Light-DEC is een universeel lichtregelsysteem voor
analoge en digitale modelspoorbanen uit de
Digital-Profi-Serie!
Aan 160 Lichtuitgangen kunnen verschillende lichtfuncties
worden toegewezen en automatisch in een dag cyclus worden
aangestuurd. Ze kunnen worden aan- en uitgeschakeld via
drukknoppen of DCC-opdrachten.
Light-DEC-Basis-F
Art.-Nr.:
810222
>> Basis-module als gebouwde eenheid <<
KJ
red brown
D1
Light-DEC V1.0
IC5
BU1
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Dit product is geen speelgoed! Niet bedoeld voor kinderen onder de 14 jaar. Bij onjuist gebruik bestaat gevaar voor
letsel door scherpe kanten en punten! Svp deze handleiding goed bewaren.
12:15:00 T 300
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
S3
KL1KL2KL3KL4
S2
S4
5
6
7
8
+5V
Taster / Button
S1
3
4
R1
1
2
GND
De universele modelbaan lichtsturing
KL5
Light-DEC bestaat uit de Basis-module
en tenminste één Light-module (LightDisplay of Light-Power module), dat
aangesloten kan worden aan de zijkant
van de Basis-module.
De Light-Display-Modulen hebben 40
uitgangen, die een stroom tot een 0,5
Ampere kunnen leveren. De LightPower-Modulen met 24 uitgangen,
leveren een stroom van maximaal 2,5 A
per uitgang.
Met een Basis-Module kunnen tot 160
lichtuitgangen via maximaal 7 LightDisplay Modulen worden aangestuurd.
De verschillende lichteffecten
(Neonlamp, knipper-licht, looplicht,
verkeerslichtensturing en nog veel
meer) worden apart naar de uitgangen
gestuurd.
CE Art.-Nr.:
146 40 16
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Inhoudsopgave: Bladzij
1. Voorwoord / Veiligheids aanwijzingen 2
2. Basis-Module met de eerste Light-Module aansluiten 3
2.1. Meerdere Light-Modulen gebruiken 4
2.2. Lichtbronnen aan de Light-Module aansluiten 5
3. Drukknop of schakelaar aan de Basis-Module aansluiten 7
4. Basis-Module aansluiten aan de Digitale installatie 7
5. Eerste inbedrijfname / Taal selecteren 8
5.1. Externe drukknop of schakelaar aanmelden 9
5.2. De gebruikte Light-Module in de Basis-Module aanmelden 10
5.3. Lichtbronnen test 11
6. Starttijd instellen van de lichtsturing voor het verloop
6.1. Starteigenschap van de lichtsturing selecteren 12
van de dag 11
6.1.1 De Light-DEC via een externe drukknop / schakelaar starten
en stoppen 13
6.1.2 De Light-DEC via DCC-adressen starten en stoppen 13
7. De fasen van de dag: Starttijden en tijdfactoren voor
ochtendschemering, dag, avondschemering en nacht
instellen 14
8. Schakelgroepen en hun schakeltijden instellen 15
9. Beschikbare lichtfuncties 17
10. Lichtinstelling: Parameter van de lichtfuncties
individueel aanpassen 17
10.1. Lichtinstelling: Voetgangersverkeerslichten, verkeerslichten
bij een kruising en verkeerslichten schakeling 18
11. Uitgangfuncties: lichtfuncties toewijzen aan de uitgangen
11.5. Uitgangsfunctie: Nachtfunctie voor voetgangers
verkeerslichten en verkeerslichten bij een kruising 22
12. Fabrieksinstellingen 22
- 1 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
1. Voorwoord / Veiligheids aanwijzingen
U heeft voor uw modelspoorbaan de Basis-Module voor de lichtsturing Light-DEC uit
het assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
We wensen U veel plezier met dit produkt!
U heeft 24 maanden garantie op het apparaat.
• Lees deze handleiding zorgvuldig door. Schade, die door het niet naleven van de
Handleiding onstaan, vervalt de aanspraak op garantie. Voor gevolgschade, dat
daaruit voortkomt, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
• Elke Light-DEC-Basis-Module heeft ook een technische handleiding. Het bevat
een grafisch menu en tabellen, die daarin zijn ondergebracht, zodat met deze
handleiding niet heen en weer gebladerd hoeft te worden.
• Onder „Downloads“ van de web-site (www.ldt-infocenter.com), kan deze en de
technische handleiding elk alseen PDF-bestand met kleuren afbeeldingen
worden gedownloaden met acrobat reader worden geopend en geprint.
• Veel afbeeldingen in deze handleiding zijn voorzien van een Bestandsnaam
(bijvoorbeeld page_1611). Deze bestanden staan op onze Web-Site (nederlandstalig
gedeelte) onder „aansluitvoorbeelden“ en dan onder modelbaan lichtsturing
Light-DEC. Deze kunnen dan als PDF-bestand worden gedownload en op A4
formaat in kleur worden geprint.
• Belangrijk: Alle aansluitwerkzaamheden moeten uitgevoerd worden met een
uitgeschakelde modelspoorbaan (Alle stekers van de modelbaan
transformatoren en geschakelde voedingen uit de stopcontacten trekken,
bijvoorbeeld door de stekkerdoos via een gemeenschappelijke schakelaar uit te
schakelen).
De Light-Display-Modulen hebben een grote condensator, die compleet
ontladen moet zijn, voordat de Light-Display-Module er aangestoken of er
afgehaald kan worden. Wacht daarom enkele minuten, nadat de voedings
transformator is uitgeschakeld, voordat de Light-Display-Module er opgestoken
of afgehaald kan worden.
Optional:
Von DCC-Digitalzentrale
oder Booster
From DCC command station
or booster
J
max. 2,5 Amax. 2,5 A
9
16151413121110
8765432
1
KL1KL2KL3KL4KL5KL6KL7
GBS-Display / Light-Display
Rev. 1.8
Littfinski DatenTechnik (LDT)
max. 0,5 Ampere
26272829303132
25
KL4
KL3KL2KL1
9
101112131415161819202122232417
1234567
8
D1
braun
brown
K
rot
red
K J
red brown
KL5
Light-DEC V1.0
IC5
Light-Power
Rev. 1.2
ST1
BU1
white weiss
BU3
KL8
OUT
KL9KL10KL11
17181920212223
12 ... 24 V DC
24
- +
12...24V DC
Littfinski DatenTechnik (LDT)
KL12
BU1
white
white weiss
weiss
BU2
IN
KL7
OUT
BU3
max. 1 Ampere
KL5
KL6
braun
10...18V~
39383736353433
40
12...24V=
braun
brown
Vom Modellbahntrafo
From transformer
gelb
yellow
ST1
white
weiss
BU2
IN
gelb
12:15:00 T 300
BU1
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
S3
Littfinski DatenTechnik (LDT)
KL1KL2KL3 KL4
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
S2
S1
S4
8
+5V
Taster / Button
R1
1234567
GND
page_1611
De Light-DEC Basis-Module (rechts) tesamen met een Light-Display- (in het midden) en een Light-
Power-Module (links).
- 2 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
From transformer
2. Basis-Module met de eerste Light-Module aansluiten
Verbindt de Basis-Module via de 10-polige bus BU1 óf met een Light-Display- óf
een Light-Power-Module. Denk er absoluut aan, dat de bus van de Light-Display-
respectievelijk de Light-Power-Modulen niet verschoven in de bus van de Basis-
Module wordt gestoken. Sluiten de printplaten van de Basis- en Light-Module
boven en onder geheel aan elkaar, dan zijn beide modulen juist samen gestoken.
Optional:
Von DCC-Digitalzentrale
Leuchtdiode
18192021222324
17
light-emitting diode
Vorwiderstand
series resistor
9
10111213141516
8
1234567
Modellbahnlämpchen
model incandescent
lamp
26272829303132
GBS-Display / Light-Display
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Rev. 1.8
25
oder Booster
From DCC command station
or booster
J
K
braun
rot
brown
red
K J
red brown
KL5
BU1
white
weiss
OUT
page_1601
De Light-DEC Basis-Module met de eerste, direct aangesloten Light-Display-Module.
max. 2,5 Amax. 2,5 A
BU1
white weiss
OUT
BU3
161514
BU3
KL4
KL3KL2KL1
D1
Light-DEC V1.0
IC5
BU1
ST1
white
weiss
KL5
KL7
39383736353433
40
braun
brown
KL6
braun
10...18V~
12...24V=
BU2
gelb
gelb
yellow
IN
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Vom Modellbahntrafo
9
876
5
432
13
121110
24
12 ... 24 V DC
KL12
KL8
171819
KL10KL11
KL9
20
212223
1
KL1KL2KL3KL4KL5KL6KL7
Light-Power
Rev. 1.2
Littfinski DatenTechnik (LDT)
white weiss
BU2
IN
12:15:00 T 300
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
D1
IC5
BU1
ST1
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC V1.0
12:15:00 T 300
S2
S3
S4
KL1KL2KL3KL4
7
8
+5V
S3
KL1KL2KL3 KL4
8
+5V
S1
4
5
6
Taster / Button
S2
S4
5
6
7
Taster / Button
R1
1
2
3
GND
Optional:
Von DCC-Digitalzentrale
oder Booster
From DCC command station
or booster
J
K
braun
rot
brown
red
K J
red brown
KL5
S1
3
4
R1
1
2
GND
page_1608
De Light-DEC Basis-Module met de eerste, direct aangesloten Light-Power-Module.
- +
12...24V DC
- 3 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
De eerste Light-Module moet altijd direct op de Basis-Module worden gestoken;
deze voedt de Basis-Module met electrische stroom.
Lees daartoe ookde handleiding van de Light-Display- respectievelijk de LightPower-Module.
In de bedienings handleiding zijn ook basisinstructies te vindenvoor de
aansluiting van de voedingsspanning en de modelbaan lampjes respectievelijk
lichtdioden (LED) in het deel (sectie) „Verlichting aansluiten“.
2.1. Meerdere Light-Modulen gebruiken
Met een Light-DEC-Basis-Module kunnen tot 160 licht uitgangen via maximaal 7
Light-Display Modulen worden aangestuurd. Daarbij is het mogelijk, de LightDisplay- en de Light-Power-Modulen naar behoefte te combineren.
De Light-Display-Modulen hebben 40 en de Light-Power-Modulen 24 uitgangen.
Worden er alleen maar Light-Power-Modulen gebruikt, dan kunnen maximaal 7 van
deze Modulen (7 x 24 = 168 lichtuitgangen) worden gebruikt. De laatste 8
uitgangen van de zevende Light-Power-Module kunnen dan niet worden
aangestuurd, omdat het maximale aantal van 160 lichtuitgangen met 8 wordt
overschreden.
Worden er alleen maar Light-Display-Modulen met elk 40 uitgangen gebruikt, dan
kunnen maximaal 4 van deze modulen (4 x 40 = 160 lichtuitgangen) aan de Basis-
Module worden aangestuurd.
Worden beide lichtmodulen gecombineert gebruikt, dan kunnen 5 tot 7 Light-
Modulen aan een Basis-Module worden aangesloten. Resulteert dat in meer dan 160
lichtuitgangen, dan worden de overtallige uitgangen niet aangestuurd.
De light-Modulen worden daarbij direct aan elkaar gestoken, zoals in de afbeelding
op bladzijde2 met elk een Light-Display- en een Light-Power-Module wordt
getoond.
Moeten de Light-Modulen verder van elkaar worden gemonteerd, om ze dichter bij
de lichtbron te installeren, dan kunnen deze met een afgeschermdestoor zekere Patch-kabel (Computer Netwerkkabel) met elkaar worden verbonden.
1234567
8
26272829303132
25
GBS-Display / Light-Display
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Rev. 1.8
KL4KL3KL2KL1
BU1
white
weiss
KL7
OUT
BU3
1234567
8
9
101112131415161819202122232417
ST1
white
weiss
KL5
KL6
BU2
braun
10...18V~
39383736353433
40
12...24V=
IN
gelb
xm
Bestellbezeichnung /
Order code: Kabel Patch xm
26272829303132
25
GBS-Display / Light-Display
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Rev. 1.8
KL4KL3KL2KL1
BU1
white
weiss
KL7
OUT
BU3
9
101112131415161819202122232417
D1
Light-DEC V1.0
IC5
12:15:00 T 300
BU1
ST1
white
weiss
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
S3
KL5
KL6
BU2
braun
gelb
10...18V~
39383736353433
40
12...24V=
IN
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
KL1KL2KL3 KL4
page_1607
De tweede Light-Display-Module is met de eerste verbonden met een Patch-Kabel.
+5V
S2
S4
8
Optional:
Von DCC-Digitalzentrale
oder Booster
From DCC command station
or booster
braun
brown
S1
Taster / Button
J
K
rot
red
K J
red brown
KL5
R1
1234567
GND
- 4 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Het is ook mogelijk, de Light-Module via de „Kabel Light@Night“ over een afstand
van een halve, 1 of 2 meter met elkaar te verbinden.
Op deze manier kunnen ook oudereLight-Modulen, die niet over een RJ-45 bus
voor een patch-kabel verbinding beschikken, over een langere afstand tot 2 m met
elkaar worden verbonden.
Optional:
Von DCC-Digitalzentrale
oder Booster
From DCC command station
Bestellbezeichnung /
Order code: Kabel Light@Night xm
1234567
8
1234567
8
26272829303132
25
GBS-Display / Light-Display
Rev. 1.8
Littfinski DatenTechnik (LDT)
KL4
KL3KL2KL1
BU1
white
weiss
KL7
OUT
BU3
9
101112131415161819202122232417
weiss
white
xm
weiss
white
Stiftleiste (Adapter)
pin plug (adapter)
ST1
white
weiss
KL5
KL6
BU2
braun
10...18V~
39383736353433
40
12...24V=
IN
gelb
26272829303132
25
GBS-Display / Light-Display
Rev. 1.8
Littfinski DatenTechnik (LDT)
KL4
KL3KL2KL1
BU1
white
weiss
KL7
OUT
BU3
9
101112131415161819202122232417
D1
Light-DEC V1.0
IC5
12:15:00 T 300
BU1
ST1
white
weiss
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
S3
KL5
KL6
BU2
braun
gelb
10...18V~
39383736353433
40
12...24V=
IN
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
KL1KL2KL3 KL4
+5V
or booster
J
K
braun
rot
brown
red
K J
red brown
KL5
S2
S1
S4
8
Taster / Button
R1
1234567
GND
page_1606
De tweede Light-Display-Module is met de eerste via een Kabel Light@Night verbonden.
2.2. Lichtbronnen aan de Light-Module aansluiten
Sommige lichtfuncties vereisen slechts een lichtbron (modelbaan lampjes of
Lichtdioden - LED). Er zijn maximaal 10 lichtbronnen voor de lichtfunctie
„verkeerslichten bij een kruising“.
Heeft een lichtfunktie meer dan één lichtbron, dan moeten deze aan de klemmen
van de Light-Module in oplopende volgorde en achterelkaar worden aangesloten.
Bij de lichtfunctieslooplicht 4 en 5, kermis en bouwplaats 5 en 8 worden de
lichtbronnen in volgorde van de klemmen aangesloten, zodat deze daadwerkelijk
achter elkaar zijn aangesloten.
De lichtfunctie seinhuis heeft 3 lichtbronnen, die in het seinhuis worden
ingebouwd en het licht van een seintableau simuleren. De eerste klem wordt
daarbij met de rode, de tweede met de groene en de derde met de gele lichtbron
verbonden.
3 lichtbronnen zijn ook nodig voor de lichtfunktie televisie, die in de kamer worden
ingebouwd, waarin het licht van de televisie, die aanstaat, simuleert. De eerste
klem wordt daarbij met de rode, de tweede met de groene en de derde met de
blauwe lichtbron verbonden.
De lichtfunktie voetganger verkeerslichten gebruikt 5 klemmen, maar voedt via
deze klemmen 10 lichtbronnen. Daarbij worden 2 lichtbronnen met één klem verbonden.
De beide voetganger- en straat verkeerslichten worden op deze manier elektrisch
parallel geschakeld, omdat deze altijd dezelfde verkeersfasen tonen.
Voor het correct functioneren is het bovendien belangrijk, dat de lichtbronnen van
de verkeerslichten aan de juiste klemmen worden aangesloten.
De volgende afbeelding laat zien, welke lichtbron met welke klem van de Light-Module wordt aangesloten.
- 5 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
K
K+1
K+3
K+4
K+2
26272829303132
GBS-Display / Light-Display
Rev. 1.8
Littfinski DatenTechnik (LDT)
25
KL4KL3
Leuchtdiode
light-emitting diode
K
Vorwiderstand
series resistor
141516
K+4
K+2
K+3
K+1
18192021222324
17
K+4
K+2
K+1
K
Ausgang / Output Bezeichnung / Function Farbe / Color
K Straße Rot / road red Rot / red
K+1 Straße Gelb / road yellow Gelb / yellow
K+2 Straße Grün / road green Grün / green
K+3 Fußgänger Rot / pedestrian red Rot / red
K+4 Fußgänger Grün / pedestrian green Grün / green
page_1678
Voetganger verkeerslichten (Lichtfunctie voetganger verkeerslichten) met lichtdioden aan de
K+3
BU1
white
weiss
OUT
Light-Display-Module (LDM) aansluiten.
BU3
KL7
3736353433
De lichtfunctie verkeerslichten bij een kruising genereert alle noodzakelijke fasen
voor de verkeerslichten bij een kruising van hoofdstraten en zijwegen. Tot 20
lichtbronnen worden daarbij via 10 klemmen van een Light-Module gevoed. Elke 2
lichtbronnen worden daartoe met één klem verbonden. De volgende afbeelding laat zien, welke lichtbron met welke klem van de LightModule wordt aangesloten.
K+7
K+6
K+5
K+3
K+4
Hauptstraße
K+9
K+8
K
K+1
K+2
GBS-Display / Light-Display
Rev. 1.8
Littfinski DatenTechnik (LDT)
K+9
26272829303132
K+4
K+2
K+6
K+8
K+3
K+7
25
K+1
K+5
18192021222324
K
17
Leuchtdiode
light-emitting diode
Vorwiderstand
series resistor
141516
Nebenstraße
minor road
KL4KL3
K+4
K+3
K+2
K+1
K
K+8
K+9
K+5
K+6
main road
Ausgang / Output Bezeichnung / Function Farbe / Color
K Nebenstraße Rot / minor road red Rot / red
K+1 Nebenstraße Gelb / minor road yellow Gelb / yellow
K+2 Nebenstraße Grün / minor road green Grün / green
K+3 Fußgänger Nebenstr. Rot / pedestrian minor road red Rot / red
K+4 Fußgänger Nebenstr. Grün / pedestrian minor road green Grün / green
K+5 Hauptstraße Rot / main road red Rot / red
K+6 Hauptstraße Gelb / main road yellow Gelb / yellow
K+7 Hauptstraße Grün / main road green Grün / green
K+8 Fußgänger Hauptstr. Rot / pedestrian main road red Rot / red
K+9 Fußgänger Hauptstr. Grün / pedestrian main road green Grün / green
page_1679
Verkeerslichten plan van een kruising van straten (lichtfunctie verkeerslichten bij een kruising
van wegen) met lichtdioden aansluiten aan de Light-Display-Module.
K+7
BU1
white
weiss
BU3
KL7
3736353433
OUT
- 6 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
From DCC command station
3. Drukknop of schakelaar aan de Basis-Module aansluiten
De Basis-Module beschikt over een 10-polige klemmenlijst (kroonstenen), waaraan
tot 8 drukknoppen of schakelaars kunnen worden aangesloten. Via deze externe
drukknoppen of schakelaars, kan de lichtsturing Light-DEC enkele lichtfuncties met
de hand zowel starten als stoppen.
Optional:
Von DCC-Digitalzentrale
Leuchtdiode
18192021222324
17
light-emitting diode
Vorwiderstand
series resistor
9
10111213141516
8
1234567
Modellbahnlämpchen
model incandescent
lamp
26272829303132
GBS-Display / Light-Display
Rev. 1.8
Littfinski DatenTechnik (LDT)
25
oder Booster
or booster
J
braun
brown
K
rot
red
K J
red brown
KL5
KL4
KL3KL2KL1
D1
Light-DEC V1.0
IC5
BU1
white
weiss
ST1
IN
Littfinski DatenTechnik (LDT)
BU1
white
weiss
KL5
OUT
BU3
KL7
KL6
BU2
braun
gelb
10...18V~
39383736353433
40
12...24V=
braun
brown
Vom Modellbahntrafo
From transformer
gelb
yellow
page_1612
Tot 8 drukknoppen of schakelaars kunnen aan de 10-polige bus (kroonstenen) van de Basis-
Module worden aangesloten.
De ene pool van de drukknop of schakelaar wordt daarbij altijd met de massaklem
verbonden, die met „GND“ is aangeduid. De tweede pool wordt aan één van de
klemmen 1 tot 8 aangesloten. De klem „+5V“ wordt niet gebruikt, indien de
drukknop of schakelaar wordt gebruikt.
Als een drukknop is toegewezen aan een lichtfunctie, dan wordt de functie bij de
eerste druk op de knop gestart en bij de tweede druk op de knop gestopt. Wordt
een schakelaar gebruikt, dan blijft de functie net zo lang actief, als de schakelaar
is ingeschakeld.
Of een drukknop of schakelaar is gebruikt, kan aan de Basis-Module individueel
worden ingegeven voor elk van de 8 ingangen, zoals beschreven in hoofstuk 5.1.
In de fabrieks instelling zijn voor alle 8 ingangen een drukknop ingesteld.
12:15:00 T 300
Light-DEC-Service
Rev. 1.0
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Light-DEC-Basis
Rev. 1.0
S2
S3
S4
KL1KL2KL3KL4
6
7
8
+5V
Taster / Button
Push button or switch
S1
1
2
3
4
5
Taster oder Schalter
R1
GND
4. Basis-Module aansluiten aan de Digitale installatie
Indien de lichtsturing Light-DEC of enkele uitgangfuncties digitaal via DCC-
adressen starten en stoppen, dan heeft de Basis-Module digitale informatie
nodig. Deze wordt verkregen via de aansluitklem KL5, zoals wordt getoond in de
aansluit tekeningen opde bladzijden 1 tot 5. De Basis-Module moet direct met een
digitale spanning uit de digitale centrale met geintegreerde booster of een
externe booster respectievelijk uit de digitale ringleiding worden gevoed, omdat dan
- 7 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
>
Deutsch
<
>
English
<
---
Hoofdmenu
--- taal
Taal >duits<
storings vrije data ter beschikking staat. Sluit de digitale spanning voor de BasisModule dus niet direct aan aan de rails.
DCC-Digitaal systemen gebruiken voor de kabels te onderscheiden kleuren
respectievelijk betekenissen voor de digitale leidingen. Meer markeringen staan
naast de klem KL5, maar hoeven niet dwingend te worden aangehouden, omdat de
Basis-Module het DCC-Digitale signaal automatisch juist interpreteert.
5. Eerste inbedrijfname / Taal selecteren
Zo gauw de eerste Light-Module, direct aan de
Basis-Module is gestoken en bij de eerste
inbedijfname met stroom wordt voorzien, verschijnt
na korte tijd in het display de bedrijfs indicatie:
Zou het display bij de eerste inbedrijfname niet goed te zien zijn, draai dan met een
kleine schroevendraaier voorzichtig aan de potentiometer P1, dat zich rechts
onder het display bevindt en draai dan een halve slag naar links of rechts, tot de
informatie in het display optimaal gelezen kan worden.
Voor de eerste 40 lichtuitgangen zijn vanuit de fabriek de uitgangfuncties van
tevoren ingesteld, die binnen de eerste 15 seconden na het inschakelen at random
starten. Zijn er aan de eerste 40 lichtuitgangen reeds lichtbronnen aangesloten,
dan branden en knipperen deze nu op verschillende manieren.
Het bij toeval gestuurde starten van de lichtfuncties na het inschakelen, zorgt voor
een optimale optische indruk, daar meermaals ingestelde lichtfuncties na de start
niet synchroon verlopen.
In de technische handleiding vindt men in het hoofdstuk „uitgangfuncties /
fabrieksinstelling“ een tabel, die beschrijft, welke klemmen met welke
uitgangfuncties zijn ingesteld van uit de fabriek.
VX.X in het display van de bedrijfsindicatie staat voor de versie van de firmware
van de Basis-Module. Voor meer informatie over de onderste regel van het display,
wordt verwezen naar het vervolg van deze handleiding.
Onder het display bevinden zich 4 knoppen, die met pijlen naar de richtingen
LINKS, RECHTS, BOVEN en BENEDEN zijn aangeduid. In de hierna volgende
beschrijving worden de knoppenLINKS, RECHTS, BOVEN en BENEDEN verder
uitgelegd.
In de technische handleiding bevindt zich een grafisch menu diagram, die de
stappen door het menu, parallel aan de hierna volgende beschrijvingen, duidelijk
illustreert.
Druk nu langer dan drie seconden op de knop
RECHTS. De informatie in het hoofmenu wisselt
en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld:
Van uit de fabriek is „Duits“ als taal geinstalleerd. Wilt U de taal niet veranderen, sla
dan de volgende stukken over en lees verder in hoofdstuk 5.1.
Wilt U de taal „Engels“ gebruiken, druk dan kort op
de knop RECHTS. In het display wordt dan de
actueel ingestelde taal getoond:
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan tussen
>Duits< en >Engels< worden gekozen:
Light-DEC VX.X
22:30:00 A 300
---Hauptmenü---Sprache
Sprache
Sprache
- 8 -
Taal >engels<
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Language
Taster/Schalter
---
Hoofdme
nu
--- taal
Drukknop/Schakelaar
>1< = Drukknop
Verlaat de taal keuze met de knop LINKS, om de
---Main Menu----
geselecteerde taal te gebruiken.
Heeft u >Engels< gekozen, dan toont het display
nu:
5.1. Externe drukknop of schakelaar aanmelden
Druk in het hoofmenu meerdere keren maar kort
---Hauptmenü---
op de knop BENEDEN, tot de aanduiding:
Voor de registratie van de gebruikte externe drukknoppen of schakelaars, druk daarvoor op
de knopRECHTS. In het display wordt de actuele instelling voor de ingang 1 aangeduid:
---Hoofdmenu---
Taster/Schalter
>1< = Taster
Drukknop/Schakelaar
Met de drukknoppen BOVEN of BENEDEN kan één
van de 8ingangen worden geselecteerd. De
actuele instelling (schakelaar of drukknop) wordt
overeenkomstig met de ingang aangeduid
(bijvoorbeeld ingang 7):
Taster/Schalter
>7< = Taster
Drukknop/Schakelaar
>7< = Drukknop
Vanaf de fabriek zijn alle 8 ingangen als drukknop ingesteld.
In principe geldt: waarden, die tussen een groter dan- en kleiner dan teken (> <)
staan, kunnen met de knoppenBOVEN of BENEDEN met elke druk op de knopstap voor stap worden bewerkt.
Is het bereik van de waarde, waaruit een waarde kan worden geselecteerd, heel groot (bijvoorbeeld bij een instelling van de tijd), dan is de bewerkbare waarde
tussen accoladen (} {) geplaatst. Worden de knoppen BOVEN of BENEDEN bij deze
weergave langer dan 2 secondeningedrukt, dan lopen de instelbare waarden in het display automatisch verder, tot de knop wordt losgelaten.
Wilt U voor een ingang de instelling aanpassen, selecteer dan eerst via BOVEN of
BENEDEN het nummer van de ingang (bijvoorbeeld positie 3).
Druk op de knop RECHTS, om de instelling
bewerken te krijgen. In de vorige instelling van de
Taster/Schalter
3 = >Taster<
drukknop is nu een groter dan- en een kleiner
dan teken geplaatst.
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan nu
tussen >drukknop< en >schakelaar< worden
Drukknop/Schakelaar
Taster/Schalter
3 = >Schalter<
gekozen.
Verlaat de keuze met de knop LINKS, om de
aangeduide instelling te gebruiken. Hebt U voor
ingang 3 een schakelaar gekozen, dan toont het
Drukknop/Schakelaar
3 = >Schakelaar<
Taster/Schalter
>3< = Schalter
display:
Drukknop/Schakelaar
>3< = Schakelaar
- 9 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Dru
kknop/Schakelaar
Light
-
Module
Taster/Schalter
Light
-
Module
Selecteer voor de andere ingangen ook de
---Hauptmenü---
instellingen of ga met de knop LINKS weer naar
het hoofdmenu:
Druk dan opnieuw op de knop LINKS, daarmee
worden de geselecteerde instellingen in de
Basis-Module opgeslagen. Na korte tijd verschijnt
in het display van de Basis-Module de bedrijfs
indicatie:
5.2. De gebruikte Light-Module in de Basis-Module aanmelden
Druk in het hoofdmenu meermaals kort op de
---Hoofdmenu---
Light-DEC VX.X
22:30:00 A 300
---Hauptmenü---
knop BENEDEN, tot de aanduiding:
Voor de aanmelding van de gebruikte Light-Module, druk op de knop RECHTS.
---Hoofdmenu--Light-Module
Modul Position
Nr.: >1< = LDM
Module Positie
In het display wordt aangegeven, welke Light-Module op positie 1 is aangemeld,
dus direct met de Basis-Module is verbonden. LDM staat als afkorting voor het
Light-Display-Module met 40 lichtuitgangen.
Met de knoppenBOVEN of BENEDEN kan de
module positie worden veranderd. Daarmee
wordt aangegeven, welke modulen op andere posities zijn aangemeld (bijvoorbeeld positie 4):
Modul Position
Nr.: >4< = LDM
Module Positie
Vanaf de fabriek zijn vierLight-Display-Modulen (LDM) aangemeld.
Wil men aan één van de posities een Light-Power-Module met 24 uitgangen
aanmelden, kies dan eerst via BOVEN of BENEDEN de module positie (bijvoorbeeld
positie 2).
Druk op de knop RECHTS, om de Light-Module
te kunnen bewerken. De tot zover aangemelde
Light-Display-Module (LDM) is nu tussen een
groter dan- en een kleiner dan- teken gezet.
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan men
tussen >LDM< en >LPM< kiezen. LPM staat als
afkorting voor de Light-Power-Module.
Verlaat de selectie met de knop LINKS, om de
aangeduide Light-Module te gebruiken. Is er een
Light-Power-Module >LPM< gekozen, dan laat
het display nu zien:
Kiest men ofwel voor andere module posities of
meer Light-Modulen ga dan met de knop LINKS
weer naar het hoofdmenu:
Druk dan opnieuw op de knopLINKS, daarmee
wordt de gekozen Light-Module in de Basis-
Module opgeslagen. Na korte tijd verschijnt in het
display van de Basis-Module de bedrijfs
indicatie.
Modul Position
Nr.: 2 = >LDM<
Module Positie
Modul Position
Nr.: 2 = >LPM<
Module Positie
Modul Position
Nr.: >2< = LPM
Module Positie
---Hauptmenü---
---Hoofdmenu--Light-Module
Light-DEC VX.X
22:30:00 A 300
- 10 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Lichtquellentest
Light
-
Modul:
>2
<
Lichtquellentest
Licht bronnen test
Licht bronnen test
Licht bronnen test
5.3. Lichtbronnen test
Met de lichtbronnen test kunnen de lichtbronnen aan alle uitgangen van de LightModule individueel worden getest.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. De aanduiding wisselt
in het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk in het hoofdmenu meermaals kort op de
---Hauptmenü---
knop BENEDEN, tot de aanduiding:
Open de lichtbronnen test met de knop RECHTS:
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan de
Light-Module worden gekozen, waarvan de
uitgangen aan de lichtbronnen test moet worden
---Hoofdmenu---
Licht bronnen test
Lichtquellentest
Light-Modul: >1<
Lichtquellentest
Light-Modul: >2<
onderworpen (bijvoorbeeld Light-Module 2):
Met de knop RECHTS wordt de lichtbronnen test
voor de geselecteerdeLight-Module gestart. In
de bovenste rij wordt het nummer van de
Modul: 2 = LDM
Ausgang : > 1<
geselecteerde Light-Module en het module type
aangeduid.
Uitgang : >1<
LDM staat voor een Light-Display-Module. Als aan de uitgang 1 een lichtbron is
aangesloten, dan brandt deze constant. Alle andere lichtbronnen blijven, ook aan
verdere aangesloten Light-Modulen, uitgeschakeld.
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN wordt de
uitgang gekozen, waaraan de aangesloten
lichtbron wordt ingeschakeld.
Zijn alle lichtbronnen van de Light-Module
Modul: 2 = LDM
Ausgang : >22<
Uitgang : >22<
Lichtquellentest
getest, druk dan op de knopLINKS, om
mogelijkerwijs een volgende Light-Module voor de
lichtbronnen test te selecteren.
Wil men de lichtbronnen test verlaten, druk dan
---Hauptmenü---
opnieuw op de knop LINKS. In de display
verschijnt het hoofdmenu:
Van daar bereikt men met de knop LINKS weer de
bedrijfsindicatie, die na korte tijd in het display
van de Basis-Module verschijnt:
---Hoofdmenu---
Licht bronnen test
Light-DEC VX.X
22:30:00 A 300
6. Starttijd instellen van de lichtsturing voor het verloop van de dag
Links onder in de bedrijfsindicatie wordt de actuele tijd van de lichtsturing
aangegeven. Als starttijd voor het verloop van de dag is bij de fabrieks instelling
22:30 uur ingesteld. Via het menu-item startinstelling kan de starttijd voor het
verloop van de dag van de lichtsturing Light-DEC worden veranderd.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. De aanduiding wisselt
in het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
- 11 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
het
Starteinstellung
}22{ : 30
}13{ : 30
13
: }30{
13 : }45{
Starteinstellung
}22{ : 30
>
Sof
ort aktiv
<
Druk in het hoofdmenu meermaals kort op de
---Hauptmenü---
knop BENEDEN, tot het menu-item startinstelling:
---Hoofdmenu---
Startinstelling
Open het menu startinstelling met de knop
Startzeit
RECHTS:
Starttijd
Startzeit
Stel met de knop BOVEN of BENEDEN
gewenste uur voor de starttijd in:
Starttijd
Startzeit
Is het uur goed ingesteld, druk dan op de knop
RECHTS, om de minuten te kunnen bewerken:
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN stelt men
nu de minuten voor de starttijd in:
Zijn ook de minutengoed ingesteld, druk dan
meermaals op de knop LINKS, tot na een warme
start na korte tijd de bedrijfsindicatie met de
Light-DEC VX.X
13:45:00 T 300
Starttijd
Startzeit
Starttijd
nieuwe starttijd verschijnt:
6.1. Starteigenschap van de lichtsturing selecteren
Van uit de fabriek is als starteigenschap „direct actief“ ingesteld. In deze instelling
start de lichtsturing Light-DEC, zo gauw deze wordt gevoed met stroom en de
ingestelde starttijd. Als starteigenschap staan nog twee mogelijkheden ter beschikking: de lichtsturing kan met de hand via een drukknop of schakelaar of
digitaal via een DCC-Adres worden gestart en gestopt.
Via het menu-item startinstelling wordt de starteigenschap voor het verloop van de
dag van de lichtsturing Light-DEC geselecteerd.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. De aanduiding wisselt
in het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk in het hoofdmenu meermaals kort opde
---Hauptmenü---
knop BENEDEN, tot het menu-item
startinstelling:
Open het menu startinstelling met de knop
---Hoofdmenu---
Startinstelling
Startzeit
RECHTS:
Verander naar behoefte de starttijd, zoals reeds is
Starteigenschaft
Starttijd
beschreven in hoofdstuk 6 of druk tweemaal op de
knop RECHTS tot het menu-item starteigenschap.
Starteigenschap
>Direct actief<
- 12 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
>
Taste/Schalter
<
DCC
-
Adresse:
----
Ext. Taste:
-
Bij het oproepen van het menu starteigenschap wordt altijd eerst de eigenschap
aangegeven, dat op dat moment actief is. Van uit de fabriek is dat „Direct actief“.
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan men
Starteigenschaft
tussen >DCC-Adres<, >Drukknop/Schakelaar<
en >Direct actief< als starteigenschapkiezen:
Starteigenschap
>Drukknop/Schakelaar<
6.1.1.De Light-DEC via een externe drukknop / schakelaar starten
en stoppen
Wil men met de hand de lichtsturing Light-DEC via één van de 8 drukknoppen of
schakelaars, die aan de Basis-Module kunnen worden aangesloten, starten en
stoppen, druk dan op knop RECHTS, wanneer in het display >Externe drukknop<
wordt aangegeven, om de externe drukknop vast te leggen.
Werd tot nog toe geen externe drukknop vastgelegd, bijvoorbeeld na de eerste inbedrijf
name, dan wordt dat in het scherm door „-„
gemarkeerd.
Werd reeds een drukknop vastgelegd, dan wordt dit in het display aangegeven.
Druk nu op de knop of schakel de schakelaar aan en weer uit, waarmee de
lichtsturing Light-DEC zal worden gestart en gestopt. In het scherm staat nu het
nummer van de drukknop respectievelijk van de schakelaar.
Druk dan meerdere keren op de knopLINKS, tot
na een warme start de status in het display
verschijnt. Het zal de eerder vastgelegde nummer
van de drukknop resp. schakelaar tonen.
Druk op deze knop, dan start de lichtsturing met de ingestelde starttijd en stopt,
als de drukknop opnieuw wordt ingedrukt.
Wordt een schakelaar voor deze functie gebruikt, dan start de lichtsturing, zogauw
de schakelaar wordt ingeschakeld. Wordt de schakelaar uitgeschakeld, dan stopt
de lichtsturing.
6.1.2. De Light-DEC via DCC-adressen starten en stoppen
Wil men de lichtsturing Light-DEC digitaal via een DCC-Adresstarten en stoppen,
druk dan op de knop RECHTS, als in het display >DCC-Adres< wordt getoond, om
het DCC-Adres te programmeren.
Werd tot nog toe nog geen DCC-Adres geprogrammeerd, bijvoorbeeld na de eerste
inbedrijfname, dan wordt dat in het scherm getoond
met „----„ .
Indien reeds eenDCC-Adres is geprogrammeerd, dan wordt dit in het display
getoond. Zend nu het DCC-Adres vanaf de Digitaalcentrale of van de modelbaan
besturingssoftware, waarmee de lichtsturing Light-DEC kan starten en stoppen.
Het moet daarbij gaan om een bijbehorend adres, zoals bijvoorbeeld ook bij het
schakelen van wissels wordt gebruikt.
Herkent de Basis-Module het DCC-Adres, dan verschijnt dit in het display.
Starteigenschaft
Starteigenschap
Externe Drukknop: -
Warten auf
Ext. Taste: 2
Wachten op
externe drukknop: 2
Starteigenschaft
Starteigenschap
DCC-adres: ----
- 13 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Tagesphasen
Druk dan meermaals op de knopLINKS, tot na een
warme start het startscherm verschijnt. Dan wordt
het eerder geprogrammeerdeDCC-Adres
getoond.
Warten auf
DCC-Adresse: 13
Wachten op
DCC-adres: 13
Ontvangt de Basis-Module nu het geprogrammeerde DCC-Adres met de
aanvullende informatie wissel recht, dan start de lichtsturing met de ingestelde
starttijd. Bereikt het geprogrammeerde DCC-Adres met de aanvullende informatie
wissel afbuigend, dan stopt de lichtsturing.
7. De fasen van de dag: Starttijden en tijdfactoren voor
ochtendschemering, dag, avondschemering en nacht instellen
In het bedrijfs scherm in de tweede rij staat een
letter voor de actuele fase van de dag rechts
naast de actuele Light-DEC tijd van de dag.
„M“ staat voor ochtendschemering, „T“ voor dag, „A“ voor avond schemering en „N“
voor Nacht.
Helemaal rechts staat de tijdfactor, als de tijd vande getoonde fase van de dag
sneller loopt. De zin van deze factor is, dat de modelbaandag niet 24 uren lang hoeft te zijn. Modelbaandagen hebben vaak een lengte van 15 tot 60 minuten. Bij
modelbaan shows is de modelbaandag meestal 15 minuten lang; 10 minuten licht
en 5 minuten donker. De modelbaannacht is weliswaar optisch indrukwekkend,
echter de vele interessante gemaakte details laten zich alleen in de langere lichte fase goed opnemen.
Van 1 tot 600 kan de tijdfactorindividueel worden ingesteld met stappen van 1, 3, 6,
20, 40, 60, 100, 200, 300, 400, 500 en 600 voor elk van de vier fasen van de dag. De
tijdfactor 1 staat voor een modelbaandag van 24 uur respectievelijk 1440 minuten.
Een modelbaanuur is dan daadwerkelijk 60 minuten lang. Bij een tijdfactor van 40 is
een modelbaanuur: 60 minuten / 40 = 1,5 minuut lang.
Via het menu fasen van de dag kunnen de starttijden en de tijdfactoren van de vier fasen van de dag individueel worden ingesteld.
In de technische handleiding toont de tabel „starttijden en tijdfactoren in het menu
startinstelling en fasen van de dag“ de bij de fabriekinstelling
voorgeprogrammeerde waarden. In de tabel is ook de mogelijkheid, de eigen
instellingen in te voeren.
Wil men de starttijden en tijdfactoren van de fasen van de dag veranderen, druk
dan langer dan drie seconden eerst op de knopRECHTS. De display wisselt naar
het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk in het hoofdmenu meermaals kort op de
knop BENEDEN, tot aan het menu item fasen van
de dag (dagfasen):
Open het menu dagfasen met de knop RECHTS:
Light-DEC VX.X
22:30:00 A 300
---Hauptmenü---
---Hoofdmenu--Dagfase
Tagesphasen
>Morgendämmeru.<
Dagfase
>Ochtendschemering<
- 14 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Selecteer met de knoppen BOVEN of BENEDEN de dagfase, waarvoor de instellingen
gemaakt gaan worden.
Met de knop RECHTS gaat u naar de instellingen
van de geselecteerde dagfase:
Morgendämmerung
}06{ : 30 F: 300
Ochtendschemering
Als gewoonlijk, kan men met de knop LINKS en RECHTS de instel mogelijkheden
}uur{, }minuut{ en }factor{ selecteren. Waarden, die tussen de accoladen (} {)
staan, kunnen met de knoppen BOVEN of BENEDEN worden bewerkt.
Zijn alle fasen van de dagaangepast, druk dan
meermaals op de knop LINKS, tot na een warme
start na korte tijd de bedrijfsindicatie verschijnt:
Light-DEC VX.X
23:30:00 A 300
8. Schakelgroepen en hun schakeltijden instellen
Via schakelgroepen, waarin de schakeltijden zijn vastgelegd, worden de
uitgangfuncties gedurende het verloop van de dag volgens de ingestelde
schakeltijden in- en uitgeschakeld. Eén van de uitgangfuncties wordt daartoe naar behoefte aan de passende schakelgroep toegewezen. Elke schakelgroep kan
meerdere uitgangfuncties toegewezen krijgen. In een schakelgroep, via welke bijvoorbeeld een laslicht wordt geactiveerd en
gedeactiveert, kan de werktijd en de pauzen in een fabriek worden gesimuleerd.
Het laslicht is dan in de loop van de dag alleen maar gedurende de werktijdactief.
In de technische handleiding is in de tabel „Schakelgroepen als voorbeeld: werktijden in de fabriek“ daartoe de schakelgroep 1 ingesteld.
Hierin zijn de werktijden van de productie van de fabriek vastgelegd. Via deze
schakelgroep kan dan een uitgangfunctie met laslicht tijdens het verloop van de
dag worden geactiveerd en gedeactiveerd.
In schakelgroep 1 is in de eerste schakeltijd de werktijd van 7:00 tot 08:40 uur
vastgelegd. Dan volgt een pauze voor het ontbijt.
In de tweede schakeltijd is de werktijdvan 9:00 tot 12:00uur tot aan de
middagpauze ingesteld.
De werktijd vanaf het einde van de middagpauze tot aan de sluitingstijd (12:40 tot 16:00 uur) wordt via de derde schakeltijd geregeld.
In de tabel zijn als voorbeeld de schakeltijden van meerdere schakelgroepen rond
de fabriek gegeven. Via deze schakelgroepen kan als voorbeeld de verlichting in
verschillende ruimten van de fabriek tijdens het verloop van de dag worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
Er staan maximaal 24 schakelgroepen ter beschikking, waar in elke groep 5
schakeltijden kunnen worden ingesteld met in- en uitschakeltijden tijdens het
verloop van de dag.
De „Schakelgroepentabel voor eigen instellingen“ in de technische handleiding
kann worden gebruikt, om daarin de tijden van de eigen schakelgroepen te zetten.
Bovendien zetten wij deze tabel ook klaar om te downloaden van onze Web-Site op
A4-formaat.
- 15 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Schaltgruppe
Schakelgroep
Schakelgroep
Via het menu-item schakelgroep kunnen de in- en uitschakeltijden individueel van
de schakelgroepen worden ingesteld.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. Het display wisselt in
het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk meermaals kort in het hoofdmenu op de
---Hauptmenü---
knop BENEDEN, tot aan het menu-item
schakelgroep:
Open het menu schakelgroep met de knop
RECHTS:
---Hoofdmenu--Schakelgroep
Schaltgruppe
Nr.: >1<
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kiest men
de schakelgroep, waarvoor de in- en uitschakel tijden moeten worden ingesteld of verandert.
Met de knop RECHTS komt men bij de selectie van
de schakeltijden. Per schakelgroep kunnen 5 schakeltijden worden ingesteld, die via de
knoppen BOVEN of BENEDEN kunnen worden
uitgekozen.
Met de knop RECHTSkomt men bij de
mogelijkheid, de tijden van de geselecteerde
schakeltijden te bewerken.
Schaltgruppe
Nr.: >4<
Schaltgruppe 4
Schaltzeit: >1<
Schakelgroep 4
Schakeltijd: >1<
EIN: }std{ : min
AUS: std : min xx
AAN: }uur{ : minuut
UIT: uur : minuut xx
De gewenste in- en uitschakeltijden kunnen nu met de knoppen BOVEN of
BENEDEN worden ingesteld. Naar elk ingave veld komt men met de knop RECHTS
of terug met LINKS.
In het laatste ingave veld wordt de schakeltijd
met de knoppen BOVEN of BENEDENvrij
gegeven of geblokkeerd. Hierbij staat >**< voor
vrijgave en >--< voor de blokkade van de tijd.
EIN: 07 : 00
AUS: 08 : 40 >**<
AAN: 07: 00
UIT: 08 : 40 >**<
Geen vrijgave of blokkade is mogelijk, als >==< wordt getoond, omdat dan de
ingestelde inschakeltijd hetzelfde is als de uitschakeltijd.
Met de knop LINKS komt men terug bij de keuze
van de schakeltijden voor deze schakelgroepen.
Selecteer met de knoppen BOVEN of BENEDEN
de volgende schakeltijd, waarvoor de in- en
uitschakel tijden moeten worden ingesteld of
verandert.
Zijn voor de schakelgroepen alle instellingen
gedaan, druk dan op de knop LINKS, tot aan de
keuze schakelgroepen. Met de knoppen BOVEN
of BENEDEN kiest men nu de volgende
Schaltgruppe 4
Schaltzeit: >1<
Schakelgroep 4
Schakeltijd: >1<
Schaltgruppe
Nr.: >4<
Schakelgroep
schakelgroep, waarvoor de in- en uitschakel tijden moeten worden ingesteld of verandert.
- 16 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Lichteinstellung
Zijn alle instellingen in de schakelgroepen
gedaan, druk dan meermaals op de knop LINKS,
tot na een warme start na korte tijd de
Light-DEC VX.X
23:30:00 A 300
bedrijfsindicatie verschijnt:
9. Beschikbare lichtfuncties
Light-DEC beschikt over 44 lichtfuncties, die aan de uitgangen van de LightModule meerdere malen kunnen worden toegewezen.
Een „Beschrijving van de beschikbare lichtfuncties“ staan in de technische
handleiding in het gelijknamige hoofdstuk.
Uit de beschrijving kan men ook vernemen, hoeveel uitgangenvan een Light-Module
elke lichtfunktie nodig heeft.
De beschrijving laat ook zien welke parameter van een lichtfunktie individueel kan
worden aangepast. De mogelijkheden van de aanpassingen worden in het volgende
hoofdstuk beschreven.
10. Lichtinstelling: Parameter van de lichtfunkties individueel
aanpassen
In het hoofdstuk „Beschrijving van de beschikbare lichtfunkties“ van de technische
handleiding wordt elke lichtfunktie beschreven en of parameters individueel
kunnen worden aangepast.
Ook in de technische handleiding is opgenomen de tabel „Lichtinstelling:
Parameters van lichtfuncties, die individueel kunnen worden aangepast“.
Te veranderen parameters bij een lichtfunktie zijn in de kolom „instelbaar“ vermeld.
De kolom „Fabrieksinstelling“ toont de vóóringestelde waarden en in de kolom
„Eigen instellingen“ kunnen de eigen individuele waarden worden ingevoerd.
Met welk waarde bereik en met welke stappen de parameter te veranderen zijn,
wordt in de kolom „instelbereik“ getoond.
Met het menu-item lichtinstelling kunnen de aangegeven parameters van de
lichtfunkties individueel worden veranderd.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. De display wisselt in
het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk in het hoofdmenu meerdere malen kort op
de knop BENEDEN, tot aan het menu-item
lichtinstelling:
Open het menu lichtinstelling met de knop
RECHTS. Als eerste lichtfunktie wordt altijd de
neonlamp getoond:
---Hauptmenü---
---Hoofdmenu--Lichtinstelling
Lichteinstellung
>Neonlampe<
Lichtinstelling
>Neon lamp<
- 17 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Snelheid
Met de knop BOVEN of BENEDEN kiest men de
lichtfunctie, waarvan de parameter verandert
moet worden.
Om bijvoorbeeld de snelheid van de lichtfunctie
looplicht te veranderen, druk daarvoor op de knop
RECHTS. Getoond wordt de actuele waarde:
Lichteinstellung
>Lauflicht<
Lichtinstelling
>Loop licht<
Geschwindigkeit
} 200 { ms
Met de knoppen BOVEN en BENEDEN kan men kiezen voor de voor uw toepassing
passende waarde van de looplicht snelheid. Het kan volgens de tabel „Lichtinstelling: Parameter van lichtfunkties, die individueel aangepast kunnen
worden“ een waarde tussen 50 en 5000 ms zijn en met stappen van 50ms worden
ingesteld.
Wordt de passende waarde getoond, verlaat dan de instelmogelijkheid zoals
bekend met de knop LINKS.
Om de parameter van andere lichtfunkties individueel aan te passen, volg dan de
menu aanwijzingen uit de technische handleiding.
10.1. Lichtinstelling: Voetgangersverkeerslichten, verkeerslichten
bij een kruising en verkeerslichten schakeling
Light-DEC biedt twee lichtfunkties voor wegen verkeerslichten installaties. Met de
lichtfunktie „voetgangers verkeerslichten“, die als „Ampel Fussgän.“ in het display
wordt afgekort, wordt een voetgangers verkeerslichten installatie gerealiseerd. De
lichtfunctie „Verkeerslichten bij een kruising“ realiseert de fasen van de wegen- en
voetgangersverkeerslichten voor kruisingen en zijwegen.
Enkele fase tijden kunnen gescheiden worden aangepast voor beide lichtfuncties in
het menu licht instelling onder „Ampel Fussgän“ en „Ampel Kreuzung“.
Twee landspecifieke instellingen kunnen via de lichtinstelling>Verkeerslichten
schakeling< worden gemaakt, zoals aangegeven in het grafische menu diagram in
de technische handleiding.
Bij de eerste instelling kan óf de wegenverkeerslichten van ROOD naar GROEN via
ROOD en GEEL óf direct worden gesteld.
Bij de tweede landspecifieke instelling kan via de keuze GROEN knipper worden
vastgelegd, óf GROEN knippert, vóórdat de verkeerslichten op ROOD schakelt óf
direct zonder knipperen van GROEN op ROOD wordt omgeschakeld.
De gekozen instellingen gelden collectief voor beide lichtfunkties van de
wegenverkeerslichten installatie.
’s Nachts wordt de verkeerslichten installatie in principe uitgeschakeld. In deze tijd
kan de nachtfunctie „GEEL knipper “ individueel worden geactiveerd. ’s Nachts
knippert dan de lichten van de voetgangers verkeerslichten of de verkeerslichten
van de zijwegen GEEL. Meer informatie vindt men in het hoofdstuk
uitgangfuncties.
- 18 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
, om de
11. Uitgangfuncties: lichtfuncties toewijzen aan de uitgangen van de
Light-Module
Via het menu uitgangfuncties worden aan de uitgangen van de Light-Module
lichtfuncties en eigenschappen toegewezen, verwijderd of veranderd.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. De display wisselt naar het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk in het hoofdmenu meermaals kort op de
knop BENEDEN, tot aan het menu item
uitgangfuncties:
Open het menu uitgangfuncties met de knop
RECHTS. In het display wordt getoond, welke
Light-Module aan positie 1 is aangemeld:
Wil men de uitgangen van een andere Light-Module lichtfuncties toekennen, deze
verwijderen of de starteigenschappen veranderen, kies dan die module met de knoppen BOVEN of BENEDEN.
Aanwijzingen voor het aanmelden van Light-Modulen vindt men in hoofdstuk 5.2.
van deze handleiding. Vanuit de fabriek zijn vier Light-Display-Modulen (LDM)
aangemeld.
Met de knop RECHTS komt men bij de bewerking van de uitgangfuncties voor de
geselecteerde Light-Module.
Na de eerste inbedrijfname zijn de voorbeelden
van de fabrieksinstellingen voor de LightModule 1 actief. In het display verschijnt de
bezetting van de eerste 8 klemmen met de
lichtfunctie „Random kermis“.
Met de knoppen BOVEN en BENEDEN worden alle voor deze Light-Module
ingerichte uitgangfuncties getoond. In de onderste rij staat daarbij de gebruikte
lichtfunctie. Op de bovenste rij vindt men helemaal links de positie van de LightModule. Getoond wordt ook, óf het om een Light-Display- óf een Light-PowerModule (LDM of LPM) gaat. Helemaal rechts staan de nummers van de klemmen
(uitgangen), die van de lichtfunctie worden bezet.
Een lijst van de uitgangfuncties met de fabrieks instellingen vindt men in de
technische handleiding onder „Uitgangfuncties: Fabrieksinstelling“. Keer weer
terug via de knoppen BOVEN of BENEDEN naar de lichtfunctie „Random kermis“.
Druk opnieuw op de knop RECHTS
instellingen van deze uitgangfunctie te
veranderen. Eerst bestaat de mogelijkheid, de
uitgangfunctie leeg te maken:
Daar maken we gebruik van. Met de knoppen
BOVEN of BENEDEN kan tussen >NEE< en >JA<
heen en weer worden geschakeld. Kies >JA<.
---Hauptmenü---
Ausgangsfunktion
---Hoofdmenu---
Uitgang functies
Modul Pos.: >1<
LDM
1 = LDM-KL:01-08
Zufall Kirmes
1 = LDM-KL:01-08
Random kermis
Ausgangsfunktion
Löschen: >NEIN<
Uitgang functie verwijderen: >NEE<
Ausgangsfunktion
Löschen: >JA<
Uitgang functie verwijderen: >JA<
- 19 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Schaltgruppe>
--
<
>Altijd ac
tief<
>Altijd actief<
Schakelgroep>02<
Druk op de knop LINKS, om de
voorgeprogrammeerde uitgangfuncties te
1 = LDM-KL:01-08
**** FREI ****
verwijderen. In het display wordt nu getoond, dat
de klemmen 1 tot 8 vrij zijn.
Met de knop RECHTS wisselt men naar de
mogelijkheid, aan deze klemmen een nieuwe
lichtfunctie als uitgangfunctie vast te leggen. Als
eerste mogelijke lichtfunctie verschijnt altijd de
**** VRY ****
1 = LDM-KL:01-02
>Bahnübergang<
>Spoorbaan overgang<
„spoorbaan overgang“:
Met de knop BENEDEN worden de ter beschikking staande lichtfuncties in volgorde
getoond, waarin deze in de technische handleiding onder „Beschrijvingvan de
beschikbare lichtfuncties“ zijn opgesomd. Met de knop BOVEN tonen deze zich in
tegengestelde volgorde.
Heeft de getoonde lichtfunctie meer klemmen nodig dan daadwerkelijk vrij zijn, dan
verschijnt op de onderste regel afwisselend de namen van de lichtfunctie als
lopende text: „Niet mogelijk“.
Kies dan met de knoppen BOVEN of BENEDEN de
lichtfunctie AAN/UIT. Via deze lichtfunctie wordt
uitgang 1 als schakeluitgang ingericht,
bijvoorbeeld voor een lichtbron of een motor.
11.1. Uitgangfunctie: Eigenschap altijd actief
Druk op RECHTS, om voor de uitgangfunctie een
eigenschap vast te leggen.
Er staan 4 eigenschappen ter beschikking. In het
1 = LDM-KL:01
>EIN / AUS<
>AAN / UIT<
Eigenschaft
>Immer aktiv<
Eigenschap
display verschijnt de eerste eigenschap:
„Altijd actief“ betekent, dat de uitgangfunctie wordt geactiveert, zo gauw het
dagverloop van de lichtsturing Light-DEC start. De uitgangfunctie wordt alleen maar
gedeactiveert, als het dagverloop stopt.
11.2. Uitgangfunctie: Eigenschap schakelgroep
Wil men de uitgangfunctie tijdelijk gedurende het dagverloop via een
schakelgroep activeren en deactiveren, druk dan op BOVEN of BENEDEN, tot in
het display >Schakelgroep< wordt getoond. Druk dan op RECHTS.
Werd tot hier voor de uitgangfunctienog geen
Eigenschaft
schakelgroepvastgelegd, dan wordt dat in de
display aangegeven met „--„.
Werd reeds een schakelgroep vastgelegd, dan wordt dit in het display getoond.
Kies met de knoppen BOVEN of BENEDEN de
passende schakelgroep. Er worden alleen maar
schakelgroepen ter keuze getoond, waarin de
schakeltijden zijn vrijgegeven.
Eigenschap
Eigenschaft
Schaltgruppe>02<
Eigenschap
In het dagverloop wordt de uitgangfunctie dan geactiveerd volgens de
schakeltijden, die voor de gekozen schakelgroep volgens hoofdstuk 8 van deze handleiding zijn vastgelegd en vrijgegeven.
Wil men de uitgangfunctie met de hand via één van de 8 drukknoppen of
schakelaars, die aan de Basis-Module worden aangesloten, activeren en
deactiveren, druk daarvoor op BOVEN of BENEDEN, tot in het display
>Drukknop/Schakelaar< wordt getoond. Druk dan op de knop RECHTS.
Werd tot nu toe voor de uitgangfunctie nog geen
externe knop vastgelegd, dan wordt dat in de display getoond met „-„.
Eigenschaft
Eigenschap
Werd reeds een knop vastgelegd, dan wordt dit in het display getoond.
Druk nu op de knop of schakel de schakelaar aan en weer uit, zodat op deze
manier de uitgangfunctie wordt geactiveerd en gedeactiveerd. In het display staat nu
het nummer van de drukknoppen respectievelijk de schakelaars.
Drukt men deze knop later tijdens het verloop van de dag, dan wordt de
uitgangfunctie geactiveerd en gedeactiveerd, als men opnieuw op de knop drukt.
Zet men voor deze functie een schakelaar in, dan wordt de uitgangfunctie
geactiveerd, zo gauw de schakelaar wordt ingeschakeld. Wordt de schakelaar
uitgeschakeld, dan wordt de uitgangfunctie gedeactiveerd.
11.4. Uitgangfunctie: Eigenschap DCC-Adres
Wilt U de uitgangfunctiedigitaal via een DCC-Adresactiveren en deactiveren, druk
dan op BOVEN of BENEDEN, tot in het display >DCC-Adres< wordt getoond. Druk
dan op de knop RECHTS.
Werd tot nu toe voor de uitgangfunctie nog geen DCC-Adresgeprogrammeerd, dan wordt dat in
het display getoond met „----„.
Werd er reeds een DCC-Adres geprogrammeerd, dan wordt dit in het display
getoond. Zendt nu het DCC-Adres vanaf de digitale centrale of de modelbaan
besturings software, waarvan men de uitgangfunctie wil activeren en deactiveren.
Het moet daarbij gaan om een bijbehorend adres, zoals bijvoorbeeld ook bij het
schakelen van wissels wordt gebruikt. Herkent Light-DEC het DCC-Adres, dan
verschijnt dat in het display.
Ontvangt Light-DEC later tijdens het dagverloop het geprogrammeerde DCCAdres met de aanvullende informatie wissel rechtdoor, dan wordt de
uitgangfunctie geactiveerd. Stuurt het geprogrammeerde DCC-Adres met de
aanvullende informatie voor wissel afbuigend, dan deactiveert Light-DEC de
uitgangfunctie.
In principe geldt: Worden uitgangfuncties via de schakeltijd van een schakelgroep
of drukknop/schakelaargedeactiveerd, dan wordt de momenteel lopende cyclus
van de lichtfunctie eerst afgemaakt. Pas dan wordt de lichtfunctiedaadwerkelijk
uitgeschakeld. Daarmee kan het deactiveren, afhankelijk van de complexiteit van
de lichtfunctie, enkele seconden vertraging hebben. Bij het deactiveren via het
DCC-Adres wordt de uitgangfunctie dadelijk uitgeschakeld, zonder te wachten op
het einde van de momenteel lopende licht cyclus.
Eigenschaft
Eigenschap
- 21 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
>AAN<
11.5. Uitgangfunctie: Nachtfunctie voor voetgangers
verkeerslichten en verkeerslichten bij een kruising
Wordt één van beide lichtfuncties voetgangers verkeerslichten of verkeerslichten
bij een kruising als uitgangfunctie gebruikt, dan kan als nachtfunctie „GEEL
knipperen“ individueel worden geactiveerd. ’s Nachts knipperen dan de lichten
van de voetgangerverkeerslichten of de verkeerslichten van de zijwegenGEEL.
Via de knoppen BOVEN of BENEDEN kan de
nachtfunctie „GEEL knipperen“ aan- of
uitgeschakeld worden.
Zijn alle instellingen in het menu uitgangfuncties
gedaan, druk dan meerdere malen op de knop
LINKS, tot na een warme start na korte tijd het
bedrijfsscherm verschijnt:
12. Fabrieksinstellingen
Vanaf de fabriek zijn waarden vóórgeprogrammeerd voor:
• Starttijden en tijdfactoren voor de startinstelling en dagfase
• Parameters van de lichtfuncties, die verandert kunnen worden
De vóórgeprogrammeerde waarden vindt men in de technische handleiding in de
tabellen behorende bij de beide thema’s.
Bovendien zijn voor het eerste Light-Display-Module (LDM) uitgangfuncties
vóórgeprogrammeerd. In de technische handleiding zijn deze opgesomd in de tabel
„uitgangfuncties: fabrieksinstellingen“.
Vanaf de fabriek zijn geen schakeltijden voor schakelgroepen er in gezet. Wordt de
fabrieksinstelling gebruikt, dan worden schakeltijden, die mogelijkerwijs reeds zijn
ingevoerd, daarom verwijdert.
De fabrieksinstelling kan weer worden hersteld. Bovendien bestaat de
mogelijkheid, de vóórinstallatie van de uitgangfuncties van de eerste Light-Display-
Module (LDM) te negeren. De uitgangfuncties moeten dan niet individueel worden
verwijderd, om eigen functies in te voeren.
Druk eerst langer dan drie seconden op de knop RECHTS. De display wisselt naar
het hoofdmenu en alle lichtbronnen worden uitgeschakeld.
Druk in het hoofdmenu meerdere malen op de
knop BENEDEN, tot het menu-item
Fabrieksinstelling:
Open het menu Fabrieksinstelling met de knop
RECHTS.
Nachtfunktion
>EIN<
Nacht functie
Light-DEC VX.X
23:30:00 A 300
---Hauptmenü---
Werkseinstellung
---Hoofdmenu--Werkinstelling
Werkseinstellung
>Beispiele<
Werkinstelling
>Voorbeeld<
- 22 -
Modelbaan lichtsturing Light-DEC – Handleiding
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan tussen
Voorbeeld en Leeg worden gekozen.
Werkseinstellung
>Leer<
Fabrieks instelling
>Leeg<
>Voorbeeld< staat voor de mogelijkheid, dat de uitgangfuncties voor het eerste
Light-Display-Module (LDM) worden vóórgeprogrammeerd. Bij >Leeg< worden
geen uitgangfuncties door de Fabrieksinstelling geinstalleerd.
Heeft u besloten voor één van de beide
mogelijkheden, ga dan met de knop RECHTS naar
de veiligheidsvraag:
Met de knoppen BOVEN of BENEDEN kan worden
gekozen tussen Nee en Ja.
Werkseinstellung
>NEIN<
Fabrieks instelling
>NEE<
Werkseinstellung
>JA<
Fabrieks instelling
>JA<
Verlaat de vraag met de knop LINKS bij NEE, dan wordt geen fabrieksinstelling
geinstalleerd.
Verlaat de vraag met de knop LINKS bij JA, dan
wordt de fabrieksinstelling wel geinstalleerd. De
installatie kan 15 seconden duren.
Daarna verschijnt als bekend het bedrijfsscherm
en de Light-DECstart met het verloop van de dag:
Dit produkt is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen onder de 14 jaar. Bij onjuist
gebruik bestaat gevaar voor letsel door scherpe randen en punten! Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Het modelbaan licht regel systeem Light-DEC bestaat uit de
Basis-module en tenminste één Light-module (Light-display of
Light-power), dat aangesloten kan worden aan de linker zijkant
van de Basismodule.
De Light-Display-Modulen hebben 40 uitgangen, die een stroom
tot een 0,5 ampere kunnen leveren. De Light-Power-Modulen met
24 uitgangen, leveren een stroom van maximaal 2,5 A per uitgang.
Met een Basis-Module kunnen tot 160 licht uitgangen via
maximaal 7 Light-Modulen worden aangestuurd. De verschillende
licht effecten (Neonlamp, knipper-licht, looplicht, verkeerslichten
sturing en veel meer) kunnen individueel worden toegewezen aan
de uitgangen.
Gloeilamp Schakelt een licht bron bij toeval eenvoudig aan of uit. Tijd van de onderbreking van
Huis begane grond
Huiskamer Schakelt bij toeval aan of uit. De schakeltijd varieert bij elke volgende schakeling.
Huis verlichting
Neonlamp Eerst bij toeval, onregelmatig flikkeren bij het inschakelen. Daarna blijft het
Vuurwerk1
Vuurwerk2
Vuurwerk3
Random-vuurwerk
Kermis1 tot 8 8 verschillende effekten voor de kermis. Ook voor reklame borden (billboards)
Random kermis
Het typische knipperen van de lichten bij een spoorweg overgang met twee
synchrone en niet synchrone schakelende uitgangen.
Aan- en uit-tijd van gelijke duur. Bij elke knipper en elke start is de knipper
frequentie licht afwijkend van elkaar.
Vier uitgangen, die na elkaar een bepaalde tijd inschakelen.
Vijf uitgangen, die na elkaar een bepaalde tijd inschakelen.
Uitgangen voor de aansturing van LED’s of gloeilampjes in de kleuren rood, geel en
groen produceren licht effecten gelijk bij het bedienings bord van een seinhuis.
Drie uitgangen voor de kleuren rood, groen en blauw produceren toevallige en
constant veranderende kleur-, knipper- en flikkerende effecten als bij een televisie.
Schakelt bij toeval aan of uit. De inschakeltijd is echter duidelijk korter dan de tijd
dat het niet brandt. Dit maakt het mogelijk een eenvoudige combinatie van
verlichting op verdiepingen en in trappenhuizen te maken.
Dit maakt het mogelijk een eenvoudige combinatie van de verlichting in woonhuizen
te maken.
Vertraagt het schakelen bij toeval met enkele seconden. Daardoor wordt ondanks
de gelijke schakeltijden bijvoorbeeld de verlichtingen van alle huizen in een straat
op verschillende tijdstippen aan- of uitgeschakeld.
ingeschakeld branden.
De eerste uitgang is voor een korte tijd permanent aan. Daarna flikkert de tweede
uitgang. De tijden varieren en overlappen elkaar.
De eerste uitgang flikkert een korte tijd. Daarna is de tweede uitgang permanent
aan. De tijden varieren en overlappen elkaar.
Eerst flikkert de eerste uitgang voor een bepaalde tijd. Daarna flikkert de tweede
uitgang. De tijden varieren en overlappen elkaar.
Schakelt random gewijs Vuurwerk 1, 2 of 3. -
onder andere. De snelheid is variabel.
Schakelt random gewijs de kermis 1, 2, 3, 4 , 5, 6, 7 of 8.
Reklame 1 tot 8 8 verschillende effekten voor reclame borden, winkels of een kermis. De snelheid
is variabel.
Radio toren
Schoorsteen
Produceert knippereffect als bij een radio- en televisie toren of andere hoge
gebouwen. Respectievelijk eenmalig, kort knipperen met een volgende langere
pauze.
Produceert knipper licht als bij schoorstenen en windmolens met elk tweemaal
kort knipperen, daarna een langere pauze.
Laslicht Random gestuurd flikkeren van een laslicht. De lengte van het lasproces met
onregelmatig flikkeren en een aansluitende pauze worden bij elke volgende
-
-
-
Las tijd
Pauze tijd
lascyclus opnieuw bij toeval bepaald.
Camera flitslicht Random gestuurde camera flits licht. De lengte van de pauze wordt na elke flits
Pauze tijd 1
random gewijs opniew bepaald binnen de ingestelde pauzetijd.
Politie licht
Vuur Simuleert een open vuur door onregelmatig flikkeren.
Voetgangers
verkeerslicht
Verkeerslichten bij
een kruising
Auto knipperlicht
Bouwplaats 5 Geschikt voor looplichten op een bouwplaats. De inschakeltijden zijn zeer kort en
Bouwplaats 8 Geschikt voor looplichten op een bouwplaats. De inschakeltijden zijn zeer kort en
AAN / UIT Schakelt direct aan of uit. Geschikt voor licht bronnen, functionerende modellen
Voor hulpverleningsvoertuigen. Elk licht simuleert bij elke start met bij toeval
gekozen knipperduur aandrijvingen met verschillende snelheden.
Produceert alle fasen van een voetgangers verkeerslicht met 2-kleuren en 3
kleuren verkeers lichten met instelbare fasen tijden. Via de uitgangsfunctie kan
als nacht functie „GEEL knipper“ individueel aan- of uitgeschakeld worden. De
direkte sprong van „ROOD naar GROEN“ en voor de voetgangers lichten
„GROEN knipperen“ kan voor de verkeerslichten worden ingesteld in het menu
verkeerslichten schakeling tesamen voor alle verkeerslichten schakelingen.
Produceert alle fasen van straat- en voetgangers verkeerslichten voor kruisingen
en zijwegen met instelbare fasentijden.
Via de uitgangsfunctie kan als nacht functie „GEEL knipper“ individueel aan- of
uitgeschakeld worden.
De direkte sprong van „ROOD naar GROEN“ en voor de voetgangers lichten
„GROEN knipperen“ kan voor de verkeerslichten worden ingesteld in het menu
verkeerslichten schakeling tesamen voor alle verkeerslichten schakelingen.
Produceert typisch knipper frequentie van de rijrichtingwijzer van auto’s. Licht
varierende knipper frequentie bij elke start.
simuleren flits lampen. Na elke cyclus is een korte pauze.
simuleren flits lampen. Na elke cyclus is een korte pauze.
zoals windmolens, molens, motoren, andere licht modulen, rookgeneratoren.
6. Lichtinstelling: parameter van licht funkties, die individueel aangepast kunnen worden
Hoofdmenu Submenu Instelbaar Fabrieksinstelling Eigen instelling Bereik van de instelling
Neonlamp Inschakeltijd MIN: 700 ms MIN: ms MIN: 500 ms tot 3000 ms / Stap: 100 ms
MAX: 1500 ms MAX: ms MAX: 500 ms tot 3000 ms / Stap: 100 ms
Knipperlicht Schakelduur 400 ms ms 300 ms tot 3000 ms / Stap: 50 ms
Looplicht Snelheid 200 ms ms 50 ms tot 5000 ms / Stap: 50 ms
Huis verlichting Pauzetijd MIN: 5 sec MIN: sec MIN: 1 sec tot 5 sec / Stap: 1 sec
MAX: 50 sec MAX: sec MAX: 1 sec tot 120 sec / Stap: 1 sec
Camera flitslicht Pauzetijd MIN: 5 sec MIN: sec MIN: 1 sec tot 120 sec / Stap: 1 sec
MAX: 60 sec MAX: sec MAX: 1 sec tot 480 sec / Stap: 1 sec
Voetgangers licht Voetganger ROOD 5 sec sec ROOD: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
Lichtinstelling Voetganger GROEN 5 sec sec GROEN: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
Straat GROEN 3 sec sec GROEN: 1 sec tot 120 sec / Stap: 1 sec
Verkeerslichten Voetganger ROOD Hoofd: 3 sec Hoofd: sec Hoofd: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
kruising Voetganger GROEN Hoofd: 6 sec Hoofd: sec Hoofd: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
Voetganger ROOD Zijstraat: 3 sec Zijstraat: sec Zijstraat: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
Voetganger GROEN Zijstraat: 3 sec Zijstraat: sec Zijstraat 1 sec tot 20 sec / Step: 1 sec
Verkeerslichten ROOD na GROEN Via ROOD + GEEL ROOD na GROEN: Via ROOD + GEEL / Direct
schakeling GROEN knipper UIT GROEN knipper: AAN / UIT
Bouwplaats Flitsduur 250 ms ms 50 ms tot 500 ms / Stap: 50 ms
Pauzetijd 500 ms ms 50 ms tot 5000 ms / Stap: 50 ms
Spoorweg overgang Schakeltijd 1000 ms ms 500 ms tot 3000 ms / Stap: 100 ms
Lichtoverlap UIT Lichtoverlap: AAN / UIT
Laslicht Lastijd MIN: 5 sec MIN: sec MIN: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
MAX: 10 sec MAX: sec MAX: 1 sec tot 20 sec / Stap: 1 sec
Pauzetijd MIN: 5 sec MIN: sec MIN: 1 sec tot 300 sec / Stap: 1 sec
MAX: 20 sec MAX: sec MAX: 1 sec tot 300 sec / Stap: 1 sec
Vuurwerk Pauzetijd MIN: 5 sec MIN: sec MIN: 1 sec tot 120 sec / Stap: 1 sec
MAX: 50 sec MAX: sec MAX: 1 sec tot 120 sec / Stap: 1 sec