JVC KS-FX832R User Manual

CASSETTE RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH

KS-FX832R

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting v an het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
DAB
MO
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0083-001A
[E/EX]
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 3
Bedieningspaneel .................................... 3
BASISBEDIENING ......................... 4
De stroomtoevoer inschakelen................. 4
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 5
Naar de radio luisteren ............................. 5
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 6
Afstemmen op een voorkeuzezender ...... 7
HET GEBRUIK VAN RDS.................. 8
Wat u kunt doen met RDS........................ 8
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 11
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER.... 14
Beluisteren van een cassette ................... 14
Het begin van een muziekstuk vinden ..... 15
Andere handige functies voor de
cassettespeler ....................................... 16
NEDERLANDS
GELUID REGELEN ......................... 17
Geluid aanpassen.................................... 17
Werken met aangepaste geluidsmodi
(Advanced SCM)................................... 18
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 19
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 20
Klok instellen ........................................... 20
De algemene instellingen wijzigen (PSM)....
Bedieningspaneel verwijderen ................. 23
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 24
CD’s afspelen .......................................... 24
Kiezen van de weergavefunctie ............... 25
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN .............................. 26
Werken met een extern apparaat............. 26
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 27
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 27
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................. 29
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 30
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 30
GEBRUIK VAN DE
AFSTANDSBEDIENING..................... 31
Plaatsing van de toetsen .......................... 32
ONDERHOUD .............................. 33
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 34
SPECIFICATIES ............................ 35
20

Het apparaat terugstellen

Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid heeft afgenomen met de punt van een balpen of een soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het kale frame van de eenheid bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.

Bedieningspaneel

Het display-venster
o;

PLAATSING VAN DE TOETSEN

a
sklhg
1
w
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De bedieningsschijf 3 Afstandssensor 4 De toets DISP (display) 5 De toets TP (traffic programme)
RDS (radio data system)
6 De toets PTY (programme type) 7 Het display-venster 8 De toets FM AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets TAPE 23 p De toets 0 (uitwerpen) q De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
w De toets (het bedieningspaneel vrijgeven) e De toets SEL (selecteren) r De cijfertoetsen t De toets RPT (repeat)
De toets (Dolby B)
• Deze toets functioneert tevens als de -toets (DAB-service selecteren).
e
2
3
4
DISP
TP RDS
PTY
5
6
8 9 10 1 1 127
j
7
y De toets RND (random)
MO (mono)
• Deze toets functioneert tevens als de 5-toets (DAB-service selecteren).
u De toets SCM (sound control memory) i De toets CD-CH (CD-wisselaar)
9
8
DAB
MO
yurt
i
Het display-venster
o De RDS-indicators:
EON, AF, REG, TP, PTY
; Hoofdvenster a De indicator T APE s De indicators voor de geluidsmodus:
BEAT, SOFT , POP
d De indicator SCM f De indicator voor het niveau van het volume
(of audio)
g De indicator LOUD h De indicator RPT (repeat) j De indicator RND (random) k De indicator (Dolby B) l Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
/ De indicator voor de afspeelbron en klok
p
/fd
q
NEDERLANDS
3

BASISBEDIENING

DISP
TP RDS
PTY
1
3

De stroomtoevoer inschakelen

1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
NEDERLANDS
2
Start de weergave van de geluidsbron.
DAB
8 9 10 11 127
MO
2
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
De indicator (zie bladzijde 22) voor het niveau van het volume (of audio)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 17 – 19).
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 5 – 13.
Voor gebruik van de cassettespeler,
zie bladzijde 14 – 16.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 24 – 25.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 26.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 27 – 30.
4
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd deze tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 20).

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
DAB
MO
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “MANU (voor “manual”: handmatig zoeken)” op de display begint te knipperen.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
NEDERLANDS
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
5
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “MANU” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
NEDERLANDS
Als u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een FM-stereo-uitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
MO
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
6
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het geselecteerde voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO (geheugen)” verschijnt korte tijd beurtelings op de display.
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 6, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
F1 F2 F3 AM
(FM1) (FM2) (FM3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
8 9 10 11 127
NEDERLANDS
7

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is Enhanced Other Networks. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die Enhanced Other Networks-gegevens uitzendt. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
NEDERLANDS
verkeersinformatie (TA – “T raf fic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende bladzijde). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP RDS (Traf fic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
TP RDS
Modus 1
Indicator AF
Indicator REG
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 30).
Modus 2 Modus 3
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, cassette of een andere aangesloten afspeelbron).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie (TA-standbyfunctie)
TP
Als u op TP RDS drukt terwijl u naar
RDS
een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in T A-standby-modus staat.
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de T A-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 12) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de
TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een
PTY
FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY -signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY -naam, die op bladzijde 10 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een cassette een andere
aangestoten aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY-programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
NEDERLANDS
7 Als u naar een cassette een andere
aangestoten aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op).
9
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 21).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
NEDERLANDS
(standby)” als dez e niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 11 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 21).
3
6
VARIED
10
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).
4
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
2
Selecteer de vermelding “PTY SRCH (zoeken)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).
De naam van de PTY -code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
8 9 10 11 127
De geselecteerde codenaam en de vermelding “MEMO (geheugen)” verschijnt beurtelings op de display weergegeven.
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY (programme type) en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
PTY
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
8 9 10 11 127
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen
onder voorkeurtoets 2
De PTY -zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.

Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen

Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
11
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van het ontvangen station (FREQ).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TU DISP (weergavemodus van de tuner)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME” of “FREQ”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station
NEDERLANDS
luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Stationsnaam
(PS NAME)
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
12
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het nieuws
INFO: Informatieve programma’s over
diverse verscillende
onderwerpen SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
nationale of regionale cultuur SCIENCE: Wetenschappelijke en
technische programma’s VARIED: Overige programma’s,
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEA THER: Weerberichten FINANCE: Programma’s aangaande handel
en de beurs en beursberichten,
etc. CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten
van geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY : Country-muziek NA TION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
NEDERLANDS
13

GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER

DISP
TP RDS
PTY

Beluisteren van een cassette

U kunt type 1 (normaal) cassettes afspelen.
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats een cassette in cassette-compartiment.
NEDERLANDS
3
Sluit het besturingspaneel met de hand.
Het apparaat gaat aan en het afspelen van de band begint automatisch.
De indicator T APE verschijnt.
DAB
8 9 10 11 127
MO
Stoppen met afspelen en de cassette terug laten springen
Druk op 0. Het afspelen van de cassette wordt beëindigd en de cassette wordt uit het compartiment uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt geselecteerd. De cassetteweergave wordt tevens gestopt wanneer u naar schakelt. (De cassette wordt echter in dat geval niet uitgeworpen).
• Als de eenheid is uitgeschakeld, kunt u de cassette uit de eenheid uitnemen door op 0 te drukken.
Versneld doorspoelen en terugspoelen van een band
Druk langer dan 1 seconde op ¢ om de band versneld door te spoelen. Aan het einde wordt de band omgedraaid en wordt de andere kant vanaf het begin afgespeeld.
Druk langer dan 1 seconde op 4 om de band terug te spoelen tot aan het begin. Dezelfde kant wordt nogmaals afgespeeld.
14
4
Selecteer de richting van de band.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Als er zich al een cassette in het cassette­compartiment bevindt, dient u de cassetterecorder als afspeelbron te selecteren door op TAPE 23 te drukken. De cassette begint dan te spelen.
Elke keer dat u op TAPE 23 drukt, verandert de richting van de band vooruit ( ) en achteruit ( ).
Wanneer u op TAPE 23 drukt, kunt u het
versneld doorspoelen en terugspoelen op een willekeurige plaats laten stoppen.
Het afspelen begint daarna vanaf die plaats op de band.
Opmerkingen:
Wanneer de ene kant van de band is afgespeeld, wordt automatisch begonnen met het afspelen van de andere kant. (Auto Reverse)
De bandtransportrichting wordt automatisch veranderd wanneer bij het snel doorspoelen het eind van de cassettekant wordt bereikt.
Cassettes afspelen die met Dolby B NR zijn opgenomen
Druk op RPT (Dolby B/repeat) en houd deze toets ingedrukt om het Dolby B NR*-systeem in te stellen. De indicator gaat aan en de vermelding “DOLBY B” wordt enkele seconden op de display weergegeven.
Wilt u Dolby B NR uitschakelen, druk dan op Dolby B NR en houd RPT (Dolby B/repeat) opnieuw ingedrukt zodat de indicator uitgaat.
*Vervaardigd in licentie van Dolby
Laboratories. “Dolby” en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Voorkomen dat de cassette uit de cassettehouder springt
U kunt voorkomen dat de cassette uit de cassette-compartiment springt door een cassette in de cassette-compartiment te “vergrendelen”. Druk op TAPE 23 en en houd deze toets langer dan 2 seconden ingedrukt. Op het afleesvenster knippert gedurende ongeveer 5 seconden de tekst “NO EJECT”. De cassette is dan “vergrendeld”.
Om de vergrendeling ongedaan te maken en de cassette te “ontgrendelen”, drukt u opnieuw
langer dan 2 seconden op TAPE 23 en
. Op het afleesvenster knippert opnieuw gedurende ongeveer 5 seconden de tekst “EJECT OK”. De cassette is dan “ontgrendeld”.
Opmerking:
Als u op 0 drukt terwijl het uitnemen van cassettes is geblokkeerd, komt het display weliswaar naar beneden geschoven, maar speelt de cassette door en kan deze niet worden uitgenomen.

Het begin van een muziekstuk vinden

Met Multi Music Scan kunt u het afspelen automatisch laten beginnen bij het begin van een bepaald muziekstuk. U kunt muziekstukken opgeven die zich maximaal 9 muziekstukken na of voor het huidige muziekstuk bevinden.
Gedurende het afspelen
Geef de plaats van het gewenste muziekstuk aan (d.w.z. hoeveel muziekstukken na of voor het huidige muziekstuk).
Druk op ¢ een muziekstuk na het huidige muziekstuk zoeken op de cassette.
Druk op 4 een muziekstuk voor het huidige muziekstuk zoeken op de cassette.
Elke keer dat u een muziekstuk opgeeft, verandert het nummer tot maximaal ±9. Wanneer het begin van het opgegeven muziekstuk is gevonden, wordt automatisch met het afspelen van het betreffende muziekstuk begonnen.
Opmerkingen:
Gedurende het zoeken naar een opgegeven
muziekstuk gebeurt het volgende: – Als de band wordt teruggespoeld tot het begin,
start het afspelen aan het begin van die kant.
– Als de band versneld wordt doorgespoeld tot aan
het einde, wordt hij omgedraaid en afgespeeld vanaf het begin van de andere kant.
Soms functioneert Multi Music Scan niet op de
juiste manier. Dit kan gebeuren bij: – Banden met muziekstukken met lange stukken zeer
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is opgenomen.
– Banden met korte stukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de
verschillende muziekstukken.
– Wanneer het met de Dolby NR toets gekozen
ruisonderdrukkingssysteem niet overeenkomt. Wanneer bijvoorbeeld Dolby B ruisonderdrukking is gectiveerd maar de cassette zonder Dolby was opgenomen.
NEDERLANDS
15

Andere handige functies voor de cassettespeler

Overslaan van blanco gedeelten op de cassette
U kunt tijdens weergave blanco gedeelten tussen fragmenten overslaan (Blank Skip). Met de functie geactiveerd worden blanco gedeelten van 15 seconden of langer overgeslagen en wordt snel naar het volgende fragment gespoeld en de weergave vanaf daar voortgezet.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 21).
Als u het zoeken de modus Blank Skip wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Herhalen van het spelende fragment
U kunt het spelende fragment herhalen (Herhaalde weergave).
Druk op RPT (repeat/Dolby B) als u een melodie hoort die u herhaaldelijk ten gehore wilt brengen.
Door iedere druk kort op de toets tijdens weergave van een cassette wordt de functie voor het herhalen van een fragment afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
NEDERLANDS
2
Druk op ¢ of op 4 om de vermelding “B. SKIP (blank skip)” te selecteren.
3
Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee en selecteer “ON”.
4
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
16
De voorziening Blank Skip is nu ingeschakeld.
De indicator licht op wanneer de functie voor het herhalen van een fragment is geactiveerd.
Als de melodie is afgespeeld, wordt de cassette automatisch naar het begin van de melodie teruggespoeld en wordt dezelfde melodie nogmaals afgespeeld.
Als u het herhaald afspelen wilt beëindigen,
drukt u nogmaals op RPT zodat de RPT-indicator uitgaat.
Opmerking:
De functies voor het overslaan van blanco’s en het herhalen van een fragment werken mogelijk niet in de volgende gevallen: – Banden met muziekstukken met lange stukken zeer
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is opgenomen.
– Banden met korte stukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de
verschillende muziekstukken.
– Wanneer het met de Dolby NR toets gekozen
ruisonderdrukkingssysteem niet overeenkomt. Wanneer bijvoorbeeld Dolby B ruisonderdrukking is gectiveerd maar de cassette zonder Dolby was opgenomen.

Geluid aanpassen

U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt:

GELUID REGELEN

2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
BAS
(bas)
VOL
(volume)
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen –06 (min.)
TRE Treble aanpassen. –06 (min.)
FAD* Evenwicht tussen
BAL Evenwicht tussen
LOUD De lage en hoge
VOL Het volume 00 (min.)
aanpassen. l
voor- en achterspeakers aanpassen.
inker- en rechterspeaker aanpassen.
tonen worden versterkt voor een goed gebalanceerd geluid bij weergave met een laag volume.
aanpassen. l
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
+06 (max.)
l +06 (max.)
R06 (Allen achterin) l F06 (Allen voorin)
L06 (Allen links) l R06 (Allen rechts)
LOUD ON (geactiveerd) l LOUD OFF (uitgeschakeld)
50 (max.)
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van bastonen of treble aanpast.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U hoeft dus niet “VOL” voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
NEDERLANDS
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
17

Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM, cassette en externe apparaat.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
NEDERLANDS
– SCM LINK” op bladzijde 22.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde
waarden
BAS TRE LOUD SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 ON BEAT Rock- of +02 00 ON
discoritme
SOFT Rustige +01 –03 OFF
achtergrond­muziek
POP Lichte muziek +04 +01 OFF
De geluidsmodi oproepen
Selecteer de afspeelbron als “SCM LINK” is ingesteld op “LINK ON”.
Elke keer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
SCM OFF
(BEAT) (SOFT) (POP)
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is geselecteerd, kan de geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF” is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
18
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 19.
• Als u de versterkingsfactor voor de bastonen of treble wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op bladzijde 17. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert).

Geluidsweergave aanpassen en opslaan

4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere items wilt aanpassen.
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 18.
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)” of “LOUD (loudness)”.
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast
3
Pas het niveau van de bastonen of treble aan of schakel de geluidssterktefunctie ON/OFF.
• Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 17.
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt tot de geluidsmodus van uw keuze op de display knippert.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel op bladzijde 18.
NEDERLANDS
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van bastonen of treble aanpast.
19

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen

Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 21).
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
NEDERLANDS
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
2
21
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt op DISP (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.

De algemene instellingen wijzigen (PSM)

Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 21).
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 21).
20
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
21
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u, indien nodig, de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
Houd.
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minute SCM LINK Koppeling met het
24H/12H 24/12-uur aanduiding
AUTO ADJ Automatische instellen
CLOCK Weergave van de klok TU DISP Weergavemodus van
PTY STBY PTY -standby PTY SRCH PTY-zoeken TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programme zoeken DAB AF* Zoeken naar
LEVEL Niveaudisplay
TEL Audiodemping voor
B. SKIP Blank skip EXT IN** Extern apparaat
2
Kies...
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
van de klok
de tuner
verkeersinformatie
alternatieve frequenties
cellulaire telefoonsystemen
3
Stel in... Tegen de
wijzers van de klok in
Terug Verder
12H 24H 24H 20
OFF ON ON OFF ON
FREQ PS NAME
29 programmatypen
(zie bladzijde 10 en 13).
VOL 00 – VOL 50 VOL 20
OFF
AF OFF AF ON
AUDIO 1
OFF
MUTING 1
OFF
OFF
CHANGER LINE IN CHANGER
Met de wijzers van de klok mee
VerderTerug
LINK ONLINK OFF LINK ON 18, 22
ON OFF
AF ON
AUDIO 2
MUTING 2
ON
Fabrieksin-
stellingen
0:00 20
ON 22
PS NAME
NEWS 10
(Zie bladzijde 10).
AUDIO 2
OFF 22
OFF 16
Zie blz.
12
12
10
12 11
30
22
22, 26
NEDERLANDS
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten. ** Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en Band.
21
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON: De voorziening Advanced SCM is
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus).
uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron).
Weergave van de klok selecteren – CLOCK
Het is mogelijk om de klok op de display weer te geven of juist niet weer te geven wanneer de
NEDERLANDS
eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
• ON: Weergave van de klok op de
• OFF: De tijdsaanduiding staat uit. In de
display is ingeschakeld.
stand “OFF” verschijnt in plaats van de tijd de naam van de geselecteerde geluidsbron of van het geselecteerde golfgebied (behalve wanneer “EXT–LINE IN” als afspeelbron is geselecteerd).
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display moet worden weergegeven. Bij het verlaten van de fabriek is de instelling “AUDIO 2” geselecteerd.
• AUDIO 1: Niveaumeter wordt van onder naar
• AUDIO 2: Beurtelings niveaumeter
• OFF: De indicator voor het
boven verlicht.
(bewegend van beneden naar boven) en verlichting.
geluidsniveau verdwijnt.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
Het externe apparaat selecteren – EXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel – de CD-wisselaar of het externe apparaat – u wilt gebruiken. Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar standaard als extern apparaat geselecteerd.
• LINE IN: Voor een ander apparaat dan de CD-wisselaar.
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Installation/Connection Manual (aparte publicatie).
22

Bedieningspaneel verwijderen

U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets omhoog en trek naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de linkerkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Connectors
23

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
NEDERLANDS
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1” – “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindings­kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.
DAB
MO

CD’s afspelen

Selecteer de automatische CD-wisselaar (CD-CH).
Het afspelen begint bij de eerste track van de eerste CD. Alle tracks van alle CD’s worden afgespeeld.
Verstreken speelduur
* Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is
gekozen (zie bladzijde 22), wordt het CD­nummer vervangen door de tijd.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het muziekstuk
Nummer van het muziekstuk
CD-nummer*
24
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op 4 om naar het begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD­wisselaar).
8 9 10 11 127
• Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van
Verstreken speelduur
Bijv.: W anneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
het muziekstuk
CD-nummer

Kiezen van de weergavefunctie

Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
MO
Modus
RND1 Licht op Alle muziekstukken van
RND2 Knippert Alle muziekstukken van
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Modus
RPT1 Licht op Het spelende (of
RPT2 Knippert Alle fragmenten van de
Elke keer wanneer u op de RND MO (random/mono), wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RND1 RND2
Uit, geen aanduiding
RND­indicator
Elke keer wanneer u op de RPT (repeat/Dolby B), wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Afspelen in willekeurige volgorde
de huidige CD, daarna de muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
alle CD’s in de CD-houder.
RPT1 RPT2
Uit, geen aanduiding
RPT­indicator
Herhaling van...
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde) disc.
NEDERLANDS
25

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

DISP
TP RDS
PTY

Werken met een extern apparaat

Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten.
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Installation/Connection Manual (aparte publicatie).
NEDERLANDS
• Alvorens u het externe apparaat volgens de onderstaande instructies gaat bedienen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 22).
1
Selecteer het externe apparaat (CD-CH).
DAB
8 9 10 11 127
2
Schakel het aangesloten apparaat
MO
aan en start het afspelen van de afspeelbron.
3
Regel het volume.
4
Pas de geluidskarakteristieken naar eigen inzicht aan. (Zie bladzijde 17).
• Als de vermelding “LINE IN” niet op de display verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 22. Selecteer in zo’n geval de externe ingang (“LINE IN”).
• Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en Band.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
26

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

FM/AMDAB
DISP
TP RDS
PTY
8 9 10 11 127
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB­services gebruik maken.
DAB
MO

Afstemmen op een ensemble en op een van de services

Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op DAB (FM AM) als het cassettedeck, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
D1
(DAB 1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB1, DAB2 en DAB3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
D2
(DAB 2)
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
D3
(DAB 3)
27
3
Naam van het ensemble
Naam van de service
Kanaalnummer
Frequentie
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt luisteren.
MO
NEDERLANDS
Druk op 5 (RND MO) als u de volgende service wilt selecteren.
Druk op (RPT ) als u de vorige service wilt selecteren.
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de display weergegeven. Druk op DISP als u andere informatie op de display wilt weergeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk op DAB (FM AM) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM AM) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4 tot
u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
28
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op DAB (FM AM) en houd deze.

DAB-frequenties in het geheugen opslaan

Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
5
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het geselecteerde voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO (geheugen)” verschijnt korte tijd beurtelings op de display.
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
4
Selecteer de service van het ensemble.
MO
Druk op 5 (RND MO) als u de volgende service wilt selecteren.
Druk op (RPT ) als u de vorige service wilt selecteren.
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB-services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
NEDERLANDS
29

Afstemmen op een opgeslagen DAB-service

Wat u nog meer met DAB kunt doen

U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB-service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 29 als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
3
D1
(DAB 1)
D2
(DAB 2)
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6) voor de DAB-service die u wilt beluisteren.
8 9 10 11 127
30
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt: Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-station ontvangt: Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld. 1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “DAB AF (alternatieve frequentie)” te selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsknop.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB­services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 8).
• AF OFF:Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 8 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.

GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING

Deze apparaat kan ook op afstand worden bediend als u onderstaande instructies opvolgt
(met een apart aangeschafte afstandsbediening). We raden u aan om de
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in combinatie met de eenheid te gebruiken.
(Voorbeeld: Bij gebruik van de RM-RK31) Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
DISP
TP RDS
PTY
89107
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder .
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
31

Plaatsing van de toetsen

RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de apparaat ingeschakeld
als deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de apparaat uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de FM-stations (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Functioneert hetzelfde als de toets PROG tijdens het luisteren naar een cassette. Elke keer dat u op de toets drukt, verandert de richting van de cassette.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u
naar de radio (of de DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of de geselecteerde service) afgestemd.
• Functioneert als de toets DISC – tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Functioneren hetzelfde als de snel door- en terugspoeltoetsen of de toetsen Multi Music Scan tijdens het luisteren naar een cassette.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
32

ONDERHOUD

Dit apparaat vergt weinig zorg, maar u zult de levensduur van het apparaat kunnen verlengen als u onderstaande instructies opvolgt.
Koppen reinigen
• Reinig de koppen na elke 10 bedrijfsuren met een reinigingsband. Gebruik een type band met vloeistof (verkrijgbaar bij uw detailhandelaar). Wanneer de kop vuil wordt, zijn de volgende symptomen merkbaar: – De geluidskwaliteit wordt minder. – Het geluidsniveau neemt af. – Het geluid valt weg.
• Gebruik geen vuile of stoffige banden.
• Zorg dat het glanzende gedeelte van de kop niet in aanraking komt met metalen of magnetisch gereedschap.
De band schoonhouden
LET OP:
• Gebruik geen cassettes met loszittende stickers. Wanneer de band wordt afgespeeld, kan het apparaat hierdoor worden beschadigd.
• Zorg dat de band strak zit en geen lussen vertoont. Deze kunnen in het mechanisme verstrikt raken.
• Laat na gebruik geen cassettes in de cassettehouder achter. De band kan hierdoor rekken.
U kunt de levensduur van dit apparaat eveneens verlengen door de hieronder omschreven functie toe te passen.
Contactsleutel (motor) uit – band wordt losgelaten/ contactsleutel (motor) aan – band wordt afgespeeld
• Als u het contact met de contactsleutel uitschakelt terwijl er zich een cassette in het cassette-compartiment bevindt, zal de cassette automatisch worden vrijgegeven.
• Als u het contact met de contactsleutel inschakelt terwijl er zich een cassette in het cassette-compartiment bevindt en u het contact eerder met de contactsleutel hebt uitgeschakeld terwijl er een cassette werd afgespeeld, zal die cassette automatisch opnieuw beginnen te spelen.
NEDERLANDS
• Bewaar de cassettes na gebruik altijd in het opbergdoosje.
• Zorg dat u de cassettes niet neerlegt op: – Plaatsen waar zij blootstaan aan direct
zonlicht. – Zeer vochtige plaatsen. – Plaatsen met uitzonderlijk hoge
temperaturen.
33

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Er kan geen band in het apparaat worden gestopt.
• De cassette wordt niet uitgeworpen.
• De banden worden heet.
• Het geluidsniveau van de band is erg laag en de geluidskwaliteit is aangetast.
• Het geluid wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
NEDERLANDS
• Automatisch instellen van stations – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
• De vermelding “NO DISC” verschijnt op de display.
• De vermelding “NO MAG” verschijnt op de display.
Oorzaken
U probeert de cassette op de verkeerde manier in de cassettehouder te stoppen.
Het uitwerpen van de cassette is vergrendeld.
Dit is geen storing. De kop van de band is vuil.
Verkeerde verbindingen.
De geluidsknop is op de laagste stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er zit geen CD in de CD-houder. De CD’s zijn op de verkeerde
manier in de CD-houder geplaatst.
Er is geen magazijn in de CD-wisselaar geladen.
Oplossingen
Stop de cassette in het apparaat en zorg dat de onderkant, waar de band zichtbaar is, rechts zit.
Druk op T APE 23 en en houd deze gedurende minimaal 2 seconden.
Reinig de kop met een speciale reinigingsband.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Sla de stations handmatig op.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Stop de CD’s in de CD-houder. Stop ze op de juiste manier in de
CD-houder.
Plaats het magazijn.
• De vermelding “RESET 8” verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET1” – “RESET 7” verschijnt op de display.
• Het apparaat werkt helemaal niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
34
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Verbind het apparaat en de CD-wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de Reset-toets van de CD-wisselaar.
Druk op de Reset-toets van de CD-wisselaar.
Druk de reset-knop in op het kale frame van de eenheid. (De instellingen van de klok en voorkeurzenders in het geheugen worden gewist). (Zie bladzijde 2).

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 ) Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting (250 nWb/m)
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 ) Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 ) Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
CASSETTEDECK
Wow & Flutter: 0,11% (WRMS) Versneld doorspoelen: 100 sec. (C-60) Frequentierespons (Zonder Dolby):
30 Hz t/m 16 000 Hz (normaalcassette)
Signaal-/ruisverhouding: (normaalcassette)
(Met Dolby): 65 dB (Zonder Dolby): 56 dB
Stereoseparatie: 40 dB
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 1 1 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,4 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
35
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1101KKSMDTJEIN
JVC
Loading...