Betekent dat dood of ernstig letsel kunnen intreden als de beschreven voor-
zorgsmaatregelen niet worden getroffen.
!
VOORZICHTIG!
Betekent dat materiële schade of licht letsel kunnen intreden als de beschre-
ven voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.
LET OP
Betekent dat materiële schade kan intreden als de beschreven voorzorgsmaat-
regelen niet worden getroffen.
Met deze waarschuwing wordt gewezen op mogelijke gevolgen bij het aanra-
ken van elektrostatisch gevoelige componenten.
Opmerkingen over dit handboek
In dit handboek vindt u op verschillende plaatsen aanwijzingen en waarschuwingen voor
mogelijke gevaren. De gebruikte pictogrammen hebben de volgende betekenis:
Opmerking
Tips voor het gebruik en nuttige informatie worden met “opmerking” gekenmerkt. U krijgt geen informatie die voor een gevaarlijke of schadelijke functie waarschuwt.
► Deze pijl markeert werkstappen, die u dient uit te voeren.
rechten.
De volledige intellectuele eigendom, waaronder ook handelsmerken en auteursrechten, is eigendom van de betreffende bezit-
ter. Ieder gebruik van dit intellectuele eigendom waarvoor geen toestemming is gegeven is niet toegestaan.
Document: Versie 1.40 / datum: 26-08-2014: / artikelnummer: 90718
KEBA AG, PO box 111, Gewerbepark Urfahr, A-4041 Linz, www.kecontact.com
Het apparaat is voorzien van de CE-markering.
De betreffende verklaringen van overeenstemming worden bij KEBA AG bewaard.
Het apparaat voldoet aan de RoHS-richtlijn (RL 2011/65/EG).
Het betreffende conformiteitsbewijs wordt bij KEBA AG bewaard.
Opmerking over de verwijdering
Het pictogram met de doorgestreepte vuilnisbak betekent dat elektrische en elektronische apparatuur inclusief accessoires gescheiden van het algemene, huishoudelijk afval moet worden verwijderd. Aanwijzingen bevinden zich op het product, in
de gebruiksaanwijzing of op de verpakking.
De materialen zijn op basis van hun kenmerking recyclebaar. Met het hergebruik,
de recycling of andere vormen van gebruik van afgedankte apparatuur levert u een
belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
Het Installatiehandboek KeContact P20 kunt u downloaden op internet op
www.kecontact.com.
De nieuwste KeContact P20-firmware kunt u downloaden van internet op
www.kecontact.com (rubriek Download).
In nieuwe firmware kunnen bijvoorbeeld gewijzigde normen verwerkt of de compatibiliteit met nieuwe elektrische auto's verbeterd zijn.
Het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies kan tot levensgevaar, letsel en
beschadiging van het apparaat leiden! KEBA AG aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor daaruit resulterende aanspraken!
Elektrisch gevaar!
Het stroomlaadstation mag uitsluitend door een hiervoor opgeleide, gekwalificeerde en bevoegde elektromonteur1 gemonteerd, voor het eerst in bedrijf genomen en onderhouden worden. Deze is volledig verantwoordelijk voor de
naleving van de bestaande normen en installatievoorschriften. Voor details zie
“KeContact P20 installatiehandboek (voor de installateur)”.
Elektrisch gevaar / brandgevaar!
Gebruik nooit defecte, versleten of vuile laadstekkers.
De eigenaar (eindklant) moet ervoor zorgen, dat het stroomlaadstation uitslui-
tend in perfecte staat wordt gebruikt:
- Het stroomlaadstation moet regelmatig worden gecontroleerd op defecten
aan contactdoos of laadstekker (incl. laadkabel) en beschadigingen aan de behuizing (visuele controle).
- Een beschadigd stroomlaadstation moet meteen worden uitgeschakeld en
vervangen.
- Reparatiewerkzaamheden aan het stroomlaadstation zijn niet toegestaanen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant (vervanging van het
stroomlaadstation)!
- U mag het stroomlaadstation niet eigenmachtig ombouwen of veranderen!
- Verwijder geen merktekens zoals veiligheidspictogrammen, waarschuwingen,
typeplaatjes, naamplaatjes of leidingmarkeringen!
Het stroomlaadstation heeft geen eigen netschakelaar! De aardlekschakelaar
en de installatieautomaat van de gebouwinstallatie dient als stroomonderbreker.
Voor de aansluiting van een elektrisch voertuig op het stroomvoedingssys-
teem voor elektrische voertuigen mag geen verlengkabel worden gebruikt.
Er mogen uitsluitend elektrische voertuigen of de laders ervan worden aan-
gesloten. Geen aansluiting van andere lasten (elektrische gereedschappen
etc.)!
Lees de aanwijzingen en handleidingen van uw voertuig zorgvuldig door,
voordat u het voertuig gaat opladen met het stroomlaadstation.
Ventilatie:
Voor sommige voertuigen is vanwege het mogelijke ontstaan van giftige of explosieve gassen tijdens het laden binnen een extern ventilatiesysteem nodig.
1
1 Belangrijke informatie
1.1 Veiligheidsinstructies
Personen die op grond van hun vakopleiding, kennis en ervaring, en de kennis van de toepasselijke normen, de aan
hen opgedragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren kunnen herkennen.
5 / 20
Belangrijke informatie
!
WAARSCHUWING!
Trek de laadkabel uitsluitend aan de stekker uit de stekkerverbinding en niet
aan de kabel.
Let erop dat de laadkabel niet mechanische beschadigd wordt (geknikt, inge-
klemd of overreden) en dat het contactbereik niet in aanraking komt met hittebronnen, vuil of water.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor beschadiging!
Reinig het stroomlaadstation in geen geval met een waterstraal (tuinslang, hogedrukreiniger etc.)!
1.2 Beoogd gebruik
KeContact P20 is een “stroomlaadstation” voor gebruik binnen en buiten waarmee elektrisch aan-
gedreven voertuigen kunnen worden opgeladen (bijvoorbeeld elektrische auto's).
Het stroomlaadstation is bedoeld voor montage op een wand of een standzuil.
Bij de montage en aansluiting van het stroomlaadstation moeten de geldende nationale voorschrif-
ten in acht worden genomen.
Het beoogde gebruik van het apparaat omvat in ieder geval de inachtneming van de omgevings-
voorwaarden waarvoor dit apparaat is ontwikkeld.
Bij de ontwikkeling, productie en het testen van het apparaat is rekening gehouden met de toepas-
selijke veiligheidsnormen. Als de voor het beoogde gebruik beschreven algemene en veiligheidstechnische instructies worden nageleefd gaan in het normale geval geen gevaren uit van dit product voor materiële schade, noch voor de gezondheid van personen.
De in dit handboek beschreven instructies moeten in ieder geval nauwgezet worden gevolgd. Anders kunnen gevarenbronnen worden gecreëerd of veiligheidssystemen buiten werking worden
gezet. Onafhankelijk van de in dit handboek gegeven veiligheidsinstructies moeten ook de voorschriften voor veiligheid en de preventie van ongevallen in acht worden genomen, die gelden voor
de betreffende toepassing.
Er mogen uitsluitend elektrische voertuigen of de laders ervan worden aangesloten. Het is niet
toegestaan om andere apparatuur (bijvoorbeeld elektrisch gereedschap) aan te sluiten!
Op grond van technische of wettelijke beperkingen zijn niet alle varianten / opties in alle landen
beschikbaar.
1.3 Over dit handboek
Dit handboek is van toepassing op apparaten van het type: KeContact P20
Gebruik van dit handboek
Dit handboek is geschreven voor de volgende doelgroepen:
eindklanten (gebruikers van het stroomlaadstation)
installateurs die het apparaat in bedrijf stellen, servicemonteurs
[A]… status-led
[B]… houder voor laadstekker
[C]… behuizingsafdekking
[D]… houder voor laadkabel
2.1 Variantenoverzicht
Overzicht
7 / 20
Overzicht
Stroomlaadstation (uitvoeringsvoorbeeld)
Basismodel met laadkabel (type 1)
[A]… status-led
[B]… houder voor laadstekker
[C]… behuizingsafdekking
[D]… houder voor laadkabel
RFID-sensor
RFID-sensor
De RFID-sensor [R] dient voor de contactloze
autorisatie van een gebruiker met MIFAREkaarten of kaarten conform ISO14443.
Sleutelschakelaar
Sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar [S] wordt gebruikt voor de
autorisatie van een gebruiker.
2.2 Optionele uitrusting
2.2.1 RFID-sensor
2.2.2 Sleutelschakelaar
8 / 20
Overzicht
2.2.3 Verdere optionele uitrusting
Netwerkaansluiting
Schakelcontact (voor het besturen van extra externe installaties)
Vrijgave-ingang voor bijvoorbeeld toonfrequent-ontvangers, tijdklokken, ...
Daarmee kan een tijdgestuurde oplading van het voertuig worden gerealiseerd.
PLC (Power Line Communication) conform GreenPhy-norm
Montagezuil
voertuig, noch aan het
stroomlaadstation
aangesloten.
Het stroomlaadstation moet bedrijfsklaar zijn, de status-led
knippert langzaam om de 3 seconden groen (“bedrijfslaar“).
► Sluit de laadkabel eerst aan
op het stroomlaadstation.
Terwijl er wordt geprobeerd de stekker mechanisch te vergrendelen, brandt de status-led kort oranje (“wachten op vergrende-ling“). Na succesvolle vergrendeling knippert de status-led
weer langzaam om de 3 seconden groen.
► Steek de laadkabel nu in het
voertuig.
De status-led brandt permanent groen (“Gereed om te laden”).
Vanaf dit tijdstip kan het opladen van het voertuig worden gestart; de status-led knippert dan groen (“laadcyclus”).
Het opladen kan ook in omgekeerde aansluitvolgorde worden gestart.
Laadcyclus beëindigen
De mechanisch vergrendelde stekker niet met geweld uit de contactdoos van het voertuig trekken! De
laadcyclus moet door het aangesloten voertuig worden afgebroken of beëindigd. Details hierover vindt
u in de handleiding van de voertuigfabrikant.
► Haal de laadkabel uit het voertuig (“Wachten op loskoppelen”).
► Haal de laadkabel uit het stroomlaadstation.
3 Stroomlaadstation gebruiken
3.1 Stroomlaadstation met contactdoos
10 / 20
Stroomlaadstation gebruiken
Stroomlaadstation (uitvoeringsvoorbeeld)
Typische variant met laadkabel
[A]… status-led
[B]… houder voor laadstekker
[C]… behuizingsafdekking
[D]… houder voor laadkabel
Laadstekker/laadkabel opbergen
Als er geen laadcyclus wordt uitgevoerd kan de
laadstekker veilig worden opgeborgen door
deze in de houder [B] te steken.
De laadkabel kan opgerold in de houder [D]
worden gelegd.
Opmerking
Afhankelijk van de uitvoering van het stroomlaadstation kan de houder afwijken van de
weergegeven vorm.
Laadcyclus starten
Status-led
►De laadkabel is niet
aangesloten op het voertuig.
Het stroomlaadstation moet bedrijfsklaar zijn, de status-led
knippert langzaam om de 3 seconden groen (“bedrijfslaar“).
► Steek de laadkabel nu in het
voertuig.
De status-led brandt permanent groen (“Gereed om te laden”).
Vanaf dit tijdstip kan het opladen van het voertuig worden gestart; de status-led knippert dan groen (“laadcyclus”).
Laadcyclus beëindigen
Het laden wordt beëindigd als de laadkabel wordt losgekoppeld van het voertuig. Details hierover vindt
u in de handleiding van de voertuigfabrikant.
► Haal de laadkabel uit het voertuig (“Wachten op loskoppelen”).
► Berg de laadkabel weer op in de daarvoor bestemde houder aan het apparaat.
3.2 Stroomlaadstation met laadkabel
11 / 20
3.3 Status-led
Status-led – segmenten
Status-led – segmenten
De status-led informeert u over de actuele bedrijfstoestand van het stroomlaadstation en
bestaat uit 4 segmenten (S1 tot S4) die samen
of apart kunnen branden.
Alle segmenten kunnen in verschillende kleuren
branden of knipperen.
Als niet anders is aangegeven, branden alle 4
segmenten samen.
Status-led
Functie
Knippert
langzaam
om de 3
seconden
groen
Gebruiksklaar (laadkabel is nog niet aan beide kanten aangesloten;
optioneel: het laadstation is correct geautoriseerd met sleutelschakelaar of
RFID-kaart)
blauw
Autorisatie is vereist (stroomlaadstation werd nog niet correct geautoriseerd; autorisatie met RFID, sleutelschakelaar of externe vrijgave vereist)
Brandt permanent
groen
Gereed om te laden (laadkabel is aan beide zijde aangesloten en vergrendeld)
blauw
Gereed om te laden met ISO15118 (laadkabel is aan beide zijde aangesloten en vergrendeld)
Externe vrijgave nog vereist (autorisatie met RFID of sleutelschakelaar
uitgevoerd; voertuig correct aangesloten; externe vrijgave aan vrijgaveingang nog vereist)
Knippert om
de seconde
groen
Laadcyclus wordt uitgevoerd (geldt voor laadcyclus volgens “EN 61851
mode 3”)
blauw
Laadcyclus wordt uitgevoerd (geldt voor laadcyclus “ISO15118”)
Brandt na het aanslui-
ten kort oranje
Wachten op vergrendeling (laadkabel is aangesloten en er wordt geprobeerd om de stekker te vergrendelen)
Groene led gaat kort om
de 3 seconden uit
Wachten op loskoppelen (laadcyclus beëindigd, voertuig losgekoppeld)
Stroomlaadstation gebruiken
12 / 20
Stroomlaadstation gebruiken
Knippert langzaam om
de 5 seconden oranje
Temperatuuroverschrijding (laadcyclus wordt tijdelijk onderbroken en na
afkoeling weer voortgezet)
Knippert rood
Storing (zie voor details “Verhelpen van storingen”)
Segment 1 brandt oran-
je
RFID programmeermodus (in deze modus kunnen RFID-kaarten worden
geprogrammeerd. Zie voor details “RFID-gebruikerskaarten programme-
ren”)
Segment 2 brandt oran-
je
Inbedrijfstellingsmodus
(het stroomlaadstation bevindt zich in de inbedrijfstellingsmodus)
Een (optionele) autorisatie van een gebruiker voor het opladen aan het stroomlaadstation kan afhankelijk van de apparaatvariant ofwel met een sleutel-schakelaar of met RFID-gebruikerskaarten uitgevoerd.
Autorisatie vereist:
De status-led knippert langzaam om de 3 seconden blauw.
Autorisatie gelukt:
Een gelukte autorisatie wordt aangegeven met een oplopende reeks akoestische
signalen.
Autorisatie mislukt:
Een mislukt autorisatie wordt aangegeven met een aflopende reeks akoestische
signalen.
3.4 Autorisatie (optioneel)
Opmerking
Als na een gelukte autorisatie de laadcyclus niet binnen 60 seconden gestart wordt, verdwijnt de
vrijgave automatisch.
13 / 20
Stroomlaadstation gebruiken
Voor de programmering van RFID-gebruikerskaarten is de autorisatie met een
RFID-masterkaar nodig. Met de RFID-masterkaart, die bij de inbedrijfstelling van
het stroomlaadstation wordt geprogrammeerd, kan de programmeermodus worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Houd de RFID-masterkaart voor de RFID-sensor en wacht op het akoestische signaal.
► RFID-gebruikerskaart programmeren:
Houd binnen 5 seconden de nieuwe RFID-gebruikerskaart voor de RFID-sensor en wacht op
het akoestische signaal.
► Programmeermodus beëindigen:
Houd voor de bevestiging de RFID-masterkaart binnen 5 seconden nog een keer voor de
RFID-sensor en wacht op het akoestische signaal.
De RFID-gebruikerskaart is nu geprogrammeerd.
RFID-gebruikerskaarten wissen:
Het wissen van alle opgeslagen RFID-gebruikerskaarten is uitsluitend mogelijk door het openen
van het apparaat (zie “Installatiehandboek”).
14 / 20
Stroomlaadstation gebruiken
Cilinderslot met sleutel
Algemeen
Bij apparaatvarianten met sleutelschakelaar is
standaard een cilinderslot ingebouwd. Het cilinderslot kan indien nodig aan de hand van de
onderstaande handleiding worden vervangen.
Halve profielcilinder – afmetingen in millimeter
Vereisten
Het cilinderslot moet voldoen aan de volgende
vereisten:
halve profielcilinder volgens EN 1303 resp.
DIN 18252
maat A = 30mm (bij A=31mm steekt hij min-
imaal uit de behuizing)
verstelbare sluitpal
Cilinderslot voorbereiden
Cilinderslot voorbereiden
►Stel de hoek van de sluitpal [S] zo in, dat
deze in de uittrekpositie van de sleutel
verticaal naar boven wijst.
Sluitpal verstellen
Sluitpal verstellen
►In de regel wordt de sluitpal op de
volgende wijze versteld:
Druk met een dun voorwerp de
codeerpen in en schuif de sluitpal in de
gewenste positie.
3.6 Cilinderslot monteren/demonteren
15 / 20
Stroomlaadstation gebruiken
Cilinderslot plaatsen
Cilinderslot plaatsen
►Draai de sleutel 180° zodat de sluitpal
omlaag wijst.
► Schuif het cilinderslot met enige druk
helemaal in de behuizing totdat deze
hoorbaar vastklikt.
Het cilinderslot moet het oppervlak van de
behuizing vlak afsluiten.
Cilinderslot vergrendelen
Cilinderslot vergrendelen
►Draai de sleutel naar rechts totdat de
weerstanden voelbaar overwonnen zijn
en de sleutel eruit kan worden getrokken.
Draai de sleutel niet voorbij de positie
[MAX].
De sleutelschakelaar is nu klaar voor
gebruik.
Cilinderslot demonteren
Cilinderslot demonteren
►Draai de sleutel naar links totdat de
weerstanden voelbaar overwonnen zijn.
Draai de sleutel verder totdat hij verticaal
staat.
► Nu kan het cilinderslot met enige kracht
uit de houder ontgrendeld en eruit
getrokken worden.
Cilinderslot demonteren
16 / 20
Verhelpen van storingen
PROBLEEM
Mogelijke oorzaak
Status-led brandt niet
Geen voedingsspanning –
Aardlekschakelaar en installatieautomaat controleren en indien nodig inschakelen.
Defect – Neem contact op met uw servicepartner.
Laadcyclus wordt niet gestart
De stekker is niet correct ingestoken –
stekker loskoppelen en opnieuw aansluiten.
De laadcyclus is niet goed uitgevoerd; volg de
instructies in het hoofdstuk “Laadcyclus starten/beëindigen".
Mogelijk is de stekker in het vergrendelbereik vuil
of beschadigd – stekker reinigen of laten vervangen.
Het voertuig heeft geen energie nodig of heeft een
storing – voertuig controleren.
Het voertuig is voor het opladen op een later start-
tijdstip geprogrammeerd.
Voertuig niet helemaal opgeladen
Langere laadtijd
Stroomreductie wegens een te hoge temperatuur
door voertuig of stroomlaadstation
-voertuig en stroomlaadstation tijdens het opladen
beschermen tegen directe zonnestralen (carport,
garage, ...)
- visuele controle van de steekvoorziening op vuil,
slijtage of beschadiging.
Indien nodig neemt u contact op met uw servicepartner.
Vrijgave door extern besturingssysteem ontbreekt
(energiebedrijf, zonne-energie-installatie, ...)
Normstekker kan niet worden losgekoppeld
De laadcyclus is niet beëindigd door het voertuig;
laadcyclus aan de hand van de handleiding van de
voertuigfabrikant beëindigen.
De stekker kan eventueel onder trekbelasting niet
ontgrendelen – de stekker erin duwen en nog een
keer aansluiten op het voertuig. Daarna de
laadcyclus weer beëindigen.
Status-led knippert rood
Storing – onderzoek wat de storing kan hebben
veroorzaakt (*).
Schakel de voedingsspanning van het stroomlaadstation (aardlekschakelaar en installatieautomaat)
uit. Haal de laadkabel uit het voertuig en het stroomlaadstation. Schakel de voedingsspanning weer
in.
Defect – Neem contact op met uw servicepartner.
4 Verhelpen van storingen
Meer informatie vindt u in de FAQ-lijst onder www.kecontact.com.
17 / 20
Verhelpen van storingen
(*) Mogelijk oorzaken van de storing (status-led knippert rood):
Storingen moeten altijd door het loskoppelen van de stekker worden bevestigd en kunnen bijvoor-
beeld de volgende oorzaken hebben:
De stekker is niet correct ingestoken; vergrendeling niet mogelijk => de stekker vlot insteken.
De stekker is losgekoppeld tijdens het laden:
De stekker was niet correct vergrendeld; stekker loskoppelen en weer correct aansluiten, daarbij op een correcte vergrendeling letten.
De stekker aan het laadstation levert een ongeldige toestand:
Hardwarefout van kabel – stekker loskoppelen en correct aansluiten, indien nodig kabel vervangen.
Temperatuuruitschakeling:
De toegestane temperatuur in het stroomlaadstation is overschreden – stekker loskoppelen en
wachten totdat het stroomlaadstation is afgekoeld.
Resetten van een fout:
Als er tijdens het aansluiten of laden een onderbreking optreedt, wordt door het stroomlaadstation
geprobeerd de cyclus automatisch weer te starten (max. 5 keer).
Als het laden niet kan worden gestart, moet de laadcyclus correct worden beëindigd (zie paragraaf
“Laadcyclus beëindigen”) of door opnieuw op te starten van het stroomlaadstation worden bevestigd. Als de fout herhaaldelijk optreedt zonder dat de reden ervan achterhaald kan worden, dient u
contact op te nemen met uw servicepartner.
18 / 20
Onderhoud
[A]
…modelvariant
[B]
…serienummer
[C]
…materiaalnummer
5 Onderhoud
Het stroomlaadstation is in principe onderhoudsvrij, moet echter door de eigenaar regelmatig
worden gecontroleerd op defecten aan de contactdoos resp. laadstekker (inclusief laadkabel) en
beschadiging van de behuizing.
5.1 Reiniging
►Reinig de behuizing van het stroomlaadstation indien nodig met een vochtige doek.
Hardnekkig vuil kan met een mild, oplosmiddelvrij, niet schurend reinigingsmiddel worden
verwijderd.
5.2 Servicepartner
Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met het elektrische installatiebedrijf dat de installatie heeft uitgevoerd.
Voordat u contact opneemt met uw servicepartner:
Controleer de maatregelen voor het verhelpen van storingen die zijn beschreven in het hoofd-
stuk “Verhelpen van storingen”.
Controleer de maatregelen voor het verhelpen van storingen die zijn beschreven in het hand-
boek van de voertuigfabrikant.
Noteer de modelvariant en het serienummer van het apparaat (typeplaatje aan de bovenkant
van het apparaat).
Typeplaatje
19 / 20
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.