Lees de veiligheidsaanwijzingen en belangrijke tips in de
bijgeleverde handleidingen voordat u uw computer in gebruik neemt.
Opmerkingen
•
Lees eerst Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie voordat u
het product in gebruik neemt.
•
Bij bepaalde instructies in deze gebruikershandleiding wordt ervan
®
uitgegaan dat u Windows
8.1 gebruikt. Indien u een ander Windowsbesturingssysteem gebruikt, kunnen er kleine verschillen in de
bedien-ing zijn. Indien u een ander besturingssysteem gebruikt, zijn
bepaalde handelingen voor u mogelijk niet van toepassing.
•
De meeste modellen beschikken over de functies die in deze gebruikershandleiding beschreven worden. Het is echter mogelijk dat
sommige functies niet beschikbaar zijn op uw computer en/of dat uw
computer over functies beschikt die niet beschreven worden in deze
gebruikershandleiding.
•
De illustraties in deze handleiding zijn voor de Lenovo Flex 2 Pro-15,
tenzij anders vermeld.
•
De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het
eigen-lijke product. Zie het product zelf.
Wettelijke kennisgevingen
•
Raadpleeg voor meer informatie Guides & Manuals op
http://support.lenovo.com.
• Vouw het beeldscherm nooit verder dan 300 graden open. Zorg dat er bij het sluiten van
De zones die omkaderd zijn met stippellijnen zijn niet zichtbaar langs de buitenkant.
het beeldscherm geen pennen of andere objecten tussen het beeldscherm en het
toetsenbord achterblijven. Is dit wel het geval, dan kan het scherm beschadigd raken.
1
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
a
b
c
d
e
f
Geïntegreerde
Gebruik de webcam voor videocommunicatie.
webcam
Ingebouwde
microfoon
Beeldscherm
Draadloze
antennes
Touchpad
Opmerking: U kunt het touchpad en de touchpadknoppen in- of uitschakelen door op
Numeriek
toetsenblok
De microfoon vangt geluiden op en kan gebruikt worden
voor videoconferenties, gesproken commentaar of
geluidsopnames.
Zorgt voor een schitterende visuele uitvoer.
Deze maken verbinding met de draadloze adapter om
draadloos radio te ontvangen en te versturen.
De touchpad werkt als een conventionele muis.
Touchpad: Om de aanwijzer op het scherm te
verplaatsen, schuift u met uw vingertop over de pad in de
richting waarin u wilt dat de aanwijzer wordt verplaatst.
Touchpad-knoppen: De functies van de linker-/
rechterkant zijn dezelfde als die voor de linker/rechter
muisknop op een conventionele muis.
te drukken.
Zie "Het toetsenbord gebruiken" op pagina 3 voor meer
informatie.
2
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Het toetsenbord gebruiken
Uw computer heeft een numeriek toetsenblok, sneltoetsen en functietoetsen
die zijn opgenomen in het standaard toetsenbord.
Numeriek toetsenblok
Het toetsenbord heeft een afzonderlijk numeriek toetsenblok. Druk op de
Num Lock-toets om het numerieke toetsenblok in of uit te schakelen.
3
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Sneltoetsen
U kunt bepaalde systeeminstellingen snel oproepen door op de
overeenstemmende sneltoetsen te drukken.
Hiermee kunt u het geluid
dempen / het dempen
:
ongedaan maken.
Het volumeniveau verlagen.
:
De vliegmodus in-/
:
uitschakelen.
Het actieve programma
:
wijzigen.
Hiermee kunt u de
Het volumeniveau verhogen.
:
verlichting van het scherm
:
in-/uitschakelen.
Projecteren naar een
Het actieve venster sluiten.
:
aangesloten
:
scherm.
Het bureaublad of het actieve
:
venster vernieuwen.
Het touchpad en de
touchpadknoppen in-/
:
uitschakelen.
Opmerking: Als u de Hotkey Mode (Sneltoetsstand) in het hulpprogramma voor BIOS-
instelling gewijzigd hebt van Enabled (Ingeschakeld) naar Disabled (Uitgeschakeld), moet u tegelijk op de Fn-toets en de gewenste sneltoets
drukken.
De helderheid van
het beeldscherm
:
verminderen.
Hiermee kunt u de
helderheid van het
:
beeldscherm verhogen.
4
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
1
2
2
Combinaties van functietoetsen
Met behulp van de functietoetsen kunt u eenvoudig de bedieningsfuncties
wijzigen. U doet dit door Fn ingedrukt te houden terwijl u een van de
functietoetsen indrukt.
b
a
Hieronder worden de functies van elke functietoets beschreven.
Fn + Home:De pauzefunctie activeren.
Fn + End:De onderbreekfunctie activeren.
Fn + PgUp:Scroll lock in-/uitschakelen.
Fn + PgDn:Het systeemverzoek activeren.
Fn + spatie:De toetsverlichting in-/uitschakelen.
5
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Het scherm positioneren
Notebookmodus
Geschikt voor taken waarvoor een toetsenbord en muis vereist zijn (zoals het
aanmaken van documenten, opstellen van e-mails enz.).
Standaardmodus (theatermodus)
Geschikt voor taken waarbij het scherm nagenoeg niet wordt aangeraakt (bv.
foto's bekijken of video's afspelen).
Let op:
• Open het scherm niet te krachtig. Doet u dit wel, dan kunnen het scherm of de
scharnieren beschadigd raken.
Opmerking: Het toetsenbord en het touchpad worden automatisch vergrendeld indien het
• Zorg ervoor dat alle ventilatiesleuven vrij zijn. Is dit niet het geval, dan kan de
computer oververhit raken.
USB 2.0-poort
Combo-
Hierlangs kan de inwendige warmte ontsnappen.
Sluit hier een USB-apparaat op aan. Zie "USB-apparaten
aansluiten" op pagina 8 voor meer informatie.
Voor het aansluiten van een headset.
audioaansluiting
Opmerkingen:
• De combo-audioaansluiting ondersteunt geen conventionele microfoons.
• De opnamefunctie wordt bij het aansluiten van een hoofdtelefoon of headset van een
andere fabrikant mogelijk niet ondersteund wegens verschillende industriestandaarden.
Geheugenkaartsleuf
Novo-knop
Opmerking: Zie "Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem" op pagina 26 voor
meer informatie.
Hier kunt u een geheugenkaart plaatsen (niet
meegeleverd). Zie "Geheugenkaarten gebruiken (niet
meegeleverd)" op pagina 11 voor meer informatie.
Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op deze knop
om het Lenovo OneKey Recovery-systeem of het
hulpprogramma voor BIOS-instelling te starten, of om het
opstartmenu te openen.
7
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
USB-apparaten aansluiten
U kunt een USB-apparaat aansluiten op uw computer door de USBaansluiting ervan (type A) in de USB-poort van uw computer te plaatsen.
De eerste keer dat u een USB-apparaat op een USB-poort op uw computer
aansluit, installeert Windows automatisch een stuurprogramma voor dat
apparaat. Nadat het stuurprogramma geïnstalleerd is, kunt u het apparaat
loskoppelen en opnieuw aansluiten zonder bijkomende stappen uit te
voeren.
Opmerking: Normaal detecteert Windows een nieuw apparaat nadat u het hebt aangesloten
en wordt het bijbehorende stuurprogramma automatisch geïnstalleerd. Voor
bepaalde apparaten kan het echter nodig zijn het stuurprogramma te
installeren voordat u deze aansluit. Raadpleeg de documentatie van de
fabrikant van het apparaat voordat u het apparaat aansluit.
Voordat u een USB-opslagapparaat loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat de
computer klaar is met het overzetten van gegevens van of naar het apparaat.
Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen in
het systeemvak op het Windows-bureaublad om het apparaat te verwijderen
voordat u het loskoppelt.
Opmerking: Als uw USB-apparaat een netsnoer gebruikt, dient u dat apparaat aan te sluiten
op een stroombron voordat u het aansluit. Doet u dit niet, dan wordt het
apparaat mogelijk niet herkend.
Bevestig hier een veiligheidsslot (niet bijgeleverd) om uw
computer te beveiligen tegen diefstal en ongeoorloofd
gebruik.
U kunt een veiligheidsslot aan uw computer bevestigen om
de kans te verkleinen dat de computer zonder uw
toestemming wordt meegenomen. Raadpleeg voor meer
informatie over het plaatsen van het veiligheidsslot de
instructies bij het veiligheidsslot dat u gekocht hebt.
Voor het verbinden van de computer met een
ethernetnetwerk.
Voor het aansluiten van apparaten met een HDMI-ingang
zoals een tv of scherm.
Sluit hier een USB-apparaat op aan. Zie "USB-apparaten
aansluiten" op pagina 8 voor meer informatie.
Sluit hier een USB-apparaat op aan. Zie "USB-apparaten
aansluiten" op pagina 8 voor meer informatie.
Druk op deze knop om de computer in te schakelen.
IndicatorStatus van
het lampje
Aan (continu
wit)
Aan/uit-
Knipperend—De computer bevindt zich
statuslampje
Uit—De computer is
5
3
12467
LaadstatusBetekenis
—De computer is
ingeschakeld.
in de slaapstand.
uitgeschakeld.
9
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
g
Indicator
batterijstatus
IndicatorStatus van
het lampje
Aan (continu
wit)
Continu oranje OntladenDe batterij is tussen 5 % en
Snel
knipperend
oranje
Langzaam
Indicator
knipperend
oranje
batterijstatus
Langzaam
knipperend
wit
LaadstatusBetekenis
OntladenDe batterij is meer dan 20 %
opgeladen.
20 % opgeladen.
Laden/
Ontladen
LadenDe batterij wordt
LadenDe batterij is tussen 20 % en
De accu is voor minder dan
5 % opgeladen.
opgeladen. Zodra de
batterij 20 % is opgeladen,
verandert de knipperende
kleur naar wit.
80 % opgeladen en is nog
bezig met opladen.
Wanneer de batterij 80 %
opgeladen is, knippert het
lampje niet meer, maar zal
het opladen doorgaan tot
de batterij volledig is
opgeladen.
10
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
b
2
1
Geheugenkaarten gebruiken (niet meegeleverd)
U kunt een netwerkkabel als volgt aansluiten:
1
Houd de stekker van de netwerkkabel vast en duw de RJ-45-klep naar
beneden in de richting van de pijl .
2
Steek de stekker in de RJ-45-poort in de richting van pijl .
a
Softwareconfiguratie
Raadpleeg uw internetprovider (ISP) voor meer informatie over het
configureren van uw computer.
11
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Geheugenkaarten gebruiken (niet bijgeleverd)
Uw computer ondersteunt de volgende soorten geheugenkaarten:
• Secure Digital-kaart (SD)
• MultiMediaCard (MMC)
Let op:
• Plaats slechts één kaart tegelijkertijd in de sleuf.
• Deze kaartlezer biedt geen ondersteuning voor SDIO-apparaten (bv. SDIO Bluetooth
enz.).
Een geheugenkaart plaatsen
Schuif een geheugenkaart naar binnen tot deze op zijn plaats klikt.
Opmerking: Als er een dummykaart bij de computer geleverd is, drukt u op de
dummykaart en verwijdert u deze vooraleer u een geheugenkaart invoert.
Een geheugenkaart verwijderen
Trek de geheugenkaart voorzichtig uit de geheugenkaartsleuf.
Let op:
• Stop de werking van de geheugenkaart voordat u deze verwijdert via Hardware veilig
verwijderen en media uitwerpen. Doet u dit niet, dan kunnen de gegevens
beschadigd raken.
U moet het besturingssysteem mogelijk configureren als u het voor het eerst
gebruikt. De onderstaande procedures kunnen deel uitmaken van het
configuratieproces:
• Akkoord gaan met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers
Charms zijn navigatieknoppen die u kunt gebruiken in Windows® 8.1. De
charms zijn: Zoeken, Delen, Starten, Apparaten en Instellingen. De
charmbalk is het menu dat de charms bevat.
De vijf charms bieden een nieuwe en snellere manier om tal van basistaken
uit te voeren en zijn altijd beschikbaar, ongeacht de app die momenteel
geopend is.
Voer een van de volgende handelingen uit om de charms weer te geven:
• Verplaats de cursor naar de rechterboven- of rechteronderhoek tot de
charmbalk wordt weergegeven.
• Druk op de Windows-toets + C.
De charm Zoeken
De charm Zoeken is een krachtige nieuwe manier om instellingen,
bestanden, webafbeeldingen, webvideo's enz. te zoeken.
15
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
De charm Delen
Met de charm Delen kunt u koppelingen, foto's en nog veel meer naar uw
vrienden en sociale netwerken versturen zonder de geactiveerde app te
moeten verlaten.
De charm Starten
Met de charm Starten kunt u snel naar het scherm Start overschakelen.
De charm Apparaten
Met de charm Apparaten kunt u verbinding maken met of bestanden
verzenden naar een extern apparaat (bv. apparaten om af te spelen, af te
drukken en te projecteren).
De charm Instellingen
Met de charm Instellingen kunt u basistaken uitvoeren, zoals het volume
regelen of de computer afsluiten. Via de charm Instellingen kunt u vanaf het
bureaubladscherm ook het Configuratiescherm openen.
Als u klaar bent met werken op de computer, kunt u de slaapstand activeren
of de computer uitschakelen.
De slaapstand activeren
Activeer de slaapstand op de computer als u er slechts voor een korte tijd
van weg bent.
Als de computer zich in de slaapstand bevindt, kunt u deze snel activeren en
verder gebruiken. Zo kunt u het opstartproces overslaan.
Voer een van de volgende handelingen uit om de slaapstand te activeren:
• Sluit het scherm.
• Druk op de aan/uit-knop.
• Open de charms en selecteer vervolgens Instellingen → Energie
→Slaapstand.
Opmerking: Wacht tot het aan/uit-lampje begint te knipperen (dit betekent dat de
slaapstand geactiveerd is) voordat u uw computer verplaatst. Als u de
computer verplaatst terwijl de harde schijf draait, kan de harde schijf schade
oplopen, waardoor u gegevens kunt verliezen.
Voer een van de volgende handelingen uit om de computer te wekken:
• Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
Opmerking: Als de computer niet geactiveerd wordt na het indrukken van een toets op
het toetsenbord, betekent dit dat de computer overgeschakeld is naar een
verbeterde energiebesparingsstand.
• Druk op de aan/uit-knop.
17
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
De computer uitschakelen
Schakel uw computer uit als u deze gedurende een lange periode niet zult
gebruiken.
U kunt de computer uitschakelen door een van de volgende handelingen uit
te voeren:
• Open de charmsbalk en selecteer Instellingen → Energie →
Afsluiten.
• Klik met de rechtermuisknop op de Start-knop in de linkeronderhoek en
selecteer Afsluiten of afmelden→Afsluiten.
18
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
• Klik op het Start-scherm op en selecteer Afsluiten.
Opmerking: deze bediening hangt af van uw BIOS-instellingen. Zie het product zelf.
Het displaypanel kan invoer zoals een tablet accepteren, met behulp van het
multi-touch screen, of zoals een traditionele notebook computer, met behulp
van het toetsenbord en touchpad.
Multi-touch handelingen
U kunt het scherm met een of meer vingertoppen aanraken om een veelheid
aan taken uit te voeren.
Veel gebruikte handelingenUitgevoerde taken
Tik
Tik één keer op een item.
Voert een handeling uit, zoals het
opstarten van een app, het openenen
van een link, of het uitvoeren van een
commando. Gelijk aan het klikken op
de linker muistoets.
Indrukken en ingedrukt houden
Duw uw vinger omlaag en laat deze daar
gedurende een moment.
20
Stelt u in staat gedetailleerde
informatie te zien voordat u een actie
kiest. Kan ook een menu met meer
opties openen. Gelijk aan het klikken
op de rechter muistoets.
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
(vervolg)
Veel gebruikte handelingenUitgevoerde taken
Zoomfunctie
Beweeg twee vingers samen of los van
elkaar terwijl u het scherm aanraakt.
Zoomt in en uit op visuele apps,
zoals foto's en landkaarten. Kan ook
naar het begin of einde van een lijst
springen.
Draaien
Plaats twee of meer vingers op een item en
draai vervolgens uw hand.
Schuiven
Sleep uw vinger over het scherm.
Draait een object. (Opmerking: Niet
alle items kunnen worden gedraaid,
afhankelijk van de app.)
Pant of bladert door lijsten en
pagina's. Kan ook een object
verplaatsen of worden gebruikt om
te tekenen of te schrijven, afhankelijk
van de app. Gelijk aan het indrukken
en ingedrukt houden om te pannen
en te bladeren met een muis.
21
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
(vervolg)
Veel gebruikte handelingenUitgevoerde taken
Slepen
Begin bij iedere rand van het scherm en
sleep vervolgens naar binnen naar het
midden.
Het slepen vanaf de bovenkant naar
beneden of vanaf de onderkant naar
boven geeft een taakbalk weer aan de
onderkant van het scherm met appcommando's, inclusief Nieuw,
Refresh, en andere commando's.
Als u momenteel een app heeft open
staan, kunt u ook:
• Slepen van de bovenrand
halverwege omlaag over het
scherm zonder uw vinger op te
tillen, om die app vast te zetten aan
de linker- of rechterkant van het
scherm. Dit maakt het mogelijk
twee apps tegelijkertijd open te
houden in een gesplitst scherm
format.
• Sleep continu van de bovenrand
recht naar beneden naar de
onderrand van het scherm zonder
uw vinger los te laten om de
momenteel openstaande app af te
sluiten.
22
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
(vervolg)
Veel gebruikte handelingenUitgevoerde taken
Inslepen vanaf de linkerrand kan:
• Een app die momenteel in de
achtergrond draait inbrengen en
openen.
Als er momenteel meer dan één app
draait, kunt u:
• Inslepen vanaf linnks om de app in
te brengen en, zonder dat u uw
vinger optilt, die app snel
terugzetten naar de linkerrand van
het scherm. Dit toont een lijst met
de apps die momenteel op de
achtergrond draaien.
Inslepen vanaf de rechterrand van
het scherm toont de charms.
23
Hoofdstuk 2. Windows 8.1 gebruiken
Verbinding maken met een draadloos netwerk - - - - - -
Draadloze verbinding activeren
Voer een van de volgende handelingen uit om de draadloze functies te
activeren:
• Druk op om de vliegmodus uit te schakelen.
• Open de charms en selecteer Instellingen → om de
netwerkconfiguratiepagina te openen. Zet vervolgens de schakelaar van de
vliegmodus op Uit.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Na het inschakelen van de draadloze functies scant de computer
automatisch naar beschikbare draadloze netwerken. Deze worden
vervolgens weergegeven in de lijst met draadloze netwerken. Om
verbinding te maken met een draadloos netwerk, klikt u op de naam van het
netwerk in de lijst en klikt u vervolgens op Verbinden.
Opmerking: Voor sommige netwerken hebt u een netwerkbeveiligingssleutel of een
wachtwoordzin nodig om verbinding te kunnen maken. Om verbinding te
maken met dit type netwerk, vraagt u de beveiligingssleutel of de
wachtwoordzin op bij de netwerkbeheerder of de internetprovider.
Als u problemen ervaart bij het gebruik van het besturingssysteem,
raadpleegt u het bestand Windows Help en ondersteuning. Voer een van de
volgende handelingen uit om het bestand Windows Help en ondersteuning
te openen:
• Selecteer de charm Instellingen en selecteer vervolgens Help.
•Druk op F1 of Fn + F1 (afhankelijk van uw toetsenbord).
U kunt het bestand Windows Help en ondersteuning op uw computer lezen.
U kunt ook hulp en ondersteuning krijgen via het web door te klikken op een
van de twee koppelingen onder Meer om te verkennen.
Opmerking: Windows 8.1 biedt daarnaast ook de toepassing Help en tips. Deze toepassing
vindt u terug op het Start-scherm en laat u kennismaken met de nieuwe
functies van Windows 8.1.
25
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem
Het Lenovo OneKey Recovery-systeem is een programma dat bedoeld is om
een back-up te maken van uw computer en deze indien nodig te herstellen.
U kunt het gebruiken om de systeempartitie te herstellen naar de
oorspronkelijke status in geval van een systeemfout. U kunt ook naar wens
gebruikersback-ups aanmaken voor eenvoudig herstel.
Opmerkingen:
• Indien op uw computer een ander besturingssysteem dan Windows geïnstalleerd is, is
het OneKey Recovery-systeem niet beschikbaar.
• Om de functies van het OneKey Recovery-systeem te kunnen gebruiken, bevat uw harde
schijf standaard reeds een verborgen partitie om een systeemspiegelbeeldbestand en
programmabestanden van het OneKey Recovery-systeem op te slaan. Deze
standaardpartitie is verborgen wegens veiligheidsredenen en dat is ook de reden waarom
de vrije schijfruimte kleiner is dan opgegeven.
Een back-up maken van de systeempartitie
U kunt een back-up maken van de systeempartitie in een
spiegelbeeldbestand. Een back-up maken van de systeempartitie:
1
Druk op de Novo-knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te
starten.
2
Ga naar System Recovery (Systeemherstel).
3
Selecteer een locatie voor de back-up en klik op Next (Volgende) om de
back-up te starten.
Opmerkingen:
• U kunt een locatie voor de back-up kiezen op de lokale harde schijf of op een extern
opslagapparaat.
• Verwijder de verwijderbare hardeschijfstation voordat u het Lenovo OneKey Recovery-
systeem start. Anders kan er data vanaf de hardeschijfstation verloren gaan.
• Het back-upproces kan even duren.
• Het back-upproces kan alleen gebruikt worden wanneer Windows normaal gestart kan
worden.
Herstellen
U kunt kiezen of u de systeempartitie herstelt naar de oorspronkelijke status
of naar een eerder gemaakt back-uppunt. De systeempartitie herstellen:
1
Druk op de Novo-knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te
starten.
2
Ga naar System Recovery (Systeemherstel). De computer wordt
opgestart in de herstelomgeving.
26
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem
3
Volg de instructies op het scherm om de systeempartitie te herstellen
naar de oorspronkelijke status of naar een eerder gemaakt back-uppunt.
Opmerkingen:
• Het herstelproces is onomkeerbaar. Zorg ervoor dat u een back-up gemaakt hebt van alle
te bewaren gegevens op de systeempartitie vooraleer u het herstelproces start.
• Het herstelproces kan even duren. Zorg er dus voor dat de netspanningsadapter
aangesloten is op de computer tijdens het herstelproces.
• De bovenstaande instructies kunnen gevolgd worden wanneer Windows normaal gestart
kan worden.
Als Windows niet gestart kan worden, volgt u de onderstaande stappen om
het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten:
1
Schakel de computer uit.
2
Druk op de Novo-knop. Selecteer System Recovery (Systeemherstel) in
het Novo-knopmenu en druk op Enter.
In dit onderdeel vindt u veelgestelde vragen per categorie.
Informatie opzoeken
Welke voorzorgsmaatregelen moet ik nemen bij het gebruik van mijn
computer?
De
Gids met algemene en veiligheidsinformatie van Lenovo
computer) bevat voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van uw computer. Lees
alle voorzorgsmaatregelen en volg deze bij het gebruik van de computer.
Waar vind ik de hardwarespecificaties voor mijn computer?
U vindt de hardwarespecificaties voor uw computer terug op de gedrukte
brochures die geleverd zijn bij de computer.
Waar vind ik informatie over de garantievoorwaarden?
Voor de garantie die van toepassing is op uw computer, inclusief de
garantieperiode en het soort garantie, kunt u de brochure met de Lenovogarantieverklaring raadplegen die bij uw computer werd geleverd.
(geleverd bij de
Stuurprogramma's en vooraf geïnstalleerde software
Waar zijn de installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde programma's
(bureaubladsoftware) van Lenovo?
Er worden geen installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde software van
Lenovo geleverd bij de computer. Als u de vooraf geïnstalleerde software
opnieuw moet installeren, kunt u het installatieprogramma terugvinden
op de C- of D-partitie van uw harde schijf. Als u het installatieprogramma
daar niet terugvindt, kunt u het downloaden via de website voor
klantenondersteuning van Lenovo.
Waar vind ik de stuurprogramma's voor de verschillende hardwareonderdelen
van mijn computer?
Als er op uw computer vooraf een Windows-besturingssysteem is
geïnstalleerd, zet Lenovo de benodigde stuurprogramma's voor de
hardwareonderdelen op de C- of D-partitie van de harde schijf. U kunt de
recentste stuurprogramma's ook downloaden via de website voor
klantenondersteuning van Lenovo.
28
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Lenovo OneKey Recovery-systeem
Waar zijn de herstelschijven?
Er zijn geen herstelschijven geleverd bij uw computer. Gebruik het Lenovo
OneKey Recovery-systeem als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen
voor het systeem.
Wat kan ik doen indien het back-upproces mislukt?
Als u de back-upfunctie kunt opstarten maar het misgaat tijdens het backupproces, probeert u de volgende stappen:
1
Sluit alle geopende programma's en start het back-upproces opnieuw.
2
Controleer of de doelmedia beschadigd zijn. Selecteer een ander pad
en probeer vervolgens opnieuw.
Wanneer moet ik het systeem naar de fabrieksstatus herstellen?
Gebruik deze functie als het besturingssysteem niet opstart. Als er
belangrijke gegevens aanwezig zijn op de systeempartitie, moet u hier een
back-up van maken voor u de herstelprocedure start.
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling
Wat is het hulpprogramma voor BIOS-instelling?
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling is een op ROM gebaseerde
software. Deze software geeft basiscomputerinformatie door en voorziet
opties voor het instellen van opstartapparaten, beveiliging, hardwaremodi
en andere voorkeuren.
Hoe kan ik het hulpprogramma voor BIOS-instelling starten?
Om het hulpprogramma voor BIOS-instelling te starten, onderneemt u een
van de volgende acties:
• Schakel de computer uit. Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens
BIOS Setup (BIOS-instellingen).
• Druk tijdens het opstarten op Fn + F2.
Hoe kan ik de opstartmodus wijzigen?
Er zijn twee opstartmodi: UEFI en Legacy Support (Legacyondersteuning). Om de opstartmodus te wijzigen, start u het
hulpprogramma voor BIOS-instelling en stelt u de opstartmodus in op
UEFI of Legacy Support (Legacy-ondersteuning) in het opstartmenu.
29
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Wanneer moet ik de opstartmodus wijzigen?
UEFI is de standaardopstartmodus voor uw computer. Als u een
Windows-legacybesturingssysteem wilt installeren (dit is een
besturingssysteem vóór Windows 8) op uw computer, moet u de
opstartmodus wijzigen naar Legacy Support (Legacy-ondersteuning). Het
Windows-legacybesturingssysteem kan niet geïnstalleerd worden als u de
opstartmodus niet wijzigt.
Assistentie
Hoe kan ik contact opnemen met het customer support center?
Zie "Hoofdstuk 3. Assistentie en service" in Lenovo's Gids met algemene en
veiligheidsinformatie.
Wanneer ik de computer
inschakel, verschijnt er niets
op het scherm.
Wanneer ik de computer
inschakel, verschijnt er
een leeg scherm met een
witte cursor.
Het scherm wordt plots
zwart terwijl de computer
ingeschakeld is.
• Als het scherm leeg is, controleert u of:
- de netspanningsadapter op de computer is
aangesloten en de stekker van het netsnoer in een
werkend stopcontact is geplaatst.
- de computer is ingeschakeld. (Druk ter controle
nogmaals op de aan/uit-knop.)
- Als u de netspanningsadapter of de batterij gebruikt
en het statuslampje voor de batterij brandt, drukt u
op F12 () om het scherm helderder te maken.
• Als u deze punten hebt gecontroleerd en het scherm
nog steeds leeg is, laat u de computer repareren.
• Zet back-upbestanden terug naar uw Windows-
omgeving of herstel de oorspronkelijke inhoud van
de harde schijf met behulp van het Lenovo OneKey
Recovery-systeem. Als er nog steeds alleen een
cursor op het scherm wordt weergegeven, laat u de
computer repareren.
• Mogelijk is een schermbeveiliging of
energiebeheerfunctie geactiveerd. U kunt op de
volgende manieren de schermbeveiliging afsluiten of
de computer wekken uit de slaapstand:
- Raak het touchpad aan.
- Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
- Druk op de aan/uit-knop.
-Druk op F9 () om te controleren of de
achtergrondverlichting van het lcd-scherm
uitgeschakeld is.
- Als het probleem zich blijft voordoen, probeert u de
oplossing voor het onderstaande probleem "Het
scherm is onleesbaar of vervormd".
31
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Het scherm is onleesbaar of
vervormd.
Er verschijnen verkeerde
tekens op het scherm.
• Controleer of:
- het juiste beeldschermstuurprogramma is
geïnstalleerd.
- de beeldschermresolutie en de kleurkwaliteit
correct zijn ingesteld.
- het juiste monitortype is ingesteld.
• Hebt u het besturingssysteem of de programma's
correct geïnstalleerd? Als deze software correct is
geïnstalleerd en geconfigureerd, laat u de computer
repareren.
Problemen met BIOS-wachtwoorden
Ik ben mijn wachtwoord
vergeten.
• Als u uw gebruikerswachtwoord vergeten bent,
dient u uw systeembeheerder te vragen het
wachtwoord te resetten.
• Als u uw hardeschijfwachtwoord vergeet, kan het
wachtwoord niet worden gereset en kunnen de
gegevens op de harde schijf niet worden hersteld,
ook niet door een Lenovo-reparateur. U dient de
computer naar een geautoriseerde Lenovoreparateur of -vertegenwoordiger te brengen om de
harde schijf te laten vervangen. Daarvoor is een
aankoopbewijs vereist. Er wordt een vergoeding in
rekening gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
• Als u uw beheerderswachtwoord bent vergeten, kan
dit niet meer worden hersteld, ook niet door een
Lenovo-reparateur. U dient de computer naar een
geautoriseerde Lenovo-reparateur of vertegenwoordiger te brengen om het moederbord te
laten vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs
vereist. Er wordt een vergoeding in rekening
gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
Problemen met de slaapstand
Er wordt een bericht over
een kritieke lage
batterijspanning
weergegeven en de
computer wordt onmiddellijk
uitgeschakeld.
• Het vermogen van de batterij is te laag. Sluit de
netspanningsadapter op de computer aan of vervang
de batterij door een volledig opgeladen exemplaar.
32
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
De computer schakelt
meteen na de
Power-On Self-Test (POST)
over naar de slaapstand.
Opmerking: Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het bereik is, laat u de
computer repareren.
De computer keert niet
terug uit de slaapstand en
werkt niet.
• Controleer of:
- de batterij is opgeladen.
- de omgevingstemperatuur binnen het acceptabele
bereik ligt. Zie "Hoofdstuk 2. Gebruik en
onderhoud van de computer" in Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie.
• Als de computer in de slaapstand staat, sluit u de
netvoedingsadapter aan op de computer en drukt u
vervolgens op een willekeurige toets of op de aan/
uit-knop.
• Als de computer nog steeds niet uit de slaapstand
terugkeert, het systeem niet reageert of u de
computer niet kunt uitschakelen, moet u de
computer resetten. Hierbij kunnen niet-opgeslagen
gegevens verloren gaan. Om de computer te resetten,
houdt u de aan/uit-knop gedurende minstens 4
seconden ingedrukt.
Problemen met het geluid
Er komt geen geluid uit de
luidspreker, ook niet als ik
het volume hoger zet.
• Controleer of:
- de dempfunctie is uitgeschakeld.
- de combo-audioaansluiting niet wordt gebruikt.
- de luidspreker geselecteerd is als afspeelapparaat.
Problemen met de batterij
De computer wordt
uitgeschakeld voordat het
statuslampje
voor de batterij aangeeft dat
de batterij leeg is.
-of-
De computer blijft werken
terwijl het statuslampje voor
de batterij aangeeft dat de
batterij leeg is.
• Reset de batterijmeter met behulp van Lenovo
Energy Management (Lenovo-energiebeheer). Als
het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de
batterij door een nieuwe.
33
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
De computer werkt niet
terwijl de batterij volledig is
opgeladen.
• Mogelijk is de piekspanningsbeveiliging in de batterij
actief. Schakel de computer uit en wacht een minuut
om de beveiliging te annuleren. Schakel de computer
vervolgens weer in.
Problemen met de harde schijf
De harde schijf werkt niet.• Controleer in het menu Boot(Opstarten) van het
hulpprogramma voor BIOS-instelling of het
hardeschijfstation aanwezig is in de EFI-lijst.
Overige problemen
De computer reageert niet.• Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/
uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.
Als de computer nog steeds niet reageert, verwijdert
u de batterij en ontkoppelt u de
netspanningsadapter.
• De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt
geactiveerd tijdens een communicatiebewerking.
Schakel de timer voor de slaapstand uit wanneer u
gebruikmaakt van het netwerk.
Ik wil de computer opstarten
vanaf een aangesloten
apparaat, maar het
apparaat wordt niet
weergegeven in de lijst met
opstartapparaten.
• Controleer de instelling voor de opstartmodus in het
hulpprogramma voor BIOS-instelling. Als de Boot Mode (Opstartmodus) ingesteld is op UEFI, dient u
ervoor te zorgen dat het apparaat of het medium in
het apparaat ondersteuning biedt voor opstarten via
UEFI. Als het apparaat of het medium in het apparaat
geen ondersteuning biedt voor opstarten via UEFI,
stelt u de Boot Mode (Opstartmodus) in op Legacy Support (Legacy-ondersteuning). Als het apparaat
nog steeds niet weergegeven wordt in de lijst met
opstartapparaten, moet u een ander apparaat of
medium kiezen.
34
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Het aangesloten externe
apparaat werkt niet.
• Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels
van externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen
terwijl de computer is ingeschakeld, omdat de
computer anders beschadigd kan raken.
• Wanneer u een extern apparaat met een hoog
energieverbruik aansluit, zoals een extern optisch
schijfstation via USB, moet u de netvoedingsadapter
bij het betreffende externe apparaat gebruiken. Doet
u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet
herkend of wordt het systeem uitgeschakeld.
35
Handelsmerken
De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Lenovo in België, Nederland en/of andere landen.
Lenovo
OneKey
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere bedrijfs-, product- en servicenamen zijn mogelijk handelsmerken of
servicemerken van derden.