JVC XM-228 Instruction Manual [nl]

Welkom!
Hartelijk dank voor de aanschaf van een van onze JVC-producten. Alvorens deze eenheid op de netspanning aan te sluiten, raden we u aan deze aanwijzingen aandachtig door te lezen zodat u zeker weet dat u zodadelijk optimaal van uw aankoop kunt genieten. Mocht u na het lezen van deze gebruiksaanwijzing nog vragen hebben, neemt u dan contact op met de JVC-dealer bij u in de buurt.
Installatie van de eenheid
Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of nat kan worden. De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan 5° en niet hoger worden dan 35°C.
Zorg voor voldoende ruimte tussen de eenheid en een eventuele TV.
Plaats de eenheid in een ruimte die goed kan worden geventileerd.
Plaats de eenheid niet op een oppervlak dat bloot kan staan aan trillingen.
Plaats de eenheid niet op vloerbedekking.
Plaats de eenheid niet bovenop een ander apparaat dat warmte produceert.
Netspanningskabel
Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan!
Trek de netspanningskabel bij de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het snoer zelf.
Storingen, e.d.
In de eenheid bevinden zich geen onderdelen die voor de gebruiker toegankelijk hoeven te zijn. Trek bij storingen de stekker van de netspanningskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw leverancier.
Steek geen metalen voorwerpen in de eenheid.
Neem voor een veilige bediening de volgende richtlijnen in acht
Vermijd water, vocht en stof
Plaats de eenheid niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Vermijd hoge temperaturen
Stel uw eenheid niet bloot aan direct zonlicht en plaats de eenheid niet in de buurt van een warmtebron.
Blokkeer de ventilatie-openingen niet
Slechte ventilatie kan uw eenheid schade toebrengen. Blokkeer de ventilatie-openingen van de eenheid dus niet en plaats de eenheid niet in een ruimte die niet goed kan worden geventileerd.
Bij afwezigheid
Als u langere tijd niet thuis bent, bijvoorbeeld tijdens vakanties, is het raadzaam de stroomtoevoer uit te schakelen en de stekker van de eenheid uit het stopcontact te trekken.
Steek geen voorwerpen in de eenheid
Steek geen munten, haarspelden, breinaalden en andere voorwerpen in de eenheid.
Verzorging van de ombouw
Reinig de eenheid met een zachte doek en volg de aanwijzingen op over het gebruik van chemische reinigingsmiddelen. Gebruik bij het schoonmaken van de ombouw nooit benzeen, thinner of andere oplosmiddelen en ontsmettingsmiddelen. Gebruik van deze stoffen kan leiden tot kleurverlies of beschadiging van het oppervlak.
Indien er water in de eenheid komt
Schakel de stroom uit en trek de stekker van de eenheid uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met de zaak waar u de eenheid heeft gekocht. Als u de eenheid toch in deze staat gebruikt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Amerikaanse en buitenlandse octrooien onder licentie van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Nederlands
1
Indholdsliste
Welkom! ...................................................... 1
Let op - belangrijke voorzorgsmaatregelen . 1 Neem voor een veilige bediening de
volgende richtlijnen in acht .................... 1
Onderdelen .......................................... 3
Voorpaneel .............................................. 3
Weergave ................................................ 3
Afstandsbediening .................................. 4
Het systeem installeren ...................... 5
Meegeleverde accessoires............................ 5
Batterijen voor de afstandsbediening ..................
De werking van de afstandsbediening
Aansluiting .................................................. 6
Het systeem aan- en uitschakelen..... 7
Aanschakelen............................................... 7
Uitschakelen ................................................ 7
Afspelen ............................................... 8
Normaal afspelen......................................... 8
Weergegeven informatie selecteren ...............
Geprogrammeerd afspelen......................... 10
Willekeurig afspelen.................................. 12
Herhalen .................................................... 13
Opnemen............................................ 14
Opnameprocedure...................................... 14
................ 5
10
Compu Link ....................................... 30
Gekoppelde werking met de andere optionele
componenten (Compu Link) ................ 30
Beperkende maatregel voor het
maken van digitale kopieën......... 31
SCMS (Serial Copy Management System) 31
Enkele woorden over MD’s
(MiniDiscs) .................................... 32
De rol van de diskette ................................ 32
Twee verschillende MD’s .......................... 32
ATRAC (Adaptive TRansform
5
Acoustic Coding).................................. 33
Geheugen Tegen Overspringen Van
Geluid ................................................... 33
UTOC (User Table of Contents) ................ 33
MD -meldingen .................................. 34
Beperkingen van de MD-techniek.... 35
Zo behandelt u MD’s ......................... 36
Behandel MD’s met de nodige voorzichtig-
heid ....................................................... 36
Voorkomen dat u belangrijke opnames
per ongeluk wist ................................... 36
Problemen oplossen......................... 37
Edit-functies ...................................... 17
Functies voor het bewerken van tracks
op een MD ............................................ 17
Tracks splitsen (DIVIDE).......................... 19
Tracks samenvoegen (JOIN) ..................... 20
Tracks verplaatsen (MOVE) ...................... 22
Tracks wissen (ERASE) ............................ 23
Alle tracks op een MD wissen
(ALL ERASE) ...................................... 24
Nederlands
Disc- en tracktitels opgeven ...................... 26
Tracktitels opgeven tijdens afspelen of opne-
men ....................................................... 29
2
Specificaties ...................................... 38
Onderdelen
Voorpaneel ————————————————————————————
sa; oi uy trewq p9 8
12 43567
1 Koptelefooningang PHONES 2 Volumeknop koptelefoon
PHONES LEVEL
3 Knop DISPLAY/CHARACTER 4 Knop INPUT SELECTOR 5 Weergavepaneel 6 Selectieschijf ( 4, ¢/ REC LEVEL) 7 Knoppen 1, ¡
8 Knop 6 PLAY/PAUSE 9 Knop 7 STOP/CANCEL
p Knop REC PAUSE q Knop ENTER w Knop SET e Knop EDIT r Knop TITLE t Knop 0 (uitwerpen)
y Invoersleuf MD u MD-indicator i Knop REPEAT o Knop PLAY MODE ; Sensor afstandsbediening a Knop STANDBY/ON s STANDBY-indicator
Weergave —————————————————————————————
wq p 9 8
DIGITAL 12
32kHz 44.1kHz 48kHz L
40 30 20 15 10 6 3 0 dB
R
OVER
MD
TOC
REC
MD EDIT
DIVIDE
JOIN
MOVE
ALL ERASE
PROGRAM
RANDOM
REPEAT
ALL 1
11 16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
14
15
17
18
19
20
1
24356 7
1 Niveau-indicatoren en OVER-indicator
2 TOC-indicator
3 REC-indicator
4 Afspeelindicatoren (3 (Afspelen), (Pauzeren))
5 Indicatoren MD-bewerkingsmodus
(DIVIDE, JOIN, MOVE, ERASE, ALL ERASE)
6 Indicatoren herhalingsmodus
(REPEAT ALL, REPEAT 1)
7 Muziekkalender 8 Indicatoren afspeelmodus (PROGRAM, RANDOM) 9 Weergave tekens (11 tekens) p MD-indicator q Indicatoren invoermodus (DIGITAL 1, DIGITAL 2) w Indicatoren samplingfrequentie
(32 kHz, 44.1 kHz, 48 kHz)
Nederlands
3
Afstandsbediening ————————————————————————
1 Knop (STANDBY/ON) 2 Cijfertoetsen
e
w q
p
1234
5678
9 10 +10
REPEAT
REC PAUSE
TRACK
TITLE
MARKING
/EDIT
ENTER
RANDOM PROGRAM
DISPLAY
/CHARA
RM-SM228EU REMOTE CONTROL
CANCEL
SCROLL
SET
1r
2
3 4 5
6
7 8
9
3 Knop CANCEL 4 Knop PROGRAM 5 Knop RANDOM 6 Weergaveknoppen MD
REC PAUSE
8 (Pauzeren)
7 (Stoppen)
3 (Afspelen)
4, ¢
1, ¡
7 Knop SCROLL 8 Knop SET 9 Knop DISPLAY/CHARA p Knop TITLE/EDIT q Knop ENTER w Knop TRACK MARKING e Knop REPEAT r Knop 0 (uitwerpen)
Nederlands
4
Het systeem installeren
Meegeleverde accessoires
Controleer voordat u het systeem installeert eerst of u beschikt over alle toebehoren die meegeleverd dienen te zijn:
Netsnoer (1) Audiopensnoer (2) COMPU Link-kabel (1) Optische digitale kabel (1) Batterijen R6P (SUM-3)/AA (15F) (2) Afstandsbediening (1)
Batterijen voor de afstandsbediening
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de polen overeenkomen met de aanduidingen in het batterijenvakje: (+) tegen (+) en (–) tegen (–).
R6P (SUM-3)/AA (15F)
LET OP: Behandel de batterijen volgens deze voorschriften
Om het lekken en exploderen van batterijen te voorkomen, moet u:
De batterijen uit het batterijenvakje verwijderen als u van plan bent de afstandsbediening gedurende langere tijd niet meer te gebruiken.
Bij het vervangen van de batterijen beide batterijen tegelijk vervangen en niet afzonderlijk.
Niet een nieuwe naast een oude batterij gebruiken.
Geen verschillende soorten batterijen naast elkaar gebruiken.
De werking van de afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunnen veel van de functies van het systeem vanaf een afstand van maximaal 7 meter worden bediend. Richt de afstandsbediening hierbij op de sensor voor de afstandsbediening op het paneel aan de voorzijde van de eenheid.
Afstandsensor
Nederlands
5
Aansluiting
Enkelkabelige aansluitingen ————————————
Voorbeeld: versterker/tuner
INTEGRATED AMPLIFIER / TUNER
DISPLAY
EON
MODE
ON/OFF
TA/NEWS
PTY
/INFO
SEARCH
PHONES
STANDBY
DIRECTS. A. BASS
Audiopensnoeren
Aansluiten op MD-connectoren, TAPE-connectoren enz ovoort van een externe component. Verbind altijd de connectoren en pennen met dezelfde kleur, zodat u de linker- (L) en rechteraansluiting (R) niet verwisselt. Sluit OUT (PLAY) aan op IN (PLAY) van de externe component en IN (REC) op OUT (REC).
Voorbeeld: CD-speler
COMPACT DISC PLAYER
STANDBY
DOWN
PLAY & EXCHANGE
VOLUME
UP
MODE
BAND
INPUT
KEY
/CANCEL
PLAY MODEREPEAT
Audiopensnoer (meegeleverd)
CD 3
CD 2
CD 1
Optische digitale kabel (meegeleverd)
Nederlands
Compu Link-kabel
Sluit de kabel aan op COMPU LINK-3 (SYNCHRO) van een andere component met het Compu Link-afstandsbedieningssysteem
IN
(REC)
ANALOG
OUT
(PLAY)
LEFTRIGHT
COMPU LINK- 3
(SYNCHRO)
Optische digitale kabel
Sluit de kabel aan op DIGITAL OUT van bijvoorbeeld de CD­speler.
DIGITAL IN
1- OPTICAL- 2
AC POWER CORD
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED MADE IN JAPAN
Optische digitale kabel
Sluit de kabel aan op DIGITAL OUT van de DBS-tuner enzovoort.
Verwijder de beschermkap voordat u DIGITAL IN gebruikt. Bewaar de beschermkap, zodat u deze kunt terugplaatsen als u DIGITAL IN niet gebruikt.
Compu Link-kabel (meegeleverd)
6
Aansluiting netsnoer ————————————————
Steek eerst de plug in het contact op de component en steek daarna de stekker in het stopcontact.
Netsnoer
AC POWER CORD
Waarschuwingen
• Gebruik ter voorkoming van storingen of schade aan het systeem alleen het JVC-netsnoer dat bij het systeem wordt geleverd.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u weggaat of als u het systeem voor langere tijd niet gebruikt.
Het systeem aan- en uitschakelen
Aanschakelen
1 Druk op STANDBY/ON op de hoofdcomponent of op de
afstandsbediening.
De STANDBY-indicator gaat uit, de diskindicator wordt groen en het paneel wordt actief. De MD-indicator op het paneel gaat aan.
Als er geen MD aanwezig is:
geeft het paneel de melding “NO DISC”.
Als er wel een MD aanwezig is:
ziet u achtereenvolgens de volgende meldingen op het weergavepaneel.
“TOC Reading”
De titel van de MD, indien aanwezig.
Het aantal tracks en de totale speelduur van de MD.
U speelt de MD af door op 6 te drukken op de hoofdcomponent of op 3 op de afstandsbediening. Zie “Afspelen” op de volgende pagina voor een uitgebreidere beschrijving.
Uitschakelen
1 Druk nogmaals op STANDBY/ON.
De STANDBY-indicator gaat aan, de diskindicator gaat uit en het paneel wordt uitgeschakeld.
Ook als u het systeem hebt uitgeschakeld (de Standby-modus), wordt er nog enige
stroom verbruikt (7 W).
U schakelt het systeem volledig uit door de stekker uit het stopcontact te halen.
Nederlands
7
Afspelen
Normaal afspelen
Hieronder leest u hoe u een MD normaal afspeelt. Als er nog geen MD is geplaatst, wordt op het paneel “NO DISC” weergegeven.
1 Plaats een MD.
Houd de MD vast met de kant met de pijl naar boven en plaats deze in de richting van de pijl in het slot. De MD wordt als u deze halfweg hebt ingebracht automatisch naar binnen getrokken.
Als de MD een titel heeft, wordt deze op
het paneel weergegeven, samen met het aantal tracks en de totale speelduur van de MD.
De tracks op de MD worden op de
muziekkalender weergegeven.
Opmerking: U plaatst de MD gemakkelijk door deze langs de bovenkant van het MD-
Waarschuwing
• Plaats de MD in de goede richting. Als de MD verkeerd wordt geplaatst, treedt er een storing op.
Snel plaatsen:
U kunt de MD in Standby-modus plaatsen. Het systeem wordt in dat geval aangeschakeld en de MD wordt automatisch naar binnen getrokken.
Aantal tracks Totale tracks
slot in te brengen.
Nederlands
2 Druk op 6 op de hoofdcomponent of op 3 op de
afstandsbediening.
of
De MD wordt nu afgespeeld. De indicator 3 knippert even en blijft dan aanstaan. Het weergaveniveau voor de kanalen L en R wordt weergegeven door de niveau­indicatoren.
Als de track een titel heeft, wordt deze weergegeven voordat de track wordt
afgespeeld.
De nummers van tracks die zijn afgespeeld, verdwijnen uit de muziekkalender.
De MD stopt automatisch met afspelen wanneer de laatste track van de MD is
afgespeeld.
Snel afspelen:
Als u in Standby-modus op 6 op de hoofdcomponent of op 3 op de afstandsbediening drukt, wordt het systeem aangeschakeld en wordt de MD automatisch afgespeeld. Als er geen MD aanwezig is, wordt er echter “NO DISC” op het paneel weergegeven.
Het afspelen van de MD stoppen:
of
Druk op 7 op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening.
Als de MD een titel heeft, wordt deze weergegeven met daarna het aantal tracks en de totale speelduur van de MD.
De MD verwijderen:
of
Druk op 0 op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening. De MD komt uit het apparaat en het paneel geeft de volgende melding weer:
8
Het afspelen van de MD pauzeren:
Druk op 6 op de hoofdcomponent of op op de afstandsbediening.
of
De indicator U gaat verder met afspelen door op 6 op de hoofdcomponent of op 3 op de afstands bediening te drukken. Het afspelen gaat verder vanaf het punt waarop werd gepauzeerd.
gaat aan.
Tracks selecteren —————————————————
U kunt tijdens het afspelen of als het afspelen is gestopt gewenste tracks selecteren. Als u in de stopmodus met de cijfertoetsen van de afstandsbediening een track selecteert, wordt deze automatisch afgespeeld.
Hoofdcomponent:
Selecteer de gewenste track door gedurende het afspelen de draaischijf naar links of naar rechts te draaien. De geselecteerde track wordt afgespeeld.
Draai de draaischijf één klik naar rechts om naar het begin van de volgende track te gaan.
Draai de draaischijf één klik naar links om naar het begin van de huidige track te gaan. U kunt als het paneel “--:--” weergeeft de voorgaande track afspelen door de draaischijf naar links te draaien.
U kunt in de stopmodus op dezelfde manier tracks selecteren. U begint met afspelen door op 6 te drukken.
Afstandsbediening: Met 4 of ¢ :
Druk gedurende het afspelen op 4 of ¢ om de gewenste track te selecteren. De geselecteerde track wordt vervolgens afgespeeld.
Druk één keer op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan.
Druk één keer op 4 om naar het begin van de huidige track te gaan. U kunt als
het paneel “--:--” weergeeft de voorgaande track afspelen door op 4 te drukken.
U kunt in de stopmodus op dezelfde manier tracks selecteren. U begint met afspelen door op 3 te drukken.
1234
5678
9 10 +10
of
Met de cijfertoetsen:
Selecteer gedurende het afspelen of in de stopmodus de track met de cijfertoetsen. De geselecteerde track wordt vervolgens afgespeeld.
Track selecteren met de cijfertoetsen:
Track 5 selecteren : Druk op 5. Track 15 selecteren: Druk op +10 en vervolgens op 5. Track 20 selecteren: Druk op +10 en vervolgens op 10. Track 52 selecteren: Druk vijf keer op +10 en druk op 2.
Als u een tracknummer probeert te selecteren dat groter is dan het aantal
opgenomen tracks op de MD, wordt automatisch de laatste track geselecteerd.
Zoeken ———————————————————————
Gedurende het afspelen kunt u met terug- en doorspoelen een bepaalde passage opzoeken in de track waarnaar u luistert. U doet dit door 1 of ¡ ingedrukt te houden op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening.
Koptelefoon —————————————————————
Sluit de koptelefoon (niet meegeleverd) aan op de PHONES-ingang om naar het afspelen van geluid op de MD te luisteren of het opnemen van geluid te controleren.
De uitvoer van de component wordt niet afgebroken als de koptelefoon wordt gebruikt.
Waarschuwing
• Verzeker u ervan dat het geluidsniveau (PHONES LEVEL) omlaag is gedraaid voordat u de koptelefoon aansluit en gebruikt.
Nederlands
9
Weergegeven informatie selecteren
Het paneel kan de titel van de MD, de titel van de track en de resterende speelduur (beschikbare opnametijd als er een opneembare MD is geplaatst) weergeven.
of
DISPLAY
/CHARA
Aantal tracks en totale speel-
duur
Aantal tracks en resterende
opnametijd
Als er geen track is geselecteerd (in stopmodus):
Druk op DISPLAY/CHARACTER op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening. Telkens als u op deze knop drukt, wordt andere informatie weergegeven volgens het volgende schema:
Aantal tracks en
totale speelduur
Titel MD
MD-titels van meer dan 11 tekens worden gescrolld. Na het scrollen worden de eerste 11 tekens weergegeven.
Als de MD geen titel heeft, wordt “NO TITLE” weergegeven.
Aantal tracks en
resterende opnametijd
Als er al een track is geselecteerd (gedurende afspelen of in stopmodus):
Druk op DISPLAY/CHARACTER op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening. Telkens als u op deze knop drukt, wordt andere informatie weergegeven volgens het volgende schema:
Tracknummer en speelduur van de track
Titel track
Nederlands
PROGRAM
Titel MD
Tracktitels van meer dan 11 tekens worden gescrolld. Na het scrollen worden de eerste 11 tekens weergegeven.
Als de track geen titel heeft, wordt “NO TITLE” weergegeven.
Geprogrammeerd afspelen
U kunt 32 tracks in elke gewenste volgorde programmeren, waarbij u tracks meerdere malen kunt gebruiken.
U kunt alleen in stopmodus programmeren.
1 Plaats een MD.
Zie “Normaal afspelen ” op pagina 8.
2 Selecteer de programmamodus.
Hoofdcomponent:
Druk op PLAY MODE tot “PROGRAM” wordt weergegeven. De indicator PROGRAM gaat aan. Telkens als u op PLAY MODE drukt, verandert de afspeelmodusindicator als volgt:
PROGRAM RANDOM Uit (continue weergave)
Afstandsbediening:
Druk op PROGRAM. Er wordt “PROGRAM” weergegeven en de indicator PROGRAM gaat aan. U verlaat de programmeermodus door nogmaals op PROGRAM te drukken. De indicator PROGRAM gaat in dat geval uit.
Voor het programmeren geeft het paneel het volgende weer.
10
De eerste track
3 Selecteer de tracknummers die u wilt programmeren.
Hoofdcomponent:
1 Selecteer het tracknummer dat u wilt programmeren door de draaischijf naar links
of naar rechts te draaien. (Naar rechts verhoogt u het tracknummer en naar links verlaagt u dit.) Het geselecteerde tracknummer knippert.
2 Druk op SET.
Het tracknummer knippert niet meer en het programmanummer gaat 1 omhoog. De geprogrammeerde track wordt tevens in de muziekkalender weergegeven. Hierna wordt de totale speelduur weergegeven in plaats van het programmanummer.
Voorbeeld)
Aantal geprogrammeerde tracks
Totale speelduur
Laatste geprogrammeerde track
3 Herhaal de stappen 1 en 2 voor de andere tracks van het programma.
Laatste geprogrammeerde track
Afstandsbediening:
1 Selecteer het gewenste tracknummer met de cijfertoetsen.
Het geselecteerde tracknummer wordt geprogrammeerd en het programmanummer wordt weergegeven. Hierna wordt de totale speelduur weergegeven in plaats van het programmanummer. Zie pagina 9 “Track selecteren met de cijfertoetsen” voor het selecteren van tracks.
2 Herhaal stap 1 om de andere tracks voor het programma te selecteren.
4 Druk op 6 op de hoofdcomponent of op 3 op de
afstandsbediening.
of
Het afspelen begint in de geprogrammeerde volgorde.
Het afspelen van het programma stopt nadat alle geprogrammeerde tracks zijn afgespeeld.
Druk op 7 op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening om het afspelen te stoppen.
U slaat een track over door de draaischijf op de hoofdcomponent naar links of naar rechts te draaien of op 4 of op ¢ op de afstandsbediening te drukken.
U controleert de geprogrammeerde tracks en de volgorde hiervan als volgt (in stopmodus):
Druk in stopmodus op 4 of op ¢ op de afstandsbediening. De geprogrammeerde tracks worden achtereenvolgens in de geprogrammeerde volgorde weergegeven. (De titel van de tracks wordt indien aanwezig voor het tracknummer weergegeven.)
Als u een fout maakt tijdens het programmeren (in stopmodus):
Druk in stopmodus op 7 STOP/CANCEL op de hoofdcomponent of op CANCEL op de afstandsbediening om de laatste track te annuleren. Met elke druk op de knop verwijdert u de laatste track uit het programma. Druk op de knop tot de track die u per ongeluk programmeerde is verwijderd en programmeer vanaf dat punt de tracks opnieuw.
of
CANCEL
of
PROGRAM
De modus voor het afspelen van programma’s afsluiten (in stopmodus):
Hoofdcomponent:
Druk in stopmodus op PLAY MODE en selecteer een andere modus.
Afstandsbediening:
Druk in stopmodus op PROGRAM om de indicator PROGRAM uit te schakelen.
De inhoud van het programma blijft in het geheugen aanwezig nadat de afspeelmodus voor programma’s is afgesloten. Opmerking: De inhoud van het programma wordt uit het geheugen verwijderd als de
stekker uit het stopcontact wordt gehaald of als er een stroomstoring optreedt.
11
Nederlands
Het programma wissen:
of
Druk op 0 op de hoofdcomponent of de afstandsbediening. De geprogrammeerde tracks worden gewist en de MD wordt uitgevoerd.
Geprogrammeerde tracks herhalen:
Door geprogrammeerd afspelen met herhalen te combineren, kunt u de geprogrammeerde tracks herhalen. Zie pagina 13 voor herhalen.
Willekeurig afspelen
U kunt de tracks op een MD in willekeurige volgorde laten afspelen. Het willekeurig afspelen geeft verrassende effecten, doordat de tracks telkens in een andere volgorde worden afgespeeld.
U kunt willekeurig afspelen alleen in stopmodus selecteren.
1 Plaats een MD.
Zie “Normaal afspelen” op pagina 8.
2 Druk op PLAY MODE en selecteer RANDOM.
Hoofdcomponent:
Druk op PLAY MODE tot “RANDOM” wordt weergegeven. De indicator RANDOM gaat aan.
RANDOM
Nederlands
of
of
RANDOM
Aantal tracks
Als u op PLAY MODE drukt, verandert de afspeelmodusindicator als volgt:
PROGRAM RANDOM Uit (continue weergave)
Afstandsbediening:
Druk op RANDOM. Er wordt “RANDOM” weergegeven en de indicator RANDOM gaat aan. U verlaat het willekeurig afspelen door nogmaals op RANDOM te drukken. De indicator RANDOM gaat in dat geval uit.
3 Druk op 6 op de hoofdcomponent of op 3 op de
afstandsbediening.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
Het willekeurig afspelen stopt nadat alle tracks één keer zijn afgespeeld.
U stop het afspelen door op 7 op de hoofdcomponent of op de afstandsbediening te drukken.
Het willekeurig afspelen afsluiten (in stopmodus):
Hoofdeenheid:
Druk in stopmodus op PLAY MODE en selecteer een andere modus dan willekeurig.
Afstandsbediening:
Druk in stopmodus op RANDOM om de indicator RANDOM uit te schakelen.
12
Willekeurig afspelen herhalen:
U combineert willekeurig afspelen en herhaald afspelen om tracks herhaald in willekeurige volgorde af te spelen. De volgorde waarin de tracks worden afgespeeld, is elke keer verschillend. Zie pagina 13 voor herhalen.
+ 27 hidden pages