JVC KS-FX732R User Manual [nl]

CASSETTE RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH
KS-FX772R/KS-FX732R

KS-FX772R

KS-FX772R
DAB
KS-FX732R
MODE
TAPE
FM/AM
¢
SSM
4
CD­CH
SCM
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CD­CH
SCM
TP/PTY
SEL
DISP
7
CD CHANGER CONTROL
MO
10
9
11 12
RND
8
RPT
MODE
KS-FX732R
TP/PTY
SEL
DISP
7
CD CHANGER CONTROL
MO
10
9
11 12
RND
8
RPT
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0062-001A
[E/EX]
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
NEDERLANDS
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de cijfertoetsen enigszins anders.
MODE
8 9 10 11 127
RNDRPTMO
«
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt ................ 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
BASISBEDIENING ......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen................. 5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 6
Naar de radio luisteren ............................. 6
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 8
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 9
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 10
Wat u kunt doen met RDS........................ 10
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 14
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER ... 17
Beluisteren van een cassette ................... 17
Het begin van een muziekstuk vinden...... 18
Andere handige functies voor de
cassettespeler ....................................... 18
GELUID REGELEN ......................... 20
Geluid aanpassen.................................... 20
Werken met aangepaste geluidsmodi
(SCM).................................................... 21
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan............................................. 22
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 23
Klok instellen ........................................... 23
De kleur voor het displayvenster
selecteren.............................................. 24
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) .................................................... 24
Bedieningspaneel verwijderen ................. 27
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 28
CD’s afspelen .......................................... 28
Kiezen van de weergavefunctie................ 29
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................ 30
Werken met een extern apparaat............. 30
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 31
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 31
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................. 32
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 33
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 34
ONDERHOUD .............................. 36
SPECIFICATIES ............................ 37
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
Het display-venster
a
;
sd
f
g
hkj
3
2
1
TP/PTY
SEL
DISP
4
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
1De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren) 4 Het display-venster 5 Cassette-compartiment 6 De toets 0 (uitwerpen) 7 De toets CD-CH (CD-wisselaar) 8 De toets FM/AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets TAPE 23 p De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/– w De toets DISP (display) e De toets MO (mono) r De toets RPT (repeat) t De toets RND (random) y De cijfertoetsen
5
CD CHANGER CONTROL
10
9
SCM
FM/AM
CD­CH
/
z
p
TAPE
¢
SSM
4
o
l
11 12
RPT
r
RND
t
y
8
7
69
DAB
MODE
i
ue
u De toets MODE i De toets SCM (sound control memory) o De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
Het display-venster
; De indicator SCM (sound control memory) a De indicator voor de FM-band (FM1, FM2,
FM3)
s Hoofdvenster d Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
f De indicator LOUD (loudness) g De indicator RND (random) h De indicator voor de AM-band j De indicator CD-CH (CD-wisselaar) k De indicator TAPE l De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
/ De RDS-indicators:
AF, REG, PTY, TP
z De indicator RPT (repeat)
4

BASISBEDIENING

TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
13
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
TAPE
DAB
FM/AM
CD CHANGER CONTROL
10
11 12
3
4
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CD-
RND
RPT
CH
MODE
SCM
2
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Indicator voor het volumeniveau
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 20 – 22).
NEDERLANDS
CD­CH
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de cassettespeler,
zie bladzijde 17 – 19.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 28 – 29.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 30.
Voor gebruik v an de DAB-tuner,
zie bladzijde 31 – 33.
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 23.
5

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

TP/PTY
SEL
DISP
7
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
DAB
FM/AM
FM1 FM2 FM3 AM
CD CHANGER CONTROL
MO
10
9
8
RND
11 12
RPT
2
Zoek een station.
MODE
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CD­CH
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
DAB
FM/AM
FM1 FM2 FM3 AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M (voor “manual”: handmatig zoeken)” op de display begint te knipperen.
¢
4
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display aangaat.
MODE
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
MO
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
Voor het weer activeren van het stereo-effect,
herhaalt u stappen 1 en 2 zodat de MO (mono) indicator dooft.
7
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
DAB
FM/AM
NEDERLANDS
FM1 FM2 FM3 AM
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
DAB
FM/AM
FM1 FM2 FM3 AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere frequentie uitzendt.
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
8
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
DAB
FM/AM
FM1 FM2 FM3 AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
8 9 10 11 127
RNDRPTMO
NEDERLANDS
9

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op bladzijde 11). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
•AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
•AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
•OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25).
SEL
Het gebruik van TA standby-ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, cassette of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
2
Selecteer de vermelding “AF REG (alternatieve frequentie/regionale ontvangst)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer de gewenste modus – “AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
TP/PTY
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 15) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY.
NEDERLANDS
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
SEL
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw f avoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, cassette of een andere aangesloten afspeelbron).
PTY Standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25).
NEDERLANDS
SEL
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Kies “OFF” om PTY standby ontvangst te annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programmatype start uit te zenden, stemt het toestel automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten. Wanneer een zender een programma van het gekozen PTY programma start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
12
Uw favoriete programmagenre opzoeken
TP/PTY
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
8 9 10 11 127
“MEMORY” en de gekozen codenaam worden afwisselend op het display getoond.
4
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
RNDRPTMO
NEDERLANDS
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
13
Loading...
+ 29 hidden pages