JVC DULYT1266-004A User Manual

Page 1
DIGITALE VIDEOCAMERA
INHOUD
GR-D21
Breng ook een bezoek aan onze Internet site voor digitale videocamera’s:
http://www.jvc.co.jp/english/cyber/
Voor toebehoren:
http://www.jvc.co.jp/english/accessory/
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
STARTEN 7 – 10
OPNAME OP & WEERGAVE VAN EEN CASSETTE
GEAVANCEERDE FUNCTIES
REFERENTIE 34 – 47
11 – 15
16 – 33
6
GEBRUIKSAANWIJZING
DULYT1266-004A
Page 2
INHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3 BIJGELEVERDE ACCESSOIRES 5 BEVESTIGEN VAN DE LENSDOP 5 BEVESTIGEN VAN HET KERNFILTER 6 AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE 6
STARTEN
Stroomvoorziening .................................................. 7 – 8
Instellen van de handgreep ............................................ 8
Instellen van de zoeker ................................................. 8
Bevestigen van de schouderriem...................................... 9
Bevestigen op een statief .............................................. 9
Plaatsen/verwijderen van een cassette ..................... 9 – 10
Instellen van de datum/tijd.......................................... 10
Instellen van de opnamefunctie ..................................... 10
OPNAME OP & WEERGAVE VAN EEN CASSETTE
OPNAME OP EEN CASSETTE ......................... 11 – 13
Basisbediening Opname .................................... 11 – 12
Zoomen ............................................................... 12
Tijdcode ............................................................... 13
WEERGAVE VAN EEN CASSETTE..................... 13 – 15
Normale weergave.......................................... 13 – 14
Opzoeken blanco stukken ........................................ 14
Verbindingen ........................................................ 15
GEAVANCEERDE FUNCTIES
VOOR OPNAME ........................................ 16 – 20
Night-Scope .......................................................... 16
Programma AE met speciale effecten .......................... 16
Fade/wipe-effecten ............................................... 17
Momentopname (Voor opnamen op een cassette) .......... 18
Automatische Scherpstelling ..................................... 18
Handmatige Scherpstelling ....................................... 19
Belichtingsregeling ................................................. 19
Diafragmavergrendeling .......................................... 20
Instellen van de witbalans ....................................... 20
Gebruik van de handmatige witbalans ........................ 20
MENU’S GEBRUIKEN VOOR GEDETAILLEERDE
INSTELLINGEN .......................................... 21 – 25
Voor het opnamemenu ..................................... 21 – 24
Voor het weergavemenu .................................. 24 – 25
KOPIËREN ................................................ 26 – 27
Kopiëren naar een videorecorder ............................... 26
Kopiëren naar een video-apparaat met een
DV aansluiting (digitaal kopiëren) ............................ 27
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING ......... 28 – 32
Slow-motion weergave ........................................... 28
Beeld-voor-beeld weergave ..................................... 28
Weergave speciale effecten ...................................... 28
Weergave Zoom .................................................... 28
Opname van ander geluidsspoor (“audio-dubben”) ........ 29
Invoeg-montage .................................................... 29
Monteren van scènes in een andere volgorde
[R.A.Edit] .................................................... 30 – 32
Voor een uitermate nauwkeurige montage ................... 32
SYSTEEMAANSLUITINGEN................................... 33
Aansluiten op een Personal Computer ......................... 33
REFERENTIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....................... 34 – 36
VOORZORGEN.......................................... 37 – 38
TECHNISCHE GEGEVENS ..................................... 39
INDEX ..................................................... 40 – 45
Regelaars, aansluitingen en indicators ................. 40 – 41
Aanduidingen ................................................. 42 – 44
Gebruik van de los verkrijgbare RM-V717U
afstandsbediening ............................................... 45
TERMEN .................................................. 46 – 47
Raadpleeg de afbeeldingen op bladzijde 40 en 42 bij het lezen van de gebruiksaanwijzing, want alle bedieningsorganen, aansluitingen en aanduidingen zijn hierop genummerd aangegeven en deze nummering wordt in de hele gebruiksaanwijzing gevolgd, behalve waar anders staat aangegeven.
NE
2
None
Page 3
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik eerst de veiligheidsvoorschriften en de waarschuwingen ( blz. 3 en 4) om er zeker van te kunnen zijn dat u op een veilige manier kunt omgaan met dit product.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN
BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Om elektrische schokken te vermijden, mag u de ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit het stopcontact wanneer u de netadapter voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
De informatie betreffende de stroomvoor-ziening en de veiligheidswaarschuwing voor de netadapter bevinden zich op de boven- en onderkant daarvan.
LET OP:
Voorkom een elektrische schok of beschadiging van het toestel en steek de kleine stekker van het netsnoer in de netadapter zodat deze goed vast zit. Steek vervolgens de grotere stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Gebruikte batterijen
Niet weggooien, maar inleveren als KCA.
Voorzichtig bij het vervangen van de lithium batterij
Bij verkeerd gebruik van de in dit toestel gebruikte lithiumbatterij kan gevaar van brand of chemische verbranding ontstaan. Derhalve mag u de batterij nooit herladen, uiteennemen, verhitten boven 100°C of verbranden. Vervang de batterij door een Panasonic (Matsushita Electric), Sanyo, Sony of Maxell CR2025 batterij. Er bestaat explosie- of brandgevaar als de batterij niet op de juiste manier vervangen wordt. Gooi een gebruikte batterij onmiddellijk weg (liefst op een milieuvriendelijke wijze, bijvoorbeeld in een
batterijbak of door hem terug brengen naar de foto- of elektriciteitshandelaar).
Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.Neem de batterij niet uiteen en gooi hem niet in een open vuur.
VOORZORGSMAATREGELEN:
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD­monitor/zoeker is echter overal mogelijk.
Gebruik de JVC BN-V408U/V416U/V428U accu’s en laad deze op met de meegeleverde multi-voltage netstroomadapter of gebruik deze netstroomadapter en dit netsnoer om de camcorder van stroom te voorzien. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen.)
NoneNone
NE
3
Page 4
Wanneer het toestel in een kast of op een plank wordt gezet, moet u er op letten dat er voldoende ventilatieruimte aan alle kanten van het toestel overblijft (10 cm of meer aan beide zijkanten, aan de bovenkant en aan de achterkant).
Blokkeer de ventilatie-openingen niet. (Als de ventilatie-openingen geblokkeerd worden door een krant, een kleedje of iets dergelijks, is het mogelijk dat de warmte niet uit het toestel kan ontsnappen.)
Zet geen open vuur, zoals een brandende kaars, op het toestel. Denk aan het milieu wanneer u batterijen weggooit en volg de lokale regelgeving aangaande het wegwerpen
van deze batterijen strikt op. Het toestel mag niet worden blootgesteld aan druppelend of spattend water. Gebruik dit toestel niet in een badkamer of andere plek waar water voorhanden is.
Zet ook geen voorwerpen met water of andere vloeistoffen erin op het toestel (zoals cosmetica, medicijnen, bloemenvazen, potplanten, kopjes enz.). (Als water of een andere vloeistof in het toestel terecht komt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.)
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP
De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde schouderriem goed en gebruik deze riem om de camcorder te dragen. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP
Verbind geen kabels (audio/video, S-video, enz.) met de camcorder wanneer deze op de TV is geplaatst en laat de camcorder niet op de TV liggen. Iemand zou namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op staan waardoor de camcorder van de TV valt met beschadiging tot gevolg.
Deze camcorder is exclusief ontworpen voor digitale videocassettes. Gebruik uitsluitend cassettes
voorzien van de “
” markering met deze camcorder.
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
..... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV markering .
..... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is.
..... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder de vereiste
toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
NE
4
None
Page 5
of
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Netadapter AP-V11E of AP-V13E
Netsnoer Kabeladapter
Lithiumbatterij* CR2025 (voor afstands­bediening)
3
6
0
9
3
4
2
5
we
Afstands-
T
bediening*
W
RM-V718U
* In de fabriek is reeds een batterij in de afstandsbediening gezet
(met een isolatievelletje). Verwijder dit isolatievel voor gebruik.
11
Inkeping
Schouderriem
4
2
Trek naar buiten door een gepunt voorwerp in de inkeping te steken.
Accu BN-V408U
Kernfilter (voor optionele montagekabel, meegeleverd met de afstandsbedieningset RM-717KITU.)
blz. 6 voor bevestiging)
(
Audio/videokabel (ø3,5 ministekker naar tulpstekker)
Lensdop (Zie onder voor bevestiging)
OPMERKING:
Om de optimale prestaties van uw camcorder te waarborgen, kunnen de meegeleverde kabels voorzien worden van een of meer kernfilters. Als een kabel slechts voorzien is van een enkel kernfilter, dient u het uiteinde van de kabel dat het dichtst bij het kernfilter zit op de camcorder aan te sluiten.
BEVESTIGEN VAN DE LENSDOP
Plaats ter bescherming van de lens de meegeleverde lensdop op de camcorder zoals in de afbeelding wordt getoond.
OPMERKING:
Als de lensdop goed zit, ligt deze in lijn met de behuizing van de camera.
1 Zorg ervoor dat de pijl (
naar boven wijst.
None
)
Pijl
23
NE
5
Page 6
BEVESTIGEN VAN HET KERNFILTER
Bevestig het kernfilter(s) (indien meegeleverd met uw model blz. 5) aan een los verkrijgbare kabel(s). Kernfilters verminderen interferentie.
12 3
3 cm
Klem
Maak de klemmetjes aan beide uiteinden van het kernfilter los.
Leid de kabel door het kernfilter en laat ongeveer 3 cm kabel over tussen de stekker en het kernfilter. Wikkel de kabel een keer buiten het kernfilter om zoals aangegeven in de afbeelding.
• Wikkel de kabel redelijk strak op.
Een wikkeling
Sluit het kernfilter tot het dichtklikt.
OPMERKING:
Wees voorzichtig dat u de kabel niet beschadigt.
Wanneer u kabels aansluit, dient u het uiteinde met het kernfilter aan te sluiten op de camcorder.Gebruik geen te dikke kabel, want u moet deze om het kernfilter kunnen wikkelen.
AUTOMATISCHE DEMONSTRATIE
De Automatische Demonstratie zal in werking treden wanneer DEMO MODE op ON staat (fabrieksinstelling).
De Automatische Demonstratie begint wanneer er ongeveer
3 minuten lang geen handeling wordt uitgevoerd nadat de Spanningsschakelaar y op “ ” of “ ” is gezet en er geen cassette in de camcorder zit.
De demonstratie zal worden onderbroken wanneer u een andere
handeling op het toestel uitvoert. Als u vervolgens tenminste 3 minuten geen handelingen meer uitvoert, zal de demonstratie worden hervat.
De “DEMO MODE” (demonstratiefunctie) zal “ON” (aan) blijven
staan ook al schakelt u de stroom voor de camcorder uit.
Annuleren van de Automatische Demonstratie:
1. Zet de spanningsschakelaar y op “ ” terwijl u de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt en druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ in. Het Menuscherm zal verschijnen.
2. V erdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, selecteer “ (SYSTEM)” en druk de keuzeschijf in.
3. V erdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, selecteer “DEMO MODE” en druk de keuzeschijf in. Het Sub Menu zal verschijnen.
4. V erdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, selecteer “OFF” en druk de keuzeschijf in.
5. V erdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, selecteer “ RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in. Het normale scherm verschijnt weer.
OPMERKING:
Als u de lensdop niet verwijdert, kunt u de daadwerkelijke veranderingen van het beeld op de LCD monitor of in de zoeker tijdens de automatische demonstratie niet bekijken.
t
$
y
EMO MOD ED
RETURN
M
SYSTE
OFF
ON
Sub-menu
NE
6
None
Page 7
Stroomvoorziening
OPLADEN VAN DE ACCU
1 Met de pijl op de accu naar boven wijzend drukt u
de accu lichtjes tegen de accu-vatting @ en vervolgens schuift u de accu naar boven totdat deze vastzit.
2 Druk de spanningsschakelaar y naar “OFF
(CHARGE)”. Verbind de netadapter met de camcorder en sluit vervolgens het netsnoer op de netadapter aan.
3 Steek de stekker van het netsnoer in een
stopcontact. De POWER/CHARGE indicator r op de camcorder knippert ten teken dat het laden is gestart.
4 Wanneer de POWER/CHARGE indicator r uit gaat,
is de accu opgeladen. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Ontkoppel de netadapter van de camcorder.
Om een accu los te maken:
Dient u de accu naar beneden te schuiven terwijl u
BATT. RELEASE p naar beneden gedrukt houdt.
Accu
BN-V408U BN-V416U
(los verkrijgbaar) BN-V428U
(los verkrijgbaar)
De opgegeven oplaadtijden gelden voor een volledig ontladen accu.
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
Voer stap 1 van “OPLADEN VAN DE ACCU” uit.
Opnametijd bij benadering
Accu
BN-V408U BN-V416U
(los verkrijgbaar) BN-V428U
(los verkrijgbaar) BN-V840U
(los verkrijgbaar) BN-V856U
(los verkrijgbaar)
LCD monitor
ingeschakeld
1 uur 10 min. 2 uur 30 min.
4 uur 20 min.
5 uur 20 min.
8 uur 10 min.
GEBRUIK OP NETSPANNING
Sluit de netadapter op de camcorder aan zoals aangegeven op de volgende afbeelding.
• De bijgeleverde netadapter kiest automatisch het voltage binnen 110 V t/m 240 V wisselstroom.
Oplaadtijd
Ongeveer 1 uur 30 minuten Ongeveer 3 uur
Ongeveer 5 uur
Zoeker
ingeschakeld
1 uur 40 min. 3 uur 30 min.
6 uur 20 min.
7 uur 30 min.
11 uur 10 min.
yr@
Pijl
Accu
Netadapter
Naar het stopcontact
Controleer alvorens de spanningsbron te ontkoppelen dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
De extended use (verlengd gebruik) accu-kit is een set bestaande uit een accu en een netstroomadapter/ oplader: VU-V840 KIT : BN-V840U accu & AA-V15EG
VU-V856 KIT : BN-V856U accu & AA-V80EG Lees de handleiding van de kit voor u deze gaat
gebruiken. Ook maakt het gebruik van het los verkrijgbare JVC VC-VBN856U gelijkstroomsnoersnoer het mogelijk om BN-V840U of BN-V856U accu’s aan de camcorder te bevestigen en de camcorder direct van stroom te voorzien.
netstroomadapter/oplader netstroomadapter/oplader
OPMERKINGEN:
Als het beschermdeksel op de accu zit, dient u dit eerst te verwijderen.
De camcorder kan tijdens het opladen en ontladen niet worden gebruikt.
Het opladen en ontladen is niet mogelijk bij gebruik van een verkeerde accu.
De POWER/CHARGE indicator wanneer u de accu voor het eerst gebruikt of nadat u de accu lang niet heeft gebruikt. U moet de accu in dat geval even van de camcorder verwijderen en dan weer terug plaatsen en proberen op te laden.
Als de opnametijd te kort blijft, ook nadat de accu volledig is opgeladen, is de accu versleten. Schaf in dit geval een nieuwe aan.
De opnametijd zal aanzienlijk worden bekort wanneer u herhaaldelijk zoomt of het toestel herhaaldelijk in de Opname-standbyfunctie zet, of wanneer u voortdurend de LCD-monitor gebruikt.
Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg accu’s klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de opname die u in gedachten heeft.
Naar DC aansluiting
LET OP
INFORMATIE
r licht mogelijk niet op
Vervolg op volgende bladzijde.
p
STARTEN
NE
7
Page 8
Omdat de netadapter de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de netadapter daarom alleen in goed geventileerde ruimtes. Het opladen wordt door de volgende handelingen gestopt:
• De spanningsschakelaar y wordt naar “PLAY”, “ ” of
”.
• De netadapter wordt van de camcorder ontkoppeld.
• De stekker van het netsnoer van de netadapter wordt uit
het stopcontact getrokken.
• De accu wordt van de camcorder ontkoppeld.
Wanneer de stroomtoevoer via de netadapter geregeld wordt en er een cassette in het toestel zit, zal deze camcorder vijf minuten nadat deze in de opname­standbyfunctie gegaan is automatisch afslaan. Zit de accu op dat moment op de camcorder, dan zal deze beginnen te laden.
Met de los verkrijgbare AA-V40EG netadapter/lader kunt u de BN-V408U/V416U/V428U accu zonder de camcorder opladen. Deze kan echter niet als netadapter worden gebruikt.
Gebruik de netadapter niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 35°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en 25°C. Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen en
stel ze niet bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer een dergelijke accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), dan zal de gebruiksduur korter worden en kan de accu zelfs helemaal weigeren te functioneren. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om hem op te warmen en bevestig hem vervolgens weer aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt zou dit geen invloed moeten hebben op de prestaties. (Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
Instellen van de handgreep
1 Trek de velcro klitstrip los. 2 Plaats uw rechterhand door de lus en houd de
greep vast.
3 Plaats uw duim en uw vingers zo op de handgreep
dat u de Opname start-/ stoptoets w, de Spanningsschakelaar y en de Motorzoomhendel ^ gemakkelijk kunt bedienen. Stel de klittenbandstrip naar wens af.
^
y w
Instellen van de zoeker
1 Druk de Vergrendeltoets t op de
spanningsschakelaar y in en draai de spanningsschakelaar y naar “ ” of “ ”.
2 Trek de zoeker helemaal uit en stel hem met de
hand af zodat u het beeld het beste kunt overzien.
3 Verschuif de dioptrieregelaar q totdat de
aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
PAUSE
q
NE
STARTEN
8
yt
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Page 9
Bevestigen van de schouderriem
1 Zie de afbeelding en haal de riem door het oogje e,
vouw terug en haal door de gesp. Herhaal deze procedure om het andere uiteinde van de riem aan het andere oogje e, onder de handriem, te bevestigen. Let op dat de riem niet gedraaid zit.
e
Bevestigen op een statief
LET OP
Wanneer u de camera op een statief zet, moet u de poten van het statief ver genoeg uit zetten zodat de camera stabiel kan staan. U kunt beter geen kleine statieven gebruiken. Deze zouden kunnen omvallen waardoor de camera beschadigd zou kunnen raken.
1 Om de camera op een statief te bevestigen, dient u
de richtpen en de statiefschroef in lijn te brengen met het richtgat u en het statiefschroefgat i in de camera. Draai vervolgens de schroef met de klok mee vast. Sommige statieven zijn niet voorzien van geleidepennen.
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette spanning naar de camcorder worden gevoerd.
1
Schuif en houd OPEN/EJECT Q in de richting van de pijl en trek de afdekking van de cassettehouder open totdat deze inklikt. De houder zal automatisch openen.
•Raak de interne onderdelen niet aan.
2 Plaats of verwijder een cassette en druk op “PUSH
HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
•U kunt het deksel van de cassettehouder mogelijk niet
sluiten wanneer de accu bijna is uitgeput. Forceer niet, maar plaats een geladen accu alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
3 Doe het deksel van de cassettehouder goed dicht
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Ter bescherming van uw opname:
Verschuif de wispreventieschakelaar op de rug van de cassette naar “SAVE” zodat er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette kan worden opgenomen. Om op te nemen op deze cassette moet u de schakelaar terug naar “REC” schuiven voor u de cassette in het toestel doet.
Controleer dat de vensterkant naar buiten is gericht.
Cassettehouder
Afdekking
Q
cassettehouder
i u
U mag alleen op het met “PUSH HERE” (druk hier) aangeduide deel drukken wanneer u de cassettehouder dicht doet; als u andere onderdelen aanraakt kan uw vinger klem komen te zitten in de cassettehouder, hetgeen kan leiden tot letsel of schade aan dit product.
Opnametijd bij benadering
Cassette
30 min. 30 min. 45 min. 60 min. 60 min. 90 min. 80 min. 80 min. 120 min.
Wij adviseren u JVC digitale videocassettes te gebruiken om verzekerd te kunnen zijn van optimale prestaties met uw JVC digitale videocamera.
Opnamesnelheid
SP LP
OPMERKINGEN:
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend
wanneer een spanningsbron is aangesloten.
Vervolg op volgende bladzijde.
STARTEN
NE
9
Page 10
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
Na het openen van het deksel van de cassettehouder duurt het mogelijk even eer de houder opent. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u het deksel van de cassettehouder eerst even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit, wacht even en schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u het deksel van de cassettehouder volledig te openen en de cassette te verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
Wacht even alvorens het deksel van de cassettehouder te openen nadat u de camcorder direct van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst.
Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
Het sluiten van het deksel van de cassettehouder voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen beschadigt mogelijk de camcorder.
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te verwijderen.
Bij het voortzetten van een opname nadat het deksel van de cassettehouder geopend is geweest, zal er een blanco stukje op de band worden opgenomen of kan er een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven) ongeacht of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 13 voor informatie aangaande het voortzetten van een opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de datum wel of niet wilt tonen ( blz. 24).
1 Druk de Vergrendeltoets t op de Spannings-
schakelaar y in, draai de Spanningsschakelaar y naar “ ” en open vervolgens de LCD-monitor of trek de zoeker volledig uit. De POWER/CHARGE indicator
r licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
2 Druk MENU/VOLUME $ in. Het menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ en kies
(CAMERA DISPLAY)”. Druk de keuzeschijf in.
4 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ en kies
“CLOCK ADJ.”. Druk de keuzeschijf in en u zult “day” (dag) zien oplichten. Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ om de dag in te stellen. Druk de keuzeschijf in. Herhaal deze procedure om de juiste maand, jaar, uren en minuten in te voeren. Verdraai MENU/VOLUME $, selecteer “ RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in. Met Menuscherm zal sluiten.
NE
STARTEN
10
OPMERKING:
Wanneer u “CLOCK ADJ.” kiest maar de waarde niet is opgelicht, zal de interne klok van de camcorder blijven lopen. De klok stopt wanneer u de opgelichte balk naar de eerste waarde voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op MENU/VOLUME
ISPLAY
AREMACD
BR IGH T
RE NEON SC
LCD/ TV
IMETDATE /
TIME CODE
CLOCK
ADJ .
RETURN
UAOT FFO
2.025 .113 30:7
CLOCK
ADJ .
$ drukt.
ISPLAY
AREMACD
2.025 .113 30:7
$
r
y
t
Instellen van de opnamefunctie
Stel de opnamefunctie naar uw eigen voorkeur in.
1 Druk de Vergrendeltoets t op de Spannings-
schakelaar y in, draai de Spanningsschakelaar y naar “ ” en open vervolgens de LCD-monitor of trek de zoeker volledig uit. De POWER/CHARGE indicator
r licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
2 Druk MENU/VOLUME $ in. Het Menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ en kies
“ (CAMERA)”. Druk de keuzeschijf in.
4 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
“REC MODE” (opnamefunctie) en druk de keuzeschijf in. Het sub-menu zal verschijnen. Kies “SP” of “LP” door de MENU/VOLUME keuzeschijf $ te verdraaien en druk de keuzeschijf in. Verdraai MENU/VOLUME $, selecteer “ RETURN” en druk de keuzeschijf twee keer in. Met Menuscherm zal sluiten.
•Audio-dubben en Invoeg-montage ( blz. 29) zijn mogelijk op een met de SP functie opgenomen band.
•“LP” (“Long Play”) is economischer want u beschikt over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij
weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen
bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens weergave van een cassette die met een andere
camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
Page 11
20
5
Basisbediening Opname
Voer, voor u verder gaat, de volgende procedures uit.
Stroomvoorziening ( blz. 7)
Instellen van de handgreep (
Instellen van de zoeker (
Plaats een cassette (
Instellen van de opnamefunctie (
blz. 8)
blz. 9)
blz. 8)
blz. 10)
1Verwijder de lensdop.
Trek aan de onderkant o van de LCD-monitor om deze te openen.
2 Druk de vergrendeltoets t op de spannings-
schakelaar y in en draai de spanningsschakelaar y naar “ ” of “ ”.
Opnemen met de LCD monitor: Klap de LCD-monitor helemaal open.
Opnemen met de zoeker: Trek de zoeker helemaal uit.
• De POWER/CHARGE indicator r licht op en de camcorder gaat in de opname-standbyfunctie. De aanduiding “PAUSE” ^ zal op het display verschijnen.
• Het beeld zal niet tegelijkertijd via de LCD monitor en de zoeker worden weergegeven. Zie “PRIORITY” in het SYSTEM menu ( blz. 23).
3 Druk op de Opname start-/stoptoets w. “
%, ^ verschijnen en het Opname-indicatielampje 3
licht op terwijl er wordt opgenomen.
• Om te stoppen met opnemen, dient u de Opname start-/stoptoets w nog een keer in te drukken. De camcorder zal nu weer in de opname-standbyfunctie gaan.
Om de helderheid van het display te regelen
1. Kijk of de Spanningsschakelaar y op “ ” staat,
klap de LCD-monitor helemaal open en druk MENU/ VOLUME $ in. Het Menuscherm zal nu verschijnen.
2. Verdraai MENU/VOLUME $, selecteer “
(CAMERA DISPLAY)” en druk het keuzewieltje in.
3. Verdraai MENU/VOLUME $, selecteer “BRIGHT” en
druk het keuzewieltje in. Het menuscherm maakt plaats voor de indicator voor de helderheid 7 .
•Om te annuleren dient u MENU/VOLUME $ nog eens in te drukken zodat de indicator voor de helderheid 7 weer verdwijnt.
4. Draai aan MENU/VOLUME $ tot de gewenste instelling voor de helderheid 7, zoals aangegeven door de indicator, wordt bereikt en druk het keuzewieltje vervolgens in. De indicator voor de helderheid 7 zal nu verdwijnen.
•De helderheid van de zoeker kunt u op dezelfde
manier instellen door de LCD-monitor te sluiten, de zoeker uit te trekken en vervolgens dezelfde handelingen als hierboven beschreven uit te voeren.
$
w
r
OFF
PLAY
(
CHARGE
180°
)
t y
Display
Indicator resterende bandtijd (bij benadering)
OPMERKINGEN:
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder zichzelf automatisch uitzetten. Om de camcorder weer aan te zetten Duwt u de zoeker in en trekt u hem weer uit, of doet u de LCD-monitor dicht en weer open. De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk
fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is. Vervolg daarom een opname vanaf het laatst opgenomen punt op de band. Zie “OPNAME OP EEN GEDEELTELIJK REEDS OPGENOMEN BAND” (
Uitschakelen van het opname-indicatorlampje 3 of piepsignalen, blz. 23.
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn. Gebruik in dat geval de zoeker.
Het is mogelijk dat er zich enkele permanent (rood, groen of blauw) oplichtende of juist donkere beeldpunten op het beeldscherm van de monitor of de zoeker bevinden
blz. 35).
(
Wanneer de Opname start-/ stoptoets w wordt ingedrukt, kan het een paar seconden duren voor de opname daadwerkelijk begint. “ de camcorder daadwerkelijk begint op te nemen.
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk afhankelijk van de geplaatste cassette. “TAPE END” zal worden getoond indien het eind van de
cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens automatisch worden uitgeschakeld indien u de camcorder 5 minuten in deze toestand laat. “TAPE END” wordt ook getoond wanneer u een cassette die reeds aan het eind is in het toestel doet.
m
h
blz. 13), om dit te voorkomen.
% begint te draaien wanneer
OPNAME OP EEN CASSETTE
Tijdens opname.
90°
o
1h30m (Telt nu)
1h30m
1h29m
0h03m 0h02m (knippert) 0h01m (knippert) 0h00m (knippert)
NE
11
Page 12
Journalistenopname
In sommige situaties kunnen andere opnamehoeken dramatischer resultaten opleveren. Houd de camcorder in de gewenste stand en draai de LCD-monitor in de juiste richting. De LCD-monitor kan 270° draaien (90° naar beneden, 180° naar boven).
Zelfopname
U kunt ook uzelf opnemen terwijl u uw eigen beeld in de monitor kunt blijven bekijken. Open de LCD-monitor en draai deze 180° naar boven zodat hij uiteindelijk naar voren wijst, richt vervolgens de lens op uzelf en begin de opname.
Bedieningsfunctie
Kies de bedieningsfunctie die u het meest geschikt vindt voor de situatie die u wilt opnemen met de spanningsschakelaar y.
Stand Spanningsschakelaar
:
U kunt diverse opnamefuncties van de menu’s gebruiken. Stel de handmatige functie in indien u speciale effecten wilt voor een creatievere opname dan in vergelijking met de volautomatische functie.
(Volautomatisch):
Voor opname ZONDER speciale effecten en geen handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopname.
OFF (CHARGE):
Voor het uitschakelen van de camcorder .
PLAY:
• Stelt u in staat een opname op de band af te spelen.
Zoomen
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel ^ naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel ^ naar “W”. Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel ^ harder naar een andere stand drukt.
OPMERKINGEN:
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het
zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling handmatig instellen en vergrendelen ( tijdens opname in- of uitzoomen.
Er kan tot 700X ingezoomd worden, of er kan
overgeschakeld worden naar een optische vergroting van maximaal 16X ( blz. 21).
Zoomen met een sterkere vergroting dan 16X gebeurt op
digitale wijze, en we noemen het daarom digitaal zoomen.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets minder.
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zyn
mogelijk wanneer de motorzoomhendel “W” is gedrukt. Zie ook “TELE MACRO” in het Menuscherm op bladzijde 22.
blz. 19) en dan
^ geheel naar
^
Direct in-/uitschakelen
Wanneer de Spanningsschakelaar y op “ ” of “ ” staat, kunt u de camcorder ook aan of uit zetten door de LCD­monitor open of dicht te doen, of door de zoeker uit te trekken of in te duwen.
NE
TOPNAME OP EEN CASSETTE
12
y
Page 13
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met “00:00:00” (minuten/seconden/ beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde ( blz. 30 – 32). De tijdcode wordt onderbroken wanneer er tijdens opname halverwege de cassette een blanco gedeelte op de band wordt gelaten. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode weer vanaf “00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de hiervoor opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer, om dit te voorkomen, in de volgende gevallen de handelingen uit “OPNAME OP EEN REEDS GEDEELTELIJK OPGENOMEN BAND” hieronder;
•Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
•Indien u de spanning tijdens opname uitschakelt.
•Indien u een cassette tijdens opname verwijdert en weer terugplaatst.
•Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
•Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen op de cassette wilt opnemen.
•Indien u na opname van een scène de opname vervolgt en de cassette-afdekking werd geopend/ gesloten.
Display
Minuten
Seconden
Beelden
12: 34 :24
Beeldnummers worden tijdens de opname niet getoond.
(25 beelden = 1 seconde)
1 Plaats een cassette ( blz. 9). 2 Zet de spanningsschakelaar y op “PLAY” terwijl u
de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt. Druk op 4/6 6 om de weergave te starten.
•Als u de weergave tijdelijk wilt onderbreken (weergave van stilstaand beeld), dient u nog eens op 4/6 6 te drukken.
•Druk op 5 4 om de weergave te stoppen.
•Druk tijdens de stopfunctie op 2 5 om de band terug te spoelen of op 3 7 om de band snel door te spoelen.
•U kunt snel zoeken op de band als u op 2 5 of
7 drukt tijdens weergave (houd
ingedrukt tijdens weergave om te blijven zoeken tot u de toets weer loslaat).
•Druk op de T zoomtoets l op de afstandsbediening om in te zoomen (tot 44X), of op de W zoomtoets ; om uit te zoomen. U kunt ook een bepaald gedeelte van het beeld vergroot weergeven ( blz. 28).
•Door op 4/6 6 te drukken wordt te allen tijde de normale weergave hervat.
Slow-motion weergave/Weergave zoom/Weergave speciale effecten:
Uitsluitend instelbaar met de afstandsbediening ( blz. 28).
Om het volume van de luidspreker te regelen:
Verdraai MENU/VOLUME $ om het gewenste volume in te stellen aan de hand van de bijbehorende indicator
o op het scherm.
Bij snelzoeken kunnen delen van het beeld onduidelijk worden, in het bijzonder aan de linkerkant van het scherm.
Normale weergave
5 4
6 7
LET OP
2
5 of 3 7
3
$
OPNAME OP EEN REEDS GEDEELTELIJK OPGENOMEN BAND
1 Geef een band weer of gebruik de opzoekfunctie
voor blanco stukken ( blz. 14) om het punt op te zoeken van waar u de opname wilt laten beginnen en schakel vervolgens de stilbeeld weergavefunctie in ( blz. 13, “Normale weergave”).
2 Zet de spanningsschakelaar y op “ ” of “ ”
terwijl u de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt en begin vervolgens op te nemen.
OPMERKINGEN:
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding
van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
De tijdcode wordt alleen getoond wanneer de instelling “TIME CODE” “ON” (aan) is gezet (
OPNAME OP EEN CASSETTE WEERGAVE VAN EEN CASSETTE
blz. 24).
Luidspreker
y
Vervolg op volgende bladzijde.
NE
13
Page 14
OPMERKINGEN:
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu
als stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u eerst de spanningsschakelaar “OFF (CHARGE)” te draaien en vervolgens naar “PLAY”.
U kunt het afgespeelde beeld op de LCD-monitor
bekijken, in de zoeker, of op een aangesloten TV ( blz. 15).
U kunt het weergegeven beeld ook via de LCD monitor
bekijken, deze helemaal omkeren en dan tegen de body van de camcorder drukken.
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een accu: de “ wordt getoond. Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via een stopcontact: “
Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV
aansluiting, zal er geen geluid geproduceerd worden via de luidspreker.
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er
langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder wordt getoond.
Wanneer
beeld niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het beeld nog moet stabiliseren.
” indicator voor resterende accuspanning
” zal niet getoond worden.
4
/6 6 ingedrukt is, is het mogelijk dat het
y naar
Opzoeken blanco stukken
Deze functie helpt u een plek in het midden van de band te vinden van waar u een nieuwe opname kunt beginnen zonder de tijdcode van de band te verstoren ( blz. 13).
1 Plaats een cassette ( blz. 9). 2 Zet de spanningsschakelaar y op “PLAY” terwijl u
de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt.
3 Druk op BLANK SEARCH &.
•De “BLANK SEARCH” r gaat knipperen, de camcorder gaat vervolgens automatisch vooruit of terug snelzoeken en zal stoppen op een punt dat ongeveer 3 seconden ligt voor het begin van het gevonden blanco stuk.
Als u het zoeken naar een blanco stuk halverwege wilt annuleren . . .
..... dient u op 5 4 te drukken.
OPMERKINGEN:
Als bij stap 3 het zoeken wordt begonnen aan het begin
van een blanco stuk, zal de camcorder terug snelzoeken naar een blanco stuk, terwijl de camcorder vooruit zal gaan snelzoeken als er iets is opgenomen op de huidige positie op de band bij stap 3.
Als de melding “HEAD CLEANING REQUIRED. USE
CLEANING CASSETTE” (Koppen moeten worden schoongemaakt. Gebruik reinigingscassette.) is verschenen toen u de cassette in het toestel deed, zal de functie voor het opzoeken van blanco stukken niet werken.
Als tijdens het zoeken naar een blanco stuk het begin of
het einde van de band wordt bereikt, zal de camcorder automatisch stoppen.
Blanco stukken van minder dan 5 seconden kunnen
mogelijk niet worden opgezocht.
Het gevonden blanco stuk kan tussen twee reeds
opgenomen sc nes liggen. Voor u begint op te nemen moet u daarom controleren of er zich na het gevonden blanco stuk geen ander materiaal bevindt.
NE
WEERGAVE VAN EEN CASSETTE
14
&
t
y
Page 15
Verbindingen
1 Let er op dat alle apparaten uitgeschakeld zijn. 2 Verbind de camcorder met een TV of videorecorder
zoals in de afbeelding wordt aangegeven.
Bij gebruik van een videorecorder . . . ga naar stap 3.
Zo niet . . . ga naar stap 4.
3 Verbind de videorecorder-uitgang met de TV-ingang,
zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
4 Schakel de camcorder, videorecorder en TV in. 5 Schakel de videorecorder in de AUX ingangsfunctie
en de TV in de VIDEO functie.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
•Datum/tijd
..... stel "DATE/TIME" op “AUTO”, “ON” of “OFF” via het
Menuscherm ( blz. 23, 25). Of druk op DISPLAY k op de afstandsbediening om de aanduiding van de datum aan/uit te zetten.
•Tijdcode
..... stel “TIME CODE” op “ON” of “OFF” via het
Menuscherm ( blz. 24, 25).
•Andere aanduidingen dan datum/tijd en tijdcode
..... zet “ON SCREEN” op “LCD”, “LCD/TV” of “OFF”
via het Menuscherm ( blz. 23, 25).
OPMERKINGEN:
Gebruik bij voorkeur de netadapter als
spanningsbron in plaats van de accu (
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in
de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een
Om de beelden en het geluid van de camcorder te
Controleer dat het volume van de TV in de minimale
Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn
Terwijl de Audio/Video kabel is aangesloten op de AV
audio/videokabel is aangesloten.
kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen, zet u de Spanningsschakelaar en vervolgens zet u uw TV in de juiste stand.
stand is gesteld alvorens de weergave van de camcorder te starten. Het geluid zou anders bij het inschakelen van de camcorder mogelijk veel te hard klinken.
afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt.
aansluiting, komt er geen geluid uit de luidspreker.
blz. 7).
y op “ ” of “ ”
Naar AV *
Aansluiting­afdekking*
Naar
)
S-VIDEO
S-videokabel (optioneel)
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
Naar TV of videorecorder
Videorecorder
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels. ** De Audio-kabel is niet nodig wanneer u alleen
stilbeelden wilt bekijken.
*** Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet gebruikt
wordt.
Audio-/ Videokabel (bijgeleverd)
Naar AUDIO**, VIDEO*** en aansluitingen
Indien uw video-recorder een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
-IN
TV
WEERGAVE VAN EEN CASSETTE
NE
15
Page 16
Night-Scope
Met Night-Scope worden donkere onderwerpen of onderdelen zelfs helderder dan wanneer ze door goed natuurlijk licht worden belicht. Alhoewel het opgenomen beeld niet grofkorrelig is, kan het vanwege de lange sluitertijd lijken alsof er een stroboscoop-effect wordt toegepast.
1 Vervolgens de Spanningsschakelaar y op “ ”
terwijl u de vergrendeltoets t ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
2 Druk op NIGHT 9 zodat de Night-Scope indicator
2 verschijnt.
•De sluitertijd wordt automatisch ingesteld om een maximaal 30 keer hogere gevoeligheid te verkrijgen.
•“A” verschijnt naat “ 2 wanneer de sluitertijd automatisch wordt geregeld.
Om Night-Scope uit te scahkelen . . .
..... dient u nog een keer op NIGHT 9 te drukken
zodat de Night-Scope indicator verdwijnt.
OPMERKINGEN:
Wanneer Night-Scope in werking is, kunnen de volgende
functie of instellingen niet worden gebruikt en zullen de bijbehorende indicators knipperen of uit gaan:
• Sommige functies van “Programma AE met speciale effecten” ( blz. 16).
• “GAIN UP” van CAMERA Menu (
• “DIS” van MANUAL Menu (
Bij gebruik van de Night-Scope functie kan het lastig blijken de camcorder scherp te stellen. Om dit voorkomen verdient het aanbeveling een statief te gebruiken of met de hand scherp te stellen.
blz. 22).
blz. 22).
Programma AE met speciale effecten
1 Vervolgens de Spanningsschakelaar y op “ ”
terwijl u de vergrendeltoets t ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
2 Druk MENU/VOLUME $ in. Het Menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ en kies
PROGRAM AE”. Druk de keuzeschijf in.
4 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies de
gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze instelling afgesloten. Druk de MENU/ VOLUME keuzeschijf $ nog eens in. Het Menuscherm sluit.
•Het PROGRAM AE menu verdwijnt en de
geselecteerde functie zal worden ingeschakeld. De indicator voor de geselecteerde functie zal verschijnen.
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
..... kies “OFF” (uit) bij stap 4.
BELANGRIJK
Sommige functies van de Programma AE met speciale effecten kunnen niet worden gebruikt met bepaalde fade/wipe-effecten (墌 blz. 17). Als u een onbruikbare functie selecteert, zal de indicator knipperen of uit gaan.
NE
VOOR OPNAME
16
OPMERKINGEN:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel tijdens opname als opnamestandby veranderen.
Sommige functies van de Programmabelichting met speciale effecten kunnen niet worden gebruikt wanneer Night-Scope in werking is.
SHUTTER
1/50: De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld. De
zwarte balk die normaliter verschijnt bij opname van een TV-scherm wordt nu smaller.
1/120: De sluitertijd is op 1/120ste seconde gesteld. Het flikkeren bij opname met neonverlichting of een kwiklamp wordt verminderd.
SPORTS
Deze tijden kunt u gebruiken voor het beeld-voor-beeld opnemen van snel bewegende onderwerpen zodat de normale weergave later levendig en slow-motion beelden stabiel zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend bij een goede verlichting.
SNOW
In deze stand wordt er gecompenseerd voor onderwerpen die anders te donker worden wanneer u opnamen maakt in zeer heldere omgevingen zoals in de sneeuw.
SPOTLIGHT
In deze stand wordt er gecompenseerd voor onderwerpen die anders te licht worden wanneer u opnamen maakt met zeer sterke directe verlichting, zoals spotlampen.
(Variabele sluitersnelheid: 1/250 – 1/4000)
OPMERKING:
“SPOTLIGHT” heeft hetzelfde effect als –3 bij de belichtingsregeling (
TWILIGHT (Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van avondscènes. De witbalans (墌 blz. 20) wordt normaliter op gesteld. Met schemerlicht gekozen zal de scherpstelling automatisch op ongeveer 10 meter tot oneindig worden gesteld. U moet handmatig scherpstellen op onderwerpen die binnen 10 meter van de lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed, netzoals bij oude foto’s. Gebruik dit effect in combinatie met de bioscoopfunctie voor een nostalgische opname.
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals oude films. Gebruik tezamen met de bioscoopfunctie voor een sterker effect van een nostalgische “klassieke film”.
CLASSIC FILM (Klassieke film)
De opgenomen scènes krijgen een licht stroboscoopeffect.
STROBE (Stroboscoop)
Uw opnamen zien er uit als een aantal opeenvolgende stilbeelden.
blz. 19).
Page 17
Fade/wipe-effecten
Met deze effecten krijgt u een professionele overgang tussen scènes. Gebruik de effecten bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang naar de volgende scène of het versoepelen van de overgangen tussen scènes.
Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen op een cassette of wanneer u stopt met opnemen.
1 Zet de spanningsschakelaar y op “ ” terwijl u de
vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
2 Druk MENU/VOLUME $ in. Het menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ en kies
WIPE/FADER”. Druk de keuzeschijf in.
4 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies de
gewenste functie en druk vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze instelling afgesloten. Druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ nog eens in.
•Het WIPE/FADER Menu verdwijnt en het effect is gekozen. De indicator van het gekozen effect verschijnt.
5 Druk op de opname start-/stoptoets w om de fade-
in/out of wipe-in/out uit te voeren.
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
..... kies “OFF” (uit) bij stap 4.
BELANGRIJK
Sommige overgangseffecten kunnen niet worden gebruikt met bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten ( blz. 38,
39). Als u een onbruikbaar Fade/Wipe-effect selecteert,
zal de indicator knipperen of uit gaan.
OPMERKING:
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe verlengen door de opname start-/stoptoets
w ingedrukt te houden.
FADER — WHITE (WHITE FADER)
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
FADER — BLACK (ZWARTE FADER)
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
FADER — B.W (ZWARTE & WHITEFADER)
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
WIPE — CORNER (HOEK WIPE)
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
WIPE — WINDOW (VENSTER WIPE)
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt geleidelijk naar het midden.
WIPE — SLIDE (SCHUIF WIPE)
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar rechts.
WIPE — DOOR (DEUR WIPE)
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en rechts als een deur openen, of een wipe­out vanaf de linker- en rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm wordt getoond.
WIPE — SCROLL (ROLLENDE WIPE)
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de onderkant naar een zwart scherm.
WIPE — SHUTTER (SLUITER WIPE)
Een wipe-in vanuit het midden van een zwart scherm naar de boven- en onderkant, of een wipe-out van de onder- en bovenkant naar het midden, met een zwart scherm als resultaat.
$
w
t
y
VOOR OPNAME
NE
17
Page 18
(Voor opnamen op een cassette)
Momentopname
Deze functie stelt u in staat stilbeelden, vergelijkbaar met foto’s, op een band op te nemen.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
1 Zet de spanningsschakelaar y op “ ” terwijl u de
vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
2 Druk het MENU/VOLUME $. Het Menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai het MENU/VOLUME $, kies “
(CAMERA)” en druk het wieltje in.
4 Verdraai het MENU/VOLUME $, kies “SNAP
MODE” en druk het wieltje in.
5 Verdraai het MENU/VOLUME $ om de gewenste
momentopname-functie te kiezen en druk het nog eens in. Verdraai het MENU/VOLUME $, kies “ RETURN” en druk het wieltje vervolgens twee keer in. Het Menuscherm zal zich sluiten.
FULL Snapshotfunctie zonder lijst
Het gesimuleerde geluid van een sluiter die afgaat zal klinken.
PIN-UP Pin-Up functie
FRAME Snapshotfunctie met lijst
MOMENTOPNAME OPNEMEN
1 Druk op SNAPSHOT %. “PHOTO” ^ zal
verschijnen terwijl de momentopname wordt gemaakt.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de Opnamestandbyfunctie staat . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” ^ in beeld verschijnen
en zal er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het opnemen is . . .
..... zal de aanduiding “PHOTO” ^ in beeld verschijnen
en zal er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opname-stand zal terugkeren.
•Ongeacht de stand van de Spanningsschakelaar y (“ ” of “ ”), zullen momentopnamen gemaakt worden met de geselecteerde momentopnamefunctie.
Motordrive-functie
Als u SNAPSHOT % ingedrukt houdt, krijgt u ongeveer hetzelfde effect als bij een serie foto’s die met een motor-drive werd gemaakt. (Er zit ongeveer 1 seconde tussen de stilbeelden.)
OPMERKINGEN:
Raadpleeg “BEEP” ( blz. 23) om het sluiter-geluid uit te schakelen.
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding “PHOTO” SNAPSHOT
Zelfs als de Programmabelichting met speciale effecten
blz. 16) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van
( de Programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zo’n geval.
Als u op SNAPSHOT % drukt wanneer “DIS” aan (ON)
blz. 22), zal de beeldstabilisator worden
staat ( uitgeschakeld.
Ook bij het afspelen van de band zijn alle momentopname-functies beschikbaar wanneer. Het gesimuleerde geluid van de sluiter zal echter niet geproduceerd worden.
Bij het maken van een momentopname is het mogelijk dat het beeld in de zoeker gedeeltelijk verloren gaat. Dit heeft echter geen enkel effect op het opgenomen beeld. Wanneer er een kabel is aangesloten op de AV aansluiting,
zal het sluitergeluid niet worden geproduceerd via de luidspreker, maar wel op de band worden opgenomen.
^ gaan knipperen wanneer er op
% wordt gedrukt.
Automatische Scherpstelling
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter doorlopend scherpstellen op onderwerpen die dichtbij liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende omstandigheden wordt echter niet juist scherpgesteld (en moet u handmatig scherpstellen):
• Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in dezelfde scène.
• Wanneer de scène onderbelicht is.*
• Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld een vlakke, één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
• Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker zichtbaar is.*
• Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen bevat die regelmatig worden herhaald.
• Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van water of een ander onderwerp wordt belicht.
• Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag
contrast knipperen: , , en
OPMERKINGEN:
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen worden scherpgesteld. Houd de lens daarom schoon of reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er condens op de lens is gevormd, moet u de condens met een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is verdampt.
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de lens is, moet u eerst uitzoomen ( automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan de camcorder namelijk automatisch, afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan uitzoomen. Indien “TELE MACRO” ( geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch uitzoomen.
blz. 12). Indien u met de
blz. 22) is
NE
VOOR OPNAME
18
Page 19
Handmatige Scherpstelling
Correct scherpstellen.
1 Als u de zoeker gebruikt, moet u deze al op de juiste
manier hebben ingesteld (
blz. 8).
2 Zet de spanningsschakelaar y op “ ” terwijl u de
vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt, en druk vervolgens op FOCUS & ( blz. 40 en 41). De indicator voor het handmatig scherpstellen verschijnt.
3 Om op een verder weg liggend onderwerp scherp te
stellen, draait u MENU/VOLUME $ naar “+”. “ ” q verschijnt en knippert. Om op een dichterbij liggend onderwerp scherp te stellen, draait u MENU/VOLUME $ naar “–”. “ ” q verschijnt en knippert.
4 Druk op MENU/VOLUME $. Er is nu op het
onderwerp scherpgesteld. Om terug te schakelen naar de automatische
scherpstelling, dient u FOCUS & twee keer in te drukken of de Spanningsschakelaar y op “ ” te zetten. Als u slechts een keer op FOCUS & drukt, zal de camcorder weer de handmatige scherpstelling inschakelen.
OPMERKINGEN:
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het beeld niet scherp zijn wanneer u daarna inzoomt omdat de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden namelijk vermindert.
” of “ ” knippert wanneer de scherpstelling niet
“ verder of dichterbij kan worden gesteld.
Gedeelte voor scherpstelling
Wanneer u scherpstelt op een verder weg gelegen onderwerp.
Wanneer u scherpstelt op een dichterbij gelegen onderwerp.
Belichtingsregeling
Stel de belichting handmatig in onder de volgende omstandigheden:
•Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of wanneer de achtergrond te helder is.
•Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
•Wanneer de achtergrond te donker is of het onderwerp te licht.
1 Vervolgens de Spanningsschakelaar y op “ ”
terwijl u de vergrendeltoets t ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
2 Druk MENU/VOLUME $ in. Het menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $ en kies
(EXPOSURE)”. Druk de keuzeschijf in.
4 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
“MANUAL” (handbediening) en druk de keuzeschijf in. Het menuscherm verdwijnt. De belichtingsindicator zal verschijnen.
5 Draai de MENU/VOLUME $ naar “+” om het beeld
lichter te maken, of naar “–” om het beeld donkerder te maken. (maximum ±6)
6 Druk op MENU/VOLUME $. De belichting is nu
ingesteld.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
..... kies “AUTO” bij stap 4. Of zet de
spanningsschakelaar y op “ ”.
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
..... kunt u op BACKLIGHT 0 drukken. De aanduiding
4 wordt getoond en het onderwerp zal lichter worden gemaakt. Als u nog een keer op dezelfde toets drukt, zal de aanduiding 4 verdwijnen en zal het onderwerp weer net zo belicht worden als voorheen.
•Een belichtingscorrectie van +3 heeft hetzelfde effect als de BACKLIGHT toets 0.
Bij gebruik van BACKLIGHT 0 (tegenlichtcompensatie) is het mogelijk dat het licht rond het onderwerp te helder wordt en dat het onderwerp verbleekt.
•Tegenlichtcompensatie is ook mogelijk wanneer de spanningsschakelaar y op “ ” staat.
OPMERKING:
Compensatie voor tegenlicht of spotverlichting ( blz. 16) en de functie voor opnamen in de sneeuw (“SNOW”,
blz. 16), hebben geen effect wanneer de handmatige
belichtingsregeling is ingeschakeld.
VOOR OPNAME
NE
19
Page 20
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
•Wanneer u een bewegend onderwerp opneemt.
•Wanneer de afstand tot het onderwerp verandert (zodat de grootte van het onderwerp in de zoeker of op de LCD-monitor verandert), bijvoorbeeld wanneer het onderwerp zich van u vandaan beweegt.
•Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
•Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot worden belicht.
•Bij het zoomen.
Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Voer de stappe 1 t/m 4 van “Belichtingsregeling” uit voor u aan de volgende stappen begint ( blz. 19).
5 Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCD-
monitor of zoeker vult. Houd MENU/VOLUME $ langer dan 2 seconden ingedrukt. De belichtingsindicator 4 en “ ” 6 zullen verschijnen. Druk de MENU/ VOLUME $ in. De aanduiding “ ” 6 zal veranderen in “ ” en het diafragma zal worden geblokkeerd.
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
.....Verdraai in stap 4 MENU/VOLUME $ zodat
“AUTO” wordt getoond en druk op de keuzeschijf. De belichtingsindicator 4 en “ ” 6 doven. U kunt ook de Spanningsschakelaar y naar “ ” drukken om weer de volautomatische functie te activeren.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
.....Stel na stap 4 van “Belichtingsregeling” ( blz. 19)
de belichting in door MENU/VOLUME $ te verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 5 van “Diafragmavergrendeling”. V oor een automatische vergrendeling moet u MENU/ VOLUME $ verdraaien zodat “AUTO” wordt gekozen en vervolgens in stap 4 op de keuzeschijf drukken. Het diafragma wordt na ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
Diafragma
Net als de pupillen van uw ogen, zal de diafragma­opening kleiner worden als er veel licht is, zodat er niet teveel licht binnen kan vallen, en zal de diafragma­opening groter worden als het donkerder is om meer licht binnen te laten.
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie van de kleuren onder verschillende lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden getoond. De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld. Meer ervaren camcordergebruikers willen de witbalans echter mogelijk handmatig instellen voor professionelere kleuren en tinten.
1
Vervolgens de Spanningsschakelaar y op “ ” terwijl u de vergrendeltoets t ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
NE
VOOR OPNAME
20
2 Druk MENU/VOLUME $ in. Het Menuscherm
verschijnt.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
(W.BALANCE)”, en druk de keuzeschijf in.
4 Verdraai MENU/VOLUME $ en stel de gewenste
functie in. “AUTO”: De witbalans wordt automatisch ingesteld
(fabrieksinstelling). “
MWB”: Voor het opnemen van een onderwerp
waarvoor de witbalans reeds is ingesteld. “ FINE”: Buitenshuis op een zonnige dag. CLOUD”: Buitenshuis op een bewolkte dag.
HALOGEN”: Bij gebruik van een videolamp of een
“ dergelijke verlichting.
5 Druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ in. Hiermee
is de instelling afgesloten. Druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ nog eens in. Het Menuscherm sluit zich en de geselecteerde functie-indicator, behalve “AUTO”, zal verschijnen.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
..... Kies in stap 4 “AUTO”. U kunt ook de
Spanningsschakelaar y naar “ ” drukken.
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik van het sepia of zwart/wit effect (
blz. 16).
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opnamen onder verschillende lichtbronnen.
1 Voer stappen 1 t/m 4 van het instellen van de
witbalans uit, en kies “ MWB”.
2 Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Zoom
of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel vult.
3 Druk op MENU/VOLUME $ totdat begint te
knipperen. Wanneer de instelling is gemaakt, zal weer normaal gaan knipperen.
4 Druk twee keer op MENU/VOLUME $. Het
Menuscherm sluit zich en de indicator voor de handmatige witbalans 3 zal verschijnen.
OPMERKINGEN:
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig scherpstellen ( blz. 19).
Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden binnen worden opgenomen (natuurlijk licht, neonlampen, kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur verschillend is afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt of de accu ontkoppelt.
Page 21
Voor het opnamemenu
Deze camcorder is uitgerust met een makkelijk menusysteem op het scherm, wat de meer gedetailleerde instellingen van de camcorder eenvoudig toegankelijk maakt ( blz. 21 – 24).
1 Zet de spanningsschakelaar y op “ ” terwijl u de
vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
2 Druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ in. Het
Menuscherm zal verschijnen.
3 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
het gewenste functiemenu en druk de keuzeschijf in.
4 Het hangt van de gekozen functie af welke
instellingen u kunt wijzigen.
Als u WIPE/FADER”, “ PROGRAM AE”, EXPOSURE of W. BALANCE” gekozen
heeft . . .
.....Zie de rechter kolom op deze bladzijde.
Als u “ CAMERA”, “ MANUAL”, “ SYSTEM” of “ CAMERA DISPLAY” gekozen
heeft . . .
.....Ga door met stap 5.
5 Dient u de MENU/VOLUME keuzeschijf $ te
verdraaien om de gewenste functie te kiezen en vervolgens de keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu zal verschijnen. Verdraai vervdgens de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies de te wijzigen instelling en druk de keuzeschijf in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
6 Verdraai MENU/VOLUME $, selecteer
RETURN” en druk de schijf vervolgens twee keer in. Het Menuscherm zal zich sluiten.
• Het pictogram betekent “END”.
OPMERKING:
Wanneer het Menuscherm een paar minuten open wordt gelaten, kan het beeld na-ijlen en kan het een paar seconden duren voor de laatste resten hiervan van het scherm verdwenen zijn. Dit duidt niet op een defect aan uw toestel.
WIPE/FADER
Zie “Fade/Wipe effecten” ( blz. 17).
PROGRAM AE
Zie “Programma AE met speciale effecten” (墌 blz. 16).
EXPOSURE
Zie “Belichtingsregeling” en “Diafragmavergrendeling” ( blz. 19, 20).
W.BALANCE
Zie “Instellen van de witbalans” en “Gebruik van de handmatige witbalans” ( blz. 20).
CAMERA
Instellingen gemaakt via het “ CAMERA” menu blijven geldig, of de Spanningsschakelaar y nu op “ ” of op “ ” staat. Deze menu-instellingen kunnen echter alleen gewijzigd worden wanneer de Spanningsschakelaar y op “ ” staat.
A
MACER EC MODER
OUND MODES OOMZ NAP MODES AIN UPG
RETURN
– – – – –
12 40 FULL AGC
bit X
REC MODE
Voor het instellen van de cassette-opnamefunctie ([SP] of LP) naar wens ( blz. 10).
SOUND MODE
[12bit]: Stelt u in staat video met stereogeluid op vier
verschillende kanalen op te nemen en wordt aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben. (Vergelijkbaar met de 32 kHz functie van voorgaande modellen)
16bit: Voor opname op een cassette van het stereo­geluid op twee gescheiden geluidssporen. (Vergelijkbaar met de 48 kHz functie van voorgaande modellen)
ZOOM
16X: Door “16X” in te stellen bij gebruik van de
digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 16X worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
[40X]: Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 16 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 40 keer digitaal zoomen.
700X: Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 16 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 700 keer digitaal zoomen.
[ ] = Fabrieksinstelling
MENU’S GEBRUIKEN VOOR GEDETAILLEERDE INSTELLINGEN
NE
21
Page 22
SNAP MODE
Zie “Momentopname (Voor opname op een cassette)” ( blz. 18).
GAIN UP
OFF: Voor het opnemen van donkere scènes zonder
de helderheid van het beeld te veranderen.
[AGC]: Het beeld is helder maar ietwat ruwer. AUTO : De sluitertijd wordt automatisch
ingesteld (1/25—1/200 sec.). Opname van een onderwerp bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk. Het beeld kan wat korrelig overkomen. “ ” zal verschijnen terwijl de sluitertijd automatisch wordt geregeld.
MANUAL
De “ MANUAL” staat. Deze menu-instellingen kunnen echter alleen gewijzigd worden wanneer de Spanningsschakelaar y op “ ” staat.
L
NAMUA
ISD
ELE MACROT
IDE MODEW IND CUTW
RETURN
ON OFF
OFF
OFF
DIS
OFF: Uitschakelen van deze functie. [ON ]: Voor het stabiliseren van trillende beelden
veroorzaakt door het bewegen van de camera, vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel wordt bewogen of onder de volgende omstandigheden:
• Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of
horizontale strepen hebben.
• Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
• Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van
achteren zijn belicht.
• Bij het opnemen van scènes die in verschillende
richtingen bewegen.
• Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond
een laag contrast heeft.
Schakel deze functie uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
De “
” indicator 8 knippert of gaat uit als de
beeldstabilisator niet kan worden gebruikt.
TELE MACRO
[OFF]: Uitschakelen van deze functie. ON: Normaliter is de afstand tot een onderwerp
waarbij de lens in focus is afhankelijk van de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal de scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met “ON” gekozen kunt u een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer 60 centimeter.
•Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
WIDE MODE
[OFF]: De opnamen worden gemaakt zonder de
beeldverhouding te wijzigen. Voor weergave op een TV met normale beeldverhoudingen.
CINEMA : Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en krijgt het scherm de 16:9 verhouding. @ verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9 brievenbus bioscoopverhouding getoond.
SQUEEZE : Voor weergave op TV’ s met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om het scherm zonder vervorming te vullen. @ verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/ opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker.
WIND CUT
[OFF]: De functie voor het onderdrukken van de door
de wind veroorzaakte ruis wordt uitgeschakeld. ON : Voor het onderdrukken van de door de wind
veroorzaakte ruis. “ * wordt getoond. De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
[ ] = Fabrieksinstelling
NE
MENUS GEBRUIKEN VOOR GEDETAILLEERDE INSTELLINGEN
22
Page 23
SYSTEM
De “ SYSTEM” functies die zijn ingesteld met de Spanningsschakelaar y op “ ” zijn tevens van kracht wanneer de Spanningsschakelaar y op “PLAY” staat ( blz. 24).
M
SYSTE
EEPB
ALLYT EMOTER EMO MODED RIORITYP AM R E SE TC
RETURN
MELODY ON
ON
ON
LCD
BEEP
OFF: Zelfs al is het tijdens de opname niet te horen,
het gesimuleerde geluid van de sluiter zal wel op de band worden opgenomen.
BEEP: Het geluidssignaal zal klinken wanneer de stroom wordt in- of uitgeschakeld en aan het begin en het eind van een opname. Ook gebruikt om het sluiter-geluidseffect te activeren ( blz. 18).
[MELODY]: In plaats van een piepsignaal zal er een melodietje gespeeld worden bij het uitvoeren van bepaalde handelingen. Het gesimuleerde sluitergeluid zal ook worden ingeschakeld ( blz. 18).
TALLY
OFF:
Het opname-indicatielampje blijft altijd opgelicht.
[ON]: Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname.
REMOTE
OFF: De camcorder reageert niet op signalen van de
afstandsbediening. De camcorder kan niet op afstand worden bediend.
[ON]: De camcorder reageert wel op de signalen van de afstandsbediening.
DEMO MODE
OFF: De automatische demonstratie wordt niet
uitgevoerd. [ON]:
Voor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE met speciale effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De demonstratie begint in de volgende gevallen:
•Wanneer het Menuscherm wordt gesloten nadat de
“DEMO MODE” op “ON” (aan) is gezet.
•Wanneer “DEMO MODE” “ON” staat en er ongeveer
3 minuten geen handeling is uitgevoerd nadat de Spanningsschakelaar y op “ ” of “ ” is gezet.
Door een willekeurige bediening uit te voeren kan de demonstartie tijdelijk onderbroken worden. Als u vervolgens langer dan 3 minuten niets doet, zal de demonstratie hervat worden.
OPMERKINGEN:
De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder is geplaatst.
“DEMO MODE” zal aan (ON) blijven staan, ook al wordt de camcorder uit gezet.
Als “DEMO MODE” aan (ON) blijft staan, zullen sommige functies niet werken. Zet deze functie uit (OFF) nadat u de demonstratie gezien heeft.
MENUS GEBRUIKEN VOOR GEDETAILLEERDE INSTELLINGEN
PRIORITY
[LCD]: Het beeld verschijnt uitsluitend op de LCD-
monitor wanneer deze volledig geopend wordt, ook wanneer de zoeker eveneens volledig is uitgetrokken; het beeld verschijnt niet in de zoeker.
FINDER: Het beeld verschijnt uitsluitend in de zoeker wanneer deze volledig uitgetrokken wordt, ook wanneer de LCD-monitor eveneens volledig is opengeklapt; het beeld verschijnt niet op de LCD­monitor.
CAM RESET
[RETURN]: Niet alle instellingen worden teruggezet
op de fabrieksinstelling. EXECUTE: Alle instellingen worden teruggezet op de
fabrieksinstelling.
CAMERA DISPLAY
•Instellingen gemaakt via het “ CAMERA DISPLAY” menu gelden alleen voor video-opnamen.
•Instellingen gemaakt via het “ CAMERA DISPLAY” menu blijven geldig, ook als de Spanningsschakelaar
y op “ ” staat. Deze menu-instellingen kunnen
echter alleen gewijzigd worden wanneer de Spanningsschakelaar y op “ ” staat.
ISPLAY
RE NEON S C
ADJ .
RETURN
AREMACD
LCD/ TV
IMETDATE /
UAOT
FFO
12.03.52 30:17
BR IGHT
T I ME CODE CLOCK
BRIGHT
blz. 11, “Om de helderheid van het display te
regelen”
ON SCREEN
LCD: De aanduidingen van het display (behalve de
datum, tijd en tijdcode tijdens weergave) van de camcorder verschijnen niet op het scherm van de aangesloten TV .
[LCD/TV]: De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het scherm van de aangesloten TV.
DATE/TIME
OFF: De datum/tijd wordt niet getoond. [AUTO]: Toont in de volgende gevallen ongeveer 5
seconden lang de datum/tijd:
•Wanneer de Spanningsschakelaar y van “OFF (CHARGE)” naar “ ” of “ ” wordt gezet.
•Wanneer de weergave van een cassette begint. De camcorder laat de datum/tijd zien wanneer scènes worden opgenomen.
•Wanneer de datum bij de weergave van een cassette wordt veranderd.
ON: De datum/tijd wordt altijd getoond.
•De aanduiding voor de datum kan ook aan/uit worden gezet door op de DISPLAY toets k op de afstandsbediening te drukken.
[ ] = Fabrieksinstelling
NE
23
Page 24
TIME CODE
[OFF]: De tijdcode wordt niet getoond. ON: De tijdcode wordt getoond op de camcorder en
ook op de aangesloten TV . Beeldnummers worden niet getoond bij de opname.
CLOCK ADJ.
Stelt u in staat de huidige datum en tijd in te stellen ( blz. 10).
12
bit
RETURN
VIDEO
MDOESOUND
MDOE ROSYNCH ODEREC M
IVDE
– – – –
O
STEREO SOUND
O.O
1
Voor het weergavemenu
De volgende handelingen zijn van toepassing op het maken van alle instellingen uitgezonderd voor Synchro Comp ( blz. 32).
1 Zet de spanningsschakelaar y op “PLAY” terwijl u
de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt.
2 Druk de VIDEO/VOLUME keuzeschijf $ in. Het
Menuscherm zal verschijnen.
3 Verdraai de VIDEO/VOLUME keuzeschijf $, kies
het gewenste functiemenu en druk de keuzeschijf in.
4 Dient u de VIDEO/VOLUME keuzeschijf $ te
verdraaien om de gewenste functie te kiezen en vervolgens de keuzeschijf in te drukken. Het betreffende sub-menu zal verschijnen.
5 Verdraai de VIDEO/VOLUME keuzeschijf $, kies de
te wijzigen instelling en druk de keuzeschijf in. Het kiezen van de instelling is hiermee afgerond.
6
Verdraai VIDEO/VOLUME $, selecteer “ RETURN” en druk de schijf twee keer in om het Menuscherm te sluiten.
SOUND MODE 12bit MODE SYNCHRO
........ blz. 25, “
........ blz. 25, “
Weergavegeiuid Weergavegeiuid
........ blz. 32, “Voor een
uitermate nauwkeurige montage”.
REC MODE
Stelt u in staat de gewenste cassette-opnamefunctie in te stellen ([SP] of LP) ( blz. 10).
•De “REC MODE” opnamefunctie kan worden ingesteld wanneer de spanningsschakelaar y op “PLAY” of “ ” staat ( blz. 10, 21).
SYSTEM
M
SYSTE
EEPB
ALLYT EMOTER EMO MODED RIORITYP AM R E SE TC
RETURN
MELODY ON
ON
ON
LCD
Elke instelling is verbonden met het “ SYSTEM” dat verschijnt wanneer de Spanningsschakelaar y op “ ” wordt gezet ( blz. 23). De instelmogelijkheden zijn dezelfde zoals staan vermeld op blz. 23.
[ ] = Fabrieksinstelling
”. ”.
NE
MENUS GEBRUIKEN VOOR GEDETAILLEERDE INSTELLINGEN
24
Page 25
VIDEO DISPLAY
•Instellingen gemaakt via het “ VIDEO DISPLAY” menu gelden alleen bij weergave van band.
IVDEODISPLAY
TBR I GH
R
LCD
ENEON SC
– O
FF
TIDA METE /
OFF
EE
CODTIM
RETURN
BRIGHT , DATE/TIME , TIME CODE
Raadpleeg “ CAMERA DISPLAY” op bladzijde 23,
24. De fabrieksinstelling voor “DATE/TIME” in het “ VIDEO DISPLA Y” menu is “OFF”.
ON SCREEN
OFF: De op het display van de camcorder mogelijke
gegevens (behalve datum, tijd en tijdcode) worden niet weergegeven op de LCD of een aangesloten TV. [LCD]: De op het display van de camcorder mogelijke gegevens worden alleen weergegeven op de LCD en niet op een aangesloten TV (behalve datum, tijd en tijdcode). LCD/TV: De op het display van de camcorder mogelijke gegevens worden zowel weergegeven op de LCD als op een aangesloten TV.
Weergavegeluid
Tijdens weergave van een cassette bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. Kies “SOUND MODE” of “12bit MODE” van het Menuscherm volgens de uitleg op blz. 24 en wijzig de gewenste instellingen.
SOUND MODE
[STEREO ]: Zowel het “L” als het “R” kanaal wordt
in stereo weergegeven. SOUND L : Het geluidssignaal van het “L” kanaal
wordt weergegeven. SOUND R : Het geluidssignaal van het “R” kanaal
wordt weergegeven.
12bit MODE
MIX: Het originele en het gedubde geluid worden
gecombineerd en zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
[SOUND 1]: Het originele geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
SOUND 2: Het gedubde geluid wordt zowel via het “L” als het “R” kanaal in stereo weergegeven.
OPMERKINGEN:
U kunt het weergavegeluid ook veranderen met de
AUDIO toets
R van de bijgeleverde afstandsbediening.
(U hoeft in dit geval niet het weergavemenu op te roepen.) Controleer dat de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor
1 van de camcorder is
gericht.
De camcorder kan niet bepalen met welke geluidsfunctie de opname is gemaakt wanneer er snel vooruit of terug gespoeld wordt. Tijdens weergave wordt de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
De “SOUND MODE” (geluidsfunctie) instelling is beschikbaar voor zowel 12-bits als 16-bits geluidssignalen (In de beschrijving van voorgaande modellen wordt “12-bits” “32 kHz” en “16- bits” “48 kHz” genoemd.)
Display
12
bit /SOUND
L
12: 34 :24
1
4
6
ON SCREEN (In-beeld) instelling: Voor geluidsweergave, bandsnel en bandtransport.
DATE/TIME (datum/tijd) instelling: Voor de datum/tijd aanduiding.
.52
30.21 0
3:71
TIME CODE (tijdcode) instelling: Voor de tijdcode aanduiding.
Minuten Seconden Beelden*
* 25 beelden = 1 seconde
[ ] = Fabrieksinstelling
MENUS GEBRUIKEN VOOR GEDETAILLEERDE INSTELLINGEN
NE
25
Page 26
Kopiëren naar een videorecorder
Gebruiken van deze camcorder als speler
1 Volg de afbeelding en sluit de camcorder en de
videorecorder op elkaar aan. Raadpleeg tevens blz. 16.
2 Zet de spanningsschakelaar y van deze camcorder
op “PLAY” terwijl u de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt, schakel aldus de stroom in en doe de gewenste cassettes in de camcorder en de videorecorder.
3 Schakel de videorecorder in de AUX en
opnamepauzefuncties.
4 Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en
zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt. Druk bij dit punt op 4/6 6 van de camcorder.
5 Druk op
videorecorder in de opnamefunctie.
4
/6 6 van de camcorder en schakel de
6 Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie
en druk op 4/6 6 van de camcorder.
7 Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van
meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
OPMERKINGEN:
Zodra de camcorder het door u opgenomen materiaal begint af te spelen, zal dit op uw TV worden weergegeven. Hierdoor weet u dat de aansluitingen en het AUX kanaal voor het kopiëren correct zijn.
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van de TV zijn getoond.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is aangesloten.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
•Datum/tijd
..... stel “DATE/TIME” op “AUTO”, “ON” of “OFF” via
het Menuscherm (墌 blz. 23, 25). Of druk op DISPLAY k op de afstandsbediening om de aanduiding voor de datum aan/uit te zetten.
•Tijdcode
..... stel “TIME CODE” op “ON” of “OFF” via het
Menuscherm ( blz. 24, 25).
•Andere aanduidingen dan datum/tijd en tijdcode
..... zet “ON SCREEN” via het Menuscherm
( blz. 23, 25) op “LCD”, “LCD/TV” of “OFF”.
Naar AV *
Aansluiting­afdekking*
Naar
)
S-VIDEO
S-videokabel (optioneel)
Kabeladapter***
Videorecorder
* Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels. ** Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet gebruikt
wordt.
*** Gebruik de meegeleverde kabeladapter indien uw
videorecorder een SCART-aansluiting heeft.
Audio-/Videokabel (bijgeleverd)
Naar de audio, video** en S-Video aansluitingen
TV
NE
KOPIËREN
26
Page 27
Kopiëren naar een video-apparaat met een
DV-aansluiting (digitaal kopiëren)
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren van deze camcorder naar een ander video-apparaat met een DV-aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit.
Gebruiken van deze camcorder als speler
1 Let er op dat alle apparatuur uit staat. Sluit deze
camcorder aan op een videorecorder die is voorzien van een DV ingangsaansluiting via een DV-kabel, zoals aangegeven op de afbeelding.
2 Zet de spanningsschakelaar y van deze camcorder
op “PLAY” terwijl u de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt, schakel aldus de stroom in en doe de gewenste cassettes in deze camcorder en het video-apparaat.
3 Druk op
4
6 om de bron-band af te spelen.
4 Terwijl u naar de beelden op de monitor kijkt
schakelt u de opname-functie van het aangesloten video-apparaat met DV-aansluiting in zodra u het punt ziet van waar u wilt gaan opnemen.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de netadapter als stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu ( blz. 7).
Als u de afstandsbediening gebruikt terwijl zowel de speler als de recorder van JVC zijn, zullen beide toestellen dezelfde handeling uitvoeren. Om dit te voorkomen, dient u de toetsen op beide toestellen zelf te gebruiken.
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een stuk band met storing wordt afgespeeld, is het mogelijk dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet opgenomen wordt.
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten is, is het toch mogelijk dat er bij stap 4 geen beeld verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te schakelen en de verbindingen en aansluitingen opnieuw te maken.
Als “Weergave Zoom” ( speciale effecten” ( worden geprobeerd tijdens weergave, zal alleen het originele beeld zoals dit opgenomen is op de cassette worden weergegeven via de DV aansluiting
Gebruik de los verkrijgbare JVC VC-VDV204U DV kabel.
blz. 13, 28), “Weergave
blz. 28) of “Momentopname”
!.
Naar DV
Kernfilter
DV kabel (optioneel)
Naar de DV IN aansluiting
6
!
Kernfilter
Video-apparatuur met een DV aansluiting
t
w
y
OFF
PLAY
(
CHARGE
)
KOPIËREN
NE
27
Page 28
Controleer of “REMOTE” via het SYSTEM menu op “ON” is gezet ( blz. 23) en of de afstandsbediening op de sensor 1 wordt gericht. Het effectieve bereik van de uitgezonden straal bij gebruik binnenhuis is ongeveer 5 m.
Slow-motion weergave
Vertraagd zoeken in beide richtingen tijdens weergave van een cassette.
1 Houd SLOW (
2 seconden ingedrukt om over te schakelen van normale naar vertraagde weergave. Na ongeveer 5 minuten (ongeveer 20 seconden met een 80 minuten cassette) vertraagde weergave terug of vooruit zal de normale weergave hervat worden.
Druk op PLAY (4) h om de vertraagde weergave
te stoppen.
9
) Y of (0) f tenminste ongeveer
OPMERKINGEN:
U kunt ook overschakelen van de weergave van stilstaande beelden naar vertraagde weergave door SLOW Y tenminste ongeveer 2 seconden ingedrukt te houden.
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een ietwat
mozaïekachtig effect vanwege de digitale verwerking van de signalen.
Nadat u op de SLOW toets (
gedrukt, kan het stilbeeld enige seconden getoond worden, gevolgd door een blauw scherm voor een paar seconden. Dit duidt niet op een defect.
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u
gekozen startpunt en het werkelijke startpunt voor slow­motion weergave.
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat
gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien, vooral met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Druk op PAUSE (6)
tijdens Slow-motion weergave.
9
) Y of (0) f heeft
T om de weergave te pauzeren
W
E
R
T
Y
U
I
O
P
6
9
4
2
5
we
Beeld-voor-beeld weergave
Beeld-voor-beeld zoeken tijdens weergave van een cassette.
1 Druk SLOW (
schakelen van normale weergave naar beeld-voor-beeld weergave vooruit of druk herhaaldelijk op SLOW (9) Y om over te schakelen naar beeld-voor-beeld weergave achteruit. Met elke druk op de toets zal het volgende, respectievelijk vorige beeldje worden weergegeven.
0
) f herhaaldelijk in om over te
OPMERKING:
U kunt ook overschakelen van de weergave van stilstaande beelden naar beeld-voor-beeld weergave door herhaaldelijk
9
SLOW (
) Y of (0) f in te drukken.
NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
28
a
s
d
0
3
T
W
f
g
h
j
k
l
;
Weergave speciale effecten
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen aan de weergegeven videobeelden.
1 Druk op PLAY (
4
) h om de weergave te starten.
2 Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT d. Het PLA YBACK EFFECT keuzemenu verschijnt.
3 Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect
door op EFFECT functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het menu weer verdwijnen.
Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u
op ON/OFF s op de afstandsbediening. Nog een keer op deze toets drukken maakt het eerder geselecteerde effect weer actief.
Herhaal de bovenstaande handelingen vanaf stap 2
om het geselecteerde effect te wijzigen.
OPMERKING:
f
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave zijn Klassieke film, Zwart/wit, Sepia en Strobescoop. Deze effecten werken tijdens de weergave hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg bladzijde 16, voor meer informatie.
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot 44X te kunnen vergroten.
1 Druk op PLAY (
zoeken.
d te drukken. De geselecteerde
Weergave Zoom
4
) h om de gewenste scène op te
2 Druk op de zoomtoets T l of W ; op de
afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening op de sensor van de camcorder gericht is. Als u op T l drukt zoomt het beeld in.
3 U kunt het uitvergrote deel van het beeld
verplaatsen om een bepaald deel van het beeld uitvergroot op uw scherm te krijgen. Terwijl u SHIFT P ingedrukt houdt, drukt u op * (links) U, T (rechts) g,
^
(hoger) T en & (lager) O.
Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W
; op de afstandsbediening tot de normale
weergave-grootte weer bereikt is. Of u drukt op STOP (5) O en dan weer op PLAY (4) h.
OPMERKINGEN:
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion en stilbeeld weergave.
De beeldkwaliteit kan minder worden als gevolg van het digitaal bewerken van het beeld.
Normale weergave
Druk op T l
Druk op T (rechts) g met de SHIFT toets het beeld te verplaatsen.
P ingedrukt om
Page 29
Opname van ander geluidsspoor
(“audio-dubben”)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette die met de 12-bits functie is opgenomen (墌 blz. 21).
OPMERKINGEN:
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met de 16-bits audio of de LP functie zijn opgenomen of op een leeg gedeelte van de cassette.
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van geluid tijdens weergave op de TV (
blz. 15).
1 Start de weergave van de cassette en zoek het punt
waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op PAUSE (6) T.
2 Houd A.DUB (e) j van de afstandsbediening
ingedrukt en druk op PAUSE (6) T. “6e” y en “MIC” zullen verschijnen.
3 Druk op PLAY (
Spreek in de microfoon.
•Druk op PAUSE (6) T om het dubben te pauseren.
4
) h, en “spreek als gewenst in”.
4 Sruk eerst op PAUSE (6) T en vervolgens op
STOP (5) O om het audio-dubben te stoppen.
Om het gedubde geluid te kunnen horen bij de weergave . . .
..... dient u “12bit MODE” op “SOUND 2” of “MIX” te
zetten via het Menuscherm ( blz. 25).
OPMERKINGEN:
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven.
Bij het monteren van een cassette die met 12-bits is opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van het oude geluidsspoor worden opgenomen.
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend opgenomen gedeelten monteert.
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV ­weergave een “huilend” of “rondzingend” geluid (feedback) hoort.
Indien u tijdens opname van 12-bits naar 16-bits overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben gebruikt, zal audio-dubben niet mogelijk zijn vanaf het gedeelte waar met 16-bits werd opgenomen.
Het audio-dubben zal stoppen wanneer er een gedeelte op de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 16­bits audio is opgenomen, of waarop geen signalen zijn opgenomen (
blz. 44).
Invoeg-montage
U kunt een nieuwe scène invoegen op een eerder opgenomen band, over een deel van de oorspronkelijke opnamen heen, met een minimum aan vervorming bij de in- en uitmonteerpunten. De oorspronkelijke audio blijft hierdoor onaangetast.
OPMERKINGEN:
Voor u de volgende stappen gaat uitvoeren, moet u controleren of “TIME CODE” op “ON” (aan) is gezet via het Menuscherm ( blz. 24, 25).
Invoeg-montage is niet mogelijk op een band die is opgenomen met de LP (verlengde speelduur) functie, of op een blanco deel van een band.
Om een invoeg-montage uit te voeren terwijl u via de televisie de beelden bekijkt, dient u de vereiste aansluitingen te maken (
blz. 15).
1 Speel de band af, zoek het uitmonteerpunt (einde)
op en druk op PAUSE (6) T. Controleer de tijdcode op dit punt ( blz. 24, 25).
2 Druk op REW (
(begin) heeft opgezocht en druk op PAUSE (6) T.
2
) U tot u het inmonteerpunt
3 Houd INSERT (w) I op de afstandsbediening
ingedrukt en druk op PAUSE (6) T. “ 6w” & en de tijdcode (min.:seconden.) verschijnen en de camcorder gaat in de invoeg-pauzestand.
4 Druk op START/STOP a om de montage te
beginnen.
•Controleer het ingevoegde stuk aan de hand van de
bij stap 1 verkregen tijdcode.
•Druk op START/STOP a om de montage te
pauzeren. Druk nog eens op deze toets om de montage te hervatten.
5 Om de invoeg-montage te stoppen, dient u op
START/STOP a te drukken en vervolgens op STOP (5) O.
OPMERKINGEN:
Geprogrammeerde belichting met speciale effecten (
blz. 16) kan worden gebruikt bij invoeg- montage om
de ingevoegde gedeelten wat extra’s te geven.
Gedurende invoeg-montage zal de datum- en tijdinformatie gewijzigd worden.
Als u probeert een invoeg-montage uit te voeren op een blanco stuk van de band, kunnen de audio en video gestoord worden. U kunt alleen reeds opgenomen gedeelten van de band monteren.
De invoeg-montage zal stoppen wanneer er een stuk band bereikt wordt dat met de LP functie is opgenomen, of dat nog blanco is (
blz. 44).
Stereo-microfoon
W
E
R
T
Y
U
I
O
P
6
9
4
2
5
we
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
a
s
d
0
3
T
W
f
g
h
j
k
l
;
NE
29
Page 30
Monteren van scènes in een andere
volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere volgorde monteren wanneer u de camcorder als bron gebruikt. Kies 8 “scènes” voor een automatische montage in de gewenste volgorde. De R.A.Edit functie is nog gemakkelijker te gebruiken wanneer u de MBR (afstandsbediening voor meerdere merken) met uw videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST VIDEORECORDER). De functie kan echter ook handmatig worden bediend.
Gebruik de los verkrijgbare afstandsbedieningskit RM-V717KITU. Controleer alvorens gebruik dat de batterij in de afstandsbediening is geplaatst ( blz. 45).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE VOOR DE VIDEORECORDER IN
1
Schakel de spanning van de videorecorder uit en richt de afstandsbediening naar de infraroodsensor van de videorecorder. Zoek vervolgens uw merk op in de “CODELIJST VIDEORECORDER”, houd MBR SET ingedrukt en voer de merkcode van uw videorecorder in. De code wordt automatisch ingesteld en de spanning van de videorecorder ingeschakeld wanneer u de MBR SET toets ^ loslaat.
2
Controleer dat de spanning van de videorecorder is ingeschakeld. Houd vervolgens SHIFT 5 ingedrukt en druk tegelijkertijd op de gewenste toets van de afstandsbediening. De volgende functies kunnen met de afstandsbediening worden bediend; PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor deze laatste functie hoeft u de SHIFT toets 5 niet ingedrukt te houden).
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige volgorde monteren.
Videorecorder (opnamedeck)
4 5
^
34 1 6
7 8
MERK VAN
VIDEO-
RECORDER
AKAI
BLAUPUNKT DAEWOO FERGUSON
GRUNDIG
HITACHI
JVC
LG/GOLDSTAR
NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
30
CODE
6 2 6 4 7 7
1 3 1 8 9 7
9 8 3 2
1 4 3 4
6 6 6 3
A
9 1
B
9 6
C
9 3 1 1
MERK VAN VIDEO­RECORDER
MITSUBISHI
NEC
PANASONIC
PHILIPS
2 5
RM-V717U
0
(los verkrijgbaar)
9
CODE
SAMSUNG
6 7 6 8
SANYO
3 7 3 8
SELECO,
1 3
REX
1 7
SHARP
1 1 9 4
SONY
1 8
1 9 9 5 1 1
THOMSON,
9 4
TELEFUNKEN,
9 1
SABA,
9 6
NORDMENDE
1 2
TOSHIBA
3 3 7 2
MERK VAN VIDEO­RECORDER
CODE
9 4 3 6
3 5 9 1
9 6 1 5
1 0 6 5
6 0 3 9 3 1
9 1 9 6 9 7 3 2
6 9 6 1
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is geschikt voor JVC videorecorders en diverse andere merken. Het is echter mogelijk dat deze afstandsbediening niet met uw videorecorder werkt of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
Stel een andere in de “CODELIJST VIDEO­RECORDER” aangegeven code in indien de spanning van de videorecorder niet in stap 1 wordt ingeschakeld.
De spanning van bepaalde videorecorders wordt niet automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval de spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf indien de afstandsbediening niet voor uw videorecorder functioneert.
De code die u voor de videorecorder heeft ingesteld, wordt gewist wanneer de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen door nieuwe en stel de code opnieuw in.
AANSLUITEN
^
Zie ook blz. 15 en 31.
1 Om te verbinden met een:
JVC videorecorder die een pause
afstandsaansluiting heeft . . .
..... verbind de montagekabel met de PAUSE
afstandsaansluiting.
JVC videorecorder zonder pause afstandsaansluiting maar met een R.A.EDIT aansluiting . . .
..... verbind de montagekabel met de R.A.EDIT aansluiting.
Andere videorecorder dan boven vermeld . . .
.....
verbind de montagekabel met de pauzeingangs­aansluiting (PAUSE IN) $ van de afstandsbediening.
2 Doe een band waarop iets is opgenomen in de
camcorder. Zet de spanningsschakelaar y op “PLAY” terwijl u de vergrendeltoets t op de schakelaar ingedrukt houdt.
3
Zet de videorecorder aan en plaats een cassette waarop kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie (zie de gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
OPMERKINGEN:
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te
starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band opgenomen indien deze wel tijdens willekeurige montage worden getoond.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
• Datum/tijd
..... stel “DATE/TIME” op “AUTO”, “ON” of “OFF” via het
Menuscherm ( Of druk op DISPLAY 4 op de afstandsbediening om de aanduiding van de datum aan/uit te zetten.
• Tijdcode
..... stel “TIME CODE” op “ON” of “OFF” via het
Menuscherm (
• Andere aanduidingen dan datum/tijd en tijdcode
..... zet “ON SCREEN” via het Menuscherm (
25) op “LCD”, “LCD/TV” of “OFF”.
blz. 23, 25).
blz. 24, 25).
blz. 23,
Page 31
1
2 3 4 5 6 7 8
––: –– ~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
––
NIOUT
MOD E
:
––
0:000
TOTAL
CODETIME
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder
die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een
Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een
audio/videokabel is aangesloten.
DV ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats van de S-videokabel en de audio/video kabel.
*
Naar AV
Aansluiting­afdekking**
Naar S-VIDEO
)
Naar EDIT
(
S-videokabel (optioneel)
Montagekabel***
Y/C/CVBS video­uitgangs­schakelaar
Naar afstand
PAUSE of R.A.EDIT
Audio-/Videokabel (bijgeleverd)
Naar AUDIO, VIDEO* en aansluitingen
Indien uw video­recorder een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
-IN
Videorecorder
Naar
PAUSE IN
$
4
9 ! @
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet gebruikt
wordt.
** Open deze afdekking voor het verbinden van de kabels. *** Meegeleverd met de los verkrijgbare
afstandsbedieningskit RM-V717KITU.
) r
#
TV
KIES DE SCENES
4 Richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder. Druk op PLAY (4) ) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF r van de afstandsbediening. Het willekeurige montagemenu verschijnt.
Willekeurige montagemenu
Scène
5 Druk op FADE/WIPE 9 op de afstandsbediening
wanneer u een overgangseffect gebruikt aan het begin van de scène.
Doorloop de verschillende effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
6 Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT @
van de afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige montage getoond.
7 Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT @.
Het uitmonteerpunt wordt op het menu voor willekeurige montage getoond.
8 Druk op FADE/WIPE 9 als u een overgangseffect
aan het eind van de scène wilt gebruiken.
Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
Indien u een fade/wipe-effect voor een uitmonteerpunt heeft ingesteld, zal dit effect automatisch op het volgende inmonteerpunt worden toegepast.
De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch bij de totale tijd opgeteld.
9 Druk op EFFECT ! als u Weergave Speciale
Effecten wilt gebruiken ( blz. 28).
10
Herhaal de stappen 6 t/m 9 om aanvullende
scènes te registreren.
Druk op CANCEL # van de afstandsbediening om reeds vastgelegde punten te annuleren. De geregistreerde punten verdwijnen stuk-voor-stuk vanaf het laatst vastgelegde punt.
Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen fade/ wipe of programma AE met speciale effecten gebruikt.
OPMERKINGEN:
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er
voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt
zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en
uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld opgenomen.
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden
nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist
indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
Vervolg op volgende bladzijde.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
NE
31
Page 32
U kunt de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE heeft ingesteld. De indicator voor de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het volgende inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan de zwart/wit fader in.
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Pro­gramma belichting met speciale effecten te gebruiken gedurende Willekeurige Samenstelling Montage door middel van een DV kabel.
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN VIDEORECORDER
11
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug naar het begin van de scène die u wilt monteren en druk op PAUSE (6) e.
12
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6) toets t of schakel de videorecorder handmatig in de opnamepauzefunctie.
13
Druk op de Opname start-/stoptoets w op de camcorder. Het monteren gaat door zoals geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de laatste geregistreerde scène.
Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie
schakelen en de videorecorder schakelt naar de opnamepauzefunctie.
Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de
gehele cassette automatisch tot het eind worden gekopieerd.
Als u een handeling uitvoert op de camcorder tijdens
het automatisch monteren, zal de videorecorder in zijn opnamepauzefunctie gaan en zal het automatisch monteren stoppen.
14
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de videorecorder. Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor willekeurige montage van meerdere scènes moet u op
R.A.EDIT ON/OFF
r
van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
Druk op R.A.EDIT ON/OFF r van de afstandsbediening
om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige montage zijn vastgelegd.
Indien de montagekabel met de Pause In aansluiting van
de afstandsbediening is verbonden, moet u de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder richten en controleren dat de signalen niet door voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd. Het monteren van meerdere scènes in de gewenste
volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn (
blz. 13).
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u het monteren met de camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u daarom de timing van de camcorder t.o.v. de videorecorder bepalen.
NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
32
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
1 Start de weergave van de cassette in de camcorder,
richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF Het willekeurige montagemenu verschijnt.
r.
2 Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
3 Speel de gemonteerde scène af.
Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een gedeelte werd opgenomen dat voor het inmonteerpunt ligt.
Uw videorecorder schakelt traag indien er een gedeelte van de gekozen scène niet wordt opgenomen.
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
4 Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF r zodat het nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk vervolgens op MENU/VOLUME $. Het Menuscherm verschijnt.
5 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
VIDEO en druk de keuzeschijf in. Draai de keuzeschijf vervolgens naar “SYNCHRO” en druk deze in. De waarde voor “SYNCHRO” licht op.
6 Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose, kunt
u nu de opname-timing van de videorecorder vooruit zetten door de MENU/VOLUME keuzeschijf $ naar + te draaien. U kunt de opname-timing van de videorecorder ook terug zetten door de MENU/ VOLUME keuzeschijf $ naar “–. te draaien. U kunt de waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3 instellen. Druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ in om de instelling af te sluiten.
7 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
RETURN en druk de keuzeschijf twee keer in. U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz. 31 starten.
OPMERKINGEN:
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien nodig de snelheid opnieuw in.
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
Page 33
Aansluiten op een Personal Computer
Gebruik van een DV kabel
Het is mogelijk om stilstaande en bewegende beelden over te brengen naar een PC met een DV-aansluiting, met behulp van met de PC meegeleverde software of commercieel verkrijgbare software.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de netadapter als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu
blz. 7).
(
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden overgenomen.
Raadpleeg de handleidingen van de PC en de software.
De stilbeelden kunnen ook naar een PC worden
overgebracht door middel van een capture-kaart met een DV aansluiting.
Wanneer u een DV kabel wilt gebruiken, moet u de los verkrijgbare JVC VC-VDV206U of VC-VDV204U DV kabel aanschaffen, afhankelijk van het soort DV aansluiting (4- of 6-pens) op de PC.
Afhankelijk van de PC of de capture-kaart die u gebruikt, is het mogelijk dat het systeem niet naar behoren functioneert.
Bij gebruik van de DV aansluiting dient u tevens de handleiding van uw capture-kaart te raadplegen voor installatie van stuurprogramma's en andere instructies.
Gebruik van een DV kabel
Naar DV !
Kernfilter
DV kabel (optioneel)
Kernfilter
Naar de DV-aansluiting
PC met een DV-aansluiting
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
NE
33
Page 34
Controleert u alstublieft eerst de volgende punten om te zien of u het probleem zelf kunt oplossen voor u uw JVC dealer raadpleegt.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu, netadapter, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de vereiste handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
Geen spanning.
•De spanningsbron is niet juist aangesloten. ¥ Sluit de netadapter goed aan ( blz. 7).
•De accu is leeg. ¥ Plaats een geladen accu ( blz. 7, 8).
“SET DATE/TIME!” wordt getoond.
•De datum/tijd is niet ingesteld. ¥ Stel de datum/tijd in ( blz. 10).
•De batterij voor de ingebouwde klok is leeg en de
eerder ingestelde datum/tijd is gewist.
¥ Raadpleeg uw dichtst bijzijnde JVC dealer voor
vervanging.
Opname is niet mogelijk.
•De wispreventie-schakelaar van de cassette staat op
“SAVE” (bewaren).
¥ Zet de wispreventieschakelaar van de cassette op
“REC” (opnemen) ( blz. 9).
•De spanningsschakelaar y is op “PLAY” of “OFF
(CHARGE)” gedrukt.
¥ Zet de spanningsschakelaar y op “ ” of “ ”
( blz. 12).
•“TAPE END” verschijnt. ¥ Plaats een nieuwe cassette( blz. 9).
•Het deksel van de cassettehouder is open. ¥ Sluit het deksel van de cassettehouder.
Er is geen beeld.
•Geen spanning naar de camcorder of een ander
probleem.
¥ Schakel de spanning van de camcorder even uit en
vervolgens weer in ( blz. 12).
Er wordt niet automatisch scherpgesteld.
•De scherpstelling is op “MANUAL” gesteld. ¥ Stel de scherpstelling op “AUTO” ( blz. 19).
•Het is te donker of het contrast is te zwak.
•De lens is vuil of er is condens op afgezet. ¥ Reinig de lens en controleer de scherpstelling
nogmaals ( blz. 38).
Cassette kan niet juist worden geplaatst.
•De cassette wordt verkeerd geplaatst. ¥ Plaats de cassette op de juiste wijze ( blz. 9).
•De accu is bijna leeg. ¥ Plaats een geladen accu ( blz. 7, 8).
De Momentopname functie kan niet worden gebruikt.
•De Squeeze (breedbeeld) functie is geselecteerd. ¥ Annuleer de Squeeze (breedbeeld) functie
( blz. 22).
De kleur van de momentopname is vreemd.
•De lichtbron die het onderwerp verlicht bestaat niet uit wit licht, of er zijn verschillende lichtbronnen achter het onderwerp.
¥ Zoek een wit voorwerp op en maak de uitsnede zo
dat dit ook in de opname komt ( blz. 18).
•De Sepia of Zwart-wit functie is ingeschakeld.
¥ Zet de Sepia of Zwart-wit functie uit ( blz. 16).
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te donker.
•De opname werduitgevoerd bij tegenlicht.
¥ Druk op de BACKLIGHT toets 0 ( blz. 19).
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te licht.
•Het onderwerp is te licht.
¥ Zet “PROGRAM AE” op “SPOTLIGHT” via het
Menuscherm ( blz. 16).
De digitale zoom werkt niet.
•De 16X optische zoom is ingesteld.
¥ Zet “ZOOM” op “40X” of “700X” via het Menuscherm
( blz. 21).
De zwart/wit fader werkt niet.
•De sepia of zwart/wit functie is geactiveerd.
¥ Schakel sepia en zwart/wit uit ( blz. 16).
NE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
34
Page 35
Het beeld ziet er uit alsof een lange sluitertijd is gebruikt.
•Bij opnamen in het donker wordt het toestel veel gevoeliger voor licht wanneer “GAIN UP” via het Menuscherm op “AUTO” is ingesteld.
¥ Voor een natuurgetrouwere opname moet u “GAIN
UP” in het Menuscherm op “AGC” of “OFF” stellen ( blz. 22).
De witbalans kan niet worden ingesteld.
•De sepia- of zwart/wit-functie is geactiveerd.
¥ Schakel sepia of zwart/wit uit alvorens de witbalans
in te stellen ( blz. 16, 20).
Verticale strepen bij opname van een helder verlicht onderwerp.
•Het contrast is sterk. Dit duidt niet op een defect.
Het scherm wordt even rood of zwart indien het directe zonlicht tijdens opname op het scherm valt.
•Dit duidt niet op een defect.
Datum/tijd worden niet getoond.
•“DATE/TIME” in het Menuscherm is op “OFF” gesteld.
¥ Stel “DATE/TIME” in het Menuscherm op “ON”
( blz. 23, 25).
De tijdcode wordt niet getoond.
•“TIME CODE” is op “OFF” gezet via het Menuscherm.
¥ Zet “TIME CODE” “ON” via het Menuscherm
( blz. 24, 25).
Beelden op de LCD-monitor zijn te donker of licht.
•Bij lage temperaturen worden de beelden donkerder vanwege de karakteristieken van de LCD-monitor. De kleuren zullen nu tevens anders zijn dan opgenomen. Dit duidt niet op een defect van de camcorder.
•De beelden op de LCD-monitor worden donker wanneer de fluorescerende lamp van de LCD-monitor het eind van zijn levensduur heeft bereikt. Raadpleeg uw JVC handelaar.
¥ Stel de helderheid en hoek van de LCD-monitor in
( blz. 11).
De achterkant van de LCD-monitor is heet.
•De LCD-monitor wordt warm door de lamp. ¥ Schakel de LCD-monitor even uit door deze te
sluiten of druk de spanningsschakelaar y naar “OFF (CHARGE)” en laat het toestel afkoelen.
De indicators en kleuren van het beeld op de LCD-monitor zijn niet helder.
•U drukt mogelijk op het oppervlak of de rand van de LCD-monitor.
Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker knipperen.
•U heeft bepaalde fade/wipe-effecten, functies van Programma AE met speciale effecten, “DIS” en andere functies die niet tegelijk met elkaar kunnen worden gebruikt gekozen.
¥ Lees de aanwijzingen voor het gebruik van fade/
wipe-effecten, Programma AE met speciale effecten, en “DIS” opnieuw ( blz. 16, 17, 22).
Heldere punten op de LCD-monitor of in de zoeker.
•De LCD-monitor en de zoeker bestaan uit nauwkeurig luisterende onderdelen. Het is echter mogelijk dat er zwarte of heldere punten (rood, groen of blauw) voortdurend op de LCD-monitor of in de zoeker worden getoond. Deze punten worden echter niet op de band opgenomen. Dit duidt niet op een defect van het toestel. (Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%.)
U kunt het geluid niet horen tijdens de opname.
•Dit is normaal.
Weergave, terugspoelen, doorspoelen niet mogelijk.
•De Spanningsschakelaar y staat op “ ” of “ ”.
¥ Druk de spanningsschakelaar y naar “PLAY”
( blz. 13).
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
NE
35
Page 36
De aanduidingen op de LCD-monitor zijn vervormd.
•Tijdens weergave van niet-opgenomen gedeelten, zoeken met hoge snelheid en stilbeeld-weergave zijn de aanduidingen op de LCD-monitor vervormd. Dit duidt niet op een defect.
Beelden trillen op de LCD-monitor.
•Het luidsprekervolume is te hoog.
¥ Verlaag het volume ( blz. 13).
Tijdens weergave verschijnen er blokjes ruis, of er wordt helemaal geen beeld weergegeven en het scherm wordt blauw.
¥ Reinig de videokoppen met een los verkrijgbare
reinigingscassette ( blz. 38).
De LCD-monitor, zoeker en lens zijn vuil (bijvoorbeeld vingerafdrukken).
¥ Veeg schoon met een zachte doek. Voorkom
beschadiging en druk niet te hard ( blz. 38).
Vreemde markering verschijnt.
¥ Controleer het gedeelte over aanduidingen op de
LCD-monitor en in de zoeker van deze gebruiksaanwijzing ( blz. 42 – 44).
Foutmelding (E01, E02 of E06) verschijnt.
•De camcorder functioneert om een of andere reden niet juist. De camcorder kan in dit geval niet meer gebruikt worden.
¥ Ontkoppel de spanningsbron (accu, enz.), en wacht
een paar minuten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het twee of driemaal herhalen van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt. Laat de cassette niet uitwerpen. Dit zal de band beschadigen.
Foutmelding (E03 of E04) verschijnt.
•De camcorder functioneert om een of andere reden niet juist. De camcorder kan in dit geval niet meer gebruikt worden.
¥ Laat de cassette uitwerpen, doe deze vervolgens
terug in het toestel en controleer of de aanduiding nu verdwenen is. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het twee of driemaal herhalen van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
De laadindicator van de camcorder licht niet op.
•De temperatuur van de accu is zeer hoog/laag.
•Laden is moeilijk bij zeer hoge/lage temperaturen.
¥ Bescherm de accu en laad deze op bij een
temperatuur tussen de 10°C en 35°C ( blz. 37).
Er verschijnt een zwarte balk op de onderkant van het scherm wanneer een beeld met de printer wordt afgedrukt.
•Dit duidt niet op een defect.
¥ Gebruik “DIS” voor opname ( blz. 22) om dit te
voorkomen.
Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV aansluiting werkt de camcorder niet.
•De DV kabel is eruitgetrokkek en er weer in gestoken terwijl de stroom was ingeschakeld.
¥ Doe de camcorder uit en weer aan en probeer het
opnieuw.
NE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
36
Page 37
Accu’s
De bijgeleverde accu is een lithium-ionaccu. Lees alvorens deze accu of een los verkrijgbare accu te gebruiken de volgende voorzorgen goed door:
1. Voorkom gevaar . . .
... verbrand de accu niet. ... sluit de contactpunten niet kort. Let er op dat het
meegeleverde accukapje op de accu zit wanneer u deze gaat vervoeren. Als het accukapje kwijt is,
moet u de accu in een plastic zakje vervoeren. ... maak geen veranderingen en demonteer niet. ... stel de accu niet aan temperaturen boven de 60°C
bloot daar de accu anders oververhit met mogelijk
een ontploffing en brand tot gevolg. ... gebruik uitsluitend de gespecificeerde laders.
2.
Voorkom beschadiging en verleng de levensduur . . .
... stel de accu niet aan schokken bloot. ... laad bij temperaturen op die binnen het hieronder
getoonde bereik ligt. Dit is een accu van het
“chemische reactie type” — lagere temperaturen
vertragen het laden, en hogere temperaturen
belemmeren mogelijk het volledig laden van de
accu. ... bewaar de accu op een droge, koele plaats. Door
langdurige blootstelling aan hoge temperaturen
wordt de accu ontladen en de levensduur verkort. ... laad één keer per half jaar een accu eerst geheel
op en ontlaad dan geheel wanneer u de accu voor
langere tijd opbergt. ... verwijder de accu van de lader of het toestel
wanneer u deze niet gebruikt. Sommige toestellen
gebruiken namelijk ook spanning wanneer ze zijn
uitgeschakeld.
Contactpunten
OPMERKINGEN:
De accu is na het laden of gebruik warm. Dit is normaal.
Temperatuurbereik
Laden ..................... 10°C t/m 35°C
Gebruik .................. 0°C t/m 40°C
Opslag.................... –10°C t/m 30°C
De oplaadtijd is gebaseerd op een kamer-temperatuur van 20°C.
Hoe lager de temperatuur, hoe langer het opladen duurt.
Cassettes
Lees de volgende voorzorgen door voor een juist gebruik en opslag van uw cassettes.
1. Tijdens gebruik . . .
... controleer dat de cassette de Mini DV markering
heeft.
... vergeet niet dat opname op een reeds
opgenomen cassette automatisch de “oude”
opname van de video- en audiosignalen wist. ... controleer dat de cassette juist wordt geplaatst. ... plaats en verwijder een cassette niet herhaaldelijk
zonder dat de band is getransporteerd. De band
komt hierdoor namelijk los te zitten met mogelijk
beschadiging tot gevolg. ...
open nooit de huls van de cassette. Er zou anders
stof of vingerafdrukken op de band kunnen komen.
2. Bewaar cassettes . . .
... uit de buurt van de verwarming of andere
warmtebronnen. ... uit het directe zonlicht. ... op een plaats die niet aan schokken of trillingen
blootstaat. ... op een plaats die niet aan sterke magnetische
velden blootstaat (bijvoorbeeld in de buurt van
motoren, transformators of magneten). ... verticaal geplaatst en in het originele
cassettedoosje.
LCD-monitor
1. Voorkom beschadiging van de LCD-monitor en NIET . . .
... hard op de monitor drukken of aan schokken
onderhevig stellen.
... de camcorder met de LCD-monitor onder ergens
neerleggen.
2. Verleng de levensduur . . .
... en wrijf niet hard of met een ruwe doek schoon.
3. Let op de volgende punten. Dit zijn karakteristieken van de LCD-monitor.
• Bij gebruik van de camcorder wordt het oppervlak
en/of de achterkant van de LCD-monitor warm.
• De oppervlakken rond de LCD-monitor worden
mogelijk warm wanneer de spanning lang is ingeschakeld.
Hoofdtoestel
1. Voor de veiligheid, NIET . . .
... de behuizing van de camcorder openen. ... het toestel demonteren of er veranderingen in
aanbrengen.
... de contactpunten van de accu kortsluiten.
Houd uit de buurt van metalen voorwerpen wanneer niet in gebruik.
... ontvlambare stoffen, water of metalen voorwerpen
in het toestel laten vallen.
... de accu verwijderen of de spanning ontkoppelen
wanneer de spanning nog is ingeschakeld.
... de accu op de camcorder bevestigd laten
wanneer niet in gebruik.
2. Vermijd gebruik van het toestel . . .
... op zeer vochtige of stoffige plaatsen. ... op plaatsen die onderhevig zijn aan roet of stoom,
bijvoorbeeld in de buurt van een gasfornuis.
... op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
schokken of trillingen. ... in de buurt van een TV. ... in de buurt van apparatuur die sterke magnetische
of elektrische velden opwekt (bijvoorbeeld
luidsprekers of zendantennes). ...
op plaatsen die aan zeer hoge (boven 40°C) of zeer
lage (onder 0°C) temperaturen onderhevig zijn.
3. Bewaar het toestel NIET . . .
...
op plaatsen waar de temperatuur hoger is dan 50°C. ... op plaatsen met een zeer lage (onder 35%) of
hoge (boven 80%) vochtigheidsgraad. ... in het directe zonlicht. ... in de zomer in een afgesloten auto. ... in de buurt van een verwarmingselement.
VOORZORGEN
NE
37
Page 38
4. Ter bescherming, het toestel NIET . . .
... nat laten worden. ... laten vallen of tegen harde voorwerpen stoten. ... tijdens transport onderhevig aan sterke schokken
of trillingen blootstellen.
... met de lens langdurig op een helder onderwerp
richten. ... met de lens in het directe zonlicht houden. ... aan de LCD-monitor of zoeker dragen. ... hard heen en weer slingeren met de handriem of
greep.
5. Vuile koppen veroorzaken mogelijk de volgende problemen:
•Geen beeld tijdens weergave.
•Ruis of ruisblokken tijdens weergave.
•Tijdens opname of weergave wordt de
waarschuwing voor een vuile kop “ ” getoond.
•Er kan niet naar behoren worden opgenomen. Reinig vuile koppen met een in de handel
verkrijgbare reinigingscassette. Plaats de reinigingscassette en start de weergave. De koppen worden mogelijk beschadigd indien u deze cassette meerdere malen achter elkaar gebruikt. De weergave wordt automatisch na ongeveer 20 seconden gestopt. Zie tevens de aanwijzingen van de kopreinigingscassette. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na gebruik van deze reinigingscassette het probleem nog niet is opgelost. De mechanisch bewegende onderdelen voor het bewegen van de videokoppen en het transporteren van de band raken na verloop van tijd verontreinigd en verslijten op den duur. Laat voor een optimale werking en heldere beelden het toestel na ongeveer 1000 gebruiksuren nakijken. Raadpleeg uw JVC handelaar voor deze periodieke check-ups.
Juiste omgang met een CD-ROM
•Zorg dat er geen vuil of krassen komen op de
glimmende onderkant (tegenover de labelkant). Schrijf niet op een CD-ROM en plak geen etiketten e.d. op de bovenkant of de onderkant. Als een CD-ROM vuil is, kunt u deze met een zachte does schoonvegen, vanuit het midden naar de rand.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen of antistatische
spray voor conventionele grammofoonplaten.
•Verbuig een CD-ROM niet en raak de glimmende
onderkan niet met uw vingers aan.
•Bewaar een CD-ROM niet op een warme, stoffige of
vochtige plaats. Laat niet in de volle zon liggen.
NE
VOORZORGEN
38
Meer over condensvorming . . .
Het is u misschien wel eens opgevallen dat wanneer een koude vloeistof in een glas geschonken wordt, er zich waterdampdruppels vormen aan de buitenkant van het glas. Ditzelfde fenomeen, dat we condensatie noemen, kan op de koppen van de camcorder optreden wanneer deze van een koude naar een warme plaats wordt overgebracht, na het verwarmen van een koude kamer, in overmatig vochtige omstandigheden, of op een plek in de directe luchtstroom van een airconditioner.
Vocht op de kop, een van de meest kwetsbare onderdelen van de camcorder, kan de videoband zowel als het interne mechanisme van de camcorder beschadigen.
Ernstige problemen
Indien er iets mis is met het toestel, moet u het gebruik van de camcorder direkt staken en uw JVC handelaar raadplegen.
Deze camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) heeft mogelijk tot gevolg dat de camcorder niet juist functioneert. Ontkoppel in dat geval eerst de spanningsbron (accu, netadapter, enz.) en wacht een paar minuten. Sluit de spanning weer aan en start de bediening als normaal.
Onderhoud
1) Na gebruik
1. Zet de camcorder uit.
2.
Schuif en houd OPEN/EJECT Q in de richting van de pijl en trek de afdekking van de cassettehouder open totdat deze inklikt. De cassette houder gaat automatisch open. Verwijder de cassette.
3. Druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten
wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens het deksel van de cassettehouder te sluiten.
4. Kantel de zoeker omhoog. Druk op de BATT.
RELEASE p en verwijder de accu.
2) Reinigen van de camcorder
1. Maak de buitenkant schoon met een zachte doek. Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel en water bevochtigde, goed uitgewrongen doek voor het verwijderen van hardnekkige vlekken. Veeg goed droog met een droge doek.
2. Open de LCD-monitor. Voorzichtig afvegen met een zachte doek. Wees uitermate voorzichtig zodat u de LCD-monitor niet beschadigd. Sluit daarna de LCD-monitor.
3. Maak de lens schoon met een blaaskwastje en veeg vervolgens voorzichtig met een lenstissue.
OPMERKINGEN:
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals benzine of alcohol.
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze niet wordt gereinigd indien nodig.
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn geleverd goed door wanneer u een reinigingsmiddel of chemische doek gebruikt.
Page 39
Camcorder
Algemeen
Spanningsbro : 11,0 V gelijkstroom
(Met de Lichtnetadapter) 7,2 V gelijkstroom (Met de accu)
Stroomverbruik
LCD-monitor
uitgeschakeld, zoeker ingeschakeld : Ongeveer 3,4 W
LCD-monitor
ingeschakeld, zoeker uitgeschakeld : Ongeveer 4,7 W
Afmetingen (B x H x D) : 69 mm x 94 mm x 143 mm
(Met de LCD-monitor dicht en de zoeker helemaal ingeduwd)
Gewicht : Ongeveer 525 g Bedrijfs-
temperatuur : 0°C t/m 40°C
Bedrijfs-
vochtigheid : 35% t/m 80%
Opslag-
temperatuur : –20°C t/m 50°C Pickup : 1/6" CCD Lens : F 1,6, f = 2,7 mm t/m 43,2 mm,
16:1 motorzoomlens
Filterdiameter : Diameter 37 mm LCD-monitor : 2,5" diagonaal gemeten, LCD
paneel/TFT actief matrix systeem
Zoeker : Elektronische zoeker met 60 mm
kleuren-LCD-scherm
Luidspreker : Mono
Aansluitingen
S-Video
Uitgangs-
aansluiting : Y : 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog
C : 0,29 V (p-p), 75 Ohm, analoog
AV
Video uitgangs-
aansluiting : 1 V (p-p), 75 Ohm, analoog
Audio uitgangs-
aansluiting : 300 mV (rms), 1 kiloOhm,
analoog, stereo
DV
Uitgangs-
aansluiting : 4-pens, voldoet aan IEEE 1394
EDIT : Diameter 3,5 mm, 2-polig
Lichtnetadapter
Spannings-
vereisten : 110 V tot 240 V wisselstroom,
50 Hz/60 Hz
Uitgang :11 V , gelijkspanning; 1 A
Digitale videocamera
Formaat : DV formaat (SD functie) Signaalformaat : PAL standaard Opname-/
weergave-
formaat : Video: Digitale componenten
Cassette : Mini DV cassette Bandsnelheid : SP : 18,8 mm/sec.
Maximale
opnametijd : SP : 80 min.
(bij gebruik van LP : 120 min.
een 80 min.
cassette)
Technische gegevens zijn gebaseerd op de SP functie tenzij anders aangegeven. Ontwerp en technische
gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
opname
: Audio: PCM digitale opname,
32 kHz 4-kanalen (12-bits), 48 kHz 2-kanalen (16-bits)
LP : 12,5 mm/sec.
TECHNISCHE GEGEVENS
NE
39
Page 40
Regelaars, aansluitingen en indicators
Raadpleeg deze afbeeldingen bij het lezen van de instructies.
q
w
e
2
Zoeker
3
$%
1
Stereomicrofoon
^
&
*)(
LCD-Monitor
Luidspreker
4567
ou i
Q
@!09
#
p
NE
40
INDEX
r
t
y
OFF
PLAY
(
CHARGE
W
)
R Y
I
P
E T
U
O
6
0
9
3
4
2
5
we
T
W
a d g
j l
s f h
k
;
Afstandsbediening
Page 41
1 • Afstandsbedieningssensor
Het effectieve bereik van de uitgezonden straal bij gebruik binnenhuis is ongeveer 5 m. De signalen worden mogelijk niet juist ontvangen wanneer er direct schel licht of zonlicht op de sensor valt of de afstandsbediening buiten wordt bediend.
• Camerasensor Bedek dit gedeelte niet; de sensor voor opname is hier namelijk ingebouwd.
2 Handgreepriem .......................................... blz. 8
3 Opname-indicatielampje ..................... blz. 11, 23
4 Stoptoets [5] ............................................. blz. 13
5 Terugspoeltoets [ 6 Weergavetoets/pauzetoets [ 7 Snel doorspoeltoets [
2
] ................................ blz. 13
4
/6].............. blz. 13
3
] .......................... blz. 13
9 NIGHT toets ............................................. blz. 16
0 BACKLIGHT toets .................................... blz. 19
! Digitale video uitgangsaansluiting
[DV] (i.Link*)........................................ blz. 27, 33
*i.Link refereert aan de IEEE1394-1995 industrie
specificatie en de uitbreidingen daarop. Het logo wordt gebruikt voor producten die conformeren aan de i.Link standaard.
@ Accubevestiging .......................................... blz. 7
# Gelijkstroom aansluiting .............................. blz. 7
$ • MENU keuzeschijf [+, –] .......................... blz. 21
• Luidspreker volume regelaar
[VOLUME] ............................................... blz. 13
% Momentopnametoets [SNAPSHOT] .......... blz. 18
^ Motorzoomhendel [T/W] ............................ blz. 12
& • FOCUS toets ........................................... blz. 19
• BLANK SEARCH toets............................ blz. 14
* Audio/video uitgangsaansluiting
[AV]............................................... blz. 15, 26, 31
( Montage aansluiting [EDIT] ...................... blz. 31
) S-VIDEO uitgangsaansluiting
[S-VIDEO] .................................... blz. 15, 26, 31
q Dioptrie-instelregelaar ................................ blz. 8
w Opname start-/stoptoets............................ blz. 11
e Aanhaakoogies schouderriem.................... blz. 9
r POWER/CHARGE indicator............ blz. 7, 11, 12
t Vergrendeltoets ........................................ blz. 12
y Spanningsschakelaar
[ , , PLAY, OFF (CHARGE)] .............. blz. 12
u Richtgat ....................................................... blz. 9
i Statiefschroefgat ......................................... blz. 9
o Vergrendeling monitor [OPEN] .................. blz. 11
p Accu Vergrendel toets [BA TT. RELEASE] ...... blz. 7
Q OPEN/EJECT schakelaar ........................... blz. 9
W Infraroodzendvenster E S. SHOT toets*
R AUDIO toets .............................................. blz. 25
T • PAUSE toets*
• Hoger-toets ............................................. blz. 28
Y SLOW terug-toets [
9
] ............................... blz. 28
U • REW toets*
• Links-toets ............................................... blz. 28
I INSERT toets ............................................ blz. 29
O • STOP toets*
• Lager-toets .............................................. blz. 28
P SHIFT toets ............................................... blz. 28
a START/ST OP toets*
s ON/OFF toets ............................................ blz. 28
d EFFECT toets ........................................... blz. 28
f SLOW door-toets [
0
]................................. blz. 28
g • FF toets*
• Rechts-toets ............................................ blz. 28
h PLAY toets*
j A. DUB toets.............................................. blz. 29
k DISPLAY toets..................................... blz. 15, 26
l Zoomtoets (T)...................................... blz. 12, 28
; Zoomtoets (W) .................................... blz. 12, 28
*Werkt hetzelfde als de corresponderende toets op de
camcorder zelf.
Aansluitingen ( t/m ) bevinden zich onder de aansluiting-afdekking.
INDEX
NE
41
Page 42
LCD-monitor/zoeker aanduidingen
Tijdens opname op een cassette
0
!@
9
#$
4
6
1
4
xW T
0
2
3
5
3
7
8
SOUND b i t
1
5:55
21
w )q
Tijdens weergave van een cassette
e ytr
t
12 / 1
bi SOUND
L
BLANK SEARCH
VOLUME
116: 21 : 24
1h50m
6
25
25.12.03
4
6
6
25 . 12 . 03
%
CER
w
^
&
*
(
03:71
w
u
03:71
NE
42
p io
INDEX
Page 43
1 Verschijnt wanneer de bedieningsschakelaar
op “ ” staat.............................................. blz. 12
2 : Verschijnt wanneer Night-Scope
in werking is..................................
: Verschijnt wanneer “GAIN UP” op
“AUTO” staat en de sluitertijd
automatisch wordt geregeld ......... blz. 22
blz. 16
3 Verschijnt wanneer de witbalans
wordt ingesteld .......................................... blz. 20
4 •“ⴣ” : Verschijnt wanneer de belichting
wordt ingesteld ............................. blz. 19
: Verschijnt wanneer er
tegenlichtcompensatie gebruikt
wordt.............................................
blz. 19
5 Toont het gekozen Programma AE
met speciale effecten ................................ blz. 16
6 Verschijnt wanneer het diafragma is
vergrendeld ............................................... blz. 20
7 • SOUND: T oont de geluidsfunctie
gedurende ongeveer 5 seconden na
het inschakelen van de camcorder.......... blz. 21
• BRIGHT: Toont de helderheid van de
LCD-monito ............................................. blz. 11
8 Verschijnt wanneer de beeldstabilisator
(“DIS”) is geactiveerd ................................ blz. 22
9 Zoombereik bij benadering:
Verschijnt tijdens het zoomen.................... blz. 12
0 Verschijnt tijdens het zoomen
Zoomniveau-indicator .......................... blz. 12
! T oont het gekozen fade/wipe-effect........... blz. 17
@ Verschijnt in de Squeeze, Cinema ............ blz. 22
# Toont de ingestelde opnamesnelheid
(SP of LP).................................................. blz. 10
$ Toont de resterende bandtijd ..................... blz. 11
% Draait wanneer de band wordt
getransporteerd......................................... blz. 11
^ • “REC” verschijnt bij het opnemen
• “PAUSE” verschijnt in de opname-
standbyfunctie ......................................... blz. 11
• PHOTO: Verschijnt bij opname van
een snapshot........................................... blz. 18
& Verschijnt wanneer de invoeg-montage
(w) of invoeg-montage pauzestand
(6w) is ingeschakeld ................................ blz. 29
* Verschijnt wanneer de windschermfunctie
is geactiveerd om de door de wind
veroorzaakte ruis te verminderen.............. blz. 22
( Toont de resterende accuspanning. .......... blz. 44
) Toont de datum/tijd ........................ blz. 10, 23, 25
q Verschijnt wanneer de scherpstelling
handmatig wordt ingesteld .................. blz. 18, 19
w Laat de tijdcode zien ........................... blz. 13, 24
e Toont de geluidsfunctie ....................... blz. 24, 25
r Toont de functie voor het
opzoeken van blanco stukken ...................
blz. 14
t Toont de bandsnelheid .............................. blz. 10
y Verschijnt wanneer de band wordt getransporteerd
4
: Weergave
3
: Snel doorspoelen/snel voorwaarts
zoeken
2
: Snel terugspoelen/snel achterwaarts
zoeken
6 : Pauze
6
4
: Beeld-voor-beeld/Vertraagde weergave
vooruit
1
6 : Beeld-voor-beeld /Vertraagde weergave
achteruit
e : Audio-dubben 6e : Audio-dubben pauze
u Toont de resterende accuspanning. .......... blz. 44
i Toont de datum/tijd .............................. blz. 23, 25
o • BRIGHT : Toont de helderheid
• VOLUME : T oont het volume van de De niveau-indicator beweegt.
van de LCD monitor ............ blz. 11
luidspreker .......................... blz. 13
p Toont de tijdcode ................................. blz. 24, 25
INDEX
NE
43
Page 44
WAARSCHUWINGEN
(Accu vol)
De accu-indicator knippert (accuspanning waarschuwing) wanneer de accu bijna leeg is. De spanning wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de accu is uitgeput.
Wordt getoond wanneer er geen cassette is geplaatst. ( blz. 9)
CHECK TAPES ERASE PROTECTION TAB
Verschijnt wanneer het wispreventielipje van de cassette op “SAVE” (bewaren) staat terwijl de spanningsschakelaar y op “ ” of “ ”. ( blz. 9)
HEAD CLEANING REQUIRED USE CLEANING
CASSETTE
Wordt getoond indien er tijdens opname of weergave stof of vuil op de koppen is. Gebruik een los verkrijgbare reinigingscassette. ( blz. 38)
CONDENSATION, OPERATION PAUSED
PLEASE WAIT
Verschijnt als er condensatie is opgetreden. Wanneer deze aanduiding verschijnt, dient u tenminste 1 uur te wachten totdat de condensatie verdwenen is.
TAPE!
Verschijnt wanneer er geen cassette in het toestel zit maar er toch op de opname start-/ stoptoets w of SNAPSHOT toets % wordt gedrukt terwijl de spanningsschakelaar y op “ ” of “ ”.
TAPE END
Wordt getoond wanneer tijdens opname of weergave het eind van de band wordt bereikt.
SET DATE/TIME!
•Wordt getoond wanneer de datum/tijd niet is ingesteld. ( blz. 10)
•Wordt getoond wanneer de batterij voor de ingebouwde klok leeg is en de eerder ingestelde datum/tijd gewist is. Raadpleeg uw dichtst bijzijnde JVC dealer voor vervanging.
LENS CAP
Wordt 5 seconden lang getoond na het inschakelen van de stroom als de dop nog op de lens zit.
A. DUB ERROR!
Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een blanco gedeelte van de band. ( blz. 29)
(Accu bijna leeg)
A. DUB ERROR! ............................................
<CANNOT DUB ON A LP RECORDED TAPE> <CANNOT DUB ON A 16bit RECORDING> <CHECK TAPES ERASE PROTECTION TAB>
•Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band die met de LP functie is opgenomen.
•Wordt getoond wanneer audio-dubben wordt geprobeerd op een band die met 16-bits audio is opgenomen.
•Wordt getoond wanneer er op A.DUB (e) j op de afstandsbediening wordt gedrukt terwijl het wispreventielipje op “SAVE” (bewaren) staat.
( blz. 29)
INSERT ERROR!
Verschijnt wanneer invoeg-montage wordt geprobeerd op een blanco stuk band. ( blz. 29)
INSERT ERROR! ..............................
<CANNOT EDIT ON A LP RECORDED TAPE> <CHECK TAPES ERASE PROTECTION TAB>
•Verschijnt wanneer invoeg-montage wordt geprobeerd op een band die met de LP functie is opgenomen.
•Verschijnt wanneer INSERT (w) I op de afstandsbediening wordt ingedrukt terwijl het wispreventielipje op “SAVE” (bewaren) staat.
( blz. 29)
E01, E02 of E06 UNIT IN SAFEGUARD MODE REMOVE AND REATTACH BATTERY
De foutmelding (E01, E02 of E06) toont wat het probleem is. De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. U moet de spanningsbron (accu, enz.) en vervolgens een paar minuten wachten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het uitvoeren van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
E03 of E04 UNIT IN SAFEGUARD MODE EJECT AND REINSERT TAPE
De foutmelding (E03 of E04) toont wat het probleem is. De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld nadat een foutmelding verschijnt. Laat de cassette uitwerpen, doe deze vervolgens terug in het toestel en controleer of de aanduiding nu verdwenen is. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het uitvoeren van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
NE
44
INDEX
Page 45
Gebruik van de los verkrijgbare
RM-V717U afstandsbediening
De RM-V717U afstandsbediening zit in de los verkrijgbare afstandsbedieningskit RM-V717KITU, die daarnaast de vereiste montagekabel bevat voor het monteren in willekeurige volgorde ( blz. 31).
1
3
Lipje
R03 (AAA) Batterij x 2
2
+
+
%
^
&
*
(
)
q
w
e
r
t
2
5
8
!
3
6
9
@
1$
4
7
0
#
1 Infraroodzendvenster 2 Zoomtoets (W)* 3 Zoomtoets (T)* 4 DISPLAY toets*
5 SHIFT toets ......................................... blz. 28, 30
6 • SLOW door-toets* [
• Rechts-toets*
7 • SLOW terug-toets* [
• Links-toets*
8 REW toets*
9 FADE/WIPE toets ...................................... blz. 31
0 EFFECT ON/OFF toets* ! EFFECT toets*
@ EDIT IN/OUT montagetoets ...................... blz. 31
# CANCEL annuleertoets............................. blz. 31
$ PAUSE IN aansluiting................................ blz. 31
% START/STOP toets*
^ MBR SET toets ......................................... blz. 30
& SNAPSHOT toets* * • Hoger-toets*
• INSERT toets*
( • Lager-toets*
• A. DUB toets*
) PLAY toets* q FF toets* w STOP toets* e PAUSE toets*
r R.A.EDIT ON/OFF toets...................... blz. 31, 32
t VCR REC STBY toets ............................... blz. 32
*Werkt hetzelfde als de corresponderende toets op de
meegeleverde afstandsbediening RM-V718U ( blz. 40, 41).
0
9
]
]
RM-V717U
(los verkrijgbaar)
INDEX
NE
45
Page 46
A
Aansluitingen ..................... blz. 7, 15, 26, 27, 31, 33
Accu ....................................................... blz. 7, 8, 37
Accu bijna leeg...............................................
Afstandsbediening .....................................
Audio-dubben................................................ blz. 29
Automatische scherpstelling ......................... blz. 18
Automatisch tonen van de datum ................. blz. 23
Automatische uitschakeling ..................... blz. 11, 14
blz. 44
blz. 5, 28
B
Beeld-voor-beeld weergave ........................... blz. 28
Belichtingsregeling ......................................... blz. 19
Bevestigen op een statief ................................. blz. 9
Bijgeleverde accessoires ................................. blz. 5
Breedbeeldfunctie .......................................... blz. 22
C
Cinema........................................................... blz. 22
D
Datum/Tijd-display ................................. blz. 23 – 25
Datum/Tijd-instellingen .................................. blz. 10
Demonstratiefunctie ................................... blz. 6, 23
Diafragma ...................................................... blz. 20
Diafragmavergrendeling ................................. blz. 20
Digitale zoom ........................................... blz. 12, 21
Direct in-/uitschakelen.................................... blz. 12
DIS (Digitale Beeld Stabilisator)..................... blz. 22
Donkerder beeld op LCD-monitor .................. blz. 11
F
Fade-in/Fade-out ............................................ blz. 17
G
Geluidsfunctie .................................... blz. 21, 24, 25
Geluidssignaal ............................................... blz. 23
H
Handmatige scherpstelling............................. blz. 19
I
Instellen van de afstandsbedieningscode
voor de videorecorder ................................. blz. 30
Instellen van de dioptrie ................................... blz. 8
Instellen van de handgreep.............................. blz. 8
Invoeg-montage ............................................. blz. 29
J
Journalistenopname....................................... blz. 12
k
Kanalen (Links/Rechts) .................................. blz. 25
Klassieke film ................................................. blz. 16
Kopiëren van een cassette....................... blz. 26, 27
L
LCD-monitor/zoekeraanduidingen ......... blz. 42 – 44
Lichter beeld op LCD-monitor ........................ blz. 11
Lichtversterking .............................................. blz. 22
Luidspreker-volume........................................ blz. 13
M
Menuscherm, CAMERA........................... blz. 21, 22
Menuscherm, CAMERA DISPLAY ........... blz. 23, 24
Menuscherm, MANUAL ................................. blz. 22
Menuscherm, SYSTEM ................................. blz. 23
Menuscherm, VIDEO ..................................... blz. 24
Menuscherm, VIDEO DISPLAY ..................... blz. 25
Momentopname ............................................. blz. 18
Momentopname functie ................................. blz. 18
Motordrive-functie .......................................... blz. 18
N
Netadapter ................................................... blz. 7, 8
Night-Scope ................................................... blz. 16
O
Onderhoud ..................................................... blz. 38
Opladen van de accu ....................................... blz. 7
Opnamefunctie............................................... blz. 10
Opname-indicatielampje ................................ blz. 23
Opnamestandbyfunctie .................................. blz. 11
Opzoeken blanco stukken .............................. blz. 14
NE
46
TERMEN
Page 47
P
Pictogrammen ........................................ blz. 21 – 25
Plaatsen van een cassette ................................blz. 9
Programma AE met speciale effecten............
blz. 16
R
Reinigen van de camcorder ........................... blz. 38
Reset.............................................................. blz. 23
S
Schemerlicht .................................................. blz. 16
Sepia .............................................................. blz. 16
Slow-motion weergave ............................. blz. 13, 28
Sluitertijd ........................................................ blz. 16
Sneeuw .......................................................... blz. 16
Snel doorspoelen van de band ...................... blz. 13
Snelzoeken .................................................... blz. 13
Squeeze ......................................................... blz. 22
Sport .............................................................. blz. 16
Spotlichtcompensatie ..................................... blz. 16
Stand Spanningsschakelaar .......................... blz. 12
Stilbeeldweergave.......................................... blz. 13
Stroboscoop................................................... blz. 16
T
T echnische gegevens..................................... blz. 39
Tegenlichtcompensatie .................................. blz. 19
Telemacro ...................................................... blz. 22
Terugspoelen van de band ............................. blz. 13
Tijdcode ........................................... blz. 13, 23 – 25
Z
Zelfopname .................................................... blz. 12
Zoomen .......................................................... blz. 12
Zoomen tijdens weergave ..............................
Zwart/wit.........................................................
blz. 28 blz. 16
V
Verwijderen van een cassette .......................... blz. 9
W
Weergave speciale effecten ........................... blz. 28
Willekeurige montage van
meerdere scènes ................................ blz. 30 – 32
Windscherm ................................................... blz. 22
Wipe-in/Wipe-out ........................................... blz. 17
Wisprotectie ..................................................... blz. 9
Witbalans ....................................................... blz. 20
TERMEN
NE
47
Page 48
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
COPYRIGHT© 2004 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LTD.
Loading...