Kelvinator KHBF336HWF User Manual [nl]

B/K/1. (06.)200370749
NL
DE
GB
KOEL/VRIESCOMBINATIE
GEFRIERSCHRANK
REFRIGERATOR- FREEZER COMBINATION
GEBRAUCHSANLEITUNG
INSTRUCTION BOOK
KHBF336HWF
2
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudaf­val mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elek­trische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevol­gen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudaf­val of de winkel waar u het product hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, for­nuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
3
NL
Inhoudsopga
Inhoudsopgavvee
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................................................4
Veiligheid van kinderen ...........................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................................................4
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ......................................................................................4
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................5
Algemene informatie...............................................................................................................5
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...............................................................5
Bedienen van het apparaat......................................................................................................6
In gebruik nemen ..............................................................................................................6
Temperatuur instellen .........................................................................................................6
Gebruik van de koelruimte ..................................................................................................6
Bewaren in de koelruimte ...................................................................................................7
Bewaartijden en temperaturen .............................................................................................7
Gebruik van de vriezer............................................................................................................7
Invriezen ..........................................................................................................................7
Bewaren in de vriesruimte...................................................................................................8
IJsblokjes maken...............................................................................................................8
Praktische informatie ..............................................................................................................8
Tips .....................................................................................................................................9
Energie besparen ............................................................................................................10
Het apparaat en het milieu ................................................................................................10
Onderhoud .........................................................................................................................10
Ontdooien ......................................................................................................................10
Reiniging en onderhoud....................................................................................................11
Als de koelkast niet in gebruik is.........................................................................................12
Problemen oplossen.............................................................................................................12
Lamp vervangen ..............................................................................................................12
Als iets niet werkt .................................................................................................................12
Aanwijzingen voor de installateur............................................................................................14
Technische gegevens ...........................................................................................................14
Installeren van het apparaat ...................................................................................................14
Vervoer, uitpakken ...........................................................................................................14
Reiniging ........................................................................................................................14
Opstelling.......................................................................................................................15
Deurdraairichting omzetten................................................................................................16
Elektrische aansluiting ......................................................................................................17
Bewaartijdentabel (1).............................................................................................................17
Bewaartijdentabel (2) ............................................................................................................18
Garantie en service ................................................................................................................18
Garantiebepalingen en Service ..............................................................................................18
Algemene Garantiebepalingen ...........................................................................................18
Garantie-uitbreidingen ......................................................................................................18
Garantie-uitsluitingen ........................................................................................................18
Belangrijk advies..............................................................................................................19
Waarborgvoorwaarden...........................................................................................................19
4
NL
Belangri
Belangrijkjk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het appa­raat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door ELEC­TROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stop­contact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zeker­ing in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platge­drukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het wor­den vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjes­bakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kun­nen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temper­atuurregelaar en de verlichting komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vries­ruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwi­jzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar oplev­eren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door vol­wassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, conden­sor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluits­noer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcircu­latie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzin­gen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedi­gen, die niet door de fabrikant worden aanger­aden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwer­pen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij verstopping van het afvoer­gootje kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
5
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Algemene informatie
De officiële benoeming van het apparaat is "ten dele rijpvrije combinatie van koel- en vriesapparaten met één motorcompressor en met een onder aan geplaat­ste vriesapparaat". Het apparaat beschikt naast de gewone services ook over een met aparte deur uit­geruste, geheel afgescheiden vriesapparaat. Het apparaat is daardoor geschikt voor de opslag van afgekoelde of ingevroren levensmiddelen en voor het
invriezen van goederen zoals aangegeven in de han­dleiding en voor het maken van ijs.
Het apparaat voldoet de normen tussen de verschil­lende temperatuurgrenzen volgens de klimaatk­lassen.
Het letterteken van de klimaatklasse bevindt zich op het typeplaatje.
13. Deur van de boterhouder
14. Eierdopje
15. Deurrek
16. Deurrubber
17. Flessenhouder
18. Klinken
19. Ijslade
20. Condensor
21. Dooiwaterafvoergootje
22. Afstandhouder
23. Dampblad
24. Compressor
25. Kogellagers
A - Koelapparaat B - Vriesapparaat
1. Deksel
2. Verlichting
3. Glazen rekken
4. Vriesvlak
5. Dooiwaterafvoergootje
6. Glazen rek
7. Vruchtenschalen
8. Typeplaatje
9. Luchtrooster
10. Invriesruimte met korf
11. Bewaarvak(ken) met korf
12. Stelvoeten
6
NL
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires op hun plaats in het apparaat en steek de stekker in het stopcontact.
Met de temperatuurregelaar, te vinden in de verlicht­ingseenheid in de koelkast, wordt het apparaat aangezet en kan men de temperatuur instellen door de knop met de wijzers van de klok mee te draaien.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de instelling.
Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar onderbreekt en start de koeling voor een kortere of langere tijd automatisch weer opnieuw, afhankelijk van de instelling. Daardoor kan de gewenste temperatuur gegarandeerd worden.
Hoe dichter bij de maximum stand, hoe intensiever de koeling. Als u de draaiknop van de temperatuurregelaar in de middelste stand zet (tussen minimum en maximum) wordt er in de koelkast een temperatuur van +5 °C bereikt en in de vriezer -18 °C. Deze stand is voldoende voor het dagelijkse gebruik.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand van de temperatuurregelaar, ook be?nvloedt door de omgevingstemperatuur, het al dan niet vaak openen van de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz.
Op de maximale stand (gedurende een
zwaardere belasting, b.v. tijdens een hittegolf) werkt de kompressor continue. Dit is niet schadelijk voor het apparaat.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede luchtcir-
culatie noodzakelijk. Bedek daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koel-
ruimte, maar laat ze eerst tot kamertemper­atuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overne-
men, daarom is een goede verpakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of ver­shoudfolie, noodzakelijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes behouden en blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers.
7
NL
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaalt-
jes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen, frisdrank
8. grote flessen, dranken
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van de versheid en de behan­deling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt con­sumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ont­dooien) in de koelkast bewaard worden.
Invriezen
Dit apparaat is geschikt voor het invriezen van verse levensmiddelen met een hoeveelheid aangegeven op het gegevensblad. De levensmiddelen dienen na een voldoende voorbereiding op de volgende manier ingevroren worden.
Stel de draaiknop van de temperatuurregelaar naar de middenpositie.
Verplaats de al ingevroren levensmiddelen vanuit de bovenste korf naar een andere korf of naar meerdere korven. Leg de verse levensmiddelen naar de boven­ste korf, zodat er genoeg plaats voor een vrije lucht­stroming blijft.
Schakel het apparaat in zoals bovenaan vermeld en laat het 24 uren lopen.
Stel de draaiknop van de temperatuurregelaar na 24 uren naar een positie zoals gewenst, of laat ze in het midden staan, wat de alledaagse verhoudingen vol­doet.
Het is niet aangeraden, de draaiknop van de
temperatuurregelaar naar een hogere positie (bijv. maximum stand) te draaien. De invriestijd wordt hierdoor verminderd, maar de temperatuur in het vak voor verse etenswaren zal onder 0° graden dalen, waardoor etenswaren en drank die hier opgeborgen zijn, worden ingevrozen.
Vries nooit tegelijkertijd een grotere
hoeveelheid etenswaren in dan aangegeven is in de "Technische gegevens", het invriesproces
Gebruik van de vriezer
8
NL
zal daardoor niet optimaal verlopen en de kwaliteit van de etenswaren kan verminderen (ver­lies van smaak, geur, etc.).
Maak geen ijs aan tijdens het invriezen, want dit kan de invriescapaciteit verminderen.
Opbergen in de vrieskats
Het is wel aangeraden, de ingevroren levensmiddelen na het invriezen naar 1 korf of 2 korven te verplaatsen. Daardoor kunt u meer plaats voor de volgende in te vriezen levensmiddelen maken. Een nieuw invriezen schaadt de al opgeslagen goederen niet.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet opslaan, dan kunt de korven (behalve het onder­ste korf) verwijderen, zodat het voedsel direct naar de rekken kan worden gelegd.
Vergeet niet rekening te houden met de houd-
baarheidsdatum op de verpakking indien u reeds ingevrozen etenswaren koopt.
Het is veilig bevrozen producten op te bergen
enkel en alleen indien ze niet werden ontdooid, zelfs niet voor een korte periode.
Indien diepgevrozen producten reeds werden ont­dooid, mogen ze niet opnieuw worden ingevrozen, maar moeten ze zo snel mogelijk worden opgegeten.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries­ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt en de temperatuurregelaar op de maximale stand zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuurregelaar na het invriezen weer op de nor­male stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijs­blokjesbakje onder stromend water te houden en het dan iets te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje vast­gevroren zijn, gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los te maken. Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
Enkele nuttige tips en
adviezen
De rekken vereisen bijzondere aandacht, aangezien ze het rendement van het vak voor verse etenswaren aanzienlijk verhogen. De verschillende rekken kunnen ook worden verplaatst wanneer de deur geopend is onder een hoek van 90°.
Door het openen en sluiten van de deur kan de temperatuur in de vrieskast gaan schommelen. Wacht 2 tot 3 minuten nadat u de deur gesloten hebt om ze opnieuw te openen, zodat de temper­atuur in de vrieskast opnieuw stabiel is.
Bedien de thermostaat op die manier dat de bin­nentemperatuur nooit hoger is dan 18°C.
9
NL
Controleer dagelijks de goede werking van de vrieskast om eventuele defecten vroegtijdig op te sporen en het slecht worden van de ingevrozen etenswaren te voorkomen.
Normale geluiden:
Klikken: Het in- en uitschakelen van de com­pressor door de elektronische sturing wordt door een licht klikken begeleid.
U kan een zacht borrelend geluid horen wan­neer de vriesvloeistof door de buizen wordt gepompd, naar de koelplaat/condensator.
Plonzen: Als de compressor ingeschakeld wordt en de koelvloeistof door de buisslangen begint door te stromen, dan hoort men vaak een pulserend (brommend, suizend, druppe­lend, lekkend) geluid. Dit geluid is vaak hoor­baar voor een korte tijd na het uitschakelen van de compressor.
De condensator (dit deel verkoelt het vries­gedeelte) bevindt zich in de vrieskast. Tijdens de werking kan de temperatuur en ook de afmetingen van de condensator lichtjes wijzi­gen. Deze veranderingen kunnen een krakend geluid veroorzaken, wat normaal en onschadelijk is.
Indien u de temperatuur in de vrieskast wil con­troleren, plaats de thermostaatknop in de stand "Medium". Zet vervolgens een glas water in het midden van de vrieskast en plaats hierin een ther­mometer met een nauwkeurigheid van +/- 1°C. Als er na 6 uren de op de display ver­melde waarde gemeten kan worden, dan func­tioneert het koelapparaat optimaal. Het opmeten moet worden uitgevoerd onder vaste voorwaar­den (zonder de inhoud van de vrieskast te wijzi­gen).
Indien u een thermometer gebruikt om de vri­estemperatuur te meten, plaats hem dan tussen de etenswaren, omdat op die manier de reële temperatuur wordt weergegeven. De op deze manier - met een nauwkeurige thermometer ­gemeten waarde is hetzelfde als of een beetje kouder dan de op de display vermelde temperatu­ur.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het appa­raat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
10
NL
Energie besparen
Zet het apparaat niet op een plaats waar het bloot­gesteld wordt aan de zon of aan een hittebron.
Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator en de compressor. Hou de luchtcirculatie rond het apparaat vrij.
Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende bewaardozen of verpakt in huishoud- of aluminium­folie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te voorkomen.
Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer open staan dan absoluut noodzakelijk is.
Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te plaatsen.
Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kun­nen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaat­selijke regelingen op deskundige wijze verwerkt wor­den. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkhe­den in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Tijdens het gebruik van het apparaat slaat het vocht van het apparaat vaak als rijp of als ijs neer.
Deze dikke rijp- of ijslaag heeft een isolerend effect, daardoor wordt het vermogen verzwakt, zodat zowel de temperatuur binnen het apparaat als het energiegebruik stijgen.
In het geval van dit type wordt het koelapparaat automatisch, zonder ingreep ontdooid. De temperatu­urregelaar onderbreekt de functie van de motorcom­pressor af en toe - de afkoeling pauzeert - en de tem­peratuur van de koelende oppervlakte stijgt naar meer dan 0 °C, de ontdooiing begint dus. Indien de temper­atuur van de koelende oppervlakte naar meer dan +3
- +4°C stijgt, start de temperatuurregelaar het sys­teem opnieuw.
Het ontdooide water gooit aan de achterwand, door de buisslangen naar de verdamper op de koelcom­pressor en verdampt daar door de warmte van de compressor.
11
NL
Let u erop, dat de opening waar het ont-
dooide water uitstroomt, regelmatig gecon­troleerd en gereinigd dient te worden, omdat het water in het geval van een verstopping naar de isolatiestof van het apparaat vloeit waar het een defect kan veroorzaken.
De opening van de buisslang kunt u met het bijgevoegde apparaat reinigen, zie afbeelding. Dit apparaat dient in de opening te worden opgeslagen.
Een van de typische redenen voor de verstopping van de opening is als u een naar papier verpakte voedsel naar het apparaat legt, dat tenslotte naar de achter­wand plakt. Indien het papier na het verwijderen van het voedsel in de koelkast blijft, dan kan het een ver­stopping veroorzaken.
Daarom moest men met levensmiddelen met een papieren verpakking voorzichtig omgaan.
In het geval van een belasting in verhoogde
mate, bijvoorbeeld bij de hondsdagen kan voorkomen, dat het apparaat voortdurend moet werken, daarom wordt het in deze periode niet automatisch ontdooid.
Het is geen buitengewoon toestand, als op de achter­wand van het koelapparaat na de ontdooiing kleine ijs­of rijpvlekken verschijnen.
De ontdooiing van het vriesapparaat is in het geval van dit type volledig automatisch.
Regelmatige reiniging
Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd.
Gebruik geen wasmiddelen, schuurmidde-
len, sterk geparfumeerde reinigingsmidde­len, waspolitoer of andere producten met ontsmettingsmiddelen of met alcohol!
Trekt u de stekker uit het stopcontact voor het reini­gen.
Reiniging binnen het apparaat
Reinigt u de binnenste delen en de bestanddelen met warm water en met zuiveringszout (5 ml voor 0,5 liter water).
Spoelt u alles af en droogt u ze grondig. Het profiel van de afdichting van de deur reinigt u met
zuiver water.
Reiniging buiten het apparaat
De buitenste delen van het apparaat wast u met warm water en met zuiveringszout (5 ml voor 0,5 liter water).
Een of twee keer per jaar moesten het stof en het vuil vanaf de condensator op de achterwand van het apparaat worden verwijderd en de verdamper op de compressor gereinigd.
Na de reiniging kan het apparaat opnieuw worden aangesloten.
12
NL
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact. Maak de koelkast leeg. Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor
beschreven. De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Lamp vervangen
Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting stuk is, kan u dit probleem alsvolgt zelf oplossen:
Haal de stekker uit het stopcontact. Druk het lipje (1) aan de achterkant van de verlicht-
ingseenheid in (zie tekening) en verwijder daarna het afdekkapje in de richting die de pijl aangeeft. Nu kan men de gloeilamp makkelijk verwisselen (type gloeil­amp: T25 230-240 V, 25 W, fitting E14).
Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het afdekkapje weer op zijn plaats en stop de stekker in het stopcontact. Het niet branden van de gloeilamp heeft geen gevolgen voor de werking van het appa­raat.
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de com­pressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderde­len aanraakt.
13
NL
Probleem
Het is te warm in de koel­ruimte.
Het is te warm in de vries­ruimte.
Er loopt water langs de achterwand van de koel­ruimte.
Er loopt water in de koel­ruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt con­tinu.
Het apparaat werkt hele­maal niet. Het koelt niet en de binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat maakt veel geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of
staan op een verkeerde plek. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed ges-
loten. De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed ges-
loten. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische ont­dooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn. Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren
zodat er geen water in kan stromen. Het afvoergootje loopt niet in de condensbak
boven de compressor. De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt. De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten. De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek. De stekker zit niet in het stopcontact. De zekering in de huisinstallatie is uit-
geschakeld. De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact. (Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen. De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen. Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is. Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren. De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de
koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon. Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de
achterwand niet direct raken. Plaats het de afvoergootje in de condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken. Controleren of de deuren goed dicht kunnen en
of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen. De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen. Controleren of de deuren goed dicht kunnen en
of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren. Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur
afkoelen. Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen. De aansluiting controleren. Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de aanwijzin­gen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installateur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
14
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de instt
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking. Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transports-
chade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder de plakband en andere voorwerpen waarmee de losse onderdelen aan de binnenkant van het apparaat zijn bevestigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat met lauw water en een kleine hoeveelheid afwasmiddel. Gebruik een zachte doek.
Wrijf de binnenkant na het schoonmaken droog.
Model
Bruto-inhoud (l)
Nuttige inhoud (l)
Breedte (mm) Hoogte (mm) Diepte (mm) Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar) Energieklasse volgens de EU richtlijn Invriescapaciteit (kg/24uur) Maximale bewaartijd in geval van storing Neutrale stroomsterkte (A) Geluidsniveau (dB) Gewicht (kg) Aantal compressoren
KHBF336HWF
Koelgedeelte: 226
Vriesgedeelte: 91
Koelgedeelte: 223
Vriesgedeelte: 78
595
1750
632
0,948
346
A 4
18
0,6
42 67
1
15
NL
De plaatsing van het apparaat
De temperatuur van de omgeving heeft een invloed op het energieverbruik en op de optimale functie van het apparaat.
Let u bij de plaatsing erop, dat het apparaat tussen de twee, zich tot de verschillende klimaatklassen op het typeplaatje behorende temperatuurgrenzen gebruikt moest worden.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Indien de omgevingstemperatuur onder de onderste grens valt, kan de temperatuur binnen het apparaat hoger zijn dan de voorgeschreven temperatuur.
Indien de omgevingstemperatuur boven de bovenste grens stijgt, moet de compressor meer werken, de automatische ontdooiing wordt problematisch en de temperatuur binnen het apparaat en het energiever­bruik stijgen.
Monteert u de afstandhouders in het tasje van de onderdelen naar de achterste hoeken van het apparaat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de afstandhouders onder de schroeven, dan trekt u de schroeven.
Let u erop dat het apparaat waterpas staat. Dit kunt u met hulp van de twee regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige plaats, plat tegen de kachel of het fornuis.
Indien u voor het apparaat geen andere plaats kunt vinden en het toch naast het fornuis moet worden gesteld, dan let u op de volgende minimale afstanden:
Indien er in het geval van gas- of elektrisch for­nuis een afstand van 3 cm of minder ter beschikking staat, dan moet u een 0,5 - 1 cm dikke, niet brandbare isolatieplaat tussen de twee apparaten stellen.
In het geval van olie- of kolenkachel moet de afs­tand 30 cm zijn, omdat de warmteafgifte ervan groter is.
Het apparaat werkt ook optimaal als u het direct naar de muur stelt, zodat het de muur aanraakt.
Bij de stelling van de koelkast moet u de mini­male afstanden volgens de afbeelding houden:
A: stelling onder een kast B: stelling vrij staand
16
NL
Draairichting deur veranderen
IIndien praktischer kan de draairichting van de deur veranderd worden.
De apparaten worden in de handel gebracht met deuren, die naar rechts open gaan. De aanpassing is volgens de onderstaande tekeningen en beschrijving uitvoerbaar:
De onderstaande werkzaamheden kunnen het beste uitgevoerd worden door 2 personen, zodat één per­soon de deuren tijdens de werkzaamheden goed kan vasthouden.
Haal de stekker uit het stopcontact. Open de deuren en schroef het scharnier (a, b),
bevestigt met 2 schroeven (c), los (tekening 2). Haal het complete scharnier (a, b, c) van zijn plaats
door de deuren voorzichtig te kantelen. Vergeet de kunststof afstandhouder (b) onder het scharnier niet (tekening 2)!
Verwijder de deur van de koelkast door deze voorzichtig naar beneden te trekken.
Verwijder de deur van de vrieskast door deze voorzichtig naar boven te trekken.
Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de koelkast en plaats deze aan de andere kant.
Haal de stift uit de bovenkant van de deur van de vrieskast en plaats deze aan de andere kant.
Schroef de bovenste stift van de deur van de koelka­st (d) los en plaats deze aan de andere kant (tekening 1).
Verwijder de afdekplaatjes (u) uit de onderkant van het apparaat (tekening 3).
Schroef de onderste deursteun (e) los door de schroeven (s) los te draaien en zet deze weer vast aan de andere kant (tekening 3).
Demonteer de onderste deursteun (f) en de daarbi­jbehorende ring (h) en zet deze in het andere gat.
Plaats de afdekplaatjes (u) aan de andere kant. Haal de afdekpennen (3 stuks) voor de scharnier-
bevestiging (n, k) aan de linkerkant en zet ze aan de andere kant (tekening 2).
Plaats de pen (m) van het scharnier van de deur van de vrieskast in het gat aan de linkerkant (tekening 2).
Zet de deur van de vrieskast op de onderste (f) deursteun (tekening 3).
Druk de deur van de koelkast in de bovenste (d) deursteun. Hierna moeten de deuren iets worden gekanteld en kan men de scharnier (m) in het gat van de deur van de koelkast drukken.
Open nu de deuren en schroef de scharnier vast aan de linkerkant me behulp van de 2 schroeven (c). Vergeet de kunststof afstandhouder (b) niet, die onder het scharnier moet komen. Let er goed op, dat de rand van de deuren gelijk loopt met de zijkant van het apparaat.
Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en steek de stekker in het stopcontact.
Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met de dichtstbi­jzijnde servicepunt, mocht u het omzetten van de deur­draairichting liever niet zelf uitvoeren. Hier kunt u infor­matie vragen over de kosten van het omzetten door één van onze servicemonteurs en een afspraak maken.
tekening 1.
tekening 2.
tekening 3.
17
NL
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geďnstalleerd stopcon­tact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aan­wezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU­richtlijnen:
– 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzig-
ingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzig-
ingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
Be
Beww
aar
aartiti
jdent
jdent
abel (1)
abel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje rauw gehakt X afgesloten schaaltje gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje vis uit blik X x x afgesloten schaaltje verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje boter ongeopend XXXXXXXoriginele verpakking boter geopend XXxxxxxoriginele verpakking melk XXXx x originele verpakking room XXx x kunststof schaaltje zure room XXXXx x x kunststof schaaltje kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie kwark XXXXx x x vershoudfolie eieren XXXXXXX spinazie. XX x x vershoudfolie erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie paddestoelen XXx x x vershoudfolie wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie tomaten XXXXXXXvershoudfolie kool XXXXXx x vershoudfolie snel rottend fruit (aardbei, framboos enz.) XXXx x vershoudfolie ander fruit XXXXx x x vershoudfolie fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
18
NL
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden soep 1 dag 6 maanden fruit 1 dag 12 maanden vlees 1 dag 5 maanden consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Be
Beww
aar
aartiti
jdent
jdent
abel (2)
abel (2)
Diepvriesproducten bewaren
Garantiebepalingen en Service
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitantie te wor­den getoond of meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie uitgesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door ZANKER
reparaties worden verricht, wordt de oorspronke­lijke garantietermijn niet verlengd.
Op reparaties buiten de garantietermijn door ZANKER verricht, en op de hierbij geleverde, betaalde en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar garantie verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen resultaat van een opnieuw uitvoeren van een reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel worden aangebo­den. De aanbieding geschiedt tegen bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks afschrijvingsper­centage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen
gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per definitie: wasautomaten, trommel­droogautomaten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer
Gar
Gar
antie en ser
antie en ser
vice
vice
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dienen ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtigde plaatsver­vanger, op de afgesproken bezoekplaats aan­wezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar servicewerkplaats getransporteerd moet wor­den, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde
apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende functionele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen franco aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garantieperiode vindt terugzending voor reken­ing van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de
algemene garantieperiode vallend defect aan een apparaat niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende garantieperiode, in gelijke percent­ages van 20 procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum van het op de bijbehorende koop­nota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de algemene garantieperiode. Na de algemene garantieperi­ode worden bezoek-, arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of ver-
vangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
19
NL
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of ook voor andere dan de huishoudelijke doeleinden waarvoor het apparaat bestemd is gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruikaanwijzing geďnstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daar­toe niet bevoegde personen hersteld of gewi­jzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, onderge-
bouwd, opgehangen of geplaatst is dat de ben­odigde tijd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hier­door ontstane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming
van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan niet op de fab­rikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals
een breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde van de aflevering ter kennis van de fab­rikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen die daarvoor de vereiste vakbek­waamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controlewerkzaamhe­den door uw vakhandelaar of door ELGROEP FAB­RIEKSSERVICE laten uitvoeren en uitsluitend orig­inele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
Vennootsweg 1 2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren: Tel. 0172 - 46 83 00 Fax 0172 - 46 83 66 Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kan-
tooruren: Tel. 0172 - 46 84 00 Fax 0172 - 46 83 76
Productwijzigingen voorbehouden.
W
W
aarborgv
aarborgv
oor
oorww
aar
aar
den
den
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klanten­dienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beďnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onder­staande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepass­ing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsda­tum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitro­keramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van water,
20
NL
abnormale milieuomstandigheden in het alge­meen
voor het toestel oneigenlijke bedrijfsom­standigheden
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwo­ordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onder­houd, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervo­erd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of inge­bouwde toestellen.
11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd, onderge­bouwd, opgehangen of geplaatst dat de ben­odigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in­of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de her­stellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we
ons het recht voor om een vergoeding te reke­nen naar rato van de verstreken gebruiksperi­ode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen verleng­ing van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder ver­goeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, kli­maatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM Bergensesteeweg, 719 1502 LEMBEEK Tél. 02.363.0444
54
55
2006. 05. 15.
Printed by Océ Hungária Kft.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than 150 countries around the world.
Loading...