KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Maak foto's of neem video's op door in het menu Start op Camera te klikken. Het
cameralampje brandt als de camera wordt gebruikt.
Als u andere apps gebruikt die functies zoals fotograferen, videochatten en
videovergaderingen ondersteunen, wordt de camera automatisch gestart wanneer
u in de app een functie inschakelt waarvoor de camera is vereist.
Gebruik het full high-definition (FHD) of high-definition (HD) beeldscherm om uw
visuele ervaring te verbeteren als u films bekijkt, surft op internet, enzovoort.
Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te
zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
1. Aan/uit-knop
2. Numeriek toetsenblokHiermee voert snel nummers in.
3. Vingerafdruklezer*
4. LuidsprekersGeniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
5. Trackpad
6. TrackPoint
®
-aanwijsapparaat
• Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op
voeding.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
• Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
• Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Hiermee meldt u zich bij uw computer aan met geregistreerde vingerafdrukken.
Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 27.
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De
trackpad gebruiken' op pagina 16.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPointaanwijsapparaat gebruiken' op pagina 14.
* voor bepaalde modellen
Aan/
2
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Bovenaanzicht (ThinkPad E595)
Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te
zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
1. Aan/uit-knop
2. Numeriek toetsenblokHiermee voert snel nummers in.
3. LuidsprekersGeniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
4. Trackpad
5. TrackPoint-aanwijsapparaat
• Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op
voeding.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
• Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
• Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De
trackpad gebruiken' op pagina 16.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPointaanwijsapparaat gebruiken' op pagina 14.
Aan/
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
Linkerkant
1. USB-C™-aansluiting/
voedingsaansluiting
2. HDMI™-aansluitingSluit een compatibel digitaal audioapparaat of digitale videomonitor aan,
3. Always On USB 3.1 Gen 1aansluiting
• Uw computer opladen.
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van 5 V en 3 A.
• Gegevensoverdracht met USB 3.1-snelheid, tot maximaal 5 Gbps.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: 1920 x 1080 pixels, 60 Hz
– USB-C naar DP: 3840 x 2160 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te
breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
• Een andere computer van energie voorzien met de P-to-P (Peer-to-Peer) 2.0
oplaadfunctie. Zie 'De computer opladen' op pagina 21.
Opmerking: Als de hoeveelheid resterende energie in de batterij minder dan 10%
is, werken USB-C-accessoires die op de USB-C-aansluiting zijn aangesloten,
mogelijk niet correct.
bijvoorbeeld een HDTV.
Als de functie Always On USB is ingeschakeld, kan via de Always On USB 3.1 Gen
1-aansluiting een USB-compatibel apparaat worden opgeladen wanneer de
computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat.
Opmerkingen:
• Standaard is in het UEFI BIOS Always On USB ingeschakeld en Charge in
Battery Mode uitgeschakeld.
• Als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat en Charge in
Battery Mode is uitgeschakeld in het UEFI BIOS, moet u ervoor zorgen dat de
computer is aangesloten op de netvoeding.
.
https://
U kunt als volgt de functie Always On USB inschakelen:
1. Het BIOS-menu openen. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 29.
2. Klik op Config ➙ USB ➙ Always On USB om de functie Always On USB in te
4E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
schakelen.
4. USB 3.1 Gen 1-aansluitingSluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
5. Audioaansluiting
Sluit een hoofdtelefoon of headset met een vierpolige 3,5 mm-stekker aan om
naar geluid op de computer te luisteren.
Opmerking: De conventionele microfoon wordt niet ondersteund.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen5
Rechterkant
1. MicroSD-kaartsleuf
2. USB 2.0-aansluiting
3. Ethernet-poort
4. Sleuf voor veiligheidsslot
Plaats een microSD-kaart voor toegang tot gegevens of voor opslag. Zie 'Een
microSD-kaart gebruiken' op pagina 23.
Sluit een USB-compatibel apparaat aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis,
USB-opslagapparaat of USB-printer.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het groene lampje
brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje
knippert, worden er gegevens overgedragen.
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een
compatibel veiligheidskabelslot. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 25.
6E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Voorzieningen en specificaties
• Breedte: 369 mm
Afmetingen
• Diepte: 252,5 mm
• Dikte: 20,7 mm
Maximale warmteafgifte
(afhankelijk van het model)
Voedingsbron
(netvoedingsadapter)
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
Beeldscherm
• 45 W
• 65 W
• Sinus-invoer bij 50 tot 60 Hz
• Ingangsspanning van de netvoedingsadapter: 100 tot 240 volt wisselstroom,
50 tot 60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u
met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
DDR4 SODIMM (Double Data Rate 4 Small Outline Dual Inline Memory Module) tot
32 GB
• 2,5-inch vaste-schijfstation*
• M.2 SSD-station met Intel
®
Optane™ geheugen*
• M.2 SSD-station zonder Intel Optane-geheugen*
ThinkPad E590 en R590
• Helderheidsregeling
• Kleurenbeeldscherm met IPS-technologie (In-Plane Switching) of TN-
technologie (Twisted Nematic)
• Schermgrootte: 396,2 mm
• Schermresolutie: 1366 x 768 pixels of 1920 x 1080 pixel
®
• Intel
UHD-graphics of AMD® discrete graphics
Toetsenbord
ThinkPad E595
• Helderheidsregeling
• Kleurenbeeldscherm met IPS-technologie (In-Plane Switching) of TN-
technologie (Twisted Nematic)
• Schermgrootte: 396,2 mm
• Schermresolutie: 1366 x 768 pixels of 1920 x 1080 pixel
• Functietoetsen
• Numeriek toetsenblok
• Toetsenbord met zes rijen
• Achtergrondverlichting toetsenbord*
• Trackpad
• TrackPoint-aanwijsapparaat
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
Aansluitingen en sleuven
Beveiligingsvoorzieningen
• Always On USB 3.1 Gen 1-aansluiting
• Audioaansluiting
• Ethernet-poort
• HDMI-aansluiting
• MicroSD-kaartsleuf
• USB-C-aansluiting
• USB 2.0-aansluiting
• USB 3.1 Gen 1-aansluiting
• Vingerafdruklezer*
• Wachtwoord
• Sleuf voor veiligheidsslot
• Trusted Platform Module (TPM)*
Draadloze voorzieningen
Overige
* voor bepaalde modellen
• Bluetooth
• Draadloos LAN
• Camera
• Microfoons
8
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Aan de slag met Windows 10
Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag.
Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.
Windows-account
Een gebruikersaccount is vereist om het Windows-besturingssysteem te kunnen gebruiken. Dit kan een
Windows-gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te
maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount
extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en selecteer Instellingen ➙ Accounts ➙ Family (Familie) en ander gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive,
Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
9. Windows-systeemvakGeef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige
account.
Open de map Documenten, een standaardmap om uw ontvangen bestanden in
op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om uw ontvangen afbeeldingen
in op te slaan.
Start Instellingen.
Uw computer uitschakelen, opnieuw opstarten of in de slaapstand zetten.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en
het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energieinstellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het
pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de
netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde
acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
10
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Systeem ➙ Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.
Windows-label
Op uw computer is mogelijk een Windows 10 Genuine Microsoft-label op de klep aangebracht, afhankelijk
van de volgende factoren:
• Uw geografische locatie
• De versie van Windows 10 die vooraf is geïnstalleerd
Zie
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/Hardware.aspx voor afbeeldingen van de verschillende typen
Legitiem Microsoft-labels.
• In de Volksrepubliek China is het Legitiem Microsoft-label verplicht op alle computermodellen waarop
vooraf een versie van Windows 10 is geïnstalleerd (ongeacht welke).
• In andere landen en regio's is het Legitiem Microsoft-label alleen verplicht op computermodellen met een
licentie voor Windows 10 Pro.
De afwezigheid van een Legitiem Microsoft-label geeft niet aan dat een vooraf geïnstalleerde Windows-versie
niet legitiem is. Raadpleeg de informatie van Microsoft op
default.aspx
Er zijn geen externe, visuele indicaties van de product-id of de Windows-versie waarvoor de computer een
licentie heeft. In plaats daarvan is de product-id vastgelegd in de computerfirmware. Het
installatieprogramma controleert of er een geldige, bijbehorende product-id in de computerfirmware
aanwezig is om de activering te voltooien, ongeacht of er een Windows 10-product is geïnstalleerd.
In sommige gevallen kan er onder de voorwaarden van downgraderechten van een Windows 10 Pro-licentie
een oudere Windows-versie zijn geïnstalleerd.
voor meer informatie om te bepalen of uw vooraf geïnstalleerde Windows-product legitiem is.
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/
Verbinding maken met netwerken
Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos
netwerk.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernetaansluiting op uw computer.
Opmerking: Als u de computer op een ondersteund dockingstation of dock is aangesloten, gebruikt u de
Ethernet-aansluiting op het dockingstation of het dock in plaats van de Ethernet-aansluiting op de computer.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met
beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer11
2. Selecteer een netwerk dat beschikbaar is voor het maken van een verbinding. Verstrek, indien nodig, de
vereiste informatie.
Lenovo Vantage gebruiken
De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage. U kunt ook Lenovo Vantage in het zoekvak typen.
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te
downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS, firmware en stuurprogramma's om uw computer up-todate te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.
Communiceren met uw computer
Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.
De sneltoetsen gebruiken
Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u gemakkelijker en effectiever werken.
12
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
1. Numeriek toetsenblok
2. Toets met het Windows-logo
3. Caps Lock-toets
4. Functietoetsen F1-F12
Voer snel nummers als het Num Lock-lampje brandt.
Open het menu Start.
Zie de Help-informatie van Windows voor informatie over het gebruik van deze
toets in combinatie met andere toetsen.
Wissel tussen hoofdletters en kleine letters.
Als het lampje voor Caps Lock brandt, kunt u hoofdletters typen.
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of
activeer de standaardfunctie.
Kiezen of u de speciale functie of de standaardfunctie wilt aanroepen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote
pictogrammen of Kleine pictogrammen.
2. Klik op Toetsenbord of op Lenovo - Toetsenbordbeheer en selecteer de
optie van uw voorkeur.
Schakel tussen de standaardfunctie van de F1-F12-toetsen en de speciale functie
die als pictogram op elke toets is afgebeeld.
Als het Fn Lock-lampje brandt:
• Druk op F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op Fn+F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Als het Fn Lock-lampje niet brandt:
• Druk op Fn+F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Luidsprekers dempen of dempen ongedaan maken.
Als het toetslampje brandt, zijn de luidsprekers gedempt.
Als u de luidsprekers dempt en uw computer uitschakelt, zijn de luidsprekers nog
steeds gedempt als u de computer weer inschakelt.
Verlaag het volume van de luidspreker.
Verhoog het volume van de luidspreker.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer13
Schakel de microfoons in of uit.
Als het toetslampje brandt, zijn de microfoons uitgeschakeld.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm donkerder.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm lichter.
Externe beeldschermen beheren.
Hiermee kunt u de ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of
uitschakelen.
Hiermee opent u het instellingenvenster.
Hiermee kunt u de ingebouwde Bluetooth-functies in- of uitschakelen.
Open een pagina met toetsenbordinstellingen.
Roep de door u zelf gedefinieerde functie aan.
Open Lenovo Vantage en u kunt verschillende functies definiëren voor de toets
F12.
Open de rekenmachine.
Hiermee zet uw de computer in de slaapstand.
Het Knipprogramma openen.
Fn+Spatiebalk
Fn+B
Fn+K
Fn+P
Fn+S
Fn+4
Fn+pijl naar linksIs gelijk aan de Home-toets.
Fn+pijl naar rechtsIs gelijk aan de End-toets.
Hiermee schakelt u tussen verschillende statussen voor de achtergrondverlichting
van het toetsenbord als uw computer achtergrondverlichting ondersteunt.
Is gelijk aan de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets ScrLK of Scroll Lock op een conventioneel extern
toetsenbord.
Is gelijk aan de toets Pause op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets SysRq op een conventioneel extern toetsenbord.
Hiermee zet u de computer in de slaapstand. Druk op de Fn of de aan/uit-knop
om de computer uit de slaapstand te halen.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het
aanwijzen, klikken en bladeren.
14
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
1. Aanwijsknopje
Gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk op het antislipdopje van het aanwijsknopje uit te oefenen in
elke richting parallel aan het toetsenbord. De aanwijzer op het scherm beweegt dienovereenkomstig, maar
het aanwijsknopje zelf beweegt niet. Hoe meer druk u uitoefent, hoe sneller de aanwijzer beweegt.
2. Linkermuisknop
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
3. Rechtermuisknop
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
4. Middelste knop
Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u druk uitoefent op het aanwijsknopje in de verticale of
horizontale richting. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer15
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen
Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .
De trackpad gebruiken
Het hele oppervlak van de trackpad is gevoelig voor aanraken en bewegingen. U kunt de trackpad gebruiken
om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
1. Zone voor linksklikken
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
linkermuisknopactie uit te voeren.
2. Zone voor rechtsklikken
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
U kunt ook met twee vingers op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
rechtermuisknopactie uit te voeren.
16
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
De aanraakbewegingen gebruiken
Tikken
Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een
item te selecteren of te openen.
Tikken met twee vingers
Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een
snelmenu weer te geven.
Bladeren met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of
horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten,
websites en apps bladeren.
Uitzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze vervolgens dichter
naar elkaar toe om uit te zoomen.
Inzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze verder van elkaar af
om in te zoomen.
Omhoog vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omhoog om de
taakweergave te openen, zodat u alle geopende vensters kunt zien.
Omlaag vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omlaag om het
bureaublad weer te geven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer17
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is
uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak
van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of
reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Apparaten ➙ Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
Multimedia gebruiken
Gebruik uw computer voor zakelijke doeleinden of voor ontspanning met de ingebouwde onderdelen
(camera, luidsprekers en audiomogelijkheden) of de aangesloten externe apparaten (een externe projector,
een beeldscherm en HDTV).
Audio gebruiken
Om uw audio-ervaring te verbeteren, sluit u luidsprekers, hoofdtelefoons of een headset met een 3,5-mm
(0,14-inch), 4-polige stekker aan op de audioaansluiting.
Pas het volume van de luidspreker aan
Druk op
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar Configuratiescherm en bekijk per categorie.
2. Klik op Hardware en geluid ➙ Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
om het luidsprekervolume te verhogen of op om het luidsprekervolume te verlagen.
De camera gebruiken
U kunt de geïntegreerde camera gebruiken om foto's te maken en video's op te nemen. Het lampje naast de
camera gaat branden als de camera in gebruik is.
Foto's of video's maken:
1. Schuif de ThinkShutter naar rechts om de cameralens vrij te maken.
2. Open het menu Start en klik vervolgens Camera.
3. Als u foto's wilt maken, klikt u op het camerapictogram. Als u video's wilt opnemen, klikt u op het
videopictogram om over te schakelen naar de videomodus.
Als u andere programma's gebruikt die functies bieden zoals fotograferen, opnemen van video's en
videovergaderingen, wordt de camera automatisch gestart wanneer u een functie inschakelt waarvoor de
camera is vereist.
18
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Een extern beeldscherm aansluiten
Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte
uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een passende video-aansluiting op uw computer, zoals de HDMIaansluiting of USB-C-aansluiting.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm aan.
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg
gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren.
Ondersteunde resolutie
In de volgende tabel staat de ondersteunde maximale resolutie van het externe beeldscherm.
Tabel 1. ThinkPad E590 en R590
Het externe beeldscherm aansluiten op
de USB-C-aansluitingMaximaal 4096 x 2304 pixels/60 Hz
de HDMI-aansluiting
Tabel 2. ThinkPad E595
Het externe beeldscherm aansluiten op
de USB-C-aansluitingMaximaal 3840 x 2160 pixels/60 Hz
de HDMI-aansluitingMaximaal 3840 x 2160 pixels/30 Hz
Ondersteunde resolutie
Maximaal 4096 x 2160 pixels / 24 Hz
Ondersteunde resolutie
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de
functie Miracast
®
ondersteunen.
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten ➙ Bluetooth of een ander apparaat toevoegen. Klik in het venster Een apparaat toevoegen
op Draadloos apparaat of dock. Volg daarna de instructies op het scherm.
• Klik op het pictogram van het actiecentrum
in het systeemvak van Windows en klik op Verbinden.
Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
• Alleen computerbeeldscherm: geeft de video-uitvoer alleen weer op het beeldscherm van de computer.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Verbinding verbreken, Alleen PC-scherm, Alleen
computer of Verbinding met projector verbreken zien.
• Dupliceren: geeft dezelfde video-uitvoer op het beeldscherm van de computer en een extern
beeldscherm.
• Uitbreiden: breidt de video-uitvoer van het beeldscherm van de computer uit naar een extern
beeldscherm. U kunt items slepen en verplaatsen tussen de twee beeldschermen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer19
• Alleen tweede scherm: geeft de video-uitvoer alleen weer op een extern beeldscherm.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Alleen projector of Alleen tweede scherm zien.
Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D
®
in Volledig scherm, verschijnt
de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm.
Beeldscherm instellen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer
Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt
bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook
de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Opmerking: Als u een hogere resolutie instelt voor het computerbeeldscherm dan voor het externe
beeldscherm, kan slechts een deel van het scherm op het externe beeldscherm worden weergegeven.
20
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3.Uw computer verkennen
Energie beheren
Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt
stroomverbruik.
De status en temperatuur van de batterij controleren
De status van de batterij controleren
Het statuspictogram van de batterij
klikken op het icoon om snel de batterijstatus te controleren, het huidige energiebeheerschema te bekijken
en de batterij-instellingen te openen.
De temperatuur van de batterij controleren
Open Lenovo Vantage en volg de aanwijzingen op het scherm om de batterij gegevens te bekijken.
De computer opladen
Netvoeding gebruiken
Wanneer u merkt dat de batterij bijna leeg is, moet u de batterij opladen door uw computer aan te sluiten op
de netvoeding.
of wordt weergegeven in het systeemvak van Windows. U kunt
Het duurt ongeveer vier tot acht uur om de batterij volledig op te laden. Als de voedingsadapter die met uw
computer is meegeleverd, de functie voor snel opladen ondersteunt, wordt de batterij in ongeveer één uur
80% opgeladen wanneer de computer uit staat. De werkelijke oplaadtijd is afhankelijk van de batterijgrootte,
de fysieke omgeving en of u de computer al dan niet gebruikt.
Het opladen van de batterij wordt ook beïnvloed door de temperatuur van de batterij. De aanbevolen
batterijtemperatuur voor het opladen van de batterij ligt tussen 10 °C en 35 °C.
Opmerking: Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, begint de computer pas met opladen als
de hoeveelheid resterende energie van de batterij onder de 95% komt.
De P-to-P 2.0 oplaadfunctie gebruiken
De USB-C-aansluiting op de computer is voorzien van de Lenovo-unieke P-to-P 2.0 oplaadfunctie, waarmee
de ene computer (A) via een USB-C naar USB-C kabel energie kan leveren aan een andere computer (B)
wanneer er geen netvoeding beschikbaar is.
Om de functie te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat:
• De geselecteerde aansluitingen de P-to-P 2.0 oplaadfunctie en de functie voor energievoorziening
ondersteunen.
• Het resterend batterijvermogen van computer A ten minste 30% is en 3% hoger is dan dat van computer
B. In dit geval werkt computer A als energievoorziening. Zodra het resterend batterijvermogen van
computer A lager is dan 30%, stopt de levering van energie aan computer B. Om de batterijstatus te
controleren, zie 'De status en temperatuur van de batterij controleren' op pagina 21.
• Als één computer uitgeschakeld of in de slaap- of sluimerstand staat is, schakel dan de functie Always On
USB in in de UEFI BIOS in de computer. U kunt als volgt de functie Always On USB inschakelen:
1. Open het UEFI BIOS-menu. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 29.
2. Klik op Config ➙ USB ➙ Always On USB om de functie Always On USB in te schakelen.
De werkingsduur van de batterij maximaliseren
• Verminder de helderheid van het computerbeeldscherm.
• Schakel de functies voor draadloze communicatie uit wanneer deze niet worden gebruikt.
• Gebruik de batterij totdat deze leeg is.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt.
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen
U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop
drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows.
2. Klik op Energiebeheer ➙ Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
Het energiebeheerschema instellen
Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van
kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 3. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: na 10 minuten
• Computer naar slaapstand: na 30 minuten
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen
snelheid en energiebesparing:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram en selecteer Energiebeheer.
2. Kies een energiebeheerschema of maak uw eigen energiebeheerschema.
Gegevens overbrengen
Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth- of NFC-technologie met apparaten die over dezelfde
functie beschikken. U kunt ook een microSD-kaart gebruiken om gegevens over te brengen.
22
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een
muis, een smartphone of luidsprekers. Om ervoor te zorgen dat de verbinding succesvol is, plaatst u de
apparaten maximaal 10 meter (33 voet) van de computer.
1. Schakel Bluetooth op de computer in.
• Druk op
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten. Schakel de functie Bluetooth in.
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen ➙ Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee
apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt
Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.
of op .
Een microSD-kaart gebruiken
Uw computer is uitgerust met één microSD-kaartsleuf.
Ondersteunde microSD-kaart
Opmerking: Uw computer biedt geen ondersteuning voor de CPRM-functie (content protection for
recordable media) voor de microSD-kaart.
• SD-kaart (Secure Digital)
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
• SDXC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
Een microSD-kaart plaatsen
1. Zoek de sleuf voor de microSD-kaart. Zie 'Rechterkant' op pagina 6.
2. Steek de kaart stevig in de kaartsleuf tot deze op zijn plaats vastzit.
Opmerking: Zorg ervoor dat de metalen contactpunten omlaag zijn gericht en naar de kaartsleuf wijzen.
Een microSD-kaart verwijderen
Attentie: Voordat u een kaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te
geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor
toekomstig gebruik.
Vliegtuigstand
Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen23
De vliegtuigstand in- of uitschakelen:
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Vliegtuigstand.
3. Schakel de Vliegtuigstand in of uit.
Opties aanschaffen
Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te
breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, port replicators of
dockingstations, batterijen, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Als u bij Lenovo wilt kopen, gaat u naar
https://www.lenovo.com/accessories.
24
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.