Bijlage A - Bestandstructuur Favorieten Importeren .............................................63
Bijlage B - Destinator OP Console.........................................................................64
Bijlage C - Installeren en activeren van extra kaarten............................................77
Bijlage D - MO Instellingen ....................................................................................81
2
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Veiligheidsinstructies
Lees deze sectie zorgvuldig en volg
allege geven instructies op. Dit maakt
een betrouwbare werking mogelijk en
het verlengt de gebruiksduur van uw
apparaat.
Bewaar de verpakking en de
gebruikersinstructies voor het
raadplegen in de toekomst of voor
latere informatie.
Als u het item doorgeeft aan iemand
anders, moet u deze instructies ook
meegeven.
- Open de behuizing van het apparaat
of de stroomadaptor nooit. Deze
bevatten onderdelen die onbruikbaar
zijn voor de gebruiker. Het openen
van de behuizing kan
levensgevaarlijke elektrische
schokken tot gevolg hebben
- Plaats geen objecten op het
apparaaten oefen geen druk op het
scherm uit. Anders kan het scherm
breken.
- Raak het scherm niet aan met
scherpe voorwerpen om schade te
voorkomen. Gebruik alleen de
bijgeleverde schrijfpriem.
- U kunt gewond raken als het scherm
breekt. Mocht dit voorkomen,
gebruik dan beschermende
handschoenen om de gebroken
onderdelen te verzamelen en neem
contact op met de klantenservice
om de verwijdering te regelen. Was
uw handen vervolgens met zeep,
want het kan zijn dat er chemicaliën
zijn vrijgekomen.
- Laat kinderen nooit zonder toezicht
met elektrische apparatuur spelen.
Kinderen herkennen mogelijk gevaar
niet altijd goed.
- Verwijder de stroomadaptor uit het
contact, schakel het apparaat
onmiddellijk uit, of schakel het niet
in, en neem contact op met de
Klantenservice…
... Als de stroomadaptor of de
stekker ervan verschroeid of
beschadigd raakt.
... als de behuizing van het apparaat
of de stroomeenheid beschadigd
raakt of er vloeistof in lekt.
Onderdelen moeten worden
gecontroleerd door de
Klantenservice om beschadiging te
voorkomen!
Informatiebeveiliging
Maak elke keer dat u uw gegevens
update, backup kopieën op externe
geheugens. De leverancier kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
verlies van gegevens of schade aan
geheugeneenheden, en er worden
geen schadeclaims geaccepteerd
voor beschadigingen als gevolg van
gegevensverlies of voor
gevolgschade.
Werkingsomgeving
- Houd uw navigatiesysteem en alle
aangesloten apparatuur uit de buurt
van vocht en vermijd stof, hitte en
direct zonlicht, vooral in de auto.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet
nat wordt. (bijv. door regen en hagel,
te allen tijde.)
Denk eraan dat vocht zich ook kan
ophopen in een beschermend zakje
door condensatie.
- Vermijd zware trillingen en schokken.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet
vanzelf los kan schieten uit de
houder, bijvoorbeeld wanneer u
remt. Installeer het apparaat zo
verticaal mogelijk.
Het niet opvolgen van deze
instructies kan beschadiging van
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
uw apparaat tot gevolg hebben.
Omgevingstemperatuur
- Het apparaat werkt het meest
betrouwbaar bij een
omgevingstemperatuur van 41ºF tot
104ºF (5ºC tot 40ºC) en bij een
relatieve vochtigheid van 10% tot
90%.
- Wanneer het apparaat is
uitgeschakeld kan het worden
bewaard bij een temperatuur tussen
32ºF en 140ºF (0ºC en 60ºC).
- Bewaar het apparaat op een veilige
plaats om hoge temperaturen te
voorkomen (bijv. wanneer u parkeert
of uit direct zonlicht).
Elektromagnetische compatibiliteit
- Wanneer u extra of andere
componenten aansluit
Moet u zich houden aan de "Richtlijn
voor Elektromagnetische
Compatibiliteit" (EMC). Let op dat
alleen bedekte kabels (maximaal 3
cm) mag worden gebruikt bij dit
apparaat.
Houd, voor optimale prestatie, een
afstand van minimaal 10 ft. van
bronnen van hoge frequentie en
magnetische storing (televisies,
luidsprekers, mobiele telefoons, etc.)
Dit helpt storingen en
gegevensverlies te vermijden.
Werking van batterijen
Uw apparaat werkt op een
verwijderbare batterij. Volg de
instructies hieronder om de
gebruiksduur en efficientie van uw
batterij te verlengen en een veilige
werking te garanderen:
- Waarschuwing: Explosiegevaar als
de oplaadbare batterijen niet goed
worden opgeladen. Vervang ze
alleen door batterijen van hetzelfde
type of een gelijksoortig type dat
wordt aanbevolen door de fabrikant.
Open de oplaadbare batterij nooit.
Gooi de oplaadbare batterij niet in
vuur. Gooi de gebruikte batterijen
weg overeenkomstig de instructies
van de fabrikant.
- Batterijen zijn niet hittebestendig.
Zorg ervoor dat het apparaat en de
bijbehorende batterij niet oververhit
raken. Het niet opvolgen van deze
instructie kan beschadiging en zelfs
explosie van de batterij tot gevolg
hebben.
- Gebruik alleen de originele
stroomeenheid om de batterij op te
laden of de auto-adaptor uit de
optionele navigatiekit.
- De batterijen vallen onder een
speciale categorie van afval.
Wanneer u het apparaat weggooit,
zorg er dan voor dat u dit op de
juiste manier doet. Neem contact
op met de Klantenservice voor meer
informatie.
Zorg voor het scherm
- Vermijd het bekrassen van het
scherm, aangezien dit snel
beschadigt. Het wordt ten zeerste
aanbevolen om een beschermlaag
van mylar te gebruiken voor het
scherm om krassen te voorkomen.
Vraag uw dichtstbijzijnde dealer voor
deze accessoire. De folie op het
scherm bij levering is alleen voor
bescherming tijdens transport!
- Zorg ervoor dat er geen sporen van
water op het scherm achterblijven.
Water kan niet meer te herstellen
verkleuringen veroorzaken.
- Gebruik alleen een zachte stofvrije
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
doek om het scherm schoon te
maken.
- Stel het scherm niet bloot aan fel
zonlicht of ultraviolette straling.
Transport
Als u het apparaat wil transporteren,
volg dan de onderstaande
instructies:
- Wacht na het transporteren tot de
eenheid is geacclimatiseerd voordat
u het gebruikt.
- Bij sterke schommelingen van
temperatuur of vochtigheid kan er
condens of vocht in het apparaat
worden gevormd en dit kan
kortsluiting veroorzaken.
- Gebruik het beschermende tasje
om het apparaat te beschermen
tegen vuil, stoten en krassen.
- Zorg ervoor dat u, voordat u op reis
gaat, op de hoogte bent van de
stroom - en
communicatievoorzieningen op uw
bestemming. Schaf voordat u op
reis gaat de benodigde stroom- of
communicatie-adaptors aan
(modem, LAN, etc.).
- Wanneer u uw apparaat vervoert,
gebruik dan alleen de originele
verpakking en adviseer de vervoerde
dienovereenkomstig.
- Wanneer u uw apparaat vervoert,
gebruik dan alleen de originele
verpakking en adviseer de vervoerde
dienovereenkomstig.
- Wanneer u door de
handbagagecontrole gaat op
luchthavens is het aanbevolen om
het apparaat en alle magnetische
geheugenmedia (externe harde
schijven) door het röntgensysteem
te laten gaan. (de machine waarop
u uw tassen zet). Vermijd de
magnetische detector (de eenheid
waar u doorheen loopt) of de
magnetische staaf (het apparaat dat
het beveiligingspersoneel gebruikt),
aangezien deze uw gegevens
kunnen aantasten.
Aansluiten
Wanneer u uw apparaat aansluit,
zorg erdan voor dat u de volgende
instructies correct opvolgt:
- Het stopcontact moet in de buurt
van het apparaat zijn en moet
makkelijk toegankelijk zijn.
- Gebruik de hoofdstroomadaptor
alleen in geaarde stopcontacten van
100-240V~wisselstroom, 50/60 Hz.
Als u niet zeker bent over de
stroomvoorziening op de plaats van
gebruik, vraag het dan aan de
relevante energieleverancier.
- Gebruik alleen de stroomadaptor
die bij uw apparaat is geleverd.
Voor extra veiligheid bevelen wij het
gebruik van een bliksemafleider aan
om uw apparaat te beschermen
tegen schade door blikseminslagen
in het stroomnet.
Stroom via de auto-adaptor
- De auto-adaptor mag alleen worden
aangesloten op de
sigarettenaansteker van de auto
(accu =DV12V, geen vrachtwagens!).
Als u twijfels heeft over de
stroombron in uw auto, neem dan
contact op met uw
autofabrikant.Kabels
- Leg de kabels op een manier zodat
niemand erop kan staan of erover
kan struikelen.
- Leg geen voorwerpen op de kabel.
5
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING
Wanneer de eenheid lange tijd
niet wordt gebruikt, laad de
batterij dan om de keer op, anders
wordt de gebruiksduur van de
batterij verkort.
6
(7)
INSTALLATIE
Het volgende leidt u stap voor stap door
de eerste instellingen van het
navigatiesysteem.
Verwijder eerst de folie voor bescherming
van het apparaat tijdens transport van het
scherm.
Het navigatiesysteem inschakelen
Zet de hoofdschakelaar
aan de
onderkant van het apparaat op ON (aan).
Let op: Laat de hoofdschakelaar altijd op
ON staan, tenzij u iets opnieuw wilt
installeren. Als de schakelaar op OFF
wordt gezet, zullen alle gegevens verloren
gaan en moet de eerste installatie opnieuw
worden uitgevoerd.
Het Navigatiesysteem zal de eerste
installatie automatisch starten. Het
merklogo verschijnt en uw apparaat zal
het applicatiescherm na een paar
seconden weergeven.
U kunt de datm en tijd instellen met de
instellingenknop (4) en de datum/tijd
knop. Stel de toepasselijke tijdzone in,
indien beschikbaar.
Let op: Volgens de oplaadstatus van de
gede accu.
Het is noodzakelijk dat het apparaat wordt
opgeladen voordat de eerste instellingen
kunnen worden doorgevoerd.
De batterij van het navigatiesysteem
opladen
U heeft verschillende mogelijkheden om
de batterij van uw navigatiesysteem op
te laden:
- Met behulp van de netwerkadaptor.
- Met de auto-adaptor.
- De indicator voor het opladen van de
batterij licht rood op tot het
navigatiesysteem is opgeladen.
Onderbreek het oplaadproces niet
voordat de batterij volledig is opgeladen.
Het duurt een paar uur voordat het
navigatiesysteem volledig is opgeladen.
Wanneer de batterij volledig is
opgeladen, wordt de batterij-indicator
groen.
- NB: U kunt het navigatiesysteem tijdens
het opladen gebruiken, maar de
stroomtoevoer mag niet worden
onderbroken tijdens de initi
instellingen.
- Laat de hoofdstroomadaptor 24 uur
aan het navigatiesysteem aangesloten,
zodat de backup-batterij volledig kan
worden opgeladen.
- U kunt de hoofdstroomadaptor
aangesloten houden; dit is erg handig
voor continue werking. De
hoofdstroomadaptor heeft echter ook
stroom nodig, zelfs wanneer deze de
batterij van het navigatiesysteem niet
aan het opladen is.
2
1
Duw de connector van de adaptor in
het contact rechts naast de
netwerkadaptor. Duw de
Netwerkadaptor (2) in een stopcontact
dat makkelijk toegankelijk is.
Druk de kabel van de Netwerkadaptor
(1) in de netwerkadaptor-aansluiting
van het navigatiesysteem.
Werken met geheugenkaarten
Uw navigatiesysteem ondersteunt MMC
en SD geheugenkaarten.
Geheugenkaarten invoeren
1. Haal de geheugenkaart voorzichtig uit
de verpakking (indien bijgeleverd). Zorg
ervoor dat u de contactjes niet aanraakt
of vuil maakt.
2. Dus de geheugenkaart voorzichtig in
de kaartgleuf. De zijde van de
geheugenkaart met het label moet naar
boven wijzen. De geheugenkaart moet
lichtjes op zijn plaats vastklikken.
7
INSTALLATIE
Geheugenkaarten verwijderen
- Verwijder de geheugenkaart niet terwijl
u er toegang toe heeft. Dit kan
gegevensverlies tot gevolg hebben.
1. Om de kaart te verwijderen drukt u
lichtjes op de bovenste rand totdat deze
eruit komt.
2. Trek de kaart eruit zonder dat u de
contactjes aanraakt.
3. Bewaar de geheugenkaart in de
verpakking of op een andere veilige
plaats.
- Geheugenkaarten zijn zeer breekbaar.
Zorg dat u de contactjes niet vuil maakt
en de kaart niet forceert.
Toegang tot geheugenkaarten
- Het apparaat ondersteunt alleen
geheugenkaarten met het FAT16/32
bestandsformaat. Als u een kaart invoert
met een ander formaat (bijv. in camera's,
MP3-spelers), kan het zijn dat uw
navigatiesysteem deze niet herkent en
u vraagt om deze opnieuw te
formatteren.
Waarschuwing: Het formatteren van
de geheugenkaart wist alle gegevens
onherroepelijk.
- Ook kunt u niet zomaar bestanden op
de geheugenkaart kopien. In sommige
gevallen moeten deze worden
geconverteerd door het Microsoft
ActiveSync programma.
Gegevensuitwisseling VIA kaartlezer
U kunt gegevens overdragen of
synchroniseren via ActiveSync. Dit is ook
vooral de juiste methode indien er
bestanden moeten worden overgedragen
die moeten worden omgezet in een
formaat dat het navigatiesysteem kan
lezen.
Als u echter grote hoeveelheden gegevens
wil kopien (navigatiekaarten) naar de
geheugenkaart, kunnen deze ook direct
op de geheugenkaart worden opgeslagen.
Veel computers hebben al apparaten voor
de geheugenkaart. Voer de kaart hierin
en kopieer de gegevens direct naar de
kaart.
Dankzij de directe toegang kunnen de
overdrachten veel sneller worden
gerealiseerd.
Het Navigatiesysteem opnieuw instellen
Er zijn twee opties voor het opnieuw
instellen van het navigatiesysteem.
Zachte reset
Met deze optie herstart het
navigatiesysteem zonder dat het nodig is
om opnieuw te installeren. Een zachte
reset wordt vaak gebruikt om het
geheugen te reorganiseren. Hiermee
worden alle lopende programma•
onderbroken en wordt het werkende
geheugen opnieuw ged.
Kies deze optie als uw navigatiesysteem
niet reageert of niet goed werkt.
Voer de zachte reset als volgt uit:
Schroef het dopje van de schrijfpriem eraf
en druk de punt van het dopje voorzichtig
in de reset opening aan de linkerkant van
het apparaat.
Harde Reset
Waarschuwing: Een harde reset wist alle
gegevens op uw apparaat en veroorzaakt
een nieuwe initi
Het is echter niet nodig om de software
opnieuw op uw synchronisatiecomputer
te installeren.
Voer de harde reset als volgt uit:
Zet de ON/OFF schakelaar aan de
onderkant van het apparaat eerst op OFF
en na twee seconden terug op ON.
Veiligheidsinstructies voor Navigatie
De bijgesloten CD bevat een uitgebreide
gebruiksaanwijzing.
Tips voor Navigatie
- Bedien het navigatiesysteem niet terwijl
u rijdt om u en anderen te beschermen
tegen ongelukken!
8
INSTALLATIE
De navigatieset in een wagen
installeren
U kunt de houder van het
navigatiesysteem bevestigen aan de
voorruit, zorg er zeker voor dat het zicht
niet wordt belemmerd.
Hierna bevestigt u de houder met de
bijgeleverde zuigplaat op een manier die
veilig gebruik zonder gevaren toelaat.
Installatie van de Houder van het
Navigatiesysteem
2.Plaats de navigator in de
navigatorhouder.
Er bevindt zich een dopje op de bodem
van de navigator zoals op de volgende
afbeelding:
1.Maak de navigatorhouder als volgt vast:
Eerst: Plaats de schroef in de cover van
de houder.
Twee: Bevestig de cover van de houder
(met schroef) aan de navigatorhouder.
Zie de volgende drie afbeeldingen.
U kunt de navigator aan de
navigatorhouder bevestigen zoals in de
volgende afbeelding:
Bevestig de zuigplaat op een geschikte
plaats op het dashboard. Zorg ervoor, dat
het dashboardoppervlak schoon is en
druk de zuigplaat krachtig op het
oppervlak
• Om een stevige en stabiele bevestiging
te verkrijgen ìs het verstandig de
zuigplaat gedurende 24 uren niet te
gebruiken.
9
INSTALLATIE
3.Plaats de houder met de zuigdop op de
zuigplaat (of rechtstreeks op de voorruit)
en druk de hendel op de zuigdop naar
omlaag. De zuigdop zal zich stevig
vastzetten op de zuigplaat.
Het Navigatie-systeem opladen in de
wagen
1
Wanneer de batterij nog maar een laag
voltage heeft, kunt u die in de wagen
opladen:
1.Steek de plug (1) van de
verbindingskabel in de
corresponderende ontvanger onder aan
uw navigatiesysteem.
2.Steek nu de stroomadapter (2) in de
sigarettenaansteker en garandeer dat
het contact niet zal verbroken worden
tijdens het rijden. Dit zou voor een
storing kunnen zorgen.
• Hint: Verwijder de stroomadapter uit de
sigarettenaansteker wanneer u op uw
bestemming aankomt of de auto voor
langere tijd parkeert.
2
10
ZICHTEN
Vooraanzicht
23
1.Slaap/Reactiveer ToetsDruk hierop om het toestel te openen/sluiten.
2.Indicator Accu opladenWanneer de batterij aan het opladen is,
kleurt de indicator rood, eenmaal de batterij
volledig is opgeladen, wordt deze indicator
groen.
3.Touch ScreenGeeft de output van uw toestel weer. Werk
met de stift op het scherm om
menuonderdelen te selecteren of om
informatie in te voeren.
1
11
ZICHTEN
Achteraanzicht
5
4. Externe antenne interfaceInterface voor een optionele tweede antenne.
5. LuidsprekerLaat meldingen en waarschuwingen horen.
4
12
ZICHTEN
Onderaanzicht
67
6. Reset ToetsIndrukken om naar de fabrieksinstellingen van het
7. BatterijschakelaarScheidt het toestel volledig van de batterij (ook Hard
LinkerzijdeRechterzijde
toestel terug te keren.
Reset).
8
9
8. SD SlotOm een SD (Secure Digital) kaart in te voeren voor
verwijderbare opslagruimte indien gewenst
9. USB InterfaceInterface om een PC aan te sluiten met een ActiveSync
kabel (voor data matching)
10
10. AC-adapterpoortVerbinding naar externe stroomvoorziening.
13
GPS (Globall Positioneringssysteem)
GPS is een systeem ondersteund door
een satelliet voor het bepalen van uw
positie. Met behulp van 24 satellieten die
rond de aarde draaien, is het mogelijk om
uw positie op aarde te bepalen met een
nauwkeurigheid van een paar meter. De
satellietsignalen worden ontvangen door
de antenne van de ingebouwde GPSontvanger, die een "zichtlijn" met minstens
4 hiervan moet hebben.
- NB: Bij een beperkte zichtlijn (bijv. in
tunnels, tussen huizen, in bossen of in
voertuigen met ramen met een
metaallaag) is het niet mogelijk om de
positie te bepalen. De satellietontvangst
wordt echter automatisch weer opgepikt
zodra het obstakel is gepasseerd en de
zichtlijn weer is hersteld.
De GPS-ontvanger neemt extra stroom.
Dit is vooral belangrijk wanneer het op
batterijen werkt. Om stroom te besparen
moet u de GPS-ontvanger niet onnodig
inschakelen.
U kunt het apparaat echter ook
uitschakelen met de ON/OFF -schakelaar
in het geval van een kortere onderbreking
van uw reis. Door opnieuw op de
schakelaar te drukken wordt er opnieuw
gestart. De GPS-ontvanger wordt
tegelijkertijd opnieuw geactiveerd, als de
navigatiesoftware nog actief is. Hierbij
kan het een tijdje duren voordat de positie
wordt geupdate, al naar gelang de
ontvangstsituatie.
- NB: Let op dat uw apparaat zo is
ingesteld dat het automatisch
uitschakelt als het een paar minuten
niet wordt gebruikt. U kunt deze
instelling wijzigen in de
Instellingenmodus.
- Als de GPS-ontvanger een aantal uren
niet actief is geweest, moet deze zichzelf
opnieuw orienteren. Dit kan een tijdje
duren.
Snelle installatie van de geheugenkaart
Deze optie is alleen beschikbaar als uw
navigatiesysteem is uitgerust met een
geprepareerde geheugenkaart. In dit
geval bent u klaar om de navigatiefunctie
van uw apparaat te gebruiken na een
tijdje, zonder dat u een installatie vooraf
maakt op uw PC.
- De initiele instellingen moeten altijd
worden uitgevoerd zoals beschreven
op pagina 16
- De volgende installatie beperkt de
Navigatie naar het gebied dat vooraf is
ingesteld op uw geheugenkaart.
U moet deze stappen uitvoeren om te
kunnen navigeren in uw auto:
1. Lees en volg de veiligheidsinstructies
op p. 2 en verder en p. 23 en verder.
2. Installeer de rest van de onderdelen
van het navigatiesysteem.
3. Druk op de ON/OFF-knop om uw
navigatiesysteem te starten. Als de
instructies van Stap 1 nog niet zijn
uitgevoerd, doe dat dan nu. De batterij
moet zijn opgeladen. De accu kan
worden opgeladen d.m.v. de
stroomtoevoer van de auto, indien
nodig.
- de vooringestelde geheugenkaart in
het navigatiesysteem. De installatie van
de naviagtie-software start automatisch.
Volg de instructies op het scherm.
OPMERKINGEN:
- De geheugenkaart moet altijd in het
apparaat zijn gestoken tijdens
- het gebruik van het navigatiesysteem.
Er moet een zachte reset worden
uitgevoerd om het navigatiesysteem
opnieuw te starten als de
geheugenkaart wordt verwijderd tijdens
het gebruik ervan, zelfs voor een korte
tijd.
- De softwareinstallatie moet opnieuw
worden uitgevoerd volgend op een
harde reset.
- Voer eerst een harde reset uit als u de
navigatiesoftware opnieuw wilt
installeren.
Stel de datum en tijd in met de
Instellingenknop en de date/time-knop,
als dit nog niet is gedaan. Stel de
toepasselijke tijdzone in, indien
beschikbaar.
De Navigatie starten
1. Schakel uw navigatiesysteem in.
2. De navigatiesoftware start automatisch
of nadat de navigatieknop wordt
ingedrukt, al naar gelang de versie.
14
GPS (Globall Positioneringssysteem)
3. Druk op de knop voor het invoeren van
de bestemming en voer het adres van
uw bestemming in. Start vervolgens de
navigatie door op Navigate te drukken.
U ontvangt na een tijdje de routeinformatie op het scherm met
gesproken aanwijzingen als de
satellietontvangst goed is.
Haal informatie over het bedienen van
de navigatiesoftware uit het uitgebreide
gebruikershandboek op de NavigatieCD.
Darnaast is hulp in het kort beschikbaar
op uw navigatiesysteem. U kunt dit vinden
met de Options/Destination Entry-knop
(Opties/bestemming) en door de helpfunctie te selecteren.
NB: De GPS-ontvanger heeft enkele
minuten nodig voor initialisering wanneer
deze voor het eerst wordt gebruikt. Zelfs
wanneer de ontvangst van het GPSsignaal wordt aangegeven, kan het zijn
dat de navigatie niet precies is. In alle
toekomstige gevallen zal het ongeveer
30-60 seconden duren tot er een goed
GPS-signaal beschikbaar is, voldoende
"zicht" van de satelliet is noodzakelijk.
Software-installatie op uw PC
Om zelfgedefinieerde kaarten te kunnen
inzetten bij uw navigatiesysteem moet u
de corresponderende navigatiesoftware
op uw PC installeren.
1. Zorg voor het installeren van de
navigatiesoftware dat ActiveSync is
ged en dat uw
navigatiesysteem is aangesloten op uw
PC met de ActiveSync kabel.
2. Plaats CD1 met de navigatiesoftware
in uw CD-drive. De installatie start
automatisch.
3. Volg de programma-instructies.
Inhoud van de Navigatie-CD's
Er kunnen meerdere CD's zijn bijgeleverd
al naar gelang de versie. Inhoud van de
CD's:
CD 1 bevat de PC applicatie,
gedigitaliseerd kaartmateriaal en het
gegevensmateriaal voor het snel herstellen
van de inhoud van de geheugenkaart.
Extra materiaal op de kaart staat op de
optionele CD 2. De PC-applicatie wordt
ged op de computer en gebruikt
om uweigen kaartgegevens in te stellen.
Daarnaast zal deze het opnieuw creen
van gegevens op de geheugenkaart
ondersteunen.
Microsoft ActiveSync installeren
Om uw gegevens over te dragen tussen
uw PC en uw navigatiesysteem heeft u
het Microsoft ActiveSync-programma
nodig.
15
Welkom bij Destinator OP
1.1 Inleiding
Destinator OP is een compleet mobiel
satellietnavigatiesysteem.
Het gebruikt GPS (Global Positioning System) satellieten om
de plaats waar u zich bevindt precies te lokaliseren en
gebruikt daarbij de laatste kaartdatatechnologie om u op de
efficiëntste en snelste manier op uw bestemming te krijgen.
Destinator OP helpt u bij het plannen van uw route en zorgt
voor Turn by Turn, Audio en Visuele instructies om op uw
bestemming te komen.
1.2 Help krijgen
Er is een verkort Helpbestand beschikbaar met
basisnavigatiedefinities en instructies van Destinator OP.
Druk in het kaartscherm op de button, ga naar het
Optiemenu door op de button te drukken en
1
kies.
16
1.3 Technische Ondersteuning
Zie voor antwoorden op algemene vragen en snelle hulp
Als u andere vragen heeft over Destinator OP, neem dan contact
op met uw leverancier of met Destinator Technical Support via
email op
support@destinatoreurope.com [ support@destinator1.com ] of
tel. +49 (0) 1805 12 30 12 [905-764-7611].
1.4 Van start gaan
In uw M0 apparaat is de Destinator OP toepassing al
geïnstalleerd. Zet het M0 apparaat aan en druk in het hoofd M0
scherm op om Destinator OP te starten.
Zie voor informatie over het wijzigen van de M0
apparaatinstellingen bijlage D – M0 Instellingen.
online op
17
2.1 Inleiding
2
Een Route Aangeven
Dit hoofdstuk helpt u een route vast te stellen en te plannen.
U kunt een bestemming kiezen, het beginpunt instellen of
een reis plannen. De in echte tijd berekende route komt van
uw actuele GPS-positie.
Er zijn een aantal manieren om uw bestemming te bepalen
met behulp van de Menubutton (
ingeven:
Een adres
Een kruising
Een postcode
Een POI (Punt van Interesse)
Een adres in Favorieten
Een adres in Historie
). U kunt het volgende
18
2.2 Kaart Omschrijving
Er zijn diverse buttons en iconen op het kaartscherm die gebruikt
worden om een route the plannen en te bekijken.
Rijrichtingbutton
Zichtkeuzebutton
Kompasbutton
Menubutton
Routedetailsbutton
GPS-gegenereerde
statistiekbutton
Locatie-iconen
Navigatiemodus.
in de Navigatiemodus. Dit is niet uw actuele locatie, omdat er
op dat moment geen geldige GPS-informatie is.
Exitbutton
Actuele locatie
Zoomscrollbar
Homebutton
Batterijstatus indicator
GPS statusbutton
Lengteschaalverdeling
Afbeelding 1 - Hoofdkaart
(of in Wandelmodus) toont uw actuele locatie in de
(of in Wandelmodus) toont uw laatst bekende GPS-locatie
(of in de Wandelmodus) toont het Beginpunt in de
Planmodus.
Zie Paragraaf 4.7 Route-instellingen
voor omschrijvingen van Navigatiemodus en Planmodus.
Dynamische cursor
19
De schermcursor van Destinator OP verandert automatisch van
uiterlijk, zodat u op de hoogte wordt gesteld van verschillende
belangrijke navigatie-omstandigheden.
xDe cursor geeft aan of u zich in de Auto- of
Voetgangersmodus bevindt
xDe cursor geeft aan of u met hoge of met lage snelheid rijdt.
De cursor wordt langwerpig bij hogere snelheden en breder
bij lagere snelheden.
xDe cursor heeft een schaduw die de positie van de zon
aangeeft. Dit is in het bijzonder belangrijk als u Destinator
OP in de Voetgangersmodus gebruikt. Door uzelf zo op te
stellen dat de schaduw die u werpt dezelfde stand heeft als
de schaduw op het scherm, weet u zeker dat u in de juiste
richting loopt.
xDe cursorschaduw verdwijnt als u ’s nachts rijdt.
Buttons Kaartscherm
Switcht tussen Turn by Turn details en een complete lijst
Rijrichtingen.
Wisselt tussen 2D-, 2D Nacht-, 3D- en 3D-Nachtzicht. Het
icoon geeft het volgende zicht aan dat getoond gaat worden.
Toont de magnetische richting terwijl u beweegt.
Hiermee kunt u uw route vaststellen en plannen via het
Bestemmingsmenu. Hiermee heeft u toegang tot het Optiemenu
en het Instellingenmenu. Geeft aan of u in Voertuigmodus
(
) of in Wandelmodus () bent. U kunt van modus
veranderen door de button een aantal seconden ingedrukt te
houden of door het Optiemenu te openen en op
of
te drukken. In de Wandelmodus is de
navigatieradius beperkt tot 10 kilometer (6 mijl).
20
Geeft details over uw route, zoals ETA, ETR en de afstand
tot uw bestemming.
Toont GPS–gegenereerde informatie, zoals UTM (Universal
Transverse Mercator), geografische positie, huidige locatie,
hoogte en snelheid. Het icoon geeft het volgende zicht aan dat
getoond gaat worden.
Toont de GPS-status, zoals informatie over uw satellietfix en
de breedte, lengte en hoogte van uw positie. Het icoon is groen
als er een GPS-fix is en rood als er geen GPS-fix is. Zorgt ook
voor een verbinding met het GPS-Instellingenscherm.
Toont de batterijstatus. Als de batterij bijna leeg is, verschijnt
er een mededelingenvenster.
Berekent een route naar een vooringesteld POI of adres.
Hiermee kunt u de Destinator OP applicatie verlaten.
Menu Button
Deze button heeft twee functies: Voertuigmodus (
Wandelmodus (
). U kunt wisselen tussen deze twee modi
) en
door de button een aantal seconden ingedrukt te houden. In de
Wandelmodus is de navigatieradius beperkt tot 10 kilometer (6
mijl).
Druk op de Menubutton om het Bestemmingsmenu te openen.
Door op de
en buttons te drukken
aan de onderkant van het scherm kunt u heen en weer switchen
tussen het Bestemmingsmenu, het Optiemenu en het
Instellingenmenu zoals te zien in Afbeelding 2.
21
Afbeelding 2 - Menustructuur
2.3 Het Bestemmingsmenu
1.Druk in het kaartscherm op de button om het
Bestemmingsmenu te openen.
2.U kunt uw bestemming kiezen uit de volgende opties:
x Adressenlijst
22
x Lijst Punten van Interesse (POI)
x Favorietenlijst
x Historielijst
3.De route wordt vanuit uw actuele positie berekend en
als een blauwe lijn weergegeven. De groene driehoek
stelt uw Beginpunt voor (of vertrekpunt).
Begin
Route
Afbeelding 3 - Hoofdkaartscherm
2.4 De Route Naar Een Adres (of Kruispunt) Plannen
Als u de route naar een adres plant, zijn er diverse manieren
om uw bestemming aan te geveen. U kunt de route naar
een bestemming aangeven door een adres te kiezen, een
postcode of een kruising.
Via het navigeren over verschillende regio’s kunt u een route
rijden die zich over meer dan één regio op hetzelfde
continent uitstrekt zonder van kaart te hoeven wisselen. Dit
is alleen mogelijk als u de volgende kaarten heeft
23
geïnstalleerd: de kaart van uw vertrekpunt, de kaart van uw
bestemming en een kaart van de belangrijkste wegen voor
dat continent (bijv. belangrijkste wegen van Europe). Als de
mogelijkheid over verschillende regio’s te rijden beschikbaar
is, kunt u op Regio drukken voor een lijst van de
geïnstalleerde kaarten en de kaart kiezen voor uw
bestemming. Destinator OP verandert automatisch van
kaart als u over verschillende regio’s rijdt en toont u de route
op hetzelfde niveau onder het rijden. U hoeft tijdens de
route niet van kaart te wisselen.
Afbeelding 4 - Scherm Adres Zoeken
De standaardvolgorde voor het invoeren van uw
bestemming is Plaats -> Straat -> Nummer, maar door te
klikken op de
button kunt u door de verschillende
manieren om uw adres aan te geven lopen.
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Plaats,
dan de Straat en dan het Nummer in te geven.
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Straat,
dan de Plaats en dan het Nummer in te geven.
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Straat,
dan de Postcode en dan het Nummer in te geven.
Hiermee kunt u een kruising ingeven door eerst de
Plaats, dan de Straat en dan de kruisende Straat in te
geven.
24
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de
Postcode, dan de Straat en dan het Nummer in te
geven.
Bijvoorbeeld om naar een adres te gaan door de Plaats -> Straat -> Nummer zoekvolgorde te gebruiken:
1. Druk op Regio als u een route wilt plannen over
diverse kaarten. Markeer uw keuze in de lijst van
geïnstalleerde kaarten. (Als slechts één kaart is
geïnstalleerd, krijgt u de Regio-optie niet te zien.)
2. Druk op Plaats en gebruik het toetsenbord om de
eerste paar letters van de naam van de stad in the
geven. U kunt ook uw toetsenbord van hoofdletters
op gewone letters zetten door te drukken op de
button.
3. Druk op Straat om een lijst van straatnamen te
krijgen voor de geselecteerde stad. Kies de
straatnaam door de eerste paar letters in te voeren of
door door de lijst heen te scrollen (bijv.: Birch, Ave).
4.Van niet alle steden zijn de straten opgenomen De
software toont in die gevallen Straatgegevens niet gevonden. U kunt nog steeds de route naar de
geselecteerde stad ingeven.
5. Druk op Nummer en geef het nummer in door het
toetsenbord te gebruiken.
6.Als u uw bestemming heeft ingegeven, zijn er diverse
opties beschikbaar op de toolbar aan de bovenkant
van het scherm.
Berekent en toont uw route die als een
blauwe lijn op de kaart verschijnt.
Toont de bestemming op de kaart en geeft
de details ervan.
25
aan uw Favorietenmap of als uw Beginpunt instellen.
Hiermee kunt u uw bestemming toevoegen
Onder het rijden geeft Destinator OP uw met turn-by-turn
mondelinge en visuele aanwijzingen door u te laten weten
wanneer de volgende afslag komt tot u op uw bestemming
aankomt.
Als u de volledige naam van een stad of straat niet weet, typt u een deel
van de naam in en drukt u op de
button. Hiermee verschijnt een
lijst met alle namen die de door u ingetypte volgorde bevatten.
Klik voor meer informatie over een Stad, Straat of Nummer op voor
details over de locatie, zoals stads-, straatnaam, en lengte- en
breedtecoördinaten.
N.B.:
Het kan zijn dat sommige kleinere (sub)gemeentes geen straatgegevens bevatten.
Kies in die gevallen de grotere (overkoepelende) gemeente tussen haakjes voor het
zoeken naar die straten. Of u kunt de zoekvolgorde veranderen in Straat>Stad of
Postcode>Straat om straatgegevens te vinden voor de kleinere gemeente.
2.5 Een Route Plannen Naar Een Point van Interesse (POI)
De lijst Punten van Interesse (POI) is een verzameling
bestemmingen van mogelijke interesse in voorgedefinieerde
categorieën. POI’s worden op de kaart met verschillende
iconen aangegeven (bijv: Restaurants). POI-navigatie is
in het bijzonder handig als u een gebouw, attractie of
voorziening moet vinden op categorie of soort. U kunt
bijvoorbeeld Destinator OP vragen u naar d dichtstbijzijnde
bank, winkelcentrum, hotel, restaurant, benzinestation, etc.
te brengen
26
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.