Lees de veiligheidsaanwijzingen en belangrijke tips in de
bijgeleverde handleidingen voordat u uw computer in gebruik neemt.
Page 2
Opmerkingen
•
Lees eerst Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie voordat u
het product in gebruik neemt.
•
Bij bepaalde instructies in deze gebruikershandleiding wordt ervan
uitgegaan dat u Windows® 7 of Windows 8.1 gebruikt. Indien u een
ander Windows-besturingssysteem gebruikt, kunnen er kleine
verschillen in de bediening zijn. Indien u een ander besturingssysteem
gebruikt, zijn bepaalde handelingen voor u mogelijk niet van
toepassing.
•
De meeste modellen beschikken over de functies die in deze
gebruikershandleiding beschreven worden. Het is echter mogelijk dat
sommige functies niet beschikbaar zijn op uw computer en/of dat uw
computer over functies beschikt die niet beschreven worden in deze
gebruikershandleiding.
•
De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het
eigenlijke product. Zie het product zelf.
Wettelijke kennisgevingen
•
Raadpleeg voor meer informatie Guides & Manuals op
http://support.lenovo.com.
Opmerking: De zones die omkaderd zijn met stippellijnen zijn niet zichtbaar langs de
Let op:
• Vouw he t b ee ld sc he rm nooit verder dan 130 graden open. Zorg dat er bij het sluiten van het
buitenkant.
beeldscherm geen pennen of andere objecten tussen het beeldscherm en het toetsenbord
achterblijven. Is dit wel het geval, dan kan het scherm beschadigd raken.
h
i
1
Page 6
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Geïntegreerde
a
webcam
Draadloze
b
antennes
Beeldscherm
c
Novo-knop
d
e
Aan/uit-knop
Ingebouwde
f
microfoon
Gebruik de webcam voor videocommunicatie.
Deze maken verbinding met de draadloze adapter om
draadloos radio te ontvangen en te versturen.
Zorgt voor een schitterende visuele uitvoer.
Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op deze knop
om het Lenovo OneKey Recovery-systeem of het
hulpprogramma voor BIOS-instelling te starten, of om
het opstartmenu te openen.
Druk op deze knop om de computer in te schakelen.
De microfoon vangt geluiden op en kan gebruikt worden
voor videoconferenties, gesproken commentaar of
geluidsopnames.
2
Page 7
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Systeemlampjes
g
IndicatorStatus van het lampjeBetekenis
Aan (continu wit)De batterij is meer dan 20 %
Continu oranjeDe batterij is tussen 5 % en
Snel knipperend oranjeDe accu is voor minder dan
Langzaam knipperend
oranje
Indicator
batterijstatus
Langzaam knipperend witDe batterij is tussen 20 % en
Aan (continu wit)De computer is
Aan/uit-
KnipperendDe computer bevindt zich
statuslampje
UitDe computer is
KnipperendEr worden gegevens
Apparaattoegangslampje
opgeladen.
20 % opgeladen.
5 % opgeladen.
De batterij wordt
opgeladen. Zodra de
batterij 20 % is opgeladen,
verandert de knipperende
kleur naar wit.
80 % opgeladen en is nog
bezig met opladen.
Wanneer de batterij 80 %
opgeladen is, knippert het
lampje niet meer, maar zal
het opladen doorgaan tot
de batterij volledig is
opgeladen.
ingeschakeld.
in de slaapstand.
uitgeschakeld.
gelezen op of geschreven
naar het hardeschijfstation
of andere externe
opslagapparaten.
3
Page 8
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Touchpad
h
Touchpad-knoppen
i
Opmerking: U kunt het touchpad en de knoppen van het touchpad in- of uitschakelen door
te drukken op F6 .
Het touchpad werkt als een gewone muis.
Als u de muiswijzer op het scherm wilt verplaatsen,
beweegt u uw vingertop in de gewenste richting over het
touchpad.
De functies van de linker- en rechterknop stemmen
overeen met die van de linker- en rechtermuisknop op
een normale muis.
4
Page 9
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Gebruik van het toetsenbord
Toetsenbord functietoetsen
U kunt snel toegang tot bepaalde systeeminstellingen krijgen door de juiste
functietoetsen in te drukken.
Zet geluid aan/uit.
:
Verlaagt het volumeniveau.
:
Ver h o og t he t
:
volumeniveau.
Sluit het momenteel actieve
:
venster.
Vernieuwt het bureaublad
of het momenteel actieve
:
venster.
Schakelt de touchpad
:
in/uit.
Opmerking: Als u de Hotkey Mode (Sneltoetsstand) in het hulpprogramma voor BIOS-
instelling gewijzigd hebt van Enabled (Ingeschakeld) naar Disabled (Uitgeschakeld), moet u tegelijk op de Fn-toets en de gewenste sneltoets
drukken.
Schakelt vliegtuigmodus
:
in/uit.
Toont alle momenteel
:
actieve apps.
Hiermee kunt u de
verlichting van het lcd-
:
scherm in-/uitschakelen.
Schakelt de display heen en
weer tussen de computer en
:
een extern apparaat.
Verlaagt de helderheid van
:
de display.
Verhoogt de helderheid van
:
de display.
5
Page 10
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Functietoets-combinaties
U kunt operationele functionaliteiten direct veranderen door het gebruik van
de functietoetsen. Om deze functie te gebruiken, druk op Fn en houd deze
vast, en druk daarna op een van de functietoetsen .
a
Het volgende gedeelte omschrijft de functionaliteiten van elke functietoets.
• Zorg ervoor dat alle ventilatiesleuven vrij zijn. Is dit niet het geval, dan kan de
computer oververhit raken.
USB 3.0-poorten
d
Opmerking: Zie "USB-apparaten aansluiten" op pagina 8 voor meer informatie.
Combo-
e
Hierop kunt u externe weergaveapparatuur aansluiten.
Hierlangs kan de inwendige warmte ontsnappen.
Sluit hier een USB-apparaat op aan.
Voor het aansluiten van een headset.
audioaansluiting
Opmerkingen:
• De combo-audioaansluiting ondersteunt geen conventionele microfoons.
• De opnamefunctie wordt bij het aansluiten van een hoofdtelefoon of headset van een
andere fabrikant mogelijk niet ondersteund wegens verschillende industriestandaarden.
7
Page 12
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
USB-apparaten aansluiten
U kunt een USB-apparaat aansluiten op uw computer door de USBaansluiting ervan (type A) in de USB-poort van uw computer te plaatsen.
De eerste keer dat u een USB-apparaat op een bepaalde USB-poort op uw
computer aansluit, installeert Windows automatisch een stuurprogramma
voor dat apparaat. Nadat het stuurprogramma geïnstalleerd is, kunt u het
apparaat loskoppelen en opnieuw aansluiten zonder bijkomende stappen uit
te voeren.
Opmerking: Normaal detecteert Windows een nieuw apparaat nadat u het hebt aangesloten
en wordt het bijbehorende stuurprogramma automatisch geïnstalleerd. Voor
bepaalde apparaten kan het echter nodig zijn het stuurprogramma te
installeren voordat u deze aansluit. Raadpleeg de documentatie van de
fabrikant van het apparaat voordat u het apparaat aansluit.
Voordat u een USB-opslagapparaat loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat de
computer klaar is met het overzetten van gegevens van of naar het apparaat.
Verwijder het apparaat altijd op de juiste manier in het Windowsbesturingssysteem om beschadiging van de gegevens te voorkomen.
Opmerkingen:
• Als uw USB-apparaat een netsnoer gebruikt, dient u dat apparaat aan te sluiten op een
stroombron voordat u het aansluit. Doet u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet
herkend.
• Als de slaapstand geactiveerd is, kunt u alleen het toetsenbord gebruiken om de
computer te wekken.
8
Page 13
Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Een Bluetooth-apparaat aansluiten
Als uw computer uitgerust is met een geïntegreerde Bluetooth-adapterkaart,
kunt u draadloos verbinding maken met/vanaf en gegevens overzetten
naar/vanaf andere Bluetooth-apparaten zoals notebookcomputers, pda's en
mobiele telefoons. U kunt in een open ruimte tot op een afstand van 10 meter
gegevens overdragen tussen deze apparaten.
Opmerking: Het werkelijke maximumbereik kan variëren door storingen en
transmissiebeperkingen. Plaats het apparaat zo dicht mogelijk bij uw computer
om de beste overdrachtsnelheid te bekomen.
Bluetooth- en WLAN-communicatie op uw computer inschakelen
Druk op F7 om de instellingen te configureren.
Opmerkingen:
• Als u de Bluetooth-functie niet gebruikt, kunt u deze beter uitschakelen om de batterij te
sparen.
• U moet het Bluetooth-apparaat koppelen met uw computer voor u gegevens tussen beide
kunt overdragen. Lees de documentatie die geleverd is bij het Bluetooth-apparaat voor
meer informatie over het koppelen van het apparaat met de computer.
Laten lucht de computer binnendringen om deze af
te koelen.
Zorgen voor audio-uitvoer.
13
Page 18
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
Het besturingssysteem voor het eerst configureren - - - - - -
U moet het besturingssysteem configureren als u het voor het eerst gebruikt. De
onderstaande procedures kunnen deel uitmaken van het configuratieproces:
• Akkoord gaan met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers
In deze handleiding wordt alleen Windows 8.1 als referentievoorbeeld gebruikt.
Start-scherm en bureaublad
Windows 8.1 beschikt over twee hoofdinterfaces: het Start-scherm en het
Windows-bureaublad.
Om over te schakelen van het Start-scherm naar het Windows-bureaublad,
onderneemt u een van de volgende acties:
• Selecteer de tegel Bureaublad op het Start-scherm.
•Druk op de Windows-toets + D.
Om over te schakelen van het bureaublad naar het Start-scherm, onderneemt
u een van de volgende acties:
• Selecteer Starten op de charmsbalk.
•Druk op de Windows-toets .
• Verplaats de cursor naar de linkeronderhoek en klik op de Start-knop.
Startscherm Bureaublad
14
Page 19
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
Charms en de charmsbalk
Charms zijn navigatieknoppen waarmee u snel basistaken kunt oproepen.
De charms zijn: Zoeken, Delen, Starten, Apparaten en Instellingen. De
charmsbalk is het menu dat de charms bevat. Voer een van de volgende
handelingen uit om de charmsbalk weer te geven:
• Verplaats de cursor naar de rechterboven- of rechteronderhoek tot de
charmsbalk wordt weergegeven.
• Druk op de Windows-toets + C.
De charm Zoeken
De charm Zoeken is een krachtige nieuwe manier om instellingen,
bestanden, webafbeeldingen, webvideo's enz. te zoeken.
15
Page 20
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
De charm Delen
Met de charm Delen kunt u koppelingen, foto's en nog veel meer naar uw
vrienden en sociale netwerken versturen zonder de geactiveerde app te
moeten verlaten.
De charm Starten
Met de charm Starten kunt u snel naar het scherm Start overschakelen.
De charm Apparaten
Met de charm Apparaten kunt u verbinding maken met of bestanden
verzenden naar een extern apparaat (bv. apparaten om af te spelen, af te
drukken en te projecteren).
De charm Instellingen
Met de charm Instellingen kunt u basistaken uitvoeren, zoals het volume
regelen of de computer afsluiten. Via de charm Instellingen kunt u vanaf het
bureaubladscherm ook het Configuratiescherm openen.
Als u klaar bent met werken op de computer, kunt u de computer
uitschakelen of de slaapstand of sluimerstand activeren.
De computer uitschakelen
Schakel uw computer uit als u deze gedurende een lange periode niet zult
gebruiken.
U kunt de computer als volgt uitschakelen:
• Windows 7:
Klik op Start → Afsluiten.
• Windows 8.1:
1
Open de charmsbalk en selecteer vervolgens Instellingen .
2
Selecteer Aan/Uit → Afsluiten.
17
Page 22
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
De slaapstand activeren
Activeer de slaapstand op de computer als u er slechts voor een korte tijd
van weg bent. Als de computer zich in de slaapstand bevindt, kunt u deze
snel activeren en verder gebruiken. Zo kunt u het opstartproces overslaan.
Voer een van de volgende handelingen uit om de slaapstand te activeren:
• Sluit het scherm.
• Druk op de aan/uit-knop.
• Voer de handelingen uit die van toepassing zijn voor uw besturingssysteem.
Windows 7:
Klik op Start → Slaapstand.
Windows 8.1:
Open de charmsbalk en selecteer vervolgens Instellingen → Aan/Uit
→Slaapstand.
Let op:
• Wacht tot het aan/uit-lampje begint te knipperen (dit betekent dat de slaapstand
geactiveerd is) voordat u uw computer verplaatst. Als u de computer verplaatst terwijl
de harde schijf draait, kan de harde schijf schade oplopen, waardoor u gegevens kunt
verliezen.
Voer een van de volgende handelingen uit om de computer te wekken:
• Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
• Druk op de aan/uit-knop.
De sluimerstand activeren
Met deze modus kunt u de computer volledig uitschakelen zonder
bestanden op te slaan of geactiveerde programma's te sluiten. Wanneer de
sluimerstand geactiveerd wordt op de computer, worden alle geopende
programma's, mappen en bestanden opgeslagen op het hardeschijfstation,
waarna de computer uitgeschakeld wordt.
Voer de volgende handelingen uit om de sluimerstand te activeren:
• Windows 7:
Klik op Start → Sluimerstand.
18
Page 23
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
Verbinding maken met een draadloos netwerk - - - - - - - - - - - - - - - - - -
U kunt als volgt verbinding maken met een draadloos netwerk:
1
Druk op F7 om de draadloze functie in te schakelen.
2
Raadpleeg de beschikbare draadloze netwerken.
• Windows 7:
Klik op het pictogram met de verbindingsstatus van het draadloze
netwerk in het Windows-systeemvak. Er wordt een lijst met
beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
• Windows 8.1:
Open de charmsbalk en selecteer Instellingen →. Er wordt
een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
3
Klik op een netwerknaam in de lijst en klik vervolgens op Verbinding
maken.
Opmerking: Voor sommige netwerken hebt u een netwerkbeveiligingssleutel of een
wachtwoordzin nodig om verbinding te kunnen maken. Om verbinding te
maken met dit type netwerk, vraagt u de beveiligingssleutel of de
wachtwoordzin op bij de netwerkbeheerder of de internetprovider.
Softwareconfiguratie
Raadpleeg uw internetprovider (ISP) voor meer informatie over het
configureren van uw computer.
Als u vragen hebt over het gebruik van het Windows-besturingssysteem,
raadpleegt u Windows Help en ondersteuning. Voer een van de volgende
handelingen uit om Windows Help en ondersteuning te openen:
• Windows 7:
Klik op Start → Help en ondersteuning.
• Windows 8.1:
• Open de charmsbalk en selecteer Instellingen. Selecteer vervolgens Help
in het menu Instellingen.
•Druk op de Windows-toets + Fn + F1.
U kunt het bestand Windows Help en ondersteuning op uw computer lezen.
U kunt ook hulp en ondersteuning krijgen via het web door te klikken op een
van de twee koppelingen onder Meer om te verkennen.
Opmerking: Windows 8.1 biedt daarnaast ook de toepassing Help en tips. Deze toepassing
vindt u terug op het Start-scherm en laat u kennismaken met de nieuwe
functies van Windows 8.1.
20
Page 25
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem
Het Lenovo OneKey Recovery-systeem is een programma dat bedoeld is om
een back-up te maken van uw computer en deze indien nodig te herstellen.
U kunt het gebruiken om de systeempartitie te herstellen naar de
oorspronkelijke status in geval van een systeemfout. U kunt ook naar wens
gebruikersback-ups aanmaken voor eenvoudig herstel.
Opmerkingen:
• Als er vooraf een GNU/Linux-besturingssysteem op uw computer geïnstalleerd werd, is
het OneKey Recovery-systeem niet beschikbaar.
• Om de functies van het OneKey Recovery-systeem te kunnen gebruiken, bevat uw harde
schijf standaard reeds een verborgen partitie om een systeemspiegelbeeldbestand en
programmabestanden van het OneKey Recovery-systeem op te slaan. Deze
standaardpartitie is verborgen wegens veiligheidsredenen en dat is ook de reden waarom
de vrije schijfruimte kleiner is dan opgegeven.
Een back-up maken van de systeempartitie
U kunt een back-up maken van de systeempartitie in een
spiegelbeeldbestand. Een back-up maken van de systeempartitie:
1
Druk op de Novo-knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te
starten.
2
Klik op System Backup (Systeemback-up).
3
Selecteer een locatie voor de back-up en klik op Next (Volgende) om de
back-up te starten.
Opmerkingen:
• U kunt een locatie voor de back-up kiezen op de lokale harde schijf of op een extern
opslagapparaat.
• Verwijder de verwijderbare hardeschijfstation voordat u het Lenovo OneKey Recovery-
systeem start. Anders kan er data vanaf de hardeschijfstation verloren gaan.
• Het back-upproces kan even duren.
• Het back-upproces kan alleen gebruikt worden wanneer Windows normaal gestart kan
worden.
Herstellen
U kunt kiezen of u de systeempartitie herstelt naar de oorspronkelijke status
of naar een eerder gemaakt back-uppunt. De systeempartitie herstellen:
1
Druk op de Novo-knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te
starten.
2
Klik op
de herstelomgeving.
System Recovery (Systeemherstel)
. De computer wordt opgestart in
21
Page 26
Hoofdstuk 3. Lenovo OneKey Recovery-systeem
3
Volg de instructies op het scherm om de systeempartitie te herstellen naar
de oorspronkelijke status of naar een eerder gemaakt back-uppunt.
Opmerkingen:
• Het herstelproces is onomkeerbaar. Zorg ervoor dat u een back-up gemaakt hebt van alle
te bewaren gegevens op de systeempartitie vooraleer u het herstelproces start.
• Het herstelproces kan even duren. Zorg er dus voor dat de netspanningsadapter
aangesloten is op de computer tijdens het herstelproces.
• De bovenstaande instructies kunnen gevolgd worden wanneer Windows normaal gestart
kan worden.
Als Windows niet gestart kan worden, volgt u de onderstaande stappen om
het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten:
1
Schakel de computer uit.
2
Druk op de Novo-knop. Selecteer System Recovery (Systeemherstel) in
het Recovery Boot Menu (Opstartmenu voor systeemherstel) en druk
op Enter.
In dit onderdeel vindt u veelgestelde vragen per categorie.
Informatie opzoeken
Welke voorzorgsmaatregelen moet ik nemen bij het gebruik van mijn
computer?
De Gids met algemene en veiligheidsinformatie van Lenovo (geleverd bij de
computer) bevat voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van uw computer.
Lees alle voorzorgsmaatregelen en volg deze bij het gebruik van de
computer.
Waar vind ik de hardwarespecificaties voor mijn computer?
U vindt de hardwarespecificaties voor uw computer terug op de gedrukte
brochures die geleverd zijn bij de computer.
Waar vind ik informatie over de garantievoorwaarden?
Voor de garantie die van toepassing is op uw computer, inclusief de
garantieperiode en het soort garantie, kunt u de brochure met de Lenovogarantieverklaring raadplegen die bij uw computer werd geleverd.
Stuurprogramma's en vooraf geïnstalleerde software
Waar zijn de installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde programma's
(bureaubladsoftware) van Lenovo?
Er worden geen installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde software van
Lenovo geleverd bij de computer. Als u vooraf geïnstalleerde software
opnieuw moet installeren, kunt u het installatieprogramma terugvinden
op de D-partitie van uw harde schijf. Als u het installatieprogramma daar
niet kunt vinden, kunt u het ook downloaden van de Lenovo
klantenondersteuning website.
23
Page 28
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Waar vind ik de stuurprogramma's voor de verschillende hardwareonderdelen
van mijn computer?
Als uw computer vooraf is geïnstalleerd met een Windows
besturingssysteem, biedt Lenovo besturingsprogramma's voor alle
hardwareapparaten die u nodig hebt op de D-partitie van uw harde schijf.
U kunt de nieuwste besturingsprogramma's ook downloaden van de
Lenovo klantenondersteuning website.
Lenovo OneKey Recovery-systeem
Waar zijn de herstelschijven?
Er zijn geen herstelschijven geleverd bij uw computer. Gebruik het Lenovo
OneKey Recovery-systeem als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen
voor het systeem.
Wat kan ik doen indien het back-upproces mislukt?
Als u de back-upfunctie kunt opstarten maar het misgaat tijdens het backupproces, probeert u de volgende stappen:
1
Sluit alle geopende programma's en start het back-upproces opnieuw.
2
Controleer of de doelmedia beschadigd zijn. Selecteer een ander pad
en probeer vervolgens opnieuw.
Wanneer moet ik het systeem naar de fabrieksstatus herstellen?
Gebruik deze functie als het besturingssysteem niet opstart. Als er
belangrijke gegevens aanwezig zijn op de systeempartitie, moet u hier een
back-up van maken voor u de herstelprocedure start.
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling
Wat is het hulpprogramma voor BIOS-instelling?
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling is een op ROM gebaseerde
software. Deze software geeft basiscomputerinformatie door en voorziet
opties voor het instellen van opstartapparaten, beveiliging, hardwaremodi
en andere voorkeuren.
24
Page 29
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Hoe kan ik het hulpprogramma voor BIOS-instelling starten?
Het hulpprogramma voor BIOS-instelling starten:
1
Schakel de computer uit.
2
Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens BIOS Setup (BIOSInstellingen).
Hoe kan ik de opstartvolgorde wijzigen? (bij bepaalde modellen)
Er zijn twee opstartmodi: UEFI en Legacy Support (Legacyondersteuning). Om de opstartmodus te wijzigen, start u het
hulpprogramma voor BIOS-instelling en stelt u de opstartmodus in op
UEFI of Legacy Support (Legacy-ondersteuning) in het opstartmenu.
Wanneer moet ik de opstartvolgorde wijzigen? (bij bepaalde modellen)
UEFI is de standaardopstartmodus voor uw computer. Als u een
Windows-legacybesturingssysteem wilt installeren (dit is een
besturingssysteem vóór Windows 8) op uw computer, moet u de
opstartmodus wijzigen naar Legacy Support (Legacy-ondersteuning). Het
Windows-legacybesturingssysteem kan niet geïnstalleerd worden als u de
opstartmodus niet wijzigt.
Assistentie
Hoe kan ik contact opnemen met het customer support center?
Zie "Hoofdstuk 3. Assistentie en service" in Lenovo's Gids met algemene en
veiligheidsinformatie.
Wanneer ik de computer
inschakel, verschijnt er niets
op het scherm.
Wanneer ik de computer
inschakel, verschijnt er
een leeg scherm met een
witte cursor.
Het scherm wordt plots
zwart terwijl de computer
ingeschakeld is.
Het scherm is onleesbaar of
vervormd.
• Als het scherm leeg is, controleert u of:
- De netspanningsadapter op de computer is
aangesloten en de stekker van het netsnoer in een
werkend stopcontact is geplaatst.
- De computer is ingeschakeld. (Druk ter controle
nogmaals op de aan/uit-knop.)
- Als u de netspanningsadapter of de batterij gebruikt
en het statuslampje voor de batterij brandt, drukt u
op F12 om het scherm helderder te maken.
• Als u deze punten hebt gecontroleerd en het scherm
nog steeds leeg is, laat u de computer repareren.
• Zet back-upbestanden terug naar uw Windows-
omgeving of herstel de oorspronkelijke inhoud van
de harde schijf met behulp van het Lenovo OneKey
Recovery-systeem. Als er nog steeds alleen een
cursor op het scherm wordt weergegeven, laat u de
computer repareren.
• Mogelijk is een schermbeveiliging of
energiebeheerfunctie geactiveerd. U kunt op de
volgende manieren de schermbeveiliging afsluiten of
de computer wekken uit de slaapstand:
- Raak het touchpad aan.
- Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
- Druk op de aan/uit-knop.
-Druk op F9 om te controleren of de
verlichting van het lcd-scherm uitgeschakeld is.
- Als het probleem zich blijft voordoen, probeert u de
oplossing voor het onderstaande probleem "Het
scherm is onleesbaar of vervormd".
• Controleer of:
- Het juiste beeldschermstuurprogramma is
geïnstalleerd.
- De beeldschermresolutie en de kleurkwaliteit
correct zijn ingesteld.
- Het juiste monitortype is ingesteld.
26
Page 31
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Er verschijnen verkeerde
tekens op het scherm.
• Hebt u het besturingssysteem of de programma's
correct geïnstalleerd? Als deze software correct is
geïnstalleerd en geconfigureerd, laat u de computer
repareren.
Problemen met BIOS-wachtwoorden
Ik ben mijn wachtwoord
vergeten.
• Als u uw gebruikerswachtwoord vergeten bent, dient
u uw systeembeheerder te vragen het wachtwoord te
resetten.
• Als u uw hardeschijfwachtwoord vergeet, kan het
wachtwoord niet worden gereset en kunnen de
gegevens op de harde schijf niet worden hersteld,
ook niet door een Lenovo-reparateur. U dient de
computer naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur
of -vertegenwoordiger te brengen om de harde schijf
te laten vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs
vereist. Er wordt een vergoeding in rekening
gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
• Als u uw beheerderswachtwoord bent vergeten, kan
dit niet meer worden hersteld, ook niet door een
Lenovo-reparateur. U dient de computer naar een
geautoriseerde Lenovo-reparateur of
-vertegenwoordiger te brengen om het moederbord
te laten vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs
vereist. Er wordt een vergoeding in rekening
gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.
Problemen met de slaapstand
Er wordt een
bericht over een kritieke
lage batterijspanning
weergegeven en de
computer wordt onmiddellijk
uitgeschakeld.
De computer schakelt
meteen na de
Power-On Self-Test (POST)
over naar de slaapstand.
Opmerking: Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het bereik is, laat u de
computer repareren.
• Het vermogen van de batterij is te laag. Sluit de
netspanningsadapter op de computer aan of vervang
de batterij door een volledig opgeladen exemplaar.
• Controleer of:
- De batterij is opgeladen.
- De omgevingstemperatuur binnen het acceptabele
bereik ligt. Zie "Hoofdstuk 2. Gebruik en
onderhoud van de computer" in Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie.
27
Page 32
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
De computer keert niet
terug uit de slaapstand en
werkt niet.
• Als de computer in de slaapstand staat, sluit u de
netspanningsadapter aan op de computer en drukt u
vervolgens op een willekeurige toets of op de aan/
uit-knop.
• Als de computer nog steeds niet uit de slaapstand
terugkeert, het systeem niet reageert of u de
computer niet kunt uitschakelen, moet u de
computer resetten. Hierbij kunnen niet-opgeslagen
gegevens verloren gaan. Om de computer te resetten,
houdt u de aan/uit-knop gedurende minstens 4
seconden ingedrukt. Als de computer nog steeds niet
gereset wordt, verwijdert u de batterij en ontkoppelt
u de netspanningsadapter.
Problemen met het geluid
Er komt geen geluid uit de
luidspreker, ook niet als ik
het volume hoger zet.
• Controleer of:
- De dempfunctie is uitgeschakeld.
- De combo-audioaansluiting niet wordt gebruikt.
- De luidspreker geselecteerd is als afspeelapparaat.
Problemen met de batterij
De computer wordt
uitgeschakeld voordat het
statuslampje voor de batterij
aangeeft dat de batterij leeg
is.
-of-
De computer blijft werken
terwijl het statuslampje voor
de batterij aangeeft dat de
batterij leeg is.
• Laad de accu op.
Problemen met de harde schijf
De harde schijf werkt niet.• Controleer in het menu Boot (Opstarten) van het
hulpprogramma voor BIOS-instelling of het
hardeschijfstation vermeld wordt in de lijst UEFI
Boot priority order (UEFI-opstartvolgorde) of
Legacy Boot priority order (Legacy-
opstartvolgorde).
28
Page 33
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Overige problemen
De computer reageert niet.• Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/
uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.
Als de computer nog steeds niet reageert, verwijdert
u de batterij en ontkoppelt u de netspanningsadapter.
• De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt
geactiveerd tijdens een communicatiebewerking.
Schakel de timer voor de slaapstand uit wanneer u
gebruikmaakt van het netwerk.
De computer wordt niet
vanaf het gewenste
apparaat opgestart.
Het aangesloten externe
apparaat werkt niet.
• Open de lijst UEFI Boot priority order (UEFI-
opstartvolgorde) of Legacy Boot priority order
(Legacy-opstartvolgorde) in het hulpprogramma
voor BIOS-instelling. Controleer of het
hulpprogramma voor BIOS-instelling zo ingesteld is
dat de computer opstart vanaf het gewenste
apparaat.
• Controleer bovendien of het apparaat waarmee de
computer opstart, ingeschakeld is. Controleer of het
apparaat correct vermeld wordt in de lijst UEFI Boot
priority order (UEFI-opstartvolgorde) of Legacy
Boot priority order (Legacy-opstartvolgorde) in het
hulpprogramma voor BIOS-instelling.
• Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels
van externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen
terwijl de computer is ingeschakeld, omdat de
computer anders beschadigd kan raken.
• Wanneer u een extern apparaat met een hoog
energieverbruik aansluit, zoals een extern optisch
schijfstation via USB, moet u de netvoedingsadapter
bij het betreffende externe apparaat gebruiken. Doet
u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet
herkend of wordt het systeem uitgeschakeld.
29
Page 34
Bijlage. Instructies voor CRU's (onderdelen die door
c
de klant vervangen kunnen worden)
Opmerking: Zorg ervoor dat de batterij verwijderd is voor u eventuele apparaten vervangt.
Ga als volgt te werk om het toetsenbord te vervangen:
1
Schakel de computer uit en koppel vervolgens de netspanningsadapter
en alle kabels los van de computer.
2
Sluit het computerscherm en draai vervolgens de computer om.
3
Verwijder de batterij.
4
Verwijder de drie schroeven .
a
a
32
Page 37
Bijlage. Instructies voor CRU's (onderdelen die door de klant vervangen
kunnen worden)
5
Draai de computer om, open het scherm en til het toetsenbord op in de
richting die aangegeven wordt door pijl .
b
b
6
Verwijder het toetsenbord uit de uitsparing en draai het om.
33
Page 38
Bijlage. Instructies voor CRU's (onderdelen die door de klant vervangen
kunnen worden)
7
Trek het deksel van de toetsenbordaansluiting omhoog zoals aangegeven
door pijl en maak de toetsenbordkabel los van de
toetsenbordaansluiting in de richting aangegeven door pijl .
c
d
c
d
34
8
Installeer een nieuw toetsenbord.
9
Verbind de toetsenbordkabel met de toetsenbordaansluiting.
0
Druk het deksel van de toetsenbordaansluiting omlaag.
A
Plaats het toetsenbord in de uitsparing en sluit het computerscherm.
B
Draai de computer om en schroef de drie schroeven opnieuw vast.
C
Plaats de batterij terug.
D
Draai de computer opnieuw om.
E
Sluit de netspanningsadapter en de kabels aan op de computer.
Page 39
Bijlage. Instructies voor CRU's (onderdelen die door de klant vervangen
kunnen worden)
De volgende tabel geeft een lijst weer van de CRU's (onderdelen die door de
klant vervangen kunnen worden) voor uw computer en geeft aan waar u de
instructies voor vervanging vindt.
Handleiding voor
veiligheid, garantie
en installatie
NetspanningsadapterO
Netsnoer voor netspanningsadapterO
BatterijO
ToetsenbordO
Gebruikershandleiding
35
Page 40
Handelsmerken
De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Lenovo in België, Nederland en/of andere landen.
Lenovo
OneKey
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere bedrijfs-, product- en servicenamen zijn mogelijk handelsmerken of
servicemerken van derden.