For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0062-001A
[E/EX]
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerking:
De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist
worden.
NEDERLANDS
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de
cijfertoetsen enigszins anders.
MODE
891011127
RNDRPTMO
«
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
a
;
sd
f
g
hkj
3
2
1
TP/PTY
SEL
DISP
4
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
1De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het display-venster
5 Cassette-compartiment
6 De toets 0 (uitwerpen)
7 De toets CD-CH (CD-wisselaar)
8 De toets FM/AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
9 De toets TAPE 23
p De toetsen ¢ / 4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/–
w De toets DISP (display)
e De toets MO (mono)
r De toets RPT (repeat)
t De toets RND (random)
y De cijfertoetsen
5
CD CHANGER CONTROL
10
9
SCM
FM/AM
CDCH
/
z
p
TAPE
¢
SSM
4
o
l
1112
RPT
r
RND
t
y
8
7
69
DAB
MODE
i
ue
u De toets MODE
i De toets SCM (sound control memory)
o De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
Het display-venster
; De indicator SCM (sound control memory)
a De indicator voor de FM-band (FM1, FM2,
FM3)
s Hoofdvenster
d Indicators voor de ontvangst van de tuner:
MO (mono), ST (stereo)
f De indicator LOUD (loudness)
g De indicator RND (random)
h De indicator voor de AM-band
j De indicator CD-CH (CD-wisselaar)
k De indicator TAPE
l De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
/ De RDS-indicators:
AF, REG, PTY, TP
z De indicator RPT (repeat)
4
BASISBEDIENING
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
13
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
TAPE
DAB
FM/AM
CD CHANGER CONTROL
10
1112
3
4
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CD-
RND
RPT
CH
MODE
SCM
2
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Indicator voor het
volumeniveau
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 20 – 22).
NEDERLANDS
CDCH
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de cassettespeler,
zie bladzijde 17 – 19.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 28 – 29.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 30.
Voor gebruik v an de DAB-tuner,
zie bladzijde 31 – 33.
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan
1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
zie bladzijde 23.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
TP/PTY
SEL
DISP
7
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
CD CHANGER CONTROL
MO
10
9
8
RND
1112
RPT
2
Zoek een station.
MODE
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CDCH
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding “M
(voor “manual”: handmatig zoeken)”
op de display begint te knipperen.
¢
4
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de
indicator MO op de display aangaat.
MODE
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
MO
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
Voor het weer activeren van het stereo-effect,
herhaalt u stappen 1 en 2 zodat de MO (mono)
indicator dooft.
7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
DAB
FM/AM
NEDERLANDS
FM1FM2FM3AM
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9,
als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
DAB
FM/AM
FM1FM2FM3AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
891011127
RNDRPTMO
NEDERLANDS
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op bladzijde 11).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
•AF:De netwerkfunctie is
ingeschakeld en Regionalisatie is
uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender
van hetzelfde netwerk wanneer
de ontvangst van de signalen van
de ingestelde zender
verslechtert.
(In deze modus kan het
voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is
dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
•AF REG: De netwerkfunctie is
ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender
van hetzelfde netwerk die
hetzelfde programma uitzendt,
wanneer de ontvangst van de
signalen van de ingestelde
zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de
indicator REG lichten op.
•OFF:De netwerkfunctie is
uitgeschakeld.
De indicator AF en de indicator
REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25).
SEL
Het gebruik van TA standby-ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt,
terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron
luistert (zoals een FM-station, cassette of een
andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
2
Selecteer de vermelding “AF REG
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst)” als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer de gewenste modus –
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
SEL
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
TP/PTY
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie
bladzijde 15) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY.
NEDERLANDS
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
SEL
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw f avoriete programmagenre
(PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de
door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals
een FM-station, cassette of een andere
aangesloten afspeelbron).
• PTY Standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 25).
NEDERLANDS
SEL
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als deze niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
¢
4
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
• Kies “OFF” om PTY
standby ontvangst te
annuleren.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd
indien de PTY indicator is opgelicht.
Wanneer een zender een programma
van het gekozen PTY programmatype
start uit te zenden, stemt het toestel
automatisch op deze zender af.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator
knippert. De zender die wordt
ontvangen levert namelijk geen signalen
die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te
activeren moet u op een andere zender
afstemmen die wel deze signalen
uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en
licht continu op zodra een zender met
deze signalen is gevonden. PTY
standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten.
Wanneer een zender een programma van
het gekozen PTY programma start uit te
zenden, verandert het toestel automatisch
van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u in de hier links beschreven
stap 3 “OFF”. De PTY indicator dooft.
12
Uw favoriete programmagenre opzoeken
TP/PTY
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres.
Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
TP/PTY
3
6
VARIED
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
891011127
“MEMORY” en de gekozen codenaam
worden afwisselend op het display getoond.
4
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt.
RNDRPTMO
NEDERLANDS
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
13
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP/PTY en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt terwijl
u naar een FM-station luistert.
TP/PTY
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
891011127
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
RNDRPTMO
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
OF
NEDERLANDS
Bijv: Met “ROCK M” gekozen
3
Druk op ¢ of 4 om het PTYzoeken naar uw gewenste programma
te starten.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
14
Hoe u deze voorziening activeert, wordt
hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Druk op + om “ON” te kiezen.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, moet u de procedure herhalen,
maar in stap 3 de vermelding “OFF” selecteren
door op – te drukken.
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-station
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het
ontvangen station (FREQ) of klok (CLOCK).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op¢ of 4 om de vermelding
“DISPMODE (displayfunctie)” te selecteren.
3 Druk op + of – om de gewenste instelling te
kiezen (“PS NAME”, “FREQ” of “CLOCK”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de
weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar
een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Programmagenre
(PTY)
Frequentie station
(FREQ)
Klok
(CLOCK)
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL (volume)” te selecteren.
3 Druk op + of – om het gewenste volume te
kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan
de tijdgegevens (CT – Tijd op de klok) die met het
RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 24.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Druk op – om “OFF” te kiezen.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen maar in
stap 3 de vermelding “ON” selecteren door op +
te drukken.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
POP M:Popmuziek
ROCK M:Rockmuziek
EASY M:Easy-listening muziek
LIGHT M:Lichte muziek
CLASSICS: Klassieke muziek
OTHER M:Overige muziek
WEATHER:Weerberichten
NEDERLANDS
FINANCE:Programma’s aangaande handel
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
nationale of regionale cultuur
programma’s
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
en de beurs en beursberichten,
etc.
CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL:Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION:Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
PHONE IN:Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY:Country-muziek
NATION M:Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
16
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
Beluisteren van een cassette
U kunt type 1 (normaal) cassettes afspelen.
1
Plaats een cassette in
cassette-compartiment.
Het apparaat gaat aan en
het afspelen van de band
begint automatisch.
Wanneer de ene kant van
de band is afgespeeld,
wordt automatisch
begonnen met het
afspelen van de andere
kant (Auto Reverse).
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Als er zich al een cassette in het cassettecompartiment bevindt, dient u de
cassetterecorder als afspeelbron te selecteren
door op TAPE 23 te drukken. De cassette
begint dan te spelen.
2
Selecteer de richting van de band.
TAPE
Elke keer dat u op
TAPE 23 drukt,
verandert de richting van
de band vooruit () en
achteruit ().
CD CHANGER CONTROL
10
1112
RND
RPT
MODE
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CDCH
SCM
Stoppen met afspelen en de cassette terug
laten springen
Druk op 0.
Het afspelen van de cassette wordt beëindigd en
de cassette wordt uit het compartiment
uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt
geselecteerd.
De cassetteweergave wordt tevens gestopt
wanneer u naar schakelt. (De cassette wordt
echter in dat geval niet uitgeworpen).
• U kunt de cassette ook uitwerpen terwijl de
eenheid is uitgeschakeld. Druk hiertoe op 0.
Versneld doorspoelen en terugspoelen van
een band
Druk langer dan 1 seconde op
¢
4
Wanneer u op TAPE 23 drukt, kunt u het
versneld doorspoelen en terugspoelen op een
willekeurige plaats laten stoppen.
Het afspelen begint daarna vanaf die plaats op
de band.
¢ om de band versneld
door te spoelen.
Aan het einde wordt de band
omgedraaid en wordt de andere
kant vanaf het begin afgespeeld.
Druk langer dan 1 seconde op
4 om de band terug te
spoelen tot aan het begin.
Dezelfde kant wordt nogmaals
afgespeeld.
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Wanneer de ene kant van de band is afgespeeld,
wordt automatisch begonnen met het afspelen van
de andere kant (Auto Reverse).
• De bandtransportrichting wordt automatisch
veranderd wanneer bij het snel doorspoelen het eind
van de cassettekant wordt bereikt.
17
Het begin van een muziekstuk
SEL
vinden
Met Multi Music Scan kunt u het afspelen
automatisch laten beginnen bij het begin van een
bepaald muziekstuk. U kunt muziekstukken
opgeven die zich maximaal 9 muziekstukken na
of voor het huidige muziekstuk bevinden.
Gedurende het afspelen
Geef de plaats van het gewenste
muziekstuk aan (d.w.z. hoeveel
muziekstukken na of voor het huidige
muziekstuk).
Druk op ¢ een muziekstuk
¢
4
na het huidige muziekstuk zoeken
op de cassette.
Druk op 4 een muziekstuk
voor het huidige muziekstuk
zoeken op de cassette.
Andere handige functies voor
de cassettespeler
Overslaan van blanco gedeelten op de
cassette
U kunt tijdens weergave blanco gedeelten tussen
fragmenten overslaan (Blank Skip).
Met de functie geactiveerd worden b lanco
gedeelten van 15 seconden of langer ov ergeslagen
en wordt snel naar het volgende fragment gespoeld
en de weergave v anaf daar voortgezet.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 24.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 25).
NEDERLANDS
Elke keer dat u een muziekstuk opgeeft, verandert
het nummer tot maximaal ±9.
Wanneer het begin van het opgege ven muziekstuk
is gevonden, wordt automatisch met het afspelen
van het betreffende muziekstuk begonnen.
Opmerkingen:
• Gedurende het zoeken naar een opgegeven
muziekstuk gebeurt het volgende:
– Als de band wordt teruggespoeld tot het begin,
start het afspelen aan het begin van die kant.
– Als de band versneld wordt doorgespoeld tot aan
het einde, wordt hij omgedraaid en afgespeeld
vanaf het begin van de andere kant.
• Soms functioneert Multi Music Scan niet op de
juiste manier. Dit kan gebeuren bij:
– Banden met muziekstukken met lange stukken zeer
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange
stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met korte stukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de
verschillende muziekstukken.
– Banden met geluiden die bij een laag
opnameniveau zijn opgenomen.
18
2
Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “B. SKIP (Blank Skip)” te
selecteren.
¢
4
3
Druk op + om “ON” te kiezen.
De voorziening Blank Skip
is nu ingeschakeld.
4
Voltooi de instelling.
SEL
Voor het annuleren van het overslaan van
blanco’s, herhaalt u dezelfde handelingen maar
kiest u in stap 3 “OFF” door op – te drukken.
Herhalen van het spelende fragment
U kunt het spelende fragment herhalen
(Herhaalde weergave).
1 Druk op MODE om de functiemodus te
activeren tijdens weergave van een liedje op
de cassette dat u wilt herhalen. De eenheid
schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de
indicator RPT op de display aangaat.
11
MODE
RPT
Voorkomen dat de cassette uit de
cassettehouder springt
U kunt voorkomen dat de cassette uit de
cassette-compartiment springt door een cassette
in de cassette-compartiment te “vergrendelen”.
Druk op TAPE 23 en 0 (uitwerpen) en houd
deze toets langer dan 2 seconden ingedrukt.
TAPE
Op het afleesvenster knippert gedurende
ongeveer 5 seconden de tekst “NO EJECT”. De
cassette is dan “vergrendeld”.
De indicator licht op wanneer de functie voor
het herhalen van een fragment is geactiveerd.
Als de melodie is afgespeeld, wordt de cassette
automatisch naar het begin van de melodie
teruggespoeld en wordt dezelfde melodie
nogmaals afgespeeld.
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
herhaalt u wederom stappen 1 en 2 zodat de
RPT indicator dooft.
Opmerking:
De functies voor het overslaan van blanco’s en het
herhalen van een fragment werken mogelijk niet in de
volgende gevallen:
– Banden met muziekstukken met lange stukken zeer
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange
stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met korte stukken waarop niets is
opgenomen.
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de
verschillende muziekstukken.
– Banden met geluiden die bij een laag opnameniveau
zijn opgenomen.
Om de vergrendeling ongedaan te maken en
de cassette te “ontgrendelen”, drukt u opnieuw
langer dan 2 seconden op TAPE 23 en 0
(uitwerpen).
Op het afleesvenster knippert opnieuw
gedurende ongeveer 5 seconden de tekst
“EJECT OK”. De cassette is dan “ontgrendeld”.
Opmerking:
Als u op 0 drukt terwijl het uitwerpen van cassettes is
geblokkeerd, zal de cassette niet worden uitgeworpen.
NEDERLANDS
19
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
aanpassen. |
deze toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
+06 (max.)
+06 (max.)
(Allen voorin)
L06 (Allen links)
|
R06 (Allen links)
LOUD ON
(geactiveerd)
|
LOUD OFF
(uitgeschakeld)
50 (max.)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen +/– als
volumeregelaars.U hoeft dus niet “VOL” (volume)
voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FAD op “00” zetten.
20
Werken met aangepaste
geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM (Sound Control Memory)”.
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt
deze in het geheugen opgeslagen en steeds
opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt
dan tevens op de display weergegeven.
V oor elk v an de volgende geluidsbronnen kan een
geluidsmodus worden opgeslagen — FM1, FM2,
FM3, AM, cassette en externe apparaat.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt
toekennen, verwijzen we u naar de instructies
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
– SCM LINK” op bladzijde 26.
IndicatieVoor:Vooraf ingestelde
waarden
BAS TRE LOUD
SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 ON
BEATRock- of +02 00 ON
discoritme
SOFTRustige +01 –03 OFF
achtergrondmuziek
POPLichte muziek +04 +01 OFF
De geluidsmodi oproepen
Als voor “SCM LINK” de instelling
“LINK ON”, selecteer de afspeelbron.
TAPE
DAB
FM/AM
CDCH
NEDERLANDS
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
SCM
Bijv: Als u “BEAT” aanpast
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert
de geluidsmodus en wel als volgt:
BEAT
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is
geselecteerd, kan de geselecteerde
geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen en zal het
effect alleen op de huidige afspeelbron van
toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”
is geselecteerd, is de geselecteerde
afspeelmodus op elke afspeelbron van
toepassing.
SOFT
POPSCM OFF
Elke keer wanneer u een andere afspeelbron
selecteert, gaat de SCM-indicator op de display
knipperen.
De geluidsmodus die voor de geselecteerde
afspeelbron (in dit geval, cassette) in het
geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 22.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage
tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de
instructies op bladzijde 20. (De aanpassingen die u
hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een
andere geluidsbron selecteert).
21
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te
passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u
wilt aanpassen.
SCM
NEDERLANDS
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE
(treble)” of “LOUD (loudness)”.
SEL
• Zie bladzijde 21 voor meer
informatie.
Bijv: Als u “SOFT” aanpast
3
Pas het niveau van de bastonen of
treble aan of schakel de
geluidssterktefunctie ON/OFF.
• Zie bladzijde 20 voor meer
informatie.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere
items wilt aanpassen.
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt
tot de in stap 1 gekozen geluidsmodus
op de display knippert.
SCM
22
De wijziging van de geselecteerde
geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen
opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere
geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 21.
Klok instellen
ANDERE HOOFDFUNCTIES
5
Voltooi de instelling.
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 25).
SEL
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
¢
4
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
1
¢
4
2
2
SEL
De huidige kloktijd opvragen of de
weergavemodus wijzigen
Druk meerdere malen op DISP (display). Elke
keer wanneer u op de toets drukt, verandert het
afleesvenster als volgt:
• Tijdens de bediening van de tuner:
Klok
Opmerking:
• Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens
RDS-bediening verwijzen we u naar bladzijde 15.
• Voor het wijzigen van de vermeldingen tijdens
DAB-bediening verwijzen we u naar bladzijde 32.
• Bij gebruik van het cassettespeler:
Klok
• Tijdens de bediening van de extern
apparaat :
Klok
• Tijdens de bediening van de CD-wisselaar:
KlokVerstreken speelduurCD-nummer
Frequentie
Afspeelmodus
(richting van de band)
LINE IN
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
¢
4
• Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt
5 seconden op de klok getoond. De stroom
schakelt vervolgens uit.
23
SEL
SEL
De kleur voor het
displayvenster selecteren
De volgende beschrijvingen zijn
uitsluitend voor de KS-FX772R.
U kunt de gewenste kleur voor het displayvenster
kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek is “ALL DEMO”
gekozen.
• ALL DEMO: De kleur verandert iedere 30
• SOURCE:De kleur verandert afhankelijk
• BLUE 1:Blauw gekleurd 1.
• BLUE 2:Blauw gekleurd 2.
• PURPLE 1:Paars gekleurd 1.
• PURPLE 2:Paars gekleurd 2.
• RED 1:Rood gekleurd 1.
• RED 2:Rood gekleurd 2.
NEDERLANDS
1
Druk op DISP (display) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat de hierboven
aangegeven kleuren op het display
worden getoond.
DISP
seconden.
van de gekozen bron (FM/AM,
TAPE, CD-wisselaar of extern
apparaat).
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijde 25).
2
Selecteer het PSM-item waarvan u
de instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 25).
¢
4
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
24
2
Selecteer de kleur die u voor het
display wilt gebruiken.
¢
4
3
Voltooi de instelling.
DISP
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
SEL
Houd.
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minute
SCM LINK
24H/12H24/12-uur aanduiding
AUTO ADJAutomatische instellen van
DISPMODEDisplayfunctie
CH DISPWisselaardisplay
AF REGAlternatieve frequentie/
PTY STBYPTY-standby
TA VOLVolume voor
P-SEARCHProgramme zoeken
LEVELNiveaudisplay
TEL
B. SKIPBlank skip
EXT IN*Extern apparaat
2
¢
4
Kies...
Koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
de klok
Regionale ontvangst
verkeersinformatie
Audiodemping voor
cellulaire telefoonsystemen
3
Stel in...
–+
VerderTerug
TerugVerder
LINK OFF
12H
OFFONON
PS NAME
TIME
AF
29 programmatypen
OFF
VOL 00 – VOL 50
AUDIO 1
OFFMUTING 1
MUTING 2
LINK ON
24H
FREQ
CLOCK
DISCDISC26
AF REG
OFF
(zie bladzijde16)
AUDIO 2
OFF
ONOFF
LINE INCHANGER
Fabrieksin-
stellingen
0:0023
21, 26LINK ON
24H
PS NAME
AF
OFF
AUDIO 226
OFF18
CHANGER
10, 11
11, 12
26, 30
Zie
blz.
23
15
15
NEDERLANDS
15VOL 20
14OFFONOFF
26OFF
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en
Band.
25
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced
SCM (Sound Control Memory) te annuleren en
de aangebrachte koppeling tussen de
geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te
heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen,
aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een
andere geluidsmodus te horen krijgen als u een
andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON:De voorziening Advanced SCM is
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke
afspeelbron een andere
geluidsmodus).
uitgeschakeld (voor elke
afspeelbron geldt een en dezelfde
geluidsbron).
Kiezen van het wisselaardisplay – CH DISP
U kunt kiezen of u het discnummer of de totale
NEDERLANDS
verstreken weergavetijd als basisaanduiding op
het display van de CD-wisselaar wilt.
Bij het verlaten van de fabriek is de instelling
“DISC” geselecteerd.
• DISC:Toont het discnummer en
• TIME:Toont de verstreken weergavetijd.
fragmentnummer.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display
moet worden weergegeven.
Bij het verlaten van de fabriek is de instelling
“AUDIO 2” geselecteerd.
• AUDIO 1:Niveaumeter wordt verlicht.
• AUDIO 2:Beurtelings niveaumeter en het
• OFF:De indicator voor het
verlichte display weer.
geluidsniveau verdwijnt.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat
u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke
dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de
vraag welke instelling het geluid het beste dempt.
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus
standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF:Hiermee wordt de audiodemping
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
Het externe apparaat selecteren – EXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op
de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Als u het externe apparaat via deze eenheid als
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk
onderdeel – de CD-wisselaar of het externe
apparaat – u wilt gebruiken.
Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar
standaard als extern apparaat geselecteerd.
• LINE IN:Voor een ander apparaat dan de
CD-wisselaar.
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan
in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte
publicatie).
26
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
V oordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u
er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel miets
omhoog en trek tegelijkertijd naar u
toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer
op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met
een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
Connectors
27
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
TP/PTY
SEL
DISP
7
8
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te
maken van de CH-X-serie.
Als u een andere automatische CD-wisselaar in
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK
serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K)
nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te
gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
NEDERLANDS
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de
houder verwijderen en de CD’s op de juiste
wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de
verbinding controleren, de verbindingskabel(s) stevig vastmaken. En dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
MO
CD CHANGER CONTROL
9
10
1112
RND
RPT
MODE
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CDCH
SCM
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar
(CD-CH).
CDCH
• Het display toont afhankelijk van de “CH DISP
(CD-wisselaardisplay)” instelling (zie b ladzijde 25)
de volgende informatie.
• Met “DISC” gekozen
• Met “TIME” gekozen
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de
spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te
drukken om de spanning in te schakelen.
Het afspelen begint bij de eerste
track van de eerste CD.
Alle tracks van alle CD’s worden
afgespeeld.
CD-nummer
Nummer van het muziekstuk
Verstreken speelduur
28
Versneld vooruit afspelen en achteruit
afspelen van het muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van een
¢
4
CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk
versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een
CD op 4 en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk
achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt
¢
4
korte tijd op ¢ om naar
het begin van de volgende
track te gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de
volgende track, die vervolgens
ten gehore wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt
korte tijd op 4 om naar
het begin van de huidige
track te gaan.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de vorige
track, die vervolgens ten gehore
wordt gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het
nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CDwisselaar).
891011127
RNDRPTMO
Kiezen van de weergavefunctie
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
(Random Play)
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u een CD afspeelt. De
eenheid schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RND (random) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de
indicator RND op de display aangaat.
MODE
Vervolgens iedere keer wanneer u stappen 1
en 2 herhaalt,wordt er een andere modus voor
het in willekeurige volgorde afspelen van tracks
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
RND1RND2
Uit, geen aanduiding
Modus
RNDindicator
RND1Licht opAlle muziekstukken van
(random1)
RND2KnippertAlle muziekstukken van
(random2)
Afspelen in
willekeurige volgorde
de huidige CD, daarna de
muziekstukken van de
volgende CD enzovoorts.
alle CD’s in de CD-houder.
12
RND
NEDERLANDS
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
CD-nummer
Nummer van het muziekstuk
Bijv.: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u een CD afspeelt. De
eenheid schakelt over op de functiemodus.
2 Druk op de toets RPT (repeat) terwijl de
functiemodus nog is geactiveerd, zodat de
indicator RPT op de display aangaat.
MODE
Vervolgens iedere keer wanneer u stappen 1
en 2 herhaalt,wordt er een andere modus voor
het herhaald afspelen van tracks geselecteerd,
en wel in deze volgorde:
RPT2KnippertAlle fragmenten van de
(repeat2)spelende (of ingestelde)
RPTindicator
Herhaling van...
disc.
29
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
TP/PTY
SEL
DISP
7
Werken met een extern
apparaat
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat
treft u aan in de Handleiding voor installatie/
aansluiting (aparte publicatie).
NEDERLANDS
• Alvorens u het externe apparaat volgens de
onderstaande instructies gaat bedienen, moet u
ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt
geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe
apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 26).
1
Selecteer het externe apparaat
(CD-CH).
CD CHANGER CONTROL
MO
10
9
8
1112
RND
RPT
2
Schakel het aangesloten apparaat
MODE
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CDCH
SCM
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
3
Regel het volume.
4
Pas de geluidskarakteristieken naar
eigen inzicht aan. (Zie bladzijde
20 – 22).
CDCH
• Als de vermelding “LINE IN”* niet op de display
verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 26.
Selecteer in zo’n geval de externe ingang
(“LINE IN”).
* Wordt alleen weergegeven indien een van de
volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM
en Band.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de
spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te
drukken om de spanning in te schakelen.
30
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
We raden u aan om in combinatie met deze
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radioz endsystemen
die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en
signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst,
afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk
programma op een aparte frequentie wordt
uitgezonden, worden bij DAB verschillende
programma’s (die “services” worden genoemd)
met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze
eenheid aansluit, kunt u van deze DABservices gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op DAB (FM/AM) als het
cassettedeck, de CD-wisselaar of een extern
apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
DAB
FM/AM
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
CD CHANGER CONTROL
10
1112
2
3
4
TAPE
DAB
FM/AM
¢
SSM
4
CD-
RND
RPT
MODE
CH
SCM
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
DAB
FM/AM
DAB1
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB1, DAB2 en DAB3). U kunt met
elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB2DAB3
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen
¢
4
op een ensemble met een
hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen
op een ensemble met een
lagere frequentie.
Zodra er een ensemble wordt gevonden,
wordt het zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat
er een ensemble is gevonden, moet u de
toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in
gang te zetten nogmaals indrukken.
Selecteer de service waarnaar u wilt
luisteren.
MODE
1 Druk op MODE om de
functiemodus te activeren
tijdens het luisteren naar
de DAB-tuner. De eenheid
schakelt over op de
functiemodus.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
31
FM/AMDAB
2
Druk terwijl de functiemodus
¢
4
nog is geactiveerd op
¢ of 4 om een
dienst te kiezen.
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op DISP (display) als u andere informatie
op de display wilt weergeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Tijd
Naam van de service
NEDERLANDS
Naam van het ensemble
Kanaalnummer
Frequentie
Band/Voorkeuzenummer
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
DAB
FM/AM
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
DAB
FM/AM
DAB1
3
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
¢
4
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM/AM-tuner geselecteerd.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB2DAB3
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble:
1 Druk op DAB (FM/AM) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM/AM) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,
DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of op 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4 tot
u het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen tot u de toets weer
loslaat.
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op DAB (FM/AM) en houd deze.
32
4
Selecteer de service van het
ensemble.
MODE
¢
4
1 Druk op MODE om de
functiemodus te activeren
tijdens het luisteren naar
de DAB-tuner. De eenheid
schakelt over op de
functiemodus.
2
Druk terwijl de functiemodus
nog is geactiveerd op
¢ of 4 om een
dienst te kiezen.
5
FM/AMDAB
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u
de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
7
Omroepband/Nummer
voorkeurzender en
servicenaam worden korte
tijd beurtelings knipperend
weergegeven.
6
Herhaal de bovenstaande procedure
als u nog andere DAB-services
achter voorkeuzetoetsen wilt
opslaan.
Opmerkingen:
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde
DAB-service afstemmen.
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services
in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 32
en 33 als u nog geen services hebt opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
DAB
FM/AM
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
DAB
FM/AM
DAB1
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)
voor de DAB-service die u wilt
beluisteren.
Elke keer wanneer u op
de toets drukt en houdt,
wordt de DAB-tuner of de
FM/AM-tuner geselecteerd.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB2DAB3
891011127
NEDERLANDS
RNDRPTMO
33
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie,
moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Er kan geen band in het
apparaat worden gestopt.
• De cassette wordt niet
uitgeworpen.
• De banden worden heet.
• Het geluidsniveau van de
band is erg laag en de
geluidskwaliteit is aangetast.
U probeert de cassette op de
verkeerde manier in de
cassettehouder te stoppen.
Het uitwerpen van de cassette
is vergrendeld.
Dit is geen storing.
De kop van de band is vuil.
Verkeerde verbindingen.
De geluidsknop is op de
laagste stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Oplossingen
Stop de cassette in het apparaat
en zorg dat de onderkant, waar de
band zichtbaar is, rechts zit.
Druk op TAPE 23 en 0 en houd
deze gedurende minimaal 2
seconden.
Reinig de kop met een speciale
reinigingsband.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Sla de stations handmatig op.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
34
Symptomen
• De vermelding “NO DISC”
verschijnt op de display.
Oorzaken
Er zit geen CD in de CD-houder.
De CD’s zijn op de verkeerde
manier in de CD-houder
geplaatst.
Oplossingen
Stop de CD’s in de CD-houder.
Stop ze op de juiste manier in de
CD-houder.
• De vermelding “NO MAG”
verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET 8”
verschijnt op de display.
• De vermelding “RESET1”
– “RESET 7” verschijnt op de
display.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
Er is geen magazijn in de
CD-wisselaar geladen.
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer
niet goed ten gevolge van
lawaai, enzov oorts.
Plaats het magazijn.
Verbind het apparaat en de
CD-wisselaar op de juiste manier
met elkaar en druk op de
Reset-toets van de CD-wisselaar.
Druk op de Reset-toets van de
CD-wisselaar.
Houd de SEL (selecteren) en de
toetsen beide gelijktijdig
een paar seconden ingedrukt. (De
instellingen van de klok en
voorkeurzenders in het geheugen
worden gewist). (Zie bladzijde 2).
NEDERLANDS
35
ONDERHOUD
Dit apparaat vergt weinig zorg, maar u zult de
levensduur van het apparaat kunnen verlengen
als u onderstaande instructies opvolgt.
Koppen reinigen
• Reinig de koppen na elke 10 bedrijfsuren met
een reinigingsband. Gebruik een type band met
vloeistof (verkrijgbaar bij uw detailhandelaar).
Wanneer de kop vuil wordt, zijn de volgende
symptomen merkbaar:
– De geluidskwaliteit wordt minder.
NEDERLANDS
– Het geluidsniveau neemt af.
– Het geluid valt weg.
• Gebruik geen vuile of stoffige banden.
• Zorg dat het glanzende gedeelte van de kop
niet in aanraking komt met metalen of
magnetisch gereedschap.
De band schoonhouden
LET OP:
• Gebruik geen cassettes met loszittende stickers.
Wanneer de band wordt afgespeeld, kan het
apparaat hierdoor worden beschadigd.
• Zorg dat de band strak zit en geen lussen vertoont.
Deze kunnen in het mechanisme verstrikt raken.
• Laat na gebruik geen cassettes in de
cassettehouder achter. De band kan hierdoor
rekken.
U kunt de levensduur van dit apparaat eveneens
verlengen door de hieronder omschreven functie
toe te passen.
Contactsleutel (motor) uit – band wordt
losgelaten/ contactsleutel (motor) aan
– band wordt afgespeeld
• Als u het contact met de contactsleutel
uitschakelt terwijl er zich een cassette in het
cassette-compartiment bevindt, zal de cassette
automatisch worden vrijgegeven.
• Als u het contact met de contactsleutel
inschakelt terwijl er zich een cassette in het
cassette-compartiment bevindt en u het contact
eerder met de contactsleutel hebt
uitgeschakeld terwijl er een cassette werd
afgespeeld, zal die cassette automatisch
opnieuw beginnen te spelen.
• Bewaar de cassettes na gebruik altijd in het
opbergdoosje.
• Zorg dat u de cassettes niet neerlegt op:
– Plaatsen waar zij blootstaan aan direct
zonlicht.
– Zeer vochtige plaatsen.
– Plaatsen met uitzonderlijk hoge
temperaturen.
36
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal
Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble:±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
30 Hz t/m 16 000 Hz (normaalcassette)
Signaal-/ruisverhouding: 56 dB
Stereoseparatie: 40 dB
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,4 kg (excl. accessoires)
NEDERLANDS
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
37
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1201KKSMDTJEIN
JVC
KS-FX772R/KS-FX732R
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0062-003A
[E/EX]
1201KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical installation.
However, you should make adjustments
corresponding to your specific car. If you have any
questions or require information regarding installation
kits, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT
dealer or a company supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control
Panel Release button) to detach the control
panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the
sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful
not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the
sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for
future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into
the dashboard, bend the appropriate tabs
to hold the sleeve firmly in place, as
illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s
body and place the rubber cushion over the
end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is loc ked.
8
Attach the trim plate so that the projection
on the trim plate is fixed to the left side of
the unit.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen Einbau.
Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen
Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen
Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des
Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren
JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das
diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der
Bedienungsblende), um die Arretierung der
Bedienungsblende zu lösen, sofern diese bereits
angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die
Bedienungsblende im Etui verpackt.
2
Die Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf
achten, daß die Sicherung auf der Rückseite
nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die
Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau des
Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel
umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu
sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des
Gerätekörpers befestigen und das Ende der
Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es
einrastet.
8
Befestigen Sie die Frontrahmen in der Form, daß
der Fortsatz der Frontrahmen auf der linken Seite
des Geräts befestigt wird.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
•
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de 12 V à masse
NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
•
L’illustration suivante est un exemple d’installation
typique. Cependant, vous dev ez faire les ajustements
correspondant à votre voiture particulière. Si vous
avez des questions ou av ez besoin d’information sur
des kits d’installation, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC ou une compagnie
d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
(déblocage du panneau de commande) pour
éventeullement détacher le panneau de
commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort
d’usine, il est rangé dans un étui de tr ansport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le
manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
à la verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le
manchon comme indiqué pour désengagé
les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
poignées pour une utilisation ultérieur,
après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans
le tableau de bord, plier les bonnes pattes
pour maintenir fermement le manchon en
place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du
corps de l’appareil puis passer l’amortisseur
en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à
ce qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage de façon que
la projection de la plaque d’assemblage soit
fixée sur le côté gauche de l’appareil.
9
Remonter le panneau de commande.
Lorsque vous mettez l’appareil
S’assurer de garder les
Appuyer sur
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie,
normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de
installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw
eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden
over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio
dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten
levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat
begint: Druk op (het bedieningspaneel
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt
loskoppelen indien dit aan de eenheid is
vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpakt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: W anneer u het apparaat rechtop
zet, moet u erop letten dat u de zekering aan
de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te
maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in
de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld,
stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van
het apparaat vast en plaats de rubberdop over het
uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het
vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat zodanig dat het uitstekende
deel van de plaat aan de linkerkant van de eenheid
vast komt te zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
1
3
Control panel
Schalttefel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Handle
Griffe
Poignée
Hendels
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
2
Control panel
Schalttefel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
9
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
53 mm
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS. ”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTÉS
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sontelles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: W anneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear
section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away
from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttefel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttefel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Die Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les deux poignées dans les fentes,
comme montré. Puis , tout en tirant doucement
les poignées écartées, faire glisser l’appareil
pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
32
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies av ec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna
duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat
naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make
all electrical connections before installing the unit. If
you are not sure how to install this unit correctly , ha ve
it installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter
is required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently , consult y our JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. Ho wever , with some vehicles, clic king or other
unwanted noise may occur . If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords, such as copper braiding or gauge wire .
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more
than 45 W at the rear and 45 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig
durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei
manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder
andere unerwünschte Störgeräusche auftreten.
Sollte das der Fall sein, die hintereErdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des
Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen,
dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise
Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden.
Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an
Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher sollte
nicht mehr als 45 W hinten und 45 W vorne sein,
mit einer Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas
sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le
faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un con vertisseur de tension,
que vous pouvez acheter chez un revendeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée.
Si le fusible saute souvent, consulter votre re vendeur
d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit
d’alimentation. Cependant, a vec certains véhicules,
quelques claquements ou autres bruits non désirés
risquent de se produire. Si cela arrive, r accorder la
borne arrière de masse
de la voiture (voir le diagramme de raccordement)
en utiliscant des cordons les plus gros et les plus
courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une
tresse. Si le bruit persiste, consulter v otre revendeur
d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des haut-parleurs devrait
n’être pas plus qu’ c 45 W à l’arrière et 45 W à l’a vant,
avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
•
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
2
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
4 Ω à 8 Ω
12 V à masse
de l’appareil au châssis
.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin niet meer dan 45 W zijn en voorin 45 W, met
een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van
de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit.
1
Connect the colored leads of the power cord to the
car battery, speak ers and power aerial (if any) in the
following sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to power aerial
(200 mA max.)
5 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
6 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory
terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial
position) to fuse position 2, and connect the red lead
(A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
1
Die farbigen Leitungen des
Spannunsgversorgungskabels an der
Autobatterie, den Lautsprechern und dem
Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender
Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: an Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: an Motorantenne
(max. 200 mA)
5 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung
des Mobiltelefons.)
6 Andere: an Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine
Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1.
Sicherungsposition (Erstposition) in die 2.
Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7)
an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
• Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht
verwendet.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
1
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation
à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne
automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: a la masse
2
Jaune: a la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à la prise accessoire
4
Bleu avec bande blanche: à l’antenne automatique
(200 mA max.)
5
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(Pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
6
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible
1 (position originale) à la position de fusible 2 et
connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la
batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
Si votre véhicule ne possède pas de borne
vérifiez
NEDERLANDS
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan
door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in
de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de
auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(Max. 200 mA)
5 Bruin: Naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de
mobiele telefoon worden geleverd.)
6 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een
aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1
(beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met
de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Fuse position 2
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4A8
Rear ground terminal
Hintere Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
Line out
(see diagram B )
Schutz kappen
Signalausgang
(siehe Schaltplan B )
Sortie de ligne
(voir le diagramme B )
Uitgang
(zie schema B )
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
*1: Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise
power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen
werden, da sonst die Stromversorgung nicht
eingeschaltet werden kann.
*1:Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil
ne peut pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet
het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
2. Sicherungsposition
Position de fusible 2
Zekering, stand 2
Fuse position 1
1. Sicherungsposition
Position de fusible 1
Zekering, stand 1
2
Only for KS-FX772R
Nur Für KS-FX772R
Seulement pour le KS-FX772R
Alleen voor KS-FX772R
JVC CD changer/DAB tuner or
another external component
CD-Wechsler von JVC/DAB-Tuner
oder eine andere externe
Komponente
Changeur CD JVC/
Tuner DAB ou autre
appareil extérieur
JVC CD-wisselaar/
DAB-tuner of een ander
extern apparaat
3
B115B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4A8
Yellow*
Gelb*
Jaune*
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Brown / Braun /
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
1
1
1
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K).
You can also use an external component such as a portable MD player by connecting the Line Input Adaptor KS-U57 (not supplied).
(See diagram B .)
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K).
Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht zum Lieferumfang
gehörenden) Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen (siehe Schaltplan B ).
Lors de la connexion d’un changeur CD, nous vous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K).
Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel qu’un lecteur de MD en connectant l’adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non
fourni) (voir le diagramme B ).
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
• Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K).
Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD-speler aan te sluiten met behulp van de Line Input Adapter KS-U57 (niet meegeleverd).
(Zie schema B .)
Not included with this unit.
*
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
To cellular phone system
A2
Zur Moblitelephon
À un système de téléphone cellulaire
5
Naar het mobiele-telefoonsysteem
Ignition switch
*
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Ontstekingsschakelaar
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
A8
1
A4
2
Marron /
1
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
T o a liv e terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing
the ignition swich)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum
Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la
voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten
op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
A7
Bruin
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
3
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
A5
4
B6B5B4B3B8B7B2B1
White with black stripe
Weiß mit schwarzem
Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be
seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory
terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord
to the speakers, check the speaker wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NO T connect the unit
using that original speaker wiring. If you do, the unit
will be seriously damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect the
unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original
speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your car dealer.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 3Fig. 2Fig. 1
6
Gray
Grau
Gris
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung
und Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT
an der Autobatterie anschließen, da sonst das
Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur
Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur
Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des
Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die
Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
“Fig. 1” und “Fig. 2” abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie
das Gerät an den Lautsprechern wie in “Fig. 3”
abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in “Fig. 3” abgebildet, können Sie das Gerät
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren
Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem Streifen
V ert avec bande noire
Groen met zwarte streep
Green
Grün
Vert
Groen
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et
la connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des
enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
réalisé comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 cidessous,
utiliscant ce câblage original d’enceintes. Si vous
le faites, l’appareil sera sérieusement endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture est
comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original
d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de v otre
voiture.
3
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher
(hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de
stroomkabeldraad met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet,
zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met
de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers
in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag
het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van
deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel
doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat
aansluiten met behulp van de oorspronkelijke
speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw autodealer.
) op de juiste wijze aan.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen
verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les
raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer
u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest
anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder
entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
B Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
• T o prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT
VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS utilisés
avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband bedekken.
You can connect an amplifier and other
equipment to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white
stripe) to the remote lead of the other
equipment so that it can be controlled through
this unit.
• For amplifier only:
– Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused. (Cover
the terminals of these unused leads with
insulating tape, as illustrated above.)
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L
R
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
Vordere Lautsprecher
L
R
L
L
R
R
Front speakers
Enceintes avant
V oorspeakers
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
LINE OUT
L
FRONT
REAR
R
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät
anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel
des anderen Geräts an, so daß es über dieses
Gerät gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses
Gerät an den Anschlußklemmen des
Eingangs des Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät
abtrennen und am Verstärker anschließen.
Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts
unbenutzt lassen. (Die Anschlußklemmen
dieser nicht verwendeten Leitungen mit
Isolierklebeband umwickeln, siehe
Abbidung oben.)
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
*
KS-FX772R
KS-FX732R
Antennedraad (Blauw met witte streep)
L
R
Only for KS-FX772R
You can connect another
power amplifier for front
speakers.
Vous pouv ez connecter un amplificateur ou autre
appareil pour améliorer votre système autoradio .
•
Connectez le fil de commande à distance (bleu
avec bande blanche) au fil de commande à
distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse
être commandé via cet appareil.
•
Pour l’amplificateur seulement:
– Raccorder les bornes de sor tie ligne de cet
appareil aux bornes d’entrée ligne de
l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil
et connectez-les à l’amplificateur. Laissez
les fils d’enceintes de cet appareil
inutilisés. (Recouvrir les extrémités de ces
fils inutilisés avec de la bande isolante
comme montré ci-dessus.)
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y -connector ( niet meegeleverd)
INPUT
L
R
Nur Fur KS-FX772R
Sie können einen anderen
Leistungsverstärker für die vorderen
Lautsprecher anschließen.
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
Seulement pour le KS-FX772R
Vous pouvez connecter un autre
amplificateur de puissance pour
les enceintes avant.
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te
breiden met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep)
met de externe kabel van het andere apparatuur
zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan
worden bediend.
• Alleen voor een versterker:
– Verbind de uitgang van het apparaat met de
ingang van de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los
en verbind ze aan de versterker. Gebruik
de speakerdraden van dit apparaat niet.
(Plak de aansluitklemmen van deze
speakerdraden met isolatieband af zoals
hierboven is afgebeeld.)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
*
Alleen voor KS-FX772R
U kunt nog een
eindversterker voor de
voorspeakers aansluiten.
* Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chassis of the car—to the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may
cause damage to this unit.
* Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kontaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der
Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
* Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant
d’attacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
* Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel
kan worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a
JVC DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instructions
supplied with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DABTuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
V erbindingskabel die met de DAB-tuner wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KS-FX772R
KS-FX732R
Only for KS-FX772R
Nur Für KS-FX772R
Seulement pour le KS-FX772R
Alleen voor KS-FX772R
JVC DAB-tuner
• You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen
Darstellung anzuschließen.
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
•
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen
DAB-Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von
JVC anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß
können Sie der Bedienungscanleitung
entnehmen, die dem jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CDWechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
V erbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
V ous pouv ez connecter un changeur CD JVC et/
ou un tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
•
Pour leurs conne xions, référez-vous aux modes
d’emploi qui les accompagnent.
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DABtuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer
informatie over het tot stand brengen van deze
aansluiting.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni av ec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
KS-FX772R
KS-FX732R
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
Only for KS-FX772R
Nur Für KS-FX772R
Seulement pour le KS-FX772R
Alleen voor KS-FX772R
or
oder
ou
of
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is
turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie
sich, daß das Gerät ausgeschaltet ist.
• A vant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CDwisselaar aansluit.