Keystone Vlinderkleppen ParaSeal, Keystone-NL Manuals & Guides [nl]

Page 1
KEYSTONE
Vlinderkleppen ParaSeal
Handleiding voor installatie & onderhoud
Lees deze instructies zorgvuldig
Dit symbool geeft belangrijke
mededelingen en veiligheidsinstructies aan.
Mogelijke bronnen van gevaar:
• negeren van voorschriften,
• oneigenlijk gebruik van het product,
1 Opslag & hantering
1.1 Bescherming
Keystone vlinderkleppen worden geleverd met een bescherming volgens Keystone
voorschriften om beschadiging van zitting en klepblad te voorkomen. Verpakkingsmateriaal en/of afdekplaten moeten op hun plaats blijven tot vlak voor het moment van installatie in de leiding.
1.2 Opslag
Als afsluiters enige tijd (twee maanden of langer) moeten worden opgeslagen voordat ze
worden gemonteerd, dienen ze in de originele transportverpakking of -kisten te worden opgeslagen.
1.2.1 Opslagcondities
De afsluiters moeten vrij van de grond worden opgeslagen, in een schone en droge, overdekte
omgeving.
Bescherm de afsluiter tegen extreme temperaturen en vochtigheid en stel de afsluiter niet
bloot aan overmatig stof, vocht, trillingen, vervormingen, zonlicht en ozon.
Aanbevelingen
1. Opslagtemperatuur tussen 0 en 25°C, bij voorkeur onder 15°C.
2. Vochtigheid: opslagcondities dienen zo te zijn dat er geen condensvorming optreedt; opslaan in een droge omgeving. Relatieve luchtvochtigheid maximaal 50%.
3. Licht: afsluiter, rubbers moeten worden beschermd tegen licht, in het bijzonder tegen direct zonlicht of fel kunstlicht met een hoog UV-gehalte.
4. Ozon: in opslagruimten mogen geen apparaten staan die ozon genereren. Bijv. lampen, elektromotoren.
Hijsen van de ParaSeal
Belangrijk
Alvorens afsluiters te installeren of in gebruik te nemen, zijn de volgende handelingen aan te
bevelen.
1. Afsluiters/onderdelen inspecteren en indien nodig grondig reinigen.
2. Rubber onderdelen invetten met siliconenvet als dat niet meer aanwezig is.
3. Bij een opslag van meer dan vijf maanden alle oppervlakken die in contact komen met zittingen grondig reinigen en invetten met siliconenvet.
1.3 Hanteren
1.3.1 Verpakte afsluiters
Opheffen en hanteren van in kratten verpakte afsluiters mag alleen gebeuren met geschikt
materieel. Als een vorkheftruck wordt gebruikt moet deze daarvoor geschikt zijn. Hijsen van verpakte afsluiters mag alleen gebeuren aan de hijspunten. Transport van alle verpakte materialen moet veilig gebeuren en in overeenstemming met
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
1.3.2 Onverpakte afsluiters
Optillen en hanteren van deze afsluiters moet met de juiste middelen gebeuren en met in acht
neming van de veiligheidsgrenzen. De afsluiters moeten bij voorkeur op een pallet verplaatst
worden, waarbij de gemachineerde oppervlakken en de zitting beschermd moeten worden
tegen beschadiging. Bij het tillen van grote afsluiters moet het aanhaken van de last gebeuren met het juiste
materiaal (sling, beugels, haak, bevestigingsmateriaal) en balanceermiddelen om te
voorkomen dat de afsluiter verschuift of valt tijdens het verplaatsen. De afsluiter mag alleen opgehesen worden met de slings bevestigd aan de flensgaten of het
huis, nooit aan de aandrijving of door de afsluiteropening.
www.valves.emerson.com
Wijzigingen voorbehouden EBPJV-0770-NL-1305
Page 2
Vlinderkleppen ParaSeal
Handleiding voor installatie & onderhoud
2 Installatie
WAARSCHUWING!
In verband met de veiligheid is het van belang om de volgende voorzorgsmaatregelen te treffen
voor u werkzaamheden verricht aan de afsluiter:
1. Personeel moet bij het afstellen gebruik maken van geschikt gereedschap. Alle noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen.
2. Voor installatie moet de leiding drukloos zijn.
3. Alleen personeel dat volledig op de hoogte is van alle aspecten van het hanteren van de afsluiter mag eraan werken.
4. Oneigenlijk gebruik van de afsluiter is niet toegestaan. De afsluiter, aandrijving, hendel of andere onderdelen mogen bijvoorbeeld niet als ‘opstapje’ worden gebruikt.
5. Zorg ervoor dat de druk- en temperatuurgrenzen zoals aangegeven op het typeplaatje vallen binnen de bedrijfsomstandigheden. Het trimnummer op het typeplaatje geeft de gebruikte materialen aan. Zie het Product Manual voor het P/T-diagram van de afsluiter en een omschrijving van de trimnummers.
6. Let erop dat de afsluitermaterialen geschikt zijn voor het medium in de leiding.
2.1 Inspectie van de afsluiter
1. Neem de afsluiter voorzichtig uit de verpakking (doos of pallet) zonder de afsluiter of, bij geautomatiseerde afsluiters, de elektrische of pneumatische hydraulische aandrijving en instrumentatie te beschadigen.
2. Controleer of de constructiematerialen zoals aangegeven op het typeplaatje geschikt zijn voor de beoogde toepassing en overeenkomen met de specificatie.
3. Het is niet toegestaan reserveonderdelen van derden te gebruiken. Bij gebruik van dergelijke onderdelen is de veiligheid tijdens gebruik niet gegarandeerd.
2.2 Flenzen en leidingen
Controleer voor installatie of het boutpatroon van afsluiter en leidingflenzen overeenkomen. Flenzen moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Binnendiameter:
D min. : De afsluitermaat Q + voldoende speling voor de klep. D max. : De binnendiameter (ID) van de standaardleiding voor de nominale maat volgens
ISO 4200. Neem contact op met de fabriek voor grotere binnendiameters van de leiding.
- Als de flens (of de leiding) is voorzien van een verhoogd aansluitvlak, moet de binnendiameter hiervan ten minste 10 mm groter zijn dan de maat YY van de afsluiter.
- Het gebruik van flenspakkingen is niet toegestaan, omdat dit de afsluiter kan beschadigen.
- Het ontwerp van de Keystone zitting maakt gebruik van flenspakkingen overbodig.
- Gebruik bouten volgens de desbetreffende norm.
Gebruik geen flenspakkingen!
2.3 Installatie van de afsluiter
De afsluiters zijn bidirectioneel en kunnen in beide richtingen ten opzichte van de stroming
gemonteerd worden. De afsluiter zal de stroming in beide richtingen regelen. De aanbevolen installatiestand is met de as horizontaal waarbij de onderrand van de klep met de stroming mee opent (vooral bij slurries en bij media met een neiging tot sedimentatie). Voor optimale regeling en probleemloze werking wordt een rechte leiding aanbevolen van 10 tot 20 leidingdiameters aan de inlaatzijde en 3 tot 5 leidingdiameters aan de uitlaatzijde. Een afsluiter is geen koevoet. Gebruik de afsluiter niet om de flenzen te spreiden.
YY
D max./min.
Q
Wijzigingen voorbehouden pag. 2
Page 3
Vlinderkleppen ParaSeal
Handleiding voor installatie & onderhoud
Opmerkingen
• De afsluiter kan met of zonder aandrijving in de leiding gemonteerd worden. Zorg ervoor dat de klep voorzichtig bewogen kan worden zodat u kunt voelen of het klepblad de leiding raakt.
• Gebruik de afsluiter niet om de leiding te ondersteunen.
• De aangesloten leiding moet minimale krachten en momenten overbrengen op de afsluiter tijdens en na installatie.
• Hanteren en optillen van de afsluiter MOET gebeuren volgens de voorschriften in paragraaf
1.3 ‘Hanteren’.
Belangrijk
De aansluitende flenzen moet in goede staat zijn en vrij van vuil en/of insluitingen. Beide leidingen moeten van binnen geheel schoon zijn.
1. Controleer of de afstand tussen de flenzen overeenkomt met de bouwlengte van de afsluiter. Spreid de flenzen met geschikt gereedschap om de afsluiter gemakkelijk in de leiding te kunnen plaatsen.
2. Sluit de klep zover dat de kleprand ten minste 10 mm binnen het huis valt.
3. Plaats de afsluiter tussen de flenzen, centreer de afsluiter en plaats alle flensbouten.
4. Houdt de afsluiter goed uitgelijnd, neem de flensspreiders voorzichtig weg en draai de
flensbouten met de hand aan.
5. Houdt de afsluiter goed uitgelijnd, neem de flensspreiders voorzichtig weg en draai de
flensbouten weer met de hand aan.
6. Zet alle bouten kruislings met het juiste aanhaalmoment vast.
2.4 Controle van de afsluiter
Controleer de werking van de afsluiter door hem in de volledig open en de volledig gesloten
stand te zetten. Ter controle van de klepstand moet de standaanwijzer op de aandrijving of de handbediening verdraaien van de aanduiding ‘geheel open’ naar ‘geheel gesloten’. Doorgaans sluit de klep in de richting van de klok.
2.5 Mogelijke bronnen van gevaar
Dit gedeelte bevat enkele voorbeelden van mogelijke gevaren.
2.5.1 Mechanisch
A) Wanneer handbediening wordt gebruikt, moet er voldoende ruimte zijn om te voorkomen
dat handen bekneld kunnen raken.
B) Vonken ontstaan door contact tussen de afsluiter en bijvoorbeeld gereedschap kunnen een
ontstekingsbron vormen voor de omringende atmosfeer.
2.5.2 Elektrisch
Indien statische ontladingen een explosie kunnen veroorzaken, moet de afsluiter geaard
worden.
2.5.3 Thermisch
A) Indien de afsluiter wordt gebruikt in toepassingen met een mediumtemperatuur boven
40°C kan de buitenzijde van de afsluiter heet worden. Neem voldoende maatregelen om brandwonden te voorkomen. Een handbediende afsluiter moet geopend en gesloten worden met voldoende bescherming van de operator, bijvoorbeeld handschoenen.
B) Een heet oppervlak kan een ontstekingsbron vormen voor de omringende atmosfeer.
2.5.4 Bediening
Te snel sluiten van een afsluiter kan leiden tot waterslag in de bovenstroomse leiding.
Waterslag leidt tot grote spanningen in de leiding en kan ernstige schade veroorzaken. Waterslag moet onder alle omstandigheden worden voorkomen. Door het drukverschil over de klep, heeft de stroming de neiging de klep te sluiten. Dit
noemt men het dynamisch moment. Houdt hier rekening mee bij het verwijderen van het
bedieningsmechanisme. Het dynamisch moment kan de klep sluiten.
Wijzigingen voorbehouden pag. 3
Page 4
Vlinderkleppen ParaSeal
Handleiding voor installatie & onderhoud
2.6 Foutzoeken Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Afsluiter draait niet Aandrijving defect Vervangen of repareren Afsluiter vol met gruis Spoel of reinig de afsluiter om het gruis te verwijderen
Lekkende afsluiter Afsluiter niet geheel gesloten Sluit afsluiter Gruis in afsluiter Enige malen open en dicht zetten en met open afsluiter spoelen om gruis te verwijderen Beschadigde zitting Zitting vervangen
Schokkerige werking Gruis in afsluiter Enige malen open en dicht zetten en met open afsluiter spoelen om gruis te verwijderen Onvoldoende stuurlucht voor Vergroot stuurdruk en/of debiet aandrijving
3 Onderhoud
De Keystone ParaSeal vlinderkleppen zijn ontworpen voor minimaal onderhoud.
3.1 Routine onderhoud
Er is geen ander routine onderhoud of smering nodig voor goede werking en afdichting anders
dan periodieke inspectie. De zitting kan worden vervangen als deze problemen vertoont met de afdichting.
3.2 Verwijderen van de afsluiter
1. Zet de klep in bijna gesloten stand. (Het klepblad is uitgelijnd met de spiebaan in de as.)
2. Zet de afsluiter vast in geschikt hijsgereedschap, draai alle flensbouten los en verwijder de bouten die het verwijderen van de afsluiter belemmeren.
3. Spreid de flenzen met geschikt gereedschap en verwijder de afsluiter.
3.3 Demontage van de afsluiter
1. Plaat de afsluiter op een horizontale ondersteuning.
2. Zet de klep vrijwel geheel open.
3. Verwijder de aandrijving.
4. Zet het klepblad vast in geschikt hijsgereedschap.
5. Verwijder de onderplug of afdekplaat.
6. Verwijder de moer van de doorlopende bout bij de ondernaaf.
7. Markeer de positie van de onderas en de aandrijfas ten opzichte van het klepblad.
8. Trek de aandrijfas en de bijbehorende doorlopende bout uit het huis en het klepblad. Gebruik zonodig het draadgat in de kop van de as. Ondersteun as en klepblad tijdens het verwijderen. Het is mogelijk dat ook de asafdichting wordt verwijderd.
9. Verwijder de onderas. Deze kan zonodig worden uitgedreven met een pen door het asgat in het huis.
10. Til het klepblad uit het huis.
11.
Trek de lip uit de groef, vervorm de zitting tot een hartvorm en verwijder de zitting uit het huis.
3.4 Montage van de afsluiter
1. Plaats de afsluiter op een horizontale ondersteuning. Controleer de juiste ligging van alle lagers. Bij sommige maten moet een circlip geplaatst zijn in de aandrijfas en in het onderste gat van het klepblad.
2. Druk de zitting in elkaar tot een hartvorm, loodrecht op de asgaten. Trek de lip van de zitting over de rand en druk de naven in de asgaten. Verdeel het rubber gelijkmatig over de gehele omtrek.
3. Breng wat siliconenvet aan op de binnenzijde van de zitting, vooral langs de omtrek waar de as contact maakt met de zitting, het aslager en het zittinggat. Let op! Er mag geen vet komen in het gedeelte tussen de buitenkant van de zitting en de binnenkant van het huis.
4. Breng het klepblad in verticale stand (met de asgaten horizontaal) en laat de asgaten vrij.
5. Laat het klepblad in de zitting zakken tot de asgaten in klepblad en huis precies uitlijnen.
6. Schuif de onderas op zijn plaats in de stand die tijdens demontage gemarkeerd is. Let op de stand van de spie, indien van toepassing.
7. Schuif de aandrijfas met de doorlopende bout op zijn plaats, in de stand die tijdens demontage gemarkeerd is. De stand van spie of vierkant moet exact overeenkomen. Let op de markering op as en klepblad die tijdens demontage is aangebracht. Wanneer de as op 10 cm na op zijn plaats zit, moet de as afdichting erop geplaatst worden. Voor sommige maten moet een circlip geplaatst worden bij het uiteinde van de as om de afdichting op te sluiten.
8. Plaats ring en moer op de doorlopende bout aan de onderzijde en draai hem vast.
9. Plaats de onderplug of afdekplaat en zet de schroeven vast.
10. Monteer de aandrijving en test de afsluiter.
WAARSCHUWING!
Maak de leiding drukloos en maak
de leiding in geval van gevaarlijke media geheel leeg en spoel hem met een geschikt middel schoon, voordat met onderhoudswerkzaamheden mag worden begonnen. Niet opvolgen van dit voorschrift kan leiden tot ernstige verwondingen bij personen of schade aan installaties.
Voor met demontage te beginnen, moet
u er zeker van zijn dat de afsluiter op de juiste wijze is ontdaan van schadelijke gassen of vloeistoffen en dat hij een temperatuur heeft die veilig werken mogelijk maakt.
Personeel dat aan de afsluiter werkt
moet geschikt gereedschap gebruiken. Alle noodzakelijke middelen voor persoonlijke bescherming moeten worden gedragen.
Alleen personeel dat volledig op de
hoogte is van alle aspecten van het hanteren van de afsluiter mag eraan werken.
Wijzigingen voorbehouden pag. 4
Page 5
Benaming
1. Huis
2. Klepblad
3. Aandrijfas (boven)
4. Onderas
5. Zitting
6. Lager
7. Moer + veerring
8. Plug
9. Afdichting
10. Doorlopende bout
11. Lagerbus
Vlinderkleppen ParaSeal
Handleiding voor installatie & onderhoud
DN 50 - 125
Benaming
1. Huis
2. Klepblad
3. Aandrijfas (boven)
4. Onderas
5. Zitting
6. Lager
7. Moer + veerring
8. Plug
9. Afdichting
10. Doorlopende bout
11. Spie
DN 250 - 300
DN 150 - 200
DN 150 - 300
Benaming
1. Huis
2. Klepblad
3. Aandrijfas (boven)
4. Onderas
5. Zitting
6. Lager
7. Moer + veerring
8. Plug
9. Afdichting
10. Doorlopende bout
11. Klikring
12. Spie
DN 350 - 800
Wijzigingen voorbehouden pag. 5
Page 6
Vlinderkleppen ParaSeal
Handleiding voor installatie & onderhoud
DN 900 - 1000
DN 1050 - 1600 (PN 10)
Benaming
1. Huis
2. Klepblad
3. Aandrijfas (boven)
4. Onderas.
5. Zitting
6. Lager
7. Moer + veerring
8. Afdekplaat
9. O-ring afdichting
10. Doorlopende bout
11. Klikring
12. Schroef + ring
13. Spie 14 Lagerbus
Benaming
1. Huis
2. Klepblad
3. Aandrijfas (boven)
4. Onderas
5. Zitting
6. Lager
7. Moer + veerring
8. Afdekplaat
9. O-ring afdichting
10. Doorlopende bout
11. Klikring
12. Schroef + ring
13. Spie 14 Lagerbus
DN 1600 (PN 16) - 2400
Benaming
1. Huis
2. Klepblad
3. Aandrijfas (boven)
4. Onderas
5. Zitting
6. Lager
7. Moer + veerring
8. Afdekplaat
9. O-ring afdichting
10. Doorlopende bout
11. Klikring
12. Schroef + ring
13. Spie 14 Lagerbus
Wijzigingen voorbehouden pag. 6
Loading...