2. Een blik op de voordelen van uw Demeyere snelkookpan4
3. Veiligheid5
4. Gebruiksaanwijzing6
5. Voor het eerste gebruik6
6. Vullen7
7. Het ventiel controleren7
8. Sluiten7
9. Koken onder druk8
10. Druk verminderen en openen9-10
11. Schoonmaak en onderhoud11
12. Problemen oplossen12
13. Garantie13
14. Herstel- en servicepunten13
15. Milieubescherming13
16. Toebehoren snelkookpan14
17. Vervangstukken14
18. Tabel met kooktijden15 tot 18
19. Enkele gerechten19 tot 22
Nl
VERKLARING VAN SYMBOLEN
Belangrijke aanwijzing
Tip/Aanwijzing
3
1. Inleiding
Maaltijden klaargemaakt in de Demeyere snelkookpan behouden beter hun vitaminen,
mineralen en smaak.
Ze laat u toe gerechten twee tot drie maal sneller te bereiden dan in de klassieke pannen
en het energieverbruik ligt tot 70% lager. Grote stukken zijn bovendien vlugger gaar in
de snelkookpan dan in de microgolfoven.
De Demeyere snelkookpan is merkelijk beter dan de ‘eerste generatie’ snelkookpannen,
waarbij de stoom tijdens het kookproces voortdurend verloren gaat. Het sissend geluid
dat deze andere snelkookpannen maken, is niet alleen hinderlijk maar betekent ook dat er
geur en stoom ontsnapt.
De Demeyere snelkookpan verliest alleen stoom als de druk groter is dan nodig om te
koken. In normale omstandigheden verliest deze snelkookpan bijna geen stoom, wat
betekent dat met een heel klein beetje water of vocht dus veel sneller kan gekookt worden. Dit is ook de reden dat de pan volkomen geruisloos werkt.
Vorige snelkookpannen moesten onder koud water afgekoeld worden alvorens het deksel
kon geopend worden. Met de Demeyere snelkookpan is dit niet meer nodig. De
Demeyere snelkookpan is eenvoudig en veilig. U kan er gezond in koken omdat de
aroma, de mineralen en de vitaminen behouden blijven. Dankzij de kortere kooktijden
verbruikt u bovendien minder energie en zijn de gerechten veel sneller klaar.
Alleen wanneer het deksel is vergrendeld kan onder druk en met stoom gekookt worden.
In het geval het deksel niet vergrendeld is kan men de snelkookpan gebruiken als een normale kookpot/-pan om te bakken, te braden of te friteren.
2. Een blik op de voordelen van uw DEMEYERE
snelkookpan
• Gezond - korte kooktijden en koken op basis van stoom garanderen optimaal behoud
van aroma, mineralen en vitaminen
• Economisch - tot 70% besparing in kooktijd - dikke wanden en warmtegeleidende
bodem
• Kunststof handgrepen blijven koel - voor uw veiligheid en gebruiksgemak
• Maataanduiding aan de binnenkant - 1/2 en 2/3 van de inhoud
• Volledig automatisch sluitsysteem van het deksel - belet openen onder druk
• Smaakventiel - zorgt voor behoud van de natuurlijke smaak en kleur
• Akoestische en visuele drukaanduiding - eenvoudig te controleren
• Meerdere drukbeveiligingen - voor uw veiligheid
• Superthermische sandwichbodem - voor een optimale warmteverdeling op alle vuren,
inclusief inductie
• Roestvrij staal - staat borg voor kwaliteit en duurzaamheid
• Gebruiks- en onderhoudsvriendelijke producten.
• Handig voor voedingswaren met lange kooktijden (zie tabel met kooktijden).
• Bij elke snelkookpan wordt een treeft geleverd. Dit wordt gebruikt voor spijzen die geen
water mogen opnemen (zie tabel met kooktijden voor gebruik).
4
3. Veiligheid
Lees alle instructies en neem aandachtig de gebruikershandleiding door alvorens aan de slag
te gaan. Besteed ook zeker aandacht aan de punten over testen, reinigen van, en zorg dragen voor de speciale veiligheidsonderdelen. Neem zorgvuldig de veiligheidsinstructies in
acht gemarkeerd met de driehoek.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees altijd de volgende basisinstructies door alvorens uw snelkookpan te gebruiken
1. Lees alle instructies.
2. Raak de warme oppervlakken niet aan. Gebruik enkel de handgrepen.
3. Zoals bij alle keukenapparaten kijkt u zeer goed uit wanneer u dit apparaat in de buurt
van kinderen gebruikt.
4. Zet de snelkookpan nooit in een verwarmde oven.
5. Lees hoofdstuk 5 aandachtig alvorens de snelkookpan te gebruiken op gasvuren.
6. Gebruik de snelkookpan altijd met zorg, vooral als deze warme vloeistoffen bevat.
7. Gebruik de snelkookpan alleen voor de doeleinden waarvoor deze bestemd is (zie hoofdstuk 4).
8. De snelkookpan werkt onder druk. Het kokende water kan verwondingen veroorzaken
als deze op een verkeerde manier wordt gebruikt. Controleer steeds of de snelkookpan
goed dicht is voor u hem laat opwarmen (zie hoofdstuk 8).
9. Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 2/3. Kookt u voedingswaren die kunnen uitzetten, zoals rijst of gedroogde groenten, dan vult u de snelkookpan maximaal tot de
helft.
10. Deze snelkookpan is niet geschikt voor het bereiden van appelmoes, bessen, pap, haver,
gerst of andere granen (uitgezonderd deze opgesomd in hoofdstuk 18)
11. Controleer voor elk gebruik of de ventieldop niet verstopt of belemmerd is (zie hoofd-
stuk 7).
12. Open de snelkookpan nooit alvorens deze voldoende is afgekoeld en de interne druk
gezakt is. Als de handgrepen niet gemakkelijk uit elkaar kunnen worden gedraaid wil
dit zeggen dat de snelkookpan nog onder druk staat. Forceer nooit het openen.
De druk in de snelkookpan kan gevaarlijk zijn (zie hoofdstuk 9 + 10).
13. Gebruik uw snelkookpan in geen geval om te frituren onder druk.
14. Kom niet aan de veiligheidssystemen en beperk u strikt tot de schoonmaak- en onder-
houdsvoorschriften. Volg de onderhouds-en schoonmaakinstructies steeds na elk gebruik.
Nl
15. Als de normale kookdruk is bereikt vermindert u de warmte zodat de vloeistof in de snel-
kookpan niet kan ontsnappen als stoom.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES GOED !
5
4. Gebruiksaanwijzing
De snelkookpan van Demeyere is bedoeld voor het koken van voedingswaren waarbij
vloeistoffen zijn toegevoegd en is geschikt voor alle vuren, inclusief inductievuren. De
snelkookpannen van Demeyere worden zowel gebruikt door hobby-koks als chefkoks.
De Demeyere snelkookpannen zijn uiterst handig voor voedingswaren die
normaal lange kooktijden nodig hebben zoals soep, vlees (gebraad, goulash,
stoofvlees, enz.), groenten, aardappelen, gedroogd voedsel, enz.
Een snelkookpan kookt onder druk.
Hoewel deze snelkookpan zich onderscheid door zijn uitstekende kwaliteit en
veiligheid, kunnen kwetsuren (zoals verbranding door kokend water) of schade voortkomend uit ongepast gebruik, niet uitgesloten worden. Lees daarom
zeer aandachtig de veiligheidsinstructies die met dit logo worden aangeduid.
5. Voor het eerste gebruik
Bij gebruik op een elektrisch vuur zorgt u ervoor dat de diameter van de kookplaat of
–ring niet groter is dan deze van de van de snelkookpan. De geschikte diameters vindt u
overigens onderaan op de bodem van de snelkookpan geëtst (zie Hoofdstuk 14)
Bij gebruik op gasvuur zorgt u er best voor dat de opstijgende vlammen de zijkanten van
de snelkookpan niet kunnen raken. Hierdoor onstaat namelijk het gevaar voor onherroepelijke vlekken aan de buitenkant van de pan en de handgrepen zullen oververhit raken
en degraderen.
Alvorens de pan voor het eerst in gebruik te nemen, wast u de pan, het deksel en de rubberring in een warm sopje.
Bij gebruik op bepaalde inductievuren kan een geluid ontstaan tijdens het koken. Dit
geluid komt voort uit het magnetisch veld dat de snelkookpan doet vibreren. Dit kan spijtig genoeg niet vermeden worden bij het gebruik van dit kookgerei.
.
6
6.Vullen
Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 2/3, inclusief het water of andere
vloeistof dat u heeft toegevoegd (u kan de maataanduiding vinden aan de
binnenkant van de pan).
Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 1/2 als u soep, bepaalde granen,
gedroogde peulvruchten of gedroogde bonen wenst klaar te maken (zie hoofdstuk 18).
Indien de snelkookpan te vol is kunnen de veiligheidselementen beschadigd
worden (verbrandingsgevaar).
Vergeet nooit om voldoende water (zie tabel met kooktijden, hoofdstuk 18 toe
te voegen. Bij complete verdamping zal het voedsel bederven en de pan oververhitten.
Bij eventueel gebruik van zout roert u tot dit volledig is opgelost. Om echter
schade aan het roestvrij staal te voorkomen is het aangeraden geen gezouten
water of erg gezouten voeding in de snelkookpan te laten staan.
7. Het ventiel controleren
Het ventiel is een veiligheidsapparaat!
Controleer of de ventieldop strak is vastgeschroefd. Indien dit niet het geval is
schroeft u dit stevig vast zoals getoond in hoofdstuk 11.
Controleer of het ventiel zuiver is en vrij beweegt door er
zachtjes aan te trekken. Als het ventiel niet vrij is of verstopt
met voedsel, gebruikt u de snelkookpan niet
(zie hoofdstuk 11+12).
Nl
8. Sluiten
2
1
Plaats de rubberring in het deksel. Zorg
ervoor dat deze tegen de binnenkant van
het deksel komt te liggen tussen het deksel en de voorziene rand.
Controleer steeds of de gekleurde veiligheidsknop van
de handgrepen tegen de rubberring duwen.
1. Veiligheidsknop en veer (ingebouwd in handvat)
2. De rubberring zoals getoond op de tekening heeft enkel
3
deze vorm indien het deksel niet in gebruik is.
3. Bovengreep
7
Plaats het deksel op de snelkookpan zoals op onderstaande tekening. Het driehoekje op
het deksel moet recht naar de ondergreep van de pan wijzen.
Draai het deksel in wijzerzin tot de bovengreep zich recht
boven de ondergreep bevindt en u een klik hoort.
Ter controle: zijgrepen van de pot en het deksel moeten boven elkaar staan.
9. Koken onder druk
Verplaats de snelkookpan uiterst voorzichtig zolang hij onder druk
staat. Raak de warme oppervlakken niet aan. Neem een warme snelkookpan enkel vast bij de handgrepen.
Laat de snelkookpan nooit opwarmen zonder vloeistof om te voorkomen dat u zo de pan beschadigt.
Laat nooit een lege snelkookpan op een warme kookplaat of –ring.
Deze snelkookpan is niet geschikt voor het klaarmaken van appelmoes,
bessen, pap, haver, gerst of andere granen (uitgezonderd deze opgesomd in hoofdstuk 18), erwten, pasta of rabarber. Deze voedingsmiddelen hebben de neiging om te schuimen en zouden het ventiel kunnen blokkeren.
In geval er zich problemen voordoen tijdens het koken verwijdert u de
snelkookpan van de warmtebron en laat u de pan afkoelen.
Plaats de correct gesloten snelkookpan op de wat betreft de diameter geschikte
warmtebron (zie onderkant bodem). Schakel vervolgens uw fornuis in op de
hoogste stand.
Eens het voedsel begint te koken zal de stoom die aanwezig is in de snelkookpan in eerste instantie via het ventiel ontsnappen. De ventieldop (met integrale
drukindicator) komt in dit geval lichtjes omhoog. Nu zal de drukindicator stijgen
samen met de toenemende druk in de pan. Op te merken: weinig later zal de
eerste rode lijn op de ventieldop zichtbaar worden. Niveau 1 in het kookproces
is nu bereikt.
Op dit moment start de kooktijd (zie tabel met kooktijden in hoofdstuk 18).
8
Betekenis van de verschillende kookniveau’s:
Kookniveau 1
Zachtjes koken bij lage druk (0.4 bar)
Kookniveau 1 is bereikt van zodra de eerste rode lijn op
de ventieldop zichtbaar is. Deze lijn dient tijdens het
ganse kookproces zichtbaar te blijven.
Kookniveau 2
Snel koken bij hoge druk (0.8 bar)
Kookniveau 2 is bereikt als beide rode lijnen op de ventieldop zichtbaar zijn. Ook deze tweede lijn dient nu tijdens gans het verloop van het kookproces zichtbaar te
blijven.
Om het gewenste kookniveau te blijven behouden moet u bijgevolg de warmtetoevoer
blijven regelen.
Wanneer er continu stoom uit het ventiel komt met een sissend geluid wil dit zeggen dat
de maximale druk van 1.2 bar is bereikt. Verminder de warmtetoevoer of neem de snelkookpan even van de kookplaat of –ring tot de tweede rode lijn nog net zichtbaar is.
In de treeft of in het inzetmandje zullen de groenten mooi gaar worden. De kleur,
het aroma, de vitaminen en de voedingsstoffen blijven behouden.
Nl
10. Druk verminderen en openen
Het openen van de snelkookpan nooit forceren. Wacht tot de druk in de pan is
gezakt.
Bij bereiding van voedingswaren die een dikke masse vormen (zoals granen, peulvruchten of voedingswaren met een hoog vetgehalte), de pan zacht schudden voor
het openen om te voorkomen dat de inhoud uit de pan spat eens het deksel wordt
geopend.
De snelkookpan opent zonder krachtinspanning als de druk verdwenen is (beveiliging).
De druk gebeurt via stoomaflating als volgt:
9
10.0 Langzaam damp aflaten
Stufe 1
De snelkookpan naast het vuur zetten en laten afkoelen
10.1 Normale automatische drukvermindering
Til de ventieldop op en draai deze zachtjes
75° in klokwijzerzin tot deze lichtjes vastklikt
Stand 1
(stand 1).
10.2 Snelle automatische drukvermindering
Til de ventieldop op en draai deze zachtjes 90°
in klokwijzerzin tot deze voor de tweede keer
lichtjes vastklikt (stand 2).
Stand 2
Stufe 2
10.3 Openen van de snelkookpan na aflaten van de druk
Er is geen druk meer in de snelkookpan als de
ventieldop in zijn laagste positie blijft. Om de
pan te openen schuift u de boven- en ondergrepen uit elkaar tot de pijl op het deksel loodrecht
naar de ondergreep wijst. Het deksel kan nu
eenvoudig opgetild worden.
Tips om de druk te verminderen bij specifieke voedingsmiddelen:
Voedingsmiddelen met een korte kooktijd: Gebruik snelle automatische drukvermindering omdat het voedsel anders overgaar wordt.
Groenten met een lange kooktijd, soep, vlees compleet in vloeistof gedompeld,
aardappelen, granen en peulvruchten: Haal de snelkookpan van de kookplaat/ring en laat deze afkoelen. Gebruik geen water om af te koelen (aardappelen
zouden vastheid verliezen en uit elkaar vallen).
Vlees, groenten, bevrozen groenten, vers fruit en gedroogd voedsel (geen peulvruchten): Gebruik normale of snelle drukvermindering (sta voor reeds bereide
maaltijden toe dat de snelkookpan een minuutje afkoelt alvorens druk te verminderen.
Vis en rijst: Gebruik snelle automatische drukvermindering.
Voedsel met een hoog vetgehalte of gepureerd voedsel (alsook peulvruchten):
Haal de snelkookpan van de kookplaat/-ring en laat deze afkoelen.
Na het koken van vlees met vel, zoals ossetong, welke kan opzwellen door het
toenemen van druk, kan het doorprikken van het vlees verbrandingsgevaar opleveren.
10
11. Schoonmaak en onderhoud
Onder normale omstandigheden reinigt het ventiel zichzelf. Het verdient echter aanbeveling om af en toe het ventiel uit elkaar te nemen en schoon te maken. Dit is
vooral nodig wanneer het ventiel erg vuil geworden is door de etensresten (zie hoofdstuk 11.1).
Maak losgekomen handgrepen vast met een schroevendraaier. Indien dit moeilijkheden met zich meebrengt kan u uw lokale Demeyere verdeler contacteren.
De rubberring kan na het koken eenvoudig uit het deksel worden genomen, en afgewassen worden. Reinig met speciale zorg het gebied rond de opstaande randen.
Het tweede veiligheidsventiel (SI-ventiel) dient altijd correct vastgehecht te zijn aan het
deksel telkens de snelkookpan in gebruik wordt genomen (de veer is zichtbaar aan de
binnenkant van het deksel). Verwijder nooit dit ventiel, ook niet om te reinigen.
Reinig nooit uw pan, deksel, ventielbehulzing of rubberring in de vaatwasmachine.
Verwijder nooit vlekken of aanbaksel met schurende of krassende middelen zoals
messen of staalwol. Dompel in de plaats hiervan uw snelkookpan in wat warm water
met een beetje afwasmiddel totdat de vlekken gemakkelijk kunnen verwijderd worden met een zachte borstel, spons of doek.
De ventielbehulzing in het bijzonder mag enkel gereinigd worden met een vochtige
doek (gebruik nooit schuurmiddelen of bleekwater).
Gebruik bij de reiniging nooit agressieve of bijtende middelen zoals javel.
Verwijder halsstarrige kalkvlekken (witte vlekken) met enkele druppels azijn of citroensap.
Indien er hinder is bij het dichtdraaien van het deksel lost een dun laagje kookolie op
de rubberring dit probleem op.
Bij het opbergen plaatst u het deksel best omgekeerd op de snelkookpan zodat de
rubberring aan de binnenkant van het deksel vrij blijft en niet kan vervormd worden.
Nl
11.1 Ventielen
11.1.1 De plastieken ventielbehuizing verwijderen
Gebruik beide handen zoals geïllustreerd
op tekening.
11
11.1.2 Het ventiel demonteren
Draai de schroef van de drukindicator (2) los met een schroevendraaier aan de binnenkant van het deksel, om het ventiel te demonteren.
1. ventielmoer
2. drukindicator
3. ventielveer
4. ventieldichting
5. ventielhouder
6. ventieldop
11.1.3. Het ventiel reinigen en hermonteren
a. Demonteer het ventiel en reinig dit. Gebruik nooit agressieve of bijtende middelen.
b. Let er tijdens het hermonteren op dat de ventieldop stevig is vastgemaakt aan de
drukindicator en dat de schroef volledig is vastgedraaid.
c. Controleer het ventiel zoals gedemonstreerd in hoofdstuk 7.
11.1.4 Het tweede veiligheidsventiel (SI-ventiel) passen
Duw met de hand tegen het ventiel aan de binnenkant van het deksel.
Controle: De blauwe rubberen dichtingsring dient stevig
tegen het deksel te passen over de hele omtrek en dit
zowel aan de binnen- als de buitenkant van het
A
A = binnenkant deksel
deksel.De veer moet zichtbaar zijn aan de binnenkant van
het deksel.
12. Problemen oplossen
Als u onzeker bent over het gebruik van uw snelkookpan of over de veiligheidsonderdelen gebruikt u deze niet en contacteert u uw Demeyere verdeler of
DEMEYERE zelf.
Uw snelkookpan lekt?
- Controleer of de rubberring juist geplaatst is (hoofdstuk 8)
- Smeer de rubberring lichtjes in met olie of bevochtig deze met een beetje water.
- Indien nodig, vervangt u de rubberring
Indien er moeilijkheden zijn bij het dichtdraaien van het deksel, ook nadat de rubberring is
bevochtigd, kan het zijn dat de pan of het deksel vervormd zijn. In dit geval brengt u uw
snelkookpan naar uw Demeyere verdeler.
12
Als het tweede veiligheidsventiel (SI ventiel) stoom doorlaat tijdens het koken wil dit zeggen dat het hoofdventiel niet behoorlijk werkt. Demonteer, reinig en controleer het ventiel zoals besproken in hoofdstuk 11.
Als de ventieldop met integrale drukindicator niet vrij beweegbaar is, demonteert, reinigt
en controleert u dit (zie hoofdstuk 11). Als het probleem hier niet mee opgelost is neemt
u contact op met uw Demeyere verdeler.
13. Garantie
Op alle Demeyere snelkookpannen geldt een garantie van 10 jaar op grond van fabricageen/of materiaalfouten (aankoopsbewijs vereist). Deze garantie geldt niet voor beschadigingen wegens oververhitting, bevuiling, krassen of verkleuring. Evenmin inbegrepen is
de slijtage aan handgrepen en rubberen onderdelen.
UK: deze garantie is een toevoeging op uw wettelijke rechten.
14. Herstel- en servicepunten
Wijzig nooit uw snelkookpan en in het bijzonder de veiligheidsonderdelen, op
welke wijze ook.
Het gebruik van vervangingsonderdelen, andere dan deze op de markt gebracht
door Demeyere, kan schadelijk zijn en nadelig voor de veiligheid van uw snelkookpan. Demeyere is niet in staat om elk hulpstuk te controleren dat in de
markt aanwezig is. Gebruik daarom enkel Demeyere onderdelen.
Een lijst van de vervangingsonderdelen vindt u in hoofdstuk 17.
Voor reparaties, originele vervangingsonderdelen en informatie kan u uw Demeyere verdeler contacteren.
Demeyere n.v
Atealaan 63 • B-2200 Herentals • Belgium
tel.: +32 (0)14 285 210 • fax: +32 (0)14 285 222
info@demeyere.be • www.demeyerecookware.com
Nl
Op de bodem van de snelkookpan is een kenteken aangebracht. Bij eventuele kontaktname
INOX/STAINLESS STEEL 18/10
5399 06.03 6.0L Ø22 18
LISTED 87 K2
PRESSURE COOKER
1,2 bar
gelieve steeds de onderlijnde zaken te vermelden
(nummer artikel; bv. 5399; datum productie: bv.
06.03; productomschrijving: bv. Brinox).
= Diameter van de kookplaat.
15. Milieubescherming
Kookgerei, toebehoren en verpakking dienen gerecycleerd te worden op een milieuvriendelijke wijze. Wij vragen u te voldoen aan landelijke en regionale reglementeringen.
13
16. Toebehoren snelkookpan
OmschrijvingReferentiePast bij
InzetmandjeRef. 9397Ref. 5299 - 5399 - 5499
17. Vervangstukken snelkookpan
De volgende vervangstukken zijn verkrijgbaar bij uw Demeyere verdeler. Om zeker te zijn van het juiste
onderdeel verzoeken wij u het artikelnummer en datum van productie te noteren (zie hoofdstuk 15)
Kalfsgebraad302afh. van recept - minstens 50 ml
Kalfszwezerik (stuk)452afh. van recept - minstens 50 ml
Kalfszwezerik (snede)252afh. van recept - minstens 50 ml
Kalfsstamppot202afh. van recept - minstens 50 ml
Kalfstong402bedek volledig met water
Kalfskop202bedek volledig met water
Rundsgebraad452afh. van recept - minstens 50 ml
Rundsroulade132afh. van recept - minstens 50 ml
Rundsvlees (snede)122afh. van recept - minstens 50 ml
Rundsschnitzel in eigen saus152afh. van recept - minstens 50 ml
Rundsstamppot / goulash252afh. van recept - minstens 50 ml
Gekookt rundsvlees452afh. van recept - minstens 50 ml
Rundszwezerik352afh. van recept - minstens 50 ml
Rundstong502bedek volledig met water
Varkensgebraad402afh. van recept - minstens 50 ml
Varkensvlees (snede)132afh. van recept - minstens 50 ml
Varkenszwezerik402afh. van recept - minstens 50 ml
Varkensstamppot / goulash252afh. van recept - minstens 50 ml
Varkenslende202afh. van recept - minstens 50 ml
Gepekeld varkensbeen352bedek volledig met water
Gerookt spek252bedek volledig met water
Gezouten of ongezouten spek202bedek volledig met water
Lamsgebraad302afh. van recept - minstens 50 ml
Lamsstamppot202afh. van recept - minstens 50 ml
Gevogelte
Kip (in stukken)82afh. van recept - minstens 50 ml
Kip (geheel)152afh. van recept - minstens 50 ml
Wild
Haasgebraad302afh. van recept - minstens 50 ml
Hertengebraad302afh. van recept - minstens 50 ml
Gestoofd wild182afh. van recept - minstens 50 ml
Wild (snede)202afh. van recept - minstens 50 ml
Gemengd
Gehakt (varken, lam of rund)82afh. van recept - minstens 50 ml
Konijn (gebraad, stukken)302afh. van recept - minstens 50 ml
Pensen152afh. van recept - minstens 50 ml
Vleesbrood302afh. van recept - minstens 50 ml
Paté152afh. van recept - minstens 50 ml
Stamppot (zie kooktijden van individuele ingrédiënten)
Gelei602afh. van recept - minstens 50 ml
Vis (met treeft)
Ganse vis (vb snoek) of grote vis staart 61tot treeft
Porties vis (vb kabeljauw)31tot treeft
Grote visfilets (vb heilbot)21tot treeft
(De ganse nacht in water zetten. Indien niet doordrenkt vermeerderen de kooktijden met ongeveer
een derde. Zout de groenten pas na het koken om de kooktijden niet te zeer te verlengen)
Bonen, witte bonen en sojabonen81Bedek goed onder water
Kikkererwten, tuinbonen en gele erwten101Bedek goed onder water
Zwarte bonen, spaanse bonen121Bedek goed onder water
Linzen (groen of bruin, doordrenkt)71100:300
In plastiek verpakking:
Vlees, ganse maaltijden, kleine pakjes102bedek het pak tot de helft met
water
Vlees, ganse maaltijden, grote pakjes122bedek het pak tot de helft met
water
Gedroogde voedingswaren
(Zelf gedroogde voedinswaren dienen een nacht in water gestaan te hebben. Gekochte gedroogde
voedingswaren mogen ondoordrenkt zijn.)
Abrikozen, pruimen en perzikken22bedek met water
Appels (gesneden)32bedek met water
Peren (vooraf doordrenkt)42bedek met water
Kastanjes202bedek met water
Bonen (vooraf doordrenkt)122bedek met water
1 jonge braadkip van +/- 1 kg • 4 middelgrote uien • 4 eetlepels boter 1 tot 1 1/2 eetlepel paprikapoeder • 2 middelgrote tomaten • 1,5 dl water • 1 kop rijst
Voor de saus: 1 eetlepel bloem • 2 eetlepels zure room • zout en peper
Voor garniering: een beetje paprika
EREIDING
B
Snij de kip in stukken, hak de uien fijn en vierendeel de tomaten. Verwijder het roostertje.
Verhit de boter en bak de gesnipperde uien zonder te bruinen. Voeg de paprikapoeder toe en roer tot
alles goed gemengd is. Voeg dan de gevierendeelde tomaten, de kip en het water toe.
Sluit de pan en breng ze onder druk. Laat 7 minuten koken. Laat de temperatuur van de pan langzaam minderen tot kamertemperatuur. Maak ondertussen de rijst klaar zoals gewoonlijk of aangegeven op de verpakking. Neem de kip en de groenten uit de pan en hou ze warm. Zeef de bouillon.
Vermeng de bloem en de zure room. Voeg langzaam en goed roerend de bouillon toe. Proef en breng
op smaak met peper en zout. Verwarm de saus maar laat niet koken. Giet alles over de kip en de
groenten en dien op bestrooid met een beetje paprika. Serveer de rijst afzonderlijk.
TOVERIJ OP Z’N VLAAMS
België: S
OOKTIJD
K
40 Min.
UTATEN
Z
700 gr runderstoofvlees • 2 grote uien • 2 eetlepels boter of braadvet • 1 flesje (3 dl) bier of ale
1,5 dl bouillon • zout en peper • een vingergreep suiker • 1 laurierblad
Om te garnieren: gehakte peterselie.
(CHICKEN PAPRIKA)
Nl
EREIDING
B
Snij het vlees in stukken en kruid goed.
Snipper de uien. Neem het roostertje uit de pan. Verhit het vet en bak het vlees vlug aan alle zijden
bruin.
Bruineer de uien. Verwijder het overtollige vet. Voeg het bier, de bouillon, en het laurierblad toe.
Kruid met peper en zout. Sluit de pan en breng onder druk.
Kook gedurende 40 minuten.
Laat de stoom af of koel de pan onder koud stromend water. Verwijder het laurierblad.
Leg het vlees en de uien in een serveerschotel en hou het warm. Breng het vocht terug aan de kook
en breng door toevoeging van bloem tot de gewenste dikte.
Proef en breng op smaak.
Om een scherpere smaak aan het gerecht te geven kan men een weinig wijnazijn toevoegen aan de
saus juist voor het opdienen.
19
België: KONINKLIJK WITLOOF
KOOKTIJD 3 en 5 Min.
INGREDIENTEN
4 stronkjes witloof • 2 eetlepels boter • 2 eetlepels water • 3 dl melk • 2 eieren • zout en peper
een weinig geraspte kaas • een vingergreep nootmuskaat • een weinig boter • 1 dl water met het sap
van 1 citroen
EREIDING
B
Was het witloof en laat de stronkjes heel.
Doe de 2 eetlepels boter in de pan, laat ze smelten en voeg dan het water (2 eetlepels) bij en leg het
witloof op het roostertje.
Sluit de pan en laat onder druk komen en kook 3 minuten. Stoom afblazen en openen.
Ondertussen de 3 dl melk aan de kook brengen en de eieren kloppen en kruiden met peper, zout en
nootmuskaat. Als de melk goed warm is de gekruide eieren vlug onder voortdurend roeren bijvoegen.
Leg het witloof op een ingevette vuurvaste ronde schotel. Giet de melksaus op het witloof en bedek
het met mespunten boter. Dek af met een dubbelgevouwen ingevet papier.
Doe het water met citroensap in de pan. Leg het roostertje in de pan en zet de afgedekte vuurvaste
schotel erop. Sluit de pan en laat 5 minuten koken.
Open de snelkookpan. Bestrooi de schotel witloof met geraspte kaas en laat licht bruin braden in de
oven.
Duitsland: K
OOKTIJD
K
IPPENFRICASSEE
18 tot 22 Min
INGREDIENTEN
1 braadkip • zout en peper • het sap van een kleine citroen • 12 kleine verse uien of sjalotten
6 grote paddestoelen • 2 eetlepels boter • 1,5 dl droge witte wijn • 1 eetlepel gezeefde bloem
een weinig melk • 1,5 dl room (zure)
Om te garnieren: rolletjes spek en gehakte peterselie.
EREIDING
B
Droog de kip en snij ze in stukken.
Kruid ze met peper en zout en besprenkel ze met citroensap. Reinig de uitjes of sjalotten, maar laat ze
heel. Was of reinig de paddestoelen en snij ze in vier. Neem het roostertje uit de pan. Verwarm de
boter, fruit de stukken kip goudbruin en neem ze uit de pan. Voeg de uien en de paddestoelen erbij
en laat zacht gedurende 3 à 4 minuten fruiten.
Neem de pan van het vuur en laat wat afkoelen.
Doe de wijn in de pan. Leg de kip terug in de pan.
Breng onder druk en laat nog 15 à 18 minuten koken. Open snelkookpan.
Ondertussen mengt u de bloem met de melk voor het binden van de saus. Bak de spekrolletjes. Neem
de kip uit de pan en hou ze warm.
Voeg de opgeloste bloem bij het vocht terwijl u voortdurend roert.
Proef en breng op smaak.
Voeg de room toe. Verwarm maar laat vooral niet meer koken.
Giet de saus over de kip.
Versier met gehakte peterselie en de rolletjes spek.
Dit gerecht is nog beter wanneer u zure room gebruikt.
20
Frankrijk: HUTSEPOT (POT AU FEU)
OOKTIJD 25 tot 30 Min.
K
INGREDIENTEN
900 gr runds- of kalfsschenkel • 1 mergpijp, runds- of kalfsknook • 1 tot 2 liter water • 2 kippenbouten • 2 kippenvleugels • 4 kleine uien • 4 middelgrote wortelen • 2 kleine rapen, gehalveerd
4 preien (alleen het wit) • 1 gehakt knoflookteentje • 1 laurierblad (verpulverd) • 1 takje tijm
1 takje peterselie
Als aanvulling: knappend frans brood, mosterd of mierikswortelsaus (afzonderlijk opdienen)
EREIDING
B
Verwijder het roostertje uit de snelkookpan. Leg het rundsvlees en de mergpijp of knook in de pan.
Giet het water erbij. Breng in de open pan aan de kook.
Schuim goed af, sluit de snelkookpan af en breng onder druk voor een 8-tal minuten. Koel de pan af
onder koud stromend water of open. Schuim opnieuw af indien nodig. Doe de kip, de gereinigde en
gewassen groenten en de kruiden bij het vlees. Sluit de pan, breng opnieuw onder druk en laat een
20-tal minuten koken. Laat de pan zachtjes afkoelen tot kamertemperatuur. Ontdoe de kip van het vel
en leg het samen met het vlees op een hete schotel, leg de groenten rond het vlees. Zeef de bouillon
en schep het overtollige vet af. Doe de bouillon terug in de pan. Proef en kruid naar smaak. Laat terug
even koken en dien op in individuele kommetjes en het frans brood en de mosterd-, of mierikswortelsaus afzonderlijk. Men kan het vlees vooraf in stukken snijden en met de stukken kip en de groenten
4 porties maken.
Nl
Nederland: K
ABELJAUW EN GARNALENRAGOUT
KOOKTIJD 6 Min.
NGREDIENTEN
I
3 tot 4 dl water • 2 à 4 moten kabeljauw • het sap van een kleine citroen • zout en peper
Om te dikken: 1 eetlepel boter • 1 eetlepel bloem • 100 gr gepelde garnalen
Om te garnieren: 2 eetlepels gehakte peterselie
EREIDING
B
Doe het water, het citroensap, peper en zout in de pan en leg de vis op het roostertje.
Breng onder druk en kook gedurende 6 minuten.
Koel de pan af of de stoom afblazen. Doe de vis uit de pan. Smelt ondertussen de boter in een steelpan, voeg de bloem toe en meng goed. Giet het vocht uit de snelkookpan onder voortdurend roeren
tot de saus voldoende gedikt is.
Laat koken, voeg de garnalen bij de saus. Breng op smaak en laat 2-3 minuten koken. Verwijder de
graten en vellen van de vis en verdeel hem in grote porties.
Doe hem terug in de snelkookpan zonder deksel. Overgiet de vis met de saus en warm terug op.
Dien op in een diep bord rijk besprenkeld met peterselie.
21
Italië: MILANESE SOEP (MINESTRONE MILANESE)
OOKTIJD 10 Min.
K
INGREDIENTEN
2 dikke sneden doorregen spek • 1 middelgrote ui • 1 binnenste van selder • 1 aardappel
1/2 van een grote groene kool • 100 gr prinsessebonen • 3 tomaten • 2 courgettes
2 eetlepels olijfolie • 2 eetlepels erwten • 9 dl bouillon • 1 eetlepel gehakte peterselie
zout en peper • 100 gr rijst • gemalen parmesankaas
(kan afzonderlijk opgediend worden)
EREIDING
B
Hak het spek fijn. Bewaar de zwoerden. Snij de uien, de kool en de bonen in dunne repen. Pel en hak
de tomaten.
De courgettes niet pellen maar halveren, de pitten verwijderen en in repen van ± 5 cm snijden.
Neem het roostertje uit de snelkookpan. Verhit de olie en laat het spek, de uien en de selder lichtjes
bruin bakken.
Voeg al de overblijvende groenten erbij, evenals de spekzwoerden en de bouillon erbij en breng aan
de kook.
Voeg de rijst erbij. Sluit de pan en breng onder druk. Kook gedurende 10 minuten. Laat de stoom af.
Proef en breng op smaak met zout en peper. Maak opnieuw warm en dien op in individuele soepkommen, terwijl de kaas afzonderlijk wordt aangeboden.
SSO BUCCO
Italië: O
Het recept moet wel tijdig bereid worden, want het vlees vereist 2 tot 3 uur rust.
KOOKTIJD 2 Min.
NGREDIENTEN
I
1,5 kg kalfsschenkel (door de slager in stukken van + 6 cm gezaagd) • 2 eetlepels boter
3 dl marsala (witte wijn zoet) • zout en peper • 1 theelepel bloem • 1 bouillonblokje (van kip of rund)
water, rijst • 1 teentje look • 2 of 3 repen citroenschil • 1 eetlepel gehakte peterselie
Om te garnieren: 1 eetlepel geraspte citroenschil
1 eetlepel gehakte peterselie
1 kleine theelepel geplette look
EREIDING
B
Bind al het vlees met een koord zodat het samengehouden wordt. Neem het roostertje uit de pan.
Verhit de boter en bak het vlees goudbruin. Neem het uit de pan. Giet de wijn in de pan, doe er zout
en peper in en breng aan de kook. Leg het vlees er terug in.
Keer het minstens éénmaal, totdat de wijn goed verminderd is. Strooi de bloem in de pan. Voeg er
water bij tot alle stukken vlees onder liggen. Doe het bouillonblokje erin en breng onder druk. Kook
gedurende 20 minuten. Laat de stoom af, en laat de inhoud 2 à 3 uur rusten in de afgedekte pan.
Bereid ongeveer 3 / 4 uur voor de maaltijd de rijst zoals naar gewoonte of als aangegeven op de verpakking en hou hem warm. Voeg de look en de reepjes citroenschil bij de ossobucco in de pan en
warm terug zachtjes op tot het opborrelt. Leg de stukken vlees op een warme serveerschotel.
Verwijder het teentje look en de citroenschil en laat de saus uitkoken tot de gewenste dikte. Giet de
saus over het vlees. Versier met de geraspte citroenschil, de peterselie en de geplette look en serveer
de rijst afzonderlijk.
22
Table des matières
1. Introduction24
2. Les avantages de votre autocuiseur d'un coup d’œil24
3. Sécurité25
4. Utilisation de l’autocuiseur 26
5. Mise en service26
6. Remplissage27
7. Vérification de la soupape27
8. Fermeture27
9. Cuisson sous pression28
10. Echappement de la vapeur et ouverture29-30
11. Indications d’entretien et de nettoyage31
12. Dépannages 32
13Garantie33
14. Réparations et services après-vente33
15. Protection de l’environnement/élimination33
16. Accessoires autocuiseur34
17. Pièces de rechange autocuiseur34
18. Tableau des temps de cuisson35 jusqu’à 38
19. Préparation des aliments39 jusqu’à 42
Fr
EXPLICATION DES PICTOGRAMMES
Indications importantes de sécurité
Astuces/Indications
23
1. Introduction
Les repas préparés dans une casserole à pression Demeyere retiennent mieux leurs vitamines, minéraux et arômes. La casserole à pression Demeyere est très rapide et vous permet
de préparer des recettes deux à trois fois plus vite que dans une casserole ordinaire. Des
grandes pièces sont plus vite préparées dans une casserole à pression que dans le four à
micro-ondes. La consommation d’énergie est jusqu’à 70% inférieure à celle des casseroles
classiques.
La casserole à pression Demeyere est vraiment meilleure que les casseroles à pression avec
lesquelles la vapeur s’échappe pendant la cuisson. Le bruit, que ces casseroles font, n’est
pas uniquement ennuyeux mais signifie aussi que les arômes et la vapeur s’échappent
continuellement.
La casserole à pression Demeyere perd uniquement de la vapeur s’il y a surpression. Dans
des conditions normales, la casserole à pression fonctionne tout à fait silencieusement
sans perdre de vapeur, ce qui fait que vous pouvez cuisiner avec peu d’eau ou de liquide,
donc beaucoup plus vite qu’avec les anciens systèmes. Vous consommez aussi beaucoup
moins d’énergie.
Les anciens modèles doivent être refroidis sous le robinet avant qu’on puisse enlever le couvercle. Avec la casserole à pression Demeyere ceci n’est plus nécessaire. La casserole à pression est simple et sûre. Vous pouvez y préparer des recettes d’une façon saine sans perte
d’arômes et de vitamines.
Vous pouvez cuisiner sous pression uniquement si le couvercle est bien verrouillé. Si le couvercle n’est pas verrouillé, vous pouvez l’utiliser comme faitout ou casserole.
2. Les avantages de votre autocuiseur
Demeyere d'un coup d’œil
• Sain - temps de cuisson réduit et à base de vapeur; ceci garanti une conservation maximale
des arômes, sels minéreaux et vitamines
• Economique - jusqu'à 70% de gain de temps de cuisson - corps et fond conductible très
épais
• Fermetures en matière synthétique, isolante (ne brûlent pas, mais peuvent chauffer)
• Indicateur de la contenance (à l'intérieur du récipient: 1/2 et 2/3 de contenance)
• Verrouillage du couvercle entièrement automatique (empèche l’ouverture sous pression)
• Soupape arôme (permet de préserver les arômes et la couleur normale des aliments)
• Indication acoustique et visuelle de la pression (confort d’utilisation)
• Fond superthermique (3 couches) pour une répartition optimale de la chaleur,
convient à tous les types de cuisinières, y compris celles à induction.
• Acier fin inoxydable (garantissant qualité et durée de vie)
• Produit facile à utiliser et à entretenir.
• Peut être utilisé pour la préparation de différents aliments, notamment pour ceux qui exigent
normalement une longue durée de cuisson (voir Tableau des temps de cuisson).
• Chaque casserole à pression est livrée avec une grille qui peut être utilisée avec des aliments qui ne doivent pas absorber de l’eau (voir Tableau des temps de cuisson pour usage).
24
3. Sécurité
Avant la première mise en service de l'autocuiseur, lisez tout d'abord attentivement ce mode
d'emploi, notamment les chapitres relatifs au contrôle, au nettoyage et à l’entretien des dispositifs de sécurité. Prenez particulièrement garde aux indications de sécurité représentées par un
triangle.
IMPORTANTES INDICATIONS DE SECURITE
Lors de l'utilisation des autocuiseurs, il faut absolument respecter les mesures essentielles de sécurité suivantes.
1. Lisez toutes les indications.
2. Ne touchez jamais les surfaces chaudes. Ne prenez l'autocuiseur que par le manche
ou les poignées.
3. Faites particulièrement attention lorsque vous utilisez l’autocuiseur en présence d'enfants.
4. Ne placez jamais l’autocuiseur dans un four chaud.
5. Lorsque vous utilisez une cuisinière à gaz, lisez tout d’abord le chap. 5.
6. Maniez l'autocuiseur avec précaution, surtout lorsqu’il contient des liquides chauds.
7. N'utilisez l’autocuiseur que dans son domaine d’application (chap. 4).
8. L’autocuiseur cuit sous pression. L’utilisation inadaptée de l’appareil peut provoquer
des blessures par ébouillantage. Avant la mise en service, assurez-vous que l’appareil est
correctement fermé. Voir chap. 8.
9. Veillez à ne remplir la cuve qu’aux deux tiers maximum. Pour les aliments ayant tendance
à gonfler pendant la cuisson, riz ou légumes secs, p.ex., l’autocuiseur ne doit être rempli
qu’à moitié. Voir chap. 6
10. N'utilisez jamais l'autocuiseur pour préparer de la compote de pommes, des airelles rouges,
de l'orge, des flocons d'avoine ou autres céréales (sauf celles mentionnées au chap. 18),
des pois, des pâtes, des macaronis ou de la rhubarbe. Ces aliments ont tendance à
mousser ou à éclabousser et peuvent bloquer la soupape. Il ne faut pas faire cuire ces
denrées alimentaires dans l’autocuiseur.
11. Avant chaque mise en service de l'autocuiseur, contrôlez si l’indicateur de pression peut
se mouvoir librement dans la soupape. Voir chap. 7.
12. N’ouvrir l’autocuiseur que lorsqu’il a refroidi et qu’il n’y a plus de pression à l’intérieur.
Si l’on ne peut pas bouger les poignées, ou seulement difficilement, cela veut dire que
l’autocuiseur est encore sous pression. N'essayez pas d'ouvrir la marmite. La pression
dans l’autocuiseur peut être dangereuse. Voir chap. 9 + 10.
13. Il ne faut pas utiliser l'autocuiseur pour faire rôtir les aliments dans de l'huile sous pression.
14. Après chaque utilisation de l'autocuiseur, suivez les indications de nettoyage et d’entretien.
15. Lorsque la pression de cuisson normale a été atteinte, réduisez l'apport en énergie,
de manière à éviter que tout le liquide ne puisse s'échapper sous forme de vapeur.
Fr
CONSERVEZ BIEN CES INDICATIONS!
25
4. Utilisation de l’autocuiseur
L'autocuiseur est prévu pour faire cuire des aliments après avoir ajouté de l'eau; on peut
l’utiliser sur tous les types de cuisinière, y compris à induction, tant à la maison que dans
le domaine de la restauration.
Il peut être utilisé pour la préparation de différents aliments,
notamment pour ceux qui exigent normalement une longue
durée de cuisson: Soupes, Viande (p.ex. rôti, goulasch, ragoût, etc.)
Légumes, Pommes de terre / entre autres céréales et légumes secs
Produits secs.
L'autocuiseur fait cuire sous pression.
Bien que l'autocuiseur se distingue par un haut niveau de qualité et
de sécurité, on ne peut exclure, en cas de fausse manœuvre ou
d'utilisation inadaptée, la possibilité de blessures (par ébouillantage)
ou de dégâts matériels. C'est pourquoi il faut obligatoirement tenir
compte des indications de sécurité.
5. Mise en service
Lorsque vous utilisez l'autocuiseur sur une cuisinière électrique, veillez à ce
que le diamètre de la plaque corresponde à la taille du fond de l'autocuiseur. L'indication
figure sous le fond (voir chap. 14).
Lors de l'utilisation d'une cuisinière à gaz, veillez à ce que les flammes ne
chauffent que le fond de la cuve et non pas les parois de l'autocuiseur, afin d’éviter l’altération de la couleur et la surchauffe des poignées (ou des manches).
Avant la première mise en service de l'autocuiseur, lavez soigneusement l'autocuiseur, le couvercle et le joint en caoutchouc à l'eau chaude, avec du liquide vaisselle.
Certaines plaques à induction peuvent éventuellement faire du bruit, lorsque l’on cuisine.
Ce bruit est dû au champ magnétique, qui fait vibrer l'ustensile. Malheureusement, on ne
peut pas l’éviter.
.
26
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.