For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting v an het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
DAB
MO
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0083-001A
[E/EX]
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Plaatsing van de toetsen .......................... 32
ONDERHOUD ..............................33
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 34
SPECIFICATIES ............................ 35
20
Het apparaat terugstellen
Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid
heeft afgenomen met de punt van een balpen of een
soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het
kale frame van de eenheid bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor
teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en
de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Bedieningspaneel
Het display-venster
o;
PLAATSING VAN DE TOETSEN
a
sklhg
1
w
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De bedieningsschijf
3 Afstandssensor
4 De toets DISP (display)
5 De toets TP (traffic programme)
RDS (radio data system)
6 De toets PTY (programme type)
7 Het display-venster
8 De toets FM AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets TAPE 23
p De toets 0 (uitwerpen)
q De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
w De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
e De toets SEL (selecteren)
r De cijfertoetsen
t De toets RPT (repeat)
De toets (Dolby B)
• Deze toets functioneert tevens als de ∞-toets
(DAB-service selecteren).
e
2
3
4
DISP
TP
RDS
PTY
5
6
89101 1127
j
7
y De toets RND (random)
MO (mono)
• Deze toets functioneert tevens als de 5-toets
(DAB-service selecteren).
u De toets SCM (sound control memory)
i De toets CD-CH (CD-wisselaar)
9
8
DAB
MO
yurt
i
Het display-venster
o De RDS-indicators:
EON, AF, REG, TP, PTY
; Hoofdvenster
a De indicator T APE
s De indicators voor de geluidsmodus:
BEAT, SOFT , POP
d De indicator SCM
f De indicator voor het niveau van het volume
(of audio)
g De indicator LOUD
h De indicator RPT (repeat)
j De indicator RND (random)
k De indicator (Dolby B)
l Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
/ De indicator voor de afspeelbron en klok
p
/fd
q
NEDERLANDS
3
BASISBEDIENING
DISP
TP
RDS
PTY
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
NEDERLANDS
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
DAB
891011127
MO
2
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
De indicator (zie bladzijde 22) voor het
niveau van het volume (of audio)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 17 – 19).
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 5 – 13.
Voor gebruik van de cassettespeler,
zie bladzijde 14 – 16.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 24 – 25.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 26.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 27 – 30.
4
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk open houd deze tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
(zie bladzijde 20).
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
DISP
TP
RDS
PTY
891011127
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig
zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Druk op ¢ afstemmen
op een station met een
hogere frequentie.
DAB
MO
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “MANU (voor “manual”:
handmatig zoeken)” op de display
begint te knipperen.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
NEDERLANDS
Druk op 4 afstemmen
op een station met een
lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
5
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “MANU” op de display
knippert.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station
dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station
dat op een lagere
frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz
– MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
NEDERLANDS
Als u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u
naar een FM-stereo-uitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de
indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een
FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
MO
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
6
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt
vasteleggen (in dit voorbeeld
cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer
een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde
nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station
dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station
dat op een lagere
frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het
geselecteerde voorkeuzenummer en de
vermelding “MEMO (geheugen)” verschijnt
korte tijd beurtelings op de display.
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 6, als u
dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van
de gewenste zender.
891011127
NEDERLANDS
7
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
Enhanced Other Networks. De indicator EON
licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen
die Enhanced Other Networks-gegevens
uitzendt. Met behulp van de Enhanced Other
Networks-gegevens die door het station worden
verstuurd, kunt u op een andere zender van een
ander netwerk afstemmen dat uw favoriete
programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl
u ondertussen naar een ander programma of een
andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
NEDERLANDS
verkeersinformatie (TA – “T raf fic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt
(zie de afbeelding op de volgende bladzijde).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF
(Alternative Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u
minimaal 1 seconde op TP RDS (Traf fic
Programme/Radio Data System). Elke keer
wanneer u op deze toets drukt en houd,
verandert de modus van deze functie en wel als
volgt:
TP
RDS
Modus 1
Indicator AF
Indicator REG
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG
licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station als het
signaal van de geselecteerde zender te zwak
wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma
dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG
lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station dat
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van
de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten
allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 30).
Modus 2Modus 3
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties
kan worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY) of verkeersinformatie
(TA) uitzendt, terwijl u naar de door u
geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een
FM-station, cassette of een andere aangesloten
afspeelbron).
• Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
(TA-standbyfunctie)
TP
Als u op TP RDS drukt terwijl u naar
RDS
een FM-station luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een zender
ontvangt die het TP-signaal uitzendt
(Verkeersinformatie) en wanneer de
ontvanger in T A-standby-modus staat.
• Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display
continu branden.
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden
terwijl de T A-standby-modus is ingeschakeld,
verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de
display en schakelt de afspeelbron over naar de
FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf
ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 12) en
u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de
TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een
programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een
PTY
FM-station luistert, licht de indicator
PTY op wanneer u een zender
ontvangt die het PTY -signaal
uitzendt en wanneer de ontvanger
in PTY-standby-modus staat. De
geselecteerde PTY -naam, die op
bladzijde 10 wordt opgeslagen,
knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal
uitzendt, gaat de indicator PTY op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de
display continu branden.
7 Als u naar een cassette een andere
aangestoten aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een PTY-signaal
uitzendt, moet u op PTY drukken om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten.
(De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY-programma wordt
uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde
PTY-naam op de display en schakelt de
afspeelbron over naar de FM-band. Het
geselecteerde PTY-programma wordt nu ten
gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
NEDERLANDS
7 Als u naar een cassette een andere
aangestoten aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een TP-signaal
uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
(De indicator TP op de display licht op).
9
Een PTY-code invoeren voor de
standby-ontvangst van een
programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar
u het liefst naar luistert in de vorm van een
PTY-code in het geheugen van de eenheid in te
voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er
zich zo’n programma aandient.
Standaard staat de eenheid voor de
standby-ontvangst van een programmagenre op
de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 21).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
NEDERLANDS
(standby)” als dez e niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre
opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in
het geheugen opgeslagen programmagenres te
zoeken.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete
programmagenres.
Zie bladzijde 11 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 21).
3
6
VARIED
10
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).
4
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
2
Selecteer de vermelding “PTY SRCH
(zoeken)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).
De naam van de
PTY -code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
• Als u de code selecteert
die al in het geheugen
ligt opgeslagen, wordt
die knipperend op de
display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
891011127
De geselecteerde codenaam en de vermelding
“MEMO (geheugen)” verschijnt beurtelings op
de display weergegeven.
5
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY (programme type) en
houd deze ten minste 1 seconde
ingedrukt terwijl u naar een
FM-station luistert.
PTY
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes die
onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6)
liggen opgeslagen.
891011127
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen
onder voorkeurtoets 2
De PTY -zoekopdracht naar uw favoriete
programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die
u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “P(Programma)-SEARCH” te
selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.