Kuppersbusch IG 6508.1 Instruction Manual [nl]

   

Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
Veiligheidsvoorschriften 4. . . . . . . .
Kennismaking met het apparaat 6.
Wateronthardingsinstallatie 7. . . . .
Zout bijvullen 8. . . . . . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 9. . . .
Niet geschikt voor de afwasautomaat 10
Serviesgoed sorteren 11. . . . . . . . . .
Afwasmiddelen 15. . . . . . . . . . . . . . . .
auto 3in1 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 19. . . . . . . . . .
Inhoud
Afwassen 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie bij het programmaverloop 22
Extra functies 23. . . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 23. . . .
Opsporing van storingen 26. . . . . . . .
Inschakelen van de Servicedienst 28
Aanwijzingen 29. . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie 29. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat 31. . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren:
Het karton bestaat voornamelijk uit oudpapier.
Het opvulmateriaal is van CFK-vrij geschuimd styropor.
Het foliemateriaal van polyetheen (PE) bestaat voor een deel uit secundaire grondstoffen.
Het hout (indien aanwezig) is van afvalhout en onbehandeld.
De banden (indien aanwezig) zijn van polypropeen (PP).
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie­en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings­systeem van de elektrische huisinstallatie volgens de geldende elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat.
Als de afwasautomaat in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet hij volgens de voorschriften en bovendien aan de achterwand bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen: Het kunststof huis aan de water­aansluiting bevat een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden en het kunststof huis niet in water onderdompelen.
Waarschuwing
Als het toestel niet in een nis staat en daardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar voor verwondingen). De afdekkingen krijgt u als extra toebehoren bij de klantendienst of uw dealer.
4
Dagelijks gebruik
Waarschuwing
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden inruimen of plat in de servieskorf leggen.
De afwasautomaat alleen in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten dat het apparaat naar voren kan kiepen bij te vol geladen servieskorven.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan water uit het apparaat spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen op de verpakking van het afwa- en glansspoelmiddel.
Bij kinderen in het huishouden
Kleine kinderen mogen niet met de afwasautomaat spelen of deze bedienen.
Kleine kinderen uit de buurt van afwasmiddel of glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kleine kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
Kinderbeveiliging *
* niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
40 Kinderbeveiliging inschakelen 41 Deur met ingeschakelde
kinderbeveiliging openen
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij schade
Reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Bij reparaties mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. Alleen aan de stekker trekken, niet aan de aansluitkabel. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar maken waardoor ongevallen worden voorkomen. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en de deursluiting onklaar maken.
Het apparaat volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Waarschuwing
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten raken (verstikkingsgevaar) of in andere situaties terechtkomen. Daarom: Stekker uittrekken, netkabel afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig kapot maken dat de deur niet meer sluit.
5
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningspaneel
1 Hoofdschakelaar 2 Extra functies* 3 Toets starttijd kiezen 4 Indicatie zout bijvullen 5 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen 6 Programmatoetsen 7 Toets om de deur te openen 8 Cijferindicatie 9 Programmaverloopindicatie
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
Bovenste servieskorf met etagère
20
Extra bestekkorf voor de bovenste
21
servieskorf * Bovenste sproeiarm
22
Onderste sproeiarm
23
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
24
Zeven
25
Bestekkorf
26
Onderste servieskorf
27
Vergrendeling voor
28
afwasmiddelbakje Reservoir voor glansspoelmiddel
29
met bijvulindicatie Afwasmiddelbakje
30
Typeplaatje
31
* niet bij alle modellen
Inkopen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt:
– zout – afwasmiddel – glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de vaatwasmachine.
6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Programmatoets B ingedrukt houden en hoofdschakelaar Hierna de toetsen loslaten.
De indicatie van toets B knippert en op de cijferindicatie brandt de door
de fabriek ingestelde waarde Om de instelling te wijzigen:
programmatoets Bij elke druk op de toets wordt de
instelwaarde met één stand verhoogd; als stand is bereikt, dan springt de indicatie weer op Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
1 inschakelen.
.
B indrukken.
.
7
Zout bijvullen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout automatisch uit het zoutreservoir in de wateronthardingsinstallatie gespoeld waar de kalk wordt opgelost. De kalkhoudende oplossing wordt uit de afwasautomaat gepompt. Daarna functioneert het onthardingssysteem weer. Het regenereren functioneert alleen als het zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraadreservoir
24 openen.
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: ca. 1 l water in het zoutreservoir gieten.
Gebruik hiervoor de meegeleverde doseerhulp.
Het zoutreservoir hierna met zoveel zout (geen tafelzout) vullen tot het vol is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult, wordt het water verdrongen en loopt het weg. Daarom moet dit altijd onmiddellijk vóór het inschakelen van de afwasauto­maat gebeuren. (Om corrosie te voorkomen.) Hiermee bereikt u dat de overlopende zoutoplossing direct wordt verdund en weggespoeld. Verwijder vervolgens de zoutresten rond de vulopening en schroef het reservoir dicht. De schroefdop niet schuin erop draaien.
8
De indicatie zout bijvullen 4 op het bedieningspaneel brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een voldoende zoutconcentratie heeft gevormd.
Attentie
Bij het instellen op geen regenereerzout gebruiken omdat er tijdens het afwassen geen zout verbruikt wordt. De indicatie voor zout is uitgeschakeld.
Bij het instellen op moet het zoutreservoir met zout worden gevuld.
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
mag u
tot
Indicatie zout bijvullen
Zodra in het bedieningspaneel de indicatie zout bijvullen u onmiddellijk vóór de volgende afwasbeurt zout bijvullen.
Afhankelijk van het aantal afwasbeurten en de instelling van de wateronthardingsinstallatie kan het meerdere maanden duren voordat het zout bijgevuld dient te worden.
4 brandt, moet
Vullen met glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de glazen helder en het serviesgoed zonder strepen te laten opdrogen.
Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel
Druk hiertoe op de markering (1 ) op het deksel en open tegelijkertijd het
deksel met het bedieningslipje (2 ).
Glansspoelmiddel in de vulopening gieten tot de indicatie donker wordt.
29 openklappen.
1
2
Instellen van de juiste dosering van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid glansspoelmiddel kan traploos worden ingesteld. De instelknop is door de fabriek op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop voor glansspoelmiddel als er strepen (draaien in richting –) of watervlekken (draaien in richting +) op het serviesgoed achterblijven.
29
Instelknop voor glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
Zolang de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel (niet bij alle modellen) of bij de doseerinrichting genoeg glansspoelmiddel aanwezig.
29 donker is, is er
5
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Gebruik alleen glansspoelmiddel dat geschikt is voor huishoudelijke afwasautomaten. Gemorst glansspoelmiddel kan bij de volgende afwasbeurt tot overmatige schuimvorming leiden. Het ernaast gegoten glansspoelmiddel daarom met een doekje verwijderen.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
9
Indicatie glansspoelmiddel Uit– of inschakelen
U kunt de indicatie glansspoelmiddel in­of uitschakelen. Deze functie kan als volgt gewijzigd worden.
Programmatoets 3 ingedrukt houden en de hoofdschakelaar inschakelen. Hierna de toetsen loslaten. De indicatie 3 knippert en op de cijferindicatie (de indicatie glansspoelmiddel is ingeschakeld).
Door de programmatoets 3 in te drukken kunt u de indicatie glansspoel­middel uit
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen; de instelling is in het geheugen opgeslagen.
of inschakelen .
Attentie!
De indicatie glansspoel­middel alleen uitschakelen als u reinigingsmiddel met geïntegreerd glansspoelmiddel gebruikt!
1
8 verschijnt
Niet geschikt voor de afwasautomaat
In uw afwasautomaat mag u het volgende niet afwassen:
Bestek en serviesgoed van hout of met houten onderdelen. Ze logen uit en worden lelijk; ook is de gebruikte lijm niet bestand tegen de optredende temperaturen.
Gevoelige, gedecoreerde glazen, met de hand beschilderde vazen en serviesgoed, speciaal antiek of onvervangbaar serviesgoed. De decoraties waren nog niet geschikt voor de afwasautomaat.
Kunststof voorwerpen die gevoelig zijn voor heet water.
Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf. Materiaal dat water absorbeert,
zoals sponzen of doeken.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Advies:
koop voortaan alleen serviesgoed waarop staat aangegeven dat het geschikt is voor de afwasmachine.
10
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het glas;
chemische samenstelling van het afwasmiddel;
temperatuur van het water en programmaduur van de afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de fabricant aangeduid wordt als geschikt voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het serviesgoed ontziet. U kunt dit informeren bij de fabricant van het afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag mogelijke temperatuur en een korte programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasautomaat halen.
Serviesgoed sorteren
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig.
Het serviesgoed als volgt inruimen:
alle soorten vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen etc. met de opening naar beneden zetten.
Serviesgoed met een ronding of een holte schuin in de servieskorf zetten zodat het water er vanaf kan lopen.
Het serviesgoed moet stevig staan en mag niet wankelen.
De twee sproeiarmen moeten ongehinderd kunnen ronddraaien.
Heel kleine stukken kunnen niet in de machine gewassen worden omdat ze makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste mand op het vaatwerk in de onderste mand vallen, is het aan te raden om eerst de onderste en dan de bovenste mand te legen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
* niet bij alle modellen
11
Loading...
+ 24 hidden pages