Kuppersbusch IG 634.3 Instruction Manual [nl]

IG 634
5600 047 469 (8105)
de
Sicherheitshinweise 3. . . . . . . .
Gerät kennen lernen 4. . . . . . .
Enthärtungsanlage 5. . . . . . . .
Spezialsalz einfüllen 6. . . . . . .
Klarspüler einfüllen 7. . . . . . . .
Nicht geeignetes Geschirr 8. .
Geschirr einordnen 9. . . . . . . .
Inhaltsverzeichnis
Programmübersicht 14. . . . . . . .
Geschirrspülen 15. . . . . . . . . . . .
Wartung und Pflege 16. . . . . . . .
Fehlersuche 18. . . . . . . . . . . . . .
Kundendienst rufen 20. . . . . . . .
en
Safety information 23. . . . . . . . .
Getting to know your dishwasher 24
Water softener 25. . . . . . . . . . . .
Filling the special salt container 26 Filling the rinse-aid container 27 Not suitable for the dishwasher 28 Arranging crockery , glasses,
etc. in the dishwasher 29. . . . . .
fr
Consignes de sécurité 44. . . . . .
Présentation de l’appareil 45. . . Installation d’adoucissage 46. . Remplissage du sel spécial 47. Remplissage du liquide de rinçage 48
Vaisselle inadéquate 49. . . . . . .
Classement de la vaisselle 50. .
nl
Veiligheidsvoorschriften 65. . . .
Kennismaking met het apparaat 66 Wateronthardingsinstallatie 67.
Zout bijvullen 68. . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 69
Ongeschikt servies 70. . . . . . . .
Serviesgoed sorteren 71. . . . . .
Afwasmiddelen 73. . . . . . . . . . . .
Index
Sommaire
Inhoud
Detergents 31. . . . . . . . . . . . . . .
Programme overview 34. . . . . .
Washing dishes 35. . . . . . . . . . .
Care and maintenance 36. . . . .
Fault finding 38. . . . . . . . . . . . . .
Customer Service 40. . . . . . . . .
Important information 41. . . . . . .
Tableau des programmes 55. . .
Laver la vaisselle 56. . . . . . . . . .
Nettoyage et entretien 57. . . . . .
Détection des pannes 59. . . . . .
Appeler le service après-vente 61
Remarques 62. . . . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 76. . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 78
Opsporing van storingen 80. . . .
Inschakelen van de Servicedienst 82
nl
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie- en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de geldende elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat.
Gebruik bij het aansluiten nooit een verlengkabel.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen: Het kunststof huis aan de water­aansluiting bevat een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden en het kunststof huis niet in water onderdompelen.
Waarschuwing
Als het toestel niet in een nis staat en daardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar voor verwondingen). De afdekkingen krijgt u als extra toebehoren bij de klantendienst of uw dealer.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het huishouden en voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed, gebruiken.
Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie!
Tijdens het programmaverloop de deur alleen voorzichtig openen. Er bestaat gevaar dat er water uit het apparaat spuit.
Bij kinderen in het huishouden
Kleine kinderen mogen niet met de afwasautomaat spelen of deze bedienen.
Kleine kinderen uit de buurt van afwasmiddelen en glansspoelmiddelen houden.
Kleine kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
65
nl
Kinderbeveiliging *
* niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
40 Kinderbeveiliging inschakelen
( Handgreep voor het openen van de deur
2 )
41 Deur met ingeschakelde
kinderbeveiliging openen
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij schade
Reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Bij reparaties mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. Alleen aan de stekker trekken, niet aan de aansluitkabel. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar maken waardoor ongevallen worden voorkomen. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en de deursluiting onklaar maken.
Het apparaat volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Waarschuwing
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten raken (verstikkingsgevaar) of in andere situaties terechtkomen. Daarom: Stekker uittrekken, netkabel afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig kapot maken dat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenkant van het apparaat zijn op de laatste uitklapbare bladzijde van deze brochure afgedrukt. A.u.b. vóór het lezen deze bladzijde openklappen.
Bedieningspaneel
1 Hoofdschakelaar 2 Handgreep voor het openen van de
deur
3 Indicatie einde van het programma 4 Indicatie zout bijvullen * 5 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen * 6 Programmatoetsen
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
Bovenste servieskorf met etagère
20
Extra bestekkorf voor de bovenste
21
servieskorf * Bovenste sproeiarm
22
Onderste sproeiarm
23
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
24
Zeven
25
Bestekkorf
26
Onderste servieskorf
27
Vergrendeling
28
Reservoir voor glansspoelmiddel
29
met bijvulindicatie Afwasmiddelbakje
30
Typeplaatje
31
* niet bij alle modellen
66
Inkopen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt:
– zout – afwasmiddel – glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de vaatwasmachine.
nl
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
Programmatoets B ingedrukt houden en de hoofdschakelaar inschakelen. Daarna de toetsen loslaten.
De indicatie lampjes bij de toetsen branden.
(De instelwaarde van de hardheid werd door de fabriek ingesteld op stand 2.)
Om de instelling te veranderen: programmatoets elke druk op de toets wordt de instelling steeds met één stand verhoogd (0–3). Als de lampjes boven de toetsen
B en C branden, is de maximale instelwaarde van de waterhardheid bereikt. Als de instelwaarde nu weer verhoogd wordt, dan gaan de lampjes uit en staat de instelwaarde van de hardheid weer op stand 0 (geen enkel lampje boven de toetsen brandt). Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
4 knippert en de
1
A en B
B indrukken. Bij
A ,
Tabel voor de waterhardheid
_dh _Clarke mmol/
0–6
7–16
17–21 22–35
_fH
0–11 12–29 30–37 38–60
0–8
9–20
21–26 27–44
0–1,1 1,2–2,9 3,0–3,7 3,8–6,2
ABC
l
Reset 0 1
2 3
67
nl
Zout bijvullen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout automatisch uit het zoutreservoir in de wateronthardingsinstallatie gespoeld waar de kalk wordt opgelost. De kalkhoudende oplossing wordt uit de afwasautomaat gepompt. Daarna functioneert het onthardingssysteem weer. Het regenereren functioneert alleen als het zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraadreservoir
24 openen.
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: ca. 1 l water in het zoutreservoir gieten.
De meegeleverde trechter in de vulopening zetten.
Daarna zoveel zout toevoegen tot het zoutreservoir vol is (maximaal 1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult, dan wordt het water verdrongen en loopt weg. Verwijder vervolgens de zoutresten rond de vulopening en sluit het reservoir zonder het deksel er schuin op te draaien.
De indicatie zout bijvullen 4 op het bedieningspaneel brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een voldoende zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij instelling op ’0’ moet u geen regenereerzout gebruiken omdat er tijdens het afwassen geen zout gebruikt wordt. Bij instelling op ’1’ tot ’3’ moet het zoutreservoir met zout worden gevuld.
Attentie!
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra de indicatie zout bijvullen 4 op het bedieningspaneel brandt, moet u zout bijvullen.
68
Loading...
+ 16 hidden pages