Lenco NAV-600 User Manual [nl]

NAV-600
GEBRUIKSAANWIJZING
2 INHOUDS OPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
INSTALLATIE...............................................................................................................6
AANZICHTEN ..............................................................................................................9
Vooraanzicht ...........................................................................................................9
Achteraanzicht......................................................................................................10
Onderaanzicht ......................................................................................................11
Linkerzijaanzicht ...................................................................................................11
Rechterzijaanzicht.................................................................................................11
GPS (Globall Positioneringssysteem) .....................................................................12
Snelle installatie van de geheugenkaart ...............................................................12
De Navigatie starten .............................................................................................12
Software-Installatie op uw PC ..............................................................................13
Inhoud van de Navigatie-CD’s..............................................................................13
Microsoft ActiveSync Installeren ..........................................................................13
VEILIGHEIDSINFORMATIE 3
Veiligheidsinstructies
Lees deze sectie zorgvuldig en volg alle gegeven instructies op. Dit maakt een betrouwbare werking mogelijk en het verlengt de gebruiksduur van uw apparaat. Bewaar de verpakking en de gebruikersinstructies voor het raadplegen in de toekomst of voor latere informatie. Als u het item doorgeeft aan iemand anders, moet u deze instructies ook meegeven.
• Open de behuizing van het apparaat of de stroomadaptor nooit. Deze bevatten onderdelen die onbruikbaar zijn voor de gebruiker. Het openen van de behuizing kan levensgevaarlijke elektrische schokken tot gevolg hebben
• Plaats geen objecten op het apparaat en oefen geen druk op het scherm uit. Anders kan het scherm breken.
• Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen om schade te voorkomen. Gebruik alleen de bijgeleverde pointer.
• U kunt gewond raken als het scherm breekt. Mocht dit voorkomen, gebruik dan beschermende handschoenen om de gebroken onderdelen te verzamelen en neem contact op met de klantenservice om de verwijdering te regelen. Was uw handen vervolgens met zeep, want het kan zijn dat er chemicaliën zijn vrijgekomen.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht met elektrische apparatuur spelen. Kinderen herkennen mogelijk gevaar niet altijd goed.
• Verwijder de stroomadaptor uit het contact, schakel het apparaat onmiddellijk uit, of schakel het niet in,en neem contact op met de Klantenservice… ... Als de stroomadaptor of de stekker ervan verschroeid of beschadigd raakt. ... als de behuizing van het apparaat of de stroomeenheid beschadigd raakt of er vloeistof in lekt. Onderdelen moeten worden gecontroleerd door de Klantenservice om beschadiging tevoorkomen!
Informatiebeveiliging
Maak elke keer dat u uw gegevens update, backup kopieën op externe geheugens.De leverancier kan niet aansprakelijk worden gehouden voor verlies van gegevens of schade aan geheugeneenheden, en er worden geen schadeclaims geaccepteerd voor beschadigingen als gevolg van gegevensverlies of voor gevolgschade.
Werkingsomgeving
• Houd uw navigatiesysteem en alle aangesloten apparatuur uit de buurt van vocht en vermijd stof, hitte en direct zonlicht, vooral in de auto.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet nat wordt. (bijv. door regen en hagel, ten allen tijde.) Denk eraan dat vocht zich ook kan ophopen in een beschermend zakje door
condensatie.
• Vermijd zware trillingen en schokken.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet vanzelf los kan schieten uit de houder, bijvoorbeeld wanneer u remt. Installeer het apparaat zo verticaal mogelijk. Het niet opvolgen van deze instructies kan beschadiging van uw apparaat tot gevolg hebben.
Omgevingstemperatuur
• Het apparaat werkt het meest betrouwbaar bij een omgevingstemperatuur van 41˚F tot 104˚F (5˚C tot 40˚C) en bij een relatieve vochtigheid van 10% tot 90%.
• Wanneer het apparaat is uitgeschakeld kan het worden bewaard bij een temperatuur tussen 32˚F en 140˚F (0˚C en 60˚C).
• Bewaar het apparaat op een veilige plaats om diefstal of beschadiging door hoge
temperaturen te voorkomen (bijv. dat de zon de hele dag op u auto staat te schijnen).
Elektromagnetische compatibiliteit
• Wanneer u extra of andere componenten aansluit moet u zich houden aan de
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
"Richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit" (EMC). Let op dat alleen geisoleerde kabels (maximaal 3 cm) mogen worden gebruikt bij dit apparaat. Houd, voor optimale prestatie, een afstand van minimaal 3M. van bronnen met hoge frequentie en magnetische storing (televisies, luidsprekers, mobiele telefoons, etc.) Dit helpt storingen en gegevensverlies te vermijden.
Werking van batterijen
Uw apparaat werkt op een verwijderbare batterij. Volg de instructies hieronder om de gebruiksduur en efficientie van uw batterij te verlengen en een veilige werking te garanderen:
Waarschuwing: Explosiegevaar als de oplaadbare batterijen niet goed worden opgeladen. Vervang ze alleen door batterijen van hetzelfde type of een gelijksoortig type dat wordt aanbevolen door de fabrikant. Open de oplaadbare batterij nooit. Gooi de oplaadbare batterij niet in vuur. Gooi de gebruikte batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
• Batterijen zijn niet hitte bestendig. Zorg ervoor dat het apparaat en de bijbehorende batterij niet over verhit raken. Het niet opvolgen van deze instructie kan beschadiging en zelfs explosie van de batterij tot gevolg hebben.
• Gebruik alleen de originele stroomeenheid om de batterij op te laden of de auto­adaptor uit de optionele navigatiekit.
• De batterijen vallen onder een speciale categorie van afval. Wanneer u het apparaat weggooit, zorg er dan voor dat u dit op de juiste manier doet. Neem contact op met de Klantenservice voor meer informatie.
Zorg voor het scherm
• Vermijd het bekrassen van het scherm, aangezien dit snel beschadigt. Het wordt ten zeerste aanbevolen om een beschermlaag van mylar te gebruiken voor het scherm om krassen te voorkomen. Vraag uw dichtst bijzijnde dealer voor deze accessoire. De folie op het scherm bij levering is alleen voor bescherming tijdens transport!
• Zorg ervoor dat er geen sporen van water op het scherm achterblijven. Water kan niet meer te herstellen verkleuringen veroorzaken.
• Gebruik alleen een zachte stofvrije doek om het scherm schoon te maken.
• Stel het scherm niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling.
Transport
Als u het apparaat wil transporteren, volg dan de onderstaande instructies:
• Wacht na het transporteren tot de eenheid is geacclimatiseerd voordat u het gebruikt.
• Bij sterke schommelingen van temperatuur of vochtigheid kan er condens of vocht in het apparaat worden gevormd en dit kan kortsluiting veroorzaken.
• Gebruik het beschermende tasje om het apparaat te beschermen tegen vuil, stoten en krassen.
• Zorg ervoor dat u, voordat u op reis gaat, op de hoogte bent van de stroom- en communicatievoorzieningen op uw bestemming. Schaf voordat u op reis gaat de benodigde stroom- of communicatie-adaptors aan (modem, LAN, etc.).
• Wanneer u uw apparaat vervoert, gebruik dan alleen de originele verpakking.
• Wanneer u door de handbagage controle gaat op luchthavens is het aanbevolen om het apparaat en alle magnetische geheugen media (externe harde schijven) door het röntgensysteem te laten gaan.(de machine waarop u uw tassen zet).Vermijd de magnetische detector (de eenheid waar u doorheen loopt) of de magnetische staaf (het apparaat dat het beveiligingspersoneel gebruikt), aangezien deze uw gegevens kunnen aantasten.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 5
Aansluiten
Wanneer u uw apparaat aansluit, zorg er dan voor dat u de volgende instructies correct opvolgt:
• Het stopcontact moet in de buurt van het apparaat zijn en moet makkelijk toegankelijk zijn.
• Gebruik de hoofdstroomadaptor alleen in geaarde stopcontacten van 100-
240V~wisselstroom, 50/60 Hz. Als u niet zeker bent over de stroomvoorziening op de plaats van gebruik, vraag het dan aan de relevante energieleverancier.
• Gebruik alleen de stroomadaptor die bij uw apparaat is geleverd.
Voor extra veiligheid bevelen wij het gebruik van een bliksemafleider aan om uw apparaat te beschermen tegen schade door blikseminslagen in het stroomnet.
Stroom via de auto-adaptor
• De auto-adaptor mag alleen worden aangesloten op de sigarettenaansteker van de
auto (accu =DV12V, geen vrachtwagens!). Als u twijfels heeft over de stroombron in uw auto, neem dan contact op met uw autofabrikant.
• Leg de kabels op een manier zodat niemand erop kan staan of erover kan struikelen.
• Leg geen voorwerpen op de kabel.
WAARSCHUWING Wanneer de eenheid lange tijd niet wordt gebruikt, laad de batterij dan om de keer op, anders wordt de gebruiksduur van de batterij verkort.
6 INSTALLATIE
Het volgende leidt u stap voor stap door de eerste instellingen van het navigatiesysteem. Verwijder eerst de folie voor bescherming van het apparaat.
Het navigatiesysteem inschakelen
Het Navigatiesysteem zal de eerste installatie automatisch starten. Het merklogo verschijnt en uw apparaat zal het applicatiescherm na een paar seconden weergeven. U kunt de datum en tijd instellen met de instellingenknop (4) en de datum/tijd knop. Stel de toepasselijke tijdzone in, indien beschikbaar.
Let op:
Het is noodzakelijk dat het apparaat wordt opgeladen voordat de eerste instellingen kunnen worden doorgevoerd.
De batterij van het navigatiesysteem opladen
U heeft verschillende mogelijkheden om de batterij van uw navigatiesysteem op te laden:
• Met behulp van de netwerkadaptor.
• Met de auto-adaptor.
• De indicator voor het opladen van de batterij licht rood op tot het navigatiesysteem is opgeladen. Onderbreek het oplaadproces niet voordat de batterij volledig is opgeladen. Het duurt een paar uur voordat het navigatiesysteem volledig is opgeladen. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, wordt de batterij-indicator groen.
NB: U kunt het navigatiesysteem tijdens het opladen gebruiken, maar de stroomtoevoer mag niet worden onderbroken tijdens de installatie instellingen.
• Laat de hoofdstroomadaptor 24 uur aan het navigatiesysteem aangesloten, zodat de backup-batterij volledig kan worden opgeladen.
• U kunt de hoofdstroomadaptor aangesloten houden; dit is erg handig voor continue werking. De hoofdstroomadaptor heeft echter ook stroom nodig, zelfs wanneer deze de batterij van het navigatiesysteem niet aan het opladen is.
2
1
Duw de connector van de adaptor in het contact rechts naast de netwerkadaptor. Duw de Netwerkadaptor (2) in een stopcontact dat makkelijk toegankelijk is. Druk de kabel van de Netwerkadaptor (1) in de netwerkadaptor-aansluiting van het navigatiesysteem.
Werken met geheugenkaarten
Uw navigatiesysteem ondersteunt SD geheugenkaarten.
Geheugenkaarten invoeren
1.Haal de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking (indien bijgeleverd). Zorg ervoor dat
u de contactjes niet aanraakt of vuil maakt.
2.Dus de geheugenkaart voorzichtig in de kaartgleuf. De zijde van de geheugenkaart met
het label moet naar boven wijzen. De geheugenkaart moet lichtjes op zijn plaats vast klikken.
Geheugenkaarten verwijderen
• Verwijder de geheugenkaart niet terwijl u er toegang toe heeft. Dit kan gegevens verlies
tot gevolg hebben.
1.Om de kaart te verwijderen drukt u lichtjes op de bovenste rand totdat deze eruit
komt.
2.Trek de kaart eruit zonder dat u de contactjes aanraakt.
3.Bewaar de geheugenkaart in de verpakking of op een andere veilige plaats.
• Geheugenkaarten zijn zeer breekbaar. Zorg dat u de contactjes niet vuil maakt en de kaart
niet forceert.
Toegang tot geheugenkaarten
• Het apparaat ondersteunt alleen geheugenkaarten met het FAT16/32 bestandsformaat.
Als u een kaart invoert met een ander formaat (bijv. in camera's,MP3-spelers), kan het zijn dat uw navigatiesysteem deze niet herkent en u vraagt om deze opnieuw te formatteren. Waarschuwing: Het formatteren van de geheugenkaart wist alle gegevens onherroepelijk.
• Ook kunt u niet zomaar bestanden op de geheugenkaart kopieren. In sommige gevallen
INSTALLATE 7
moeten deze worden geconverteerd door het Microsoft ActiveSync programma.
Gegevensuitwisseling VIA kaartlezer
U kunt gegevens overdragen of synchroniseren via ActiveSync. Dit is ook vooral de juiste methode indien er bestanden moeten worden overgedragen die moeten worden omgezet in een formaat dat het navigatiesysteem kan lezen. Als u echter grote hoeveelheden gegevens wil kopieren (navigatiekaarten) naar de geheugenkaart, kunnen deze ook direct op de geheugenkaart worden opgeslagen.Veel computers hebben al apparaten voor de geheugenkaart. Voer de kaart hierin en kopieer de gegevens direct naar de kaart. Dankzij de directe toegang kunnen de overdrachten veel sneller worden gerealiseerd.
Het Navigatiesysteem opnieuw instellen
Er zijn twee opties voor het opnieuw instellen van het navigatiesysteem.
RESET
Met deze optie herstart het navigatiesysteem zonder dat het nodig is om opnieuw te installeren. Een zachte reset wordt vaak gebruikt om het geheugen te reorganiseren. Hiermee worden alle lopende programma onderbroken en wordt het werkende geheugen opnieuw gestart. Kies deze optie als uw navigatiesysteem niet reageert of niet goed werkt.
Voer de zachte reset als volgt ult:
Schroef het dopje van de pointer eraf en druk de punt van het dopje voorzichtig in de reset opening aan de linkerkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies voor Navigatie
De bijgesloten CD bevat een uitgebreide gebruiksaanwijzing.
Tips voor Navigatie
• Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt om u en anderen te beschermen tegen
ongelukken!
• Als u de gesproken instructies niet verstaat of als u twijfelt over wat u moet doen bij de
volgende kruising, dan kunt u zich m.b.v. het scherm met de kaart of de pijl snel orienteren. Kijk alleen naar het scherm wanneer de situatie op de weg veilig is!
Let op: De indeling van de weg en de verkeersregels hebben voorrang op het
navigatiesysteem. Volg alleen de instructies wanneer de omstandigheden en verkeersregels dit toestaan! Het navigatiesysteem zal u naar uw bestemming leiden, moet afwijken van uw geplande route.
• De richtings indicaties die worden gegeven door het navigatiesysteem stellen de bestuurder
niet vrij van zijn of haar plicht tot oplettendheid of persoonlijke verantwoordelijkheid.
• Plan routes voordat u vertrekt. Als u een nieuwe route wilt afspelen terwijl u op de
bent, parkeer de auto dan eerst.
• Om het GPS signaal goed te kunnen ontvangen, mag de ontvangst niet worden gehinderd
door metalen voorwerpen. Bevestig het navigatiesysteem aan de binnenkant van de voorruit of vlakbij de voorruit met de zuignap. Probeer verschillende plaatsen uit in uw voertuig, om de beste ontvangst te vinden.
Opmerkingen bij gebruik in een voertuig
• Zorg ervoor dat als u de houder installeert, dat deze geen veiligheids risico vormt, ook niet in het geval van een ongeluk.
• Zorg ervoor dat de kabel geen veiligheidsonderdelen belemmert.
• Het scherm van uw navigatiesysteem kan "lichtreflecties" vertonen. Zorg ervoor dat u niet "verblind" wordt tijdens de werking.
• Zorg ervoor dat de kabel geen veiligheidsonderdelen belemmert.
• Installeer de onderdelen niet in het bereik van airbags..
• Controleer regelmatig of de zuignap nog goed kleeft.
• De stekker zal stroom nemen, zelfs als er geen apparaat is aangesloten. Verwijder deze wanneer deze niet wordt gebruikt om de batterij te sparen. Controleer na installatie alle veiligheidsapparaten in uw auto.
De Navigatieset in een auto installeren
Let op! Bevestig de houder voor het navigatiesysteem alleen aan de voorruit als het zicht daardoor niet wordt belemmerd. Mocht dit niet mogelijk zijn, installeer de houder dan met de zuignap op een manier waarmee veilige werking zonder risico is gegarandeerd. Installatie Van De Houder Van Het Navigatiesysteem
zelfs wanneer u
weg
8 INSTALLATIE
• Hint: Als u de houder op de voorruit wilt bevestigen, kunt u stap 1 en 2 overslaan.
1.Verwijder de beschermende folie van het klevende deel van de zuignap.
2.Bevestig de zuignap op een geschikte plaats op het dashboard. Zorg ervoor dat het
oppervlak van het dashboard schoon is en duw de zuignap goed vast op het oppervlak.
• Om een sterke en veilige grip te garanderen mag de zuignap 24 uur niet worden gebruikt.
Zuignap
Houder
Zuighoofd
Flexibele hals
3.Monteer de autohouder op de flexibele hals. Let op de labels op de flexibele hals. De pijl
met CLOSE moet in de richting van het vastplakkende deel wijzen. De connectie wordt gemaakt met een hoorbare klik.
4.Plaats de houder met het zuighoofd op de zuignap (of direct op de voorruit) en druk de
hendel op het zuighoofd naar beneden. Het zuighoofd zal zelf stevig op de zuignap vastzuigen.
5.Plaats het navigatiesysteem in de autohouder door het eerst in de onderste stukken te
plaatsen en het dan voorzichtig naar beneden te drukken tot het vast klikt.
Houder
Het Navigatiesysteem in de auto aansluiten
2
1
Wanneer de batterij bijna leeg is, kunt u deze opladen in de auto:
1.Plug het stekkertje (1) van de aansluitkabel in het overeenkomstige contact aan de
onderkant van uw navigatiesysteem.
2.Steek de stroomadaptor (2) nu in de sigarettenaansteker en zorg ervoor dat het niet los
gaat tijdens het rijden. Dit kan een storing veroorzaken. Hint: Verwijder de stroomadaptor uit de sigarettenaansteker wanneer een reis eindigt of wanneer u de auto voor langere tijd parkeert.
NB: Bescherm uw navigatiesysteem na de montage tegen stof en vuil met behulp van het beschermzakje. Het beschermzakje beschermt niet tegen regen of vocht. Zorg ervoor dat het navigatiesysteem niet wordt blootgesteld aan vocht. Dit kan de elektronische onderdelen beschadigen. Wanneer u het navigatiesysteem gebruikt, zorgt een verticale positie van het navigatiesysteem met de GPS antenne (13) voor een sterk signaal. Als het signaal niet goed is, pas dan de richting van de GPS antenne aan om het signaal te ontvangen.
Vooraanzicht
AANZICHTEN 9
182 3 4
1097
1. Sleep/Wake up-knop Druk hierop om de eenheid te aan/uit te zetten.
2. Indicator voor batterij opladen Wanneer de batterij wordt opgeladen is de
indicator rood. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, wordt de indicator groen.
3. Terug-Button Druk hierop om naar het vorige menu te gaan.
5
6
4. Instellingenknop Druk hierop om het Instellingenmenu in te gaan.
5. Navigatie-knop Beweegt op/neer/links/rechts door op het
6. Enter-knop Druk hierop om het geselecteerde item in te
7.
8. Aanraakscherm Geef de output van uw apparaat weer. Raak
9.
10.
overeenkomende gebied van de knop te drukken.
gaan.
Druk hierop om het hoofdmenu in te gaan.
het scherm aan met de schrijfpriem om menu­opdrachten te selecteren of om informatie in te voeren.
Knop voor uitzoomen.
Knop voor inzoomen.
10 AANZICHTEN
Achteraanzicht
11 1312
11. Pointer Haal de pen uit de houder om het te gebruiken, en
12. Luidspreker Speelt gesproken aanwijzingen en waarschuwingen
13. GPS-antenne Ontvangt de signalen van de GPS-satelliet.
plaats deze terug na gebruik. De pointer is nodig voor het bedienen van het aanraakscherm.
af.
AANZICHTEN 11
Onderaanzicht
1514
4. Reset-knop Druk hierop om de eenheid opnieuw in te stellen.
1
15. USB Interface Interface voor het aansluiten op een PC d.m.v. de
Linkerzijaanzicht Rechterzijaanzicht
ActiveSync kabel (voor het overeenstemmen van gegevens)
17
18
19
16. SD/MMC Gleuf Accepteert een optionele SD (Secure Digital) of MMC (Multimediakaart) voor verwijderbare gegevens.
17.Externe antenne interface Interface voor een optionele tweede antenne.
18. Wisselstroomadaptor-poort Aansluiting op een externe stroomtoevoer.
19. Hoofdtelefoon Kan worden aangesloten op een stereo
hoofdtelefoon.
16
12 GPS (Globall Positioneringssysteem)
GPS is een systeem ondersteund door een satelliet voor het bepalen van uw positie. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde draaien, is het mogelijk om uw positie op aarde te bepalen met een nauwkeurigheid van een paar meter. De satellietsignalen worden ontvangen door de antenne van de ingebouwde GPS-ontvanger, die een "zichtlijn" met minstens 4 hiervan moet hebben.
NB: Bij een beperkte zichtlijn (bijv. in tunnels, tussen huizen, in bossen of in voertuigen
met ramen met een metaallaag) is het niet mogelijk om de positie te bepalen. De satellietontvangst wordt echter automatisch weer opgepikt zodra het obstakel is gepasseerd en de zichtlijn weer is hersteld. De GPS-ontvanger neemt extra stroom. Dit is vooral belangrijk wanneer het op batterijen werkt. Om stroom te besparen moet u de GPS-ontvanger niet onnodig inschakelen. U kunt het apparaat echter ook uitschakelen met de ON/OFF - schakelaar in het geval van een kortere onderbreking van uw reis. Door opnieuw op de schakelaar te drukken wordt er opnieuw gestart. De GPS-ontvanger wordt tegelijkertijd opnieuw geactiveerd, als de navigatiesoftware nog actief is. Hierbij kan het een tijdje duren voordat de positie wordt geupdate, al naar gelang de ontvangstsituatie.
NB: Let op dat uw apparaat zo is ingesteld dat het automatisch uitschakelt als het een
paar minuten niet wordt gebruikt. U kunt deze instelling wijzigen in de Instellingenmodus.
• Als de GPS-ontvanger een aantal uren niet actief is geweest, moet deze zichzelf opnieuw
orienteren. Dit kan een tijdje duren.
Snelle installatie van de geheugenkaart
Deze optie is alleen beschikbaar als uw navigatiesysteem is uitgerust met een geprepareerde geheugenkaart. In dit geval bent u klaar om de navigatie functie van uw apparaat te gebruiken na een tijdje, zonder dat u een installatie vooraf maakt op uw PC.
• De volgende installatie beperkt de Navigatie naar het gebied dat vooraf is ingesteld op
uw geheugenkaart.
U moet deze stappen uitvoeren om te kunnen navigeren in uw auto:
1.Lees en volg de veiligheidsinstructies op p. 2.
2.Installeer de rest van de onderdelen van het navigatiesysteem.
3.Druk op de ON/OFF-knop om uw navigatiesysteem te starten. Als de instructies van Stap
1 nog niet zijn uitgevoerd, doe dat dan nu. De batterij moet zijn opgeladen. De accu kan worden opgeladen d.m.v. de stroom toevoer van de auto, indien nodig.
• de vooringestelde geheugenkaart in het navigatiesysteem. De installatie van de navigatie-
software start automatisch.Volg de instructies op het scherm.
OPMERKINGEN:
• De geheugenkaart moet altijd in het apparaat zijn gestoken tijdens.
het gebruik van het navigatiesysteem.Er moet een zachte reset wordenuitgevoerd om het navigatiesysteem opnieuw te starten als de geheugenkaart wordt verwijderd tijdens het gebruik ervan, zelfs voor een korte tijd.
• De software installatie moet opnieuw worden uitgevoerd volgend op een harde reset.
• Voer eerst een harde reset uit als u de navigatiesoftware opnieuw wilt installeren.
Stel de datum en tijd in met de Instellingenknop en de date/time-knop, als dit nog niet is gedaan. Stel de toepasselijke tijdzone in, indien beschikbaar.
De Navigatie starten
1.Schakel uw navigatiesysteem in.
2.De navigatiesoftware start automatisch of nadat de navigatieknop wordt ingedrukt, al naar
gelang de versie.
3.Druk op de knop voor het invoeren van de bestemming en voer het adres van uw
bestemming in. Start vervolgens de navigatie door op Navigate te drukken.U ontvangt na een tijdje de route-informatie op het scherm met gesproken aanwijzingen als de satelliet ontvangst goed is. Haal informatie over het bedienen van de navigatiesoftware uit het uitgebreide gebruikershandboek op de Navigatie-CD.
GPS (Globall Positioneringssysteem) 13
Daarnaast is hulp in het kort beschikbaar op uw navigatiesysteem. U kunt dit vinden met de Options/Destination Entry-knop(Opties/bestemming) en door de help-functie te selecteren. NB: De GPS-ontvanger heeft enkele minuten nodig voor initialisering wanneer deze voor het eerst wordt gebruikt. Zelfs wanneer de ontvangst van het GPS-signaal wordt aangegeven, kan het zijn dat de navigatie niet precies is. In alle toekomstige gevallen zal het ongeveer 30-60 seconden duren tot er een goedGPS-signaal beschikbaar is, voldoende"zicht" van de satelliet is noodzakelijk.
Software-Installatie op uw PC
Om zelfgedefinieerde kaarten te kunnen inzetten bij uw navigatiesysteem moet u de corresponderende navigatiesoftwareop uw PC installeren.
1.Zorg voor het installeren van de navigatiesoftware dat ActiveSync is geinstalleerd en dat
uw navigatiesysteem is aangesloten op uw PC met de ActiveSync kabel.
2.Plaats CD1 met de navigatiesoftware in uw CD-drive. De installatie start automatisch.
3.Volg de programma-instructies.
Inhoud van de Navigatie-CD’s
Er kunnen meerdere CD's zijn bijgeleverd al naar gelang de versie. Inhoud van de CD's: CD 1 bevat de PC applicatie, gedigitaliseerd kaartmateriaal en het gegevensmateriaal voor het snel herstellen van de inhoud van de geheugenkaart. Extra materiaal op de kaart staat op de optionele CD 2. De PC-applicatie wordt geinstalleerd op de computer en gebruikt om uweigen kaartgegevens in te stellen. Daarnaast zal deze het opnieuw aanmaken van gegevens op de geheugenkaart ondersteunen.
Microsoft ActiveSync Installeren
Om uw gegevens over te dragen tussen uw PC en uw navigatiesysteem heeft u het Microsoft ActiveSync-programma nodig. De kosten van het navigatiesysteem omvatten een licentie voor dit programma die kan worden gevonden op de Support(ondersteuning) CD. Let op: Belangrijke bestanden kunnen worden overschreven of veranderd tijdens het installeren van de software. U moet een backup op uw harde schijf maken zodat u toegang heeft tot de originele bestanden in het geval van problemen na de installatie. U moet administrator rechten hebben om de software onder Windows 2000/XP te kunnen installeren. Let op: U moet het navigatiesysteem nog niet op uw computer aansluiten.
1. Voer de Support CD in en wacht tot het programma automatisch start.
NB: De functie Auto Run is waarschijnlijk gedeactiveerd als het niet werkt. Het Setup­programma op de CD moet worden gestart om handmatig installeren te beginnen.
2. Kies de taal, klik vervolgens op Install ActiveSync en volg de instructies op het scherm.
3. Sluit het navigatiesysteem aan op uw computer m.b.v. de ActiveSync-kabel, terwijl de
aansluitopties worden gecontroleerd. Hiervoor moet u de USB- connector in een vrije USB-poort op uw computer steken. Het hulpmiddel voor hardware-installatie herkent nu een nieuw apparaat en installeert een geschikte driver wat enige minuten kan duren. Herhaal het zoeken naar de aansluiting als het de eerste keer niet lukt.
4. Volg de instructies op het scherm. Het programma zal nu een relatie opzetten tussen uw
PC en het apparaat.
Indien u zich in de toekomst van dit toestel wenst te ontdoen, let er dan op dat elektrisch afvalmateriaal niet met het huishoudelijk afval mag worden verwijderd. Breng het toestel naar een kringloopwinkel of anderevoorziening voor recycling. Neem contact op met uw plaatselijke autoriteit of winkelier indien u meer informatie wenst over recycling. (Richtlijn voor Afval van Elektrische en Elektronische Apparaten, AEEA).
Loading...