For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0062-001A
[E/EX]
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist
worden.
NEDERLANDS
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de
cijfertoetsen enigszins anders.
MODE
891011127
RNDRPTMO
«
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
a
;
sd
f
g
hkj
3
2
1
TP/PTY
SEL
DISP
4
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
1De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het display-venster
5 Cassette-compartiment
6 De toets 0 (uitwerpen)
7 De toets CD-CH (CD-wisselaar)
8 De toets FM/AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets TAPE 23
p De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/–
w De toets DISP (display)
e De toets MO (mono)
r De toets RPT (repeat)
t De toets RND (random)
y De cijfertoetsen
5
CD CHANGER CONTROL
10
9
SCM
FM/AM
CDCH
/
z
p
TAPE
¢
SSM
4
o
l
1112
RPT
r
RND
t
y
8
7
69
DAB
MODE
i
ue
u De toets MODE
i De toets SCM (sound control memory)
o De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
Het display-venster
; De indicator SCM (sound control memory)
a De indicator voor de FM-band (FM1, FM2,
FM3)
s Hoofdvenster
d Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
f De indicator LOUD (loudness)
g De indicator RND (random)
h De indicator voor de AM-band
j De indicator CD-CH (CD-wisselaar)
k De indicator TAPE
l De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
/ De RDS-indicators:
AF, REG, PTY, TP
z De indicator RPT (repeat)
4
BASISBEDIENING
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
13
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
TAPE
DAB
FM/AM
CD CHANGER CONTROL
10
1112
3
4
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CD-
RND
RPT
CH
MODE
SCM
2
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Indicator voor het
volumeniveau
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 20 – 22).
NEDERLANDS
CDCH
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de cassettespeler,
zie bladzijde 17 – 19.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 28 – 29.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 30.
Voor gebruik v an de DAB-tuner,
zie bladzijde 31 – 33.
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan
1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
zie bladzijde 23.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
TP/PTY
SEL
DISP
7
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
CD CHANGER CONTROL
MO
10
9
8
RND
1112
RPT
2
Zoek een station.
MODE
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CDCH
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding “M
(voor “manual”: handmatig zoeken)”
op de display begint te knipperen.
¢
4
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de
indicator MO op de display aangaat.
MODE
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
MO
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
Voor het weer activeren van het stereo-effect,
herhaalt u stappen 1 en 2 zodat de MO (mono)
indicator dooft.
7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
DAB
FM/AM
NEDERLANDS
FM1FM2FM3AM
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9,
als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
891011127
RNDRPTMO
NEDERLANDS
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op bladzijde 11).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
•AF:De netwerkfunctie is
ingeschakeld en Regionalisatie is
uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender
van hetzelfde netwerk wanneer
de ontvangst van de signalen van
de ingestelde zender
verslechtert.
(In deze modus kan het
voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is
dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
•AF REG: De netwerkfunctie is
ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender
van hetzelfde netwerk die
hetzelfde programma uitzendt,
wanneer de ontvangst van de
signalen van de ingestelde
zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de
indicator REG lichten op.
•OFF:De netwerkfunctie is
uitgeschakeld.
De indicator AF en de indicator
REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25).
SEL
Het gebruik van TA standby-ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt,
terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron
luistert (zoals een FM-station, cassette of een
andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
2
Selecteer de vermelding “AF REG
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
TP/PTY
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie
bladzijde 15) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY.
NEDERLANDS
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
SEL
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw f avoriete programmagenre
(PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de
door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals
een FM-station, cassette of een andere
aangesloten afspeelbron).
• PTY Standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25).
NEDERLANDS
SEL
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Kies “OFF” om PTY
standby ontvangst te
annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Wanneer een zender een programma
van het gekozen PTY programmatype
start uit te zenden, stemt het toestel
automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt
ontvangen levert namelijk geen signalen
die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY
standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Wanneer een zender een programma van
het gekozen PTY programma start uit te
zenden, verandert het toestel automatisch
van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
12
Uw favoriete programmagenre opzoeken
TP/PTY
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres.
Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
891011127
“MEMORY” en de gekozen codenaam
worden afwisselend op het display getoond.
4
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
RNDRPTMO
NEDERLANDS
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
13
Loading...
+ 29 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.