Littfinski DatenTechnik (LDT)
Lichtsein-Decoder
voor met LED’s uitgevoerde lichtseinen
uit de Digital-Profi-Serie !
LS-DEC-DB-F Art.-Nr.: 512012
Geschikt voor de digitaalsystemen:
Märklin-Motorola en DCC
Voor het direct digitaal aansturen van:
⇒ ten hoogste vier 2- of 3-kleurige seinen
⇒ of twee 7-kleurige seinen (hoofd- en voorsein aan één mast)
⇒ voor met LED’s uitgevoerde lichtseinen met
gemeenschappelijke anode of kathode
Natuurgetrouw schakelen v/d seinbeelden door dimfunctie
met een korte donkerfase tussen de seinbeelden.
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaat.
CE Art.-Nr.:
24 00 12
Opdruk:
Gele punt
of DB
Voorwoord / veiligheidsaanwijzingen:
U heeft voor uw modelspoorbaan de lichtsein-decoder LS-DEC-DB uit
het assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT) gebouwd of als
bouwpakket verkregen.
Wij wensen u veel plezier met dit product!
Onze lichtsein-decoder LS-DEC-DB uit de Digital-Profi-Serie kan
probleemloos op uw digitale modelspoorbaan worden ingezet.
M.b.v. een stekkerbrug (jumper) kunt u kiezen, of u de decoder op een
Märklin-Motorola modelspoorbaan of op een digitaalsysteem conform
de DCC standaard wilt aansluiten.
Op de decoder wordt 24 maanden garantie verleend, (geldt uitsluitend
voor gebouwde modules).
• Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bij schades, die door
het niet opvolgen van deze handleiding ontstaan, vervalt de
aanspraak op garantie. Voor schades die daaruit voortkomen, zijn wij
niet verantwoordelijk c.q. aansprakelijk.
Decoder op de digitalebaan aansluiten:
• Belangrijk: Voer alle aansluitwerkzaamheden uit bij een
uitgeschakelde modelbaan, door (transformatoren uit te
schakelen of de netstekker(s) te trekken).
De lichtsein-decoder LS-DEC is geschikt voor het DCC dataformat,
zoals dit bijvoorbeeld in de systemen Lenz-Digital Plus, Roco-Digital
(schakelen mbv. Keyboard of multiMAUS; schakelen m.b.v. Lokmaus
2® en R3® is niet mogelijk), Zimo, LGB-Digital, Intellibox, TWINCENTER, DiCoStation, ECoS, EasyControl, KeyCom-DC en ArnoldDigital / Märklin-Digital= gebruikt wordt, als op positie J2 géén
stekkerbrug (jumper) aangebracht is.
Is de stekkerbrug J2 aangebracht, dan kan de decoder op MärklinDigital~ / Märklin Systems resp. Märklin-Motorola banen (bijv.
Control-Unit, Central Station, Intellibox, DiCoStation, ECoS,
EasyControl, KeyCom-MM) worden ingezet.
De decoder krijgt de digitaalinformatie via de aansluitklemmen KL2.
Voedt u de decoder daarmee via een aansluitrail of beter nog uit een
eigen digitale ringleiding die alle decoders voedt, zodat de decoder
dan storingsvrije data ter beschikking staat.
>> Gebouwde module <<
Let vooral op de kenmerken bij de klemmen KL2.
De naast de klemmen staande kleuraanduidingen 'rood' en 'bruin' zijn
bij Märklin-Motorola modelbanen (Märklin-Digital~ / Märklin
Systems/ Intellibox / DiCoStation / ECoS / EasyControl) gebruikelijk.
Bij Lenz-digitaalsystemen worden de letters 'J' en 'K' gebruikt.
Als u de decoder op een Arnold-Digital (oud-) resp. Märklin-Digital=
modelbaan gebruikt, verbindt u 'zwart' met 'K' en 'rood' met 'J'.
De decoder krijgt zijn voedingsspanning via de twee-polige
aansluitklemmen KL1. De spanning moet in het bereik van 14..18V~
liggen, (wisselspanninguitgang van een modelspoor transformator).
Als u de decoder LS-DEC niet afzonderlijk uit een transformator
voedt, kunt u met twee draden de klemmen KL1 en KL2
doorverbinden. De decoder wordt dan volledig uit de digitale
stroomvoorziening gevoed.
Seinen aansluiten:
Algemeen:
Aan de lichtsein-decoder LS-DEC kunnen ten hoogste 4 seinen
aangesloten worden. Twee seinen per 11-polige klemmenstrook.
De beide klemmenstroken zijn identiek opgebouwd. De hierna volgende
beschrijvingen hebben voortdurend betrekking op slechts één
klemmenstrook. Zoals aan de identieke klemaanduidingen te zien is,
geldt dit tevens voor de tweede klemmenstrook.
Gemeenschappelijke aansluiting:
Alle met LED’s uitgevoerde seinen, ongeacht van welke fabrikant, zijn
volgens hetzelfde principe opgebouwd. In principe wordt één van beide
aansluitingen van alle lichtdioden van een sein aan een
gemeenschappelijke draad samengebracht. Al naar gelang, of alle
anoden of alle kathoden samengebracht zijn, spreekt men van seinen
met een gemeenschappelijke anode resp. gemeenschappelijke
kathode.
Gebruikt u seinen met een gemeenschappelijke anode, (bijv. van de
firma’s Viessmann of Alphamodell), dan klemt u de draad aan de met
‚+‘ gekenmerkte aansluiting. Bovendien mag in dit geval de
stekkerbrug (jumper) J1 niet geplaatst zijn. Gaat het om seinen met
een gemeenschappelijke kathode, dan klemt u de
gemeenschappelijke aansluiting aan ‚-‘ en wordt de stekkerbrug
(jumper) J1 wel geplaatst.
De tweede aansluiting van iedere lichtdiode wordt naar buiten gevoerd
en is meestal aan het einde met een kleur gekenmerkt en van een
voorweerstand voorzien.
Voorweerstanden:
Lichtdioden moeten altijd met een geschikte voorweerstand
aangesloten worden, omdat zij anders kapot gaan. Om dit te
voorkomen, zijn voor alle uitgangen reeds voorweerstanden van 330
Ohm op de printplaat van de lichtsein-decoders LS-DEC aanwezig.
Wordt verder geen externe weerstand gebruikt, dan bedraagt de stroom
door de lichtdiode ca. 10mA.
Deze weerstand zorgt voor voldoende helderheid.
Om de afzonderlijke draden van de lichtdioden correct aan de
klemaansluitingen te kunnen toewijzen, gebruikt u daarvoor de
onderstaande seinafbeeldingen. De aanduidingen naast de
lichtdioden van de seinen komen niet overeen met de daadwerkelijke
kleur, maar duiden de aansluiting op de lichtsein-decoder LS-DEC
aan. Als u de toewijzing van de afzonderlijke draden naar de lichtdioden
niet precies kent, kunt u de aansluitdraad bij wijze van test met de
klemmen RT1 of RT2 verbinden. Omdat de decoder na het
inschakelen allereerst alle seinen op rood schakelt, zijn deze
uitgangen actief.
1. Uitrijsein en voorsein:
GN
RT1
WS
RT2
WS
GE1
GN1
GE
GE2
Uitrijsein Voorsein
Hp00 Sh1 Vr0
Stop Rangeren Stop Donkertoets
rond/rood/- rond/rood/- rond/rood/- rond/rood/-
1 2 3 4
recht/groen/+ recht/groen/+ recht/groen/+ recht/groen/+
Rijden Langz. rijden Rijden Langz. rijden
Hp1 Hp2 Vr1 Vr2
GN2
2. Inrij- of bloksein en voorsein:
GN
GE1
GERT1
GNRT1
GE2
Inrij- of bloksein Voorsein
Hp0 Vr0
Stop Stop Donkertoets
rond/rood/- rond/rood/- rond/rood/- rond/rood/-
1 2 3 4
recht/groen/+ recht/groen/+ recht/groen/+ recht/groen/+
Rijden Langz. rijden Rijden Langz. rijden
Hp1 Hp2 Vr1 Vr2
GN1
GN2
3. Spersein en sper- of bloksein:
GN
RT1
GN
Sh0 Hp0
Rangeerstop Stop
rond/rood/- rond/rood/- rond/rood/- rond/rood/-
1 2 3 4
recht/groen/+ recht/groen/+ recht/groen/+ recht/groen/+
Rangeren Rijden
Sh1 Hp1
RT1
GE1
GN1
Spersein Sper- of bloksein
Meer aansluitvoorbeelden vindt u op het Internet op onze website
(www.ldt-infocenter.com) in de rubriek „Aansluitvoorbeelden“. Tevens
vindt u uitgebreide informatie over de lichtsein-decoder
LS-DEC-DB op onze website onder de rubriek „DIGITAL-
KOMPENDIUM“.
GN1
GE1
GE1
GN1
Inleren van het decoderadres:
• Voor het inleren van de decoderadressen moet stekkerbrug J3
aangebracht zijn.
• Schakel de voedingsspanning voor de modelspoorbaan in.
• Druk op programmeertoets S1.
• Ten minste twee lichtdioden van een sein worden aan de linker
klemmenstrook (op deze zijde van de decoder bevindt zich de
programmeertoets S1) automatisch elke 1,5 seconden
omgeschakeld. Dit is het teken, dat de decoder zich in de
leermodus bevindt.
• Druk nu op een van de vier toetsen uit een adresgroep, die u aan
de linker klemmenstrook van de decoder wilt toewijzen. U kunt
voor het inleren van het decoderadres ook een wisselschakelopdracht m.b.v. modelbaansoftware en een Personal
Computer geven.
Opmerking: De decoderadressen voor magneetartikelen,
waarover ook de seinbeelden geschakeld kunnen worden, zijn in
groepen van vier samengesteld. De adressen 1 t/m 4 vormen de
eerste groep, de adressen 5 t/m 8 de tweede enz. Iedere decoder
LS-DEC kan per klemmenstrook naar eigen inzicht aan een groep
toegewezen worden. Op welke van de acht mogelijke toetsen
(rood- of groen) uit een groep u drukt voor het inleren, speelt hierbij
geen rol. De decoder slaat altijd de complete toetsengroep op.
• Heeft de decoder het adres begrepen, dan reageert hij op de
toewijzing door de lichtdioden iets sneller te laten knipperen.
Aansluitend gaan zij weer knipperen in het langzamere tempo van
1,5 seconde.
Ingeval de decoder het adres niet wil inleren, kan dit eventueel
daaraan liggen, dat de beide aansluitingen voor de
digitaalinformatie (KL2) verwisseld zijn. Om dit te testen, schakelt u
de baanspanning uit, verwisseld u de aansluitingen aan KL2 en
start u het inleren opnieuw.
• Druk opnieuw op de programmeertoets S1. Nu knipperen ten
minste twee lichtdioden van een sein aan de rechter
klemmenstrook. Programmeer ook hier een (andere) adresgroep,
zoals hiervoor werd beschreven.
• Druk aansluitend voor de derde keer op programmeertoets S1, om
de programmeermodus te beëindigen. Alle seinen worden
automatisch op stop (rood) geschakeld.
Seinen schakelen:
In de aansluitvoorbeelden hiernaast, wordt ter verduidelijking de
weergave van een uit vier opeenvolgende adressen bestaande
adresgroep over 8 toetsen van een schakelbord gebruikt, waarmee
wissels of seinen kunnen worden geschakeld. Tussen het betreffende
toetsenpaar staan bij wijze van voorbeeld de adressen 1 t/m 4. De
beide toetsen rood en groen bij elk adres betreffen de wisselstanden
rond en recht resp. het bijbehorende seinbeeld, dat boven resp.
onder de toets staat. Het daadwerkelijke adresbereik hangt af van
welke adresgroep u bij de programmering hebt gekozen.
Gebruikt u een handregelaar LH100 van de fa. Lenz Elektronik, dan
komt rood overeen met de min- en groen overeen met de plustoets.
Heeft u aan één van beide klemmenstroken een voor- en een uitrijsein
aangesloten, zoals het eerste voorbeeld toont, dan kunt u met het adres
1 en de toets groen het uitrijsein op rijden (Hp1) schakelen. De met
GN getekende lichtdiode toont dit nu bij het sein.
Donkerschakeling:
Bevinden voor- en uitrijsein zich aan dezelfde mast, dan moet het
voorsein donker blijven, als het uitrijsein stop (Hp00) of rangeren
(Sh1) toont.
Om de donkerschakeling te activeren, stelt u aan het hoofdsein Hp00
of Sh1 in. Wanneer u nu de toets 4 rood drukt, kunt u het
voorseinbeeld met elke toetsdruk van aan op uit en omgekeerd
wisselen. Is het voorsein donker, dan is de donkerschakeling
ingeschakeld. De lichtsein-decoder slaat deze instelling blijvend op,
evenals de geprogrammeerde adressen. De instellingen kunnen
echter op ieder moment veranderd worden. De donkerschakeling laat
zich alleen zoals beschreven werd activeren of deactiveren, als
stekkerbrug J3 is aangebracht.
Voorseininstellingen, die plaatsvinden, terwijl het sein
donkergeschakeld is, worden getoond, zodra het uitrijsein weer op Hp1
of Hp2 staat.
Toebehoren:
Voor montage van de printplaat onder uw spoortafel, leveren wij onder
de bestelcode MON-SET montagemateriaal en onder de bestelcode
LDT-01 een passende behuizing.
Let op a.u.b.:
De lichtsein-decoder LS-DEC schakelt de seinbeelden niet eenvoudig
snel om, maar dimt de lichtdioden natuurgetrouw tussen aan en uit en
realiseert zelfs tussen de seinbeelden een korte donkerfase. Volgende
digitale opdrachten, die gedurende deze omschakeltijd van ca. 0,4 sec.
komen, kunnen niet door de decoder worden verwerkt. Laat daarom de
omschakelopdrachten elkaar niet te snel opvolgen. Bovendien werkt het
natuurgetrouwer wanneer dit langzaam plaatsvindt.
Wordt stekkerbrug J3 na het inleren van het decoderadres en na de
donkerschakelinstelling verwijderd, dan is het geheugen van de
lichtsein-decoder LS-DEC beschermd tegen wijzigingen.
Made in Europe by
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Kleiner Ring 9; D-25492 Heist/Germany
Phone: 0049 4122 / 977 381
Fax: 0049 4122 / 977 382
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Vertaling: © 07/2011 – Jaap Kramer
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 01/2013 by LDT
Märklin en Motorola zijn geregistreerde handelsmerken.