KEYSTONE OPTISEAL FIG. 14/16 - 15/17 EN BREWSEAL VLINDERKLEPPEN
Handleiding voor installatie en onderHoud
Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen
3. Licht: afsluiter, rubbers moeten worden
beschermd tegen licht, in het bijzonder
tegen direct zonlicht of fel kunstlicht met
een hoog UV-gehalte.
4. Ozon: in opslagruimten mogen geen
apparaten staan die ozon genereren.
Bijv.lampen, elektromotoren.
BELANGRIJK
Alvorens afsluiters te installeren of in gebruik
te nemen, zijn de volgende handelingen aan
tebevelen.
1. Afsluiters/onderdelen inspecteren en indien
nodig grondig reinigen.
2. Rubber onderdelen invetten met siliconenvet
als dat niet meer aanwezig is.
3. Bij een opslag van meer dan vijf maanden
BEOOGD GEBRUIK
De afsluiter is bedoeld om te worden
gebruikt in toepassingen met de druk- en
temperatuurbeperkingen zoals aangegeven in
het P/T-diagram in de handleiding.
Wanneer de afsluiter als eindafsluiter wordt
gebruikt, zijn alleen PED Cat-I toepassingen
toegestaan. Neem contact op met de fabriek
voor andere toepassingen.
1 OPSLAG EN HANTERING
1.1 Opslag
Als afsluiters enige tijd (twee maanden of
langer) moeten worden opgeslagen voordat
zeworden gemonteerd, dienen ze in de
originele transportverpakking of -kisten te
worden opgeslagen.
1.1.1 Opslagcondities
De afsluiters moeten vrij van de grond worden
opgeslagen, in een schone en droge, overdekte
omgeving.
Bescherm de afsluiter tegen extreme
temperaturen en vochtigheid en stel de
afsluiter niet bloot aan overmatig stof, vocht,
trillingen, vervormingen, zonlicht en ozon.
Aanbevelingen
1. Opslagtemperatuur tussen 0 en 25°C,
bijvoorkeur onder 15°C.
2. Vochtigheid: opslagcondities dienen zo te
zijn dat er geen condensvorming optreedt;
opslaan in een droge omgeving. Relatieve
luchtvochtigheid maximaal 50%.
alle oppervlakken die in contact komen
met zittingen grondig reinigen en invetten
metsiliconenvet.
1.2 Hanteren
Om schade tijdens hanteren te voorkomen,
moeten de afsluiters met de hand of met
geschikt hijsmateriaal worden opgetild.
Deafsluiter moeten tijdens transport
beschermd zijn tegen schade door externe
invloeden (b.v.door vallen, stoten, of trillingen)
Eventuele afdekking als flensbescherming
moet voor installatie in de leiding worden
verwijderd.
Takel de afsluiter voorzichtig uit de
transportverpakking (krat, pallet). Voorkom,
vooral bij geautomatiseerde afsluiters,
datdeafsluiter, de elektrische/pneumatische/
hydraulische aandrijving of de overige
instrumentatie beschadigd raakt. Dit geldt ook
bij montage in de leiding.
2 RESERVEONDERDELEN
Bij reparatie mogen alleen originele Keystone
gebuikt worden. Het is niet toegestaan
onderdelen van derden te gebruiken; in dat
geval kan de veilige werking namelijk niet
worden gegarandeerd.
KEYSTONE OPTISEAL FIG. 14/16 - 15/17 EN BREWSEAL VLINDERKLEPPEN
Handleiding voor installatie en onderHoud
3 INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
In verband met de veiligheid is het van belang om
de volgende voorzorgsmaatregelen te treffen voor
u werkzaamheden verricht aan de afsluiter:
1. Personeel moet bij het afstellen gebruik
maken van geschikt gereedschap.
Alle noodzakelijke persoonlijke
beschermingsmiddelen moeten worden
gedragen.
2. Voor installatie moet de leiding drukloos zijn.
3. Alleen personeel dat getraind is in alle
aspecten van het handmatig of machinaal
hanteren van de afsluiter mag deze installeren
en hanteren.
4. Oneigenlijk gebruik van de afsluiter is niet
toegestaan. De afsluiter, aandrijving, hendel
of andere onderdelen mogen bijvoorbeeld niet
als ´opstapje´ worden gebruikt.
5. Zorg ervoor dat de druk/temperatuurgrenzen
zoals aangegeven op het typeplaatje vallen
binnen de bedrijfsomstandigheden. Het
trimnummer op het typeplaatje geeft de
gebruikte materialen aan. Zie het Product
Manual voor het P/T-diagram van de afsluiter
en een omschrijving van de trimnummers.
6. Let erop dat de afsluitermaterialen geschikt
zijn voor het medium in de leiding.
7. Bij DVGW-gas goedgekeurde lugged afsluiters
moeten in plaats van flensbouten doorgaande
draadeinden gebruikt worden.
- Als de flens (of de leiding) is voorzien
van een verhoogd aansluitvlak, moet de
binnendiameter hiervan ten minste 8 mm
groter zijn dan de maat YY van de afsluiter.
Het gebruik van flenspakkingen is niet
toegestaan, omdat dit de afsluiter kan
beschadigen.
Het ontwerp van de Keystone zitting maakt
gebruik van flenspakkingen overbodig.
Gebruik bouten volgens de desbetreffende
norm.
Gebruik geen flenspakkingen, deze leiden tot
beschadiging van de afsluiter!
3.3 Installatie van de afsluiter
De afsluiters zijn bidirectioneel en kunnen
in beide richtingen ten opzichte van de
stroming gemonteerd worden. De afsluiter
zal de stroming in beide richtingen regelen.
De aanbevolen installatiestand is met de as
horizontaal waarbij de onderrand van de klep
met de stroming mee opent (vooral bij slurries
en bij media met een neiging tot sedimentatie).
Voor optimale regeling en probleemloze
werking wordt een rechte leiding aanbevolen
van 10 tot 20 leidingdiameters aan de inlaatzijde
en 3 tot 5 leidingdiameters aan de uitlaatzijde.
Een afsluiter is geen koevoet. Gebruik
deafsluiter niet om de flenzen te spreiden.
YY
D max./min.
Q
3.1 Visuele inspectie van de afsluiter
1. Controleer of de constructiematerialen
zoals aangegeven op het typeplaatje
geschikt zijn voor de beoogde toepassing
envolgens specificatie.
Controleer voor installatie of het boutpatroon
van afsluiter en leidingflenzen overeenkomen.
Flenzen moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Binnendiameter:
D min.: de afsluitermaat Q + voldoende
speling voor de klep.
D max.: de optimale binnendiameter (ID) is gelijk
aan de binnendiameter van een standaardflens
EN 1092-1, tabel8, type11. Neem contact
op met uw Emerson verkoopvestiging in geval
van een binnendiameter groter dan D max of
voor andere flenstypes, aangezien een grotere
binnendiameter kan leiden tot verminderde
werking van de afsluiter.
2
KEYSTONE OPTISEAL FIG. 14/16 - 15/17 EN BREWSEAL VLINDERKLEPPEN
Handleiding voor installatie en onderHoud
OPMERKINGEN
• De afsluiter kan met of zonder aandrijving in de
leiding gemonteerd worden. Zorg ervoor dat de klep
voorzichtig bewogen kan worden zodat u kunt voelen
of het klepblad de leiding raakt.
• Het de verantwoordelijkheid van de gebruiker
(enniet van de fabrikant van de afsluiter) zich ervan
te verzekeren dat het leidingsysteem volgens de
juiste eisen is aangelegd en dat de afsluiter naar
behoren is geïnstalleerd.
• De aangesloten leiding moet minimale krachten
enmomenten overbrengen op de afsluiter tijdens
enna installatie.
• Hanteren en optillen van de afsluiter MOET
gebeuren volgens de voorschriften in
paragraaf1.2‘Hanteren’.
BELANGRIJK
De aansluitende flenzen moet in goede staat zijn
en vrij van vuil en/of insluitingen. Beide leidingen
moeten van binnen geheel schoon zijn.
3.3.1 Bestaand systeem (zie figuur)
1. Controleer of de afstand tussen de flenzen
overeenkomt met de bouwlengte van de
afsluiter. Spreid de flenzen met geschikt
gereedschap om de afsluiter gemakkelijk in
de leiding te kunnen plaatsen.
2. Steek bij ringtype-afsluiters een paar bouten
door de flensgaten om de afsluiter te dragen
als hij tussen de flenzen geplaatst is.
3. Sluit de klep zover dat de kleprand ten
minste 10 mm binnen het huis valt.
4. Plaats de afsluiter tussen de flenzen,
centreer de afsluiter en plaats alle
flensbouten. Draai de bouten met de hand
vast.
5. Zet de klep voorzichtig helemaal open. (Het
klepblad staat parallel aan de vlakke kanten
aan de bovenzijde van de as. De spiebaan
wijst naar de rand van het klepblad.)
6. Houdt de afsluiter goed uitgelijnd, neem
deflensspreiders voorzichtig weg en draai
de flensbouten weer met de hand aan.
7. Draai de klep langzaam open en dicht om
te controleren of het klepblad voldoende
speling heeft.
8. Zet alle bouten kruislings met het juiste
aanhaalmoment vast. Bouten nooit te vast
aandraaien.
BELANGRIJK
Las de flenzen nooit helemaal vast terwijl
deafsluiter tussen de flenzen zit geklemd;
dehitte zal de zitting ernstig beschadigen.
5. Las nu de flenzen aan de leiding vast en laat
de flenzen geheel afkoelen.
6. Plaats nu de afsluiter volgens de procedure
die hierboven is beschreven voor bestaande
systemen.
3.4 Controle van de afsluiter
Controleer de werking van de afsluiter door
hem in de volledig open en de volledig gesloten
stand te zetten. Ter controle van de klepstand
moet de standaanwijzer op de aandrijving
of dehandbediening verdraaien van de
aanduiding ‘geheel open’ naar ‘geheel gesloten’
op deaandrijving of de meerstandenplaat.
Doorgaans sluit de klep in de richting van de
klok.
3.3.2 Nieuw systeem (zie figuur)
1. Draai de klep bijna helemaal dicht en
centreer beide flenzen ten opzichte van het
huis. Zet het huis met en enkele bouten
goed vast.
2. Plaats de combinatie flens-afsluiter-flens
tussen de leidingen en centreer het geheel.
3. Zet de flenzen met een paar puntlassen vast
aan de leiding.
4. Verwijder de bouten en haal de flens weg
tussen de flenzen.
3
Loading...
+ 6 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.