For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de
desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0140-001A
[E/EX]
Het apparaat terugstellen
Verwijder het bedieningspaneel en druk vervolgens met een pen of dergelijk voorwerp op de
terugsteltoets op de paneelhouder.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
Hoe u de toets M (MODE) gebruikt
NEDERLANDS
Door een druk op M (MODE) schakelt het toestel in de functiemodus en vervolgens krijgen de
cijfertoetsen een andere functie.
• Met een JVC MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten: De 5/∞ toetsen werken tevens als
+10/–10 toetsen na een druk op M (MODE).
Bijv.:Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.
Indicator die tijd aftelt
Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op
M (MODE), wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de
functiemodus is gewist.
• Ook als u nogmaals op de toets M (MODE) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .......................... 2
Plaatsing van de toetsen ........................... 37
PROBLEMEN OPLOSSEN ................. 38
ONDERHOUD ............................... 40
SPECIFICATIES ............................. 41
23
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
s
a
d
hg
j
f
k
l/
z
x
3
NEDERLANDS
q
p
9
1 Afstandssensor
2 De toets (standby/aan/attenuator)
3 De bedieningsschijf
4 Het display-venster
5 De toets 5 (omhoog)
De toets 23 (bandrichting)
6 De toets FM/AM (DAB)
7 De toets 0 (uitwerpen)
8 De toetsen 4 /¢
9 De toets (het bedieningspaneel
vrijgeven)
p De toets DISP (display)
•
Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets M (MODE).
q De toets M (MODE)
•
Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP (display).
w De toets SEL (selecteren)
e De toets EQ (equalizer)
r De toets MO (mono)
t De cijfertoetsen
y De toets RPT (herhalen)
u De toets RND (willekeurig)
•
Functioneert uitsluitend indien een CD-wisselaar is
aangesloten.
i De toets T (TP/PTY: traffic programme/
programme type)
o De toets TAPE (CD-CH: CD-wisselaar)
4
; De toets ∞ (omlaag)
e
c
41 2
r
t
y
u
vb
i
6
o
75
8
;w
Het display-venster
a De indicator EQ (equalizer)
s De indicator LOUD (loudness)
d Cassette-geplaatst indicator
f De indicator TAPE
g De indicator CD-CH (CD-wisselaar)
h De indicators voor de FM-band (FM1, FM2,
FM3)
j De indicator voor de AM-band
k Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
l De indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
/ De indicator MP3
•
Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3
disc met een voor MP3 geschikte JVC CDwisselaar.
z De indicator (disc)
•
Licht uitsluitend op indien een CD-wisselaar is
aangesloten.
x De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau)
c Hoofdvenster
v De indicator RND (willekeurig)
•
Licht uitsluitend op indien een CD-wisselaar is
aangesloten.
b De indicator RPT (herhalen)
BASISBEDIENING
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap
hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te
drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 7 – 17.
Voor het afspelen van een cassette,
zie bladzijden 18 – 20.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijden 27 – 30.
Voor gebruik van het externe apparaat
(LINE IN), zie bladzijde 31.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijden 32 – 35.
2
2
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
De indicator voor het volumeniveau (of
audioniveau) (zie bladzijde 25)
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 21 en 22).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien.
NEDERLANDS
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
“SEE YOU” wordt getoond en vervolgens wordt
het toestel uitgeschakeld.
5
Klok instellen
Frequentie
Klok
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs
of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
NEDERLANDS
2
Stel het uur in.
1
Selecteer de vermelding “CLOCK H” (uur) als
deze al niet meteen op de display wordt
weergegeven.
2
Pas het uur aan.
12
3
Stel de minuten in.
1
Selecteer de vermelding “CLOCK M”
(minuten).
2
Pas de minuten aan.
12
4
Stel de uuraanduiding in.
6
1
Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2
Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
5
Voltooi de instelling.
De huidige kloktijd opvragen of de
weergavemodus wijzigen
• Tijdens de bediening van de tuner:
Opmerkingen:
• Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens
RDS-bediening verwijzen we u naar bladzijde 16.
• Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens
DAB-bediening verwijzen we u naar bladzijde 33.
• Bij gebruik van het cassettespeler
• Tijdens de bediening van de CD-wisselaar:
Druk meerdere malen op DISP (display).
Elke keer wanneer u op de toets drukt,
verandert het weergavemodus als volgt:
Afspeelmodus (TAPE)
Verstreken afspeeltijd
CD-nummer
Klok
Klok
• Tijdens bediening van het externe
component:
KlokLINE IN
• Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt 5
seconden op de klok getoond. De stroom schakelt
vervolgens uit.
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Licht op bij ontvangst van een stereo
FM-uitzending met een redelijk sterk
signaal.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Afstemmen op een
station met een hogere
frequentie
Afstemmen op een
station met een lagere
frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
NEDERLANDS
7
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets M (MODE)
om de functiemodus te
activeren terwijl u in stereo
naar een FM-stereouitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono),
terwijl de functiemodus is
geactiveerd, zodat de indicator
MO op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, gaat de indicator
MO aan of uit.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
NEDERLANDS
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
knippert.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met
8
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
De indicator MO (mono)
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert de
ontvangstkwaliteit.
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een lagere frequentie
uitzendt
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor
iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM)
vastleggen.
Bijv.:Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 92,5 MHz).
Als u wilt afstemmen op
een station dat op een
hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen op
een station dat op een
lagere frequentie
uitzendt
NEDERLANDS
De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het
afleesvenster en verdwijnt wanneer het
automatisch instellen van radiozenders is
beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
9
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
NEDERLANDS
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijden 9 en
10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
10
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
zender met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden
programma over sport gaat of een
muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door
het zender worden verstuurd, kunt u op een
andere zender van een ander netwerk
afstemmen dat uw favoriete programma of
verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen
naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
apparaat:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze apparaat is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde zender dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar
uw favoriete programma blijven luisteren en bent
u verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt.
(Zie de afbeelding op bladzijde 17).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve
Frequentie) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze
signalen van een RDS-zender goed zijn, kunt u
uw favoriete programma blijven volgen. Als een
of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld
en Regionalisatie is uitgeschakeld
(“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert. (In
deze modus kan het voorkomen dat
het nieuw te ontvangen programma
anders is dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld
en ook Regionalisatie is
ingeschakeld (“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de
indicator REG lichten op.
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AFIndicator REG
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld
(“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te
schakelen. (Zie bladzijde 35).
NEDERLANDS
11
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender,
cassette of een andere aangesloten
afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
2
Selecteer de vermelding “AF-REG”
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst) als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus—
NEDERLANDS
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
12
Druk op T (TP/PTY) om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau
(zie bladzijde 16) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op T (TP/PTY). De
TP indicator dooft.
Het gebruik van PTY standby
ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender,
cassette of een andere aangesloten
afspeelbron).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 24).
2
Selecteer de vermelding “PTY
STBY” (standby) als deze niet al
meteen op de display wordt
weergegeven.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de
PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien
de PTY indicator is opgelicht.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator knippert.
De zender die wordt ontvangen levert
namelijk geen signalen die voor PTY standby
ontvangst zijn vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen
die wel deze signalen uitstuurt. Druk op
¢ of 4 om een dergelijke
zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. PTY standby
ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
verandert het toestel automatisch van bron en
wordt op deze zender afgestemd.
NEDERLANDS
3
Selecteer een van de
negenentwintig PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 17).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en
in het geheugen
opgeslagen.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
13
Loading...
+ 29 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.