Lenovo ThinkPad X1 Nano Gen 1 User Guide [nl]

X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding
Lees dit eerst
Lees het volgende aandachtig door voordat u deze documentatie en het bijbehorende product gebruikt:
• Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 47
Veiligheid en garantie
Installatiegids
Eerste uitgave (november 2020)
© Copyright Lenovo 2020.
Inhoud
Uw Lenovo-notebook ontdekken . . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Zijkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
USB-specificaties . . . . . . . . . . . . . 5
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Toegang tot netwerken . . . . . . . . . . . . . 7
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken . . . . 7
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Verbinding maken met een mobiel netwerk . . . 7
De vliegtuigstand inschakelen . . . . . . . . 8
Communiceren met uw computer. . . . . . . . . 8
De sneltoetsen gebruiken . . . . . . . . . . 8
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken . . 10
De trackpad gebruiken . . . . . . . . . . 11
Het aanraakscherm gebruiken . . . . . . . 13
Een extern beeldscherm aansluiten . . . . . 14
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 17
Lenovo-apps . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Intelligent koelen . . . . . . . . . . . . . . 18
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 18
De status van de batterij controleren . . . . . 18
De computer opladen. . . . . . . . . . . 19
De energie-instellingen wijzigen. . . . . . . 20
Een Bluetooth-verbinding instellen . . . . . . . 20
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Accessoires aanschaffen . . . . . . . . . 21
Lenovo USB-C-poortreplicator (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 21
Hoofdstuk 4. De computer en
computergegevens beveiligen. . . . . 23
Aanmelden met uw vingerafdruk (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Aanmelden met uw gezichts-ID (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Aanwezigheid van mensen detecteren (voor
bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . . . 23
Privacybescherming gebruiken. . . . . . . . . 24
Gegevens beschermen tegen stroomuitval (voor
bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . . . 25
UEFI BIOS-wachtwoorden . . . . . . . . . . 25
Wachtwoordtypen . . . . . . . . . . . . 25
Een wachtwoord instellen, wijzigen of
wissen . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Uw vingerafdrukken aan wachtwoorden
koppelen (voor bepaalde modellen) . . . . . 28
Hoofdstuk 5. Geavanceerde
instellingen configureren . . . . . . . 29
UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Het UEFI BIOS-menu openen . . . . . . . 29
Navigeren in de UEFI BIOS-interface. . . . . 29
De systeemdatum en -tijd instellen . . . . . 29
De opstartvolgorde wijzigen . . . . . . . . 29
UEFI BIOS bijwerken . . . . . . . . . . . 30
Herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Systeembestanden en -instellingen herstellen
naar een eerder punt . . . . . . . . . . . 30
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 30
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 31
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 31
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 31
Windows 10 en stuurprogramma's installeren . . . 32
Hoofdstuk 6. CRU vervangen . . . . . 35
CRU-lijst . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Snel opstarten en de geïntegreerde batterij
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Een CRU vervangen . . . . . . . . . . . . . 36
Klep aan de onderkant van de computer . . . 36
2242 M.2 SSD-station . . . . . . . . . . 37
Hoofdstuk 7. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 39
Veelgestelde vragen . . . . . . . . . . . . . 39
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . 40
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt . . . . 41
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 42
Windows-label . . . . . . . . . . . . . . . 42
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 43
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 43
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 44
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 45
© Copyright Lenovo 2020 i
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 47
Bijlage C. Informatie over naleving en
TCO-certificaten . . . . . . . . . . . . 65
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 61
Bijlage D. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 79
ii X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

Uw Lenovo-notebook ontdekken

Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een Lenovo-notebook! We streven ernaar u de beste oplossing te bieden.
Lees de volgende informatie door voordat u begint met de rondleiding:
• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model zijn bepaalde optionele accessoires, voorzieningen, softwareprogramma's en
instructies voor de gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Verkrijg de nieuwste
documentatie op
https://pcsupport.lenovo.com.
© Copyright Lenovo 2020 iii
iv X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen

Voorkant

Microfoon
ThinkShutter (cameraklep)
Luidspreker TrackPoint®-aanwijsknopje
© Copyright Lenovo 2020 1
IR-camera
Aanraakscherm*
Vingerafdruklezer Trackpad
TrackPoint-knoppen
* voor bepaalde modellen
ThinkShutter
Schuif ThinkShutter om de cameralens te bedekken of onthullen. Deze voorziening is bedoeld om uw privacy te beschermen.
Verwante onderwerpen
• 'Aanmelden met uw gezichts-ID (voor bepaalde modellen)' op pagina 23
• 'Aanwezigheid van mensen detecteren (voor bepaalde modellen)' op pagina 23
• 'Het aanraakscherm gebruiken' op pagina 13
• 'Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken' op pagina 10
• 'Aanmelden met uw vingerafdruk (voor bepaalde modellen)' op pagina 23
• 'De trackpad gebruiken' op pagina 11
2
X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

Zijkant

Audioaansluiting Voedingsaansluiting
Thunderbolt4-aansluiting (USB-C®)
Verwante onderwerpen
• 'De computer opladen' op pagina 19
• 'USB-specificaties' op pagina 5
Aan/uit-knop
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 3

Onderkant

Noodresetgaatje
Noodresetgaatje
Als de computer niet meer reageert en u deze niet kunt uitschakelen met de aan/uit-knop, reset u de computer:
1. Koppel de computer los van de netvoeding.
2. Steek het uiteinde van een uitgebogen paperclip in het gaatje om de stroomvoorziening tijdelijk uit te schakelen.
3. Sluit de computer aan op de netvoeding en zet vervolgens de computer aan.
Luidspreker

Achterkant

Nano-SIM-kaartlade*
4 X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding
* voor bepaalde modellen
Verwant onderwerp
'Verbinding maken met een mobiel netwerk' op pagina 7

Specificaties

Ga voor gedetailleerde specificaties van uw computer naar https://psref.lenovo.com.

USB-specificaties

Opmerking: Afhankelijk van uw model zijn sommige USB-aansluitingen mogelijk niet beschikbaar op uw
computer.
Naam van aansluiting Beschrijving
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
USB 2.0-aansluiting
• USB-C-aansluiting (3.2 Gen 1)
• USB-C-aansluiting (3.2 Gen 2)
USB 3.2 Gen 1-aansluiting
USB 3.2 Gen 2-aansluiting
Thunderbolt 3-aansluiting (USB-C)
Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C)
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van 5 V en 1,5 A.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: maximaal 1920 x 1200 pixels, 60 Hz – USB-C naar DP: maximaal 5120 x 3200 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat
https://www.lenovo.com/accessories.
u naar
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten, bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USB­aansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk onderstaand overeenkomstig apparaat.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 5
USB-apparaat Gegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
Thunderbolt 3-aansluiting (USB-C)
Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C)
5
10
20
40
40
6 X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer

Toegang tot netwerken

In dit gedeelte vindt u hulp om een verbinding tot stand te brengen met een draadloos of bekabeld netwerk.

Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken

Klik op het netwerkpictogram in het Windows®-systeemvak en selecteer een netwerk om verbinding te maken. Verstrek, indien nodig, de vereiste informatie.

Verbinding maken met een bekabeld Ethernet

Als u uw computer op een lokaal netwerk wilt aansluiten, hebt u een Lenovo USB-C naar Ethernet-adapter nodig. De Lenovo USB-C naar Ethernet-adapter is beschikbaar als optie en wordt bij sommige computermodellen geleverd. U kunt een adapter aanschaffen bij Lenovo op https://www.lenovo.com/ accessories.

Verbinding maken met een mobiel netwerk

Als uw computer is uitgerust met een draadloos-WAN-kaart (wide area network) en een nano-SIM-kaart, kunt u overal verbinding maken met een mobiel datanetwerk en online gaan.
© Copyright Lenovo 2020 7
Opmerking: De mobiele service wordt in sommige landen of regio's aangeboden door geautoriseerde serviceproviders. U moet een mobiel abonnement van een serviceprovider hebben om verbinding met het mobiele netwerk te kunnen maken.
Een mobiele verbinding tot stand brengen:
1. Zet de computer uit.
2. Zoek de nano-SIM-kaartsleuf en plaats de nano-SIM-kaart zoals weergegeven. Let op de juiste richting van de kaart en zorg ervoor dat de kaart goed wordt geplaatst.
3. Zet de computer aan.
4. Klik op het netwerkpictogram en selecteer vervolgens het pictogram van het mobiele netwerk lijst. Verstrek, indien nodig, de vereiste informatie.
in de
Opmerking: Het USB-C-compatibele apparaat dat is aangesloten op de Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C) kan de draadloze functies beïnvloeden. Als uw computer geen verbinding kan maken met het mobiele netwerk, of als uw locatie niet kan worden bepaald met de GPS-functie, koppel het apparaat dan los van de Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C).

De vliegtuigstand inschakelen

Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
1. Klik op het pictogram van het Actiecentrum
2. Klik op Vliegtuigstand om de Vliegtuigstand in of uit te schakelen.
in het systeemvak van Windows.

Communiceren met uw computer

Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.

De sneltoetsen gebruiken

Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u effectiever werken.
https://support.lenovo.com/us/en/videos/vid500145
8 X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of activeer de standaardfunctie van de functietoetsen F1-F12.
+
FnLock-lampje aan: standaardfunctie
FnLock-indicator uit: speciale functie
Luidsprekers in-/uitschakelen
Volume verlagen
Volume verhogen
Microfoon in-/uitschakelen
Beeldscherm donkerder maken
Beeldscherm lichter maken
Externe beeldschermen beheren
Draadloos in-/uitschakelen
Meldingscentrum openen/samenvouwen
Binnenkomende gesprekken beantwoorden
Deze functie werkt alleen met sommige apps, zoals Skype voor Bedrijven 2016 en Microsoft Teams 1.0.
Standaard werkt de functie met Skype voor Bedrijven 2016. U kunt de standaardinstellingen via Commercial Vantage wijzigen.
Binnenkomende gesprekken afwijzen
Deze functie werkt alleen met sommige apps, zoals Skype voor Bedrijven 2016 en Microsoft Teams 1.0.
Standaard werkt de functie met Skype voor Bedrijven 2016. U kunt de standaardinstellingen via Commercial Vantage wijzigen.
Opmerking: U kunt ook F11 indrukken om uitgaande gesprekken voor Skype voor Bedrijven 2016 op te hangen.
Commercial Vantage openen. De functie van deze toets kunt u aanpassen in Commercial Vantage.
Knipprogramma openen
+
Achtergrondverlichting toetsenbord in-/uitschakelen
+
Onderbrekingsbewerking
+
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 9
Pauzebewerking
+
Door de inhoud bladeren
+
Systeemaanvraag verzenden
+
Slaapstand inschakelen
+
+
+
Druk op de Fn of de aan/uit-knop om de computer uit de slaapstand te halen.
Ga naar begin
Ga naar einde

Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken

Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
TrackPoint-aanwijsknopje
Gebruik uw vinger om parallel aan het toetsenbord druk uit te oefenen op het antislipdopje van het aanwijsknopje. De aanwijzer op het scherm wordt dienovereenkomstig verplaatst. Hoe meer druk u uitoefent, hoe sneller de aanwijzer beweegt.
TrackPoint-knoppen
10
X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding
De linker- en rechterklikknop corresponderen met de linker- en rechterknoppen van een traditionele muis. Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u met uw vinger in de verticale of horizontale richting druk uitoefent op het aanwijsknopje. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen Apparaten Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .

De trackpad gebruiken

U kunt de trackpad gebruiken om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
Linkerklikgebied Rechterklikgebied
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 11
De aanraakbewegingen gebruiken
Tik één keer om een item te selecteren of te openen.
Zoom in of uit met twee vingers. Blader door items.
Open de taakweergave om alle geopende vensters te
bekijken.
Tik twee keer snel om een snelmenu weer te geven.
Geef het bureaublad weer.
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen Apparaten Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
12
X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

Het aanraakscherm gebruiken

Als het beeldscherm van uw computer de multitouch-functie ondersteunt, kunt u met eenvoudige aanraakbewegingen op het scherm navigeren.
Opmerking: Sommige gebaren zijn mogelijk niet beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
Tik één keer om één keer te klikken Tik twee keer snel om te dubbelklikken
Tik en houd vast om met de rechtermuisknop te klikken
Uitzoomen Inzoomen
Schuif om door voorwerpen te bladeren
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 13
Veeg vanaf links: alle geopende vensters weergeven
Kort met uw vinger omlaag vegen: de titelbalk weergeven
Omlaag vegen: de huidige app sluiten
Veeg vanaf rechts: het actiecentrum openen
Slepen
Onderhoudstips:
• Zet de computer uit voordat u het aanraakscherm schoonmaakt.
• Verwijder met een droge, zachte en pluisvrije doek of met een stuk absorberend katoen vingerafdrukken of stof van het aanraakscherm. Gebruik geen oplosmiddelen.
• Het aanraakscherm is gemaakt van glas met daaroverheen een plastic folie. Oefen nooit druk uit op of plaats geen metalen voorwerp op het scherm omdat het multitouch-scherm beschadigd of defect kan raken.
• Voer geen handelingen op het scherm uit met nagels of vingers in handschoenen of dode voorwerpen.
• Kalibreer de nauwkeurigheid van de vinger regelmatig om discrepanties te voorkomen.

Een extern beeldscherm aansluiten

Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C) van uw computer.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm aan.
14
X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen Detecteren.
Ondersteunde resolutie
Als u het externe beeldscherm aansluit op de Thunderbolt 4-aansluiting (USB-C), is de ondersteunde maximale resolutie 5120 x 3200 pixels, 60 Hz.
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de functie Miracast
®
ondersteunen.
Druk op de
+ en selecteer vervolgens een draadloos beeldscherm om verbinding mee te maken.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
Beeldscherminstellingen wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 15
16 X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen

Lenovo-apps

In dit gedeelte vindt u een introductie bij Commercial Vantage en Lenovo Quick Clean.
Commercial Vantage
De vooraf geïnstalleerde app Commercial Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
U opent Commercial Vantage als volgt:
Open het menu Start en klik op Commercial Vantage. U kunt ook in het zoekvak Commercial Vantage typen.
Belangrijke functies
Met Commercial Vantage kunt u:
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS, firmware en stuurprogramma's om uw computer up-to­date te houden.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Commercial Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.
Lenovo Quick Clean
Afhankelijk van het model biedt uw computer mogelijk ondersteuning voor de functie Lenovo Quick Clean. De voorgeïnstalleerde Lenovo Quick Clean stelt u in staat om het toetsenbord, scherm, trackpad en TrackPoint-aanwijsapparaat tijdelijk uit te schakelen voor reiniging.
U kunt Lenovo Quick Clean als volgt openen:
• Open het menu Start en klik op Lenovo Quick Clean.
• Typ Lenovo Quick Clean in het zoekvak.
• Druk tegelijkertijd op Fn en de rechter Shift-toets.
© Copyright Lenovo 2020 17
Om de laatste versie van Lenovo Quick Clean te downloaden gaat u naar https://pcsupport.lenovo.com.

Intelligent koelen

Met de functie Intelligent koelen kunt u de snelheid van de ventilator, de temperatuur en de prestaties van de computer aanpassen. Deze functie werkt standaard in de automatische werkstand. Druk op Fn+T om tussen de handmatige werkstand en de automatische werkstand te schakelen.
Handmatige werkstand
Stille modus: het minste ventilatorgeluid
Gebalanceerde modus: een goed evenwicht tussen prestaties en ventilatorgeluid
Prestatiemodus: de hoogste prestaties en een gemiddeld ventilatorgeluid
met netvoeding met batterijvoeding
Selecteer de gewenste modus als volgt:
1. Klik in het systeemvak van Windows op het batterijstatuspictogram.
2. Beweeg de schuifregelaar naar links of rechts om de gewenste modus te selecteren.
Automatische werkstand
Automatische batterijmodus: automatisch schakelen tussen de stille modus en de batterijmodus op
basis van de hoeveelheid systeemactiviteit.
Automatische prestatiemodus: automatisch schakelen tussen de stille modus, gebalanceerde modus
of prestatiemodus op basis van de hoeveelheid systeemactiviteit.

Energie beheren

Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt stroomverbruik.

De status van de batterij controleren

Klik op het batterijpictogram in het Windows-systeemvak om snel de batterijstatus te controleren, het huidige energiebeheerschema te bekijken en de batterij-instellingen te openen. Raadpleeg Commercial Vantage voor meer informatie over de batterij.
18
X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding

De computer opladen

Netvoeding gebruiken
Opmerkingen:
• Gebruik de batterij totdat de lading volledig is verbruikt en laad de batterij volledig opnieuw op voordat u deze weer in gebruik neemt. Als de batterij helemaal is opgeladen, moet u de lading laten teruglopen tot 94% of lager voordat u deze opnieuw oplaadt.
• De levensduur van de batterij kan worden geoptimaliseerd op basis van uw gebruik. Na langere perioden van beperkt gebruik is het mogelijk dat de volle capaciteit van de batterij pas beschikbaar is nadat u deze hebt ontladen tot 20% volledig opnieuw hebt opgeladen. Meer informatie vindt u in het gedeelte over energie van Commercial Vantage.
De oplaadfunctie van P-to-P 2.0 (Peer to Peer 2.0) gebruiken
Beide Thunderbolt 4-aansluitingen (USB-C) op de computer zijn voorzien van de exclusieve P-to-P 2.0­oplaadfunctie van Lenovo. Als u deze functie wilt gebruiken, moet Charge in Battery Mode op uw computers zijn ingeschakeld in UEFI BIOS, zodat de functie ook werkt wanneer de computers uit of in de sluimerstand staan.
Charge in Battery Mode inschakelen:
1. Druk op F1 om het UEFI BIOS-menu te openen.
2. Klik op Config USB en klik vervolgens om Charge in Battery Mode in te schakelen.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen 19
Wanneer geen netvoeding beschikbaar is:
Opmerking: Het resterende batterijvermogen van computer A moet ten minste 30% bedragen en 3% hoger zijn dat die van computer B.
Wanneer netvoeding beschikbaar is:
Opmerking: De daadwerkelijke oplaadsnelheid van uw computer is afhankelijk van vele factoren, zoals het resterende batterijvermogen van beide computers, het vermogen van de voedingsadapter en of de computers worden gebruikt.

De energie-instellingen wijzigen

Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energieschema van kracht wanneer de computer gedurende een bepaalde tijd niet actief is geweest:
• Beeldscherm uitzetten na: na 10 minuten
• Computer naar slaapstand: na 10 minuten
Het energiebeheerschema opnieuw instellen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram en selecteer Energiebeheer.
2. Kies een energiebeheerschema of maak uw eigen energiebeheerschema.
De functie van de aan/uit-knop opnieuw instellen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het statuspictogram van de batterij en selecteer Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen wijzigen.
2. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Een Bluetooth-verbinding instellen

U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een muis, een smartphone of luidsprekers. Voor een geslaagde verbinding plaatst u de apparaten maximaal 10 meter (33 voet) van de computer.
1. Klik op het pictogram van het actiecentrum functie in.
20
X1 Nano Gen 1 Gebruikershandleiding
in het systeemvak van Windows en schakel de Bluetooth-
Loading...
+ 60 hidden pages