KITCHENAID KDSDM 82142 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Page 2
2
Page 3
Installatie ............................................................................................................................................. . 4
Productbeschrijving ............................................................................................................................. . 5
Eerste gebruik ..................................................................................................................................... . 6
Adviezen en tips .................................................................................................................................. . 8
Rekken vullen ...................................................................................................................................... .8
Selecteren van een wascyclus en opties............................................................................................. 10
Wascyclussentabel .............................................................................................................................. 11
Opties en instellingen .......................................................................................................................... 12
Instellingenmenu ................................................................................................................................. 13
Onderhoud en reiniging ....................................................................................................................... 14
Probleemoplossing .............................................................................................................................. 15
Klantenservice ..................................................................................................................................... 17
3
Page 4
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid.
INSTALLATIE
LET OP: Als het apparaat op een bepaald moment moet worden verplaatst, houd het dan rechtop; als dit absoluut noodzakelijk is, kan het op de
rug worden gekanteld.
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie mag alleen door een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd. De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar rechts of naar links worden geplaatst, voor een zo goed mogelijke installatie. Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knikken in de slangen komen of dat de slangen geplet worden.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
• Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
• De toevoerslang strak aandraaien naar de gewenste positie en de kraan open draaien.
Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan contact op met een specialistische winkel of een erkende technicus. De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in de tabel Techni­sche Gegevens staan aangegeven - dan kan de afwasmachine naar behoren functioneren. Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de slang niet samen­gedrukt is. SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING VAN DE WATERTOEVOERSLANG :
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WATERINLAAT 3/4”
KRACHT VAN WATERDRUK
0,05 ÷ 1MPa (0,5 ÷ 10 bar) 7,25 – 145 psi
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
De afvoerslang aansluiten op een aftapleiding met een minimale diameter van 2 cm A. De aansluiting van de afvoerslang moet op een hoogte zijn, variërend van 40 tot 80 cm vanaf de vloer of het oppervlak waar de afwasmachi­ne op rust. Verwijder voordat u de waterafvoerslang aansluit op de gootsteenaf­voer de plastic plug B.
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat overstromingen niet voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoevoer blokkeert bij
defecten of lekken binnen het apparaat. Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra veiligheidssys­teem New Aqua Stop, dat anti-overstromingbeveiliging zelfs garan­deert bij een breuk in de toevoerslang. De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesne­den, omdat het elektrische delen bevat.
MAX 80 cm
MIN 40 cm
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken ervoor zorgen dat:
• De aansluiting geaard is en aan de huidige regelgeving voldoet;
• Het stopcontact bestand is tegen de maximale belasting van het apparaat, zoals staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnen­kant van de deur (zie PRODUCTBESCHRIJVING).
• Het netspanningsvoltage binnen de waarden valt die staan aange­geven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
• Het stopcontact compatibel is met de stekker van het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur om de stekker te vervangen (zie CONSUMENTENSERVICE). Gebruik geen verlengkabels of meervoudige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd moeten de stroomkabel en het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn. De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn. Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervangen door de fabri­kant of een erkende technische hulpdienst, om alle mogelijke gevaren te voorkomen. Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele incidenten, als deze voorschriften niet worden nageleefd.
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige vloer. Als de vloer ongelijk is kunnen de voorste poten van het apparaat worden afge­steld, totdat het horizontaal staat. Als het apparaat correct waterpas staat is het stabieler en is er veel minder kans dat het beweegt of trillingen en lawaai veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet, plakt u de zelf­klevende transparante strip onder de houten plank vast, om het te beschermen tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten of achterzijde tegen de aangrenzende kasten of de muur aankomen. Dit apparaat kan ook worden ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste voet de rode zeshoekige bus op het lagere middengedeelte aan de voorkant van de afwasmachine draaien met een zeshoekig moersleutel met een opening van 8 mm. . De moersleutel naar rechts draaien om de hoogte te vergroten en naar links om de hoogte te verkleinen.
AFMETINGEN EN CAPACITEIT:
BREEDTE 598 mm
HOOGTE 820 mm
DIEPTE 555 mm
CAPACITEIT 14 standaard couverts
4
Page 5
F105773 F105774, F105777, F105779
A B C
I H G F
D E
Het bedieningspaneel van de afwasmachine wordt geactiveerd door het indrukken van de AAN/UIT-toets.
Om energie te besparen wordt het bedieningspaneel na 10 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen
wascyclus is gestart.
PRODUCTBESCHRIJVING
1. Bovenste rek
10
11
1
8
2
9
3
4
5
2. Bestekmand
3. Opvouwbare kleppen
4. Afsteller hoogte bovenste rek
5. Bovenste sproeierarm
6. Dynamic Clean-steun
7. Onderste rek
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
6 7
12
Service:
0000 000 00000
13
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1. AAN-UIT-toets
2. PROGRAMMA'S 6 toetsen voor directe toegang tot veelgevraagde
wascyclussen
3. EXTRA PROGRAMMA'S toets. Toegang tot andere programma's
4. INFO-toets. Geeft info over de geselecteerde wascyclus
5. DISPLAY - Zone met indicatoren
6. DISPLAY - Informatiezone
7. TERUG toets voor opties/instellingen
8. SET-toets. Selecteren/veranderen van opties en instellingen
9. VOLGENDE toets voor opties/instellingen
10. START toets
DISPLAY - INDICATOREN
A. STARTUITSTEL
B. ECO
C. MULTIZONE - Bestekmand
D. KRAAN DICHT
E. VOEG ZOUT TOE
F. MULTIZONE - Bovenste rek
G. MULTIZONE - Onderste rek
H. VOEG SPOELMIDD. TOE
I. TABLET
5
Page 6
M
A
X
A
B
35 25
EERSTE GEBRUIK
Na de eerste aansluiting van het apparaat op het stroomnet geeft het display de informatie weer voor het instellen van het apparaat voor het eerste gebruik.
1. De taal selecteren
NEDERLANDS INSTELLEN?
<> = WIJZIG OK = JA
NEDERLANDS
GEKOZEN
Nadat de taal bevestigd is, doorloopt het apparaat het menu van de conguratie voor het eerste gebruik.
Druk op de toets „<” of „>”. om de gewenste taal te selecteren.
Bevestig dit door op de „SET”-toets te drukken.
2. De waterhardheidsgraad instellen
WATERHARDHEID
1=MIN, 5=MAX
WATERHARDHEID = 3
<> = WIJZIG OK = JA
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke water­hardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleverancier worden opgevraagd.
Tabel waterhardheid
Niveau
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
De waterhardheidsgraad is stan­daard ingesteld op 3. Druk meerde­re malen op de toets „<” of „>” om de waterhardheidsgraad te wijzigen.
Bevestig dit door op de „SET”-toets te drukken. De waterhardheids­graad moet worden ingesteld volgens de onderstaande tabel.
Duitse
graden °dH
Franse graden °fH
3. Het waterontharderbakje vullen
WATER BIJVULLEN
GIET 1,5 LITER
OK = KLAAR
WATER IN
OK = KLAAR
HET ZOUTVAKJE
OK = KLAAR
ZOUT BIJVULLEN
STROOI 1 KG ZOUT IN
OK = KLAAR
HET ZOUTVAKJE
OK = KLAAR
Wanneer de waterhardheidsgraad is ingesteld, moet het wateronthar­derbakje worden gevuld met water en speciaal regenereerzout.
Verwijder het onderste rek en draai de dop van het reservoir los (linksom).
Eerst moet het reservoir worden gevuld met water (~1,5 liter).
Druk vervolgens op de SET-toets om de volgende stap uit te voeren.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid­del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Druk vervolgens op de SET-toets om de volgende stap uit te voeren.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
Achtergebleven zoutoplossing of zoutkorrels kunnen leiden tot corrosie waardoor de roestvrijstalen onderdelen onherstelbaar beschadigd worden.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten die hierop betrekking hebben. Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterver­zachter en het verwarmingselement beschadigd raken.
4. Het helderheidsniveau instellen
HELDERHEID AANPASSEN
1=MIN, 5=MAX
HELDERHEID = 5
<> = WIJZIG OK = JA
Het helderheidsniveau is standaard ingesteld op 5. Druk meerdere malen op de toets „<” of „>” om de helderheid te wijzigen.
Bevestig dit door op de „SET”-toets te drukken.
5. Bediening voor type afwasmiddel
SOORT AFWASMIDDEL
GEBRUIKT U
<> = NEE OK = JA
“ALLES IN EEN”
<> = NEE OK = JA
TABLETTEN?
<> = NEE OK = JA
Het symbool op het display gaat branden. Als u voor de afwas liever gebruik maakt van gel of poeder, drukt u op „<” of „>” en gaat u vervolgens naar stap 6. Bediening voor glansspoelmiddel.
Bij deze stap is het zeer belangrijk om te kiezen welk type afwasmid­del er wordt gebruikt (tablet/cap­sule of gel/poeder).
Als u voor de afwas liever gebruik maakt van een Alles-in-een-afwas­middel in de vorm van tabletten of capsules, drukt u op „SET” en gaat u vervolgens naar stap 7. Bediening voor openen kraan op de volgen­de pagina.
6. Bediening voor glansspoelmiddel*
*Het apparaat slaat deze stap over als bij de voorgaande stap voor een Alles-in-een-afwasmiddel gekozen is.
GLANSMIDD. BIJVULLEN
VOEG SPOELMIDD. TOE
IN HET RESERVOIR
OK = KLAAR
OK = KLAAR
Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het is niet ongewoon dat er wat water uitstroomt.
Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg van de opening.
6
Page 7
1. Open het doseerbakje C door de tab op het deksel in te drukken en
A
B
omhoog te trekken.
2. Breng het glansspoelmiddel zorgvuldig in tot aan de referentiegroef
van het maximum (110 ml) van de vulruimte A - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
4. Bevestig dit door op de „SET”-toets te drukken.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
Peil glansspoelmiddel instellen
(niet nodig bij het gebruik van tabletten/capsules)
De dosering van het glansspoelmiddel kan worden aangepast aan het gebruikte afwasmiddel. Hoe lager de instelling, hoe minder glans­spoelmiddel wordt gebruikt. De fabrieksinstelling is niveau (5). Om het te wijzigen volgt u de aanwijzingen in het deel “INSTELLINGEN / MENU”.
7. Bediening voor openen kraan
KRAAN OPENEN
OPEN
OK = KLAAR
DE WATERKRAAN
OK = KLAAR
8. Bediening voor de eerste afwascyclus
EERSTE WASCYCLUS
SVP DE INTENSIEVE
OK = KLAAR
CYCLUS INSCHAKELEN
OK = KLAAR
IN LEEG APPARAAT
OK = KLAAR
OM DE INSTALLATIE
OK = KLAAR
AF TE RONDEN
OK = KLAAR
Na deze procedure is het apparaat gereed voor normaal gebruik.
Geadviseerd wordt om vooraf­gaand aan het normale gebruik van het apparaat eerst het afwaspro­gramma Intensive uit te voeren om het apparaat te kalibreren.
Voeg afwasmiddel toe in doseer­bakje B (zie onder) en druk vervol­gens op de „SET”-toets.
De intensieve wascyclus wordt au­tomatisch geselecteerd. Druk op de „START”- toets en sluit de deur van het apparaat.
De eerste afwascyclus kan vanwege de automatische kalibratieprocedu­re tot 20 minuten langer duren.
Controleer of de waterkraan open is. Als de kraan dicht is, opent u de kraan en bevestigt u dit door op de „SET”-toets te drukken.
VAATWASMIDDEL TOEVOEGEN
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Voor de beste was- en droogresultaten wordt het gecombineerde ge­bruik van vaatwasmiddel, vloeibaar glansspoelmiddel en zout vereist. Het is raadzaam om vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te gebruiken, aangezien deze producten schadelijk voor het milieu zijn.
Goede wasresultaten zijn ook afhankelijk van de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel. Het overschrijden van de aangegeven hoeveelheid leidt niet tot een meer eectieve afwas en doet de milieuvervuiling toenemen. De hoeveelheid kan aan de mate van vuilheid worden aangepast. Gebruik bij normaal bevuilde stukken ongeveer 35 g (vaatwasmid­del in poedervorm) of 35 ml (vloeibaar vaatwasmiddel) en een extra theelepel vaatwasmiddel direct in de kuip. Als er tabletten worden gebruikt is één tablet voldoende. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd (minimaal 25 g/ml) door bijv. poeder/gel in de kuip over te slaan.
Druk om de vaatwasmiddeldoseer­bakje te openen op toets A. Voer het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje B in. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het vaatwasmiddel de eerder vermelde informatie om de juiste hoeveelheid toe te voe­gen. in het doseerbakje B zijn er indicaties die helpen het vaatwasmiddel te doseren.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseer­bakje en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het om­hoog te trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste mo­ment, volgens het programma.
Als u een Alles-in-een-afwasmiddel gebruikt, is het raadzaam om in ieder geval zout toe te voegen, vooral als het water hard of zeer hard is (volg de aanwijzingen op de verpakking).
7
Page 8
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het ser­viesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stromend water afgespoeld te worden. Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar bene­den gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen. Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpan­nen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien. Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand. Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand wor­den geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere wasprestaties hebben. Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasma­chine moet u ten minste eens per maand een programma met hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek ser­viesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge temperaturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogram­ma afgelopen is.
REKKEN VULLEN
BESTEKLADE
Het derde rek werd ontworpen om het bestek te herbergen. Rangschik het bestek zoals op de afbeelding. Een aparte rangschikking voor het bestek maakt het oppakken na de afwas eenvoudiger en verbetert de was- en droogprestaties.
Messen en ander scherp keukengerei moeten met de scherpe kant naar beneden toe worden geschikt.
De geometrie van het rek maakt het mogelijk om kleine items als koekopjes in het midden te plaatsen.
De bestekmand is uitgerust met twee schuifbladen, om optimaal ge­bruik te maken van de hoogte van de ruimte eronder en om het laden van hoge items in het bovenste rek mogelijk te maken.
8
Page 9
BOVENSTE REK
Laad delicaat en licht vaatwerk: glazen, kopjes, schoteltjes, lage saladekommen. Het bovenste rek heeft opklap­bare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van thee/des­sertschoteltjes of in een lagere positie om kommen en schalen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen op drie verschillende hoogtes worden geplaatst, voor een optimale rangschikking van het serviesgoed in het rek. Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare klep­pen worden geplaatst door de steel van elk glas in de overeenkomstige sleuven in te voeren. Voor optimale droogresultaten de opvouwbare kleppen meer laten kantelen. Voor het wijzigen van de hellingshoek de opvouwbare klep optillen lichtjes schuiven en plaats deze zoals u wenst.
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om op­timaal gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste rek zijn geladen te voorkomen. Het bovenste rek is uitgerust met een hoog­teversteller bovenste rek (zie afbeelding , zonder op de hefbomen te hoeven drukken, opheen door gewoon de zijkanten van het rek vast te houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat. Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A aan de zij­kanten van het rek drukken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wan­neer het is geladen. NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om aanraking met de sproeierarmen te voorkomen. Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een horizon­tale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
GLAZEN SERVIESGOED
2
Toegewijde accessoires om glazen met een lange steel veilig onder te brengen onderin de vaatwasmachine. Reinigen & drogen is mogelijk omdat de glazen beter en stabieler geplaatst worden.
3
1
1
2
3
B
A
DYNAMIC CLEAN IN ONDERSTE REK
Dynamic Clean maakt gebruik van de speciale waterjets in de achterkant van de opening om de hoog vervuilde voor­werpen intensiever te wassen. Activeer DYNAMIC CLEAN op het paneel tijdens het plaatsen van de pan­nen/ovenschalen tegenover het Dynamic Clean® component. Het onderste rek heeft Dynamic Clean, een speciale uittrekbare steun aan de achterzijde van het rek, die kan worden gebruikt ter ondersteu­ning van koekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder ruimte in beslag nemen. Dynamic Clean gebruiken:
1. Pas het Dynamic Clean gebied (G) aan door de achterste bordenhou­ders omlaag te klappen om potten en pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen verticaal gekanteld in het Dynamic Clean gebied. Potten en pannen moeten naar de krachtige water­stralen toe gekanteld worden.
9
Page 10
SELECTEREN VAN EEN WASCYCLUS EN OPTIES
De lijst met beschikbare wascyclussen en opties kunt u vinden in de Wascyclussentabel op de volgende pagina. De Ecocyclus is de defaultselectie. Als u de laatste gebruikte wascyclus als defaultselectie wenst, kunt u dat veranderen in het „Instellingenmenu”.
U kunt een wascyclus selecteren door op 1 van de 6 toetsen voor directe toegang tot wascyclussen te drukken of door herhaaldelijk op de toets voor „Extra progr” te drukken. Wanneer de laatste wordt bereikt, gaat u terug naar de eerste als u opnieuw op de toets drukt.
Druk op de wascyclustoets om de wascyclus te kiezen dat op basis van de Wascyclussentabel past bij de mate van vervuiling van het servies­goed. Informatie wordt op het display weergegeven:
1 2 3
ECO
45
1. Indicatoren
2. Naam van de gekozen wascyclus
3. Verticaal staae toont enkel de positie van de extra wascycluslijst
4. Energieverbruik van de gekozen wascyclus
5. Waterverbruik van de gekozen wascyclus
50° 4:00h
POWER
CLEAN
Drie seconden na de selectie van een wascyclus worden de duur en de tem­peratuur ervan weergegeven (indien beschikbaar).
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: open de deur, houd de „AAN/UIT”-toets Schakel de machine weer in met de „AAN/UIT”-toets
ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld.
en selecteer het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start de wascyclus door de „START”-toets
in te drukken en de deur te
sluiten.
DE WASCYCLUS IN PAUZE ZETTEN (OM EXTRA STUKKEN IN TE BRENGEN)
Open de deur en plaats het vaatwerk in de afwasmachine, (let op HETE stoom!). Druk op de „START”-toets
en sluit de deur binnen 4 sec. om de cyclus te hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Om de cyclus te hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken, drukt u op de „STAR T”-toets
en sluit de deur binnen 4 sec.
Nadat de wascyclus is beëindigd, gaat een geluidssignaal af en het display toont:
EINDE PROGRAMMA
Druk op de „INFO”-toets om een beknopte beschrijving weer te geven van de wascyclus en het water/energieverbruik.
NORMAAL VERONTREINIGD VAATWERK.
STANDAARD PROGRAMMA,
WATER ENERGIE
Tijdens de selectiefase knippert de led van „START”.
Aanvullende opties zijn beschikbaar voor de meeste wascyclussen (zie het deel „Opties en Instellingen”). Wanneer een optie wordt gekozen, wordt de naam ervan weergegeven rechts op het display.
Als er meer dan een optie is gekozen, wordt een stip voor elke optie weer-
50° 4:00h
DYNAMIC CLEAN
gegeven. Elke optienaam wordt 3 sec. weergegeven met een volle stip.
Wanneer u de selectie van de wascyclus en de opties helemaal heeft uitgevoerd, drukt u op de „START”-toets en sluit u de deur binnen de 4 seconden om de gekozen wascyclus te starten.
Op het display kan extra informatie worden weergegeven:
VOEG ZOUT TOE - zoutreservoir bijvullen.
VOEG SPOELMIDD. TOE - glansspoelmiddel bijvullen.
ONTVET EN REINIG DE. MACHINE. WIJ BEVELEN WPRO AAN.
- elke 50 cyclussen wordt aangeraden de WPRO machinereiniger te gebruiken (volgens de instructies op het product).
Open de deur van het apparaat (er kan hete stoom uit komen!) en maak het apparaat leeg, te beginnen met het onderste rek. Als het zoutreservoir moet worden bijgevuld, dan wordt geadvi­seerd dit vlak voor de start van de volgende cyclus te doen.
Na 10 minuten wordt het apparaat uitgeschakeld.
10
Page 11
WASCYCLUSSENTABEL
CYCLUS Beschikbare opties *
Doseer-
bakje was-
middel
B KUIP
Duur van
wascyclus
(h:min)
**
Water
verbruik
(l/cyclus)
Energiever-
bruik
(kWh/cyclus)
Droogfase
ECO
50°
DYNAMIC SENSOR
50-60°
PROFESSIONEEL
65°
TABLET, STARTUITSTEL,
DYNAMIC CLEAN, BOOST
TABLET, STARTUITSTEL, MULTIZONE,
DYNAMIC CLEAN, BOOST,
TABLET, STARTUITSTEL,
MULTIZONE, DYNAMIC CLEAN
DAGELIJKS
50°
TABLET, STARTUITSTEL, MULTIZONE
1H WASH & DRY
TABLET, STARTUITSTEL, MULTIZONE
55°
FAST 30’
50°
TABLET, STARTUITSTEL, MULTIZONE
EXTRA PROGR - ter beschikking wanneer u op de toets drukt
GLAS 45°
VOORSPOELEN koud
ZELFREINIGING
65°
TABLET, STARTUITSTEL,
MULTIZONE, BOOST
STARTUITSTEL, MULTIZONE
STARTUITSTEL
4:00 9,5 0,83
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
- 2:27 16,5 1,70
- 1:35 13,0 1,15
- 1:00 10,5 1,20
- 0:30 9,0 0,55 -
- 2:05 11,5 1,20
- - 0:12 4,5 0,01 -
- 0:50 8,0 0,85 -
1. ECO - Normaal verontreinigd vaatwerk, standaardprogramma, het meest eciënt met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
2. DYNAMIC SENSOR - Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Meet de mate van vervuiling van het serviesgoed af en
past het programma dienovereenkomstig aan.
3. PROFESSIONEEL - Aanbevolen programma voor sterk verontreinigd vaatwerk, vooral geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet ge-
bruikt worden bij delicaat vaatwerk).
4. DAGELIJKS - Voor normaal verontreinigd vaatwerk. Dagelijks programma voor optimaal afwassen in kortere tijd.
5. 1H WASH & DRY - Licht tot normaal verontreinigd vaatwerk. Dagelijks programma, geschikt voor niet-opgedroogde en verse vervuiling,
voor schoon en droog vaatwerk in slechts 60 minuten tijd.
6. FAST 30'- Programma voor licht verontreinigd vaatwerk zonder ingedroogde voedselresten.
EXTRA PROGR
7. GLAS- Programma voor delicaat vaatwerk, gevoelig voor hoge temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
8. VOORSPOELEN - Servies dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
9. ZELFREINIGING- Programma voor het uitvoeren van onderhoud aan de afwasmachine. Reinigt de binnenkant van het apparaat met warm water.
Opmerkingen: Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen laten draaien wanneer deze vol is. Merk op dat programma's zoals Fast of Snel het meest eectief zijn voor licht verontreinigd vaatwerk.
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242. Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig. * Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden. ** De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveel­heid en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 5 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
11
Page 12
OPTIES EN INSTELLINGEN
Bij elke wascyclus kan gebruik worden gemaakt van extra opties. Een volledige lijst met de beschikbare opties voor specieke wascyclussen kunt u vinden in de Wascyclussentabel op de vorige pagina. Alle actieve opties worden op het display weergegeven.
Om een optie in te stellen drukt u op de „SET”-toets. De melding OPTIES INSTELLEN wordt enkele seconden weergegeven. Gebruik vervolgens de toets „<” of „>” om de optielijst te doorlopen. Druk op „SET” om de optie te selecteren, in het menu van de instellingen gaat de led boven de „SET”-toets branden.
Als de optie niet beschikbaar is, blijft het zichtbaar op zijn plek maar met „ ”
TABLET (Alles-in-één)
Deze instelling laat u toe de cyclusprestatie te optimaliseren op basis van het gebruikte afwasmiddel. Activeer het indien u gecombineerd afwasmiddel in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel, zout en afwa­smiddel in 1 dosis).
TABLET UIT
Om de Tablet in te stellen, drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop
TABLET AAN
de instellingen met „< , >” tot „TA­BLET” wordt weergegeven en druk
TABLET AAN
vervolgens op de „SET”-toets.
STARTUITSTEL
De start van de wascyclus kan uitgesteld worden met een tijdspanne die u kiest. Om een uitstel in te stellen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „STARTUITSTEL” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets. Bij elke druk op de toets “>” of “<“ wordt de uitgestelde start vooruitgezet met:
• 0:30 als de selectie minder dan 4 uur is,
• 1:00 als de selectie minder dan 12 uur is,
• 2 uur als de selectie meer dan 12 uur is.
STARTUITSTEL UIT
De standaardwaarde is UIT. Als een uitstel is geselecteerd,
<START OVER h> UIT
gaat branden. Zodra u op de „SET”-toets drukt, is
<START OVER h> 4:00
het uitstel bevestigd. Op het display verschijnt opnieuw het cyclusselec­tiescherm waarop de waarde van het
<START OVER h> 4:00
uitstel te zien is.
Om het uitstel te verwijderen drukt u op de toets „<” of „>” tot „UIT” wordt weergegeven.
Druk op „START” en sluit binnen 4 seconden de deur om het uitstel te starten.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk moet worden gewassen, kan het in een enkel rek geladen worden. Met deze optie kiest u in welk rek u wenst af te wassen. Om de Boost in te stellen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „BOOST” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
MULTIZONE OK
De MULTIZONE is standaard niet
<ALLE KORVEN> < >
<ONDERKORF> < >
<BOVENKORF> < >
<ENKEL BESTEK> < >
actief en alle rekpictogrammen branden.
Het pictogram van de multizone gaat branden.
Het pictogram van de multizone gaat branden.
Het pictogram van de multizone gaat branden.
DYNAMIC CLEAN
Dankzij de extra waterstralen biedt deze optie een intensiever en krach­tiger afwasprogramma op de betreende plek in het onderste rek.
DYNAMIC CLEAN UIT
De standaardwaarde is UIT.
Om de Dynamic Clean in te stellen
DYNAMIC CLEAN AAN
drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te ope-
DYNAMIC CLEAN AAN
nen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „DYNAMIC CLEAN” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
BOOST
De boostoptie verkort de duur van de hoofdcycli met 25%-67%, maar verzekert een optimaal was- en droogniveau. Daarvoor is een water­en energieverbruik nodig dat vergelijkbaar is met dat van de normale volledige cyclus. De optie kan geselecteerd worden voor de program­ma’s: Eco 50°, Dynamic Sensor 50-60°, Fijn 45°.
BOOST UIT
Om de Boost in te stellen drukt u op de „SET”-toets om het menu
BOOST AAN
van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „BOOST” wordt weergegeven en
BOOST AAN
druk vervolgens op de „SET”-toets.
Telkens als u op de toets „>” of „<“ drukt, staat de optie AAN of UIT. Bevestig dit door op de „SET”-toets te drukken.
VLOERLICHT
Er wordt LED-licht op de vloer geprojecteerd om aan te geven dat de afwasmachine in bedrijf is. Het licht blijft tijdens de wascyclus branden en dooft op het einde van de wascyclus. Deze functie is standaard actief, maar kan worden uitgeschakeld in het “INSTELLINGENMENU”.
KUIPLICHT
Wanneer de functie actief is, worden de leds in de kuip automatisch aan/uitgeschakeld zodra de gebruiker de deur respectievelijk opent/sluit. Als de deur langer dan 10 min blijft openstaan, gaan de leds in de kuip uit (om ze terug in te schakelen moet u de deur sluiten en opnieuw openen). Deze functie is standaard actief maar kan worden uitgescha­keld in het “INSTELLINGENMENU”.
<ENKEL BESTEK>
12
Page 13
INSTELLINGENMENU
Om de machine-instellingen te veranderen dient u het Instellingenmenu te openen. Druk op de „SET”-toets en doorloop de instellingen met „< , >” tot INSTELLINGEN wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets. Om het instellingenmenu af te sluiten drukt u op eender welke wascyclustoets of druk op de toets „< , >” tot VERLATEN wordt weergegeven, en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Taal
1.TAAL OK
1.ENGLISH < >
1.NEDERLANDS
Om de taal te veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „TAAL” wordt weergegeven en druk vervol­gens op de „SET”-toets.
Eerste wascyclus
2.EERSTE CYCLUS OK
2.<ECO> < >
2.<LAATSTE KEUS>
U kunt kiezen welke wascyclus stan­daard wordt geselecteerd wanneer u het apparaat aanzet: ECO of LAATSTE
KEUS.
Om de eerste wascyclus veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „
EERSTE CYCLUS
” wordt weer­gegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Geluiden
3.EGELUIDEN OK
3.<HOOG> < >
3.<UIT>
Om geluiden te veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, door­loop de instellingen met „< , >” tot „GELUIDEN” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Kies uit 2 niveaus: HOOG; LAAG.
Kan ook UIT zijn.
Hardheidsgraad
4.WATERHARDHEID 3
4.WATERHARDHEID 4
Om het juiste niveau in te stellen op basis van de waterhardheids­graad, zie de tabel op pagina 6.
Om de waterhardheid te verande­ren drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „WATERHARDHEID” wordt weergegeven en druk vervol­gens op de „SET”-toets.
Schermhelderheid
5.SCHERMHELDERH. 5
5.SCHERMHELDERH. 3
Kies uit vijf niveaus: 1, 2, 3, 4 en 5.
Om de helderheid van het scherm te veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „SCHERM­HELDERH.” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Vloerlicht
6.VLOERLICHT AAN
6.VLOERLICHT UIT
Om het vloerlicht te veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „VLOERLICHT” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Kuiplicht
7.KUIPLICHT AAN
7.KUIPLICHT UIT
Om het kuiplicht te veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „KUIPLICHT” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Glansspoelmiddelpeil
8.PEIL SPOELMIDD. 5
8.PEIL SPOELMIDD. 4
Kies uit vijf niveaus: 1, 2, 3, 4 en 5.
Als het peil van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1, wordt geen glansspoelmiddel afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANSSPOEL­MIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
De fabrieksinstelling is niveau (5).
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (2-3).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een hoog getal in (4-5).
Om het peil van het glansspoel­middel te veranderen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „PEIL SPOELMIDD” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „SET”-toets.
Demo
9.DEMO AAN
9.DEMO UIT
Om de demo te zien, drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „DEMO” wordt weergegeven en
druk vervolgens op de „SET”-toets.
Standaard fabriekswaarden instellen
10.RESET INSTELL. OK
10.AAN <>
10.UIT
Om de fabriekswaarden terug in te stellen drukt u op de „SET”-toets om het menu van de instellingen te openen, doorloop de instellin­gen met „< , >” tot „RESET INSTELL.” wordt weergegeven en druk vervol­gens op de „SET”-toets.
Afsluiten
11.VERLATEN < >
Om het instellingenmenu af te sluiten drukt u op eender welke wascyclustoets of druk op de toets „< , >” tot VERLATEN wordt weer­gegeven, en druk vervolgens op de „SET”-toets.
13
Page 14
ONDERHOUD EN REINIGING
12
34
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen ontvlambare vloeistoen om de machine schoon te maken.
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat kun­nen worden verwijderd met een doek die is bevoch­tigd met water en een beetje azijn. De externe oppervlakken van de machine en het bedieningspaneel kunnen met een niet-schurende doek, bevochtigd met water worden gereinigd. Ge­bruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te voorkomen dat er vocht wordt gevormd dat niet uit de machine kan. Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddeldoseerbakjes regelmatig met een vochtige spons. Dit zal voorkomen dat er voedsel in de afdichtingen blijft zitten, de belangrijkste oorzaak achter het vormen van onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrijgen via onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer. Afhanke­lijk van het type slang:
Controleer het ltersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen bor­stel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken (Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJ- DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart detail) (Afb. 4).
B
A
A
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig con­troleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de slang wellicht lek en moet worden vervangen. Voor waterstopslangen: controleer het kleine veiligheidsklepinspec­tievenster.(zie pijl). Als het rood is werd de waterstopfunctie in gang gezet en moet de slang door een nieuwe worden vervangen. Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl de slang wordt losgeschroefd.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn ge­bruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitge­voerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en het afvalwater correct weg stroomt. Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten circu­leren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als het lter is losgeraakt.
C
Na het schoonmaken van de lters het ltersysteem opnieuw plaatsen en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt. Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunst­stof borgring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan wor­den verwijderd door het omhoog te trekken.
14
Page 15
PROBLEEMOPLOSSING
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed. Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te lopen voordat u contact opneemt met de Consumentenservice.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Weergave op het display:
CONTROLEER ZOUT of VOEG ZOUT TOE
Weergave op het display:
CONTR. SPOELMIDD.
of VOEG SPOELMIDD.
TOE
... werkt niet / start niet.
Weergave op het display: F6
symbool op het dis­play indicatoren
Weergave op het display: F3
Zoutreservoir is leeg.
Glansspoelmiddelbakje is leeg. Vul het doseerbakje met glansspoelmiddel (zie pagina 6).
Het apparaat moet ingeschakeld zijn. Controleer de zekeringen in uw zekeringenkast als er geen stroom is.
De deur van het apparaat gaat niet dicht.
De optie “Startuitstel” is ingescha­keld.
Waterdruk is te laag.
Geknikte watertoevoerslang of verstopte ingangslters.
Vuile lters. Reinig de lters.
Er zit een knik in de afvoerslang. De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Sifonslangaansluiting is gesloten. De sluitschijf van de sifonslangaansluiting moet verwijderd worden.
Vul het reservoir met zout (zie pagina 6). Pas de waterhardheidsgraad aan (zie pagina 6).
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Controleer of de optie "Startuitstel" geselecteerd is. Als deze functie gese­lecteerd is, start het apparaat pas als de ingestelde tijd verstreken is. Reset zo nodig de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in, selecteer een nieuwe wascyclus, druk op START en sluit de deur.
De waterkraan moet helemaal openstaan tijdens de watertoevoer (minimale capaciteit: 0,5 liter per minuut).
De watertoevoerslang mag niet geknikt zijn en het ingangslter in de waterkraanaansluiting mag niet vuil of verstopt zijn.
Weergave op het display: F2
Weergave op het display:
DRUK OP START EN SLUIT DE DEUR
Weergave op het display:
OPEN EN SLUIT DE DEUR
Weergave op het display: Fx
Vuile lters of sproeiarmen. Reinig de lters en sproeiarmen.
Te weinig water in het systeem van het apparaat.
Afvoerslang onjuist aangesloten.
Veel schuim in de machine.
Waterdruk is te laag.
Geknikte watertoevoerslang of verstopte ingangslters.
Deur is niet binnen 4 seconden gesloten na het indrukken van de toets.
De deur werd niet tussen de cycli geopend.
Apparaat heeft een technisch defect.
Hol serviesgoed (bijv. kommen, kopjes) moet met de holle kant naar beneden in het rek worden gezet.
De afvoerslang moet correct aangesloten zijn (laat bij hoog geplaatste apparaten min. 200 - 400 mm van de onderste rand van het apparaat vrij) - zie Installatie.
Herhaal de cyclus zonder afwasmiddel of wacht tot het schuim ver­dwijnt.
De waterkraan moet helemaal openstaan tijdens de watertoevoer (minimale capaciteit: 0,5 liter per minuut).
De watertoevoerslang mag niet geknikt zijn en het ingangslter in de waterkraanaansluiting mag niet vuil of verstopt zijn.
Druk nogmaals en sluit de deur van het apparaat binnen 4 seconden.
Maak het apparaat leeg (indien dit niet eerder leeggemaakt is), open en sluit de deur.
Bel de klantenservice (meld de weergegeven storing). Draai de kraan dicht.
15
Page 16
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De deur wordt niet vergrendeld.
De afwasmachine maakt veel lawaai.
Het vaatwerk is niet droog.
Het vaatwerk is niet schoon.
Rekken zitten niet vast aan het einde. Controleer of de rekken aan het einde vast zitten.
Het deurslot is niet vergrendeld. De deur krachtig aanduwen totdat u het "klak" geluid hoort.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
Het geselecteerde programma heeft geen droogfase.
Het glansspoelmiddel is op of de resolutie is niet voldoende.
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag of is van kunststof.
Het serviesgoed is niet goed gerang­schikt.
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Het wasprogramma is te zacht en/of de eciëntie van het afwasmiddel is laag.
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd (zie CONSUMEN-
TENSERVICE).
De dop op het glansspoelmiddelcompar­timent is niet correct afgesloten.
gebruik in afwasmachines (zie Het vaatwasmiddeldoseerbakje vullen). Reset de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in, selecteer een nieuwe programma, druk op START en sluit de deur. Voeg geen vaatwasmiddel toe.
Controleer in de programmatabel of het geselecteerde programma een droogfase heeft.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere doseringen af (zie Het glans-
spoelmiddelbakje bijvullen).
Een paar druppels water is normaal (zie Adviezen).
Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Selecteer een geschikte wascyclus (zie Programmatabel).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines (zie Het vaatwasmiddeldoseerbakje vullen). Reset de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in, selecteer een nieuwe programma, druk op START en sluit de deur. Voeg geen vaatwasmiddel toe.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het vaatwerk en het glaswerk vertoont calcinatie of een witachtige lm.
Het vaatwerk en het glas hebben blauwe strepen of een blauwachtige tint.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie Onderhoud en reiniging).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie Het zoutreservoir vullen).
Het zoutniveau is te laag. Vul het zoutreservoir (zie Het zoutreservoir vullen).
De aanpassing van de waterhardheid is niet voldoende.
De dop van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het glansspoelmiddel is opgebruikt of de dosering is onvoldoende.
De dosering van glansspoelmiddel is te hoog.
Verhoog de waarden (Zie Tabel Waterhardheid).
Controleer of de dop van het zoutreservoir goed is gesloten.
Het glansspoelmiddel toevoegen of hogere doseringen toepassen.
Pas de doseringsaantallen hieronder aan.
16
Page 17
KLANTENSERVICE
PRODUCTFICHE
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden gedownload van de website: http://docs.kitchenaid.eu
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Onze contactgegevens staan in de garantie­handleiding . Wanneer u contact neemt met de Consumentenservice, gelieve de codes te vermelden die op het typeplaatje van het apparaat staan.
:
IEC 436
17
Page 18
18
Page 19
19
Page 20
NL
Gedrukt in Italië 10/18
400011311515
Loading...