Lenovo ThinkPad E590, ThinkPad R590, ThinkPad E595 User Guide [nl]

E590, R590 en E595 Gebruikershandleiding
Lees dit eerst
Lees het volgende aandachtig door voordat u deze documentatie en het bijbehorende product gebruikt:
• Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 67
Veiligheid en garantie
Installatiegids
Derde uitgave (September 2019)
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een 'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Informatie over deze documentatie . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Bovenaanzicht (ThinkPad E590 en R590) . . . . . . 2
Bovenaanzicht (ThinkPad E595) . . . . . . . . . 3
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Rechterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Voorzieningen en specificaties . . . . . . . . . . 7
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Aan de slag met Windows 10 . . . . . . . . . . 9
Windows-account . . . . . . . . . . . . . 9
Gebruikersinterface van Windows . . . . . . 10
Windows-label . . . . . . . . . . . . . 11
Verbinding maken met netwerken. . . . . . . . 11
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken . . . 11
Lenovo Vantage gebruiken . . . . . . . . . . 12
Communiceren met uw computer. . . . . . . . 12
De sneltoetsen gebruiken . . . . . . . . . 12
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken . . 14
De trackpad gebruiken . . . . . . . . . . 16
Multimedia gebruiken . . . . . . . . . . . . 18
Audio gebruiken . . . . . . . . . . . . . 18
De camera gebruiken. . . . . . . . . . . 18
Een extern beeldscherm aansluiten . . . . . 19
Hoofdstuk 4. De computer en
computergegevens beveiligen. . . . . 25
De computer vergrendelen . . . . . . . . . . 25
Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . . . . 25
Wachtwoordtypen . . . . . . . . . . . . 25
Een wachtwoord instellen, wijzigen of
verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . 26
De vingerafdruklezer gebruiken (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Firewalls en antivirusprogramma's gebruiken . . . 28
Hoofdstuk 5. Geavanceerde
instellingen configureren . . . . . . . 29
UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Wat is UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . 29
Het UEFI BIOS-menu openen . . . . . . . 29
Navigeren in de UEFI BIOS-interface. . . . . 29
De opstartvolgorde wijzigen . . . . . . . . 29
De systeemdatum en -tijd instellen . . . . . 30
UEFI BIOS bijwerken . . . . . . . . . . . 30
Informatie over systeemherstel . . . . . . . . . 30
Systeembestanden en -instellingen herstellen
naar een eerder punt . . . . . . . . . . . 30
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 31
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 31
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 31
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 31
Windows 10 en stuurprogramma's installeren . . . 32
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 21
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 21
De status en temperatuur van de batterij
controleren . . . . . . . . . . . . . . . 21
De computer opladen. . . . . . . . . . . 21
De werkingsduur van de batterij
maximaliseren . . . . . . . . . . . . . 22
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen . . . 22
Het energiebeheerschema instellen . . . . . 22
Gegevens overbrengen . . . . . . . . . . . . 22
Verbinding maken met een Bluetooth-
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Een microSD-kaart gebruiken . . . . . . . 23
Vliegtuigstand . . . . . . . . . . . . . . . 23
Opties aanschaffen . . . . . . . . . . . . . 24
© Copyright Lenovo 2018, 2019 i
Hoofdstuk 6. CRU vervangen . . . . . 35
Wat zijn CRU's . . . . . . . . . . . . . . . 35
Snel opstarten en de geïntegreerde batterij
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Een CRU vervangen . . . . . . . . . . . . . 36
Klep aan de onderkant van de computer . . . 36
Geheugenmodule . . . . . . . . . . . . 38
Luidsprekereenheid . . . . . . . . . . . 39
Vaste-schijfstation . . . . . . . . . . . . 41
M.2 SSD-station. . . . . . . . . . . . . 44
Vingerafdruklezer . . . . . . . . . . . . 49
Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . 53
Hoofdstuk 7. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 61
Veelgestelde vragen . . . . . . . . . . . . . 61
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . 62
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt . . . . 63
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 64
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 65
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 65
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 65
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 66
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 67
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 81
Bijlage C. Informatie over naleving . . 85
Bijlage D. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 99
ii E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Informatie over deze documentatie

• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model, zijn sommige optionele accessoires, functies en softwareprogramma's
mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
• Afhankelijk van de versie van een besturingssysteem en programma's, zijn sommige instructies voor de
gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Lenovo brengt continu
verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Als u de nieuwste documenten wilt downloaden, gaat u naar
• Microsoft
Update. Bepaalde informatie in dit document is hierdoor mogelijk verouderd. Raadpleeg de Microsoft­bronnen voor de meest recente informatie.
®
brengt periodiek functiewijzigingen in het Windows®-besturingssysteem aan via Windows
https://support.lenovo.com.
© Copyright Lenovo 2018, 2019 iii
iv E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen

Voorkant

1. Microfoons
2. Camera
3. Scherm
Neem geluid op.
Maak foto's of neem video's op door in het menu Start op Camera te klikken. Het cameralampje brandt als de camera wordt gebruikt.
Als u andere apps gebruikt die functies zoals fotograferen, videochatten en videovergaderingen ondersteunen, wordt de camera automatisch gestart wanneer u in de app een functie inschakelt waarvoor de camera is vereist.
Gebruik het full high-definition (FHD) of high-definition (HD) beeldscherm om uw visuele ervaring te verbeteren als u films bekijkt, surft op internet, enzovoort.
© Copyright Lenovo 2018, 2019 1

Bovenaanzicht (ThinkPad E590 en R590)

Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
1. Aan/uit-knop
2. Numeriek toetsenblok Hiermee voert snel nummers in.
3. Vingerafdruklezer*
4. Luidsprekers Geniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
5. Trackpad
6. TrackPoint
®
-aanwijsapparaat
Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op voeding.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Hiermee meldt u zich bij uw computer aan met geregistreerde vingerafdrukken. Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 27.
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De trackpad gebruiken' op pagina 16.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPoint­aanwijsapparaat gebruiken' op pagina 14.
* voor bepaalde modellen
Aan/
2
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Bovenaanzicht (ThinkPad E595)

Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
1. Aan/uit-knop
2. Numeriek toetsenblok Hiermee voert snel nummers in.
3. Luidsprekers Geniet van geluid van verbluffende kwaliteit.
4. Trackpad
5. TrackPoint-aanwijsapparaat
Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op
voeding.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Gebruik vingerbewegingen en alle functies van een traditionele muis. Zie 'De trackpad gebruiken' op pagina 16.
Gebruik alle functies van een traditionele muis. Zie 'Het TrackPoint­aanwijsapparaat gebruiken' op pagina 14.
Aan/
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 3

Linkerkant

1. USB-C-aansluiting/ voedingsaansluiting
2. HDMI-aansluiting Sluit een compatibel digitaal audioapparaat of digitale videomonitor aan,
3. Always On USB 3.1 Gen 1­aansluiting
• Uw computer opladen.
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van 5 V en 3 A.
• Gegevensoverdracht met USB 3.1-snelheid, tot maximaal 5 Gbps.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: 1920 x 1080 pixels, 60 Hz – USB-C naar DP: 3840 x 2160 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
• Een andere computer van energie voorzien met de P-to-P (Peer-to-Peer) 2.0 oplaadfunctie. Zie 'De computer opladen' op pagina 21.
Opmerking: Als de hoeveelheid resterende energie in de batterij minder dan 10% is, werken USB-C-accessoires die op de USB-C-aansluiting zijn aangesloten, mogelijk niet correct.
bijvoorbeeld een HDTV.
Als de functie Always On USB is ingeschakeld, kan via de Always On USB 3.1 Gen 1-aansluiting een USB-compatibel apparaat worden opgeladen wanneer de computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat.
Opmerkingen:
• Standaard is in het UEFI BIOS Always On USB ingeschakeld en Charge in Battery Mode uitgeschakeld.
• Als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat en Charge in Battery Mode is uitgeschakeld in het UEFI BIOS, moet u ervoor zorgen dat de
computer is aangesloten op de netvoeding.
.
https://
U kunt als volgt de functie Always On USB inschakelen:
1. Het BIOS-menu openen. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 29.
2. Klik op Config USB Always On USB om de functie Always On USB in te
4 E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
schakelen.
4. USB 3.1 Gen 1-aansluiting Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
5. Audioaansluiting
Sluit een hoofdtelefoon of headset met een vierpolige 3,5 mm-stekker aan om naar geluid op de computer te luisteren.
Opmerking: De conventionele microfoon wordt niet ondersteund.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 5

Rechterkant

1. MicroSD-kaartsleuf
2. USB 2.0-aansluiting
3. Ethernet-poort
4. Sleuf voor veiligheidsslot
Plaats een microSD-kaart voor toegang tot gegevens of voor opslag. Zie 'Een microSD-kaart gebruiken' op pagina 23.
Sluit een USB-compatibel apparaat aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een compatibel veiligheidskabelslot. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 25.
6 E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Voorzieningen en specificaties

• Breedte: 369 mm
Afmetingen
• Diepte: 252,5 mm
• Dikte: 20,7 mm
Maximale warmteafgifte
(afhankelijk van het model)
Voedingsbron
(netvoedingsadapter)
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
Beeldscherm
• 45 W
• 65 W
• Sinus-invoer bij 50 tot 60 Hz
• Ingangsspanning van de netvoedingsadapter: 100 tot 240 volt wisselstroom,
50 tot 60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
DDR4 SODIMM (Double Data Rate 4 Small Outline Dual Inline Memory Module) tot 32 GB
• 2,5-inch vaste-schijfstation*
• M.2 SSD-station met Intel
®
Optanegeheugen*
• M.2 SSD-station zonder Intel Optane-geheugen*
ThinkPad E590 en R590
• Helderheidsregeling
• Kleurenbeeldscherm met IPS-technologie (In-Plane Switching) of TN-
technologie (Twisted Nematic)
• Schermgrootte: 396,2 mm
• Schermresolutie: 1366 x 768 pixels of 1920 x 1080 pixel
®
• Intel
UHD-graphics of AMD® discrete graphics
Toetsenbord
ThinkPad E595
• Helderheidsregeling
• Kleurenbeeldscherm met IPS-technologie (In-Plane Switching) of TN-
technologie (Twisted Nematic)
• Schermgrootte: 396,2 mm
• Schermresolutie: 1366 x 768 pixels of 1920 x 1080 pixel
• Functietoetsen
• Numeriek toetsenblok
• Toetsenbord met zes rijen
• Achtergrondverlichting toetsenbord*
• Trackpad
• TrackPoint-aanwijsapparaat
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 7
Aansluitingen en sleuven
Beveiligingsvoorzieningen
• Always On USB 3.1 Gen 1-aansluiting
• Audioaansluiting
• Ethernet-poort
• HDMI-aansluiting
• MicroSD-kaartsleuf
• USB-C-aansluiting
• USB 2.0-aansluiting
• USB 3.1 Gen 1-aansluiting
• Vingerafdruklezer*
• Wachtwoord
• Sleuf voor veiligheidsslot
• Trusted Platform Module (TPM)*
Draadloze voorzieningen
Overige
* voor bepaalde modellen
• Bluetooth
• Draadloos LAN
• Camera
• Microfoons
8
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer

Aan de slag met Windows 10

Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag. Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.

Windows-account

Een gebruikersaccount is vereist om het Windows-besturingssysteem te kunnen gebruiken. Dit kan een Windows-gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en selecteer Instellingen Accounts Family (Familie) en ander gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive, Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
https://
© Copyright Lenovo 2018, 2019 9

Gebruikersinterface van Windows

1. Account
2. Documenten
3. Afbeeldingen
4. Instellingen
5. Aan/uit
6. Startknop
7. Windows Zoeken
8. Taakweergave
9. Windows-systeemvak Geef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige account.
Open de map Documenten, een standaardmap om uw ontvangen bestanden in op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om uw ontvangen afbeeldingen in op te slaan.
Start Instellingen.
Uw computer uitschakelen, opnieuw opstarten of in de slaapstand zetten.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energie­instellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
10
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Systeem Configuratiescherm.
• Gebruik Windows Search.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.

Windows-label

Op uw computer is mogelijk een Windows 10 Genuine Microsoft-label op de klep aangebracht, afhankelijk van de volgende factoren:
• Uw geografische locatie
• De versie van Windows 10 die vooraf is geïnstalleerd
Zie
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/Hardware.aspx voor afbeeldingen van de verschillende typen
Legitiem Microsoft-labels.
• In de Volksrepubliek China is het Legitiem Microsoft-label verplicht op alle computermodellen waarop vooraf een versie van Windows 10 is geïnstalleerd (ongeacht welke).
• In andere landen en regio's is het Legitiem Microsoft-label alleen verplicht op computermodellen met een licentie voor Windows 10 Pro.
De afwezigheid van een Legitiem Microsoft-label geeft niet aan dat een vooraf geïnstalleerde Windows-versie niet legitiem is. Raadpleeg de informatie van Microsoft op
default.aspx
Er zijn geen externe, visuele indicaties van de product-id of de Windows-versie waarvoor de computer een licentie heeft. In plaats daarvan is de product-id vastgelegd in de computerfirmware. Het installatieprogramma controleert of er een geldige, bijbehorende product-id in de computerfirmware aanwezig is om de activering te voltooien, ongeacht of er een Windows 10-product is geïnstalleerd.
In sommige gevallen kan er onder de voorwaarden van downgraderechten van een Windows 10 Pro-licentie een oudere Windows-versie zijn geïnstalleerd.
voor meer informatie om te bepalen of uw vooraf geïnstalleerde Windows-product legitiem is.
https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/

Verbinding maken met netwerken

Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos netwerk.

Verbinding maken met een bekabeld Ethernet

Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernet­aansluiting op uw computer.
Opmerking: Als u de computer op een ondersteund dockingstation of dock is aangesloten, gebruikt u de Ethernet-aansluiting op het dockingstation of het dock in plaats van de Ethernet-aansluiting op de computer.

Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken

1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 11
2. Selecteer een netwerk dat beschikbaar is voor het maken van een verbinding. Verstrek, indien nodig, de vereiste informatie.

Lenovo Vantage gebruiken

De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage. U kunt ook Lenovo Vantage in het zoekvak typen.
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS, firmware en stuurprogramma's om uw computer up-to­date te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.

Communiceren met uw computer

Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.

De sneltoetsen gebruiken

Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u gemakkelijker en effectiever werken.
12
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
1. Numeriek toetsenblok
2. Toets met het Windows-logo
3. Caps Lock-toets
4. Functietoetsen F1-F12
Voer snel nummers als het Num Lock-lampje brandt.
Open het menu Start.
Zie de Help-informatie van Windows voor informatie over het gebruik van deze toets in combinatie met andere toetsen.
Wissel tussen hoofdletters en kleine letters.
Als het lampje voor Caps Lock brandt, kunt u hoofdletters typen.
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of activeer de standaardfunctie.
Kiezen of u de speciale functie of de standaardfunctie wilt aanroepen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave Grote pictogrammen of Kleine pictogrammen.
2. Klik op Toetsenbord of op Lenovo - Toetsenbordbeheer en selecteer de optie van uw voorkeur.
Schakel tussen de standaardfunctie van de F1-F12-toetsen en de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld.
Als het Fn Lock-lampje brandt:
• Druk op F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op Fn+F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Als het Fn Lock-lampje niet brandt:
• Druk op Fn+F1-F12 om de standaardfunctie te gebruiken.
• Druk op F1-F12 om de speciale functie te gebruiken.
Luidsprekers dempen of dempen ongedaan maken.
Als het toetslampje brandt, zijn de luidsprekers gedempt.
Als u de luidsprekers dempt en uw computer uitschakelt, zijn de luidsprekers nog steeds gedempt als u de computer weer inschakelt.
Verlaag het volume van de luidspreker.
Verhoog het volume van de luidspreker.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 13
Schakel de microfoons in of uit.
Als het toetslampje brandt, zijn de microfoons uitgeschakeld.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm donkerder.
Hiermee maakt u het computerbeeldscherm lichter.
Externe beeldschermen beheren.
Hiermee kunt u de ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of uitschakelen.
Hiermee opent u het instellingenvenster.
Hiermee kunt u de ingebouwde Bluetooth-functies in- of uitschakelen.
Open een pagina met toetsenbordinstellingen.
Roep de door u zelf gedefinieerde functie aan.
Open Lenovo Vantage en u kunt verschillende functies definiëren voor de toets F12.
Open de rekenmachine.
Hiermee zet uw de computer in de slaapstand.
Het Knipprogramma openen.
Fn+Spatiebalk
Fn+B
Fn+K
Fn+P
Fn+S
Fn+4
Fn+pijl naar links Is gelijk aan de Home-toets.
Fn+pijl naar rechts Is gelijk aan de End-toets.
Hiermee schakelt u tussen verschillende statussen voor de achtergrondverlichting van het toetsenbord als uw computer achtergrondverlichting ondersteunt.
Is gelijk aan de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets ScrLK of Scroll Lock op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets Pause op een conventioneel extern toetsenbord.
Is gelijk aan de toets SysRq op een conventioneel extern toetsenbord.
Hiermee zet u de computer in de slaapstand. Druk op de Fn of de aan/uit-knop om de computer uit de slaapstand te halen.

Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken

Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren.
14
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
1. Aanwijsknopje
Gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk op het antislipdopje van het aanwijsknopje uit te oefenen in elke richting parallel aan het toetsenbord. De aanwijzer op het scherm beweegt dienovereenkomstig, maar het aanwijsknopje zelf beweegt niet. Hoe meer druk u uitoefent, hoe sneller de aanwijzer beweegt.
2. Linkermuisknop
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
3. Rechtermuisknop
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
4. Middelste knop
Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u druk uitoefent op het aanwijsknopje in de verticale of horizontale richting. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen Apparaten Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 15
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .

De trackpad gebruiken

Het hele oppervlak van de trackpad is gevoelig voor aanraken en bewegingen. U kunt de trackpad gebruiken om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
1. Zone voor linksklikken
Druk op deze zone om een item te selecteren of te openen.
U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de linkermuisknopactie uit te voeren.
2. Zone voor rechtsklikken
Druk op deze zone om een snelmenu weer te geven.
U kunt ook met twee vingers op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de rechtermuisknopactie uit te voeren.
16
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
De aanraakbewegingen gebruiken
Tikken
Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een item te selecteren of te openen.
Tikken met twee vingers
Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een snelmenu weer te geven.
Bladeren met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten, websites en apps bladeren.
Uitzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze vervolgens dichter naar elkaar toe om uit te zoomen.
Inzoomen met twee vingers
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze verder van elkaar af om in te zoomen.
Omhoog vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omhoog om de taakweergave te openen, zodat u alle geopende vensters kunt zien.
Omlaag vegen met drie vingers
Plaats drie vingers op de trackpad en beweeg ze omlaag om het bureaublad weer te geven.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 17
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen Apparaten Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.

Multimedia gebruiken

Gebruik uw computer voor zakelijke doeleinden of voor ontspanning met de ingebouwde onderdelen (camera, luidsprekers en audiomogelijkheden) of de aangesloten externe apparaten (een externe projector, een beeldscherm en HDTV).

Audio gebruiken

Om uw audio-ervaring te verbeteren, sluit u luidsprekers, hoofdtelefoons of een headset met een 3,5-mm (0,14-inch), 4-polige stekker aan op de audioaansluiting.
Pas het volume van de luidspreker aan
Druk op
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar Configuratiescherm en bekijk per categorie.
2. Klik op Hardware en geluid Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
om het luidsprekervolume te verhogen of op om het luidsprekervolume te verlagen.

De camera gebruiken

U kunt de geïntegreerde camera gebruiken om foto's te maken en video's op te nemen. Het lampje naast de camera gaat branden als de camera in gebruik is.
Foto's of video's maken:
1. Schuif de ThinkShutter naar rechts om de cameralens vrij te maken.
2. Open het menu Start en klik vervolgens Camera.
3. Als u foto's wilt maken, klikt u op het camerapictogram. Als u video's wilt opnemen, klikt u op het videopictogram om over te schakelen naar de videomodus.
Als u andere programma's gebruikt die functies bieden zoals fotograferen, opnemen van video's en videovergaderingen, wordt de camera automatisch gestart wanneer u een functie inschakelt waarvoor de camera is vereist.
18
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Een extern beeldscherm aansluiten

Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een passende video-aansluiting op uw computer, zoals de HDMI­aansluiting of USB-C-aansluiting.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm aan.
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen Detecteren.
Ondersteunde resolutie
In de volgende tabel staat de ondersteunde maximale resolutie van het externe beeldscherm.
Tabel 1. ThinkPad E590 en R590
Het externe beeldscherm aansluiten op
de USB-C-aansluiting Maximaal 4096 x 2304 pixels/60 Hz
de HDMI-aansluiting
Tabel 2. ThinkPad E595
Het externe beeldscherm aansluiten op
de USB-C-aansluiting Maximaal 3840 x 2160 pixels/60 Hz
de HDMI-aansluiting Maximaal 3840 x 2160 pixels/30 Hz
Ondersteunde resolutie
Maximaal 4096 x 2160 pixels / 24 Hz
Ondersteunde resolutie
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de functie Miracast
®
ondersteunen.
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere apparaten Bluetooth of een ander apparaat toevoegen. Klik in het venster Een apparaat toevoegen op Draadloos apparaat of dock. Volg daarna de instructies op het scherm.
• Klik op het pictogram van het actiecentrum
in het systeemvak van Windows en klik op Verbinden.
Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
Alleen computerbeeldscherm: geeft de video-uitvoer alleen weer op het beeldscherm van de computer.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Verbinding verbreken, Alleen PC-scherm, Alleen computer of Verbinding met projector verbreken zien.
Dupliceren: geeft dezelfde video-uitvoer op het beeldscherm van de computer en een extern beeldscherm.
Uitbreiden: breidt de video-uitvoer van het beeldscherm van de computer uit naar een extern beeldscherm. U kunt items slepen en verplaatsen tussen de twee beeldschermen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 19
Alleen tweede scherm: geeft de video-uitvoer alleen weer op een extern beeldscherm.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Alleen projector of Alleen tweede scherm zien.
Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D
®
in Volledig scherm, verschijnt
de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm.
Beeldscherm instellen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Opmerking: Als u een hogere resolutie instelt voor het computerbeeldscherm dan voor het externe beeldscherm, kan slechts een deel van het scherm op het externe beeldscherm worden weergegeven.
20
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen

Energie beheren

Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt stroomverbruik.

De status en temperatuur van de batterij controleren

De status van de batterij controleren
Het statuspictogram van de batterij klikken op het icoon om snel de batterijstatus te controleren, het huidige energiebeheerschema te bekijken en de batterij-instellingen te openen.
De temperatuur van de batterij controleren
Open Lenovo Vantage en volg de aanwijzingen op het scherm om de batterij gegevens te bekijken.

De computer opladen

Netvoeding gebruiken
Wanneer u merkt dat de batterij bijna leeg is, moet u de batterij opladen door uw computer aan te sluiten op de netvoeding.
of wordt weergegeven in het systeemvak van Windows. U kunt
Het duurt ongeveer vier tot acht uur om de batterij volledig op te laden. Als de voedingsadapter die met uw computer is meegeleverd, de functie voor snel opladen ondersteunt, wordt de batterij in ongeveer één uur 80% opgeladen wanneer de computer uit staat. De werkelijke oplaadtijd is afhankelijk van de batterijgrootte, de fysieke omgeving en of u de computer al dan niet gebruikt.
Het opladen van de batterij wordt ook beïnvloed door de temperatuur van de batterij. De aanbevolen batterijtemperatuur voor het opladen van de batterij ligt tussen 10 °C en 35 °C.
Opmerking: Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, begint de computer pas met opladen als de hoeveelheid resterende energie van de batterij onder de 95% komt.
De P-to-P 2.0 oplaadfunctie gebruiken
De USB-C-aansluiting op de computer is voorzien van de Lenovo-unieke P-to-P 2.0 oplaadfunctie, waarmee de ene computer (A) via een USB-C naar USB-C kabel energie kan leveren aan een andere computer (B) wanneer er geen netvoeding beschikbaar is.
Om de functie te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat:
© Copyright Lenovo 2018, 2019 21
• De geselecteerde aansluitingen de P-to-P 2.0 oplaadfunctie en de functie voor energievoorziening ondersteunen.
• Het resterend batterijvermogen van computer A ten minste 30% is en 3% hoger is dan dat van computer B. In dit geval werkt computer A als energievoorziening. Zodra het resterend batterijvermogen van computer A lager is dan 30%, stopt de levering van energie aan computer B. Om de batterijstatus te controleren, zie 'De status en temperatuur van de batterij controleren' op pagina 21.
• Als één computer uitgeschakeld of in de slaap- of sluimerstand staat is, schakel dan de functie Always On USB in in de UEFI BIOS in de computer. U kunt als volgt de functie Always On USB inschakelen:
1. Open het UEFI BIOS-menu. Zie 'Het UEFI BIOS-menu openen' op pagina 29.
2. Klik op Config USB Always On USB om de functie Always On USB in te schakelen.

De werkingsduur van de batterij maximaliseren

• Verminder de helderheid van het computerbeeldscherm.
• Schakel de functies voor draadloze communicatie uit wanneer deze niet worden gebruikt.
• Gebruik de batterij totdat deze leeg is.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt.

Het gedrag van de aan/uit-knop instellen

U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Het energiebeheerschema instellen

Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 3. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: na 10 minuten
• Computer naar slaapstand: na 30 minuten
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing:
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijstatuspictogram en selecteer Energiebeheer.
2. Kies een energiebeheerschema of maak uw eigen energiebeheerschema.

Gegevens overbrengen

Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth- of NFC-technologie met apparaten die over dezelfde functie beschikken. U kunt ook een microSD-kaart gebruiken om gegevens over te brengen.
22
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding

Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat

U kunt op uw computer verbinding maken met alle typen Bluetooth-apparaten, zoals een toetsenbord, een muis, een smartphone of luidsprekers. Om ervoor te zorgen dat de verbinding succesvol is, plaatst u de apparaten maximaal 10 meter (33 voet) van de computer.
1. Schakel Bluetooth op de computer in.
• Druk op
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere apparaten. Schakel de functie Bluetooth in.
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.
of op .

Een microSD-kaart gebruiken

Uw computer is uitgerust met één microSD-kaartsleuf.
Ondersteunde microSD-kaart Opmerking: Uw computer biedt geen ondersteuning voor de CPRM-functie (content protection for
recordable media) voor de microSD-kaart.
• SD-kaart (Secure Digital)
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
• SDXC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
Een microSD-kaart plaatsen
1. Zoek de sleuf voor de microSD-kaart. Zie 'Rechterkant' op pagina 6.
2. Steek de kaart stevig in de kaartsleuf tot deze op zijn plaats vastzit.
Opmerking: Zorg ervoor dat de metalen contactpunten omlaag zijn gericht en naar de kaartsleuf wijzen.
Een microSD-kaart verwijderen Attentie: Voordat u een kaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.

Vliegtuigstand

Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen 23
De vliegtuigstand in- of uitschakelen:
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Netwerk en internet Vliegtuigstand.
3. Schakel de Vliegtuigstand in of uit.

Opties aanschaffen

Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, port replicators of dockingstations, batterijen, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Als u bij Lenovo wilt kopen, gaat u naar
https://www.lenovo.com/accessories.
24
E590, R590 en E595Gebruikershandleiding
Loading...
+ 78 hidden pages