Littfinski DatenTechnik (LDT)
Bouwhandleiding
Spoorbezetmelder (8-voudig)
uit de Digital-Profi-Serie !
GBM-8-B Art.-Nr.: 020001
>> Bouwpakket <<
⇒ bewaakt 8 baanvakken
(stroomgevoeligheid van 0,001[1mA] tot 3 Ampère)
⇒ geschikt voor de terugmeldmodules
RM-88-N-O / RM-DEC-88-O en Roco 10787
⇒ geen eigen voedingsbron noodzakelijk
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats.
CE Art.-Nr.:
40 43 97
Voorwoord:
U heeft voor uw modelspoorbaan de 8-voudige
spoorbezetmelder GBM-8 uit het assortiment van Littfinski
DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
Wij wensen U veel plezier met dit product!
De spoorbezetmelder GBM-8 uit de Digital-Profi-Serie kan
probleemloos op uw digitale modelspoorbaan worden ingezet.
De GBM-8 is geschikt voor directe aansluiting aan de
terugmeldmodules RM-88-N-O / RM-DEC-88-O en Roco
10787.
Voordat u begint:
Gereedschap voor montage
Leg de volgende gereedschappen klaar voor gebruik:
• een kleine zijkniptang
• een lichte soldeerbout met een dunne soldeerpunt
• soldeertin (zo mogelijk 0,5mm)
Veiligheidsaanwijzingen
• De in het bouwpakket aanwezige elektrische en elektronische
• Een soldeerbout kan een temperatuur ontwikkelen tot 400°C.
• Dit bouwpakket bevat kleine onderdelen, die door kinderen
onderdelen mogen alleen aan een lage spanning uit
toegestane en gecontroleerde spanningsomzetters
(transformatoren) aangesloten worden. De onderdelen zijn
gevoelig voor oververhitting, zij mogen bij het solderen
slechts kort verwarmd worden. Geen „bakwerk“!
Laat deze nooit zonder toezicht achter. Houd ruime afstand
van brandbare materialen en gebruik een tegen hitte
bestendige ondergrond.
ingeslikt kunnen worden. Laat kinderen (onder 3 jaar)
uitsluitend onder toezicht mee knutselen.
Opbouwen:
Ga bij de opbouw in de juiste volgorde te werk, zoals dit in de
onderdelenlijst is aangegeven. Vink elke stap af in de
desbetreffende regel (Ok.) van de onderdelenlijst, nadat u deze
stap beëindigd heeft.
Bij diodes dient erop gelet te worden, dat deze op de juiste
wijze (polariteit) worden ingebouwd. De plaats van de kathode
(herkenbaar aan zwarte streep) bepaalt de polariteit.
Weerstandsnetwerken hebben als inbouwkenmerk aan één
einde een opgedrukt rondje of een rechthoek. Steek dit
onderdeel zo in, dat dit kenmerk met de markering tussen het
eerste en tweede boorgat resp. met de opdruk „1“ op de
printplaat overeenstemt.
De 330Ohm (weerstands-) netwerken (RN1 en RN2) hebben
als kenmerk voor de weerstandswaarde het opschrift 331 en
de 10kOhm (weerstands-) netwerken (RN3 en RN4) het
opschrift 103.
Bij montage van de transistoren moet op de afgevlakte zijde
worden gelet.
Steek de 2-polige en de 3-polige klemmen voor de inbouw
samen tot een blok met 10 resp. 12 aansluitingen.
Onderdelenlijst:
1 1 Printplaat
2 10 Diode 1N4148 Let op de polariteit! D17...26
3 8 Weerstand 1kOhm bruin-zwart-zwart-bruin R1...R8
4 8 Weerstand 220kOhm rood-rood-zwart-oranje R9...R16
5 2 Netwerk 4*330Ohm Let op de polariteit! (331) RN1, 2
6 2 Netwerk 4*10kOhm Let op de polariteit! (103) RN3, 4
7 8 Condensator 22pF C1...C8
8 16 Dioden BY251 Let op de polariteit! D1...D16
9 8 Transistor BC 547 T1...T8
10 6 Klem 3-polig Samenstel. voor montage KL1...6
11 2 Klem 2-polig Samenstel. voor montage KL7, 8
12 Nacontrole
Made in Europe by
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Kleiner Ring 9
D-25492 Heist/Germany
Phone: 0049 4122 / 977 381
Fax: 0049 4122 / 977 382
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Vertaling: ©2005 – Jaap Kramer
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 05/2013 by LDT
Roco is een geregistreerd handelsmerk.
Soldeerhandleiding:
Als u nog niet veel ervaring met solderen hebt, is het verstandig eerst deze
soldeeraanwijzing aandachtig te lezen, voordat u de soldeerbout ter hand
neemt. Want goed solderen dient geleerd te worden door oefening.
1. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeervloeistof en/of pasta. Deze bevatten een zuur, dat onderdelen
en printsporen kan beschadigen.
2. Als soldeermateriaal mag alleen elektronica tin SN 60 Pb (dit betekent
60% tin, 40% lood) met een weinig harskern gebruikt worden, dat
gelijktijdig als vloeimiddel dient.
3. Gebruik een kleine soldeerbout met een vermogen van maximaal 30
Watt. De punt van de soldeerbout moet vrij van bramen en vuil zijn,
zodat de warmte goed kan worden overgedragen. Dit betekent, dat de
warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaats moet
worden geleid.
4. De soldeerverbinding zelft dient vlot uitgevoerd te worden, omdat door
een te lange verwarming onderdelen beschadigd kunnen worden.
Tevens kan dit leiden tot het loslaten van soldeereilandjes of
printsporen.
5. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt zo op de te
solderen plaats gehouden, dat gelijktijdig de aansluitdraad v/h
onderdeel en het printspoor geraakt worden. Tegelijk wordt, (niet
teveel) soldeertin toegevoerd, wat tevens verwarmd wordt. Zodra het
soldeertin begint te vloeien, neemt u het weg van de soldeerplaats.
Dan wacht u nog een ogenblik, tot het achtergebleven soldeertin goed
gevloeid heeft, waarna u de soldeerbout terugneemt van de
soldeerplaats.
6. Let erop, dat het zojuist gesoldeerde onderdeel, nadat u de
soldeerbout heeft weggenomen, ca. 5 seconden niet bewogen wordt.
Het resultaat zou een glanzende zilverkleurige, onberispelijke
soldeerverbinding moeten zijn.
7. Voorwaarden voor een onberispelijke soldeerverbinding en goed
solderen zijn een schone en niet geoxydeerde soldeerboutpunt. Want
met een vervuilde soldeerboutpunt is het absoluut onmogelijk, goed te
solderen. Neem daartoe na elke soldeerverbinding het overtollige tin en
vuil weg van de soldeerboutpunt, met een vochtig sponsje of met een
in siliconen gedompeld doekje.
8. Na het solderen worden de aansluitdraden kort boven de
soldeerverbinding afgeknipt met een zijkniptang.
9. Bij het insolderen van halfgeleiders, (transistoren, dioden), LED’s en
IC’s is het van belang, dat een soldeertijd van 5 seconden niet
overschreden wordt, omdat anders het onderdeel beschadigd kan
worden. Bovendien moet bij deze onderdelen op de juiste polariteit
worden gelet.
10. Controleer na het opbouwen van iedere printplaat nog eenmaal
grondig, of alle onderdelen juist geplaatst en gepoold zijn. Controleer
ook of de verschillende aansluitingen en/of printsporen niet door
tinresten overbrugd zijn. Dit kan niet alleen de oorzaak zijn van
verkeerd functioneren, maar ook leiden tot beschadiging van dure
onderdelen.
11. Let er a.u.b. op, dat ondeskundige soldeerverbindingen, foutieve
aansluitingen, foutieve bediening en assemblagefouten buiten het
bereik van onze invloed liggen.
Algemene bouwaanwijzingen:
De aansluitingen van weerstanden en dioden worden bij liggende inbouw
overeenkomstig de rastermaat haaks omgebogen en in de daarvoor
bestemde gaatjes (zie: onderdelenlijst of de printopdruk) gestoken. Om te
voorkomen dat onderdelen uit de print vallen nadat deze wordt omgedraaid,
buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar en worden deze zorgvuldig
gesoldeerd op de soldeereilandjes v/d printsporen aan de soldeerzijde van
de printplaat. Aansluitend worden de aansluitdraden kort boven de
soldeerverbinding met een zijkniptang afgeknipt.
De in dit bouwpakket gebruikte weerstanden zijn metaalfilm-weerstanden.
Deze hebben een tolerantie van 1% en zijn door een (extra) bruine
„tolerantiering“ gekenmerkt. De tolerantiering is naast de bruine kleur ook
herkenbaar, omdat de afstand tot de rand v/h onderdeel, c.q. de afstand tot
de andere vier ringen groter is. Metaalfilm-weerstanden hebben normaal
gesproken vijf kleurringen. Voor het aflezen van de kleurcodes wordt de
weerstand zodanig gehouden, dat de bruine tolerantiering zich aan de
rechterzijde van de weerstand bevindt. De kleurringen worden dan van
links naar rechts gelezen!
Bij diodes dient u erop te letten, dat deze juist gepoold ingesoldeerd
worden, (positie v/d kathodestreep). Bij het solderen letten op een korte
soldeertijd! Ditzelfde geldt ook voor transistoren en geïntegreerde
schakelingen (IC’s). Bij transistoren moet de afgevlakte zijde
overeenkomen met de betreffende opdruk op de printplaat.
De aansluitingen mogen in geen geval kruisen, bovendien moeten deze
onderdelen op een afstand van ca. 5mm boven de printplaat gemonteerd
worden. Let ook hier op een korte soldeertijd, zodat het onderdeel niet
door oververhitting beschadigd wordt.
Condensatoren worden ook in de daarvoor bestemde gekenmerkte gaatjes
geplaatst, waarbij de aansluitdraden iets uitelkaar worden gebogen waarna
deze goed aan de printsporen worden gesoldeerd. Bij de elektrolyt
condensatoren (elco’s) moet op de polariteit (+,-) worden gelet! Verkeerd
om ingesoldeerde elco’s kunnen bij bedrijf exploderen! Daarom is het
bijzonder belangrijk, deze polarisatie twee- of driemaal te controleren. Let
ook op de capaciteit van condensatoren, bijv. n10 = 100pF (niet 10nF).
De mogelijkheid dat na samenbouw iets niet functioneert, kan beperkt
worden door nauwkeurig en netjes te werken. Controleer elke stap en elke
soldeerverbinding tweemaal, alvorens verder te gaan! Houdt u aan de
volgorde van de onderdelenlijst! Voer de daarin beschreven stappen niet
anders uit en sla geen stappen over! Vink na controle elke stap af.
Neem in ieder geval de tijd: knutselen is geen aangenomen werk, want de
hier besteedde tijd is korter, dan die wanneer naar fouten gezocht moeten
worden.
In gebruik nemen:
De IC-voetjes en geïntegreerde schakelingen (IC’s) zijn in het bouwpakket
voor een veilig transport op een stukje geleidend MOS-schuim gestoken.
Dit schuim mag nooit onder of tussen de electronische componenten
gebruikt worden, omdat dit elektrisch geleidend is.
Wordt het bouwpakket rustend op dit schuim in bedrijf genomen, dan kan
dit door kortsluiting in de geleidende onderlaag (contact tussen de
printsporen en het schuim) beschadigd worden. In ieder geval zal het
bouwpakket dan niet functioneren zoals gewenst wordt.
Garantie:
Omdat wij geen invloed hebben op een juiste en vakkundige opbouw,
kunnen wij vanzelfsprekend bij bouwpakketten alleen de garantie van
volledigheid en een correcte werking van de onderdelen geven.
Gegarandeert wordt de juiste werking van de onderdelen in niet
ingebouwde toestand en de inhoud van de technische specificaties
overeenkomend met de soldeeraanwijzingen, een juiste verwerking en
voorgeschreven inbedrijfsname c.q. aansluiting en bedieningswijze.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten.
Wij dragen geen enkele garantie of welke aansprakelijkheid dan ook voor
schades of uit dit product voortkomende schades.
Wij behouden ons het recht voor van reparatie, verbetering(en), levering
van reserve onderdelen of de teruggave van het aankoopbedrag.
Bij de volgende criteria volgt géén reparatie c.q. vervalt het recht op enige
aanspraak op garantie:
• indien bij het solderen zuur bevattend soldeertin, soldeervet of een zuur
bevattend vloeimiddel e.d. gebruikt werd
• indien het bouwpakket ondeskundig gesoldeerd en/of geassembleerd
werd
• bij wijzigingen en reparatiepogingen aan de schakeling
• bij eigenmachtige wijziging van de schakeling
• bij de constructie niet voorziene, ondeskundige plaatsing van
onderdelen, draadrestanten van onderdelen etc.
• gebruik van andere, niet originele tot het bouwpakket behorende
onderdelen
• bij beschadiging van printsporen of soldeereilandjes
• bij foutieve assemblage van de printplaat en daaruit voortkomende volg
schades
• bij overbelasting van een onderdeel
• bij schade door toedoen van vreemde personen
• bij schade door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing c.q. het
aansluitschema
• bij aansluiting op een verkeerde spanning c.q. stroomsoort
• bij verkeerde polariteit van een onderdeel
• bij foutieve bediening of schades door onoordeelkundig gebruik of
misbruik
• bij defecten, die door overbrugging van zekeringen of door gebruik van
de verkeerde zekeringen ontstaan.
In al deze gevallen volgt de terugzending van het bouwpakket ten uwen
laste. Nederlandse vertaling: ©2004 – Jaap Kramer
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 05/2013 by LDT