Konica X1 User Manual [nl]

KONICA MINOLTA PHOTO IMAGING, INC.
© 2005 Konica Minolta Photo Imaging, Inc. under the Berne
Convention and the Universal Copyright Convention.
9979-2801-57/12984 Printed in Germany
GEBRUIKSAANWIJZING
Meld u vandaag nog aan bij Konica Minolta Photo World,
Konica Minolta Productondersteunings-site, met toegang tot de Knowledge base met zoekfunctie, Software en Hardware FAQs (Veelgestelde vragen), Software-, Driver- en Firmware-downloads, informatie over Telefonische ondersteuning.
Le site d'assistance Produits Konica Minolta comporte un accès à une base de données de recher­che, des Questions/Réponses relatives aux matériels et aux logiciels, des logiciels, des pilotes et des mises à jour de firmware à télécharger ainsi que des renseignements sur les possibilités d'assistance téléphonique.
Die Konica-Minolta-Support-Seite ermöglicht Ihnen den Zugriff auf eine umfangreiche Wissens­datenbank. Eine Suchfunktion gibt Ihnen Antworten auf häufig gestellte Fragen zu Hardware und Software. Aktuelle Software, Treiber und Firmware finden Sie hier ebenso wie die Telefonnummern zu unseren Support-Mitarbeitern.
Konica Minolta Product Support Site, featuring access to a searchable Knowledgebase, Software and Hardware FAQs (Frequently Asked Questions), Software, Driver and Firmware Downloads, Telephone Support Information.
www.konicaminoltasupport.com
De ultieme toegang naar kennis en informatie voor fotografieliefhebbers:
www.KonicaMinoltaPhotoWorld.com
Registreer nu, bespaar 29,99 EUR, en krijg DiMAGE Messenger gratis!
Picture: Konica Minolta Photoworld Member Professor Claes Magnusson/Sweden
VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze camera. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten.
Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
Lithium-ion batterijen
Deze camera werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithi­um-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en che­mische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken.
DiMAGE X1 digitale camera Lithium-ion batterij NP-1 Bassisstation CA-1 Polsriem HS-DG 150 USB-kabel USB-3 AV-kabel AVC-700 SD geheugenkaart Digital Camera Software CD-ROM DiMAGE Master Lite gebruiksaanwijzing CD-ROM Cameragebruiksaanwijzing Garantiekaart
Gebruik nooit imitaties van dit batterijtype; gebruik daarvan zal de camera beschadigen en kan tot brand leiden. Neem bij vragen contact op met uw handelaar of Konica Minolta. Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc.
Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc.
Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Apple, Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde handels­merken van Apple Computer Inc. QuickTime en het Quick Time logo zijn handelsmerken of gedepo­neerde handelsmerken van Apple Computer, Inc., gebruikt onder licentie. Microsoft, Windows en Windows XP zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De officiële naam van of Windows is Microsoft Windows Operating System. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. EasyShare is een gedeponeerd handelsmerk van Eastman Kodak Company in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
PAS OP
• Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
• Stel de batterij niet bloot aan brand of hoge temperaturen boven 60°C.
• Stel de batterij niet bloot aan water of vocht. Water kan de veiligheidsvoorzieningen van de batterij doen corroderen of beschadigen, en kan leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterij.
• Laat de batterij niet vallen, stel hem niet bloot aan harde slagen. Slagen kunnen de ingebouwde vei­ligheidsvoorzieningen beschadigen, en kunnen leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lek­kage van de batterij.
• Bewaar de batterij niet in of bij metalen producten.
• Gebruik de batterij niet voor andere producten.
• Gebruik uitsluitend het opgegeven basisstation. Een verkeerd basisstation kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok.
• Gebruik een batterij niet als hij lekt. Komt er batterijvloeistof in uw oog, spoel het oog dan onmiddel­lijk schoon met een royale hoeveelheid schoon water en neem contact op met een arts. Komt bat­terijvloeistof in contact met uw huid of kleding, maak de plek dan grondig schoon met water.
• Gebruik of laad de batterij alleen bij een omgevingstemperatuur van 0° tot 45°C. Bewaar de batterij alleen bij omgevingstemperaturen van -20° tot 50°C en een relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 85%.
WAARSCHUWING
• Plak de contacten van een voor recycling in te leveren lithium-ion batterij af om kortsluiting te ver­mijden; volg altijd de plaatselijke regels voor de inzameling/verwerking van lege batterijen op.
• Is de batterij na de opgegeven laadtijd niet opgeladen, stop dan het laden en ontkoppel het basis­station van het stopcontact.
2 3Voordat u begint
ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN
Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door.
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype.
• Laad de in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterij alleen met het meegeleverde basisstation.
• Gebruik het opgegeven basisstation en de lichtnetadapter uitsluitend binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
• Gebruik het lichtnetsnoer van het basisstation alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld. Een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok.
• Haal camera of het basisstation niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt, dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
• Verwijder direct de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter of lader van het lichtnet wanneer de camera is gevallen of stoten/klappen heeft opgelopen waarbij het binnenwerk, en dan met name de flitser, bloot is komen te liggen. De flitser heeft een hoogvoltage-circuit dat elektrische schokken en/of letsel kan veroorzaken. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Houd de batterij, de geheugenkaart en kleine voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem direct contact op met een arts wanneer er iets is ingeslikt.
• Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees voorzichtig in de nabijheid van kinderen; u zou ze met dit product per ongeluk kunnen raken/verwonden.
• Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Dat kan tot schade aan het gezichtsvermo­gen leiden.
• Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Verblinding en afleiding kunnen tot ongeluk­ken leiden.
• Gebruik de lcd-monitor niet wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan leiden tot letsel of ongelukken.
• Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of let­sel door vuur of elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of thinner. Gebruik nooit ontvlambare producten als benzine, wasbenzine of thinner om deze producten schoon te maken. Het gebruik van ontvlambare schoonmaakmiddelen en oplos­middelen kan tot een explosie of brand leiden.
• Trek nooit aan het snoer wanneer u de lichtnetadapter of het basisstation van het stopcontact wilt loskoppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Beschadig, verdraai, verander, verhit het snoer van de lichtnetadapter of het basisstation nooit en plaats er nooit zware objecten op. Een beschadigd snoer kan leiden tot schade of letsel door brand of elektrische schokken.
• Verspreiden de producten een vreemde geur, hitte of rook, stop dan onmiddellijk het gebruik. Verwijder meteen de batterij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door gebruik heet worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta.
4 5Correct en veilig gebruik
PAS OP
Digital Camera:
Tested To Comply With FCC Standards
FOR HOME OR OFFICE USE
• Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboard­kastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, het basisstation en de bat­terij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lek­kage van batterijvloeistof.
• Lekt de batterij, gebruik hem dan niet meer.
• Bij langdurig gebruik stijgt de temperatuur van camera, basisstation en batterij.
• Wees dus voorzichtig wanneer u ze direct na gebruik uit de camera verwijdert. Schakel anders de camera uit en laat hem even afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan terwijl hij in contact is met mensen of objecten. Bij de flitser komt veel energie vrij en ontstaat hitte.
• Druk niet op de lcd-monitor. Een beschadigde monitor kan letsel veroorzaken en de vloeistof uit de monitor is ontvlambaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, reinig de plek dan met schoon water. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de ogen, spoel het dan onmiddellijk weg met veel water en neem contact op met een arts.
• Gebruikt u de lichtnetadapter of het basisstation, steek de stekker dan goed in het stopcontact.
• Gebruik geen elektronische transformators of reisadapters in combinatie met het basisstation. Gebruik van dit soort apparaten kan leiden tot brand of schade aan het product.
• Gebruik de lichtnetadapter of het basisstation niet wanneer het snoer beschadigd is.
• Dek de lichtnetadapter of het basisstation niet af. Het kan tot brand leiden.
• Verberg de lichtnetadapter of het basisstation niet. In geval van nood moet hij snel van het lichtnet kunnen worden ontkoppeld.
• Trek de stekker van de lichtnetadapter of het basisstation uit het stopcontact wanneer hij niet wordt gebruikt.
Op het product kunt u de volgende aanduidingen tegenkomen:
Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. FCC Compliance Statement
Declaration on Conformity
DiMAGE X1
Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging USA Inc. Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two con­ditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. Changes or modi­fications not approved by the party responsible for compliance could void the user’s authority to operate the equipment.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that inter­ference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
• Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and the receiver.
• Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
• Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
76 Correct en veilig gebruik
INHOUD
In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 23 tot 32 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 33 tot 36.
Lees de tekst over de overspeelstand geheel door voordat u de camera op een computer aansluit. Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s. In de teksten over het navigeren door de menu’s vindt u hoe u instellingen verandert. Direct daarna worden de mogelijke instellingen besproken.
In de bijlage vindt u informatie met behulp waarvan u problemen met het gebruik van de camera kunt oplossen. Ook leest u er hoe u de camera dient te onderhouden en op te bergen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing s.v.p. op een veilige plaats.
Benaming van de onderdelen..............................................................................................................12
Voorbereiding.......................................................................................................................................14
Bevestiging van de draagriem ................................................................................................14
Laden van de batterij ..............................................................................................................15
Plaatsen van de batterij...........................................................................................................16
Batterij in de camera laden .....................................................................................................17
Aanduiding batterijconditie .....................................................................................................18
Automatische spaarschakeling (Auto power save) .................................................................18
Lichtnetadapter (apart leverbaar) ............................................................................................19
Plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart .....................................................................20
Inschakelen van de camera ....................................................................................................21
Datum en tijd instellen.............................................................................................................22
Opname - basishandelingen................................................................................................................23
Hanteren van de camera.........................................................................................................23
Camera op opnemen instellen ................................................................................................23
Weergave lcd-monitor .............................................................................................................24
Zoomobjectief gebruiken ........................................................................................................24
Standaard opnamehandelingen ..............................................................................................25
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................26
Scherpstelbereik......................................................................................................................26
Scherpstelsignalen ..................................................................................................................27
8 9Inhoud
Speciale scherpstelsituaties....................................................................................................27
Flitsstanden .............................................................................................................................28
Flitsbereik - Automatische werking.........................................................................................29
Flitssignalen.............................................................................................................................29
Weergavetoets - opnamestand ...............................................................................................30
Waarschuwing cameratrilling ..................................................................................................30
Digitale onderwerpsprogramma’s ...........................................................................................31
Spot AF ...................................................................................................................................32
Weergave - basishandelingen ..............................................................................................................33
Scherm enkelvoudige weergave .............................................................................................33
Beelden roteren.......................................................................................................................34
Individuele beelden wissen .....................................................................................................34
Weergavetoets – weergavestand ............................................................................................34
Vergrote weergave...................................................................................................................35
Indexweergave ........................................................................................................................36
Weergave op het basisstation.................................................................................................36
Opname - geavanceerde handelingen.................................................................................................37
Filmopnamen...........................................................................................................................37
Navigeren door de opnamemenu’s .........................................................................................38
Transportstanden ....................................................................................................................40
Zelfontspanner.................................................................................................................40
Continu transport.............................................................................................................41
Geavanceerde instellingen ..............................................................................................42
UHS Continu transport ....................................................................................................42
Progressieve opnamestand.............................................................................................43
UHS Progressieve opnamestand ....................................................................................43
Multi frame.......................................................................................................................44
Beeldgrootte en -kwaliteit .......................................................................................................44
Witbalans.................................................................................................................................46
Anti-Shake-systeem................................................................................................................47
Cameragevoeligheid - ISO ......................................................................................................48
Flitsbereik en cameragevoeligheid..........................................................................................49
Lichtmeetmethoden ................................................................................................................49
Belichtingscorrectie.................................................................................................................50
Directe weergave.....................................................................................................................51
Hibright LCD............................................................................................................................52
Kleurinstelling ..........................................................................................................................52
Verscherping ...........................................................................................................................53
Contrast...................................................................................................................................54
Digitale zoom...........................................................................................................................55
Datum in beeld........................................................................................................................56
Toetsfuncties aanpassen ........................................................................................................57
Opnamestand..........................................................................................................................58
Audio-opname.........................................................................................................................58
Beeldgrootte filmbeelden ........................................................................................................59
Bestandsgrootte filmbeelden ..................................................................................................59
Optische zoom ........................................................................................................................59
Scherpstelstand filmopname ..................................................................................................60
Filmstand.................................................................................................................................60
Film-audio................................................................................................................................60
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................61
Films en audio-opnamen afspelen..........................................................................................61
Navigeren door het weergavemenu........................................................................................62
Beeld- en geluidsbestanden wissen .......................................................................................64
Geheugenkaarten formatteren ................................................................................................65
Audio-commentaar..................................................................................................................66
Bestanden beveiligen..............................................................................................................67
Diashow...................................................................................................................................68
Overvloeien..............................................................................................................................68
Uitsnedekopie .........................................................................................................................69
Over DPOF ..............................................................................................................................70
DPOF setup.............................................................................................................................70
Datum printen..........................................................................................................................71
Indexprint ................................................................................................................................71
E-mail kopie.............................................................................................................................72
Setup-stand .........................................................................................................................................73
Navigeren door het setup-menu .............................................................................................73
Helderheid lcd-monitor ...........................................................................................................75
Automatisch terugzetten .........................................................................................................76
Taal .........................................................................................................................................76
Audiosignalen..........................................................................................................................77
Scherpstelsignaal ....................................................................................................................77
Shutter FX................................................................................................................................77
Volume.....................................................................................................................................77
Automatische spaarschakeling (Auto power save) .................................................................77
Terugzetten op standaard .......................................................................................................78
Geheugen bestandsnummers (#)............................................................................................79
Mapnaam ................................................................................................................................80
Datum en tijd instellen.............................................................................................................80
Video-uitvoer ...........................................................................................................................80
Beelden op een televisie weergeven.......................................................................................81
Overspeelstand .......................................................................................................................82
Firmware-versie.......................................................................................................................82
Data-overspeelstand............................................................................................................................83
Systeemeisen ..........................................................................................................................83
Camera op een computer aansluiten......................................................................................84
Aansluiten op Windows 98 en 98SE.......................................................................................85
Automatische installatie...................................................................................................85
Handmatige installatie .....................................................................................................86
Mappenindeling.......................................................................................................................88
Camera van de computer loskoppelen...................................................................................90
Windows 98 / 98 Second Edition....................................................................................90
Windows XP, 2000 Professional en Me...........................................................................90
Macintosh ........................................................................................................................91
Geheugenkaart verwisselen - data-overspeelstand ...............................................................92
Automatische uitschakeling - data-overspeelstand................................................................92
Driver-software verwijderen – Windows ..................................................................................93
PictBridge................................................................................................................................94
Over storingen bij het printen..................................................................................................95
Navigeren door het PictBridge-menu .....................................................................................96
Kodak EasyShare software ...................................................................................................100
DiMAGE Master Lite..............................................................................................................102
QuickTime systeemeisen ......................................................................................................104
Bijlage .......................................................................................................................................104
Problemen oplossen..............................................................................................................104
Over het netsnoerl van het basisstation ...............................................................................106
Onderhoud en opslag ...........................................................................................................106
Cameraverzorging..........................................................................................................106
Reinigen.........................................................................................................................107
Opslag ...........................................................................................................................107
Batterijen........................................................................................................................107
Geheugenkaarten ..........................................................................................................108
Voor belangrijke evenementen en reizen.......................................................................108
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden.....................................................................109
Voorzorgen lcd-monitor.................................................................................................109
Copyright .......................................................................................................................109
Vragen en service ..........................................................................................................109
Technische gegevens ............................................................................................................110
10 11Inhoud
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderde-
len schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiks­aanwijzing (blz.
Hoofdschakelaar (blz. 21)
Ontspanknop
Microfoon
Zelfontspannerlampje
(blz. 40)
Deurtje batterij/kaartruimte
(blz. 16-20)
Flitser* (blz. 28)
Schakelaar opnamestand (blz. 23)
Objectief*
Luidspreker
LCD-monitor*
Basisstation
**Zichtbaar tijdens werking
Aanduiding Anti-shake aan (blz. 47)**
Waarschuwingslampje**
Zoomhendel (blz. 24)
Toets gebruiksstand (blz. 33)
Weergavetoets (blz. 30, 34)
Oogje polsriem (blz. 14)
Stuureenheid
Wissen/Flitstoets (blz. 28, 34)
Menutoets
Laadlampje
Cameracontacten*
Statiefaansluiting
Contacten basisistation
USB-aansluiting / AV-uit­gang
1312 Benaming van de onderdelen
VOORBEREIDING
BEVESTIGING VAN DE DRAAGRIEM
Houd de riem altijd om uw pols, om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt.
1. Steek de smalle lus van de riem door het oogje van de camera.
LADEN VAN DE BATTERIJ
Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 van deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan in of
1
buiten de camera worden geladen; zie blz. 17 voor informatie over laden in de camera. Laad de bat­terij uitsluitend met behulp van het meegeleverde basisstation. Het is het beste de batterij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 107 voor batterij-onderhoud en opslag.
2. Steek het andere eind van de riem door de lus en trek hem aan.
Steek het netsnoer in de achterzijde van het basisstation (1).
2
1
Steek het andere eind van het snoer in een stopcontact. Het meegeleverde lichtnetsnoer is afgestemd op het voltage in de verkoopregio. Gebruik het snoer van de lader alleen in de ver­koopregio waarvoor het is bedoeld. Meer informatie over het netsnoer op blz. 106.
2
Schuif de batterij met de batterijcontacten naar beneden in de achterzijde van het basisstation, zodanig dat de batterij vast­klikt (2). De opdruk op de batterij moet bij plaatsing in het basisstation zichtbaar zijn.
3
Het waarschuwingslampje (3) brandt om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen. Het lampje gaat uit wanneer het laden is voltooid. De laadtijd bedraagt circa 2 uur. Verwijder na het laden de batterij uit het basisstation. Trek de stekker uit het stopcontact.
1514 Voorbereiding
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-1 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz. 3 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisse­len, zet dan de camera uit (blz. 21).
1
2
3
BATTERIJ IN DE CAMERA LADEN
De batterij kan worden geladen zonder hem uit de camera te verwijderen.
1. Plaats de batterij in de camera (blz. 16).
2. Steek de lichtnetkabel in het basisstation en in een stopcontact (blz. 15).
3. Zet de camera uit en plaats hem in het basisstation met de lcd-monitor naar voren. Het waarschuwingslampje gaat branden om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen. Het lampje gaat uit wanneer het laden is voltooid. De laad­tijd bedraagt circa 2 uur.
4. Als het lampje uit gaat neemt u de camera van het basis­station; vervolgens trekt u de stekker uit het stopcontact.
1. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de voorzijde van de camera om de veiligheidsvergren­deling op te heffen; het deurtje springt open.
2. Schuif de batterijvergrendeling naar de achterzijde van de camera om de batterij naar binnen te schuiven. Schuif de batterij met de contacten naar voren en met de opdruk naar de voorzijde van de camera toe in de batterijruimte totdat hij door de vergrendeling wordt vergrendeld.
Om de batterij te verwijderen duwt u de ontgrendeling naar de achterzijde van de camera, zodat de batterij los komt. Trek de batterij uit de batterijruimte.
3. Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de achterzijde van de camera om de ver­grendeling in werking te stellen.
Na het plaatsen van de batterij kan de tijd-/datummelding op de monitor verschijnen; kijk op blz. 22 voor het instellen van klok en kalender.
Laadlampje
De camera moet uit staan wanneer u hem in het basisstation plaatst; anders wordt de batterij niet opgeladen. Knippert het lampje, controleer dan of er een batterij in de camera zit.
Houd de contactpunten van het basisstation schoon. Bij vuile contactpunten wordt de batterij mogelijk niet opgeladen.
1716 Voorbereiding
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de lcd-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt.
LICHTNETADAPTER (APART LEVERBAAR)
Zet altijd de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat.
Aanduiding batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat.
Aanduiding batterij bijna leeg - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen.
Waarschuwing lege batterij - batterij is vrijwel leeg. De batterij moet zo snel
mogelijk worden vervangen. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en blijft op de monitor zichtbaar totdat er een volle batterij in de camera zit. Als de flitser wordt opgeladen gaat de lcd-monitor uit. Bepaalde functies, zoals filmopname, zijn niet beschikbaar.
Is er onvoldoende energie om de camera te laten functioneren, dan knippert het lampje boven de lcd-monitor drie seconden als de camera wordt inge­schakeld, of de waarschuwing voor een lege batterij verschijnt op de lcd­monitor kort voordat de camera zich uitschakelt. De camera is dan geblok­keerd, er kan geen opname worden gemaakt. De batterij moet worden opgeladen.
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING (AUTO POWER SAVE)
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelin­gen met de camera zijn uitgevoerd. Om de camera weer te activeren drukt u op een willekeurige knop. De wachtduur voor de automatische spaarschakeling kan worden veranderd in sectie 2 van het setup-menu (blz. 73). Is de camera op een computer of PictBridge printer aangesloten, dan wordt de wachttijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op 10 minuten; deze wachttijd kan niet worden veranderd.
Met de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Voor langdurig gebruik wordt de lichtnetadapter aangeraden. Lichtnetadapter AC-4 is bestemd voor gebruik in Noord­Amerika, Japan en Taiwan, de adapter AC-5 is bestemd voor alle andere delen van de wereld. De batterij kan niet met de lichtnetadapter worden geladen. Om de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 met deze camera te gebruiken is de DC Adapter DA-200 vereist. DC Adapter DA-200 wordt meegeleverd in lichtnetadapterset AC-402/502.
2
3 4
5
1. Open het deurtje van de batterijruimte.
2. Schuif de batterijvergrendeling naar de achterzijde van de came­ra om de voedingsadapter naar binnen te voeren. Schuif de voe­dingsadapter in de batterijruimte met de contacten naar voren totdat hij vastklikt.
3. Open het deksel aan de zijkant van de batterijruimte.
4. Plaats de voedingskabel in de opening van het deurtje van de batterijruimte en sluit het deurtje.
5. Steek de ministekker van de lichtnetadapter in de voe­dingsaansluiting van de voedingsadapter.
6. Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
Plaats de camera niet op het basisstation als de DC Adapter er nog in zit; het zou tot schade aan de camera leiden.
DC Adapter DA-200
1918 Voorbereiding
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART
Om de camera te gebruiken moet er een SD geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de waarschuwing No card op de monitor. Meer informa­tie over geheugenkaarten op blz. 108.
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje niet brandt; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verlo­ren gaan.
1
2
3
3. Wilt u een kaart verwijderen, druk hem dan in en laat hem los. De kaart kan nu uit de sleuf worden genomen.
4. Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de came­ra om het te vergrendelen.
1. Schuif het deurtje van de kaartruimte naar de voorzijde van de camera om de veiligheidsver­grendeling op te heffen; het deurtje springt open.
2. Schuif de geheugenkaart helemaal in de kaart­sleuf en laat hem los. De kaart moet in de sleuf vastklikken.
Plaats de kaart met de voorzijde naar de achter­zijde van de camera. Duw de kaart altijd recht naar beneden, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Past een kaart niet, controleer dan of hij goed is geplaatst. Wordt een MultiMediaCard verkeerd geplaatst, dan klikt hij vast, maar het deurtje van de batterij/kaartruimte zal niet dicht gaan.
INSCHAKELEN VAN DE CAMERA
Om de camera aan te zetten drukt u op de hoofdschakelaar. Wordt de camera voor het eerst ingeschakeld, dan moeten datum en tijd nog worden ingesteld (zie de volgende bladzijde).
Om de camera uit te zetten drukt u opnieuw op de hoofdschake­laar. Berg de camera altijd uitgeschakeld op.
20 21Voorbereiding
Zonder kaart kunnen er ook foto’s worden genomen. Afhankelijk van de bestandsgrootte kunnen er een of meer opnamen tijdelijk worden opgeslagen en eenmaal worden weergegeven. Deze opna­men kunnen niet worden overgespeeld op opgeslagen.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en de bat­terij in de camera hebt geplaatst moet u de klok en de kalender van de camera instellen. Bij het opslaan van gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van opname geregistreerd.
1
Set date and time.
Werden klok en kalender niet ingesteld, dan kan er elke keer na inschakelen van de camera gedurende enkele seconden een melding verschijnen. Deze melding verschijnt ook als klok en kalender zijn teruggezet als de camera langere tijd zonder batterij opgeborgen is geweest.
Verschijnt de melding, gebruik dan de links- of rechts-toets van de stuureenheid (1) om “Yes” te selecteren. Met “No” heft u de handeling op.”
OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN
Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 22 leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt.
HANTEREN VAN DE CAMERA
Bekijk het beeld op de lcd-monitor en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flit­ser boven het objectief zit, dus met de ontspanknop bovenaan. Pas goed op dat u het objectief niet met uw vingers of de polsriem afdekt.
NoYes
Verschijnt de melding niet, dan kan het setupscherm voor datum/tijd worden geopend in sectie 3 van het setup-menu. Zie blz. 73 en 74 voor het openen van het menu en navigatie.
Date/Time set
01 . 01. 2005
00 : 00
:move :sel. :enter
Instelscherm datum/tijd In sommige landen/regio’s moet de menutaal ook worden ingesteld. De taal wordt geselecteerd in
sectie 1 van het setup-menu (blz. 73).
Druk op de centrale toets van de stuureenheid om het instelscherm voor datum en tijd op te roepen.
Gebruik in het setupscherm de links- en rechts-toet­sen om het onderdeel te selecteren dat u wilt instel­len.
Met de op- of neer-toets stelt u de waarden in.
Druk op de centrale toets om klok en kalender in te stellen.
CAMERA OP OPNEMEN INSTELLEN
Zet de keuzeschakelaar opnamestand in de gewen­ste stand.
Foto’s maken.
Digitale Onderwerpsprogramma’s (blz. 31).
Film en audio-opname (blz. 36, 52).
2322 Voorbereiding
WEERGAVE LCD-MONITOR
Opnamestand
Scherpstelkader
Flitsstanden (blz. 28).
Beeldgrootte (blz. 44) Beeldkwaliteit (blz. 44) Batterijconditie (blz. 18) Waarschuwing cameratrilling (blz. 30)
Aanduiding Anti-shake (blz. 47) Transportstand (blz. 40)
Beeldteller
Scherpstelsignaal (blz. 29)
ZOOMOBJECTIEF GEBRUIKEN
Deze camera is uitgerust met een uniek 7,7 -23,1 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met dat van een 37 tot 111 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd met de zoomtoets op de achterzijde van de camera.
Om in te zoomen duwt u op de rechterzijde (T) van de zoomtoets (1).
1
Om uit te zoomen duwt u op de linkerzijde van de zoomtoets (W).
Na het zoomen verschijnt de zoomaanduiding op de lcd-monitor om de globale zoomstand aan te geven.
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN
Neem het onderwerp in het scherpstelkader. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief be­vindt (blz. 26). Gebruik voor zeer korte opname-afstanden de Super Macro functie (blz. 31).
Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting te ver­grendelen.
Het witte scherpstelsignaal bevestigt dat er goed werd scherp­gesteld. Is het scherpstelsignaal rood, dan was de camera niet in staat scherp te stellen. Herhaal voorgaande stappen.
Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken. Het opge­nomen beeld kan direct worden beoordeeld door na het maken van
Scherpstel­kader
Scherpstel­signaal
de foto de ontspanknop ingedrukt te houden. De functie voor direc­te weergave kan ook worden gebruikt (blz. 51).
Het waarschuwingslampje wordt rood en knippert om aan te geven dat de beeldinformatie op de geheugenkaart wordt weggeschreven. Verwijder of plaats nooit een geheugenkaart als er informatie wordt verwerkt.
Zoomaanduiding
Met de digitale zoomfunctie kunt u het zoombereik van het objectief vergroten. De digitale zoom wordt geactiveerd in sectie 3 van het opname-menu (blz. 55).
2524 Opname - basishandelingen
SCHERPSTELVERGRENDELING
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder­werp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstel­len. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
SCHERPSTELSIGNALEN
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. Het scherpstelsignaal in de rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader. Druk de ontspan­knop half in om de scherpstelling te vergrendelen en houd hem in deze stand.
Het scherpstelsignaal op de monitor geeft aan dat de scherpstel­ling werd vergrendeld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en bepaal de uiteindelijke compositie voor de foto. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
SCHERPSTELBEREIK
Het scherpstelbereik is afhankelijk van de zoomstand. Wilt u dichterbij dan de hieronder aangege­ven afstanden, gebruik dan de Super Macro functie (blz. 31).
Groothoekstand Telestand
0,1 m tot oneindig 0,4 m tot oneindig
Scherpstelkader
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de lcd-monitor is
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal op de de lcd
Scherpstelsignaal
wit. De scherpstelling is vergrendeld.
monitor wordt rood.
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie kan de scherpstelvergrendeling (blz. 26) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onder­werp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Onderwerp is te donker. Twee onderwerpen op
Onderwerp in scherpstelkader heeft te laag contrast.
verschillende afstan­den overlappen elkaar in het scherpstelkader.
Onderwerp bevindt zich bij zeer helder object of gebied.
2726 Opname - basishandelingen
FLITSSTANDEN
Flitsstand
Automatisch flitsen + rode-ogen-reductie
Invulflits
Flitser uit
Flitsen met lange slui­tertijden
Bij het maken van foto’s kan de flitser worden gebruikt. Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de flitstoets (1) achterop de camera totdat de gewenste stand is verschenen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de lcd-monitor weergegeven. Wordt de camera uitgeschakeld terwijl de functie auto reset (blz. 76) actief is, dan keert de flitsstand terug naar automatisch flitsen met rode-ogen-reductie wanneer deze stand de laatst gebruikte stand is; anders keert de camera terug in de stand voor automatisch flitsen. Tijdens het opladen van de flitser kan er geen opname worden gemaakt.
1
Automatisch flitsen - De flitser wordt bij weinig licht en tegenlicht automatisch ontstoken.
Rode-ogen-reductie - De flitser geeft voorafgaand aan de opname meervoudige flitsen af om rode ogen te ver­minderen, een effect dat wordt veroorzaakt door de reflectie van flitslicht in het oog. Te gebruiken bij weinig licht, voor foto’s van mensen en dieren; de voorflitsen doen de pupillen kleiner worden.
Invulflits - Bij elke opname wordt geflitst, ongeacht de lichtsituatie. Invulflits kan goed worden gebruikt om die­pe schaduwen op te helderen die het gevolg zijn van intens en gericht licht of zonneschijn.
Flitser uit - De flitser wordt bij geen enkele opname ontstoken. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onder­werp zich buiten het flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitge­schakeld zal bij weinig licht de waarschuwing voor cameratrilling ver­schijnen (blz. 30).
Flitsen met lange sluitertijden - Voor portretten bij weinig licht wan­neer behoud van detaillering in de achtergrond gewenst is. Rode­ogen-reductie is actief. De brengt de belichting voor onderwerp en achtergrond in evenwicht. Gebruik van een statief is aan te bevelen. Vraag uw onderwerp om na de flits goed stil te blijven staan: de slui­ter kan nog open staan voor de belichting van de achtergrond.
FLITSBEREIK - AUTOMATISCHE WERKING
De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch. Voor goed belichte opnamen is het noodza­kelijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Als gevolg van het optische systeem is het flitsbereik in de groothoekstand niet gelijk aan het flitsbereik in de telestand. Het flitsbereik is afhankelijk van de ingestelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz. 49).
Groothoekstand Telestand
0,3 m ~ 2,2 m 0,4 m ~ 2,1 m
FLITSSIGNALEN
Het lampje boven de lcd-zoeker geeft de flitsstatus aan. Knippert het lampje, dan is de flitser zich aan het opladen en kan er geen foto wor­den gemaakt.
Invulflits
2928 Opname - basishandelingen
WEERGAVETOETS - OPNAMESTAND
De weergavetoets regelt wat de lcd-monitor laat zien. De weergave schakelt elke keer dat de toets wordt ingedrukt om tussen Volledige weergave en Alleen live-beeld. Is auto reset (blz. 76) actief, dan wordt na uitschakeling van de camera teruggekeerd naar volledige weergave. Wordt de weergave­toets ingedrukt gehouden, dan wordt Hibright LCD geactiveerd, zie blz. 52.
DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA’S
Digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de came­ra-instellingen voor belichting en witbalans plus de beeld­verwerkingssystemen voor specifieke omstandigheden en onderwerpen.
Zet de keuzeschakelaar opnamestand in de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s. Druk op de link/rechts­toetsen van de stuureenheid om het onderwerpspro­gramma te selecteren dat u wenst; De aanduiding voor onderwerpsprogramma’s wordt na selectie groter weer­gegeven. Druk de centrale toets van de stuureenheid om
:select
:enter
de instelling in te voeren.
Monitorweergave
WAARSCHUWING CAMERATRILLING
Is de gekozen sluitertijd zo laag dat er niet meer veilig trillingvrij uit de hand kan worden gefotografeerd, dan verschijnt de waarschuwing voor cameratrilling op de monitor. Cameratrilling is doorgaans te herkennen aan een licht veeg-effect in beeld en/of dubbe­le contouren. Het effect is sterker naarmate er meer wordt ingezoomd. In de groothoek­stand zijn de gevolgen van cameratrilling het minst zichtbaar. Ondanks het verschijnen van de waarschuwing kan er wel gewoon worden afgedrukt.
30 31Opname - basishandelingen
Alleen live-beeld
Portret
Super Macro
Landschap
Zonsondergang
Nachtoverzicht
Nachtportret
Tekst
Portret – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte huidtoonweergave en een lichte onscherpte in de achtergrond. Portretten worden vaak het mooist in de telestand; door de grotere opname-afstand worden de verhoudingen in het gezicht niet over­dreven, terwijl de beperkte scherptediepte de achtergrond onscherp houdt. Gebruik invulflits bij sterk gericht zonlicht of tegenlicht om harde schaduwen op te helderen.
Super Macro – voor dichtbijfoto’s tot 5 cm. Is deze stand geselec­teerd, dan zoomt het objectief automatisch naar de Super Macro positie; de zoompositie kan niet worden veranderd. Bij kleine opna­me-afstanden kan de flitser mogelijk overbelichting of een ongelijke lichtverdeling veroorzaken; kies dan de stand Flitser uit (blz. Gebruik van een statief is aan te bevelen.
Landschap – speciaal afgestemd op het produceren van scherpe, kleurrijke landschapsopnamen. Te gebruiken voor buitenopnamen onder normale lichtomstandigheden.
Zonsondergang – speciaal ontwikkeld om bij een zonsondergang de rijke, warme kleuren te behou­den. Richt de camera niet voor langere tijd op de zon. Door de intensiteit van het zonlicht kan de CCD beschadigd raken. Zet tussen de opnamen door de camera uit.
Nachtoverzicht – voor landschappen in de schemering of bij nacht. Gebruik van een statief is aan te bevelen. De flitsstand staat vast op Flitser uit.
Nachtportret – voor portretten in de schemering of bij nacht. De belichting voor flits en achtgrond worden op elkaar afgestemd Gebruik van een statief is aan te bevelen. De flitsstand staat vast op Flitsen met lange sluitertijden. Vraag uw onderwerp om na de flits goed stil te blijven staan: de slui­ter kan nog open staan voor de belichting van de achtergrond.
Tekst – voor foto’s van zwarte tekst of lijntekeningen op een witte ondergrond.
SPOT AF
Spot autofocus (Spot AF) wordt gebruikt voor selectieve scherpstelling. Zowel scherpstelling als belichting worden bepaald binnen het spot-scherpstelveld. Is auto reset (blz. 76) actief, dan wordt het spot AF opgeheven als de camera uit wordt gezet. Bij gebruik met digitale zoom (blz. 55) wordt het spot-AF-veld vergroot.
Houd de centrale toets van de stuurknop ingedrukt om het spot-scherpstelveld te laten verschijnen; hoe de cen­trale toets van de stuureenheid opnieuw ingedrukt als u terug wilt keren naar het brede scherpstelveld. Maak de foto zoals is beschreven bij de basis-opnametechniek, blz. 25.
Wanneer de monitorweergave is ingesteld op alleen live­beeld, dan zal bij omschakeling van groot autofocusveld op spot-autofocus de complete monitorweergave wor­den ingeschakeld.
WEERGAVE - BASISHANDELINGEN
Foto’s kunnen worden bekeken in de weergavestand. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 61. Weergave is ook mogelijk als de camera in het basisstation staat, zie blz. 36.
Wilt u opgenomen foto’s bekijken, druk dan op de toets voor de gebruiksstand (1). Is de camera uitgeschakeld, houd dan de weergavetoets ingedrukt totdat de monitor
1
SCHERM ENKELVOUDIGE WEERGAVE
Gebruiksstand
Opnametijdstip
Opnamedatum
Filmaanduiding
Vergrendeling (blz. 67)
wordt geactiveerd.
Gebruik de link/rechts-toetsen van de stuureenheid om door de foto’s te bladeren (2).
Druk opnieuw op de toets voor de gebruiksstand om terug te keren naar de opnamestand.
2
Vergroting (blz. 35)
Beeldgrootte (blz. 44) Beeldkwaliteit (blz. 44) Batterijconditie (blz. 18)
Mapnummer - bestandsnummer (blz. 79)
Opnamenummer / totaal aantal opnamen
E-mail-kopie (blz. 72)
DPOF setup (blz. 70)
3332 Opname - basishandelingen
Loading...
+ 40 hidden pages