Lenovo Ideapad 310-14IAP, Ideapad 310­-15IAP User Guide [nl]

Lenovo ideapad 310
ideapad 310-14IAP ideapad 310-15IAP
Gebruikershandleiding
lmn
Read the safety notices and important tips in the
Lees de kennisgevingen m.b.t. veiligheid en belangrijke tips
included manuals before using your computer.
Opmerkingen
• Lees eerst de Gids met algemene en veiligheidsinformatie van Lenovo voordat u het
product in gebruik neemt.
• Bij bepaalde instructies in deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u Windows
®
10 gebruikt. Indien u een ander Windows-besturingssysteem gebruikt, kunnen bepaalde handelingen wat verschillen. Indien u een ander besturingssysteem gebruikt, zijn bepaalde handelingen voor u mogelijk niet van toepassing.
• De meeste modellen beschikken over de functies die in deze handleiding beschreven worden. Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer, of uw computer beschikt over functies die niet in deze handleiding staan beschreven.
• De afbeeldingen in deze handleiding zijn voor de Lenovo ideapad 310-14IAP, tenzij anders vermeld.
• De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het eigenlijke product. Zie het product zelf.
Kennisgeving over veiligheidsvoorschriften
• Raadpleeg voor meer informatie Guides & Manuals op http://support.lenovo.com.
Eerste uitgave (Mei 2016) © Copyright Lenovo 2016.
Inhoud
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer .................................... 1
Bovenaanzicht .............................................................................................................1
Aanzicht linkerkant ...................................................................................................7
Aanzicht rechterkant ...............................................................................................12
Onderaanzicht ..........................................................................................................14
Hoofdstuk 2. Windows 10 gebruiken ................................................. 16
Het besturingssysteem voor het eerst configureren ...........................................16
Besturingssysteeminterfaces ...................................................................................16
De slaapstand activeren of de computer uitschakelen .......................................19
Verbinding maken met een draadloos netwerk ..................................................21
Hulp van Windows krijgen ....................................................................................22
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem ............................ 23
Hoofdstuk 4. Probleemoplossing .......................................................25
Veel gestelde vragen ................................................................................................25
Probleemoplossing ...................................................................................................28
Bijlage A. CRU-instructies ..................................................................31
Het hardeschijfstation vervangen (alleen ideapad 310-15IAP) .........................32
Het geheugen vervangen (bij bepaalde modellen) .............................................35
De Mini PCI Express Card vervangen ..................................................................38
De optische schijf vervangen ..................................................................................41
Handelsmerken ....................................................................................44
i

Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer

Bovenaanzicht - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

ideapad 310-14IAP
ab
c
d
f
e
g
1
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
ideapad 310-15IAP
ab
c
d
f
e
h
g
Opmerking: De gearceerde gebieden geven onderdelen aan die niet extern zichtbaar zijn.
Let op:
Vouw het beeldscherm nooit verder dan 180 graden open. Zorg dat er bij het sluiten van het
beeldscherm geen pennen of andere objecten tussen het beeldscherm en het toetsenbord achterblijven. Is dit wel het geval, dan kan het scherm beschadigd raken.
2
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
a Geïntegreerde
Gebruik de webcam voor videocommunicatie.
webcam
b Ingebouwde
microfoon
c Draadloze LAN-
antennes
d
Beeldscherm
e Aan/uit-knop
f Ventilatiesleuven
Opmerking: Zorg ervoor dat alle ventilatiesleuven vrij zijn. Is dit niet het geval, dan kan de
computer oververhit raken.
g Touchpad
Opmerking: U kunt het touchpad inschakelen/uitschakelen door te drukken op F6 ( ).
Legt geluid vast dat kan worden gebruikt voor videoconferenties, gesproken vertelling of opnemen van audio.
Maak een verbinding met de draadloze LAN-adapter om draadloze radiosignalen te versturen en te ontvangen.
Het lcd-scherm met led-achtergrondverlichting zorgt voor een schitterende visuele uitvoer.
Druk op deze knop om de computer aan te zetten.
Hierlangs kan de inwendige warmte ontsnappen.
Het touchpad werkt als een klassieke muis.
Touchpad: als u de aanwijzer op het scherm wilt verplaatsen, beweegt u uw vingertop in de gewenste richting over het touchpad. Knoppen van het touchpad: de werking van de linker-/ rechterkant stemt overeen met die van de linker-/ rechtermuisknop van een klassieke muis.
h Numeriek klavier
Meer informatie vindt u onder “Gebruik van het toetsenbord” op pagina 4.
3
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Gebruik van het toetsenbord
In het standaardtoetsenbord van uw computer zijn cijfertoetsen, functietoetsen en mogelijk ook een numeriek toetsenblok (alleen ideapad 310-15IAP) geïntegreerd.
Numeriek klavier ideapad 310-15IAP
Het toetsenbord heeft een afzonderlijk numeriek klavier. Om het numerieke klavier in of uit te schakelen, drukt u op de Num Lock -toets.
4
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Gebruik van het toetsenbord
Sneltoetsen
U kunt bepaalde systeeminstellingen snel oproepen door op de overeenstemmende sneltoetsen te drukken.
Zet geluid aan/uit.
:
Verlaagt het
:
volumeniveau.
Verhoogt het
:
volumeniveau.
Hiermee kunt u de microfoon in-/
:
uitschakelen.
Hiermee kunt u de pagina
:
vernieuwen.
Schakelt de touchpad
:
in/uit.
Schakelt de
:
vliegtuigmodus in/uit.
Hiermee kunt u de
:
webcam in-/uitschakelen.
Hiermee kunt u het LCD­scherm vergrendelen/
:
ontgrendelen.
Hiermee kunt u schakelen tussen de externe projector
:
en het scherm van de laptop.
Verlaagt de helderheid van
:
de display.
Verhoogt de helderheid
:
van de display.
5
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Functietoets-combinaties
U kunt operationele functionaliteiten direct veranderen door het gebruik van de functietoetsen. Om deze functie te gebruiken, druk op Fn a en houd deze vast, en druk daarna op een van de functietoetsen b.
a
Het volgende gedeelte omschrijft de functionaliteiten van elke functietoets.
Fn + B: De onderbreekfunctie activeren.
b
Fn + P: De pauzefunctie activeren.
Fn + C: Scroll lock in-/uitschakelen.
Fn + Y: Het systeemverzoek activeren.
Fn + S + V: De transportmodus voor de batterij instellen.
6
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer

Aanzicht linkerkant - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

a b c d e f g h i
a Aansluiting
netspanningsada
-pter
b Statuslampje
voor batterij/ opladen
Status van de netvoedings­adapter
Losgekoppeld
Aangesloten
c VGA-poort
Verbindt met de AC-netspanningsadapter.
Status van het
Betekenis
lampje
Uit De slaapstand is geactiveerd op de
computer of de computer is uit geschakeld. De batterij is meer dan 20% opgeladen.
Continu oranje De batterij is tussen 5% en 20%
opgeladen.
Snel knipperend oranje
Langzaam knipperend oranje
Langzaam knipperend wit
Continu wit De batterij is meer dan 80%
Sluit hier externe weergaveapparatuur op aan.
De batterij is tussen 1% en 5% opgeladen.
De batterij wordt opgeladen. Zodra de batterij 20% is opgeladen, verandert de knipperende kleur naar wit.
De batterij is tussen 20% en 80% opgeladen en is nog bezig met opladen. Wanneer de batterij 80% opgeladen is, knippert het lampje niet meer.
opgeladen. Het opladen gaat door tot de batterij volledig opgeladen is.
-
7
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
d RJ-45-poort
e HDMI-poort
f USB 3.0-poort
Opmerking: Meer informatie vindt u onder “USB-apparaten aansluiten” op pagina 10.
g Combo
Voor het verbinden van de computer met een ethernetnetwerk.
Voor het aansluiten van apparaten met een HDMI-ingang, zoals een televisie of een scherm.
Maakt verbinding met USB-apparaten.
Sluit headsets aan.
audiocontact
Opmerkingen:
Het combo audiocontact ondersteunt geen conventionele microfoons.
De opnamefunctie wordt mogelijk niet ondersteund als hoofdtelefoons of headsets van
derden worden aangesloten, als gevolg van verschillende industriële standaarden.
h Novo-knop
i Sleuf
Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op deze knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem of het hulpprogramma voor BIOS-instelling te starten, of om het opstartmenu te openen.
Steek hier geheugenkaarten (niet meegeleverd) in.
geheugenkaart
Opmerking: Meer informatie vindt u onder “Geheugenkaarten (niet meegeleverd)
gebruiken” op pagina 11.
8
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
a
a
Netwerkkabels aansluiten
U kunt een netwerkkabel als volgt aansluiten: 1 Neem een aansluiting van de netwerkkabel vast en druk zacht op de RJ-
45-afdekking a.
2 Plaats de aansluiting in de RJ-45-poort b.
a
b
Softwareconfiguratie
Raadpleeg uw internetprovider (ISP) voor meer informatie over het configureren van uw computer.
9
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
USB-apparaten aansluiten
U kunt een USB-apparaat aansluiten op uw computer door de USBaansluiting (type A) in de USB-poort van uw computer te plaatsen.Uw computer wordt geleverd met twee USB-poorten die compatibel zijn met USB-apparaten.
De eerste keer dat u een USB-apparaat in een bepaalde USB-poort op uw computer steekt, installeert Windows automatisch een besturingsprogramma voor dat apparaat. Nadat het besturingsprogramma is geïnstalleerd, kunt u het apparaat afkoppelen en opnieuw aankoppelen, zonder aanvullende stappen uit te voeren.
Opmerking: Windows detecteerd normaal gesproken een nieuw apparaat nadat het is
aangesloten, en installeert het besturingsprogramma vervolgens automatisch. Sommige apparaten kunnen echter vereisen dat u het besturingsprogramma installeert voordat u het aansluit. Controleer de documentatie die is meegeleverd door de fabrikant van het apparaat, voordat u het apparaat aansluit.
Voordat u een USB-opslagmedium afkoppelt, zorgt u ervoor dat de computer gereed is met de overdracht van data naar dat apparaat. Klik op het icoon Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen in het notificatieveld van Windows om het apparaat te verwijderen voordat u het loskoppelt.
Opmerking: Als uw USB-apparaat een stroomsnoer gebruikt, sluit u het apparaat op een
stroombron aan voordat u het op de computer aansluit. Anders wordt het apparaat mogelijk niet herkend.
10
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Geheugenkaarten (niet meegeleverd) gebruiken
Uw computer ondersteunt de volgende soorten geheugenkaarten:
• Secure Digital (SD) kaart
• Secure Digital High Capacity (SDHC) kaart
• SD eXtended Capacity (SDXC) kaart
• MultiMediaCard (MMC)
Opmerkingen:
Steek uitsluitend één kaart per keer in de sleuf.
Deze kaartlezer ondersteunt geen SDIO-apparaten (bv. SDIO Bluetooth, enz.).
Een geheugenkaart insteken
Schuif de geheugenkaart erin totdat deze de bodem van de sleuf raakt.
Een geheugenkaart verwijderen
Trek de geheugenkaart voorzichtig uit de geheugenkaartsleuf.
Opmerking: Voordat u de geheugenkaart verwijdert, schakelt u deze uit met behulp van
Windows hardware veilig verwijderen, en laat u de media eruit komen om gegevensbeschadiging te voorkomen.
11
Loading...
+ 34 hidden pages