Kleenmaid CW2399 User Manual [en, de, fr]

BELGIUM
Gebruiksaanwijzing Mode d’emploi Instruction manual Gebrauchsanweisung
Snelkookpan • Casserole à pression • Autocuiseur
Pressure cooker • Schnellkochtopf
1 Treeft
2 Snelkookpan
3 Ventielbehuizing
4 Ventieldop
5 Tweede veiligheidsventiel
(SI-ventiel)
6 Veiligheidsventiel
(met integrale drukindicator)
7 Boven-en ondergreep
8 Rubberring
1 Trivet
2 Pressure cooker
3 Protection cap
4 Valve cap
5 SI valve
(secondary safety device)
6 Valve with pressure indicator stem
(primary safety device)
7 Pan/lid side grips
8 Rubber gasket
1 Grille
2 Autocuiseur
3 Cape protectrice
4 Bouton de retenue
5 Soupape SI
(deuxième dispositif de sécurité)
6 Soupape avec indicateur de pression
(premier dispositif de sécurité)
7 Poignée latérale marmite/couvercle
8 Joint en caoutchouc
1 Siebeinsatz
2 Schnellkochtopf
3 Abdeckhaube
4 Ventilköpfchen
5 SI-Ventil
(zweite Sicherheitseinrichtung)
6 Ventil mit Druckanzeiger
(erste Sicherheitseinrichtung)
7 Seitengriff Topf/Deckel
8 Gummidichtung
Inhoudstafel
1. Inleiding 4
2. Een blik op de voordelen van uw Demeyere snelkookpan 4
3. Veiligheid 5
4. Gebruiksaanwijzing 6
5. Voor het eerste gebruik 6
6. Vullen 7
7. Het ventiel controleren 7
8. Sluiten 7
9. Koken onder druk 8
10. Druk verminderen en openen 9-10
11. Schoonmaak en onderhoud 11
12. Problemen oplossen 12
13. Garantie 13
14. Herstel- en servicepunten 13
15. Milieubescherming 13
16. Toebehoren snelkookpan 14
17. Vervangstukken 14
18. Tabel met kooktijden 15 tot 18
19. Enkele gerechten 19 tot 22
Nl
VERKLARING VAN SYMBOLEN
Belangrijke aanwijzing
Tip/Aanwijzing
1. Inleiding
Maaltijden klaargemaakt in de Demeyere snelkookpan behouden beter hun vitaminen, mineralen en smaak. Ze laat u toe gerechten twee tot drie maal sneller te bereiden dan in de klassieke pannen en het energieverbruik ligt tot 70% lager. Grote stukken zijn bovendien vlugger gaar in de snelkookpan dan in de microgolfoven. De Demeyere snelkookpan is merkelijk beter dan de ‘eerste generatie’ snelkookpannen, waarbij de stoom tijdens het kookproces voortdurend verloren gaat. Het sissend geluid dat deze andere snelkookpannen maken, is niet alleen hinderlijk maar betekent ook dat er geur en stoom ontsnapt. De Demeyere snelkookpan verliest alleen stoom als de druk groter is dan nodig om te koken. In normale omstandigheden verliest deze snelkookpan bijna geen stoom, wat betekent dat met een heel klein beetje water of vocht dus veel sneller kan gekookt wor­den. Dit is ook de reden dat de pan volkomen geruisloos werkt. Vorige snelkookpannen moesten onder koud water afgekoeld worden alvorens het deksel kon geopend worden. Met de Demeyere snelkookpan is dit niet meer nodig. De Demeyere snelkookpan is eenvoudig en veilig. U kan er gezond in koken omdat de aroma, de mineralen en de vitaminen behouden blijven. Dankzij de kortere kooktijden verbruikt u bovendien minder energie en zijn de gerechten veel sneller klaar. Alleen wanneer het deksel is vergrendeld kan onder druk en met stoom gekookt worden. In het geval het deksel niet vergrendeld is kan men de snelkookpan gebruiken als een nor­male kookpot/-pan om te bakken, te braden of te friteren.
2. Een blik op de voordelen van uw DEMEYERE
snelkookpan
• Gezond - korte kooktijden en koken op basis van stoom garanderen optimaal behoud van aroma, mineralen en vitaminen
• Economisch - tot 70% besparing in kooktijd - dikke wanden en warmtegeleidende bodem
• Kunststof handgrepen blijven koel - voor uw veiligheid en gebruiksgemak
• Maataanduiding aan de binnenkant - 1/2 en 2/3 van de inhoud
• Volledig automatisch sluitsysteem van het deksel - belet openen onder druk
• Smaakventiel - zorgt voor behoud van de natuurlijke smaak en kleur
• Akoestische en visuele drukaanduiding - eenvoudig te controleren
• Meerdere drukbeveiligingen - voor uw veiligheid
• Superthermische sandwichbodem - voor een optimale warmteverdeling op alle vuren, inclusief inductie
• Roestvrij staal - staat borg voor kwaliteit en duurzaamheid
• Gebruiks- en onderhoudsvriendelijke producten.
• Handig voor voedingswaren met lange kooktijden (zie tabel met kooktijden).
• Bij elke snelkookpan wordt een treeft geleverd. Dit wordt gebruikt voor spijzen die geen water mogen opnemen (zie tabel met kooktijden voor gebruik).
3. Veiligheid
Lees alle instructies en neem aandachtig de gebruikershandleiding door alvorens aan de slag te gaan. Besteed ook zeker aandacht aan de punten over testen, reinigen van, en zorg dra­gen voor de speciale veiligheidsonderdelen. Neem zorgvuldig de veiligheidsinstructies in acht gemarkeerd met de driehoek.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees altijd de volgende basisinstructies door alvorens uw snelkookpan te gebruiken
1. Lees alle instructies.
2. Raak de warme oppervlakken niet aan. Gebruik enkel de handgrepen.
3. Zoals bij alle keukenapparaten kijkt u zeer goed uit wanneer u dit apparaat in de buurt van kinderen gebruikt.
4. Zet de snelkookpan nooit in een verwarmde oven.
5. Lees hoofdstuk 5 aandachtig alvorens de snelkookpan te gebruiken op gasvuren.
6. Gebruik de snelkookpan altijd met zorg, vooral als deze warme vloeistoffen bevat.
7. Gebruik de snelkookpan alleen voor de doeleinden waarvoor deze bestemd is (zie hoofd­stuk 4).
8. De snelkookpan werkt onder druk. Het kokende water kan verwondingen veroorzaken als deze op een verkeerde manier wordt gebruikt. Controleer steeds of de snelkookpan goed dicht is voor u hem laat opwarmen (zie hoofdstuk 8).
9. Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 2/3. Kookt u voedingswaren die kunnen uit­zetten, zoals rijst of gedroogde groenten, dan vult u de snelkookpan maximaal tot de helft.
10. Deze snelkookpan is niet geschikt voor het bereiden van appelmoes, bessen, pap, haver,
gerst of andere granen (uitgezonderd deze opgesomd in hoofdstuk 18)
11. Controleer voor elk gebruik of de ventieldop niet verstopt of belemmerd is (zie hoofd-
stuk 7).
12. Open de snelkookpan nooit alvorens deze voldoende is afgekoeld en de interne druk
gezakt is. Als de handgrepen niet gemakkelijk uit elkaar kunnen worden gedraaid wil dit zeggen dat de snelkookpan nog onder druk staat. Forceer nooit het openen. De druk in de snelkookpan kan gevaarlijk zijn (zie hoofdstuk 9 + 10).
13. Gebruik uw snelkookpan in geen geval om te frituren onder druk.
14. Kom niet aan de veiligheidssystemen en beperk u strikt tot de schoonmaak- en onder-
houdsvoorschriften. Volg de onderhouds-en schoonmaakinstructies steeds na elk gebruik.
Nl
15. Als de normale kookdruk is bereikt vermindert u de warmte zodat de vloeistof in de snel-
kookpan niet kan ontsnappen als stoom.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES GOED !
4. Gebruiksaanwijzing
De snelkookpan van Demeyere is bedoeld voor het koken van voedingswaren waarbij vloeistoffen zijn toegevoegd en is geschikt voor alle vuren, inclusief inductievuren. De snelkookpannen van Demeyere worden zowel gebruikt door hobby-koks als chefkoks.
De Demeyere snelkookpannen zijn uiterst handig voor voedingswaren die normaal lange kooktijden nodig hebben zoals soep, vlees (gebraad, goulash, stoofvlees, enz.), groenten, aardappelen, gedroogd voedsel, enz.
Een snelkookpan kookt onder druk. Hoewel deze snelkookpan zich onderscheid door zijn uitstekende kwaliteit en veiligheid, kunnen kwetsuren (zoals verbranding door kokend water) of scha­de voortkomend uit ongepast gebruik, niet uitgesloten worden. Lees daarom zeer aandachtig de veiligheidsinstructies die met dit logo worden aangeduid.
5. Voor het eerste gebruik
Bij gebruik op een elektrisch vuur zorgt u ervoor dat de diameter van de kookplaat of –ring niet groter is dan deze van de van de snelkookpan. De geschikte diameters vindt u overigens onderaan op de bodem van de snelkookpan geëtst (zie Hoofdstuk 14) Bij gebruik op gasvuur zorgt u er best voor dat de opstijgende vlammen de zijkanten van de snelkookpan niet kunnen raken. Hierdoor onstaat namelijk het gevaar voor onherroe­pelijke vlekken aan de buitenkant van de pan en de handgrepen zullen oververhit raken en degraderen. Alvorens de pan voor het eerst in gebruik te nemen, wast u de pan, het deksel en de rub­berring in een warm sopje. Bij gebruik op bepaalde inductievuren kan een geluid ontstaan tijdens het koken. Dit geluid komt voort uit het magnetisch veld dat de snelkookpan doet vibreren. Dit kan spij­tig genoeg niet vermeden worden bij het gebruik van dit kookgerei.
.
6. Vullen
Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 2/3, inclusief het water of andere vloeistof dat u heeft toegevoegd (u kan de maataanduiding vinden aan de binnenkant van de pan). Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 1/2 als u soep, bepaalde granen, gedroogde peulvruchten of gedroogde bonen wenst klaar te maken (zie hoofd­stuk 18). Indien de snelkookpan te vol is kunnen de veiligheidselementen beschadigd worden (verbrandingsgevaar). Vergeet nooit om voldoende water (zie tabel met kooktijden, hoofdstuk 18 toe te voegen. Bij complete verdamping zal het voedsel bederven en de pan over­verhitten. Bij eventueel gebruik van zout roert u tot dit volledig is opgelost. Om echter schade aan het roestvrij staal te voorkomen is het aangeraden geen gezouten water of erg gezouten voeding in de snelkookpan te laten staan.
7. Het ventiel controleren
Het ventiel is een veiligheidsapparaat! Controleer of de ventieldop strak is vastgeschroefd. Indien dit niet het geval is schroeft u dit stevig vast zoals getoond in hoofdstuk 11.
Controleer of het ventiel zuiver is en vrij beweegt door er zachtjes aan te trekken. Als het ventiel niet vrij is of verstopt met voedsel, gebruikt u de snelkookpan niet (zie hoofdstuk 11+12).
Nl
8. Sluiten
2
1
Plaats de rubberring in het deksel. Zorg ervoor dat deze tegen de binnenkant van het deksel komt te liggen tussen het dek­sel en de voorziene rand.
Controleer steeds of de gekleurde veiligheidsknop van de handgrepen tegen de rubberring duwen.
1. Veiligheidsknop en veer (ingebouwd in handvat)
2. De rubberring zoals getoond op de tekening heeft enkel
3
deze vorm indien het deksel niet in gebruik is.
3. Bovengreep
Plaats het deksel op de snelkookpan zoals op onderstaande tekening. Het driehoekje op het deksel moet recht naar de ondergreep van de pan wijzen.
Draai het deksel in wijzerzin tot de bovengreep zich recht boven de ondergreep bevindt en u een klik hoort.
Ter controle: zijgrepen van de pot en het deksel moeten boven elkaar staan.
9. Koken onder druk
Verplaats de snelkookpan uiterst voorzichtig zolang hij onder druk staat. Raak de warme oppervlakken niet aan. Neem een warme snel­kookpan enkel vast bij de handgrepen.
Laat de snelkookpan nooit opwarmen zonder vloeistof om te voorko­men dat u zo de pan beschadigt.
Laat nooit een lege snelkookpan op een warme kookplaat of –ring.
Deze snelkookpan is niet geschikt voor het klaarmaken van appelmoes, bessen, pap, haver, gerst of andere granen (uitgezonderd deze opge­somd in hoofdstuk 18), erwten, pasta of rabarber. Deze voedingsmid­delen hebben de neiging om te schuimen en zouden het ventiel kun­nen blokkeren.
In geval er zich problemen voordoen tijdens het koken verwijdert u de snelkookpan van de warmtebron en laat u de pan afkoelen.
Plaats de correct gesloten snelkookpan op de wat betreft de diameter geschikte warmtebron (zie onderkant bodem). Schakel vervolgens uw fornuis in op de hoogste stand. Eens het voedsel begint te koken zal de stoom die aanwezig is in de snelkook­pan in eerste instantie via het ventiel ontsnappen. De ventieldop (met integrale drukindicator) komt in dit geval lichtjes omhoog. Nu zal de drukindicator stijgen samen met de toenemende druk in de pan. Op te merken: weinig later zal de eerste rode lijn op de ventieldop zichtbaar worden. Niveau 1 in het kookproces is nu bereikt.
Op dit moment start de kooktijd (zie tabel met kooktijden in hoofdstuk 18).
Betekenis van de verschillende kookniveau’s:
Kookniveau 1 Zachtjes koken bij lage druk (0.4 bar) Kookniveau 1 is bereikt van zodra de eerste rode lijn op de ventieldop zichtbaar is. Deze lijn dient tijdens het ganse kookproces zichtbaar te blijven.
Kookniveau 2 Snel koken bij hoge druk (0.8 bar) Kookniveau 2 is bereikt als beide rode lijnen op de ven­tieldop zichtbaar zijn. Ook deze tweede lijn dient nu tij­dens gans het verloop van het kookproces zichtbaar te blijven.
Om het gewenste kookniveau te blijven behouden moet u bijgevolg de warmtetoevoer blijven regelen. Wanneer er continu stoom uit het ventiel komt met een sissend geluid wil dit zeggen dat de maximale druk van 1.2 bar is bereikt. Verminder de warmtetoevoer of neem de snel­kookpan even van de kookplaat of –ring tot de tweede rode lijn nog net zichtbaar is.
In de treeft of in het inzetmandje zullen de groenten mooi gaar worden. De kleur, het aroma, de vitaminen en de voedingsstoffen blijven behouden.
Nl
10. Druk verminderen en openen
Het openen van de snelkookpan nooit forceren. Wacht tot de druk in de pan is gezakt.
Bij bereiding van voedingswaren die een dikke masse vormen (zoals granen, peulv­ruchten of voedingswaren met een hoog vetgehalte), de pan zacht schudden voor het openen om te voorkomen dat de inhoud uit de pan spat eens het deksel wordt geopend.
De snelkookpan opent zonder krachtinspanning als de druk verdwenen is (beveiliging). De druk gebeurt via stoomaflating als volgt:
10.0 Langzaam damp aflaten
Stufe 1
De snelkookpan naast het vuur zetten en laten afkoelen
10.1 Normale automatische drukvermindering
Til de ventieldop op en draai deze zachtjes 75° in klokwijzerzin tot deze lichtjes vastklikt
Stand 1
(stand 1).
10.2 Snelle automatische drukvermindering
Til de ventieldop op en draai deze zachtjes 90° in klokwijzerzin tot deze voor de tweede keer lichtjes vastklikt (stand 2).
Stand 2
Stufe 2
10.3 Openen van de snelkookpan na aflaten van de druk
Er is geen druk meer in de snelkookpan als de ventieldop in zijn laagste positie blijft. Om de pan te openen schuift u de boven- en ondergre­pen uit elkaar tot de pijl op het deksel loodrecht naar de ondergreep wijst. Het deksel kan nu eenvoudig opgetild worden.
Tips om de druk te verminderen bij specifieke voedingsmiddelen:
Voedingsmiddelen met een korte kooktijd: Gebruik snelle automatische drukver­mindering omdat het voedsel anders overgaar wordt. Groenten met een lange kooktijd, soep, vlees compleet in vloeistof gedompeld, aardappelen, granen en peulvruchten: Haal de snelkookpan van de kookplaat/­ring en laat deze afkoelen. Gebruik geen water om af te koelen (aardappelen zouden vastheid verliezen en uit elkaar vallen). Vlees, groenten, bevrozen groenten, vers fruit en gedroogd voedsel (geen peul­vruchten): Gebruik normale of snelle drukvermindering (sta voor reeds bereide maaltijden toe dat de snelkookpan een minuutje afkoelt alvorens druk te ver­minderen. Vis en rijst: Gebruik snelle automatische drukvermindering. Voedsel met een hoog vetgehalte of gepureerd voedsel (alsook peulvruchten): Haal de snelkookpan van de kookplaat/-ring en laat deze afkoelen.
Na het koken van vlees met vel, zoals ossetong, welke kan opzwellen door het toenemen van druk, kan het doorprikken van het vlees verbrandingsgevaar ople­veren.
10
11. Schoonmaak en onderhoud
Onder normale omstandigheden reinigt het ventiel zichzelf. Het verdient echter aan­beveling om af en toe het ventiel uit elkaar te nemen en schoon te maken. Dit is vooral nodig wanneer het ventiel erg vuil geworden is door de etensresten (zie hoofd­stuk 11.1). Maak losgekomen handgrepen vast met een schroevendraaier. Indien dit moeilijkhe­den met zich meebrengt kan u uw lokale Demeyere verdeler contacteren. De rubberring kan na het koken eenvoudig uit het deksel worden genomen, en afge­wassen worden. Reinig met speciale zorg het gebied rond de opstaande randen. Het tweede veiligheidsventiel (SI-ventiel) dient altijd correct vastgehecht te zijn aan het deksel telkens de snelkookpan in gebruik wordt genomen (de veer is zichtbaar aan de binnenkant van het deksel). Verwijder nooit dit ventiel, ook niet om te reinigen. Reinig nooit uw pan, deksel, ventielbehulzing of rubberring in de vaatwasmachine. Verwijder nooit vlekken of aanbaksel met schurende of krassende middelen zoals messen of staalwol. Dompel in de plaats hiervan uw snelkookpan in wat warm water met een beetje afwasmiddel totdat de vlekken gemakkelijk kunnen verwijderd wor­den met een zachte borstel, spons of doek. De ventielbehulzing in het bijzonder mag enkel gereinigd worden met een vochtige doek (gebruik nooit schuurmiddelen of bleekwater). Gebruik bij de reiniging nooit agressieve of bijtende middelen zoals javel. Verwijder halsstarrige kalkvlekken (witte vlekken) met enkele druppels azijn of citroen­sap. Indien er hinder is bij het dichtdraaien van het deksel lost een dun laagje kookolie op de rubberring dit probleem op. Bij het opbergen plaatst u het deksel best omgekeerd op de snelkookpan zodat de rubberring aan de binnenkant van het deksel vrij blijft en niet kan vervormd worden.
Nl
11.1 Ventielen
11.1.1 De plastieken ventielbehuizing verwijderen
Gebruik beide handen zoals geïllustreerd op tekening.
11
11.1.2 Het ventiel demonteren
Draai de schroef van de drukindicator (2) los met een schroevendraaier aan de binnen­kant van het deksel, om het ventiel te demonteren.
1. ventielmoer
2. drukindicator
3. ventielveer
4. ventieldichting
5. ventielhouder
6. ventieldop
11.1.3. Het ventiel reinigen en hermonteren
a. Demonteer het ventiel en reinig dit. Gebruik nooit agressieve of bijtende middelen. b. Let er tijdens het hermonteren op dat de ventieldop stevig is vastgemaakt aan de
drukindicator en dat de schroef volledig is vastgedraaid.
c. Controleer het ventiel zoals gedemonstreerd in hoofdstuk 7.
11.1.4 Het tweede veiligheidsventiel (SI-ventiel) passen
Duw met de hand tegen het ventiel aan de binnenkant van het deksel.
Controle: De blauwe rubberen dichtingsring dient stevig tegen het deksel te passen over de hele omtrek en dit zowel aan de binnen- als de buitenkant van het
A
A = binnenkant deksel
deksel.De veer moet zichtbaar zijn aan de binnenkant van het deksel.
12. Problemen oplossen
Als u onzeker bent over het gebruik van uw snelkookpan of over de veiligheid­sonderdelen gebruikt u deze niet en contacteert u uw Demeyere verdeler of DEMEYERE zelf.
Uw snelkookpan lekt?
- Controleer of de rubberring juist geplaatst is (hoofdstuk 8)
- Smeer de rubberring lichtjes in met olie of bevochtig deze met een beetje water.
- Indien nodig, vervangt u de rubberring
Indien er moeilijkheden zijn bij het dichtdraaien van het deksel, ook nadat de rubberring is bevochtigd, kan het zijn dat de pan of het deksel vervormd zijn. In dit geval brengt u uw snelkookpan naar uw Demeyere verdeler.
12
Als het tweede veiligheidsventiel (SI ventiel) stoom doorlaat tijdens het koken wil dit zeg­gen dat het hoofdventiel niet behoorlijk werkt. Demonteer, reinig en controleer het ven­tiel zoals besproken in hoofdstuk 11. Als de ventieldop met integrale drukindicator niet vrij beweegbaar is, demonteert, reinigt en controleert u dit (zie hoofdstuk 11). Als het probleem hier niet mee opgelost is neemt u contact op met uw Demeyere verdeler.
13. Garantie
Op alle Demeyere snelkookpannen geldt een garantie van 10 jaar op grond van fabricage­en/of materiaalfouten (aankoopsbewijs vereist). Deze garantie geldt niet voor beschadi­gingen wegens oververhitting, bevuiling, krassen of verkleuring. Evenmin inbegrepen is de slijtage aan handgrepen en rubberen onderdelen. UK: deze garantie is een toevoeging op uw wettelijke rechten.
14. Herstel- en servicepunten
Wijzig nooit uw snelkookpan en in het bijzonder de veiligheidsonderdelen, op welke wijze ook.
Het gebruik van vervangingsonderdelen, andere dan deze op de markt gebracht door Demeyere, kan schadelijk zijn en nadelig voor de veiligheid van uw snel­kookpan. Demeyere is niet in staat om elk hulpstuk te controleren dat in de markt aanwezig is. Gebruik daarom enkel Demeyere onderdelen. Een lijst van de vervangingsonderdelen vindt u in hoofdstuk 17.
Voor reparaties, originele vervangingsonderdelen en informatie kan u uw Demeyere verde­ler contacteren.
Demeyere n.v
Atealaan 63 • B-2200 Herentals • Belgium
tel.: +32 (0)14 285 210 • fax: +32 (0)14 285 222
info@demeyere.be • www.demeyerecookware.com
Nl
Op de bodem van de snelkookpan is een kente­ken aangebracht. Bij eventuele kontaktname
INOX/STAINLESS STEEL 18/10
5399 06.03 6.0L Ø22 18
LISTED 87 K2 PRESSURE COOKER
1,2 bar
gelieve steeds de onderlijnde zaken te vermelden (nummer artikel; bv. 5399; datum productie: bv.
06.03; productomschrijving: bv. Brinox).
= Diameter van de kookplaat.
15. Milieubescherming
Kookgerei, toebehoren en verpakking dienen gerecycleerd te worden op een milieu­vriendelijke wijze. Wij vragen u te voldoen aan landelijke en regionale reglementeringen.
13
16. Toebehoren snelkookpan
Omschrijving Referentie Past bij
Inzetmandje Ref. 9397 Ref. 5299 - 5399 - 5499
17. Vervangstukken snelkookpan
De volgende vervangstukken zijn verkrijgbaar bij uw Demeyere verdeler. Om zeker te zijn van het juiste onderdeel verzoeken wij u het artikelnummer en datum van productie te noteren (zie hoofdstuk 15)
Omschrijving Referentie Past bij
2de veiligheidsventiel (SI ventiel) 5502 5299 - 5399 - 5499
Drukindicator met ventielveer 5508 5299 - 5399 - 5499
Ventielveer 5509 5299 - 5399 - 5499
14
Ventieldop 5507 5299 - 5399 - 5499
Ventielbehuizing 5506 5299 - 5399 - 5499
Rubberring, 5501 5299 - 5399 - 5499 Silikon, 22 cm
Treeft 5504 5299 - 5399 - 5499
20 cm, Binnen
pan
18. Tabel met kooktijden
De vermelde kooktijden kunnen lichtjes variëren afhankelijk van het type voedsel, de bergplaats en de kwaliteit.
Voeding Kooktijd (Min.) Kookniveau Vloeistof toegevoegd
Soepen
Bouillon 20 1 als vereist Erwtensoep 12 1 als vereist Groentensoep (afh. van groenten) 5-8 1 als vereist Griesmeelsoep 8 1 als vereist Goulash soep 20 1 als vereist Kippenbouillonsoep 40 1 als vereist Kippensoep 15 1 als vereist Aardappelsoep 6 1 als vereist Bloemsoep 12 1 als vereist Minestrone 8 1 als vereist Ossestaartsoep 30 1 als vereist Rundvleessoep 45 1 als vereist Uiensoep 4 1 als vereist
Vlees
Kalfsgebraad 30 2 afh. van recept - minstens 50 ml Kalfszwezerik (stuk) 45 2 afh. van recept - minstens 50 ml Kalfszwezerik (snede) 25 2 afh. van recept - minstens 50 ml Kalfsstamppot 20 2 afh. van recept - minstens 50 ml Kalfstong 40 2 bedek volledig met water Kalfskop 20 2 bedek volledig met water Rundsgebraad 45 2 afh. van recept - minstens 50 ml Rundsroulade 13 2 afh. van recept - minstens 50 ml Rundsvlees (snede) 12 2 afh. van recept - minstens 50 ml Rundsschnitzel in eigen saus 15 2 afh. van recept - minstens 50 ml Rundsstamppot / goulash 25 2 afh. van recept - minstens 50 ml Gekookt rundsvlees 45 2 afh. van recept - minstens 50 ml Rundszwezerik 35 2 afh. van recept - minstens 50 ml Rundstong 50 2 bedek volledig met water Varkensgebraad 40 2 afh. van recept - minstens 50 ml Varkensvlees (snede) 13 2 afh. van recept - minstens 50 ml Varkenszwezerik 40 2 afh. van recept - minstens 50 ml Varkensstamppot / goulash 25 2 afh. van recept - minstens 50 ml Varkenslende 20 2 afh. van recept - minstens 50 ml Gepekeld varkensbeen 35 2 bedek volledig met water Gerookt spek 25 2 bedek volledig met water Gezouten of ongezouten spek 20 2 bedek volledig met water
Nl
15
Voeding Kooktijd (Min.) Kookniveau Vloeistof toegevoegd
Lam
Lamsgebraad 30 2 afh. van recept - minstens 50 ml Lamsstamppot 20 2 afh. van recept - minstens 50 ml
Gevogelte
Kip (in stukken) 8 2 afh. van recept - minstens 50 ml Kip (geheel) 15 2 afh. van recept - minstens 50 ml
Wild
Haasgebraad 30 2 afh. van recept - minstens 50 ml Hertengebraad 30 2 afh. van recept - minstens 50 ml Gestoofd wild 18 2 afh. van recept - minstens 50 ml Wild (snede) 20 2 afh. van recept - minstens 50 ml
Gemengd
Gehakt (varken, lam of rund) 8 2 afh. van recept - minstens 50 ml Konijn (gebraad, stukken) 30 2 afh. van recept - minstens 50 ml Pensen 15 2 afh. van recept - minstens 50 ml Vleesbrood 30 2 afh. van recept - minstens 50 ml Paté 15 2 afh. van recept - minstens 50 ml Stamppot (zie kooktijden van individuele ingrédiënten) Gelei 60 2 afh. van recept - minstens 50 ml
Vis (met treeft)
Ganse vis (vb snoek) of grote vis staart 6 1 tot treeft Porties vis (vb kabeljauw) 3 1 tot treeft Grote visfilets (vb heilbot) 2 1 tot treeft
Verse groenten (met treeft of stoominzet)
Artisjok 14 2 tot treeft (minstens 100 ml) Bladerrijke groenten 3 2 tot treeft (minstens 100 ml) Bloemkool 3 2 tot treeft (minstens 100 ml) Bonen 3 2 tot treeft (minstens 100 ml) Broccoli 2 2 tot treeft (minstens 100 ml) Venkel 6 2 tot treeft (minstens 100 ml) Witte kool (gehalveerd) 6 2 tot treeft (minstens 100 ml) Kastanjes 12 2 tot treeft (minstens 100 ml) Peulerwten 3 2 tot treeft (minstens 100 ml) Koolrabi (gehalveerd / gesneden) 6/2 2 tot treeft (minstens 100 ml) Prei (gesneden) 3 2 tot treeft (minstens 100 ml) Maïskolven 7 2 tot treeft (minstens 100 ml) Peper / Paprika 3 2 tot treeft (minstens 100 ml) Koolraap (gevierendeeld) 12 2 tot treeft (minstens 100 ml)
16
Voeding Kooktijd (Min.) Kookniveau Vloeistof toegevoegd
Koolraap (gesneden) 5 2 tot treeft (minstens 100 ml) Biet 5 2 tot treeft (minstens 100 ml) Spruiten 25 2 tot treeft (minstens 100 ml) Rode kool 4 2 tot treeft (minstens 100 ml) Wortelen (geheel) 6 2 tot treeft (minstens 100 ml) Zuurkool 30 2 tot treeft (minstens 100 ml) Schorsenelen 12 2 tot treeft (minstens 100 ml) Selderij (gehalveerd / gesneden) 6/2 2 tot treeft (minstens 100 ml) Asperges 5-10 2 tot treeft (minstens 100 ml)* Tomatenpuree 6 2 tot treeft (minstens 100 ml) Savooikool (gehalveerd) 8 2 tot treeft (minstens 100 ml)
* De snelkookpan dient
afgekoeld te worden onder koud stromend water
Aardappelen (met treeft)
(Kooktijden voor nieuwe aardappelen worden met een derde verminderd)
Aardappelen in een jasje 7-10 2 tot treeft (zonder treeft
minstens 100 ml) Gekookte aardappelen 4 2 idem Aardappelen (gesneden) 2 2 idem
Granen
(Voeg enkel granen toe aan kokend water en roer goed alvorens het deksel te sluiten (vb 100:150, 100 ml rijst = 150 ml water)
Nl
Rijst (geblancheerd) 6 1 100:150 Rijst (risotto) 5 1 100:200 Rijstpap 10 1 100:300 Bruine rijst (doordrenkt) 12 1 100:200 Bruine rijst (niet doordrenkt) 18 1 100:150 Bruine rijst (geblancheerd) 6 1 100:300 Wilde rijst (doordrenkt) 15 1 100:150 Wilde rijst (niet doordrenkt) 25 1 100:300 Griesmeel 4 1 100:300 Maïsmeel (fijn) 5 1 100:300 Maïsmeel (grof) 12 1 100:300
Gedroogde groenten (peulvruchten)
(De ganse nacht in water zetten. Indien niet doordrenkt vermeerderen de kooktijden met ongeveer een derde. Zout de groenten pas na het koken om de kooktijden niet te zeer te verlengen)
Bonen, witte bonen en sojabonen 8 1 Bedek goed onder water Kikkererwten, tuinbonen en gele erwten 10 1 Bedek goed onder water Zwarte bonen, spaanse bonen 12 1 Bedek goed onder water Linzen (groen of bruin, doordrenkt) 7 1 100:300
17
Voeding Kooktijd (Min.) Kookniveau Vloeistof toegevoegd
Vers fruit (met treeft)
Peren, appelen, perzikken, zeer rijpe Pruimen en abrikozen 2 2 tot treeft (minstens 100 ml) Pruimen en abrikozen (hard) 4 2 tot treeft (minstens 100 ml) Kweeperen 10 2 tot treeft (minstens 100 ml) Kastanjes 12 2 tot treeft (minstens 100 ml)
Bevrozen groenten (met treeft)
Spinaziebladen (500gr) 10 2 tot treeft Bloemkool 6 2 tot treeft Bonen 5 2 tot treeft Broccoli 5 2 tot treeft Peulerwten 4 2 tot treeft Spruiten 3 2 tot treeft Rode kool, gekookt (500gr) 12 2 tot treeft Spinazie (gehakt / zonder treeft) 10 2
Bereidingstijden voor kant-en-klaar maaltijden
In plastiek verpakking: Vlees, ganse maaltijden, kleine pakjes 10 2 bedek het pak tot de helft met
water
Vlees, ganse maaltijden, grote pakjes 12 2 bedek het pak tot de helft met
water
Gedroogde voedingswaren
(Zelf gedroogde voedinswaren dienen een nacht in water gestaan te hebben. Gekochte gedroogde voedingswaren mogen ondoordrenkt zijn.)
Abrikozen, pruimen en perzikken 2 2 bedek met water Appels (gesneden) 3 2 bedek met water Peren (vooraf doordrenkt) 4 2 bedek met water Kastanjes 20 2 bedek met water Bonen (vooraf doordrenkt) 12 2 bedek met water
Diversen
Paté van groenten 15 2 tot treeft Pudding (grote porties) 14 2 tot treeft Pudding (kleine porties) 8 2 tot treeft
18
19. Enkele gerechten
Verenigde Staten: KIP MET PAPRIKA
K
OOKTIJD 7 Min.
NGREDIËNTEN
I
1 jonge braadkip van +/- 1 kg • 4 middelgrote uien • 4 eetlepels boter 1 tot 1 1/2 eetlepel paprika­poeder • 2 middelgrote tomaten • 1,5 dl water • 1 kop rijst
Voor de saus: 1 eetlepel bloem • 2 eetlepels zure room • zout en peper
Voor garniering: een beetje paprika
EREIDING
B
Snij de kip in stukken, hak de uien fijn en vierendeel de tomaten. Verwijder het roostertje. Verhit de boter en bak de gesnipperde uien zonder te bruinen. Voeg de paprikapoeder toe en roer tot alles goed gemengd is. Voeg dan de gevierendeelde tomaten, de kip en het water toe. Sluit de pan en breng ze onder druk. Laat 7 minuten koken. Laat de temperatuur van de pan lang­zaam minderen tot kamertemperatuur. Maak ondertussen de rijst klaar zoals gewoonlijk of aangege­ven op de verpakking. Neem de kip en de groenten uit de pan en hou ze warm. Zeef de bouillon. Vermeng de bloem en de zure room. Voeg langzaam en goed roerend de bouillon toe. Proef en breng op smaak met peper en zout. Verwarm de saus maar laat niet koken. Giet alles over de kip en de groenten en dien op bestrooid met een beetje paprika. Serveer de rijst afzonderlijk.
TOVERIJ OP ZN VLAAMS
België: S
OOKTIJD
K
40 Min.
UTATEN
Z
700 gr runderstoofvlees • 2 grote uien • 2 eetlepels boter of braadvet • 1 flesje (3 dl) bier of ale 1,5 dl bouillon • zout en peper • een vingergreep suiker • 1 laurierblad
Om te garnieren: gehakte peterselie.
(CHICKEN PAPRIKA)
Nl
EREIDING
B
Snij het vlees in stukken en kruid goed. Snipper de uien. Neem het roostertje uit de pan. Verhit het vet en bak het vlees vlug aan alle zijden bruin. Bruineer de uien. Verwijder het overtollige vet. Voeg het bier, de bouillon, en het laurierblad toe. Kruid met peper en zout. Sluit de pan en breng onder druk. Kook gedurende 40 minuten. Laat de stoom af of koel de pan onder koud stromend water. Verwijder het laurierblad. Leg het vlees en de uien in een serveerschotel en hou het warm. Breng het vocht terug aan de kook en breng door toevoeging van bloem tot de gewenste dikte. Proef en breng op smaak. Om een scherpere smaak aan het gerecht te geven kan men een weinig wijnazijn toevoegen aan de saus juist voor het opdienen.
19
België: KONINKLIJK WITLOOF
KOOKTIJD 3 en 5 Min.
INGREDIENTEN
4 stronkjes witloof • 2 eetlepels boter • 2 eetlepels water • 3 dl melk • 2 eieren • zout en peper een weinig geraspte kaas • een vingergreep nootmuskaat • een weinig boter • 1 dl water met het sap van 1 citroen
EREIDING
B
Was het witloof en laat de stronkjes heel. Doe de 2 eetlepels boter in de pan, laat ze smelten en voeg dan het water (2 eetlepels) bij en leg het witloof op het roostertje. Sluit de pan en laat onder druk komen en kook 3 minuten. Stoom afblazen en openen. Ondertussen de 3 dl melk aan de kook brengen en de eieren kloppen en kruiden met peper, zout en nootmuskaat. Als de melk goed warm is de gekruide eieren vlug onder voortdurend roeren bijvoegen. Leg het witloof op een ingevette vuurvaste ronde schotel. Giet de melksaus op het witloof en bedek het met mespunten boter. Dek af met een dubbelgevouwen ingevet papier. Doe het water met citroensap in de pan. Leg het roostertje in de pan en zet de afgedekte vuurvaste schotel erop. Sluit de pan en laat 5 minuten koken. Open de snelkookpan. Bestrooi de schotel witloof met geraspte kaas en laat licht bruin braden in de oven.
Duitsland: K
OOKTIJD
K
IPPENFRICASSEE
18 tot 22 Min
INGREDIENTEN
1 braadkip • zout en peper • het sap van een kleine citroen • 12 kleine verse uien of sjalotten 6 grote paddestoelen • 2 eetlepels boter • 1,5 dl droge witte wijn • 1 eetlepel gezeefde bloem een weinig melk • 1,5 dl room (zure)
Om te garnieren: rolletjes spek en gehakte peterselie.
EREIDING
B
Droog de kip en snij ze in stukken. Kruid ze met peper en zout en besprenkel ze met citroensap. Reinig de uitjes of sjalotten, maar laat ze heel. Was of reinig de paddestoelen en snij ze in vier. Neem het roostertje uit de pan. Verwarm de boter, fruit de stukken kip goudbruin en neem ze uit de pan. Voeg de uien en de paddestoelen erbij en laat zacht gedurende 3 à 4 minuten fruiten. Neem de pan van het vuur en laat wat afkoelen. Doe de wijn in de pan. Leg de kip terug in de pan. Breng onder druk en laat nog 15 à 18 minuten koken. Open snelkookpan. Ondertussen mengt u de bloem met de melk voor het binden van de saus. Bak de spekrolletjes. Neem de kip uit de pan en hou ze warm. Voeg de opgeloste bloem bij het vocht terwijl u voortdurend roert. Proef en breng op smaak. Voeg de room toe. Verwarm maar laat vooral niet meer koken. Giet de saus over de kip. Versier met gehakte peterselie en de rolletjes spek. Dit gerecht is nog beter wanneer u zure room gebruikt.
20
Frankrijk: HUTSEPOT (POT AU FEU)
OOKTIJD 25 tot 30 Min.
K
INGREDIENTEN
900 gr runds- of kalfsschenkel • 1 mergpijp, runds- of kalfsknook • 1 tot 2 liter water • 2 kippenbou­ten • 2 kippenvleugels • 4 kleine uien • 4 middelgrote wortelen • 2 kleine rapen, gehalveerd 4 preien (alleen het wit) • 1 gehakt knoflookteentje • 1 laurierblad (verpulverd) • 1 takje tijm 1 takje peterselie Als aanvulling: knappend frans brood, mosterd of mierikswortelsaus (afzonderlijk opdienen)
EREIDING
B
Verwijder het roostertje uit de snelkookpan. Leg het rundsvlees en de mergpijp of knook in de pan. Giet het water erbij. Breng in de open pan aan de kook. Schuim goed af, sluit de snelkookpan af en breng onder druk voor een 8-tal minuten. Koel de pan af onder koud stromend water of open. Schuim opnieuw af indien nodig. Doe de kip, de gereinigde en gewassen groenten en de kruiden bij het vlees. Sluit de pan, breng opnieuw onder druk en laat een 20-tal minuten koken. Laat de pan zachtjes afkoelen tot kamertemperatuur. Ontdoe de kip van het vel en leg het samen met het vlees op een hete schotel, leg de groenten rond het vlees. Zeef de bouillon en schep het overtollige vet af. Doe de bouillon terug in de pan. Proef en kruid naar smaak. Laat terug even koken en dien op in individuele kommetjes en het frans brood en de mosterd-, of mierikswortel­saus afzonderlijk. Men kan het vlees vooraf in stukken snijden en met de stukken kip en de groenten 4 porties maken.
Nl
Nederland: K
ABELJAUW EN GARNALENRAGOUT
KOOKTIJD 6 Min.
NGREDIENTEN
I
3 tot 4 dl water • 2 à 4 moten kabeljauw • het sap van een kleine citroen • zout en peper
Om te dikken: 1 eetlepel boter • 1 eetlepel bloem • 100 gr gepelde garnalen
Om te garnieren: 2 eetlepels gehakte peterselie
EREIDING
B
Doe het water, het citroensap, peper en zout in de pan en leg de vis op het roostertje. Breng onder druk en kook gedurende 6 minuten. Koel de pan af of de stoom afblazen. Doe de vis uit de pan. Smelt ondertussen de boter in een steel­pan, voeg de bloem toe en meng goed. Giet het vocht uit de snelkookpan onder voortdurend roeren tot de saus voldoende gedikt is. Laat koken, voeg de garnalen bij de saus. Breng op smaak en laat 2-3 minuten koken. Verwijder de graten en vellen van de vis en verdeel hem in grote porties. Doe hem terug in de snelkookpan zonder deksel. Overgiet de vis met de saus en warm terug op. Dien op in een diep bord rijk besprenkeld met peterselie.
21
Italië: MILANESE SOEP (MINESTRONE MILANESE)
OOKTIJD 10 Min.
K
INGREDIENTEN
2 dikke sneden doorregen spek • 1 middelgrote ui • 1 binnenste van selder • 1 aardappel 1/2 van een grote groene kool • 100 gr prinsessebonen • 3 tomaten • 2 courgettes 2 eetlepels olijfolie • 2 eetlepels erwten • 9 dl bouillon • 1 eetlepel gehakte peterselie zout en peper • 100 gr rijst • gemalen parmesankaas (kan afzonderlijk opgediend worden)
EREIDING
B
Hak het spek fijn. Bewaar de zwoerden. Snij de uien, de kool en de bonen in dunne repen. Pel en hak de tomaten. De courgettes niet pellen maar halveren, de pitten verwijderen en in repen van ± 5 cm snijden. Neem het roostertje uit de snelkookpan. Verhit de olie en laat het spek, de uien en de selder lichtjes bruin bakken. Voeg al de overblijvende groenten erbij, evenals de spekzwoerden en de bouillon erbij en breng aan de kook. Voeg de rijst erbij. Sluit de pan en breng onder druk. Kook gedurende 10 minuten. Laat de stoom af. Proef en breng op smaak met zout en peper. Maak opnieuw warm en dien op in individuele soepkom­men, terwijl de kaas afzonderlijk wordt aangeboden.
SSO BUCCO
Italië: O Het recept moet wel tijdig bereid worden, want het vlees vereist 2 tot 3 uur rust.
KOOKTIJD 2 Min.
NGREDIENTEN
I
1,5 kg kalfsschenkel (door de slager in stukken van + 6 cm gezaagd) • 2 eetlepels boter 3 dl marsala (witte wijn zoet) • zout en peper • 1 theelepel bloem • 1 bouillonblokje (van kip of rund) water, rijst • 1 teentje look • 2 of 3 repen citroenschil • 1 eetlepel gehakte peterselie Om te garnieren: 1 eetlepel geraspte citroenschil
1 eetlepel gehakte peterselie 1 kleine theelepel geplette look
EREIDING
B
Bind al het vlees met een koord zodat het samengehouden wordt. Neem het roostertje uit de pan. Verhit de boter en bak het vlees goudbruin. Neem het uit de pan. Giet de wijn in de pan, doe er zout en peper in en breng aan de kook. Leg het vlees er terug in. Keer het minstens éénmaal, totdat de wijn goed verminderd is. Strooi de bloem in de pan. Voeg er water bij tot alle stukken vlees onder liggen. Doe het bouillonblokje erin en breng onder druk. Kook gedurende 20 minuten. Laat de stoom af, en laat de inhoud 2 à 3 uur rusten in de afgedekte pan. Bereid ongeveer 3 / 4 uur voor de maaltijd de rijst zoals naar gewoonte of als aangegeven op de ver­pakking en hou hem warm. Voeg de look en de reepjes citroenschil bij de ossobucco in de pan en warm terug zachtjes op tot het opborrelt. Leg de stukken vlees op een warme serveerschotel. Verwijder het teentje look en de citroenschil en laat de saus uitkoken tot de gewenste dikte. Giet de saus over het vlees. Versier met de geraspte citroenschil, de peterselie en de geplette look en serveer de rijst afzonderlijk.
22
Table des matières
1. Introduction 24
2. Les avantages de votre autocuiseur d'un coup d’œil 24
3. Sécurité 25
4. Utilisation de l’autocuiseur 26
5. Mise en service 26
6. Remplissage 27
7. Vérification de la soupape 27
8. Fermeture 27
9. Cuisson sous pression 28
10. Echappement de la vapeur et ouverture 29-30
11. Indications d’entretien et de nettoyage 31
12. Dépannages 32 13 Garantie 33
14. Réparations et services après-vente 33
15. Protection de l’environnement/élimination 33
16. Accessoires autocuiseur 34
17. Pièces de rechange autocuiseur 34
18. Tableau des temps de cuisson 35 jusqu’à 38
19. Préparation des aliments 39 jusqu’à 42
Fr
EXPLICATION DES PICTOGRAMMES
Indications importantes de sécurité
Astuces/Indications
23
1. Introduction
Les repas préparés dans une casserole à pression Demeyere retiennent mieux leurs vitami­nes, minéraux et arômes. La casserole à pression Demeyere est très rapide et vous permet de préparer des recettes deux à trois fois plus vite que dans une casserole ordinaire. Des grandes pièces sont plus vite préparées dans une casserole à pression que dans le four à micro-ondes. La consommation d’énergie est jusqu’à 70% inférieure à celle des casseroles classiques. La casserole à pression Demeyere est vraiment meilleure que les casseroles à pression avec lesquelles la vapeur s’échappe pendant la cuisson. Le bruit, que ces casseroles font, n’est pas uniquement ennuyeux mais signifie aussi que les arômes et la vapeur s’échappent continuellement. La casserole à pression Demeyere perd uniquement de la vapeur s’il y a surpression. Dans des conditions normales, la casserole à pression fonctionne tout à fait silencieusement sans perdre de vapeur, ce qui fait que vous pouvez cuisiner avec peu d’eau ou de liquide, donc beaucoup plus vite qu’avec les anciens systèmes. Vous consommez aussi beaucoup moins d’énergie. Les anciens modèles doivent être refroidis sous le robinet avant qu’on puisse enlever le cou­vercle. Avec la casserole à pression Demeyere ceci n’est plus nécessaire. La casserole à pres­sion est simple et sûre. Vous pouvez y préparer des recettes d’une façon saine sans perte d’arômes et de vitamines. Vous pouvez cuisiner sous pression uniquement si le couvercle est bien verrouillé. Si le cou­vercle n’est pas verrouillé, vous pouvez l’utiliser comme faitout ou casserole.
2. Les avantages de votre autocuiseur
Demeyere d'un coup d’œil
• Sain - temps de cuisson réduit et à base de vapeur; ceci garanti une conservation maximale des arômes, sels minéreaux et vitamines
• Economique - jusqu'à 70% de gain de temps de cuisson - corps et fond conductible très épais
• Fermetures en matière synthétique, isolante (ne brûlent pas, mais peuvent chauffer)
• Indicateur de la contenance (à l'intérieur du récipient: 1/2 et 2/3 de contenance)
• Verrouillage du couvercle entièrement automatique (empèche l’ouverture sous pression)
• Soupape arôme (permet de préserver les arômes et la couleur normale des aliments)
• Indication acoustique et visuelle de la pression (confort d’utilisation)
• Sécurité multiple évite une pression trop élevée (pour votre sécurité)
• Fond superthermique (3 couches) pour une répartition optimale de la chaleur,
convient à tous les types de cuisinières, y compris celles à induction.
• Acier fin inoxydable (garantissant qualité et durée de vie)
• Produit facile à utiliser et à entretenir.
• Peut être utilisé pour la préparation de différents aliments, notamment pour ceux qui exigent normalement une longue durée de cuisson (voir Tableau des temps de cuisson).
• Chaque casserole à pression est livrée avec une grille qui peut être utilisée avec des ali­ments qui ne doivent pas absorber de l’eau (voir Tableau des temps de cuisson pour usage).
24
3. Sécurité
Avant la première mise en service de l'autocuiseur, lisez tout d'abord attentivement ce mode d'emploi, notamment les chapitres relatifs au contrôle, au nettoyage et à l’entretien des dispo­sitifs de sécurité. Prenez particulièrement garde aux indications de sécurité représentées par un triangle.
IMPORTANTES INDICATIONS DE SECURITE
Lors de l'utilisation des autocuiseurs, il faut absolument respecter les mesures essen­tielles de sécurité suivantes.
1. Lisez toutes les indications.
2. Ne touchez jamais les surfaces chaudes. Ne prenez l'autocuiseur que par le manche ou les poignées.
3. Faites particulièrement attention lorsque vous utilisez l’autocuiseur en présence d'enfants.
4. Ne placez jamais l’autocuiseur dans un four chaud.
5. Lorsque vous utilisez une cuisinière à gaz, lisez tout d’abord le chap. 5.
6. Maniez l'autocuiseur avec précaution, surtout lorsqu’il contient des liquides chauds.
7. N'utilisez l’autocuiseur que dans son domaine d’application (chap. 4).
8. L’autocuiseur cuit sous pression. L’utilisation inadaptée de l’appareil peut provoquer des blessures par ébouillantage. Avant la mise en service, assurez-vous que l’appareil est correctement fermé. Voir chap. 8.
9. Veillez à ne remplir la cuve qu’aux deux tiers maximum. Pour les aliments ayant tendance à gonfler pendant la cuisson, riz ou légumes secs, p.ex., l’autocuiseur ne doit être rempli qu’à moitié. Voir chap. 6
10. N'utilisez jamais l'autocuiseur pour préparer de la compote de pommes, des airelles rouges, de l'orge, des flocons d'avoine ou autres céréales (sauf celles mentionnées au chap. 18), des pois, des pâtes, des macaronis ou de la rhubarbe. Ces aliments ont tendance à mousser ou à éclabousser et peuvent bloquer la soupape. Il ne faut pas faire cuire ces denrées alimentaires dans l’autocuiseur.
11. Avant chaque mise en service de l'autocuiseur, contrôlez si l’indicateur de pression peut se mouvoir librement dans la soupape. Voir chap. 7.
12. N’ouvrir l’autocuiseur que lorsqu’il a refroidi et qu’il n’y a plus de pression à l’intérieur. Si l’on ne peut pas bouger les poignées, ou seulement difficilement, cela veut dire que l’autocuiseur est encore sous pression. N'essayez pas d'ouvrir la marmite. La pression dans l’autocuiseur peut être dangereuse. Voir chap. 9 + 10.
13. Il ne faut pas utiliser l'autocuiseur pour faire rôtir les aliments dans de l'huile sous pression.
14. Après chaque utilisation de l'autocuiseur, suivez les indications de nettoyage et d’entretien.
15. Lorsque la pression de cuisson normale a été atteinte, réduisez l'apport en énergie, de manière à éviter que tout le liquide ne puisse s'échapper sous forme de vapeur.
Fr
CONSERVEZ BIEN CES INDICATIONS!
25
4. Utilisation de l’autocuiseur
L'autocuiseur est prévu pour faire cuire des aliments après avoir ajouté de l'eau; on peut l’utiliser sur tous les types de cuisinière, y compris à induction, tant à la maison que dans le domaine de la restauration.
Il peut être utilisé pour la préparation de différents aliments, notamment pour ceux qui exigent normalement une longue durée de cuisson: Soupes, Viande (p.ex. rôti, goulasch, ragoût, etc.) Légumes, Pommes de terre / entre autres céréales et légumes secs Produits secs.
L'autocuiseur fait cuire sous pression. Bien que l'autocuiseur se distingue par un haut niveau de qualité et de sécurité, on ne peut exclure, en cas de fausse manœuvre ou d'utilisation inadaptée, la possibilité de blessures (par ébouillantage) ou de dégâts matériels. C'est pourquoi il faut obligatoirement tenir compte des indications de sécurité.
5. Mise en service
Lorsque vous utilisez l'autocuiseur sur une cuisinière électrique, veillez à ce que le diamètre de la plaque corresponde à la taille du fond de l'autocuiseur. L'indication figure sous le fond (voir chap. 14). Lors de l'utilisation d'une cuisinière à gaz, veillez à ce que les flammes ne chauffent que le fond de la cuve et non pas les parois de l'autocuiseur, afin d’éviter l’alté­ration de la couleur et la surchauffe des poignées (ou des manches). Avant la première mise en service de l'autocuiseur, lavez soigneusement l'autocuiseur, le cou­vercle et le joint en caoutchouc à l'eau chaude, avec du liquide vaisselle. Certaines plaques à induction peuvent éventuellement faire du bruit, lorsque l’on cuisine. Ce bruit est dû au champ magnétique, qui fait vibrer l'ustensile. Malheureusement, on ne peut pas l’éviter. .
26
Loading...
+ 58 hidden pages