voor de s88-terugmeldbus
uit de Digital-Profi-Serie !
RM-GB-8-N-B Art.-Nr.: 320101
>> Bouwpakket <<
⇒bewaakt 8 baanvakken
(stroomgevoeligheid van 0,001[1mA] tot 3 Ampère).
⇒geïntegreerde spanningsmonitor
(geen valse vrijmelding bij spanningsuitval).
⇒optokoppler-scheiding
(van railspanning en terugmeldbus).
⇒voor s88-standaardverbindingen en s88-N
(met 6-polige s88-stiftenlijsten en RJ-45 stekkerbussen).
⇒geschikt o.a. voor de digitaalbesturingen:
Märklin-Digital~/=, Central Station 1 en 2, Intellibox ,TWIN-
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
CENTER, HSI-88(-USB), EasyControl, ECoS, DiCoStation.
CE Art.-Nr.:
1370369
Voorwoord:
U heeft voor uw modelspoorbaan de 8-voudige
terugmeldmodule RM-GB-8-N uit het assortiment van
Littfinski DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
Wij wensen u veel plezier met dit product.
Terugmeldmodules RM-GB-8-N uit de Digital-Profi-Serie
kunnen probleemloos op uw digitale modelbaan worden
gebruikt.
De RM-GB-8-N is geschikt voor alle digitaal aangestuurde
modelbanen, die de s88 terugmeldbus ondersteunen.
s88-N
Voordat u begint:
Gereedschap voor montage
Leg de volgende gereedschappen klaar voor gebruik:
• een kleine zijkniptang
• een lichte soldeerbout met een dunne soldeerpunt
• soldeertin (zo mogelijk 0,5mm)
Veiligheidsaanwijzingen
• De in het bouwpakket aanwezige elektrische en elektronische
onderdelen mogen alleen aan een lage spanning uit geteste
en toegelaten spanningsomzetters (transformatoren)
aangesloten worden. De onderdelen zijn gevoelig voor
oververhitting, zij mogen bij het solderen slechts kort
verwarmd worden. Geen „bakwerk“!
• Soldeerbouten ontwikkelen een temperatuur tot 400°C. Laat
deze nooit zonder toezicht achter. Houd ruime afstand van
brandbare materialen en gebruik een tegen hitte bestendige
ondergrond.
• Dit bouwpakket bevat kleine onderdelen, die door kinderen
ingeslikt kunnen worden. Laat kinderen (onder de 3 jaar)
uitsluitend onder toezicht mee knutselen.
Opbouwen:
Ga bij de montage a.u.b. in de juiste volgorde te werk, zoals
aangegeven in de onderdelenlijst. Vink elke stap af in de
desbetreffende regel (Ok.) van de onderdelenlijst, nadat u deze
heeft beëindigd.
Bij diodes dient erop gelet te worden, dat deze op de juiste
wijze (polariteit) worden ingebouwd. De plaats van de kathode
(herkenbaar aan zwarte streep) bepaalt de polariteit.
Afhankelijk van de fabrikant worden electrolytische condensatoren van verschillende polariteitskenmerken
voorzien. Sommige fabrikanten markeren een aansluiting met
“+”, anderen echter met “-”. Bepalend is de
polariteitsaanduiding, die door de fabrikant op de elco is
afgebeeld. Deze moet met de opdruk op de printplaat
overeenkomen.
Geïntegreerde schakelingen (IC´s) bezitten als kenmerk voor
de juiste inbouw aan beide voorzijden een halfronde verdieping
of een punt (als verdieping of als opdruk). Steek de onderdelen
zodanig in de daarvoor bestemde IC-voetjes, dat de verdieping
resp. de punt overeenstemt met het halfronde kenmerk van de
printplaatopdruk.
Let er bovendien op, dat IC’s zeer gevoelig zijn voor
elektrostatischeontladingen en daardoor vernield kunnen
worden. Beroer alvorens deze onderdelen aan te raken een
geaard metaaloppervlak (bijv. verwarming) of werk op een
elektrostatische beschermmat.
Steek de 3-polige en de 2-polige klemmen voor de inbouw
samen tot één blok met 14 aansluitingen.
Plak de beide stickers op de RJ-45 stekkerbussen, om
uitgangsstekkerbus BU1 (kabel in de richting v/d centrale) en
BU2 (kabel van de volgende terugmelder) aan te duiden.
94IC-voetjes 16-poligIC2,3,5,6
101IC-voet 8-poligIC4
113Condensatoren 100nF 100nF = 104C1 ... C3
121Kristal 2MHzCR1
131Elco 22uF/25VLet op de polariteit!C4
142Stiftenlijsten 6-poligST1, ST2
1532Dioden BY251Let op de polariteit!D1 ... D32
166Klemmen 3-poligSamenstellen voor montage KL1..6
171Klem 2-poligSamenstell. met KL1 t/m 6 KL7
182RJ45 stekkerbussenBU1, BU2
191IC: Z86E0412PSGLet op de polariteit!IC1
201IC: 4052Let op de polariteit!IC2
211IC: 4014Let op de polariteit!IC3
221IC:LTV824Let op de polariteit!IC4
232IC:LTV844Let op de polariteit!IC5, IC6
Aansluitende controle
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/2015 by LDT
Märklin en Arnold zijn geregistreerde handelsmerken.
Vertaling: 03/2009 – Jaap Kramer
s88-N
Made in Europe by
Tel.: 04122 / 977 381
Fax: 04122 / 977 382
IN
Kleiner Ring 9
D-25492 Heist
Soldeerhandleiding:
Als u nog niet veel ervaring met solderen hebt, is het verstandig eerst deze
soldeeraanwijzing aandachtig te lezen, voordat u de soldeerbout ter hand
neemt. Want goed solderen dient geleerd te worden door oefening.
1. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeervloeistof en/of pasta. Deze bevatten een zuur, dat onderdelen
en printsporen kan beschadigen.
2. Als soldeermateriaal mag alleen elektronica tin SN 60 Pb (dit betekent
60% tin, 40% lood) met een weinig harskern gebruikt worden, dat
gelijktijdig als vloeimiddel dient.
3. Gebruik een kleine soldeerbout met een vermogen van maximaal 30
Watt. De punt van de soldeerbout moet vrij van bramen en vuil zijn,
zodat de warmte goed kan worden overgedragen. Dit betekent, dat de
warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaats moet
worden geleid.
4. De soldeerverbinding zelft dient vlot uitgevoerd te worden, omdat door
een te lange verwarming onderdelen beschadigd kunnen worden.
Tevens kan dit leiden tot het loslaten van soldeereilandjes of
printsporen.
5. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt zo op de te
solderen plaats gehouden, dat gelijktijdig de aansluitdraad v/h
onderdeel en het printspoor geraakt worden. Tegelijk wordt, (niet
teveel) soldeertin toegevoerd, wat tevens verwarmd wordt. Zodra het
soldeertin begint te vloeien, neemt u het weg van de soldeerplaats.
Dan wacht u nog een ogenblik, tot het achtergebleven soldeertin goed
gevloeid heeft, waarna u de soldeerbout terugneemt van de
soldeerplaats.
6. Let erop, dat het zojuist gesoldeerde onderdeel, nadat u de
soldeerbout heeft weggenomen, ca. 5 seconden niet bewogen wordt.
Het resultaat zou een glanzende zilverkleurige, onberispelijke
soldeerverbinding moeten zijn.
7. Voorwaarden voor een onberispelijke soldeerverbinding en goed
solderen zijn een schone en niet geoxydeerde soldeerboutpunt. Want
met een vervuilde soldeerboutpunt is het absoluut onmogelijk, goed te
solderen. Neem daartoe na elke soldeerverbinding het overtollige tin en
vuil weg van de soldeerboutpunt, met een vochtig sponsje of met een
in siliconen gedompeld doekje.
8. Na het solderen worden de aansluitdraden kort boven de
soldeerverbinding afgeknipt met een zijkniptang.
9. Bij het insolderen van halfgeleiders, (transistoren, dioden), LED’s en
IC’s is het van belang, dat een soldeertijd van 5 seconden niet
overschreden wordt, omdat anders het onderdeel beschadigd kan
worden. Bovendien moet bij deze onderdelen op de juiste polariteit
worden gelet.
10. Controleer na het opbouwen van iedere printplaat nog eenmaal
grondig, of alle onderdelen juist geplaatst en gepoold zijn. Controleer
ook of de verschillende aansluitingen en/of printsporen niet door
tinresten overbrugd zijn. Dit kan niet alleen de oorzaak zijn van
verkeerd functioneren, maar ook leiden tot beschadiging van dure
onderdelen.
11. Let er a.u.b. op, dat ondeskundige soldeerverbindingen, foutieve
aansluitingen, foutieve bediening en assemblagefouten buiten het
bereik van onze invloed liggen.
Algemene bouwaanwijzingen:
De aansluitingen van weerstanden en dioden worden bij liggende inbouw
overeenkomstig de rastermaat haaks omgebogen en in de daarvoor
bestemde gaatjes (zie: onderdelenlijst of de printopdruk) gestoken. Om te
voorkomen dat onderdelen uit de print vallen nadat deze wordt omgedraaid,
buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar en worden deze zorgvuldig
gesoldeerd op de soldeereilandjes v/d printsporen aan de soldeerzijde van
de printplaat. Aansluitend worden de aansluitdraden kort boven de
soldeerverbinding met een zijkniptang afgeknipt.
De in dit bouwpakket gebruikte weerstanden zijn metaalfilm-weerstanden.
Deze hebben een tolerantie van 1% en zijn door een (extra) bruine
„tolerantiering“ gekenmerkt. De tolerantiering is naast de bruine kleur ook
herkenbaar, omdat de afstand tot de rand v/h onderdeel, c.q. de afstand tot
de andere vier ringen groter is. Metaalfilm-weerstanden hebben normaal
gesproken vijf kleurringen. Voor het aflezen van de kleurcodes wordt de
weerstand zodanig gehouden, dat de bruine tolerantiering zich aan de
rechterzijde van de weerstand bevindt. De kleurringen worden dan van
links naar rechts gelezen!
Bij diodes dient u erop te letten, dat deze juist gepoold ingesoldeerd
worden, (positie v/d kathodestreep). Bij het solderen letten op een korte
soldeertijd! Ditzelfde geldt ook voor transistoren en geïntegreerde
schakelingen (IC’s). Bij transistoren moet de afgevlakte zijde
overeenkomen met de betreffende opdruk op de printplaat.
De aansluitingen mogen in geen geval kruisen, bovendien moeten deze
onderdelen op een afstand van ca. 5mm boven de printplaat gemonteerd
worden. Let ook hier op een korte soldeertijd, zodat het onderdeel niet
door oververhitting beschadigd wordt.
Condensatoren worden ook in de daarvoor bestemde gekenmerkte gaatjes
geplaatst, waarbij de aansluitdraden iets uitelkaar worden gebogen waarna
deze goed aan de printsporen worden gesoldeerd. Bij de elektrolyt
condensatoren (elco’s) moet op de polariteit (+,-) worden gelet! Verkeerd om ingesoldeerde elco’s kunnen bij bedrijf exploderen! Daarom is het
bijzonder belangrijk, deze polarisatie twee- of driemaal te controleren. Let
ook op de capaciteit van condensatoren, bijv. n10 = 100pF (niet 10nF).
De mogelijkheid dat na samenbouw iets niet functioneert, kan beperkt
worden door nauwkeurig en netjes te werken. Controleer elke stap en elke
soldeerverbinding tweemaal, alvorens verder te gaan! Houdt u aan de
volgorde van de onderdelenlijst! Voer de daarin beschreven stappen niet
anders uit en sla geen stappen over! Vink na controle elke stap af.
Neem in ieder geval de tijd: knutselen is geen aangenomen werk, want de
hier besteedde tijd is korter, dan die wanneer naar fouten gezocht moeten
worden.
In gebruik nemen:
De IC-voetjes en geïntegreerde schakelingen (IC’s) zijn in het bouwpakket
voor een veilig transport op een stukje geleidend MOS-schuim gestoken.
Dit schuim mag nooit onder of tussen de electronische componenten
gebruikt worden, omdat dit elektrisch geleidend is.
Wordt het bouwpakket rustend op dit schuim in bedrijf genomen, dan kan
dit door kortsluiting in de geleidende onderlaag (contact tussen de
printsporen en het schuim) beschadigd worden. In ieder geval zal het
bouwpakket dan niet functioneren zoals gewenst wordt.
Garantie:
Omdat wij geen invloed hebben op een juiste en vakkundige opbouw,
kunnen wij vanzelfsprekend bij bouwpakketten alleen de garantie van
volledigheid en een correcte werking van de onderdelen geven.
Gegarandeert wordt de juiste werking van de onderdelen in niet
ingebouwde toestand en de inhoud van de technische specificaties
overeenkomend met de soldeeraanwijzingen, een juiste verwerking en
voorgeschreven inbedrijfsname c.q. aansluiting en bedieningswijze.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten.
Wij dragen geen enkele garantie of welke aansprakelijkheid dan ook voor
schades of uit dit product voortkomende schades.
Wij behouden ons het recht voor van reparatie, verbetering(en), levering
van reserve onderdelen of de teruggave van het aankoopbedrag.
Bij de volgende criteria volgt géén reparatie c.q. vervalt het recht op enige
aanspraak op garantie:
• indien bij het solderen zuur bevattend soldeertin, soldeervet of een zuur
bevattend vloeimiddel e.d. gebruikt werd
• indien het bouwpakket ondeskundig gesoldeerd en/of geassembleerd
werd
• bij wijzigingen en reparatiepogingen aan de schakeling
• bij eigenmachtige wijziging van de schakeling
• bij de constructie niet voorziene, ondeskundige plaatsing van
onderdelen, draadrestanten van onderdelen etc.
• gebruik van andere, niet originele tot het bouwpakket behorende
onderdelen
• bij beschadiging van printsporen of soldeereilandjes
• bij foutieve assemblage van de printplaat en daaruit voortkomende volg
schades
• bij overbelasting van een onderdeel
• bij schade door toedoen van vreemde personen
• bij schade door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing c.q. het
aansluitschema
• bij aansluiting op een verkeerde spanning c.q. stroomsoort
• bij verkeerde polariteit van een onderdeel
• bij foutieve bediening of schades door onoordeelkundig gebruik of
misbruik
• bij defecten, die door overbrugging van zekeringen of door gebruik van
de verkeerde zekeringen ontstaan.
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 05/2013 by LDT
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Gebruiksaanwijzing
Terugmeldmodule
met geïntegreerde
Spoorbezetmelders (8-voudig)
voor de s88-terugmeldbus
uit de Digital-Profi-Serie !
RM-GB-8-N-F Art.-Nr.: 320102
>> Gebouwde module <<
⇒bewaakt 8 baanvakken
(stroomgevoeligheid van 0,001[1mA] tot 3 Ampère).
⇒geïntegreerde spanningsmonitor
(geen valse vrijmelding bij spanningsuitval).
⇒optokoppler-scheiding
(van railspanning en terugmeldbus).
⇒voor s88-standaardverbindingen en s88-N
(met 6-polige s88-stiftenlijsten en RJ-45 stekkerbussen).
⇒geschikt o.a. voor de digitaalbesturingen:
Märklin-Digital~/=, Central Station 1 en 2, Intellibox ,TWIN-
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
CENTER, HSI-88(-USB), EasyControl, ECoS, DiCoStation.
CE Art.-Nr.:
1370370
Voorwoord / veiligheidsaanwijzingen:
U heeft voor uw modelspoorbaan de 8-voudige terugmeldmodule RM-GB-8-N met geïntegreerde spoorbezetmelders uit
het assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT)
aangeschaft.
Wij wensen u veel plezier met dit product.
U krijgt op de gebouwde modules 24 maanden garantie.
• Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bij schade
• Belangrijk: Voer alle aansluitwerkzaamheden uit bij
Algemene beschrijving van de werking:
De terugmeldmodule RM-GB-8-N vat de functies
spoorbezetmelding en terugmelding samen. De 8
spoorbezetmelders werken op basis van stroomdetectie.
Bevindt zich in het aangesloten baanvak (blok) een
stroomverbruiker, die tenminste 0,001 Ampere (1mA) vraagt,
dan wordt dit baanvak bezet gemeld.
Locdecoders, rijtuigverlichting of van weerstandslak voorziene
wagenassen zijn elektrische verbruikers, die als zodanig een
bezetmelding teweeg kunnen brengen.
De maximale railstroom mag per uitgang 3 Ampère
bedragen. Een piekstroom van 7 Ampère is kortstondig
toelaatbaar. Daarna moet de voedende booster de
overbelasting resp. de kortsluiting herkennen en
afschakelen.
Multi-Digital
die ontstaat door het niet opvolgen van de
gebruiksaanwijzing, vervalt de aanspraak op garantie. Voor
latere schades die daaruit voortkomen, zijn wij niet
verantwoordelijk.
uitgeschakelde digitale baan, door de (netstekker van de
transformator uit de contactdoos te trekken resp. over
een meervoudige stekkerdoos gemeenschappelijk
afschakelen).
s88-N
s88-N
OUTIN
s88-N
De railspanning en de terugmeldbus zijn galvanisch d.m.v.
optokopplers van elkaar gescheiden. Daardoor kan de
baanstroom door allerlei soorten transformatoren geleverd
worden, zonder gevaar voor de besturingsapparatuur.
Bij modulaire opbouw van spoorbezetmelders en
terugmelddecoders ontstaat een hinderlijk probleem n.l.:
indien er geen spanning aan de rails ligt, melden alle
stroomvoelers de toestand „niet bezet“, omdat op grond van
de ontbrekende spanning geen stroom kan vloeien. Er zijn
spoorbezetmelders, die op grond hiervan met een
hulpspanning werken; deze hulpspanning kan echter de juiste
werking v/d locdecoder verstoren en is daardoor geen
bruikbare oplossing.
Omdat de terugmeldmodule RM-GB-8-N intelligentie aan
boord heeft (microprocessor Z86... [IC1]), hebben wij een
oplossing genaamd spanningsmonitor geïntegreerd. Zodat
bij het wegvallen van de spanning of kortsluiting geen foutieve
vrijmeldingen over de terugmeldbus van de centrale resp. PC
uitgegeven kunnen worden, worden de bezettoestanden voor
de duur van de spanningsonderbreking „bevroren“. Zodra er
weer spanning op de rails staat, worden weer actuele
bezetmeldingen over de terugmeldbus uitgegeven.
De terugmeldmodules RM-GB-8-N zijn geschikt voor
decentraleinbouw onder de spoorbaan en zijn daarvoor
voorzien van vier bevestigingsgaten. Geschikt
montagemateriaal (passende kunststofafstandsbusjes en
houtschroeven) zijn bij ons onder de artikelomschrijving
MON-SET verkrijgbaar.
RM-GB-8-N op digitaalcentrales resp.
Interfaces aansluiten:
Bij de Märklin INTERFACE, Central Station 1 en 2,
Intellibox, TWIN-CENTER, EasyControl, ECoS, HSI-88(USB) en DiCoStation kunnen de bezetmeldingen van ten
hoogste 62 modules worden verwerkt.
Aan iedere Märklin MEMORY kunnen ten hoogste 6
terugmeldmodules RM-GB-8-N worden aangesloten.
De bedrijfsstroom van alle terugmeldmodules wordt
onttrokken uit de s88-terugmeldbus. Dit geldt zowel voor
s88-standaard terugmeldmodules, als voor de RM-GB-8-N
terugmeldmodules. Het stroomverbruik van standaard
terugmeldmodules is te verwaarlozen en het stroomverbruik
van de module RM-GB-8-N met 0,003A (3mA) is eveneens
zeer gering.
De s88-terugmeldbus van digitaalcentrales en Interfaces
kan meestal met ten hoogste 0,5A worden belast. Zelfs bij het
gebruik van maximaal 62 terugmeldmodules RM-GB-8-N
wordt de bus maar met 62 * 0,003A = 0,186A belast.
Wanneer u uw modelbaan met RM-GB-8-N terugmeldmodules
wilt uitbreiden, dan kunt u deze naar behoefte met onze
terugmeldmodules RM-DEC-88(-Opto) en RM-88-N(-Opto)
resp. s88-terugmeldmodules van andere fabrikanten
combineren.
Het adres van de terugmeldmodule wordt bepaald door de
volgorde, waarin deze op de digitaalcentrale resp. de
Interface zijn aangesloten. De terugmeldmodule, die direct
met de centrale is verbonden, heeft dus altijd het adres 1.
Meer details hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw
digitaalcentrale of Interface.
De terugmeldmodule RM-GB-8-N stelt naast twee 6-polige
stiftenlijsten voor de s88-standaardverbinding ook twee
RJ-45 stekkerbussen voor een busverbinding conform
s88-N
ter beschikking.
De stiftenlijsten en stekkerbussen zijn bij de RM-GB-8-N
met OUT en INaangeduid.
OUT staat voor de verbinding in de richting van de
digitaalcentrale resp. Interface en IN voor de verbinding
naar de volgende daarachter liggende terugmeldmodule in
de s88-buslijn.
Digitaalcentrales en Interfaces zijn altijd met een s88ingang voor een s88-standaardverbinding uitgerust.
Voor de s88-standaardverbinding hebben wij storingsarme
getwiste s88-buskabels in het assortiment, die zijn voorzien
van originele s88-busstekkers.
De stekkers van de s88-buskabel zijn correct op de 6-polige
stiftenlijsten van de RM-GB-8-N opgestoken, wanneer de
witte ader met de witte markering, die naast de stiftenlijst
op de printplaat is opgedrukt, overeenstemt. De kabel moet
daarbij direct van de terugmeldmodule weglopen. Let er
bovendien op, dat de stekker niet verschoven op de 6polige stiftenlijst wordt gestoken.
Voor een s88-busverbinding conform
s88-N
bieden wij
afgeschermde blauwe patchkabels met RJ-45 stekkers aan.
Let op: Digitaalcentrales met een PC-netwerkaansluiting
(bijv. Central Station 1 en 2 alsmede de ECoS) beschikken
eveneens over een RJ-45 stekkerbus.
Van RJ-45 netwerkstekkerbussen mag geen verbinding
met de RM-88-N worden gemaakt!
De RM-GB-8-N mag alleen met een voedingsspanning van
+5V worden gebruikt. Deze voedingsspanning wordt
automatisch door uw digitaalcentrale of uw HSI-88(-USB) over
de s88-terugmeldbus geleverd.
Baanvakken (blokken) aansluiten:
De volgende afbeelding verduidelijkt, hoe de terugmeldmodule
RM-GB-8-N moet worden bedraad.
Normalgleis
Standard track
Überwachte Gleisbereiche
Monitored areas
IN1IN2
76543218
RM-GB-8-N
Digitalstrom von
Digitalzentraler
oder Booster
Digital current from
command station
or booster
s88-N
OUTIN
Richtung
Digitalzentrale
Direktion to
command station
s88-N
Von weiteren
Rückmeldemodulen
From further
feedback modules
Over de ingangenIN1 en IN2 wordt de RM-GB-8-N gevoed
met digitaalstroom. IN1 voedt de uitgangen 1 t/m 4 en IN2 de
uitgangen 5 t/m 8.
De beide ingangen IN1 en IN2 zijn elektrisch volledig van
elkaar gescheiden, zodat IN1 bijvoorbeeld door de
digitaalcentrale (besturingseenheid) en IN2 door een booster
kan worden gevoed. Voor een correcte terugmelding is het
belangrijk, dat de beide ingangen (IN1 en IN2) altijd met
digitaalstroom worden gevoed.
Bij het aansluiten van een besturingseenheid of booster aan
IN1 resp. IN2, sluit u de digitaalstroomdraad, die de
doorgaande spoorstaaf voedt, aan de klem met de witte
doorgetrokken lijn.
Met de uitsgangsklemmen 1 t/m 8 worden de geïsoleerde
baanvakken/blokken verbonden, die bewaakt moeten
worden. Zoals in de afbeelding is aangegeven, volstaat het om
één spoorstaaf te isoleren. De met de onderbroken lijn
aangeduide klem wordt daarbij met het te bewaken baanvak/blok verbonden. Gedetailleerde aansluitvoorbeelden
voor de verschillende toepassingen vindt u op onze web-site
(www.ldt-infocenter.com) in de rubriek „Downloads“.
Om te voorkomen dat het tussen onderlinge baanvakken niet
tot kortsluiting komt, wanneer deze door een treinstel bereden
worden, dient steeds gelet te worden op dezelfde
aansluitvolgorde.
Zou het bij het overrijden van een baanvakovergang tot
kortsluiting komen, (centrale komt in „nood-UIT“), controleer
dan de bedrading en verwissel de draden van het bewaakte
baanvak/blok in de betreffende klemmen.
Ontstoringscondensatoren kunnen tot foutieve
bezetmeldingen leiden en behoren in principe niet voor te
komen in de te bewaken baanvakken/blokken.
Wanneer u de assen van een treinstel van weerstandslak
voorziet voor railbezetherkenning, dan dient u de
weerstandswaarde mbv. een multimeter na te meten.
Ligt de weerstandswaarde in het bereik van 5KOhm tot
10KOhm, dan wordt deze door de spoorbezetmelder van de
terugmeldmodule RM-GB-8-N zeker herkent.
In de handel gebruikelijke ‚weerstands‘ assen met een
weerstandswaarde van 18KOhm worden nog net herkent, als
de spoorstaven schoon zijn en de wagon goed op de rails
staat. In dit geval is het beter om twee assen van het treinstel
van weerstandsassen te voorzien. De weerstandswaarde van
de gezamenlijke wagenassen bedraagt dan ca. 9KOhm, die
ook bij een lichte vervuiling van de spoorstaven nog tot een
zekere herkenning leidt.
Toebehoren:
Voor montage van de RM-GB-8-N-F onder uw spoortafel, leveren wij
onder de bestelcode MON-SET montagemateriaal en onder de
bestelcode LDT-02 een passende behuizing.
Probleemoplossingen:
Wat te doen, als iets niet functioneert zoals beschreven is?
Indien u de module als bouwpakket heeft gekocht, dient u
allereerst grondig de plaatsing van de onderdelen en de
individuele soldeerplaatsen kritisch te controleren.
Belangrijk: De ingangen (IN1 en IN2) moeten altijd beiden
met digitaalstroom worden gevoed. Test vervolgens de
individuele bezetmeldingen, voordat u deze op het
baanvak/blok aansluit. Daartoe kunt u met een weerstand (van
een paar honderd Ohm) de bezettoestanden aan de individuele
klemmen simuleren. Zonder weerstand zou de ingang als vrij,
en met weerstand als bezet op de centrale of PC moeten
worden getoond. Made in Europe by
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Tel.: 04122 / 977 381 Fax: 04122 / 977 382
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/2015 by LDT
Märklin en Motorola zijn geregistreerde handelsmerken.
Vertaling: 12/2012 – Jaap Kramer
Kleiner Ring 9
D-25492 Heist
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.