Keystone Manuals: Veiligheid tijdens installatie en gebruik, Keystone-NL Manuals & Guides

KEYSTONE
Veiligheid tijdens installatie en gebruik
Pneumatische aandrijvingen met tandheugel en rondsel
Lees deze instructies zorgvuldig.
1. Inleiding
Deze producten worden vervaardigd en geleverd door een volledig ISO 9001 gecertificeerd kwaliteitssysteem, en aan alle noodzakelijke nationale en internationale normen wordt voldaan. Volledige after­salesservice en ondersteuning en hoogwaardige reserveonderdelen zijn op aanvraag leverbaar.
2. Doel
Aandrijvingen zijn in verschillende afmetingen leverbaar en zijn ontworpen om rechtstreeks of via montagebeugels/adapters op kwartslag afsluiters gemonteerd te worden volgens bepaalde dimensioneringsprocedures.
3. Algemene pneumatische systemen Aanbevelingen
Om maximale efficiency van het pneumatische systeem te behouden, verdient het aanbeveling de volgende algemene voorzorgsmaatregelen in acht te nemen. a. Wanneer de leidingen onderhevig zijn aan
grote temperatuurschommelingen, moet het systeem voorzien van een installatie om de lucht te drogen.
b. Stuurleidingen moeten voldoen aan goed
vakmanschap (‘Recommended Piping Practice’) en moeten geen ‘overdreven’ bochten bevatten waar zich condensaat kan verzamelen.
c.
Alle leidinguiteinden moeten na het snijden grondig worden schoongemaakt en ontbraamd om ervoor te zorgen dat de leiding vrij blijft
d. Als leidingen hydraulisch getest moeten
worden, moeten ze na afloop met perslucht worden doorgeblazen om alle water te verwijderen, voordat de leidingen worden aangesloten op de aandrijvingen.
e. Als bij het opfitten afdichtkit wordt gebruikt,
moet dit alleen op de buitendraad worden aangebracht. Als kit op binnendraad wordt aangebracht kan een teveel aan kit in de stuurleidingen terechtkomen.
f. Als een systeem afhankelijk is van
luchtfilters, moeten deze filters zodanig gemonteerd zijn dat ze eenvoudig toegankelijk zijn voor onderhoud of aftappen van condens.
g.
Als er pneumatische standstellers of regelaars op de aandrijvingen zijn gemonteerd mag er alleen olievrije lucht worden gebruikt. Gebruik alleen met olie­nevel gesmeerde lucht als de fabrikant het gebruik hiervan uitdrukkelijk toestaat.
Opmerking: Aandrijvingen zijn geschikt voor een stuurdruk van 40 psig (2.75 barg) tot 120 psig (8.3 barg). De stuurdruk mag niet hoger zijn dan 150psig (10barg).
van deeltjes.
4. Werking
Pneumatische aandrijvingen leveren een draaimoment met de as. Dubbelwerkende aandrijvingen hebben luchtnodig voor het openen en voor het sluiten. Dubbelwerkende aandrijvingen kunnen aangestuurd worden met een druk van tenminste 5 psi.
Bij enkelwerkende aandrijvingen moet de stuurdruk hoog genoeg zijn om tegen de kracht van de sluitveer in te gaan. Deze kracht hangt af van de veer (typisch 40 psi tot maximaal 100 psi). Als de aandrijving onder druk staat en de veer is volledig ingedrukt, is het systeem in evenwicht tot de stuurdruk wordt weggenomen en de druk kan afvallen (d.w.z. niet afgesloten). De (aanzienlijke) sluitkracht van de veer wordt dan gebruikt om de as zeer snel te draaien.
Let op de volgende aanbevelingen: – Let er goed op dat er niets door de as bekneld kan raken. – Het kan voordelig zijn de aandrijving te testen met behulp va de juiste hendel of tandwielkast,
maar neem de strengste voorzorgsmaatregelen om plotseling terugspringen van veerretour aandrijvingen te voorkomen.
– Eventuele afsluiters of accessoires moeten goed, stevig en veilig gemonteerd worden, opdat de
complete samenstelling veilig blijft.
– Let erop dat voorwerpen en lichaamsdelen bekneld kunnen raken als vlinderkleppen
kogelkranen, enz. buiten de leiding bediend worden. Alleen voldoende getraind en gekwalificeerd personeel mag met aandrijvingen en samenstellingen op de testbank werken.
– Gebruik altijd de juiste maat, kwaliteit en methode voor het samenbouwen van producten tot een
samenstelling.
– Gebruik, waar nodig, uitsluitend de juiste montagebeugels en koppelingen en zorg ervoor dat
deze goed gemonteerd zijn.
– Verkeerd gemonteerde samenstellingen kunnen roteren – dit brengt het gevaar mee van
terugslag.
– Wees zeer voorzichtig met het werken aan samenstellingen in de leiding. Strenge isolatie van de
voeding is aanbevolen.
– Gebruik alleen veilige methoden bij bovenhoofds werken en voorkom elk risico van vallende
onderdelen.
– Let erop dat alle samenstellingen goed ondersteund zijn wanneer ze in de leiding worden
gemonteerd.
– Let erop dat alle luchtaansluitingen goed worden gemaakt (goed afgedicht en stevig vastgezet).
5. Onderhoud – Dubbelwerkende en enkelwerkende aandrijvingen
WAARSCHUWING – Maak de leidingen volledig drukloos en neem normale
veiligheidsmaatregelen in acht, inclusief oogbescherming. Zorg er altijd voor dat veerretour aandrijvingen in de veilige (fail safe) stand staan, voordat er onderhoud wordt gepleegd. Let hier vooral op wanneer er een handbediening is gemonteerd In verband met de veiligheid mag er GEEN ‘hulplucht’ gebruikt worden bij enkelwerkende aandrijvingen.
Alle onderhoud moet gebeuren in overeenstemming met de procedures in de desbetreffende handleiding voor installatie en onderhoud. De desbetreffende documentcodes zijn Keystone F79 aandrijvingen en PremiAir, Morin en ARP aandrijvingen.
6. Slagbegrenzers (afhankelijk van model)
WAARSCHUWING
Onder geen enkele voorwaarde mogen de bouten voor de slagbegrenzing volledig uit de
aandrijving worden genomen als er perslucht aanwezig is.
Interne eindstops moeten niet gebruikt worden voor handbediening.
7. Algemene informatie
Standaarduitvoering: Sluitend met de klok mee. Lucht op poort A stuurt de aandrijving naar de OPEN stand. Lucht op poort B stuurt de aandrijving naar de GESLOTEN stand.
WAARSCHUWING
aandrijvingen.
www.valves.emerson.com
Wijzigingen voorbehouden TVCSB-0045-NL-1402
Loading...