Lenco NAV-500 User Manual [nl]

NAV-500
GEBRUIKSAANWIJZING
Globaal Positionerings systeem
INHOUDS OPGAVE
Veilegheidsinformatie.................................................................................................3
Installatie.....................................................................................................................7
Zichten.......................................................................................................................11
Vooraanzicht.........................................................................................................11
Achteraanzicht......................................................................................................12
Onderaanzicht ......................................................................................................13
GPS (Globaal Positioneringssysteem)....................................................................14
Snelle installatie van geheugenkaart ....................................................................14
Inhoud van Navigatie-CD's...................................................................................15
Welkom bij Destinator OP .......................................................................................16
Een Route Aangeven................................................................................................18
Opties ........................................................................................................................37
Instellingen................................................................................................................42
Kaartzicht Veranderen .............................................................................................53
Automatische & Favorieten Waarschuwingen.......................................................57
Importeren van Favorieten ......................................................................................59
Verklarende Woordenlijst.........................................................................................61
Bijlage A - Bestandstructuur Favorieten Importeren .............................................63
Bijlage B - Destinator OP Console.........................................................................64
Bijlage C - Installeren en activeren van extra kaarten............................................77
Bijlage D - MO Instellingen ....................................................................................81
2
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Veiligheidsinstructies
Lees deze sectie zorgvuldig en volg allege geven instructies op. Dit maakt een betrouwbare werking mogelijk en het verlengt de gebruiksduur van uw apparaat. Bewaar de verpakking en de gebruikersinstructies voor het raadplegen in de toekomst of voor latere informatie. Als u het item doorgeeft aan iemand anders, moet u deze instructies ook meegeven.
- Open de behuizing van het apparaat of de stroomadaptor nooit. Deze bevatten onderdelen die onbruikbaar zijn voor de gebruiker. Het openen van de behuizing kan levensgevaarlijke elektrische schokken tot gevolg hebben
- Plaats geen objecten op het apparaaten oefen geen druk op het scherm uit. Anders kan het scherm breken.
- Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen om schade te voorkomen. Gebruik alleen de bijgeleverde schrijfpriem.
- U kunt gewond raken als het scherm breekt. Mocht dit voorkomen, gebruik dan beschermende handschoenen om de gebroken onderdelen te verzamelen en neem contact op met de klantenservice om de verwijdering te regelen. Was uw handen vervolgens met zeep, want het kan zijn dat er chemicaliën zijn vrijgekomen.
- Laat kinderen nooit zonder toezicht met elektrische apparatuur spelen. Kinderen herkennen mogelijk gevaar niet altijd goed.
- Verwijder de stroomadaptor uit het contact, schakel het apparaat
onmiddellijk uit, of schakel het niet in, en neem contact op met de Klantenservice… ... Als de stroomadaptor of de stekker ervan verschroeid of beschadigd raakt. ... als de behuizing van het apparaat of de stroomeenheid beschadigd raakt of er vloeistof in lekt. Onderdelen moeten worden gecontroleerd door de Klantenservice om beschadiging te voorkomen!
Informatiebeveiliging
Maak elke keer dat u uw gegevens update, backup kopieën op externe geheugens. De leverancier kan niet aansprakelijk worden gehouden voor verlies van gegevens of schade aan geheugeneenheden, en er worden geen schadeclaims geaccepteerd voor beschadigingen als gevolg van gegevensverlies of voor gevolgschade.
Werkingsomgeving
- Houd uw navigatiesysteem en alle aangesloten apparatuur uit de buurt van vocht en vermijd stof, hitte en direct zonlicht, vooral in de auto.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet nat wordt. (bijv. door regen en hagel, te allen tijde.) Denk eraan dat vocht zich ook kan ophopen in een beschermend zakje door condensatie.
- Vermijd zware trillingen en schokken.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet vanzelf los kan schieten uit de houder, bijvoorbeeld wanneer u remt. Installeer het apparaat zo verticaal mogelijk. Het niet opvolgen van deze instructies kan beschadiging van
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
uw apparaat tot gevolg hebben.
Omgevingstemperatuur
- Het apparaat werkt het meest betrouwbaar bij een omgevingstemperatuur van 41ºF tot 104ºF (5ºC tot 40ºC) en bij een relatieve vochtigheid van 10% tot 90%.
- Wanneer het apparaat is uitgeschakeld kan het worden bewaard bij een temperatuur tussen 32ºF en 140ºF (0ºC en 60ºC).
- Bewaar het apparaat op een veilige plaats om hoge temperaturen te voorkomen (bijv. wanneer u parkeert of uit direct zonlicht).
Elektromagnetische compatibiliteit
- Wanneer u extra of andere componenten aansluit Moet u zich houden aan de "Richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit" (EMC). Let op dat alleen bedekte kabels (maximaal 3 cm) mag worden gebruikt bij dit apparaat. Houd, voor optimale prestatie, een afstand van minimaal 10 ft. van bronnen van hoge frequentie en magnetische storing (televisies, luidsprekers, mobiele telefoons, etc.) Dit helpt storingen en gegevensverlies te vermijden.
Werking van batterijen
Uw apparaat werkt op een verwijderbare batterij. Volg de instructies hieronder om de gebruiksduur en efficientie van uw batterij te verlengen en een veilige werking te garanderen:
- Waarschuwing: Explosiegevaar als de oplaadbare batterijen niet goed
worden opgeladen. Vervang ze alleen door batterijen van hetzelfde type of een gelijksoortig type dat wordt aanbevolen door de fabrikant. Open de oplaadbare batterij nooit. Gooi de oplaadbare batterij niet in vuur. Gooi de gebruikte batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
- Batterijen zijn niet hittebestendig. Zorg ervoor dat het apparaat en de bijbehorende batterij niet oververhit raken. Het niet opvolgen van deze instructie kan beschadiging en zelfs explosie van de batterij tot gevolg hebben.
- Gebruik alleen de originele stroomeenheid om de batterij op te laden of de auto-adaptor uit de optionele navigatiekit.
- De batterijen vallen onder een speciale categorie van afval. Wanneer u het apparaat weggooit, zorg er dan voor dat u dit op de juiste manier doet. Neem contact op met de Klantenservice voor meer informatie.
Zorg voor het scherm
- Vermijd het bekrassen van het scherm, aangezien dit snel beschadigt. Het wordt ten zeerste aanbevolen om een beschermlaag van mylar te gebruiken voor het scherm om krassen te voorkomen. Vraag uw dichtstbijzijnde dealer voor deze accessoire. De folie op het scherm bij levering is alleen voor bescherming tijdens transport!
- Zorg ervoor dat er geen sporen van water op het scherm achterblijven. Water kan niet meer te herstellen verkleuringen veroorzaken.
- Gebruik alleen een zachte stofvrije
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
doek om het scherm schoon te maken.
- Stel het scherm niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling.
Transport
Als u het apparaat wil transporteren, volg dan de onderstaande instructies:
- Wacht na het transporteren tot de eenheid is geacclimatiseerd voordat u het gebruikt.
- Bij sterke schommelingen van temperatuur of vochtigheid kan er condens of vocht in het apparaat worden gevormd en dit kan kortsluiting veroorzaken.
- Gebruik het beschermende tasje om het apparaat te beschermen tegen vuil, stoten en krassen.
- Zorg ervoor dat u, voordat u op reis gaat, op de hoogte bent van de stroom - en communicatievoorzieningen op uw bestemming. Schaf voordat u op reis gaat de benodigde stroom- of communicatie-adaptors aan (modem, LAN, etc.).
- Wanneer u uw apparaat vervoert, gebruik dan alleen de originele verpakking en adviseer de vervoerde dienovereenkomstig.
- Wanneer u uw apparaat vervoert, gebruik dan alleen de originele verpakking en adviseer de vervoerde dienovereenkomstig.
- Wanneer u door de handbagagecontrole gaat op luchthavens is het aanbevolen om het apparaat en alle magnetische geheugenmedia (externe harde schijven) door het röntgensysteem te laten gaan. (de machine waarop u uw tassen zet). Vermijd de
magnetische detector (de eenheid waar u doorheen loopt) of de magnetische staaf (het apparaat dat het beveiligingspersoneel gebruikt), aangezien deze uw gegevens kunnen aantasten.
Aansluiten
Wanneer u uw apparaat aansluit, zorg erdan voor dat u de volgende instructies correct opvolgt:
- Het stopcontact moet in de buurt van het apparaat zijn en moet makkelijk toegankelijk zijn.
- Gebruik de hoofdstroomadaptor alleen in geaarde stopcontacten van 100-240V~wisselstroom, 50/60 Hz. Als u niet zeker bent over de stroomvoorziening op de plaats van gebruik, vraag het dan aan de relevante energieleverancier.
- Gebruik alleen de stroomadaptor die bij uw apparaat is geleverd. Voor extra veiligheid bevelen wij het gebruik van een bliksemafleider aan om uw apparaat te beschermen tegen schade door blikseminslagen in het stroomnet.
Stroom via de auto-adaptor
- De auto-adaptor mag alleen worden aangesloten op de sigarettenaansteker van de auto (accu =DV12V, geen vrachtwagens!). Als u twijfels heeft over de stroombron in uw auto, neem dan contact op met uw autofabrikant.Kabels
- Leg de kabels op een manier zodat niemand erop kan staan of erover kan struikelen.
- Leg geen voorwerpen op de kabel.
5
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING Wanneer de eenheid lange tijd
niet wordt gebruikt, laad de batterij dan om de keer op, anders wordt de gebruiksduur van de batterij verkort.
6
(7)
INSTALLATIE
Het volgende leidt u stap voor stap door de eerste instellingen van het navigatiesysteem. Verwijder eerst de folie voor bescherming van het apparaat tijdens transport van het scherm.
Het navigatiesysteem inschakelen
Zet de hoofdschakelaar
aan de
onderkant van het apparaat op ON (aan).
Let op: Laat de hoofdschakelaar altijd op ON staan, tenzij u iets opnieuw wilt
installeren. Als de schakelaar op OFF wordt gezet, zullen alle gegevens verloren gaan en moet de eerste installatie opnieuw worden uitgevoerd.
Het Navigatiesysteem zal de eerste installatie automatisch starten. Het merklogo verschijnt en uw apparaat zal het applicatiescherm na een paar seconden weergeven. U kunt de datm en tijd instellen met de instellingenknop (4) en de datum/tijd knop. Stel de toepasselijke tijdzone in, indien beschikbaar. Let op: Volgens de oplaadstatus van de gede accu. Het is noodzakelijk dat het apparaat wordt opgeladen voordat de eerste instellingen kunnen worden doorgevoerd.
De batterij van het navigatiesysteem opladen
U heeft verschillende mogelijkheden om de batterij van uw navigatiesysteem op te laden:
- Met behulp van de netwerkadaptor.
- Met de auto-adaptor.
- De indicator voor het opladen van de batterij licht rood op tot het navigatiesysteem is opgeladen. Onderbreek het oplaadproces niet voordat de batterij volledig is opgeladen. Het duurt een paar uur voordat het navigatiesysteem volledig is opgeladen. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, wordt de batterij-indicator
groen.
- NB: U kunt het navigatiesysteem tijdens het opladen gebruiken, maar de stroomtoevoer mag niet worden onderbroken tijdens de initi instellingen.
- Laat de hoofdstroomadaptor 24 uur aan het navigatiesysteem aangesloten, zodat de backup-batterij volledig kan worden opgeladen.
- U kunt de hoofdstroomadaptor aangesloten houden; dit is erg handig voor continue werking. De hoofdstroomadaptor heeft echter ook stroom nodig, zelfs wanneer deze de batterij van het navigatiesysteem niet aan het opladen is.
2
1
Duw de connector van de adaptor in het contact rechts naast de netwerkadaptor. Duw de Netwerkadaptor (2) in een stopcontact dat makkelijk toegankelijk is. Druk de kabel van de Netwerkadaptor (1) in de netwerkadaptor-aansluiting van het navigatiesysteem.
Werken met geheugenkaarten
Uw navigatiesysteem ondersteunt MMC en SD geheugenkaarten.
Geheugenkaarten invoeren
1. Haal de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking (indien bijgeleverd). Zorg ervoor dat u de contactjes niet aanraakt of vuil maakt.
2. Dus de geheugenkaart voorzichtig in de kaartgleuf. De zijde van de geheugenkaart met het label moet naar boven wijzen. De geheugenkaart moet lichtjes op zijn plaats vastklikken.
7
INSTALLATIE
Geheugenkaarten verwijderen
- Verwijder de geheugenkaart niet terwijl u er toegang toe heeft. Dit kan gegevensverlies tot gevolg hebben.
1. Om de kaart te verwijderen drukt u lichtjes op de bovenste rand totdat deze eruit komt.
2. Trek de kaart eruit zonder dat u de contactjes aanraakt.
3. Bewaar de geheugenkaart in de verpakking of op een andere veilige plaats.
- Geheugenkaarten zijn zeer breekbaar. Zorg dat u de contactjes niet vuil maakt en de kaart niet forceert.
Toegang tot geheugenkaarten
- Het apparaat ondersteunt alleen geheugenkaarten met het FAT16/32 bestandsformaat. Als u een kaart invoert met een ander formaat (bijv. in camera's, MP3-spelers), kan het zijn dat uw navigatiesysteem deze niet herkent en u vraagt om deze opnieuw te formatteren. Waarschuwing: Het formatteren van de geheugenkaart wist alle gegevens onherroepelijk.
- Ook kunt u niet zomaar bestanden op de geheugenkaart kopien. In sommige gevallen moeten deze worden geconverteerd door het Microsoft ActiveSync programma.
Gegevensuitwisseling VIA kaartlezer
U kunt gegevens overdragen of synchroniseren via ActiveSync. Dit is ook vooral de juiste methode indien er bestanden moeten worden overgedragen die moeten worden omgezet in een formaat dat het navigatiesysteem kan lezen. Als u echter grote hoeveelheden gegevens wil kopien (navigatiekaarten) naar de geheugenkaart, kunnen deze ook direct op de geheugenkaart worden opgeslagen. Veel computers hebben al apparaten voor
de geheugenkaart. Voer de kaart hierin en kopieer de gegevens direct naar de kaart. Dankzij de directe toegang kunnen de overdrachten veel sneller worden gerealiseerd.
Het Navigatiesysteem opnieuw instellen
Er zijn twee opties voor het opnieuw instellen van het navigatiesysteem.
Zachte reset
Met deze optie herstart het navigatiesysteem zonder dat het nodig is om opnieuw te installeren. Een zachte reset wordt vaak gebruikt om het geheugen te reorganiseren. Hiermee worden alle lopende programma• onderbroken en wordt het werkende geheugen opnieuw ged. Kies deze optie als uw navigatiesysteem niet reageert of niet goed werkt.
Voer de zachte reset als volgt uit:
Schroef het dopje van de schrijfpriem eraf en druk de punt van het dopje voorzichtig in de reset opening aan de linkerkant van het apparaat.
Harde Reset Waarschuwing: Een harde reset wist alle
gegevens op uw apparaat en veroorzaakt een nieuwe initi Het is echter niet nodig om de software opnieuw op uw synchronisatiecomputer te installeren. Voer de harde reset als volgt uit: Zet de ON/OFF schakelaar aan de onderkant van het apparaat eerst op OFF en na twee seconden terug op ON.
Veiligheidsinstructies voor Navigatie
De bijgesloten CD bevat een uitgebreide gebruiksaanwijzing.
Tips voor Navigatie
- Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt om u en anderen te beschermen tegen ongelukken!
8
INSTALLATIE
De navigatieset in een wagen installeren
U kunt de houder van het navigatiesysteem bevestigen aan de voorruit, zorg er zeker voor dat het zicht niet wordt belemmerd. Hierna bevestigt u de houder met de bijgeleverde zuigplaat op een manier die veilig gebruik zonder gevaren toelaat. Installatie van de Houder van het Navigatiesysteem
2.Plaats de navigator in de navigatorhouder. Er bevindt zich een dopje op de bodem van de navigator zoals op de volgende afbeelding:
1.Maak de navigatorhouder als volgt vast: Eerst: Plaats de schroef in de cover van de houder. Twee: Bevestig de cover van de houder (met schroef) aan de navigatorhouder. Zie de volgende drie afbeeldingen.
U kunt de navigator aan de navigatorhouder bevestigen zoals in de volgende afbeelding:
Bevestig de zuigplaat op een geschikte plaats op het dashboard. Zorg ervoor, dat het dashboardoppervlak schoon is en druk de zuigplaat krachtig op het oppervlak
• Om een stevige en stabiele bevestiging te verkrijgen ìs het verstandig de zuigplaat gedurende 24 uren niet te gebruiken.
9
INSTALLATIE
3.Plaats de houder met de zuigdop op de zuigplaat (of rechtstreeks op de voorruit) en druk de hendel op de zuigdop naar omlaag. De zuigdop zal zich stevig vastzetten op de zuigplaat.
Het Navigatie-systeem opladen in de wagen
1
Wanneer de batterij nog maar een laag voltage heeft, kunt u die in de wagen opladen:
1.Steek de plug (1) van de
verbindingskabel in de corresponderende ontvanger onder aan uw navigatiesysteem.
2.Steek nu de stroomadapter (2) in de
sigarettenaansteker en garandeer dat het contact niet zal verbroken worden tijdens het rijden. Dit zou voor een storing kunnen zorgen.
Hint: Verwijder de stroomadapter uit de
sigarettenaansteker wanneer u op uw bestemming aankomt of de auto voor langere tijd parkeert.
2
10
ZICHTEN
Vooraanzicht
2 3
1.Slaap/Reactiveer Toets Druk hierop om het toestel te openen/sluiten.
2.Indicator Accu opladen Wanneer de batterij aan het opladen is, kleurt de indicator rood, eenmaal de batterij volledig is opgeladen, wordt deze indicator groen.
3.Touch Screen Geeft de output van uw toestel weer. Werk
met de stift op het scherm om menuonderdelen te selecteren of om informatie in te voeren.
1
11
ZICHTEN
Achteraanzicht
5
4. Externe antenne interface Interface voor een optionele tweede antenne.
5. Luidspreker Laat meldingen en waarschuwingen horen.
4
12
ZICHTEN
Onderaanzicht
6 7
6. Reset Toets Indrukken om naar de fabrieksinstellingen van het
7. Batterijschakelaar Scheidt het toestel volledig van de batterij (ook Hard
Linkerzijde Rechterzijde
toestel terug te keren.
Reset).
8
9
8. SD Slot Om een SD (Secure Digital) kaart in te voeren voor verwijderbare opslagruimte indien gewenst
9. USB Interface Interface om een PC aan te sluiten met een ActiveSync kabel (voor data matching)
10
10. AC-adapterpoort Verbinding naar externe stroomvoorziening.
13
GPS (Globall Positioneringssysteem)
GPS is een systeem ondersteund door een satelliet voor het bepalen van uw positie. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde draaien, is het mogelijk om uw positie op aarde te bepalen met een nauwkeurigheid van een paar meter. De satellietsignalen worden ontvangen door de antenne van de ingebouwde GPS­ontvanger, die een "zichtlijn" met minstens 4 hiervan moet hebben.
- NB: Bij een beperkte zichtlijn (bijv. in
tunnels, tussen huizen, in bossen of in voertuigen met ramen met een metaallaag) is het niet mogelijk om de positie te bepalen. De satellietontvangst wordt echter automatisch weer opgepikt zodra het obstakel is gepasseerd en de
zichtlijn weer is hersteld. De GPS-ontvanger neemt extra stroom. Dit is vooral belangrijk wanneer het op batterijen werkt. Om stroom te besparen moet u de GPS-ontvanger niet onnodig inschakelen. U kunt het apparaat echter ook uitschakelen met de ON/OFF -schakelaar in het geval van een kortere onderbreking van uw reis. Door opnieuw op de schakelaar te drukken wordt er opnieuw gestart. De GPS-ontvanger wordt tegelijkertijd opnieuw geactiveerd, als de navigatiesoftware nog actief is. Hierbij kan het een tijdje duren voordat de positie wordt geupdate, al naar gelang de ontvangstsituatie.
- NB: Let op dat uw apparaat zo is
ingesteld dat het automatisch
uitschakelt als het een paar minuten
niet wordt gebruikt. U kunt deze
instelling wijzigen in de
Instellingenmodus.
- Als de GPS-ontvanger een aantal uren
niet actief is geweest, moet deze zichzelf
opnieuw orienteren. Dit kan een tijdje
duren.
Snelle installatie van de geheugenkaart
Deze optie is alleen beschikbaar als uw navigatiesysteem is uitgerust met een geprepareerde geheugenkaart. In dit geval bent u klaar om de navigatiefunctie van uw apparaat te gebruiken na een tijdje, zonder dat u een installatie vooraf
maakt op uw PC.
- De initiele instellingen moeten altijd worden uitgevoerd zoals beschreven op pagina 16
- De volgende installatie beperkt de Navigatie naar het gebied dat vooraf is ingesteld op uw geheugenkaart.
U moet deze stappen uitvoeren om te kunnen navigeren in uw auto:
1. Lees en volg de veiligheidsinstructies op p. 2 en verder en p. 23 en verder.
2. Installeer de rest van de onderdelen van het navigatiesysteem.
3. Druk op de ON/OFF-knop om uw navigatiesysteem te starten. Als de instructies van Stap 1 nog niet zijn uitgevoerd, doe dat dan nu. De batterij moet zijn opgeladen. De accu kan worden opgeladen d.m.v. de stroomtoevoer van de auto, indien nodig.
- de vooringestelde geheugenkaart in het navigatiesysteem. De installatie van de naviagtie-software start automatisch. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKINGEN:
- De geheugenkaart moet altijd in het apparaat zijn gestoken tijdens
- het gebruik van het navigatiesysteem. Er moet een zachte reset worden uitgevoerd om het navigatiesysteem opnieuw te starten als de geheugenkaart wordt verwijderd tijdens het gebruik ervan, zelfs voor een korte tijd.
- De softwareinstallatie moet opnieuw worden uitgevoerd volgend op een harde reset.
- Voer eerst een harde reset uit als u de navigatiesoftware opnieuw wilt installeren.
Stel de datum en tijd in met de Instellingenknop en de date/time-knop, als dit nog niet is gedaan. Stel de toepasselijke tijdzone in, indien beschikbaar.
De Navigatie starten
1. Schakel uw navigatiesysteem in.
2. De navigatiesoftware start automatisch of nadat de navigatieknop wordt ingedrukt, al naar gelang de versie.
14
GPS (Globall Positioneringssysteem)
3. Druk op de knop voor het invoeren van de bestemming en voer het adres van uw bestemming in. Start vervolgens de navigatie door op Navigate te drukken. U ontvangt na een tijdje de route­informatie op het scherm met gesproken aanwijzingen als de satellietontvangst goed is. Haal informatie over het bedienen van de navigatiesoftware uit het uitgebreide gebruikershandboek op de Navigatie­CD.
Darnaast is hulp in het kort beschikbaar op uw navigatiesysteem. U kunt dit vinden met de Options/Destination Entry-knop (Opties/bestemming) en door de help­functie te selecteren. NB: De GPS-ontvanger heeft enkele minuten nodig voor initialisering wanneer deze voor het eerst wordt gebruikt. Zelfs wanneer de ontvangst van het GPS­signaal wordt aangegeven, kan het zijn dat de navigatie niet precies is. In alle toekomstige gevallen zal het ongeveer 30-60 seconden duren tot er een goed GPS-signaal beschikbaar is, voldoende "zicht" van de satelliet is noodzakelijk.
Software-installatie op uw PC
Om zelfgedefinieerde kaarten te kunnen inzetten bij uw navigatiesysteem moet u de corresponderende navigatiesoftware op uw PC installeren.
1. Zorg voor het installeren van de navigatiesoftware dat ActiveSync is ged en dat uw navigatiesysteem is aangesloten op uw PC met de ActiveSync kabel.
2. Plaats CD1 met de navigatiesoftware in uw CD-drive. De installatie start automatisch.
3. Volg de programma-instructies.
Inhoud van de Navigatie-CD's
Er kunnen meerdere CD's zijn bijgeleverd al naar gelang de versie. Inhoud van de CD's: CD 1 bevat de PC applicatie, gedigitaliseerd kaartmateriaal en het gegevensmateriaal voor het snel herstellen van de inhoud van de geheugenkaart. Extra materiaal op de kaart staat op de optionele CD 2. De PC-applicatie wordt
ged op de computer en gebruikt om uweigen kaartgegevens in te stellen. Daarnaast zal deze het opnieuw creen van gegevens op de geheugenkaart ondersteunen.
Microsoft ActiveSync installeren
Om uw gegevens over te dragen tussen uw PC en uw navigatiesysteem heeft u het Microsoft ActiveSync-programma nodig.
15
Welkom bij Destinator OP
1.1 Inleiding
Destinator OP is een compleet mobiel
satellietnavigatiesysteem.
Het gebruikt GPS (Global Positioning System) satellieten om de plaats waar u zich bevindt precies te lokaliseren en gebruikt daarbij de laatste kaartdatatechnologie om u op de efficiëntste en snelste manier op uw bestemming te krijgen.
Destinator OP helpt u bij het plannen van uw route en zorgt voor Turn by Turn, Audio en Visuele instructies om op uw bestemming te komen.
1.2 Help krijgen
Er is een verkort Helpbestand beschikbaar met basisnavigatiedefinities en instructies van Destinator OP.
Druk in het kaartscherm op de button, ga naar het
Optiemenu door op de button te drukken en
1
kies .
16
1.3 Technische Ondersteuning
Zie voor antwoorden op algemene vragen en snelle hulp
Destinator FAQ for Registered Users
http://www.destinatoreurope.com [ http://www.destinator1.com/ ] ,
klik op Community, login en kies FAQ.
Als u andere vragen heeft over Destinator OP, neem dan contact op met uw leverancier of met Destinator Technical Support via email op
support@destinatoreurope.com [ support@destinator1.com ] of
tel. +49 (0) 1805 12 30 12 [905-764-7611].
1.4 Van start gaan
In uw M0 apparaat is de Destinator OP toepassing al geïnstalleerd. Zet het M0 apparaat aan en druk in het hoofd M0
scherm op om Destinator OP te starten.
Zie voor informatie over het wijzigen van de M0 apparaatinstellingen bijlage D – M0 Instellingen.
online op
17
2.1 Inleiding
2
Een Route Aangeven
Dit hoofdstuk helpt u een route vast te stellen en te plannen. U kunt een bestemming kiezen, het beginpunt instellen of een reis plannen. De in echte tijd berekende route komt van uw actuele GPS-positie.
Er zijn een aantal manieren om uw bestemming te bepalen
met behulp van de Menubutton ( ingeven:
Een adres
Een kruising
Een postcode
Een POI (Punt van Interesse)
Een adres in Favorieten
Een adres in Historie
). U kunt het volgende
18
2.2 Kaart Omschrijving
Er zijn diverse buttons en iconen op het kaartscherm die gebruikt worden om een route the plannen en te bekijken.
Rijrichtingbutton
Zichtkeuzebutton
Kompasbutton
Menubutton
Routedetailsbutton
GPS-gegenereerde statistiekbutton
Locatie-iconen
Navigatiemodus.
in de Navigatiemodus. Dit is niet uw actuele locatie, omdat er op dat moment geen geldige GPS-informatie is.
Exitbutton
Actuele locatie
Zoomscrollbar
Homebutton
Batterijstatus indicator
GPS statusbutton
Lengteschaalverdeling
Afbeelding 1 - Hoofdkaart
(of in Wandelmodus) toont uw actuele locatie in de
(of in Wandelmodus) toont uw laatst bekende GPS-locatie
(of in de Wandelmodus) toont het Beginpunt in de
Planmodus.
Zie Paragraaf 4.7 Route-instellingen
voor omschrijvingen van Navigatiemodus en Planmodus.
Dynamische cursor
19
De schermcursor van Destinator OP verandert automatisch van uiterlijk, zodat u op de hoogte wordt gesteld van verschillende belangrijke navigatie-omstandigheden.
x De cursor geeft aan of u zich in de Auto- of
Voetgangersmodus bevindt
x De cursor geeft aan of u met hoge of met lage snelheid rijdt.
De cursor wordt langwerpig bij hogere snelheden en breder bij lagere snelheden.
x De cursor heeft een schaduw die de positie van de zon
aangeeft. Dit is in het bijzonder belangrijk als u Destinator OP in de Voetgangersmodus gebruikt. Door uzelf zo op te stellen dat de schaduw die u werpt dezelfde stand heeft als de schaduw op het scherm, weet u zeker dat u in de juiste richting loopt.
x De cursorschaduw verdwijnt als u ’s nachts rijdt.
Buttons Kaartscherm
Switcht tussen Turn by Turn details en een complete lijst
Rijrichtingen.
Wisselt tussen 2D-, 2D Nacht-, 3D- en 3D-Nachtzicht. Het
icoon geeft het volgende zicht aan dat getoond gaat worden.
Toont de magnetische richting terwijl u beweegt.
Hiermee kunt u uw route vaststellen en plannen via het Bestemmingsmenu. Hiermee heeft u toegang tot het Optiemenu en het Instellingenmenu. Geeft aan of u in Voertuigmodus
(
) of in Wandelmodus ( ) bent. U kunt van modus
veranderen door de button een aantal seconden ingedrukt te
houden of door het Optiemenu te openen en op
of
te drukken. In de Wandelmodus is de
navigatieradius beperkt tot 10 kilometer (6 mijl).
20
Geeft details over uw route, zoals ETA, ETR en de afstand
tot uw bestemming.
Toont GPS–gegenereerde informatie, zoals UTM (Universal Transverse Mercator), geografische positie, huidige locatie, hoogte en snelheid. Het icoon geeft het volgende zicht aan dat getoond gaat worden.
Toont de GPS-status, zoals informatie over uw satellietfix en de breedte, lengte en hoogte van uw positie. Het icoon is groen als er een GPS-fix is en rood als er geen GPS-fix is. Zorgt ook voor een verbinding met het GPS-Instellingenscherm.
Toont de batterijstatus. Als de batterij bijna leeg is, verschijnt
er een mededelingenvenster.
Berekent een route naar een vooringesteld POI of adres.
Hiermee kunt u de Destinator OP applicatie verlaten.
Menu Button
Deze button heeft twee functies: Voertuigmodus (
Wandelmodus (
). U kunt wisselen tussen deze twee modi
) en
door de button een aantal seconden ingedrukt te houden. In de Wandelmodus is de navigatieradius beperkt tot 10 kilometer (6 mijl). Druk op de Menubutton om het Bestemmingsmenu te openen.
Door op de
en buttons te drukken aan de onderkant van het scherm kunt u heen en weer switchen tussen het Bestemmingsmenu, het Optiemenu en het Instellingenmenu zoals te zien in Afbeelding 2.
21
Afbeelding 2 - Menustructuur
2.3 Het Bestemmingsmenu
1. Druk in het kaartscherm op de button om het Bestemmingsmenu te openen.
2. U kunt uw bestemming kiezen uit de volgende opties: x Adressenlijst
22
x Lijst Punten van Interesse (POI) x Favorietenlijst x Historielijst
3. De route wordt vanuit uw actuele positie berekend en als een blauwe lijn weergegeven. De groene driehoek
stelt uw Beginpunt voor (of vertrekpunt).
Begin
Route
Afbeelding 3 - Hoofdkaartscherm
2.4 De Route Naar Een Adres (of Kruispunt) Plannen
Als u de route naar een adres plant, zijn er diverse manieren om uw bestemming aan te geveen. U kunt de route naar een bestemming aangeven door een adres te kiezen, een postcode of een kruising.
Via het navigeren over verschillende regio’s kunt u een route rijden die zich over meer dan één regio op hetzelfde continent uitstrekt zonder van kaart te hoeven wisselen. Dit is alleen mogelijk als u de volgende kaarten heeft
23
geïnstalleerd: de kaart van uw vertrekpunt, de kaart van uw bestemming en een kaart van de belangrijkste wegen voor dat continent (bijv. belangrijkste wegen van Europe). Als de mogelijkheid over verschillende regio’s te rijden beschikbaar is, kunt u op Regio drukken voor een lijst van de geïnstalleerde kaarten en de kaart kiezen voor uw bestemming. Destinator OP verandert automatisch van kaart als u over verschillende regio’s rijdt en toont u de route op hetzelfde niveau onder het rijden. U hoeft tijdens de route niet van kaart te wisselen.
Afbeelding 4 - Scherm Adres Zoeken
De standaardvolgorde voor het invoeren van uw bestemming is Plaats -> Straat -> Nummer, maar door te
klikken op de
button kunt u door de verschillende
manieren om uw adres aan te geven lopen.
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Plaats,
dan de Straat en dan het Nummer in te geven.
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Straat,
dan de Plaats en dan het Nummer in te geven.
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Straat,
dan de Postcode en dan het Nummer in te geven.
Hiermee kunt u een kruising ingeven door eerst de Plaats, dan de Straat en dan de kruisende Straat in te geven.
24
Hier kunt u een adres zoeken door eerst de Postcode, dan de Straat en dan het Nummer in te geven.
Bijvoorbeeld om naar een adres te gaan door de Plaats -> Straat -> Nummer zoekvolgorde te gebruiken:
1. Druk op Regio als u een route wilt plannen over diverse kaarten. Markeer uw keuze in de lijst van geïnstalleerde kaarten. (Als slechts één kaart is geïnstalleerd, krijgt u de Regio-optie niet te zien.)
2. Druk op Plaats en gebruik het toetsenbord om de eerste paar letters van de naam van de stad in the geven. U kunt ook uw toetsenbord van hoofdletters
op gewone letters zetten door te drukken op de button.
3. Druk op Straat om een lijst van straatnamen te krijgen voor de geselecteerde stad. Kies de straatnaam door de eerste paar letters in te voeren of door door de lijst heen te scrollen (bijv.: Birch, Ave).
4. Van niet alle steden zijn de straten opgenomen De software toont in die gevallen Straatgegevens niet gevonden. U kunt nog steeds de route naar de geselecteerde stad ingeven.
5. Druk op Nummer en geef het nummer in door het toetsenbord te gebruiken.
6. Als u uw bestemming heeft ingegeven, zijn er diverse opties beschikbaar op de toolbar aan de bovenkant van het scherm.
Berekent en toont uw route die als een
blauwe lijn op de kaart verschijnt.
Toont de bestemming op de kaart en geeft
de details ervan.
25
aan uw Favorietenmap of als uw Beginpunt instellen.
Hiermee kunt u uw bestemming toevoegen
Onder het rijden geeft Destinator OP uw met turn-by-turn mondelinge en visuele aanwijzingen door u te laten weten wanneer de volgende afslag komt tot u op uw bestemming aankomt.
Als u de volledige naam van een stad of straat niet weet, typt u een deel van de naam in en drukt u op de
button. Hiermee verschijnt een
lijst met alle namen die de door u ingetypte volgorde bevatten.
Klik voor meer informatie over een Stad, Straat of Nummer op voor details over de locatie, zoals stads-, straatnaam, en lengte- en breedtecoördinaten.
N.B.: Het kan zijn dat sommige kleinere (sub)gemeentes geen straatgegevens bevatten. Kies in die gevallen de grotere (overkoepelende) gemeente tussen haakjes voor het zoeken naar die straten. Of u kunt de zoekvolgorde veranderen in Straat>Stad of Postcode>Straat om straatgegevens te vinden voor de kleinere gemeente.
2.5 Een Route Plannen Naar Een Point van Interesse (POI)
De lijst Punten van Interesse (POI) is een verzameling bestemmingen van mogelijke interesse in voorgedefinieerde categorieën. POI’s worden op de kaart met verschillende
iconen aangegeven (bijv: Restaurants). POI-navigatie is in het bijzonder handig als u een gebouw, attractie of voorziening moet vinden op categorie of soort. U kunt bijvoorbeeld Destinator OP vragen u naar d dichtstbijzijnde bank, winkelcentrum, hotel, restaurant, benzinestation, etc. te brengen
26
Loading...
+ 58 hidden pages