For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting v an het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
DAB
MO
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0083-001A
[E/EX]
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Plaatsing van de toetsen .......................... 32
ONDERHOUD ..............................33
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 34
SPECIFICATIES ............................ 35
20
Het apparaat terugstellen
Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid
heeft afgenomen met de punt van een balpen of een
soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het
kale frame van de eenheid bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor
teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en
de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
2
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Bedieningspaneel
Het display-venster
o;
PLAATSING VAN DE TOETSEN
a
sklhg
1
w
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De bedieningsschijf
3 Afstandssensor
4 De toets DISP (display)
5 De toets TP (traffic programme)
RDS (radio data system)
6 De toets PTY (programme type)
7 Het display-venster
8 De toets FM AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets TAPE 23
p De toets 0 (uitwerpen)
q De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
w De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
e De toets SEL (selecteren)
r De cijfertoetsen
t De toets RPT (repeat)
De toets (Dolby B)
• Deze toets functioneert tevens als de ∞-toets
(DAB-service selecteren).
e
2
3
4
DISP
TP
RDS
PTY
5
6
89101 1127
j
7
y De toets RND (random)
MO (mono)
• Deze toets functioneert tevens als de 5-toets
(DAB-service selecteren).
u De toets SCM (sound control memory)
i De toets CD-CH (CD-wisselaar)
9
8
DAB
MO
yurt
i
Het display-venster
o De RDS-indicators:
EON, AF, REG, TP, PTY
; Hoofdvenster
a De indicator T APE
s De indicators voor de geluidsmodus:
BEAT, SOFT , POP
d De indicator SCM
f De indicator voor het niveau van het volume
(of audio)
g De indicator LOUD
h De indicator RPT (repeat)
j De indicator RND (random)
k De indicator (Dolby B)
l Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
/ De indicator voor de afspeelbron en klok
p
/fd
q
NEDERLANDS
3
BASISBEDIENING
DISP
TP
RDS
PTY
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
NEDERLANDS
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
DAB
891011127
MO
2
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
De indicator (zie bladzijde 22) voor het
niveau van het volume (of audio)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 17 – 19).
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 5 – 13.
Voor gebruik van de cassettespeler,
zie bladzijde 14 – 16.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 24 – 25.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 26.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 27 – 30.
4
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk open houd deze tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
(zie bladzijde 20).
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
DISP
TP
RDS
PTY
891011127
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig
zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Druk op ¢ afstemmen
op een station met een
hogere frequentie.
DAB
MO
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “MANU (voor “manual”:
handmatig zoeken)” op de display
begint te knipperen.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
NEDERLANDS
Druk op 4 afstemmen
op een station met een
lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
5
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “MANU” op de display
knippert.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station
dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station
dat op een lagere
frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz
– MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
NEDERLANDS
Als u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u
naar een FM-stereo-uitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de
indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een
FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
MO
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
6
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt
vasteleggen (in dit voorbeeld
cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer
een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde
nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station
dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station
dat op een lagere
frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het
geselecteerde voorkeuzenummer en de
vermelding “MEMO (geheugen)” verschijnt
korte tijd beurtelings op de display.
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 6, als u
dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
F1F2F3AM
(FM1)(FM2)(FM3)
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van
de gewenste zender.
891011127
NEDERLANDS
7
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
Enhanced Other Networks. De indicator EON
licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen
die Enhanced Other Networks-gegevens
uitzendt. Met behulp van de Enhanced Other
Networks-gegevens die door het station worden
verstuurd, kunt u op een andere zender van een
ander netwerk afstemmen dat uw favoriete
programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl
u ondertussen naar een ander programma of een
andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
NEDERLANDS
verkeersinformatie (TA – “T raf fic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt
(zie de afbeelding op de volgende bladzijde).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF
(Alternative Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u
minimaal 1 seconde op TP RDS (Traf fic
Programme/Radio Data System). Elke keer
wanneer u op deze toets drukt en houd,
verandert de modus van deze functie en wel als
volgt:
TP
RDS
Modus 1
Indicator AF
Indicator REG
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG
licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station als het
signaal van de geselecteerde zender te zwak
wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma
dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG
lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station dat
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van
de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten
allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 30).
Modus 2Modus 3
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties
kan worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY) of verkeersinformatie
(TA) uitzendt, terwijl u naar de door u
geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een
FM-station, cassette of een andere aangesloten
afspeelbron).
• Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
(TA-standbyfunctie)
TP
Als u op TP RDS drukt terwijl u naar
RDS
een FM-station luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een zender
ontvangt die het TP-signaal uitzendt
(Verkeersinformatie) en wanneer de
ontvanger in T A-standby-modus staat.
• Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display
continu branden.
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden
terwijl de T A-standby-modus is ingeschakeld,
verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de
display en schakelt de afspeelbron over naar de
FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf
ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 12) en
u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de
TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een
programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een
PTY
FM-station luistert, licht de indicator
PTY op wanneer u een zender
ontvangt die het PTY -signaal
uitzendt en wanneer de ontvanger
in PTY-standby-modus staat. De
geselecteerde PTY -naam, die op
bladzijde 10 wordt opgeslagen,
knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal
uitzendt, gaat de indicator PTY op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de
display continu branden.
7 Als u naar een cassette een andere
aangestoten aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een PTY-signaal
uitzendt, moet u op PTY drukken om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten.
(De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY-programma wordt
uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde
PTY-naam op de display en schakelt de
afspeelbron over naar de FM-band. Het
geselecteerde PTY-programma wordt nu ten
gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
NEDERLANDS
7 Als u naar een cassette een andere
aangestoten aan het luisteren bent, en naar
een station wilt luisteren dat een TP-signaal
uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
(De indicator TP op de display licht op).
9
Een PTY-code invoeren voor de
standby-ontvangst van een
programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar
u het liefst naar luistert in de vorm van een
PTY-code in het geheugen van de eenheid in te
voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er
zich zo’n programma aandient.
Standaard staat de eenheid voor de
standby-ontvangst van een programmagenre op
de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 21).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
NEDERLANDS
(standby)” als dez e niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre
opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in
het geheugen opgeslagen programmagenres te
zoeken.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete
programmagenres.
Zie bladzijde 11 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 21).
3
6
VARIED
10
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).
4
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
2
Selecteer de vermelding “PTY SRCH
(zoeken)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).
De naam van de
PTY -code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
• Als u de code selecteert
die al in het geheugen
ligt opgeslagen, wordt
die knipperend op de
display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
891011127
De geselecteerde codenaam en de vermelding
“MEMO (geheugen)” verschijnt beurtelings op
de display weergegeven.
5
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY (programme type) en
houd deze ten minste 1 seconde
ingedrukt terwijl u naar een
FM-station luistert.
PTY
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes die
onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6)
liggen opgeslagen.
891011127
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen
onder voorkeurtoets 2
De PTY -zoekopdracht naar uw favoriete
programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY -signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY -code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die
u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “P(Programma)-SEARCH” te
selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
11
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-station
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van
het ontvangen station (FREQ).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TU DISP (weergavemodus van de
tuner)” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME” of “FREQ”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP te drukken kunt u de weergave op de
display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station
NEDERLANDS
luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Stationsnaam
(PS NAME)
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
12
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het
RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf
met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
comedies
POP M:Popmuziek
ROCK M:Rockmuziek
EASY M:Easy-listening muziek
LIGHT M:Lichte muziek
CLASSICS: Klassieke muziek
OTHER M:Overige muziek
WEA THER: Weerberichten
FINANCE:Programma’s aangaande handel
en de beurs en beursberichten,
etc.
CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL:Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION:Programma’s over aspecten
van geloof en religie,
aangaande het bestaan en
ethiek
PHONE IN:Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY :Country-muziek
NA TION M:Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
NEDERLANDS
13
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER
DISP
TP
RDS
PTY
Beluisteren van een cassette
U kunt type 1 (normaal) cassettes afspelen.
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats een cassette in
cassette-compartiment.
NEDERLANDS
3
Sluit het besturingspaneel met de
hand.
Het apparaat gaat aan
en het afspelen van de
band begint
automatisch.
De indicator T APE verschijnt.
DAB
891011127
MO
Stoppen met afspelen en de cassette terug
laten springen
Druk op 0.
Het afspelen van de cassette wordt beëindigd en
de cassette wordt uit het compartiment
uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt
geselecteerd.
De cassetteweergave wordt tevens gestopt
wanneer u naar schakelt. (De cassette wordt
echter in dat geval niet uitgeworpen).
• Als de eenheid is uitgeschakeld, kunt u de
cassette uit de eenheid uitnemen door op 0 te
drukken.
Versneld doorspoelen en terugspoelen van
een band
Druk langer dan 1 seconde op
¢ om de band versneld
door te spoelen.
Aan het einde wordt de band
omgedraaid en wordt de andere
kant vanaf het begin afgespeeld.
Druk langer dan 1 seconde op
4 om de band terug te
spoelen tot aan het begin.
Dezelfde kant wordt nogmaals
afgespeeld.
14
4
Selecteer de richting van de band.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Als er zich al een cassette in het cassettecompartiment bevindt, dient u de
cassetterecorder als afspeelbron te selecteren
door op TAPE 23 te drukken. De cassette
begint dan te spelen.
Elke keer dat u op TAPE 23
drukt, verandert de richting
van de band vooruit
() en achteruit
().
Wanneer u op TAPE 23 drukt, kunt u het
versneld doorspoelen en terugspoelen op een
willekeurige plaats laten stoppen.
Het afspelen begint daarna vanaf die plaats op
de band.
Opmerkingen:
• Wanneer de ene kant van de band is afgespeeld,
wordt automatisch begonnen met het afspelen van
de andere kant. (Auto Reverse)
• De bandtransportrichting wordt automatisch
veranderd wanneer bij het snel doorspoelen het eind
van de cassettekant wordt bereikt.
Cassettes afspelen die met Dolby B NR
zijn opgenomen
Druk op RPT (Dolby B/repeat)
en houd deze toets ingedrukt om het Dolby B
NR*-systeem in te stellen.
De indicator gaat aan en de vermelding
“DOLBY B” wordt enkele seconden op de
display weergegeven.
Wilt u Dolby B NR uitschakelen, druk dan op
Dolby B NR en houd RPT (Dolby B/repeat)
opnieuw ingedrukt zodat de indicator
uitgaat.
*Vervaardigd in licentie van Dolby
Laboratories.
“Dolby” en het dubbel D-symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Voorkomen dat de cassette uit de
cassettehouder springt
U kunt voorkomen dat de cassette uit de
cassette-compartiment springt door een cassette
in de cassette-compartiment te “vergrendelen”.
Druk op TAPE 23 en en houd deze
toets langer dan 2 seconden ingedrukt.
Op het afleesvenster knippert gedurende
ongeveer 5 seconden de tekst “NO EJECT”. De
cassette is dan “vergrendeld”.
Om de vergrendeling ongedaan te maken en
de cassette te “ontgrendelen”, drukt u opnieuw
langer dan 2 seconden op TAPE 23 en
.
Op het afleesvenster knippert opnieuw
gedurende ongeveer 5 seconden de tekst
“EJECT OK”. De cassette is dan “ontgrendeld”.
Opmerking:
Als u op 0 drukt terwijl het uitnemen van cassettes is
geblokkeerd, komt het display weliswaar naar beneden
geschoven, maar speelt de cassette door en kan deze
niet worden uitgenomen.
Het begin van een muziekstuk
vinden
Met Multi Music Scan kunt u het afspelen
automatisch laten beginnen bij het begin van een
bepaald muziekstuk. U kunt muziekstukken
opgeven die zich maximaal 9 muziekstukken na
of voor het huidige muziekstuk bevinden.
Gedurende het afspelen
Geef de plaats van het gewenste
muziekstuk aan (d.w.z. hoeveel
muziekstukken na of voor het huidige
muziekstuk).
Druk op ¢ een muziekstuk
na het huidige muziekstuk zoeken
op de cassette.
Druk op 4 een muziekstuk
voor het huidige muziekstuk
zoeken op de cassette.
Elke keer dat u een muziekstuk opgeeft, verandert
het nummer tot maximaal ±9.
Wanneer het begin van het opgegeven muziekstuk
is gevonden, wordt automatisch met het afspelen
van het betreffende muziekstuk begonnen.
Opmerkingen:
• Gedurende het zoeken naar een opgegeven
muziekstuk gebeurt het volgende:
– Als de band wordt teruggespoeld tot het begin,
start het afspelen aan het begin van die kant.
– Als de band versneld wordt doorgespoeld tot aan
het einde, wordt hij omgedraaid en afgespeeld
vanaf het begin van de andere kant.
• Soms functioneert Multi Music Scan niet op de
juiste manier. Dit kan gebeuren bij:
– Banden met muziekstukken met lange stukken zeer
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange
stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met korte stukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de
verschillende muziekstukken.
– Wanneer het met de Dolby NR toets gekozen
ruisonderdrukkingssysteem niet overeenkomt.
Wanneer bijvoorbeeld Dolby B ruisonderdrukking
is gectiveerd maar de cassette zonder Dolby was
opgenomen.
NEDERLANDS
15
Andere handige functies voor
de cassettespeler
Overslaan van blanco gedeelten op de
cassette
U kunt tijdens weergave blanco gedeelten tussen
fragmenten overslaan (Blank Skip).
Met de functie geactiveerd worden blanco
gedeelten van 15 seconden of langer
overgeslagen en wordt snel naar het volgende
fragment gespoeld en de weergave vanaf daar
voortgezet.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 21).
Als u het zoeken de modus Blank Skip wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
Herhalen van het spelende fragment
U kunt het spelende fragment herhalen
(Herhaalde weergave).
Druk op RPT (repeat/Dolby B) als u
een melodie hoort die u herhaaldelijk ten
gehore wilt brengen.
Door iedere druk kort op de toets
tijdens weergave van een
cassette wordt de functie voor
het herhalen van een fragment
afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
NEDERLANDS
2
Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “B. SKIP (blank skip)” te
selecteren.
3
Draai de bedieningsschijf met de
wijzers van de klok mee en selecteer
“ON”.
4
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
16
De voorziening Blank Skip
is nu ingeschakeld.
De indicator licht op wanneer de functie voor het
herhalen van een fragment is geactiveerd.
Als de melodie is afgespeeld, wordt de cassette
automatisch naar het begin van de melodie
teruggespoeld en wordt dezelfde melodie
nogmaals afgespeeld.
Als u het herhaald afspelen wilt beëindigen,
drukt u nogmaals op RPT zodat de
RPT-indicator uitgaat.
Opmerking:
De functies voor het overslaan van blanco’s en het
herhalen van een fragment werken mogelijk niet in de
volgende gevallen:
– Banden met muziekstukken met lange stukken zeer
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange
stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met korte stukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de
verschillende muziekstukken.
– Wanneer het met de Dolby NR toets gekozen
ruisonderdrukkingssysteem niet overeenkomt.
Wanneer bijvoorbeeld Dolby B ruisonderdrukking is
gectiveerd maar de cassette zonder Dolby was
opgenomen.
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt:
GELUID REGELEN
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
BAS
(bas)
VOL
(volume)
IndicatieDoel:Bereik
BASBastonen–06 (min.)
TRETreble aanpassen. –06 (min.)
FAD*Evenwicht tussen
BALEvenwicht tussen
LOUDDe lage en hoge
VOLHet volume00 (min.)
aanpassen. l
voor- en
achterspeakers
aanpassen.
inker- en
rechterspeaker
aanpassen.
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
aanpassen. l
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
+06 (max.)
l
+06 (max.)
R06 (Allen achterin)
l
F06 (Allen voorin)
L06 (Allen links)
l
R06 (Allen rechts)
LOUD ON
(geactiveerd)
l
LOUD OFF
(uitgeschakeld)
50 (max.)
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van bastonen
of treble aanpast.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U
hoeft dus niet “VOL” voor het instellen van het
volumeniveau te kiezen.
NEDERLANDS
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
17
Werken met aangepaste
geluidsmodi (Advanced SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt
deze in het geheugen opgeslagen en steeds
opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt
dan tevens op de display weergegeven.
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan
een geluidsmodus worden opgeslagen:
FM1, FM2, FM3, AM, cassette en externe
apparaat.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt
toekennen, verwijzen we u naar de instructies
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
NEDERLANDS
– SCM LINK” op bladzijde 22.
De geluidsmodus van uw keuze
selecteren.
IndicatieVoor:Vooraf ingestelde
waarden
BASTRELOUD
SCM OFF (Vlak geluid)0000ON
BEATRock- of+0200ON
discoritme
SOFTRustige+01–03OFF
achtergrondmuziek
POPLichte muziek +04+01OFF
De geluidsmodi oproepen
Selecteer de afspeelbron als “SCM LINK”
is ingesteld op “LINK ON”.
Elke keer wanneer u een andere
afspeelbron selecteert, gaat de
SCM-indicator op de display
knipperen.
De geluidsmodus die voor de geselecteerde
afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen
wordt opgeroepen.
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert
de geluidsmodus en wel als volgt:
SCM OFF
(BEAT)(SOFT) (POP)
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is
geselecteerd, kan de geselecteerde
geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen en zal het
effect alleen op de huidige afspeelbron van
toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”
is geselecteerd, is de geselecteerde
afspeelmodus op elke afspeelbron van
toepassing.
18
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 19.
• Als u de versterkingsfactor voor de bastonen of
treble wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de
instructies op bladzijde 17. (De aanpassingen die u
hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een
andere geluidsbron selecteert).
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere
items wilt aanpassen.
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te
passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u
wilt aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble
vindt u op bladzijde 18.
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)”
of “LOUD (loudness)”.
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast
3
Pas het niveau van de bastonen of
treble aan of schakel de
geluidssterktefunctie ON/OFF.
• Meer bijzonderheden over bas en treble
vindt u op bladzijde 17.
5
Druk op SCM en houd deze
ingedrukt tot de geluidsmodus van
uw keuze op de display knippert.
De wijziging van de geselecteerde
geluidsbesturingsmodus wordt nu in
het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere
geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 18.
NEDERLANDS
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van bastonen
of treble aanpast.
19
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 21).
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
NEDERLANDS
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
2
21
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid
is uitgeschakeld, drukt op DISP (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en
gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok
weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer
weer uitgeschakeld.
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 21).
2
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 21).
20
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
21
5
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u, indien nodig,
de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Druk op SEL (selecteren) om het
instellen te voltooien.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
Houd.
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minute
SCM LINKKoppeling met het
24H/12H24/12-uur aanduiding
AUTO ADJAutomatische instellen
CLOCKWeergave van de klok
TU DISPWeergavemodus van
PTY STBYPTY -standby
PTY SRCHPTY-zoeken
TA VOLVolume voor
P-SEARCHProgramme zoeken
DAB AF*Zoeken naar
LEVELNiveaudisplay
TELAudiodemping voor
B. SKIPBlank skip
EXT IN**Extern apparaat
2
Kies...
geheugen voor
geluidsmodi
voor de klok
van de klok
de tuner
verkeersinformatie
alternatieve frequenties
cellulaire
telefoonsystemen
3
Stel in...
Tegen de
wijzers van
de klok in
TerugVerder
12H24H24H20
OFFONON
OFFON
FREQPS NAME
29 programmatypen
(zie bladzijde 10 en 13).
VOL 00 – VOL 50VOL 20
OFF
AF OFFAF ON
AUDIO 1
OFF
MUTING 1
OFF
OFF
CHANGERLINE INCHANGER
Met de
wijzers
van de
klok mee
VerderTerug
LINK ONLINK OFFLINK ON18, 22
ONOFF
AF ON
AUDIO 2
MUTING 2
ON
Fabrieksin-
stellingen
0:0020
ON22
PS NAME
NEWS10
(Zie bladzijde 10).
AUDIO 2
OFF22
OFF16
Zie
blz.
12
12
10
12
11
30
22
22, 26
NEDERLANDS
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
*Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
**Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en Band.
21
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced
SCM (Sound Control Memory) te annuleren en
de aangebrachte koppeling tussen de
geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te
heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen,
aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een
andere geluidsmodus te horen krijgen als u een
andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON:De voorziening Advanced SCM is
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke
afspeelbron een andere
geluidsmodus).
uitgeschakeld (voor elke
afspeelbron geldt een en dezelfde
geluidsbron).
Weergave van de klok selecteren – CLOCK
Het is mogelijk om de klok op de display weer te
geven of juist niet weer te geven wanneer de
NEDERLANDS
eenheid is ingeschakeld.
Bij het verlaten van de fabriek is de klok
standaard ingesteld om op de display te worden
weergegeven.
• ON:Weergave van de klok op de
• OFF:De tijdsaanduiding staat uit. In de
display is ingeschakeld.
stand “OFF” verschijnt in plaats
van de tijd de naam van de
geselecteerde geluidsbron of van
het geselecteerde golfgebied
(behalve wanneer “EXT–LINE IN”
als afspeelbron is geselecteerd).
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display
moet worden weergegeven.
Bij het verlaten van de fabriek is de instelling
“AUDIO 2” geselecteerd.
• AUDIO 1:Niveaumeter wordt van onder naar
• AUDIO 2:Beurtelings niveaumeter
• OFF:De indicator voor het
boven verlicht.
(bewegend van beneden naar
boven) en verlichting.
geluidsniveau verdwijnt.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van
de vraag welke instelling het geluid het beste dempt.
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus
standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF:Hiermee wordt de audiodemping
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
Het externe apparaat selecteren – EXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op
de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Als u het externe apparaat via deze eenheid als
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk
onderdeel – de CD-wisselaar of het externe
apparaat – u wilt gebruiken.
Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar
standaard als extern apparaat geselecteerd.
• LINE IN:Voor een ander apparaat dan de
CD-wisselaar.
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan
in de Installation/Connection Manual (aparte
publicatie).
22
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet
u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets
omhoog en trek naar u toe van het
apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer
op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de linkerkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder goed
gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met
een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Connectors
23
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
DISP
TP
RDS
PTY
891011127
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te
maken van de CH-X-serie.
Als u een andere automatische CD-wisselaar in
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK
serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K)
nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te
gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
NEDERLANDS
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de
houder verwijderen en de CD’s op de juiste
wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de
verbinding controleren, de verbindingskabel(s) stevig vastmaken. En dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
DAB
MO
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar
(CD-CH).
Het afspelen begint bij de eerste
track van de eerste CD.
Alle tracks van alle CD’s worden
afgespeeld.
Verstreken speelduur
* Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is
gekozen (zie bladzijde 22), wordt het CDnummer vervangen door de tijd.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de
spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te
drukken om de spanning in te schakelen.
Versneld vooruit afspelen en achteruit
afspelen van het muziekstuk
Nummer van
het muziekstuk
CD-nummer*
24
Druk tijdens het afspelen van een
CD op ¢ en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een
CD op 4 en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk
achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt
korte tijd op ¢ om naar
het begin van de volgende
track te gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de
volgende track, die vervolgens
ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt
korte tijd op 4 om naar
het begin van de huidige
track te gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de vorige
track, die vervolgens ten gehore
wordt gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het
nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CDwisselaar).
891011127
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Nummer van
Verstreken speelduur
Bijv.: W anneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
het muziekstuk
CD-nummer
Kiezen van de weergavefunctie
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
MO
Modus
RND1Licht opAlle muziekstukken van
RND2KnippertAlle muziekstukken van
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Modus
RPT1Licht opHet spelende (of
RPT2KnippertAlle fragmenten van de
Elke keer wanneer u op de RND MO
(random/mono), wordt er een andere
modus voor het in willekeurige
volgorde afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
RND1RND2
Uit, geen aanduiding
RNDindicator
Elke keer wanneer u op de RPT
(repeat/Dolby B), wordt er een
andere modus voor het herhaald
afspelen van tracks geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
Afspelen in
willekeurige volgorde
de huidige CD, daarna de
muziekstukken van de
volgende CD enzovoorts.
alle CD’s in de CD-houder.
RPT1RPT2
Uit, geen aanduiding
RPTindicator
Herhaling van...
ingestelde) fragment.
spelende (of ingestelde)
disc.
NEDERLANDS
25
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
DISP
TP
RDS
PTY
Werken met een extern
apparaat
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat
treft u aan in de Installation/Connection Manual
(aparte publicatie).
NEDERLANDS
• Alvorens u het externe apparaat volgens de
onderstaande instructies gaat bedienen, moet u
ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt
geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe
apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 22).
1
Selecteer het externe apparaat
(CD-CH).
DAB
891011127
2
Schakel het aangesloten apparaat
MO
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
3
Regel het volume.
4
Pas de geluidskarakteristieken naar
eigen inzicht aan. (Zie bladzijde 17).
• Als de vermelding “LINE IN” niet op de display
verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 22.
Selecteer in zo’n geval de externe ingang
(“LINE IN”).
• Wordt alleen weergegeven indien een van de
volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM,
AM en Band.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de
spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te
drukken om de spanning in te schakelen.
26
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
FM/AMDAB
DISP
TP
RDS
PTY
891011127
We raden u aan om in combinatie met deze
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen
die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en
signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst,
afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk
programma op een aparte frequentie wordt
uitgezonden, worden bij DAB verschillende
programma’s (die “services” worden genoemd)
met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze
eenheid aansluit, kunt u van deze DABservices gebruik maken.
DAB
MO
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op DAB (FM AM) als het
cassettedeck, de CD-wisselaar of een extern
apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
D1
(DAB 1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB1, DAB2 en DAB3). U kunt met
elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
D2
(DAB 2)
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
D3
(DAB 3)
27
3
Naam van het ensemble
Naam van de service
Kanaalnummer
Frequentie
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen
op een ensemble met een
hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen
op een ensemble met een
lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden,
wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog
voordat er een ensemble is gevonden,
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het
zoeken in gang te zetten nogmaals
indrukken.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt
luisteren.
MO
NEDERLANDS
Druk op 5 (RND MO) als u de
volgende service wilt
selecteren.
Druk op ∞ (RPT ) als u de
vorige service wilt
selecteren.
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op DISP als u andere informatie op de
display wilt weergeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble:
1 Druk op DAB (FM AM) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM AM) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,
DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4 tot
u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen tot u de toets weer
loslaat.
28
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op DAB (FM AM) en houd deze.
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
5
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u
de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
7
De geselecteerde band of het
geselecteerde voorkeuzenummer en
de vermelding “MEMO (geheugen)”
verschijnt korte tijd beurtelings op de
display.
D1
(DAB 1)
3
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
4
Selecteer de service van het
ensemble.
MO
Druk op 5 (RND MO) als u de
volgende service wilt
selecteren.
Druk op ∞ (RPT ) als u de
vorige service wilt
selecteren.
D2
(DAB 2)
D3
(DAB 3)
6
Herhaal de bovenstaande procedure
als u nog andere DAB-services
achter voorkeuzetoetsen wilt
opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
NEDERLANDS
29
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
Wat u nog meer met DAB
kunt doen
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde
DAB-service afstemmen.
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services
in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 29
als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
3
D1
(DAB 1)
D2
(DAB 2)
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
voor de DAB-service die u wilt
beluisteren.
891011127
30
D3
(DAB 3)
Hetzelfde programma automatisch volgen
(alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te
blijven luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-station ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch
op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom
kan het weergaveniveau van het volume
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het
geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de
zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “DAB AF (alternatieve frequentie)”
te selecteren.
3 Selecteer de gewenste modus met de
bedieningsknop.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd
tussen het aanbod van DABservices en FM RDS-zenders
— alternatieve ontvangst. De
indicator AF op de display licht op
(zie bladzijde 8).
• AF OFF:Alternatieve ontvangst is
uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 8 voor RDS-zenders).
De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit
te schakelen.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Deze apparaat kan ook op afstand worden
bediend als u onderstaande instructies opvolgt
(met een apart aangeschafte
afstandsbediening). We raden u aan om de
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in
combinatie met de eenheid te gebruiken.
(Voorbeeld: Bij gebruik van de RM-RK31)
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
DISP
TP
RDS
PTY
89107
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder .
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de
batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand
veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
31
Plaatsing van de toetsen
RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de apparaat ingeschakeld
als deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de apparaat uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE
YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de FM-stations (of
de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
• Functioneert hetzelfde als de toets PROG
tijdens het luisteren naar een cassette.
Elke keer dat u op de toets drukt, verandert
de richting van de cassette.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u
naar de radio (of de DAB-tuner) luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of de
geselecteerde service) afgestemd.
• Functioneert als de toets DISC – tijdens het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Functioneren hetzelfde als de snel door- en
terugspoeltoetsen of de toetsen Multi Music
Scan tijdens het luisteren naar een cassette.
• Voor versnelde weergave van een fragment
in voor- en achterwaartse richting wanneer u
tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
32
ONDERHOUD
Dit apparaat vergt weinig zorg, maar u zult de
levensduur van het apparaat kunnen verlengen
als u onderstaande instructies opvolgt.
Koppen reinigen
• Reinig de koppen na elke 10 bedrijfsuren met
een reinigingsband. Gebruik een type band met
vloeistof (verkrijgbaar bij uw detailhandelaar).
Wanneer de kop vuil wordt, zijn de volgende
symptomen merkbaar:
– De geluidskwaliteit wordt minder.
– Het geluidsniveau neemt af.
– Het geluid valt weg.
• Gebruik geen vuile of stoffige banden.
• Zorg dat het glanzende gedeelte van de kop
niet in aanraking komt met metalen of
magnetisch gereedschap.
De band schoonhouden
LET OP:
• Gebruik geen cassettes met loszittende stickers.
Wanneer de band wordt afgespeeld, kan het
apparaat hierdoor worden beschadigd.
• Zorg dat de band strak zit en geen lussen vertoont.
Deze kunnen in het mechanisme verstrikt raken.
• Laat na gebruik geen cassettes in de
cassettehouder achter. De band kan hierdoor
rekken.
U kunt de levensduur van dit apparaat eveneens
verlengen door de hieronder omschreven functie
toe te passen.
Contactsleutel (motor) uit – band wordt
losgelaten/ contactsleutel (motor) aan
– band wordt afgespeeld
• Als u het contact met de contactsleutel
uitschakelt terwijl er zich een cassette in het
cassette-compartiment bevindt, zal de cassette
automatisch worden vrijgegeven.
• Als u het contact met de contactsleutel
inschakelt terwijl er zich een cassette in het
cassette-compartiment bevindt en u het contact
eerder met de contactsleutel hebt
uitgeschakeld terwijl er een cassette werd
afgespeeld, zal die cassette automatisch
opnieuw beginnen te spelen.
NEDERLANDS
• Bewaar de cassettes na gebruik altijd in het
opbergdoosje.
• Zorg dat u de cassettes niet neerlegt op:
– Plaatsen waar zij blootstaan aan direct
zonlicht.
– Zeer vochtige plaatsen.
– Plaatsen met uitzonderlijk hoge
temperaturen.
33
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie,
moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Er kan geen band in het
apparaat worden gestopt.
• De cassette wordt niet
uitgeworpen.
• De banden worden heet.
• Het geluidsniveau van de
band is erg laag en de
geluidskwaliteit is aangetast.
• De vermelding “NO DISC”
verschijnt op de display.
• De vermelding “NO MAG”
verschijnt op de display.
Oorzaken
U probeert de cassette op de
verkeerde manier in de
cassettehouder te stoppen.
Het uitwerpen van de cassette
is vergrendeld.
Dit is geen storing.
De kop van de band is vuil.
Verkeerde verbindingen.
De geluidsknop is op de laagste
stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er zit geen CD in de CD-houder.
De CD’s zijn op de verkeerde
manier in de CD-houder
geplaatst.
Er is geen magazijn in de
CD-wisselaar geladen.
Oplossingen
Stop de cassette in het apparaat
en zorg dat de onderkant, waar de
band zichtbaar is, rechts zit.
Druk op T APE 23 en
en houd deze gedurende minimaal
2 seconden.
Reinig de kop met een speciale
reinigingsband.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Sla de stations handmatig op.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Stop de CD’s in de CD-houder.
Stop ze op de juiste manier in de
CD-houder.
Plaats het magazijn.
• De vermelding “RESET 8”
verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET1”
– “RESET 7” verschijnt op de
display.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
34
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
Verbind het apparaat en de
CD-wisselaar op de juiste manier
met elkaar en druk op de
Reset-toets van de CD-wisselaar.
Druk op de Reset-toets van de
CD-wisselaar.
Druk de reset-knop in op het kale
frame van de eenheid. (De
instellingen van de klok en
voorkeurzenders in het geheugen
worden gewist). (Zie bladzijde 2).
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal
Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 kΩ belasting (250 nWb/m)
RADIO
Frequentiebereik:
FM:87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM:(MG)522 kHz tot 1 620 kHz
(LG)144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping: