblemen op te sporen. Zie “Diagnoseprogramma’s”
op pagina 32 voor instructies voor het gebruik van deze diagnoseprogramma’s.
Er zijn Lenovo-pagina’s op internet beschikbaar waarop u de nieuwste technische
informatie kunt vinden en stuurprogramma’s en updates kunt downloaden. Ga
naar http://www.lenovo.com/support/ en volg de instructies.
Service aanvragen
Tijdens de garantieperiode kunt u voor telefonische hulp en informatie terecht bij
het Customer Support Center.
De volgende services zijn tijdens de garantieperiode beschikbaar:
worden aangepast. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen aanbrengen als ze van toepassing zijn op uw hardware.
volgende itemsvallennietonderdegarantie:
De
v Vervanging ofgebruikvanonderdelendienietzijngefabriceerddoorLenovoof
van Lenovo-onderdelen zonder garantie
v Opsporing van de oorzaak van softwareproblemen
v Configuratie van het BIOS als onderdeel van een installatie of upgrade
v Wijzigingen of upgrades van stuurprogramma’s
v Installatie en onderhoud van netwerkbesturingssystemen
v Installatie en onderhoud van softwareprogramma’s
In
volledig overzicht van de garantievoorwaarden. Om recht te blijven houden op de
garantieservice dient u uw aankoopbewijs te bewaren.
Voor een lijst van telefoonnummers voor service en ondersteuning in uw land of
regio gaat u naar http://www.lenovo.com/support/ en klikt u op Support phone list. U kuntookdebijuwcomputergeleverdeinformatieoverveiligheidengaran-
Het is het handigst als u de telefoon in de buurt van de computer plaatst. Als u
belt voor technische assistentie, moet u de volgende informatie bij de hand hebben:
v Machinetype en model
v De serienummers van de hardwareproducten
v Een beschrijving van het probleem
v De precieze bewoordingen van eventuele foutberichten
Hoofdstuk 10. Informatie, hulp en service 49
vGegevens overdeconfiguratie(hardwareensoftware)
Andere services
Als u uw computer meeneemt op reis of als u verhuist naar een land waar uw
desktop- of notebookcomputer wordt verkocht, is de Internationale Garantieservice
(IWS) voor uw computer beschikbaar, waardoor u recht heeft op garantieservice
gedurende de garantieperiode. De service wordt verleend door serviceverleners die
zijn gemachtigd om garantieservice te verlenen.
Servicemethoden en procedures verschillen per land en sommige services zijn niet
in alle landen beschikbaar. Internationale Garantieservice (IWS) wordt verleend via
de servicemethode (zoals depot, carry-in of on-site) die in het desbetreffende land
wordt geboden. Servicebureaus in sommige landen bieden mogelijk geen service
voor alle modellen van een bepaald machinetype. In sommige landen worden er
mogelijk kosten in rekening gebracht of gelden beperkingen voor service.
Om vast te stellen of uw computer in aanmerking komt voor Internationale
Garantieservice (IWS) en om een lijst te bekijken van landen waar service beschikbaar is, gaat u naar http://www.lenovo.com/support/ , klikt u op Warranty en
volgt u de instructies op het scherm.
Voor technische ondersteuning bij de installatie van, of vragen over, Service Packs
voor uw vooraf geïnstalleerde Microsoft Windows-product, raadpleegt u de
website Microsoft Product Support Services op http://support.microsoft.com/
directory/.
Zowel tijdens als na de garantieperiode kunt u extra diensten aanschaffen, zoals
ondersteuning voor hardware, besturingssystemen en toepassingsprogramma’s,
instellen en configureren van het netwerk, uitgebreide reparatiediensten voor hardware en installatie op maat. De naam en beschikbaarheid van een service kan per
land en regio verschillen. Meer informatie over deze services vindt u op:
http://www.lenovo.com
50 Handboekvoordegebruiker
Bijlage A. Handmatige modemopdrachten
In het volgende gedeelte vindt u opdrachten voor het handmatig programmeren
van de modem.
Opdrachten worden door de modem geaccepteerd terwijl de modem in de
opdrachtwerkstand staat. De modem staat automatisch in de opdrachtwerkstand
totdat u een nummer kiest en een verbinding tot stand brengt. Opdrachten kunnen
naar de modem worden gestuurd vanaf actieve communicatiesoftware op een PC
of vanaf een ander werkstation.
Alle opdrachten die naar de modem worden gestuurd, moeten beginnen met AT
en moeten worden afgesloten met ENTER. Alle opdrachten kunnen in hoofdletters
of in kleine letters worden getypt, maar hoofdletters en kleine letters kunnen niet
door elkaar worden gebruikt. Om de opdrachten beter leesbaar te maken, kunt u
spaties invoegen tussen de opdrachten. Als u een parameter weglaat bij een
opdracht waarvoor een parameter vereist is, wordt als waarde voor die parameter
0 gebruikt.
Voorbeeld:
ATH [ENTER]
Standaard AT-opdrachten
Indevolgendelijstenzijnallestandaardwaarden vet gedrukt.
Opdracht Functie
A Binnenkomend gesprek handmatig beant-
A/ Voorgaande opdracht herhalen. A/ mag niet
D_ 0 - 9, A-D, # en *
DS=n Een van de vier telefoonnummers (n=0-3)
woorden.
worden voorafgegaan door AT of worden
gevolgd door ENTER.
L voorgaande nummer opnieuw kiezen
P pulskiezen
Opmerking: Pulskiezen wordt niet ondersteund in Australië, Nieuw-Zeeland, Noorwegen en Zuid-Afrika.
T toetskiezen
W wachten op tweede kiestoon
, onderbreken
@ wacht op vijf seconden stilte
! flash
; terug naar opdrachtwerkstand na kiezen
kiezen die zijn opgeslagen in het permanente
geheugen van de modem.
Parameter “b” geeft automodebewerkingen
aan, waarbij: 0=automode uitgeschakeld, 1=
automode ingeschakeld met V.8/V.32 Annex
A. Parameter “c” geeft de minimale gegevensfrequentie voor verbinding aan (300- 56000).
De parameter “d” geeft de maximale
verbindingssnelheid aan (300-56000). De
parameter “e” geeft het type codec aan
(0=Law en 1=A-Law). Parameter “f” geeft
“robbed bit” signaaldetectie aan (0=detectie
uitgeschakeld 1=detectie ingeschakeld)
MNP/V.42/V.42bis/V.44-opdrachten
54 Handboekvoordegebruiker
Opdracht Functie
%C_ %C0 MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie uitschake-
len
Opdracht Functie
%C1 Alleen MNP Class 5 gegevenscompressie inschakelen
%C2 Alleen V.42bis gegevenscompressie inschakelen
%C3 MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie inschake-
len
&Q_ &Q0 Alle direct datalink (gelijk aan \N1)
&Q5 V.42 datalink met uitwijkopties
&Q6 Alle normale datalink (gelijk aan \N0)
+DS44=0, 0 V.44 uitschakelen
+DS44=3, 0 V.44 inschakelen
+DS44? Huidige waarden
+DS44=? Lijst van ondersteunde waarden
Bijlage A. Handmatige modemopdrachten 55
Fax Class 1-opdrachten
+FAE=n Data/Fax Automatisch beantwoorden
+FCLASS=n Servicecategorie
+FRH=n Gegevens ontvangen met HDLC-framing
+FRM=n Gegevens ontvangen
+FRS=n Stilte ontvangen
+FTH=n Gegevens verzenden met HDLC-framing
+FTM=n Gegevens verzenden
+FTS=n Verzenden stoppen en wachten
Fax Class 2-opdrachten
+FCLASS=n Servicescategorie.
+FAA=n Adaptief antwoord.
+FAXERR Waarde faxfout.
+FBOR Databitorder fase C.
+FBUF? Buffergrootte (alleen lezen).
+FCFR Bevestiging voor ontvangen.
+FCLASS= Servicecategorie.
+FCON Respons faxverbinding.
+FCIG Polled station identificatie instellen.
+FCIG: Polled station identificatie aangeven.
+FCR Functie voor ontvangst.
+FCR= Functie voor ontvangst.
+FCSI: Het opgeroepen station-ID aangeven.
+FDCC= Parameters DCE-functies.
+FDCS: Huidige sessie rapporteren.
+FDCS= Resultaten huidige sessie.
+FDIS: Functies op afstand aangeven.
+FDIS= Parameters huidige sessie.
+FDR Ontvangst fase C gegevens beginnen of voortzetten.
+FDT= Datatransmissie.
+FDTC: Polled station functies aangeven.
+FET: Post page berichtrespons.
+FET=N Pagina-interpunctie verzenden.
+FHNG Beëindiging met status.
+FK Sessie beëindigen.
+FLID= String lokaal-ID.
+FLPL Document voor polling.
+FMDL? Model aangeven.
+FMFR? Fabrikant aangeven.
56 Handboekvoordegebruiker
+FPHCTO Timeout fase C.
+FPOLL Geeft de pollingaanvraag aan.
+FPTS: Status paginaoverdracht.
+FPTS= Status paginaoverdracht.
+FREV? Revisie aangeven.
+FSPT Polling inschakelen.
+FTSI: Het transmitstation-ID aangeven.
Spraakopdrachten
#BDR Baudwaarde selecteren
#CID Detectie Caller ID inschakelen en rapportage-indeling
#CLS Data, Fax of Voice/Audio selecteren
#MDL? Model aangeven
#MFR? Fabrikant aangeven
#REV? Revisieniveau aangeven
#TL Verzendniveau audio-uitvoer
#VBQ? Grootte querybuffer
#VBS Bits per sample (ADPCM of PCM)
#VBT Timer signaaltoon
#VCI? Compressiemethode aangeven
#VLS Spraaklijn selecteren
#VRA Ringback goes away timer
#VRN Ringback never came timer
#VRX Stemontvangstwerkstand
#VSDB Silence deletion tuner
#VSK Buffer skid-instellingen
#VSP Silence detectieperiode
#VSR Selectie samplefrequentie
#VSS Silence deletion tuner
#VTD Functies voor rapportage DTMF-toon
#VTM Plaatsing timingmark inschakelen
#VTS Toonsignalen genereren
#VTX Spraakverzendmodus
Bijlage A. Handmatige modemopdrachten 57
Opmerking voor gebruikers in Zwitserland:
Als Taxsignal op uw Swisscom-telefoonlijn niet uitgeschakeld is, kan dit de
modemfunctie nadelig beïnvloeden. Dit kan worden verholpen door een filter
met de volgende specificaties:
Telekom PTT SCR-BE
Taximpulssperrfilter-12kHz
PTT Art. 444.112.7
Bakom 93.0291.Z.N
58 Handboekvoordegebruiker
Bijlage B. Kennisgevingen
Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of
voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovovertegenwoordiger
beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van
Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden. Functioneel gelijkwaardige producten of diensten kunnen in plaats
daarvan worden gebruikt, mits dergelijke producten of diensten geen inbreuk
maken op intellectuele eigendomsrechten of andere rechten van Lenovo. De
gebruiker is verantwoordelijk voor het vaststellen van de mate van samenwerking
met producten, programma’s of diensten van anderen.
Mogelijk heeft Lenovo octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde
in deze publicatie genoemde producten. De levering van dit document geeft u
geen recht op een licentie voor deze octrooien. Vragen over licenties kunt u schrif-
richten aan:
telijk
Lenovo (United States), Inc.
1009 Think Place - Building One
Morrisville, NC 27560
U.S.A.
Attention: Lenovo Director of Licensing
voor informatieoverdeproductenendienstendieinuwregio
LENOVO
LEVERTDEZEPUBLICATIE OP “AS IS”-BASIS, ZONDER ENIGE
GARANTIE, UITDRUKKELIJK NOCH STILZWIJGEND, MET INBEGRIP VAN,
MAAR NIET BEPERKT TOT, DE GARANTIES OF VOORWAARDEN VA N HET
GEEN INBREUK MAKEN OP RECHTEN VA N DERDEN, VERHANDELBAARHEID
matie
nieuwe uitgaven van deze publicatie worden opgenomen. Lenovo kan de
producten en/of programma’s die in deze publicatie worden beschreven zonder
aankondiging wijzigen en/of verbeteren.
De producten die in dit document worden beschreven, zijn niet bedoeld voor
gebruik bij implantaties of andere levensondersteunende toepassingen waarbij sto-
kunnen leidentotletselofoverlijden.Deinformatieinditdocumentheeft
ringen
geen invloed op Lenovo-productspecificaties of -garanties en wijzigt die niet. Niets
in dit document doet dienst als uitdrukkelijke of stilzwijgende licentie of vrijwa-
onder deintellectueleeigendomsrechtenvanLenovoofderden.Alleinforma-
ring
tie in dit document is afkomstig van specifieke omgevingen en wordt hier uitslui-
Lenovo behoudt zich het recht voor om door u verstrekte informatie te gebruiken
of te distribueren op iedere manier die zij relevant acht, zonder dat dit enige verplichting
voor Lenovojegensuschept.
Verwijzingen in deze publicatie naar andere dan Lenovo-websites zijn uitsluitend
opgenomen ter volledigheid en gelden op geen enkele wijze als aanbeveling voor
die websites. Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het
materiaal voor dit Lenovo-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor
eigen risico.
Alle hierin opgenomen prestatiegegevens zijn verkregen in een gecontroleerde
omgeving. De resultaten in andere gebruiksomgevingen kunnen aanzienlijk afwijken. Bepaalde metingen zijn mogelijkerwijs uitgevoerd op systemen die nog in ontwikkeling
meen verkrijgbare machines gelijk zouden zijn. Ook is het mogelijk dat sommige
metingen schattingen zijn die door extrapolatie zijn verkregen. De werkelijk resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de toepasse-
gegevens voorhunspecifiekeomgevingtecontroleren.
lijke
Kennisgeving televisie-uitvoer
De volgende kennisgeving heeft betrekking op modellen die over de door de
fabriek geïnstalleerde functie voor televisieuitvoer beschikken.
Dit product bevat technologie voor de bescherming van copyright en wordt
beschermd door methodeclaims van bepaalde Amerikaanse octrooien en andere
intellectuele-eigendomsrechten die eigendom zijn van Macrovision Corporation en
andere rechthebbenden. Het gebruik van deze technologie voor de bescherming
van copyright moet worden geautoriseerd door Macrovision Corporation, en is
alleen bedoeld voor thuisgebruik en ander gebruik in beperkte kring, tenzij het
gebruik op andere wijze door Macrovision Corporation is geautoriseerd. Reverse
engineering en disassembly zijn verboden.
Handelsmerken
De volgende termen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of
andere landen:
Lenovo
Rescue and Recovery
ThinkStation
ThinkVantage
De volgende benamingen zijn handelsmerken van International Business Machines
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen:
Wake on LAN
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Intel, Celeron, Core, Pentium en Xeon zijn handelsmerken van Intel Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere namen van ondernemingen, producten en diensten kunnen handelsmerken
zijn van derden.