We danken u voor de aanschaf van een van onze JVC-producten. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig en in zijn geheel door alvorens u deze eenheid
gaat gebruiken. Alleen zo kunt u het beste uit uw apparatuur halen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is als volgt opgebouwd:
• In deze gebruiksaanwijzing wordt met name
gesproken over de bediening van de eenheid met
behulp van de toetsen en knoppen aan de voorzijde
van de eenheid zelf. Het is echter in veel gevallen ook
mogelijk de eenheid te bedienen met de toetsen van
de afstandsbediening. Deze toetsen hebben in dat
geval dezelfde namen of zijn met dezelfde tekens
gemarkeerd als die op de eenheid.
Wanneer de bediening met de afstandsbediening
afwijkt van de bediening op het paneel aan de
voorzijde van de eenheid, wordt dit expliciet vermeld.
• De basisbediening en de bediening die voor veel functies
hetzelfde is, worden op één plek in deze handleiding
besproken en niet steeds opnieuw herhaald. We zullen u
dus niet steeds vertellen hoe u de eenheid moet in- en
uitschakelen, hoe u het volume regelt en hoe u
bijvoorbeeld geluidseffecten kunt veranderen. Dit wordt
allemaal uitgelegd in het hoofdstuk “Basisbediening en
Nederlands
veelgebruikte toetsen en functies” op pagina 10 – 12.
• In deze gebruiksaanwijzing komt u de volgende
symbolen tegen:
Dit symbool staat voor een waarschuwing,
bijvoorbeeld om een elektrische schok,
brand of schade aan de eenheid te
voorkomen.
U ziet dit symbool ook staan bij alinea's
waar u informatie kunt lezen over hoe u de
best mogelijke prestaties met deze eenheid
kunt bereiken.
Dit symbool staat voor tips en algemene
informatie die de moeite waard is om te
weten.
Voorzorgsmaatregelen
Installatie
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat
niet vochtig mag zijn of nat kan worden. De
omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan — 5°C
en niet hoger worden dan 35° C.
• Plaats de eenheid op een locatie waar voldoende
ventilatie kan plaatsvinden zodat zich geen hitte in de
eenheid kan opbouwen.
• Zorg voor voldoende ruimte tussen de eenheid en een
eventuele TV .
• Plaats de luidsprekers uit de buurt van de TV om te
voorkomen dat deze de ontvangst van televisiesignalen
negatief beïnvloeden.
Plaats de eenheid NIET in de buurt van een
warmtebron of op een plaats waar deze wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, veel stof of
trillingen.
Netspanningskabel
• Trek de netspanningskabel bij de stekker uit het
stopcontact. Trek nooit aan het snoer zelf.
Raak de netspanningskabel NIET met natte
handen aan!
Condensatie van vocht
Onder de volgende omstandigheden kan er in de eenheid
vocht op de lens neerslaan:
• Nadat de verwarming in de kamer is ingeschakeld.
• In een vochtige kamer.
• W anneer de eenheid wordt verplaatst van een koude naar
een warme omgeving.
In de bovenstaande omstandigheden kan het voorkomen
dat de eenheid niet wil functioneren. Laat de eenheid in
dergelijke gevallen enkele uren aanstaan. Als het vocht is
verdampt, moet u de stekker uit het stopcontact
verwijderen en deze er daarna weer insteken.
Overige opmerkingen
• Mocht er een metalen voorwerp in de eenheid zijn
gevallen of gestoken, haal dan onmiddellijk de stekker
uit het stopcontact en waarschuw de dealer voordat u
andere stappen onderneemt.
• Als u de eenheid voor een langere periode niet gaat
gebruiken, is het raadzaam de stekker uit het stopcontact
te verwijderen.
Schroef de eenheid NOOIT openen. In de
eenheid bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker hoeven te worden
onderhouden.
Mocht er iets misgaan, haal dan de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dealer.
Bekijk eerst met welke toetsen en bedieningselementen deze eenheid is uitgerust.
Voorzijde
CD-speler
Tuner/
versterker
MD-deck A
Nederlands
MD-deck B
1
2
9
p
q
w
e
r
t
y
u
i
l
/
z
b
MD
MD
3
4
5
6
7
8
o
;
a
s
d
f
g
h
j
k
x
c
v
n
m
,
.
Display
q
1
EON
TA NEWS INFO
p
23 4
56
9
– 3 –
P
Q
78
vervolg
Meer informatie treft u aan op de pagina’s die tussen
haakjes staan vermeld.
Voorzijde
Tuner/versterker
1 De toets (Standby/Aan) en het lampje STANDBY
(11)
2 Toetsen voor het selecteren van een afspeelbron
(11, 14, 31)
• De toetsen FM/AM, T APE en AUX
Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
3 Het CD-bedieningslampje
• Licht op wanneer er een CD wordt afgespeeld en
knippert wanneer het afspelen is onderbroken.
4 De CD-lades (20)
5 De toets CD # / 8 (Play/Pause) (20)
• Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
6 De toets CD 7 (Stop) (20)
7 De CD-nummertoetsen en CD-nummerlampjes (20)
• CD1, CD2 en CD3
Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
8 De toets CD 0 (Open/Close) (20)
• Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
9 De toets SOUND en het gelijknamige lampje (12)
p De toets ACTIVE BASS EX. (Extension) en het
gelijknamige lampje (12)
q De toets DEMO (9)
w De sensor voor de afstandsbediening
e De toets REC MODE (32)
r De toets SURROUND en het gelijknamige lampje (12)
t De linker draaischijf (< / >, 1 / ¡)
y De toets PLAY MODE (21, 22, 26 – 28)
u De toets REPEAT (22, 28)
i De toets START (33)
De toets ENTER (40)
o De display
; Do knop VOLUME (11)
a Lampjes voor opnamemodus
• MD 3 MD, CD 3 MD, 1ST TRACK, LONG,
TRIPLE en LISTENING EDIT
s De toets MD EDIT (40)
d De toets TITLE (45)
f De rechter draaischijf (4 / ¢)
g De toets CLOCK/TIMER (11, 50)
h De toets DISPLAY/CHARA (Character) (25, 33, 45)
j De toets SET
k De toets CANCEL
MD-deck A
l De bedieningslampjes voor MD-deck A (24)
/ De beveiligingsklep voor de MD-lade van MD-deck A
z Indicator voor het maken rechtstreekse opnames van
MD naar MD
• Licht op wanneer de eenheid is ingeschakeld en
knippert wanneer met behulp van Various Recording
Functions van MD-deck A een opname wordt
gemaakt op MD-deck B.
x De toets MD A # / 8 (Play/Pause) (24)
• Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
c De toets MD A 7 (Stop) (24)
v De toets MD A 0 (Eject) (24)
• Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
MD-deck B
b De beveiligingsklep voor de MD-lades van MD-deck B
n De toets MD B 0 (Open/Close) (24)
• Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
m De toets MD B # / 8 (Play/Pause) (24)
• Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
, De toets MD B 7 (Stop) (24)
. De toets REC PAUSE en het gelijknamige lampje (31)
P De hoofdtelefooningang PHONES (11)
Q De MD-nummertoetsen en MD-nummerlampjes (24)
• MD 1, MD 2 en MD 3
Als u op een van deze toetsen drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
De display
1 De indicator voor MD-deck A
2 De indicators voor de geselecteerde afspeelbron
• De indicators MD A/B en CD
3 De indicators voor de afspeelmodus van de MD/CD
• PROGRAM, RANDOM en REPEAT (1/CD/MD/
ALL)
4 De indicators voor de modus van de klok
•
, DAILY (Daily Timer) en REC1/2/3 (Recording
Timer)
5 Grafische weergave
6 De indicators voor tracknummers
• De indicator OVER licht op wanneer er op de
geselecteerde CD/MD meer dan 15 tracks aanwezig
zijn.
7 De indicators voor het aantal MD’s in MD-deck B
8 De indicators voor de modus van de tuner
• STEREO en TUNED
9 Het hoofdvenster van de display
• Geeft de naam van de afspeelbron weer,
tracknummers en andere informatie.
p De indicators voor RDS
• RDS, EON en TA/NEWS/INFO
q De indicators voor het aantal CD’s in de CD-speler
+
–
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, moet u
deze richten op de sensor voor de afstandsbediening
die aan de voorzijde van de eenheid is aangebracht.
– 4 –
Nederlands
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
SURROUND SOUND
MARK ABC DEF
GHIJKL MNO SET
PQRS
EON
100
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
ACTIVE
BASS EX.
FM MODE
123
456
TUV WXYZ
89
7
DISPLAY
PTY SEARCH
+10
–+
PTY SELECT
SLEEP
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
MD TITLE
INPUT
6
7
8
A
9
p
VOLUME
q
Nederlands
* Waar u op moet letten voordat u op deze toetsen drukt
(4, p, f, j):
Bij de bediening van de tuner: Druk eerst op de
afstandsbediening op de toets FM/AM alvorens op toets 4
te drukken.
Bij de bediening van de RDS: Druk eerst op de
afstandsbediening op de toets RDS CONTROL alvorens op
toets 4 te drukken.
Bij de bediening van de CD-speler: Druk eerst op de
afstandsbediening op de toets CD 1, CD 2, CD 3 of CD
6 alvorens op toets 4, p, f of j te drukken.Bij de bediening van een MD-deck: Druk eerst op de
afstandsbediening op de toets MD 1, MD 2, MD 3, MD A
6, of MD B 6 alvorens op toets 4, p, f of j te
drukken.
Bij het invoeren van MD-titels: Druk eerst op de
afstandsbediening op de toets MD TITLE INPUT alvorens
op toets 4 te drukken.
Waar u op moet letter als u de eenheid wilt
bedienen met de afstandsbediening
Zorg ervoor dat de bedieningsmodus voor de
afstandsbediening gelijk is aan die voor de eenheid.
Afstandsbediening
1 De toets SOUND (12)
w
e
r
t
y
u
i
o
;
a
s
B
d
f
g
h
j
2 De toets SURROUND (12)
3 De toets RDS CONTROL (15)
4 De cijfertoetsen*
• De toetsen 1 – 10, +10 (14, 21, 25)
• De toetsen voor het invoeren van tekens (47)
• De toetsen ø / Ø (47)
• De RDS-toetsen (15 – 17)
EON, PTY SEARCH, DISPLAY, TA/NEWS/INFO
en PTY SELECT – / +
5 Toetsen voor het selecteren van een afspeelbron
(11, 14)
• FM/AM, TAPE en AUX
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
6 De CD-nummertoetsen (20)
• CD 1, CD 2 en CD 3
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
7 De MD-nummertoetsen (24)
• MD 1, MD 2 en MD 3
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld
8 De toets MD A 6 (Play/Pause) (24)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld
9 De toets CD 6 (Play/Pause) (20)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
p De toets 4 / 1 * (21, 25)
q De toets MD REC PAUSE (31)
w De toets ACTIVE BASS EX. (Extension) (12)
e De toets
(Standby/On) (11)
r De toets SLEEP (52)
t De toets FM MODE (14)
y De toets DISPLAY/CHARA (Character) (25, 33, 47)
u De toets SET
i De toets CANCEL
o De toets ENTER (40)
; De toets MD TITLE INPUT (47)
a De toets PLAY MODE (21, 22, 26 – 28)
s De toets REPEAT (22, 28)
d De toets MD B 6 (Play/Pause) (24)
• Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
f De toets ¢ / ¡* (21, 25)
g De toets VOLUME
(11)
/
h De toets FADE MUTING (11)
j De toets 7 (Stop)* (20, 24)
– 5 –
Aan de slag
vervolg
Uitpakken
Controleer nadat u uw aankoop hebt uitgepakt eerst of alle
benodigde accessoires aanwezig zijn.
Het getal tussen haakjes geeft aan om hoeveel toebehoren
het moet gaan:
• AM-raamantenne (1)
• FM-antenne (1)
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
Mochten er onderdelen ontbreken, neemt u dan contact op
met uw leverancier.
Batterijen in de afstandsbediening
plaatsen
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen — R6P(SUM-3)/
AA(15F) — in de afstandsbediening voor dat de polen van
de batterijen (+ en –) overeenkomen met de markeringen
voor de polen op het batterijenvakje.
Als u de eenheid niet meer met behulp van de
afstandsbediening kunt bedienen, moet u beide batterijen
tegelijkertijd vervangen door nieuwe.
1
R6P(SUM-3)/AA(15F)
2
Antennes aansluiten
FM-antenne
FM-antenne (meegeleverd)
ANTENNA
FM
(75 )
COAXIAL
AM
LOOP
AM EXT
1 Sluit de antenne aan op de uitgang met de
markering FM (75 Ω) COAXIAL.
2 Strek de draadantenne uit.
3 Hang de antenne op in een positie die de beste
ontvangst geeft.
De FM-antenne die bij deze eenheid wordt meegeleverd, kan als
tijdelijke antenne dienst doen. Als de ontvangst te wensen overlaat,
raden we u het gebruik van een FM-buitenantenne aan.
Over de meegeleverde FM-antenne
Nederlands
3
• Gebruik GEEN oude batterij in combinatie met een
nieuwe.
• Gebruik GEEN verschillende soorten batterijen
door elkaar.
• Stel batterijen NIET bloot aan hitte of open vuur.
• Laat GEEN batterijen in het batterijenvakje achter
als u van plan bent de afstandsbediening een lange
tijd niet te gebruiken. U loopt anders het risico dat
de batterijen gaan lekken en dat het batterijenvakje
beschadigd wordt.
Een FM-buitenantenne aansluiten
Koppel alvorens de FM-buitenantenne aan te sluiten eerst
de draadantenne af.
FM-buitenantenne
(niet meegeleverd)
ANTENNA
FM
(75 )
COAXIAL
AM
LOOP
AM EXT
Gebruik een antenne met een impedantie van
75 Ω en een coax-stekker (DIN 45325).
– 6 –
AM-antenne
Luidsprekers aansluiten
De luidsprekers kunnen worden aangesloten met speciale
luidsprekerkabels.
231
Nederlands
geleidende draad
met beschermlaag
van vinyl (niet
meegeleverd)
AM-raamantenne (meegeleverd)
1
rood
2
zwart
luidsprekerkabel
3, 4
rood
Sluit de AM-raamantenne volgens de afbeelding aan
1
op de uitgangen met de markering AM LOOP.
2 Draai de AM-raamantenne tot de best mogelijke
ontvangst is verkregen.
Een AM-buitenantenne aansluiten
Indien de ontvangst te wensen overlaat, is het raadzaam om
een enkele draad met een beschermlaag van vinyl op de
uitgang AM EXT aan te sluiten en deze horizontaal op te
hangen. (De AM-raamantenne moet aangesloten blijven.)
Voor een betere ontvangst van FM- en AM (MG/
LG)
• Controleer of de antennedraden niet per ongeluk in contact staan
met andere aansluitpunten, draden of uitgangen.
• Houd de antennekabel uit de buurt van metalen voorwerpen,
netspanningskabels en elektrische apparatuur.
rechterluidspreker
linkerluidspreker
1 Draai de kern van de luidsprekerdraad aan het
uiteinde van de kabel rond en verwijder de
beschermende isolatielaag.
2 Open de klemsluiting voor de luidsprekerkabel aan
de achterzijde van de eenheid.
3 Plaats het uiteinde van de luidsprekerkabel in de
uitgang.
Let op de polariteit van de uitgangen: rood (+) op rood
(+) en zwart (–) op zwart (–).
4 Sluit de klemsluiting.
Gebruik alleen luidsprekers met dezelfde impedantie als de
impedantie die op de achterkant van de eenheid bij de
klemsluitingen voor de luidsprekers staat aangegeven.
– 7 –
vervolg
Andere apparatuur aansluiten
Op deze eenheid is de volgende apparatuur aan te sluiten:
• Cassettedeck — Kan worden gebruikt als een opnameen afspeelbron. Met het cassettedeck kunt u opnames
maken van elke afspeelbron die op deze eenheid is
aangesloten.
• Geluidsapparatuur — alleen voor het afspelen van
analoge opnames.
• Geluidsapparatuur met een optische digitale uitgang —
alleen voor het afspelen van digitale opnames.
Als u een of meerdere van de genoemde apparaten in
combinatie met deze eenheid gebruikt, is het raadzaam ook
de handleidingen van de desbetreffende apparaten te
raadplegen.
Zorg ervoor dat de geluidskabels en stekkers aan de
achterkant van de eenheid zijn voorzien van een kleurcode:
witte stekkers en uitgangen zijn voor geluidssignalen links,
rode stekkers en uitgangen zijn voor geluidssignalen rechts.
• Sluit GEEN apparatuur aan zolang de stroom van
de eenheid niet is uitgeschakeld.
• Schakel GEEN apparatuur in zolang nog niet alle
verbindingen tot stand zijn gebracht.
Een cassettedeck aansluiten
Geluidsapparatuur zonder digitale uitgang
aansluiten
ANTENNA
naar uitgang
geluidsapparatuur
zonder digitale uitgang
ANTENNA
naar ingang
cassettedeck
naar uitgang
Met behulp van geluidskabels (niet meegeleverd) kunnen
de volgende aansluitingen worden gerealiseerd:
• Tussen de geluidsingang op het cassettedeck en de
ingang met de markering TAPE OUT (REC): voor het
maken van opnames op het cassettedeck.
• Tussen de geluidsuitgang op het cassettedeck en de
ingang met de markering TAPE IN (PLAY): voor het
afspelen van cassettes.
Sluit de geluidsuitgangen van andere apparatuur met
behulp van geluidskabels (niet meegeleverd) aan op de
ingang met de markering AUX op de eenheid.
Nederlands
– 8 –
Geluidsapparatuur met een optische digitale
uitgang aansluiten
ANTENNA
beschermdop
Als u alle aansluitingen tot stand hebt gebracht, kunt u
eindelijk de stekker van de netspanningskabel van de
eenheid in het stopcontact steken!
ANTENNA
naar een
stopcontact
Verwijder de beschermdop uit de opening
alvorens andere apparatuur aan te sluiten.
Nederlands
naar optische digitale uitgang
geluidsapparatuur met
een optische digitale
uitgang
naar uitgang
Met behulp van een optische digitale kabel (niet
meegeleverd) én een geluidskabel (niet meegeleverd)
kunnen de volgende aansluitingen tot stand worden
gebracht:
• Tussen de optische digitale uitgang op de eenheid en de
ingang met de markering AUX DIGITAL IN OPTICAL.
• Tussen de geluidsuitgang op een apparaat en de ingang
AUX op de eenheid.
Nadat u de stekker van de netspanningskabel voor de eerste
keer in het stopcontact hebt gestoken, begint er meteen een
demonstratie op de display.
Als u de demonstratie op de display wilt stoppen, hoeft u
alleen maar op een van de toetsen op de eenheid of de
afstandsbediening te drukken.
De demonstratie op de display handmatig starten
Druk op de toets DEMO.
• Ook als de eenheid is uitgeschakeld, zal de demonstratie
op de display worden weergegeven.
Als u de demonstratie wilt beëindigen, druk op een
willekeurige toets.
– 9 –
Basisbediening en veelgebruikte toetsen en functies
vervolg
In deze paragraaf (pagina 11 en 12) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
+
+
Afstandsbediening
SURROUND SOUND
ACTIVE
BASS EX.
TAPEAUX
MD
MD
SURROUND SOUND
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
BASS EX.
FM MODE
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
PQRS
TUV WXYZ
789
PTY SEARCH DISPLAY
EON
+10
10 0
+
–
PTY SELECT
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
SLEEP
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
MD TITLE
INPUT
–
–
–
Nederlands
SET
CANCEL
VOLUME
A
B
VOLUME
– 10 –
Hieronder worden de meest elementaire bedieningsfuncties
besproken die op alle onderdelen van deze eenheid van
toepassing zijn.
De klok instellen
De klok kan worden ingesteld wanneer de eenheid is
ingeschakeld en wanneer deze in de standby-stand staat.
ALLEEN op de eenheid:
1
Druk op de toets CLOCK/TIMER.
De cijfers voor de uren beginnen te knipperen.
2
Draai aan de rechter draaischijf om de uren in de
stellen en druk vervolgens op de toets SET.
• Als u het uur wilt aanpassen nadat u op de toets SET
hebt gedrukt, moet u op de toets CANCEL drukken.
De cijfers voor de uren beginnen opnieuw te
knipperen.
Nederlands
3
Draai aan de rechter draaischijf om de minuten in te
stellen en druk vervolgens op de toets SET.
De klok opnieuw instellen
Als u de klok eenmaal hebt ingesteld, moet u negen keer op
de toets CLOCK/TIMER drukken om de modus voor het
instellen van de klok opnieuw te selecteren (de cijfers voor
de uren beginnen dan opnieuw te knipperen).
Als u de eenheid wilt uitschakelen en in de standbystand wilt zetten, drukt u nogmaals op de toets
het lampje STANDBY rood wordt.
Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats, ook als de
eenheid in de standby-stand staat.
Als u de stroomtoevoer naar de eenheid helemaal wilt
uitschakelen, verwijdert u de netspanningskabel uit het
stopcontact.
Als u de netspanningskabel uit het stopcontact haalt
of er zich een stroomstoring voordoet
De klok verliest in dat geval zijn instellingen. Op de display wordt
dan de tijdaanduiding “0:00” weergegeven. Denk eraan dat de
voorkeurzenders die in het geheugen van de tuner zijn opgeslagen
en andere persoonlijke instellingen na enkele dagen zonder stroom
verloren gaan.
zodat
Het volume aanpassen
Het volume (de geluidssterkte) kan alleen worden
aangepast wanneer de eenheid in gebruik is.
Draai de knop VOLUME met de wijzers van de klok mee
om het volume te vergroten, of tegen de wijzers van de
klok in om het volume te verkleinen.
Bij de afstandsbediening moet u op de toets VOLUME
drukken om het volume te vergroten, en op de toets
VOLUME
Sluit een hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefooningang. Deze is
aangeduid met de markering PHONES. Zodra u een hoofdtelefoon
hebt aangesloten, wordt de geluidsweergave via de luidsprekers
uitgeschakeld. Draai het volume uit voorzorg enigszins terug als u
een hoofdtelefoon aansluit en op uw hoofd zet.
om het volume te verkleinen.
Persoonlijk luisterplezier
Als de stroom uitvalt
De klok verliest dan zijn instellingen. Op de display wordt in dat
geval de tijdaanduiding “0:00” weergegeven. De klok zal nu
opnieuw moeten worden ingesteld.
De stroomtoevoer inschakelen en een
afspeelbron selecteren
Wanneer u op een bepaald apparaat op de Play-toets (#/8)
drukt, wordt de eenheid automatisch ingeschakeld en de
geselecteerde afspeelbron begint te spelen.
Als u een extern apparaat als afspeelbron wilt
selecteren, drukt u op de toets TAPE of AUX zodat de
eenheid automatisch wordt ingeschakeld.
Als u de eenheid wilt inschakelen zonder iets af te
spelen, drukt u op de toets
STANDBY uitgaat.
zodat het lampje
Schakel de eenheid NIET uit (of in de standby-stand)
wanneer het volume erg hoog staat ingesteld, anders
kan de plotselinge geluidsexplosie die zich bij het
inschakelen van de eenheid of een geluidsbron
voordoet uw gehoor, de luidsprekers en/of de
hoofdtelefoon beschadigen.
DENK ERAAN dat u het volume niet kunt
aanpassen wanneer de eenheid in de standby-stand
staat.
Het volume tijdelijk terugbrengen
Druk op de afstandsbediening op de toets FADE MUTING.
Als u het geluid weer wilt herstellen naar het oude
niveau, moet u nogmaals op deze toets drukken.
– 11 –
Het basgeluid versterken
Met de functie Active Bass Extension kunt u het volle, rijke
basgeluid bij elk volumeniveau behouden. Deze functie
werkt onafhankelijk van het volume dat u hebt ingesteld.
Als u deze functie wilt inschakelen, drukt u op de toets
ACTIVE BASS EX. (Extension) zodat op de eenheid het
lampje ACTIVE BASS EX. gaat branden.
(op het hoofdvenster van de display)
Als u de versterkte bas wilt uitschakelen, drukt u
nogmaals op deze toets. Het lampje gaat uit en de
vermelding “OFF” verschijnt op het hoofdvenster van de
display.
De surround-modus inschakelen
Wanneer u naar een afspeelbron luistert, kunt u een effect
op de geluidsweergave toepassen die u het gevoel geeft dat
u live bij de muziek aanwezig bent.
Dit effect kan alleen worden ingeschakeld voor het afspelen
van een geluidsbron.
Als u dit effect wilt toepassen, moet u op de toets
SURROUND drukken zodat het lampje SURROUND op
de eenheid gaat branden.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een
ander surround-effect geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
NORMAL
Het geluidseffect neemt in deze volgorde toe:
NORMAL = WIDE = SUPER WIDE
Als u het effect wilt beëindigen, moet u herhaaldelijk op
de toets drukken tot het lampje SURROUND uitgaat. De
vermelding “OFF” verschijnt tevens op het hoofdvenster
van de display.
WIDESUPER WIDE
OFF
(Geannuleerd)
(Canceled)
Een geluidsmodus selecteren
Deze eenheid kent 5 voorgedefinieerde geluidsmodi
waarmee u kunt bepalen hoe het geluid dat de eenheid
weergeeft moet klinken.
Het is alleen mogelijk een geluidsmodus te selecteren
tijdens het afspelen van een geluidsbron.
Als u een geluidsmodus wilt selecteren, moet u
herhaaldelijk op de toets SOUND drukken zodat het lampje
SOUND op de eenheid gaat branden.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een
andere geluidsmodus geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
ROCK
FLAT
(Geannuleerd)
(Canceled)
ROCK:Geschikt voor rock-’n-roll muziek.
VOCAL:Geschikt voor vocale muziek.
CLASSIC: Geschikt voor klassieke muziek.
POP:Geschikt voor het verbeteren van
VOCALCLASSICPOP
MANUAL=SET?
middenfrequenties.
BGM
– 12 –
BGM:Geschikt voor easy-listening.
MANUAL
FLAT:Geen geluidsmodus.
==
= SET?: Uw persoonlijke instelling die in het
==
geheugen is opgeslagen. Zie de paragraaf
“Uw eigen geluidsmodus maken”.
Uw eigen geluidsmodus maken
Het is alleen mogelijk een eigen geluidsmodus samen te
stellen en in het geheugen op te slaan met behulp van de
toetsen en bedieningselementen op de eenheid zelf, en niet
met de afstandsbediening.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een
tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u
deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op de eenheid:
1
Druk herhaaldelijk op de toets SOUND tot de
vermelding “MANUAL = SET?” op het
hoofdvenster van de display verschijnt.
2
Druk op de toets SET.
Aanpasbaar frequentiebereik
3
Pas het patroon van de equalizer aan uw eigen
wensen aan.
1) Draai aan de linker draaischijf om het
frequentiebereik dat u wilt aanpassen te
selecteren (LOW, MIDDLE, HIGH).
2) Draai aan de rechter draaischijf om het niveau
van het geselecteerde frequentiebereik aan te
passen (–3 tot +3).
3) Herhaal stap 1) en 2) als u het niveau van de
andere frequentiebereiken wilt aanpassen.
4
Druk nogmaals op de toets SET (of wacht tot de
bovenstaande vermelding van het hoofdvenster van
de display verdwijnt).
Het patroon voor de equalizer dat u hebt samengesteld,
wordt opgeslagen in het geheugen.
Werken met uw eigen geluidsmodus
Selecteer de vermelding “MANUAL
geluidsmodus. Zie de paragraaf “Een geluidsmodus
selecteren”.
==
= SET?” als
==
Nederlands
Luisteren naar FM- en AM-uitzendingen (MG/LG)
In deze paragraaf (pagina 14 – 18) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
Nederlands
Afstandsbediening
RDS
CONTROL
MARKABCDEF
123
GHIJKLMNO
456
PQRS
TUVWXYZ
789
EONDISPLAY
PTY SEARCH
+10
10
TA/NEWS/INFO
0
–
PTY SELECT
MD
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
SURROUND SOUND
BASS EX.
FM MODE
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
TUV WXYZ
PQRS
789
PTY SEARCH DISPLAYEON
+10
10 0
–
PTY SELECT
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPEAUX
SLEEP
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
+
MD TITLE
INPUT
FM MODE
FM/AM
A
B
VOLUME
+
In deze paragraaf (pagina 16 –
18) worden de toetsen en
bedieningselementen besproken
die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
– 13 –
vervolg
Als u de cijfertoetsen van de afstandsbediening wilt
gebruiken om de tuner te bedienen, moet u deze toetsen
eerst als zodanig inschakelen.
• Druk op de afstandsbediening eerst op de toets FM/AM
om de afstandsbediening geschikt te maken voor het
bedienen van de tuner.
Afstemmen op een station
ALLEEN op de eenheid:
1
Druk op de toets FM/AM.
De eenheid wordt automatisch ingeschakeld en stemt af
op het station waarop het eerder stond afgesteld (een
FM-station of een AM-station (MG/LG)).
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u
over van de AM- naar de FM-band en andersom.
2
Draai snel aan de linker draaischijf tot de
frequenties op het hoofdvenster van de display
veranderen.
• Met de wijzers van de klok mee: voor hogere
frequenties.
• Tegen de wijzers van de klok in: voor lagere
frequenties.
De eenheid gaat op zoek naar een station en stopt
wanneer er een station wordt gevonden met een
uitzendsignaal dat sterk genoeg is. Zodra zo’n signaal
wordt gevonden, stopt de eenheid met zoeken en wordt
op dat station afgestemd (de indicator TUNED gaat
branden).
Als het ontvangen programma in stereo wordt
ontvangen, licht bovendien de indicator STEREO op de
display op.
Als u het zoeken wilt afbreken, moet u nogmaals kort aan
de linker draaischijf draaien.
Als u langzaam aan de linker draaischijf draait,
verandert de frequentie stap voor stap.
Voorkeurzenders instellen
Er kunnen maximaal 30 FM- en 15 AM-stations (MG/LG)
als voorkeurzender worden ingesteld.
Het kan voorkomen dat er in het geheugen van uw tuner al
een of enkele voorkeurzenders zijn ingesteld. Deze zijn
tijdens een controle in de fabriek aangebracht. Dit is dus
geen storing in de tuner. U kunt deze voorkeurzenders
desgewenst wijzigen. Volg de onderstaande procedure om
de stations van uw eigen keuze als voorkeurzender in het
geheugen op te nemen.
• V oor de onderstaande bewerking is een tijdslimiet van kracht.
Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt
voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op de eenheid:
1
Stem af op een station dat u als voorkeurzender wilt
instellen.
• Zie de paragraaf “Afstemmen op een station” in de
linker kolom op deze pagina.
2
Druk op de toets SET.
Het nummer van de voorkeurzender begint op de display
te knipperen.
3
Draai aan de rechter draaischijf om een
voorkeurzender te selecteren.
• Met de wijzers van de klok mee:
voor een voorkeurzender met een hoger nummer.
• Tegen de wijzers van de klok in:
voor een voorkeurzender met een lager nummer.
4
Druk nogmaals op de toets SET.
Het station waar u in stap 1 op hebt afgestemd, wordt
nu als voorkeurzender in het geheugen opgeslagen.
Nederlands
De FM-ontvangstmodus wijzigen
Als een stereo-uitzending van een FM-station moeilijk is te
ontvangen of als er ruis is te horen, kunt u de ontvangst
verbeteren door op de afstandsbediening op de toets FM
MODE te drukken. De vermelding “MONO” verschijnt
dan op de display en de ontvangstkwaliteit verbetert.
Als u het stereo-effect weer wilt inschakelen, drukt u
nogmaals op de toets FM MODE zodat op de display de
vermelding “AUTO” verschijnt.
W anneer de ontvanger is ingesteld op de ontvangst van
stereo-uitzendingen, zal de tuner FM-stations die in stereo
uitzenden weer in stereo ontvangen.
– 14 –
• Als u een nummer aan een voorkeurzender toekent
dat al aan een andere voorkeurzender is toegewezen,
wordt die voorkeurzender uit het geheugen gewist.
Wanneer u de stekker van de netspanningskabel uit
het stopcontact haalt of als er zich een stroomstoring
voordoet
Gaan de voorkeurzenders die in het geheugen zijn opgeslagen na
enkele dagen verloren. Mocht deze situatie zich voordoen, dan
moet u de voorkeurzenders opnieuw instellen.
Afstemmen op een voorkeurzender
1
Druk op de toets FM/AM.
De eenheid wordt automatisch ingeschakeld en stemt af
op het station waarop het eerder stond afgestemd (een
FM-station of een AM-station (MG/LG)).
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u
heen en weer tussen FM en AM (MG/LG).
2
Selecteer het nummer van een voorkeurzender.
Op de eenheid:
Draai aan de rechter draaischijf.
• Met de wijzers van de klok mee:
voor een voorkeurzender met een hoger nummer.
• Tegen de wijzers van de klok in:
voor een voorkeurzender met een lager nummer.
Op de afstandsbediening:
Druk op de cijfertoetsen.
• Zorg ervoor dat u op de afstandsbediening eerst op de
toets FM/AM drukt, alvorens de cijfertoetsen te
gebruiken.
Druk voor voorkeurzender 5 op de toets met het cijfer
5.
Druk voor voorkeurzender 15 op de toets met het
cijfer +10 en daarna op de toets met het cijfer 5.
Druk voor voorkeurzender 20 op de toets met het
Nederlands
cijfer +10 en daarna op de toets met het cijfer 10.
FM-stations met RDS ontvangen
Dankzij het RDS-systeem (Radio Data System) kunnen
FM-stations naast het reguliere programmasignaal nog een
extra signaal uitzenden. Zo kan een FM-station met RDS
bijvoorbeeld de naam van het station meezenden en
informatie over de aard van het programma dat wordt
uitgezonden, zoals “sport” of “muziek”.
Als u een FM-station ontvangt dat een RDS-signaal
uitzendt, licht de indicator RDS op de display op.
RT (Radio Text — Radiotekst):
Deze service zorgt ervoor dat berichten die het
FM-station uitzendt op de display worden
weergegeven.
EON (Enhanced Other Networks):
Deze service zorgt ervoor dat de programmagenres
van de andere RDS-stations dan het station waarop
is afgestemd kunnen worden ontvangen.
• Niet alle FM-stations zenden RDS-signalen uit. Niet alle FM-
• Het RDS-systeem zal niet optimaal fungeren wanneer het
Meer over RDS
stations bieden dezelfde RDS-service. Neem bij twijfel over de
RDS-service die een station levert, contact op met het station.
station waarop u hebt afgestemd de RDS-signalen niet goed
uitzendt of het signaal te zwak is.
De RDS-informatie wijzigen
Terwijl u naar een uitzending van een FM-station luistert,
kunt u de RDS-informatie op de display bekijken.
• U kunt het RDS-systeem alleen met behulp van de
afstandsbediening bedienen.
1
Druk op de toets RDS CONTROL terwijl u een FMstation beluistert.
2
Druk op de toets DISPLAY.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de
vermelding op de display en wel in deze volgorde:
PS
(Stationsnaam)
(Program Service)
Frequentie station (zonder RDS)
Station frequency (non-RDS)
Als u naar een station luistert dat geen PS-, PTY- of
verschijnt de vermelding “no PS”, “no PTY” of “no RT” op de
display.
RT-signalen uitzendt,
PTY
(Programmatype)
(Program Type)RT(Radio Text)
(Radiotekst)
Met deze eenheid kunnen de volgende soorten RDSsignalen worden ontvangen.
PS (Program Service — Stationsnaam):
Deze service zorgt ervoor dat de naam van het
FM-station op de display wordt weergegeven.
PTY (Program Type — Programmatype):
Deze service zorgt ervoor dat het genre van het
programma dat het FM-station uitzendt in de
vorm van een code op de display wordt
weergegeven.
Als het enige tijd kost om de RDS-informatie van
een station op de display weer te geven,
verschijnt de vermelding “wait PS”, “wait PTY” of “wait RT” tijdelijk
op de display.
– 15 –
vervolg
Zoeken naar programma’s met behulp van
PTY-codes (de functie PTY Search)
Een van de voordelen van RDS is dat u er een bepaald
programmagenre mee kunt opsporen. U doet dit door de
gewenste PTY-code te selecteren en een zoekopdracht te
geven.
• De zoekfunctie PTY Search kan alleen worden
toegepast op stations die als voorkeurzender zijn
ingesteld.
• Voor de onderstaande bewerking is een tijdslimiet van
kracht. Als u de instelling annuleert nog voordat u de
bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1
beginnen.
Zo zoekt u met de afstandsbediening naar een programma
van een bepaald genre:
1
Druk op de toets RDS CONTROL terwijl u een FMstation beluistert.
2
Druk op de toets PTY SEARCH.
De vermelding “PTY SELECT” verschijnt op de display.
3
Druk zolang de vermelding “PTY SELECT”
knippert op de toets PTY SELECT – / + om een
PTY-code te selecteren.
Elke keer wanneer u op een van deze toetsen drukt,
verandert de PTY-code op de display en wel als volgt
(zie ook de lijst op pagina 18):
NONE “NEWS “ AFF AIRS “ INFO “
SPORT “ EDUCATE “ DRAMA “ CUL TURE “
SCIENCE “ VARIED “ POP M “ ROCK M “
M.O.R. M “ LIGHT M “ CLASSICS “
OTHER M “ WEATHER “ FINANCE “
CHILDREN “ SOCIAL A “ RELIGION “
PHONE IN “ TRAVEL “ LEISURE “ JAZZ “
COUNTRY “ NATIONAL “ OLDIES “
FOLK M “ DOCUMENT “ TEST “
ALARM “ (terug naar het begin)
4
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht wisselen de
vermeldingen “SEARCH” en de geselecteerde PTYcode elkaar knipperend op de display af.
De eenheid doorzoekt maximaal 30 voorkeurzenders,
stopt wanneer er een voorkeurzender wordt gevonden
die een programma uitzendt dat aan het geselecteerde
genre voldoet en stemt daarop af.
Verder zoeken na de eerste stop:
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH. Dit kan zolang de
indicators op de display knipperen.
Indien er geen enkele voorkeurzender wordt gevonden die het
geselecteerde programmagenre uitzendt, verschijnt de vermelding
“NOT FOUND” op de display en keert de tuner terug naar het
station waar het voor de zoekopdracht op was afgestemd.
Tijdens de zoekopdracht stoppen met zoeken:
Druk tijdens het zoeken op de toets PTY SEARCH.
Tijdelijk overschakelen naar een
programmagenre van uw keuze
Met de functie EON kan de eenheid tijdelijk van een
bepaald station overschakelen naar een radioprogramma
van uw keuze (T A, NEWS en/of INFO), behalve wanneer u
naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt
(alle AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
• Als er een station wordt ontvangen dat een EON-signaal
uitzendt, licht de indicator EON op.
• De functie EON werkt alleen bij voorkeurzenders.
De functie EON wordt geactiveerd met de
afstandsbediening:
1
Druk op de toets RDS CONTROL terwijl u een FMstation beluistert.
2
Druk op EON.
De indicator voor het EON-gegevenstype dat als laatste
geselecteerd is geweest (T A/NEWS/INFO) gaat op de
display branden.
3
Druk herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO tot
het EON-gegevenstype van uw keuze is geselecteerd.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er
een ander EON-gegevenstype op de display en wel in
deze volgorde:
TA = NEWS= INFO =TA NEWS=
NEWS INFO = TA INFO =TA NEWS INFO =
(terug naar het begin)
TA:Geeft aan dat er verkeersinformatie (Traffic
Announcement) wordt uitgezonden
NEWS: Nieuws
INFO:Informatief programma, in de breedste zin
des woords
Als u de functie EON wilt uitschakelen, drukt u nogmaals
op de toets EON zodat de indicator TA/NEWS/INFO op de
display uitgaat.
• Als u de functie EON uitschakelt terwijl de eenheid een
programma ten gehore brengt waar met behulp van de
functie EON op is afgestemd, keert de eenheid terug naar
het station waar de eenheid voordien op stond afgestemd.
– 16 –
Nederlands
Hoe de functie EON in de praktijk werkt
SITUATIE 1
Als er geen enkel station is dat een programma
uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
De ontvanger blijft het geselecteerde station afspelen.
«
Wanneer een station een programma gaat uitzenden dat
voldoet aan het genre dat u hebt geselecteerd, schakelt
de eenheid automatisch over naar dat station. De
indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
«
W anneer het programma is beëindigd, verschijnt de
vermelding “EON END” op de display en keert de
eenheid terug naar het eerder geselecteerde station, maar
de functie EON blijft in werking.
SITUATIE 2
Als er een station is dat een programma uitzendt van
het genre dat u hebt geselecteerd
De eenheid stemt af op het desbetreffende station. De
indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
«
W anneer het programma is beëindigd, verschijnt de
vermelding “EON END” op de display en keert de
eenheid terug naar het eerder geselecteerde station, maar
Nederlands
de functie EON blijft in werking.
SITUATIE 3
Als het FM-station waar u naar luistert een
programma uitzendt van het genre dat u hebt
geselecteerd
De eenheid blijft het station waarop u al had afgestemd
ontvangen en de indicator voor de ontvangen PTY-code
gaat knipperen.
«
Wanneer het programma is beëindigd, stopt de indicator
voor de ontvangen PTY-code met knipperen en blijft nu
continu branden. De functie EON blijft in werking.
De alarmfunctie
Als u naar de radio luistert en er een station is dat een
noodbericht (ALARM-signaal) uitzendt, stemt de
ontvanger automatisch af op het desbetreffende station,
behalve wanneer u naar een station luistert dat geen
RDS-signalen uitzendt (alle AM-stations (MG/LG) en
bepaalde FM-stations).
De testfunctie
Het TEST-signaal wordt uitgezonden ten behoeve van
het testen van apparatuur en is bedoeld om na te gaan of
de ontvanger in staat is om een ALARM-signaal naar
behoren te ontvangen.
Bij de ontvangst van een TEST-signaal gedraagt de
ontvanger zich precies zo als bij de ontvangst van een
ALARM-signaal.
W anneer er een TEST-signaal wordt ontvangen, schakelt
de ontvanger onmiddellijk over naar het station dat het
TEST-signaal uitzendt, behalve wanneer u naar een
station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AMstations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
Meer informatie over de EON-functie
• Sommige FM-stations zenden EON-gegevens uit waar deze
eenheid niet mee overweg kan.
• Als u naar een programma luistert waarop door de functie EON
is afgestemd, blijft de eenheid dat station ontvangen, ook als een
ander station een programma met dezelfde EON-gegevens gaat
uitzenden.
• Terwijl u naar een programma luistert waarop de functie EON
heeft afgestemd, kunt u alleen gebruik maken van de toetsen
EON en DISPLAY om de tuner te bedieningen.
• Als de eenheid steeds heen en weer schakelt tussen het station
waarop de eenheid staat afgestemd en het station waarop de
functie EON wil afstemmen (de vermelding “WAITING”
knippert op de display), is het raadzaam om op de toets EON te
drukken zodat de functie EON wordt uitgeschakeld.
Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk het station weer
ontvangen waarop de ontvanger op dat moment al was
afgestemd (de vermelding “NOT FOUND” verschijnt dan op de
display) en de knipperende vermelding van het EONgegevenstype verdwijnt weer van de display.
– 17 –
Beschrijving van de PTY-codes:
AM
FM
NONE:Niet gedefinieerd.
NEWS:Nieuws.
AFF AIRS :Een programma over een actueel
onderwerp, achtergronden bij het nieuws,
een debat, of commentaar.
INFO:Informatief programma in de breedste zin
van het woord.
SPORT:Sportprogramma in de breedste zin van het
woord.
EDUCATE:Educatief programma.
DRAMA:Hoorspelen en feuilletons.
CULTURE:Cultureel programma, op regionaal of
nationaal niveau, en betrekking hebbend op
taal, theater, etc.
SCIENCE:Programma over wetenschap en
technologie.
VARIED:Gevarieerd programma, zoals quizzen,
spelletjes en interviews.
POP M:Moderne, populaire muziek.
ROCK M:Rock-muziek.
M.O.R. M:Easy-listening muziek.
LIGHT M:Instrumentele muziek, vocale muziek en
koren.
CLASSICS:Klassieke muziek, orkesten, symfonieën,
kamermuziek, etc.
OTHER M:Muziek die niet in een van de
muziekcategorieën past.
WEATHER: W eersvooruitzichten.
FINANCE:Beursberichten, informatie over handel en
nijverheid, financiële analyses, etc.
CHILDREN: Programma’s voor een jeugdig publiek.
SOCIAL A:Programma’s over sociale wetenschappen,
geschiedenis, geografie, psychologie en de
maatschappij.
RELIGION: Godsdienstig programma.
PHONE IN: Een programma waarin luisteraars hun
mening kunnen geven, hetzij telefonisch,
hetzij in een panel.
TRAVEL:Verkeersinformatie en toeristische
informatie.
LEISURE:Programma’s over vrijetijdsbesteding.
JAZZ:Jazz-muziek.
COUNTRY: Country-muziek.
NATIONAL: Populaire muziek uit het land of de streek
in de taal van het land.
OLDIES:Muziek uit de categorie “goud van oud”.
FOLK M:Muziek die zijn oorsprong vindt in de
muzikale cultuur van een bepaald land.
DOCUMENT:Documentaire over een actueel onderwerp,
onderzoeksjournalistiek.
TEST :W ordt uitgezonden voor het testen van
noodzendapparatuur en -ontvangers.
ALARM:Noodbericht.
De classificatie van bepaalde PTY-codes
kunnen bij sommige FM-stations afwijken van
de hierboven vermelde omschrijvingen.
Nederlands
– 18 –
CD’s afspelen
In deze paragraaf (pagina 20 – 22) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
MD
Nederlands
Afstandsbediening
MARKABCDEF
123
GHIJKLMNO
456
PQRS
TUVWXYZ
789
EONDISPLAY
PTY SEARCH
10
TA/NEWS/INFO
PTY SELECT
+10
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
SURROUND SOUND
BASS EX.
FM MODE
SLEEP
TUV WXYZ
PTY SEARCH DISPLAYEON
–
PTY SELECT
VOLUME
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
+10
+
MD TITLE
INPUT
A
B
CANCEL
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
PQRS
789
10 0
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
+
– 19 –
vervolg
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat deze
is voorbereid op de bediening van de CD-speler.
• Als u op de afstandsbediening op toets CD 1, CD 2, CD
3 of CD 6 drukt, is de afstandsbediening voorbereid
op de bediening van de CD-speler.
CD’s in de CD-speler plaatsen
1
Druk op een van de toetsen met de markering 0
om een CD-lade te openen. Welke CD-lade (CD 1,
CD 2 of CD 3) wordt geopend, hangt af van de toets
die u indrukt.
De eenheid wordt automatisch ingeschakeld en de
geselecteerde CD-lade komt naar voren geschoven. Het
bijbehorende CD-nummerlampje (CD 1, CD 2 of CD
3) licht op.
2
Plaats een CD in de ronde groef van de CD-lade. Let
erop dat u de CD met het label naar boven in de
CD-lade legt.
CD’s helemaal afspelen — Continuous Play
Het is mogelijk om geplaatste CD’s in hun geheel af te spelen.
Dit wordt normaal afspelen of Continuous Play genoemd.
1
Plaats de CD’s in de lades van de CD-speler.
2
Druk op de CD-nummertoets (CD 1, CD 2 of CD 3)
van de CD-lade waarin zich de CD bevindt die u wilt
afspelen.
Het afspelen begint bij de eerste track van de
geselecteerde CD.
• Als u op de CD-speler op de toets # / 8 drukt (of op
de toets CD 6 op de afstandsbediening) in plaats
van de CD-nummertoets wordt de geselecteerde CD
afgespeeld.
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de toets 7
van de CD-speler.
Als u de CD wilt verwijderen, drukt u op de bijbehorende
toets met de markering 0.
Hier ziet u welke CD is geselecteerd.
Tracknummer
Verstreken speeltijd
Goed
• Een CD-single (8 cm) moet in de binnenste groef
van de CD-lade worden gelegd.
3
Druk op dezelfde toets met de markering 0 waarop
u ook in stap 1 hebt gedrukt.
De CD-lade wordt gesloten.
4
Herhaal stap 1 t/m 3 als u nog andere CD’s in de
CD-speler wilt plaatsen.
Druk op de toets 0 naast de CD-lade waarin u een CD wilt
plaatsen. De eerste CD-lade wordt automatisch gesloten en de door
u geselecteerde CD-lade komt naar voren geschoven.
De CD-nummerlampjes komen overeen met de CD-lades met
hetzelfde nummer.
• Het lampje licht groen op wanneer u de bijbehorende CD-lade
• Het lampje gaat uit wanneer de eenheid merkt dat er zich geen
• Het lampje knippert wanneer de CD in de bijbehorende lade
Wanneer u meerdere CD’s in de CD-speler plaatst
Over de CD-nummerlampjes (naast de toets CD 1,
CD 2 en CD 3)
met de toets 0 opent en de eenheid merkt dat er zich een CD in
die lade bevindt.
CD in de bijbehorende lade bevindt.
wordt afgespeeld of in de pauzestand staat.
Fout
– 20 –
Wanneer er in alle CD-lades een CD is geplaatst, worden deze in
Afspeelvolgorde van CD’s
de onderstaande volgorde afgespeeld:
• Wanneer u op de toets CD 1 drukt: CD 1 ] CD 2 ]CD 3 (het
afspelen wordt vervolgens beëindigd)
• Wanneer u op de toets CD 2 drukt: CD 2 ]CD 3 ] CD 1 (het
afspelen wordt vervolgens beëindigd)
• Wanneer u op de toets CD 3 drukt: CD 3 ] CD 1 ] CD 2 (het
afspelen wordt vervolgens beëindigd)
* Wanneer er zich in een CD-lade geen CD bevindt, wordt die
lade overgeslagen.
Basisbediening van de CD-speler
Tijdens het afspelen van een CD kunt u de volgende
handelingen verrichten.
Een CD verwisselen terwijl er een andere CD wordt
afgespeeld
Druk op de toets met de markering 0 die hoort bij een CDlade waarin zich een CD bevindt die niet wordt afgespeeld
om die lade te openen en de CD te kunnen verwisselen.
Als u tijdens het afspelen een CD verwisselt, zal het
afspelen worden onderbroken en pas nadat de nieuwe CD is
geplaatst weer worden hervat.
Afspelen kort onderbreken
Druk op de CD-speler op de toets # / 8 (of op de toets CD
6 op de afstandsbediening).
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op de
CD-speler op de toets # / 8 (of op de toets CD 6 op de
afstandsbediening).
Nederlands
Tijdens het afspelen een bepaalde passage van een
track opzoeken
Op de eenheid:
Draai aan de linker draaischijf.
• Tegen de wijzers van de klok in 1:
Snel achteruit spoelen van tracks.
• Met de wijzers van de klok mee ¡:
Snel vooruit spoelen van tracks.
Op de afstandsbediening:
Druk op de toets 41 of ¢¡ en houd deze
ingedrukt.
• 1 : Snel achteruit spoelen van tracks.
• ¡ : Snel vooruit spoelen van tracks.
Naar een andere track gaan
Op de eenheid:
Draai aan de rechter draaischijf.
• Tegen de wijzers van de klok in 4: Terug naar het
begin van de geselecteerde en vorige tracks.
• Met de wijzers van de klok mee ¢: Vooruit naar het
begin van de volgende en daarop volgende tracks.
Op de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op de toets 41 of ¢¡.
• 4 :T erug naar het begin van de geselecteerde en
vorige tracks.
• ¢ :Vooruit naar het begin van de volgende en daarop
volgende tracks.
Rechtstreeks naar een andere track gaan met
behulp van de cijfertoetsen
Met de cijfertoetsen kunt u meteen het nummer van de
track selecteren die u wilt afspelen.
Een voorbeeld:
Druk voor tracknummer 5 op de toets met het cijfer
Nederlands
5.
Druk voor tracknummer 15 op de toets +10 en
daarna op 5.
Druk voor tracknummer 20 op de toets +10 en
daarna op 10.
Druk voor tracknummer 32 op de toets +10, +10,
+10 en daarna op 2.
Zelf de afspeelvolgorde van de tracks
bepalen — Program Play
U kunt zelf bepalen in welke volgorde u de tracks ten
gehore wilt brengen. U kunt de tracks van uw keuze in een
programma opnemen. Deze manier van afspelen wordt
Program Play genoemd. Er kunnen maximaal 32 tracks
worden geprogrammeerd.
1
Plaats de CD’s in de lades.
• Als de CD-speler niet de geselecteerde afspeelbron
is, moet u eerst op de CD-speler op de toets # / 8(of
op de afstandsbediening op de toets CD 6 )
drukken, daarna op de CD-speler op de toets 7 (of de
toets 7 op de afstandsbediening) drukken alvorens
naar de volgende stap te gaan.
2
Druk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding
“CD PROGRAM” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
afspeelmodus gewijzigd en wel in deze volgorde:
CD PROGRAM
Geannuleerd
(normaal afspelen)
(Continuous play)
CD RANDOM
Canceled
3
Druk op een van de CD-nummertoetsen (CD 1, CD
2 of CD 3) om de CD van uw keuze te kunnen
afspelen.
Een voorbeeld: CD-nummer 2 is geselecteerd.
CD-nummer en tracknummer
4
Selecteer de track van de CD die u in de vorige stap
hebt geselecteerd.
Op de eenheid:
Draai aan de rechter draaischijf om het
tracknummer te selecteren en druk vervolgens op de
toets SET.
Op de afstandsbediening:
Druk op de cijfertoetsen.
• Meer informatie over het gebruik van de
cijfertoetsen, treft u aan in de paragraaf “Rechtstreeks
naar een andere track gaan met behulp van de
cijfertoetsen” in de linker kolom op deze pagina.
Een voorbeeld: Tracknummer 8 is geselecteerd.
5
Programmeer andere tracks.
• Als u tracks van dezelfde CD wilt programmeren,
moet u stap 4 herhalen.
• Als u tracks van een andere CD wilt programmeren,
moet u stap 3 en 4 herhalen.
6
Druk op de CD-speler op de toets # / 8 (of op de
toets CD 6 op de afstandsbediening).
De tracks worden afgespeeld in de volgorde waarin u
deze hebt geprogrammeerd.
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de CDspeler op de toets 7.
Als u de modus voor het programmeren wilt verlaten,
drukt u voor of na het afspelen eenmaal of twee maal op de
toets PLAY MODE zodat er een andere afspeelmodus
(Random Play of Continuous Play) wordt geselecteerd.
stapnummer
De inhoud van een programma bekijken
U kunt de samenstelling van een programma bekijken
voordat u overgaat tot het afspelen van de
geprogrammeerde tracks. Druk hiertoe op de
afstandsbediening op de toets 41 of ¢¡.
U kunt voordat u het afspelen start, de track die u als laatste
hebt geprogrammeerd wissen door op de toets CANCEL te
drukken. Elke keer dat u op deze toets drukt, wordt de track
die als laatste is geprogrammeerd uit het programma
verwijderd.
• W anneer u een CD waarvan tracks zijn geprogrammeerd
uit de CD-lade neemt, worden de desbetreffende tracks
uit het programma verwijderd.
Als u tracks aan het programma wilt toevoegen voordat
u met afspelen begint, hoeft u alleen maar de nummers
van de tracks op te geven die u aan het programma wilt
toevoegen.
– 21 –
De vermelding “CD FULL” verschijnt op het hoofdvenster van de
display.
U hebt geprobeerd een track te programmeren van een CD-lade die
leeg is, of de door u opgegeven track bestaat niet op de CD
(bijvoorbeeld wanneer u track 14 selecteert op een CD met slechts
12 tracks). Dergelijke pogingen worden genegeerd.
Als u probeert om een 33e track te programmeren
Als uw opgave wordt genegeerd
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
— Ran dom Play
Het is mogelijk om de tracks van de CD’s in de lades in een
volstrekt willekeurige volgorde af te spelen. Deze manier
van afspelen wordt Random Play genoemd.
1
Plaats de CD’s in de lades.
• Als de CD-speler niet de geselecteerde afspeelbron
is, moet u eerst op de CD-speler op de toets # / 8
(of op de afstandsbediening op de toets CD 6 )
drukken, daarna op de CD-speler op de toets 7 (of de
toets 7 op de afstandsbediening) drukken alvorens
naar de volgende stap te gaan.
2
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE tot de
vermelding “CD RANDOM” op het hoofdvenster
van de display wordt weergegeven.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een
andere afspeelmodus geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
CD PROGRAM
Geannuleerd
(normaal afspelen)
(Continuous play)
3
Druk op de CD-speler op de toets # / 8 (of op de
toets CD 6 op de afstandsbediening).
De tracks worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Het afspelen van tracks in willekeurige volgorde stopt
nadat alle tracks één keer ten gehore zijn gebracht.
Als u de track die wordt afgespeeld wilt overslaan, moet
u de rechter draaischijf met de wijzers van de klok mee
draaien of op de afstandsbediening op de toets ¢¡
drukken.
• Het is niet mogelijk om terug te keren naar de vorige
track door de rechter draaischijf tegen de wijzers van de
klok in te draaien of op de afstandsbediening op de toets
41 te drukken.
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de CDspeler op de toets 7.
• Het afspelen van tracks in willekeurige volgorde wordt
ook beëindigd op het moment dat u een CD-lade opent.
Als u de modus voor het in willekeurige volgorde
afspelen van tracks wilt verlaten, drukt u voor of na het
afspelen eenmaal of twee maal op de toets PLAY MODE
zodat er een andere afspeelmodus (Continuous Play of
Program Play) wordt geselecteerd.
CD RANDOM
Canceled
Tracks of CD’s herhaald afspelen — Repeat Play
U kunt een CD of meerdere CD’s, een programma, een
track of meerdere tracks zo vaak herhalen als u wilt. Deze
manier van afspelen wordt Repeat Play genoemd.
Als u tracks of CD’s herhaald wilt afspelen, moet u
tijdens of voor het afspelen op de toets REPEAT drukken.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere
modus voor herhaald afspelen geselecteerd en licht de
indicator REPEAT als volgt op:
REPEAT CD ALLREPEAT 1CD
Geannuleerd
Canceled
(normaal afspelen)
(Continuous play)
REPEAT CD ALL:Als u deze optie kiest, worden alle
tracks op alle CD’s herhaald (voor
normaal afspelen of in willekeurige
volgorde afspelen), of alle tracks van
REPEAT 1CD*:Als u deze optie kiest, worden alle
REPEAT 1:Als u deze optie kiest, wordt er één
* De optie REPEAT 1CD kan niet worden gekozen bij Program
Play en Random Play.
Als u de modus voor herhaald afspelen van tracks wilt
verlaten, moet u herhaaldelijk op de toets REPEAT
drukken zodat er geen REPEAT-indicator meer op de
display brandt.
• De optie REPEAT 1CD kan ook niet worden gekozen
wanneer u op de toets PLAY MODE drukt om een
andere afspeelmodus te selecteren.
het programma herhaald.
tracks van één CD herhaald.
track op één CD herhaald.
REPEAT 1
De lades vergrendelen — de functie Disc Lock
Met de vergrendelingsfunctie kunt u voorkomen dat er
CD’s of MD’s uit de lades kunnen worden verwijderd.
ALLEEN op de eenheid:
Als u de vergrendelingsfunctie wilt inschakelen, drukt u
op de toets met de markering 0 naast de lade voor CD 1
terwijl u op de CD-speler op de toets 7 drukt en de eenheid
in de standby-stand staat.
De vermelding “LOCKED” verschijnt korte tijd om aan te
geven dat de CD’s en MD’s die in de lades zijn geplaatst nu
vergrendeld zijn.
De vermelding “LOCKED” verschijnt om aan te geven dat de
vergrendelingsfunctie is ingeschakeld.
Als u de vergrendeling van de lades ongedaan wilt
maken, drukt u op de toets met de markering 0 naast de
lade voor CD 1 terwijl u op de CD-speler op de toets 7
drukt en de eenheid in de standby-stand staat.
De vermelding “UNLOCKED” verschijnt korte tijd om aan
te geven dat de CD’s en MD’s die in de lades zijn geplaatst
nu niet meer vergrendeld zijn.
Als u probeert vergrendelde lades te openen
Nederlands
– 22 –
MD’s afspelen
In deze paragraaf (pagina 24 – 28) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
MD
Nederlands
Afstandsbediening
MARKABCDEF
123
GHIJKLMNO
456
PQRS
TUVWXYZ
789
EONDISPLAY
PTY SEARCH
10
TA/NEWS/INFO
A
+10
PTY SELECT
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
SURROUND SOUND
BASS EX.
FM MODE
SLEEP
TUV WXYZ
PTY SEARCH DISPLAYEON
–
PTY SELECT
VOLUME
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
+10
+
MD TITLE
INPUT
A
B
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
PQRS
789
10 0
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
+
B
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
– 23 –
vervolg
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat deze
is voorbereid op de bediening van het juiste MD-deck.
• Als u op de afstandsbediening op toets MD 1, MD 2,
MD 3, of MD A 6 of MD B 6 drukt, is de
afstandsbediening voorbereid op de bediening van het
MD-gedeelte van de eenheid.
Een MD in een MD-lade plaatsen
Wanneer u MD-deck A gebruikt:
1
Plaats een MD in de lade van MD-deck A.
(Na enkele seconden)
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 voor MD-deck A.
De MD wordt automatisch naar
binnen geschoven.
De bedieningslampjes voor MDdeck A gaan branden.
Plaats de MD zoals op de MD
zelf staat aangegeven.
Totaal aantal tracks
Huidige
tracknummer
Totale speelduur
Speelduur van de
huidige track
Over de bedieningslampjes voor MD-deck A en de
MD-nummerlampjes (naast de toetsen MD 1, MD 2
De bedieningslampjes voor MD-deck A hebben betrekking op de
lade van MD-deck A, en de MD-nummerlampjes hebben
betrekking op de lades van MD-deck B.
• Het lampje licht groen op wanneer de eenheid merkt dat er zich
• Het lampje knippert wanneer de MD in de desbetreffende lade
en MD 3)
een MD in de desbetreffende lade bevindt.
wordt afgespeeld.
MD’s helemaal afspelen — Continuous Play
Wanneer u MD-deck A gebruikt:
In MD-deck A kan een MD worden afgespeeld.
1
Plaats een MD in de lade van MD-deck A.
2
Druk op MD-deck A op de toets # / 8 (of op de toets
MD A 6 op de afstandsbediening).
Het afspelen begint bij de eerste track van de MD.
TracknummerVerstreken speeltijd
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de toets 7
voor MD-deck A.
Nederlands
Wanneer u MD-deck B gebruikt:
1
Druk op de toets met de markering 0 voor MDdeck B.
De lade van MD-deck B gaat automatisch open en de
MD-nummerlampjes gaan branden.
2
Plaats maximaal 3 MD’s in de lades.
Plaats de MD zoals op de
MD zelf staat aangegeven.
3
Druk nogmaals op de toets met de markering 0 om
de beveiligingsklep van de lade te sluiten.
• Het MD-nummerlampje blijft branden als er een MD
in de desbetreffende lade is geplaatst.
• Het MD-nummerlampje gaat uit als er geen MD in de
desbetreffende lade is geplaatst.
Als u een geplaatste MD wilt verwijderen, moet u op de
toets met de markering 0 voor MD-deck B drukken.
• Het is niet mogelijk om een MD tijdens het afspelen te
verwijderen.
Wanneer u MD-deck B gebruikt:
In MD-deck B kunnen meerdere MD’s continu worden
afgespeeld.
1
Plaats de MD’s van uw keuze in de lades van MDdeck B.
2
Druk op MD-deck B op een van de MDnummertoetsen (MD 1, MD 2 of MD 3) om de MD
van uw keuze af te spelen.
Het afspelen begint bij de eerste track van de
geselecteerde MD.
Hier ziet u welke MD is geselecteerd.
Tracknummer
• Als u op MD-deck B op de toets # / 8 drukt (of op
de toets MD B 6 op de afstandsbediening) in
plaats van de MD-nummertoets wordt de
geselecteerde MD afgespeeld.
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de toets 7
voor MD-deck B.
Verstreken speeltijd
– 24 –
Wanneer er in alle MD-lades van MD-deck B een MD is geplaatst,
Afspeelvolgorde van MD’s in MD-deck B
worden deze in de onderstaande volgorde afgespeeld:
• Wanneer u op de toets MD 1 drukt: MD 1 ] MD 2 ] MD 3
(het afspelen wordt vervolgens beëindigd)
• Wanneer u op de toets MD 2 drukt: MD 2 ] MD 3 ] MD 1
(het afspelen wordt vervolgens beëindigd)
• Wanneer u op de toets MD 3 drukt: MD 3 ] MD 1 ] MD 2
(het afspelen wordt vervolgens beëindigd)
* Wanneer er zich in een MD-lade van MD-deck B geen MD
bevindt, wordt die lade overgeslagen.
Rechtstreeks naar een andere track gaan met behulp
van de cijfertoetsen
Met de cijfertoetsen kunt u meteen het nummer van de
track selecteren die u wilt afspelen.
Een voorbeeld:
Druk voor tracknummer 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor tracknummer 15 op de toets +10 en daarna
op 5.
Druk voor tracknummer 20 op de toets +10 en daarna
op 10.
Druk voor tracknummer 32 op de toets +10, +10, +10
en daarna op 2.
Basisbediening van de MD-decks
Tijdens het afspelen van een MD kunt u de volgende
handelingen verrichten.
Afspelen kort onderbreken
Wanneer u MD-deck A gebruikt: Druk op MD-deck A op
de toets # / 8 (of op de toets MD A 6 op de
afstandsbediening).
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nog een keer op
dezelfde toets.
Wanneer u MD-deck B gebruikt: Druk op MD-deck B op
de toets # / 8 (of op de toets MD B 6 op de
afstandsbediening).
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nog een keer op
Nederlands
dezelfde toets.
Tijdens het afspelen een bepaalde passage van een
track opzoeken
Op de eenheid:
Draai aan de linker draaischijf.
• Tegen de wijzers van de klok in 1:Snel achteruit
spoelen van tracks.
• Met de wijzers van de klok mee ¡:Snel vooruit
spoelen van tracks.
Op de afstandsbediening:
Druk op de toets 41 of ¡¢ en houd deze
ingedrukt.
• 1 : Snel achteruit spoelen van tracks.
• ¡ : Snel vooruit spoelen van tracks.
Naar een andere track gaan
Op de eenheid:
Draai aan de rechter draaischijf.
• Tegen de wijzers van de klok in 4:Terug naar het
begin van de geselecteerde en vorige tracks.
• Met de wijzers van de klok mee ¢:Vooruit naar het
begin van de volgende en daarop volgende tracks.
Op de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op de toets 41 of ¢¡.
• 4 :T erug naar het begin van de geselecteerde en vorige
tracks.
• ¢ :Vooruit naar het begin van de volgende en daarop
volgende tracks.
De weergegeven informatie op de display wijzigen
Elke keer wanneer u op de toets DISPLAY/CHARA drukt,
wordt er andere informatie op de display weergegeven, en
wel in deze volgorde:
Voor het afspelen:
Voor MD-deck A:
Track No. &
Tracknummer
& Speelduur
playing time
Voor MD-deck B:
Track No. &
Tracknummer
& Speelduur
playing time
MD-titel
Disc Title
MD-titel
Disc Title
Remaining
De resterende
opnametijd op de
recording time
MD
on the disc
Tijdens het afspelen:
Track No. &
Tracknummer &
Elapsed playing timeTrack Title
Verstreken speeltijd
De titel van de MD wordt als lopende tekst op de display
weergegeven.
De vermelding “NO TITLE” wordt weergegeven wanneer u de
weergegeven informatie op de display wijzigt.
Als de MD-titel niet in zijn geheel op de display past
Als de MD geen titel heeft
Tracktitel
Een MD verwisselen terwijl er een andere MD wordt
afgespeeld (ALLEEN voor MD-deck B)
Als u tijdens het afspelen een MD verwisselt, zal het
afspelen worden onderbroken en pas nadat de nieuwe MD
is geplaatst weer worden hervat.
1 Druk op de toets met de markering 0 voor MD-deck B
om de MD-lade te openen.
2 Verwissel de MD.
3 Druk nogmaals op de toets met de markering 0 voor
MD-deck B om de MD-lade te sluiten.
Wanneer u de MD-lade opent om een MD te
De lade van de MD die wordt afgespeeld, lijkt leeg. Plaats echter
geen MD in deze lade. Als u dat wel doet en de lade sluit, wordt de
lade weer geopend en verschijnt de vermelding “OCCUPIED” op
het hoofdvenster van de display om aan te geven dat er zich al een
MD in de lade bevindt.
verwisselen
– 25 –
vervolg
Zelf de afspeelvolgorde van de tracks
bepalen — Program Play
U kunt zelf bepalen in welke volgorde u de tracks ten
gehore wilt brengen. U kunt de tracks van uw keuze in een
programma opnemen. Deze manier van afspelen wordt
Program Play genoemd. Er kunnen maximaal 32 tracks
worden geprogrammeerd.
Wanneer u MD-deck A gebruikt:
1
Plaats een MD in de lade.
• Als het MD-deck niet de geselecteerde afspeelbron
is, moet u eerst op MD-deck A op de toets # / 8 (of
op de afstandsbediening op de toets MD A 6 )
drukken, en daarna op MD-deck A op de toets 7 (of
de toets 7 op de afstandsbediening) drukken alvorens
naar de volgende stap te gaan.
2
Druk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding
“MD PROGRAM” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
afspeelmodus gewijzigd en wel in deze volgorde:
MD PROGRAM
Geannuleerd
(normaal afspelen)
(Continuous play)
3
Selecteer de track.
Op de eenheid:
Draai aan de rechter draaischijf om het
tracknummer te selecteren en druk vervolgens op de
toets SET.
Op de afstandsbediening:
Druk op de cijfertoetsen.
• Meer informatie over het gebruik van de
cijfertoetsen, treft u aan in de paragraaf “Rechtstreeks
naar een andere track gaan met behulp van de
cijfertoetsen” op pagina 25.
Een voorbeeld: Tracknummer 8 is geselecteerd.
MD RANDOM
Canceled
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op MD-deck A
op de toets 7.
Als u de modus voor het programmeren wilt verlaten,
drukt u voor of na het afspelen eenmaal of twee maal op de
toets PLAY MODE zodat er een andere afspeelmodus
(Random Play of Continuous Play) wordt geselecteerd.
De inhoud van een programma bekijken
U kunt de samenstelling van een programma bekijken
voordat u overgaat tot het afspelen van de
geprogrammeerde tracks. Druk hiertoe op de
afstandsbediening op de toets 41 of ¢¡ .
• ¢¡ : De geprogrammeerde tracks worden in de
geprogrammeerde volgorde weergegeven.
• 41 : De geprogrammeerde tracks worden in
omgekeerde volgorde weergegeven.
Het programma wijzigen
U kunt voordat u het afspelen start, de track die u als laatste
hebt geprogrammeerd wissen door op de toets CANCEL te
drukken. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
track die als laatste is geprogrammeerd uit het programma
verwijderd.
• Als u op MD-deck A op de toets met de markering 0
drukt, wordt het hele programma gewist.
Als u tracks aan het programma wilt toevoegen voordat
u met afspelen begint, hoeft u alleen maar de nummers
van de tracks op te geven die u aan het programma wilt
toevoegen.
Als u probeert om een 33e track te programmeren
De vermelding “MD FULL” verschijnt op het hoofdvenster van de
display.
Als uw opgave wordt genegeerd
U hebt geprobeerd een track te programmeren die niet op de MD
aanwezig is (bijvoorbeeld wanneer u track 14 selecteert op een
MD met slechts 12 tracks). Dergelijke pogingen worden
genegeerd.
Nederlands
Tracknummer
4
Herhaal stap 3 om nog andere tracks te
programmeren.
5
Druk op MD-deck A op de toets # / 8 (of op de
toets MD A 6 op de afstandsbediening).
De tracks worden afgespeeld in de volgorde waarin u
deze hebt geprogrammeerd.
Stapnummer
– 26 –
Wanneer u MD-deck B gebruikt:
1
Plaats de MD’s in de lades.
• Als het MD-deck niet de geselecteerde afspeelbron
is, moet u eerst op MD-deck B op de toets # / 8 (of
op de afstandsbediening op de toets MD B 6 )
drukken, daarna op MD-deck B op de toets 7 (of de
toets 7 op de afstandsbediening) drukken alvorens
naar de volgende stap te gaan.
2
Druk op de toets PLAY MODE zodat de vermelding
“MD PROGRAM” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
afspeelmodus gewijzigd en wel in deze volgorde:
MD PROGRAM
3
Druk op een van de MD-nummertoetsen (MD 1,
MD 2 of MD 3) om het MD-nummer dat u wilt
programmeren te selecteren.
Een voorbeeld: MD 2 wordt geselecteerd
MD-nummer en
tracknummer
4
Nederlands
Selecteer een track op de MD die u in de vorige stap
hebt geselecteerd.
Op de eenheid:
Draai aan de rechter draaischijf om het
tracknummer te selecteren en druk vervolgens op de
toets SET.
Op de afstandsbediening:
Druk op de cijfertoetsen.
• Meer informatie over het gebruik van de
cijfertoetsen, treft u aan in de paragraaf “Rechtstreeks
naar een andere track gaan met behulp van de
cijfertoetsen” op pagina 25.
Een voorbeeld: Tracknummer 8 is geselecteerd.
MD RANDOM
Canceled
Geannuleerd
(normaal afspelen)
(Continuous play)
Stapnummer
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op MD-deck B
op de toets 7.
Als u de modus voor het programmeren wilt verlaten,
drukt u voor of na het afspelen eenmaal of twee maal op de
toets PLAY MODE zodat er een andere afspeelmodus
(Random Play of Continuous Play) wordt geselecteerd.
De inhoud van een programma bekijken
U kunt de samenstelling van een programma bekijken
voordat u overgaat tot het afspelen van de
geprogrammeerde tracks. Druk hiertoe op de
afstandsbediening op de toets 41 of ¢¡ .
• ¢¡ : De geprogrammeerde tracks worden in de
geprogrammeerde volgorde weergegeven.
• 41 : De geprogrammeerde tracks worden in
omgekeerde volgorde weergegeven.
Het programma wijzigen
U kunt voordat u het afspelen start, de track die u als laatste
hebt geprogrammeerd wissen door op de toets CANCEL te
drukken.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de track die
als laatste is geprogrammeerd uit het programma
verwijderd.
• Als u voor of na het afspelen op MD-deck B op de toets
met de markering 0 drukt, wordt het hele programma
gewist.
• Als u tijdens het afspelen op MD-deck B op de toets met
de markering 0 drukt, worden de tracks die nog niet zijn
afgespeeld uit het programma verwijderd.
Als u tracks aan het programma wilt toevoegen voordat
u met afspelen begint, hoeft u alleen maar de nummers
van de tracks op te geven die u aan het programma wilt
toevoegen.
Als u probeert om een 33e track te programmeren
De vermelding “MD FULL” verschijnt op het hoofdvenster van de
display.
5
Programmeer nog andere tracks.
• Als u tracks van dezelfde MD wilt programmeren,
moet u stap 4 herhalen.
• Als u tracks van een andere MD wilt programmeren,
moet u stap 3 en 4 herhalen.
6
Druk op MD-deck B op de toets # / 8 (of op de
toets MD B 6 op de afstandsbediening).
De tracks worden afgespeeld in de volgorde waarin u
deze hebt geprogrammeerd.
U hebt geprobeerd een track te programmeren die niet op de MD
Als uw opgave wordt genegeerd
aanwezig is (bijvoorbeeld wanneer u track 14 selecteert op een
MD met slechts 12 tracks). Dergelijke pogingen worden
genegeerd.
– 27 –
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
— Random Play
Het is mogelijk om de tracks van de MD’s in de lades in
volstrekt willekeurige volgorde af te spelen. Deze manier
van afspelen wordt Random Play genoemd.
Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op het
desbetreffende MD-deck op de toets 7.
Als u de modus voor het in willekeurige volgordeafspelen van tracks wilt verlaten, drukt u voor of na het
afspelen eenmaal of twee maal op de toets PLAY MODE
zodat er een andere afspeelmodus (Continuous Play of
Program Play) wordt geselecteerd.
1
Plaats een MD in de lade.
Als het MD-deck niet de geselecteerde afspeelbron is:
•
Wanneer u MD-deck A gebruikt: Druk op MDdeck A op de toets # / 8 (of op de afstandsbediening
op de toets MD A 6 ) en daarna op de toets 7 van
MD-deck A (of de toets 7 op de afstandsbediening)
alvorens naar de volgende stap te gaan.
Wanneer u MD-deck B gebruikt: Druk op MDdeck B op de toets # / 8 (of op de afstandsbediening
op de toets MD B 6 ) en daarna op de toets 7 van
MD-deck B (of de toets 7 op de afstandsbediening)
alvorens naar de volgende stap te gaan.
2
Druk herhaaldelijk op de toets PLAY MODE tot de
vermelding “MD RANDOM” op het hoofdvenster
van de display wordt weergegeven.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een
andere afspeelmodus geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
MD PROGRAM
Geannuleerd
(normaal afspelen)
(Continuous play)
3
Start het afspelen.
Wanneer u MD-deck A gebruikt: Druk op MD-
•
deck A op de toets # / 8 (of op de toets MD A 6
op de afstandsbediening).
De tracks worden in willekeurige volgorde
afgespeeld. Het afspelen van tracks in willekeurige
volgorde stopt nadat alle tracks één keer ten gehore
zijn gebracht.
– Het afspelen wordt ook beëindigd wanneer u de
MD uit de lade neemt.
Wanneer u MD-deck B gebruikt: Druk op MDdeck B op de toets # / 8 (of op de toets MD B 6
op de afstandsbediening).
De tracks van alle geplaatste MD’s worden in
willekeurige volgorde afgespeeld. Het afspelen van
tracks in willekeurige volgorde stopt nadat alle tracks
één keer ten gehore zijn gebracht.
– MD’s die niet worden afgespeeld kunnen worden
vervangen door andere MD’s (zonder het afspelen
van de spelende MD te onderbreken).
Als u de track die wordt afgespeeld wilt overslaan, moet
u de rechter draaischijf met de wijzers van de klok mee
draaien of op de afstandsbediening op de toets ¢¡
drukken.
• Het is niet mogelijk om terug te keren naar de vorige
track door de rechter draaischijf tegen de wijzers van de
klok in te draaien of op de afstandsbediening op de toets
41 te drukken.
MD RANDOM
Canceled
– 28 –
Tracks of MD’s herhaald afspelen
— Repeat Play
U kunt een MD of meerdere MD’s, een programma, een
track of meerdere tracks zo vaak herhalen als u wilt. Deze
manier van afspelen wordt Repeat Play genoemd.
Als u tracks of MD’s herhaald wilt afspelen, moet u
tijdens of voor het afspelen op de toets REPEAT drukken.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere
modus voor herhaald afspelen geselecteerd en licht de
indicator REPEAT als volgt op:
REPEAT ALLREPEAT 1 MD
Geannuleerd
(normaal afspelen)
(Continuous play)
REPEA T ALL:
Als u deze optie kiest, worden alle tracks op alle
MD’s in MD-deck B herhaald (bij normaal afspelen of
willekeurige afspelen), of worden alle tracks van het
programma herhaald.
REPEAT 1 MD:
• Als u deze optie kiest, worden alle tracks van de
MD in MD-deck A herhaald (bij normaal afspelen
of willekeurige afspelen)
• Als u deze optie kiest, worden alle tracks van een
MD in MD-deck B herhaald (bij normaal afspelen).
REPEAT 1:
Als u deze optie kiest, wordt er één track op één MD
herhaald.
REPEAT MD ALL:
Als u deze optie kiest, worden alle tracks van alle
MD’s in MD-deck A en MD-deck B constant
herhaald.
De vermelding “4MD PLAY” wordt tijdens het
afspelen weergegeven.
*De optie REPEAT ALL kan alleen worden gekozen wanneer
MD-deck B wordt gebruikt.
**Als u op de toets PLAY MODE drukt wanneer u MD-deck B
gebruikt, wordt de optie REPEAT 1 MD geannuleerd.
*** Als u op de toets PLAY MODE drukt, wordt de optie
REPEAT MD ALL geannuleerd.
Als u de modus voor herhaald afspelen van tracks wilt
verlaten, moet u net zo vaak op de toets REPEAT drukken
dat er geen REPEAT-indicator meer op de display brandt.
*
Canceled
De lades vergrendelen — de functie Disc Lock
Met de vergrendelingsfunctie Disc Lock kunt u
voorkomen dat er MD’s of MD’s uit de lades kunnen
worden verwijderd.
Meer informatie over deze functie treft u aan op pagina
22.
**
REPEAT 1
REPEAT MD ALL
***
Nederlands
Opnames maken op MD’s
In deze paragraaf (pagina 30 – 37) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
Nederlands
Afstandsbediening
FM/AM TAPEAUX
A
MD
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
SURROUND SOUND
BASS EX.
FM MODE
SLEEP
TUV WXYZ
PTY SEARCH DISPLAYEON
–
PTY SELECT
VOLUME
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
+10
+
MD TITLE
INPUT
A
B
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
PQRS
789
10 0
B
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
DISPLAY
/CHARA
– 29 –
vervolg
Wat u dient te weten voordat u opnames gaat maken
• Opnames kunnen alleen worden gemaakt op MD-deck B.
• Het is niet toegestaan opnames te maken van materiaal waarop copyright berust of dit materiaal
af te spelen zonder uitdrukkelijke toestemming van degene bij wie het copyright berust.
• Opnames die worden gemaakt op MD’s waarop al enkele opnames staan, worden achter de laatst opgenomen track
geplaatst. Reeds opgenomen tracks worden hierdoor niet gewist of overschreven.
Als u op een dergelijke MD opnames aan het begin van de MD wilt plaatsen, moet u de inhoud van de MD eerst
wissen (zie uitleg over “de functie ALL ERASE” op pagina 43).
• Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. U kunt het volume tijdens het maken van een opname niet regelen
met de knop VOLUME. U kunt tijdens het maken van een opname dus het weergaveniveau van het geluid
aanpassen zonder dat dit van invloed is op het geluidsniveau van de opname.
• Tijdens het maken van een opname kunt u via de luidspreker of hoofdtelefoon naar geluidsmodi luisteren en/of de
basversterking inschakelen. Het geluid wordt echter zonder geluidsmodi opgenomen (zie pagina 12).
Over track-markeringen
Tijdens het afspelen van een MD kunt u naar een andere
track gaan. Dit is mogelijk doordat aan het begin van
elke track een markering is aangebracht. Hierdoor is
elke track gemakkelijk op te sporen. Zo’n markering
wordt een track-markering genoemd. Alles wat zich
tussen twee van zulke markeringen bevindt, wordt een
track genoemd.
• Bij het maken van opnames van een digitale bron
zoals bij de CD-speler en MD-deck A op deze
eenheid, wordt er aan het begin van elke opgenomen
track automatisch een markering aangebracht.
• Bij het maken van opnames van een analoge of
digitale bron waarbij gebruikt wordt gemaakt van
de opnamemethode Standard Recording (zie
pagina 31) of AUX Recording (zie pagina 31) en
bij het maken van een analoge opname waarbij
gebruik wordt gemaakt van dde opnamemethode
Long Recording (zie pagina 37), wordt er geen
markering op de MD aangebracht. Dit betekent dat
MD-deck B bij het afspelen een dergelijke opname
als één track beschouwt (track 1). U kunt binnen deze
track dan niet rechtstreeks een bepaalde passage of
een bepaald lied selecteren.
MD-deck B beschouwt een pauze van drie seconden
of meer als een scheiding tussen twee tracks. MDdeck B zal in dergelijke gevallen automatisch een
track-markering aanbrengen.
Als u tijdens het maken van een opname
handmatig een track-markering wilt aanbrengen,
moet u op de plaats waar u de markering wilt hebben
op de toets SET drukken.
• Als u na het maken van een opname track-markeringen wilt aanbrengen, moet u gebruik
maken van de functie DIVIDE (zie pagina 40).
Voorkomen dat u belangrijke opnames per ongeluk
wist
Op MD’s die geschikt zijn voor het maken van opnames
bevindt zich een wispreventielipje waarmee u belangrijke
opnames kunt beveiligen. Schuif het lipje na het maken van
een opname of edit-bewerking open om te voorkomen dat
de opname per ongeluk kan worden gewist. U kunt dan
geen nieuwe opnames meer maken of opnames bewerken.
(Als u dit toch probeert, verschijnt de melding “DISC
PROTECTED” op het hoofdvenster van de display). Als u
nieuwe opnames op de MD wilt maken, opnames wilt
bewerken, of de MD wilt wissen, moet u het
wispreventielipje weer sluiten.
wispreventielipje
Het maken en
bewerken van
opnames is mogelijk
Als de vermelding “PLA Y BACK” op het
hoofdvenster van de display verschijnt wanneer u
een opname op een MD probeert te maken
Deze MD is alleen geschikt om af te spelen en niet om opnames op
te maken.
Deze MD is beveiligd: het
maken en bewerken van
opnames is niet mogelijk
Nederlands
– 30 –
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat deze
is voorbereid op de bediening van het MD-gedeelte van
deze eenheid.
• Als u op de afstandsbediening op toets MD 1, MD 2,
MD 3, of MD A 6 of MD B 6 drukt, is de
afstandsbediening voorbereid op de bediening van het
MD-gedeelte van de eenheid.
Opnames maken van FM/AM (MG/LG)uitzendingen en cassettes
— Standard Recording
Het is mogelijk opnames te maken van FM- en AMuitzendingen (MG/LG) en van geluid van apparatuur dat
aan de achterkant van de eenheid op de ingang TAPE is
aangesloten. Deze manier van opnemen staat bekend als
Standard Recording.
1
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
2
Druk op de toets FM/AM en stem af op de zender
van uw keuze als u een opname van een FM- of AMstation wilt maken.
• Zie de paragraaf “Afstemmen op een station” op
pagina 14.
Druk op de toets TAPE als u een opname van een
cassette in het cassettedeck wilt overnemen op de in
de MD-lade geplaatste MD.
Nederlands
3
Druk op de eenheid op de toets REC PAUSE (of op
de afstandsbediening op de toets MD REC PAUSE).
Het lampje REC PAUSE en de MD-nummerlampjes
van de lades waarin een MD is geplaatst beginnen rood
te knipperen op de eenheid.
4
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin u de MD
hebt geplaatst.
Alleen het geselecteerde MD-nummerlampje begint te
knipperen.
5
Als u een opname van een cassette in het
cassettedeck wilt maken, moet u nu de cassette
afspelen.
• Raadpleeg de handleiding die bij het cassettedeck
werd meegeleverd.
6
Druk op MD-deck B op de toets # / 8 (of op de toets
MD B 6 op de afstandsbediening).
Het lampje REC PAUSE en het MD-nummerlampje
stoppen met knipperen en blijven nu branden. De
opname begint.
Als u het opnemen wilt beëindigen, drukt u op de toets 7
voor MD-deck B.
Als u het opnemen tijdelijk wilt onderbreken, drukt u
nogmaals op de toets REC PAUSE (of de toets MD REC
P AUSE op de afstandsbediening).
Om het opnemen te hervatten, moet u nogmaals op MDdeck B op de toets # / 8 (of op de toets MD B 6 op de
afstandsbediening) drukken.
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 van MD-deck B.
Nagaan wat de resterende tijd is
Druk tijdens het maken van de opname op de toets
DISPLAY/CHARA.
De resterende opnametijd van de MD wordt kort
weergegeven.
Over de MD-nummerlampjes (MD 1, MD 2 en
• Het lampje licht rood op tijdens het maken van een opname.
• Het lampje knippert wanneer het maken van een opname wordt
MD3) tijdens het maken van opnames
onderbroken.
Opnames maken van een ander apparaat
(AUX) — AUX Recording
Van het apparaat dat op de ingang AUX is aangesloten
kunnen zowel digitale als analoge opnames worden
gemaakt. Deze manier van opnemen wordt AUX Recording
genoemd.
Voor het maken van digitale opnames zijn de
onderstaande aansluitingen vereist:
• Tussen de optische digitale uitgang op het externe
apparaat en de ingang AUX DIGITAL IN OPTICAL
op de eenheid. Gebruik hiervoor een optische
digitale kabel (niet meegeleverd).
• Tussen de geluidsuitgangen van het externe apparaat
en de ingang AUX op de eenheid. Gebruik hiervoor
een geluidskabel (niet meegeleverd). Als u geen
geluidskabel aansluit, kunt u het geluid van de
afspeelbron tijdens het maken van de opname niet
beluisteren.
1
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
2
Druk eenmaal op de toets AUX.
3
Druk op de eenheid op de toets REC PAUSE (of op
de afstandsbediening op de toets MD REC PAUSE).
Het lampje REC PAUSE en de MD-nummerlampjes
van de lades waarin een MD is geplaatst beginnen rood
te knipperen op de eenheid.
4
Druk nogmaals op de toets AUX.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u
heen en weer tussen digitale en analoge invoer.
ANALOG IN:
Hiermee wordt het maken van analoge opnames
mogelijk, wanneer er een geluidskabel is
aangesloten op de ingang AUX.
– 31 –
vervolg
DIGITAL IN:
Hiermee wordt het maken van digitale opnames
mogelijk, wanneer er een optische digitale kabel is
aangesloten op de ingang AUX DIGITAL IN
OPTICAL. Dankzij een sampling rate converter die
in deze eenheid is ingebouwd kunt u opnames
maken van een digitaal apparaat waarvan de
sampling-frequentie 32 kHz, 44,1 kHz of 48 kHz is.
5
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD2 of MD3)
die hoort bij de MD-lade waarin u de MD hebt
geplaatst.
Alleen het geselecteerde MD-nummerlampje begint te
knipperen.
6
Start het afspelen van het externe apparaat.
• Raadpleeg de handleiding die bij dit apparaat werd
meegeleverd.
7
Druk op MD-deck B op de toets # / 8 (of op de toets
MD B 6 op de afstandsbediening).
Het lampje REC PAUSE en het MD-nummerlampje
stoppen met knipperen en blijven nu branden. De
opname begint.
Als u het opnemen wilt beëindigen, drukt u op de toets 7
voor MD-deck B.
Als u het opnemen tijdelijk wilt onderbreken, drukt u
nogmaals op de toets REC PAUSE (of de toets MD REC
P AUSE op de afstandsbediening).
Om het opnemen te hervatten, moet u nogmaals op de toets
# / 8 op MD-deck B (of op de toets MD B 6 op de
afstandsbediening) drukken.
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 voor MD-deck B.
• Long Recording — Met deze methode (één lange
opname maken) kunt u bijvoorbeeld van een lang
radioprogramma, zoals een marathonuitzending, of een
andere lange afspeelbron één continue opname op 3
MD’s maken.
Als u met behulp van een van de hierboven genoemde
methoden een opname van een CD maakt, kunt u
ondertussen luisteren naar MD-deck A, het
cassettedeck of het externe apparaat dat op de ingang
AUX is aangesloten. Draai aan de linker draaischijf
wanneer deze langzaam knippert om een andere
afspeelbron te selecteren. U kunt deze draaischijf nu
niet gebruiken om MD-deck A mee te bedienen.
Synchrone opnames maken
— Synchronized Recording
Dit is de meeste eenvoudige manier om CD’s en MD’s op
MD op te nemen.
Synchrone opnames maken van MD naar MD
Het is mogelijk om in MD-deck A een MD af te spelen en
deze op te nemen op een MD in MD-deck B.
• Met de onderstaande methode zijn alleen analoge
opnames mogelijk.
• Voordat de opname begint, kunt u:
– de instellingen annuleren door op de toets REC
MODE te drukken.
– terug gaan naar de vorige stappen door op de toets
CANCEL te drukken.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de MD met de track(s) die u op een andere
MD wilt opnemen in de lade van MD-deck A.
Nederlands
Verschillende opnamefuncties
Deze eenheid kent 5 verschillende en uiterst handige
opnamemogelijkheden. Van alle methoden kan alleen de
methode Long Recording op elke afspeelbron worden
toegepast; de andere methoden kunnen alleen óf bij CD’s,
óf bij MD’s worden toegepast.
• Synchronized Recording — Met deze methode
(synchrone opnames maken) neemt u een hele CD, MD
of een door u zelf samengesteld programma op MD op.
• First T rack Recording — Met deze methode neemt u
alleen de eerste track van elke CD op MD op.
• Triple Recording — Met deze methode neemt u 3 CD’s
over op 3 MD’s.
• Listening Edit Recording — Met deze methode
(opnemen na beluisteren en bewerken) kunt u een
programma samenstellen door een CD of MD te
beluisteren en keuzes te maken.
2
3
4
5
– 32 –
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
Druk op de toets REC MODE.
De vermelding “MD 3 MD REC?” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Het lampje MD 3 MD gaat branden.
Druk op de toets SET.
Draai aan de linker draaischijf om de MD te
selecteren waarop u de opname wilt maken.
Een voorbeeld: MD 1 is geselecteerd.
6
Druk op de toets START (ENTER).
De opname gaat van start en de volgende informatie
verschijnt op het hoofdvenster van de display .
4
Draai aan de linker draaischijf tot de vermelding
“CD 3 MD REC?” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
Resterende tijd van de
track in MD-deck A
Na de opname stoppen beide MD-decks.
• Wanneer u de opname op een lege MD maakt, wordt
de MD-titel van de MD in MD-deck A automatisch
door de nieuwe MD overgenomen (maximaal 64
tekens).
• Voorafgaande aan elke op te nemen track wordt op de
MD in MD-deck B een kleine stilte opgenomen.
Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op de toets 7
voor MD-deck A of MD-deck B.
Als u de MD’s wilt verwijderen, drukt u op de toets met
de markering 0 voor MD-deck A en MD-deck B.
Nagaan wat er wordt opgenomen
Druk tijdens het opnemen op de toets DISPLAY/CHARA.
De volgende informatie verschijnt korte tijd op de display:
• Het tracknummer van de MD in MD-deck A.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
Nederlands
Synchrone opnames maken van CD naar MD
Het is mogelijk om een track van een CD af te spelen en
deze op te nemen op een MD in MD-deck B.
• Voordat de opname begint, kunt u:
– de instellingen annuleren door op de toets REC
MODE te drukken.
– terug gaan naar de vorige stappen door op de toets
CANCEL te drukken.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats een CD in de CD-speler.
• U kunt nu desgewenst een programma samenstellen
(zie pagina 21).
2
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
3
Druk op de toets REC MODE.
De vermelding “MD 3 MD REC?” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Het lampje MD 3 MD gaat branden.
• Annuleer deze instelling, door in stap 4 en 6
hieronder op de toets REC MODE te drukken. Elke
keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
opnamemodus in- of uitgeschakeld.
Resterende tijd op de
MD in MD-deck B
5
Druk op de toets SET.
6
Draai aan de linker draaischijf om de juiste CD-lade
en de juiste MD-lade te selecteren.
Een voorbeeld: CD 2 en MD 3 zijn geselecteerd.
7
Druk op de toets START (ENTER).
De opname gaat van start en de volgende informatie
verschijnt op het hoofdvenster van de display.
Resterende tijd van de
track in de CD-speler
Na de opname stoppen de CD-speler en MD-deck B.
Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op de toets 7 op
de CD-speler of MD-deck B.
Als u de CD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 naast de bijbehorende CD-nummertoets.
• Als u de CD die wordt afgespeeld uit de CD-speler
neemt, wordt de opname beëindigd.
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 op MD-deck B.
• Als u tijdens de opname op deze toets drukt, gaat de
MD-lade niet open.
Nagaan wat er wordt opgenomen
Druk tijdens het opnemen op de toets DISPLAY/CHARA.
De volgende informatie verschijnt korte tijd op de display:
• Het tracknummer van de CD in de CD-speler.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
Resterende tijd op de
MD in MD-deck B
– 33 –
Eén enkele track opnemen terwijl u een CD of MD
aan het beluisteren bent – Single Track Recording
Druk op de toets START (ENTER) terwijl u de track
afspeelt die u wilt opnemen.
Het afspelen van die track wordt gestopt. De track wordt
weer vanaf het begin af aan afgespeeld. Nu loopt MDdeck B echter mee en wordt de track op de geselecteerde
MD in MD-deck B opgenomen.
Eerste tracks opnemen — First Track Recording
Met de functie is het mogelijk om van elke CD de eerste
track op een MD op te nemen. Zo kunt u dus op een MD
een compilatie maken van de beste tracks die u op uw CD’s
hebt staan.
• Voordat de opname begint, kunt u:
– de instellingen annuleren door op de toets REC
MODE te drukken.
– terug gaan naar de vorige stappen door op de toets
CANCEL te drukken.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de CD’s in de lades.
• Zorg er altijd voor dat er een CD in de CD-lade 1 is
geplaatst, anders werkt deze functie niet.
2
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
3
Druk op de toets REC MODE.
De vermelding “MD 3 MD REC?” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Het lampje MD 3 MD gaat branden.
4
Draai aan de linker draaischijf tot de vermelding
“1ST TRACK REC?” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
Het lampje 1ST TRACK en het lampje CD 3 MD goat
branden.
vervolg
6
Draai aan de linker draaischijf om de juiste MDlade te selecteren.
Een voorbeeld: Als u de tracks op MD 3 wilt opnemen.
7
Druk op de toets START (ENTER).
De opname gaat van start.
Resterende tijd van de
track in de CD-speler
Nadat de eerste track van de CD in CD-lade 1 op MD is
opgenomen, wordt de eerste track van de CD in CDlade 2 opgenomen.
8
Vervang de CD’s door andere CD’s als u nog andere
eerste tracks op MD wilt overnemen.
De opname wordt voorgezet tot alle eerste tracks op
MD zijn overgenomen.
Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op de toets 7
voor de CD-speler of MD-deck B.
Als u een CD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 naast de bijbehorende CD-nummertoets.
• Als u de CD verwijdert waarvan op dat moment een
track wordt opgenomen, wordt de opname gestaakt.
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 op MD-deck B.
• Als u tijdens de opname op deze toets drukt, gaat de
MD-lade niet open.
Nagaan wat er wordt opgenomen
Druk tijdens het opnemen op de toets DISPLAY/CHARA.
De volgende informatie verschijnt korte tijd op de display:
• Het tracknummer van de CD in de CD-speler.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
Resterende tijd op de
MD in MD-deck B
Nederlands
5
Druk op de toets SET.
– 34 –
Opnemen na beluisteren en bewerken
— Listening Edit Recording
Het is mogelijk om zelf een programma samen te stellen
van tracks op een of meerdere CD’s (maximaal 3) of een
MD in MD-deck A die u op een MD wilt overnemen. U
kunt het programma als u wilt beluisteren, er wijzigingen in
aanbrengen en daarna besluiten of u het op MD wilt opnemen.
• Er kunnen op deze manier maximaal 32 tracks worden
geprogrammeerd.
• Voordat de opname begint, kunt u:
– de instellingen annuleren door op de toets REC
MODE te drukken.
– terug gaan naar de vorige stappen door op de toets
CANCEL te drukken.
ALLEEN op de eenheid:
1
Bereid een CD, meerdere CD’s of een MD voor op
het maken van opnames.
Wanneer u van een CD wilt opnemen:
•
Zorg er altijd voor dat er een CD in de CD-lade 1 is
geplaatst, anders werkt deze functie niet.
Wanneer u van een MD wilt opnemen:
•
Zorg dat er een MD is geplaatst in de lade van MDdeck A.
2
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
3
Nederlands
Druk op de toets REC MODE.
De vermelding “MD 3 MD REC?” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Het lampje MD 3 MD gaat branden.
4
Draai aan de linker draaischijf tot de vermelding
“LISTENING?” op het hoofdvenster van de display
verschijnt en het juiste opnamelampje op de eenheid
gaat branden (Het lampje CD 3 MD of het lampje
MD 3 MD).
Wanneer u van een CD wilt opnemen:
•
Kies voor het lampje LISTENING EDIT en het
lampje CD 3 MD.
Wanneer u van een MD wilt opnemen:
•
Kies voor het lampje LISTENING EDIT en het
lampje MD 3 MD.
5
Druk op de toets SET.
Een voorbeeld: De CD-speler is als afspeelbron
geselecteerd.
6
Draai aan de linker draaischijf om de MD-lade te
selecteren waarin zich de MD bevindt waarop de
opname moet worden gemaakt.
Een voorbeeld: Als u tracks op MD 3 wilt opnemen.
7
Druk op de toets SET.
Het afspelen gaat van start.
• Als u de CD-speler als afspeelbron hebt geselecteerd,
begint het afspelen bij CD-lade 1 en gaat door naar
CD-lade 2 of CD-lade 3, afhankelijk van de vraag of
er 2 of 3 CD’s zijn geplaatst.
Resterende tijd van de
track in de CD-speler
8
Bepaal of u de track die u hoort, deel wilt laten
uitmaken van het programma of dat u de track wilt
overslaan.
• Als u de track die u beluistert deel wilt laten
uitmaken van het programma, drukt u nogmaals op
de toets SET.
De huidige track wordt aan het programma
toegevoegd (de vermelding “MEMORY” verschijnt
korte tijd op de display) en de volgende track begint
te spelen. (Als de laatste track van een CD wordt
geprogrammeerd, begint automatisch de eerste track
van de volgende CD te spelen.)
• Als u de track die u beluistert wilt overslaan, drukt
u op de toets CANCEL of draait u de rechter
draaischijf met de wijzers van de klok mee.
De track wordt dan niet aan het programma
toegevoegd en de volgende track wordt ten gehore
gebracht.
Als u niet op een van de genoemde toetsen drukt of aan
de rechter draaischijf draait, blijft de eenheid dezelfde
track keer op keer afspelen.
9
Herhaal stap 8 voor elke track die u aan het
programma wilt toevoegen.
Als u alle CD’s hebt beluisterd of als er geen opnametijd
meer over is op de MD, gaat het opnemen automatisch van
start.
• Als de resterende opnametijd op de MD te krap is, zal
MD-deck B op zoek gaan naar een track die nog wel op
de MD past. Als u de gevonden track daadwerkelijk deel
wilt laten uitmaken van het programma, hoeft u alleen
maar op de toets SET te drukken. Als u een andere track
wilt zoeken, drukt u op de toets CANCEL.
Als u op enigerlei moment het beluisteren van tracks
wilt beëindigen en met opnemen wilt beginnen, drukt u
op de toets START (ENTER).
Resterende tijd op de
MD in MD-deck B
– 35 –
vervolg
Als u het opnemen wilt stoppen:
Wanneer u van een CD opneemt: Druk op de CD-speler of
MD-deck B op de toets met de markering 7.
Wanneer u van een MD opneemt: Druk op MD-deck A of B
op de toets met de markering 7.
Als u de CD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 naast de desbetreffende CD-nummertoets.
• Als u een CD tijdens het uitvoeren van een bewerking
verwijdert, wordt de bewerking geannuleerd.
• Als u een CD tijdens het maken van een opname
verwijdert, wordt de opname beëindigd.
Als u de MD in MD-deck A wilt verwijderen, drukt u op
MD-deck A op de toets met de markering 0.
• Als u de MD tijdens het uitvoeren van een bewerking
verwijdert, wordt de bewerking geannuleerd.
• Als u de MD tijdens het maken van een opname
verwijdert, wordt de opname beëindigd.
Als u de MD in MD-deck B wilt verwijderen, drukt u op
MD-deck B op de toets met de markering 0.
• Als u tijdens de opname op deze toets drukt, gaat de
MD-lade niet open.
Nagaan wat er wordt opgenomen
Druk tijdens het opnemen op de toets DISPLAY/CHARA.
De volgende informatie verschijnt korte tijd op de display:
• Het tracknummer van de CD in de CD-speler of MD in
MD-deck A.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
Drievoudig opnemen — Triple Recording
Met deze methode kunt u drie CD’s opnemen op 3 MD’s.
• Voordat de opname begint, kunt u:
– de instellingen annuleren door op de toets REC
MODE te drukken.
– terug gaan naar de vorige stappen door op de toets
CANCEL te drukken.
ALLEEN op de eenheid:
1
Bereid de CD’s voor op het maken van de opname.
• Zorg er altijd voor dat er een CD in de CD-lade 1 is
geplaatst, anders werkt deze functie niet.
• Gebruik CD-lades 1 en 2 als u twee CD’s wilt
overnemen op 2 MD’s.
3
Druk op de toets REC MODE.
De vermelding “MD 3 MD REC?” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Het lampje MD 3 MD gaat branden.
4
Draai aan de linker draaischijf tot de vermelding
“TRIPLE REC?” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
Het lampje TRIPLE REC en het lampje CD 3 MD
gaan branden.
5
Druk op de toets START (ENTER).
De opname gaat van start en de tracks van CD 1
worden opgenomen op MD 1, die van CD 2 op MD 2
en die van CD 3 op MD 3. (Als er geen CD in CD-lade
2 of geen MD in MD-lade 2 is geplaatst, stopt de
opname nadat CD 1 op MD 1 is opgenomen.)
Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op de toets 7
voor de CD-speler of MD-deck B.
Als u een CD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 naast de bijbehorende CD-nummertoets.
• Als u de CD verwijdert waarvan op dat moment een
track wordt opgenomen, wordt de opname gestaakt.
Als u de MD wilt verwijderen, drukt u op de toets met de
markering 0 voor MD-deck B.
• Als u tijdens de opname op deze toets drukt, gaat de
MD-lade niet open.
Nagaan wat er wordt opgenomen
Druk tijdens het opnemen op de toets DISPLAY/CHARA.
De volgende informatie verschijnt korte tijd op de display:
• Het tracknummer van de CD in de CD-speler.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
Nederlands
2
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
• Zorg er altijd voor dat er een MD in de MD-lade 1 is
geplaatst, anders werkt deze functie niet.
• Gebruik MD-lades 1 en 2 als u twee CD’s wilt
overnemen op 2 MD’s.
– 36 –
Lange opnames maken — Long Recording
Met deze methode is het mogelijk om een lange opname te
maken van één afspeelbron (bijvoorbeeld een
marathonuitzending op de radio of 3 CD’s) en deze over
drie MD’s te verdelen.
• Bij deze methode worden MD’s altijd in stereo
opgenomen.
• Voordat de opname begint, kunt u:
– de instellingen annuleren door op de toets REC
MODE te drukken.
– terug gaan naar de vorige stappen door op de toets
CANCEL te drukken.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats een MD waarop opnames kunnen worden
gemaakt in een van de lades van MD-deck B.
• Zorg er altijd voor dat er een MD in de MD-lade 1 is
geplaatst, anders werkt deze functie niet.
• Gebruik MD-lades 1 en 2 als u de lange opname op
slechts 2 MD’s wilt maken.
2
Bereid de afspeelbron voor waarvan u een opname
wilt maken.
Wanneer u een opname vanaf CD wilt maken:
•
– Zorg er altijd voor dat er een CD in de CD-lade 1
is geplaatst, anders werkt deze functie niet.
– Selecteer de eerste CD die moet worden
afgespeeld door op de desbetreffende CD-
Nederlands
3
4
5
nummertoets te drukken en daarna op de toets 7
op de CD-speler te drukken.
Wanneer u een opname van een FM- of AM-station
•
(MG/LG) vanaf de tuner wilt maken:
Stem af op het station van uw keuze. Zie de paragraaf
“Afstemmen op een station” op pagina 14.
Wanneer u een opname vanaf een extern apparaat
•
wilt maken:
Start het afspelen op het apparaat.
Druk op de toets REC MODE.
De vermelding “MD 3 MD REC?” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Het lampje MD 3 MD gaat branden.
Draai aan de linker draaischijf tot de vermelding
“LONG REC?” op het hoofdvenster van de display
verschijnt.
Het lampje LONG REC gaat branden.
Druk op de toets SET.
6
Draai aan de linker draaischijf om de afspeelbron en
de opnamebron te selecteren.
Een voorbeeld: Er wordt een uitzending van
een FM-station opgenomen op MD 1.
• Als u “CD” als afspeelbron selecteert, licht ook het
lampje CD 3 MD op.
7
Druk op de toets START (ENTER).
De opname gaat van start op respectievelijk MD 1, MD
2 en MD 3.
Wanneer u een opname vanaf CD maakt:
•
De geselecteerde CD begint te spelen.
De resterende speelduur van de track en de resterende
opnametijd op de MD worden op het hoofdvenster
van de display weergegeven.
Wanneer u een opname van een FM- of AM-station
•
(MG/LG) maakt:
De frequentie van het station wordt op het
hoofdvenster van de display weergegeven.
Wanneer u een opname van een ander apparaat
•
(AUX/TAPE) maakt:
De vermelding “AUX” of “T APE” verschijnt op het
hoofdvenster van de display.
Nadat de opname op MD 3 is voltooid, stopt de
opname automatisch. (Als er geen MD in MD-lade 2 is
geplaatst of als er te weinig opnametijd op MD 2
beschikbaar is, stopt de opname al na MD 1).
Als u het opnemen wilt stoppen:
Wanneer u een opname vanaf CD maakt: Druk op de toets
7 voor de CD-speler of MD-deck B.
Wanneer u een opname vanaf een andere afspeelbron
maakt: Druk op de toets 7 voor MD-deck B.
Als u de MD’s wilt verwijderen, drukt u op de toets met
de markering 0 voor MD-deck B.
• Als u tijdens de opname op deze toets drukt, gaat de
MD-lade niet open.
Nagaan wat er wordt opgenomen
Druk tijdens het opnemen op de toets DISPLAY/CHARA.
De volgende informatie verschijnt korte tijd op de display:
Wanneer u een opname vanaf CD maakt:
• Het tracknummer van de CD in de CD-speler.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
Wanneer u een opname vanaf een andere afspeelbron
maakt:
• De naam van de afspeelbron.
• Het nummer van de track die op de MD in MD-deck B
wordt opgenomen.
– 37 –
MD’s bewerken
vervolg
In deze paragraaf (pagina 39 – 43) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
MD
Het is niet mogelijk om MD’s te bewerken met behulp van
de afstandsbediening. Gebruik hiervoor alleen de toetsen
en bedieningselementen op de eenheid zelf.
Nederlands
– 38 –
Inleiding in de edit-functies voor MD’s
Een MD met opnames kan op verschillende manieren worden bewerkt. Tot de mogelijkheden behoren het opsplitsen van één
track in twee tracks, het samenvoegen van twee tracks tot één track, het verplaatsen van een track, het verwijderen van één
enkele track en het verwijderen van alle tracks op de MD. Sommige edit-functies kunnen gecombineerd worden gebruikt.
• Tracks kunnen alleen worden bewerkt wanneer de desbetreffende MD in MD-deck B is geplaatst.
Een track opsplitsen (de functie DIVIDE): pagina 40
Met deze functie kunt u een track opsplitsen door op een
gewenst punt een track-markering aan te brengen, zodat u
dat punt later gemakkelijk kunt terugvinden.
2e
3e4e
2e
3e4e
CD
B
5e
E
Nadat track B
is opgesplitst
1e
BCDAE
1e
A
Twee tracks samenvoegen (de functie JOIN): pagina 41
Met deze functie kunt u twee aangrenzende tracks
samenvoegen tot een enkele track door een trackmarkering te verwijderen.
2e
Nadat track B
is samengevoegd
Nederlands
1e
A
1e
B
BA
3e4e5e
CDE
2e
3e4e
CDE
Een track verplaatsen (de functie MOVE): pagina 41
Met deze functie kunt u een track verplaatsen door de
volgorde van de tracknummers te wijzigen.
2e
Nadat track B
is verplaatst
1e
A
1e
A
CDE
B
2e
3e4e5e
CDE
3e4e5e
B
tracknummer
tracknummer
tracknummer
Alle tracks wissen (de functie ALL ERASE): pagina 43
Met deze functie worden alle gegevens die op de MD
staan in één keer gewist.
2e
Nadat alles
is gewist
1e
A
B
3e4e5e
CDE
tracknummer
Een gedeelte van een track wissen
Door de functies DIVIDE, ERASE en JOIN met elkaar te
combineren, is het mogelijk om slechts een deel van een
track te wissen.
1e
A
Track A wordt opgesplitst
in drie tracks
1e
A
a
Track wordt
b
gewist
1e
A
ac
a
Track en track
worden samengevoegd
c
1e
A
ac
Gedeelte dat u wilt verwijderen
2e
3e
A
A
c
b
3e
2e
A
B
A
2e
B
2e
BC
4e
B
4e
C
3e
C
3e
track-nummer
5e
C
track-nummer
track-nummer
Een track wissen (de functie ERASE): pagina 42
Met deze functie kunt u een geselecteerde track
verwijderen. Nadat de track is verwijderd, wordt de
nummering van alle daarop volgende tracks automatisch
naar beneden aangepast.
2e
Nadat track B
is gewist
1e
A
1e
A
3e4e5e
CDE
B
2e
3e4e
CDE
tracknummer
Als de vermelding “PLA Y BACK” of “DISC
PROTECTED” verschijnt wanneer u een MD
probeert te bewerken
Dergelijke MD’s kunnen niet worden bewerkt. Zie pagina 57.
Het is ook mogelijk titels aan MD’s en/of tracks
toe te kennen (zie pagina 44).
Aan een track of een MD kan een titel worden toegekend.
Toegekende titels worden op de display weer gegeven. Elke titel
kan uit maximaal 64 tekens bestaan. Deze kunnen in
hoofdletters of kleine letters worden ingevoerd. Het is ook
mogelijk symbolen en cijfers in te voeren.
– 39 –
vervolg
De functie DIVIDE
Met deze functie kunt u van één track twee afzonderlijke
tracks maken. Deze functie is met name handig wanneer u
op een bepaald punt in een opname een track-markering
wilt aanbrengen of als u een opname wilt opsplitsen in twee
of meer tracks.
• Als u de bewerking tussentijds wilt beëindigen, drukt u
op de toets MD EDIT.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een lade van MD-deck B.
2
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt die u wilt bewerken.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
3
Druk op de toets MD EDIT.
MD-deck B schakelt over op de bewerkingsmodus. De
functie DIVIDE is al geselecteerd.
4
Druk op de toets SET.
De informatie van de eerste track (of de huidige track,
als de MD nu wordt afgespeeld) verschijnt op de
display.
7
Draai aan de linker draaischijf om het geselecteerde
punt nauwkeuriger te bepalen.
• U kunt het punt ±128 posities verplaatsen. Deze 128
posities komen overeen met ongeveer 8 seconden aan
geluid ten opzichte van het oorspronkelijk
geselecteerde punt (“Position 0”).
Zodra u stopt met draaien aan de linker draaischijf
herhaalt de eenheid de passage na het nieuwe punt
dat u hebt geselecteerd.
• Ga als u tevreden bent met het punt dat u hebt
geselecteerd, verder naar de volgende stap.
• Druk als u niet tevreden bent met het punt dat u hebt
geselecteerd, op de toets CANCEL.
8
Druk op de toets ENTER (START) om de
bewerking te voltooien.
9
Druk op MD-deck B op de toets met de markering
0 om de MD uit de lade te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
Nederlands
5
Draai aan de rechter draaischijf om de track te
selecteren die u in tweeën wilt splitsen.
De geselecteerde track wordt afgespeeld.
Een voorbeeld: Wat u ziet als u tracknummer 5 wilt
opsplitsen.
• Als u niet aan de rechter draaischijf draait, wordt
dezelfde track keer op keer opnieuw afgespeeld.
• Met de linker draaischijf kunt u het punt opzoeken
waar u de track in tweeën wilt splitsen.
6
Druk op de toets SET als u het punt hebt gevonden
waar u de track wilt opsplitsen.
MD-deck B herhaalt het geselecteerde punt. U hoort de
3 seconden die volgen op het punt dat u hebt
geselecteerd.
• Als u tevreden bent met het punt dat u hebt
geselecteerd, gaat u verder naar stap 8.
• Als u niet tevreden bent met het punt dat u hebt
geselecteerd, gaat u door naar de volgende stap.
Als u de opgesplitste tracks weer wilt samenvoegen,
moet u de functie JOIN toepassen.
– 40 –
De functie JOIN
Met deze functie kunt u twee tracks die aan elkaar grenzen
met elkaar verenigen.
• Als u de bewerking tussentijds wilt beëindigen, drukt u
op de toets MD EDIT.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een lade van MD-deck B.
2
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt die u wilt bewerken.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
3
Druk op de toets MD EDIT.
MD-deck B schakelt over op de bewerkingsmodus. De
functie DIVIDE is al geselecteerd.
4
Draai aan de rechter draaischijf tot de vermelding
“JOIN ?” verschijnt.
Nederlands
5
Druk op de toets SET.
8
Druk op de toets ENTER (START) om de
bewerking te voltooien.
9
Druk op de toets met de markering 0 om de MD
uit MD-deck B te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
Als u de samengevoegde tracks weer wilt opsplitsen,
moet u de functie DIVIDE uitvoeren.
De functie MOVE
Met deze functie kunt u een track verplaatsen naar een
andere positie op dezelfde MD. U kunt de volgorde van de
tracks op een MD op deze manier naar eigen inzicht
wijzigen als u dat wilt.
• Als u de bewerking tussentijds wilt beëindigen, drukt u
op de toets MD EDIT.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een lade van MD-deck B.
6
Draai aan de rechter draaischijf om de twee
aangrenzende tracks te selecteren die u wilt
samenvoegen.
Een voorbeeld: Als u track 4 en 5 tot één
track wilt samenvoegen.
7
Druk op de toets SET.
• Als u de verkeerde tracks hebt geselecteerd, drukt u
op de toets CANCEL en selecteert u vervolgens de
juiste tracks met behulp van de rechter draaischijf.
2
3
4
5
– 41 –
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt die u wilt bewerken.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
Druk op de toets MD EDIT.
MD-deck B schakelt over op de bewerkingsmodus. (De
functie DIVIDE is al geselecteerd).
Draai aan de rechter draaischijf tot de vermelding
“MOVE ?” verschijnt.
Druk op de toets SET.
vervolg
6
Draai aan de rechter draaischijf om de track te
selecteren die u wilt verplaatsen.
Een voorbeeld: Als u track 5 wilt verplaatsen.
7
Druk op de toets SET.
• Als u de verkeerde track hebt geselecteerd, drukt u op
de toets CANCEL en selecteert u vervolgens de juiste
track.
8
Draai aan de rechter draaischijf om de positie te
kiezen waar u de track naartoe wilt verplaatsen.
Een voorbeeld: Wat u ziet als u track 5 naar de positie
van track 3 wilt verplaatsen.
9
Druk op de toets SET.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een lade van MD-deck B.
2
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD 3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt die u wilt bewerken.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
3
Druk op de toets MD EDIT.
MD-deck B schakelt over op de bewerkingsmodus. (De
functie DIVIDE is al geselecteerd).
4
Draai aan de rechter draaischijf tot de vermelding
“ERASE ?” verschijnt.
5
Druk op de toets SET.
• Als u de verkeerde tracks hebt geselecteerd, drukt u
op de toets CANCEL en selecteert u vervolgens de
juiste tracks door de procedure vanaf stap 6 te
herhalen.
10
Druk op de toets ENTER (START) om de
bewerking te voltooien.
11
Druk op MD-deck B op de toets met de markering
0 om de MD uit te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
De functie ERASE
Met deze functie kunt u een track wissen die u niet meer
nodig hebt.
• Als u de bewerking tussentijds wilt beëindigen, drukt u
op de toets MD EDIT.
6
Draai aan de rechter draaischijf om de track te
selecteren die u wilt wissen.
Een voorbeeld: Als u track 4 wilt wissen.
7
Druk op de toets SET.
• Als u de verkeerde track hebt geselecteerd, drukt u op
de toets CANCEL en selecteert u vervolgens de juiste
track.
8
Druk op de toets ENTER (START) om de
bewerking te voltooien.
9
Druk op MD-deck B op de toets met de markering
0 om de MD uit te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
Nederlands
– 42 –
De functie ALL ERASE
Met deze functie kunt u alle tracks op een MD wissen.
• Als u de bewerking tussentijds wilt beëindigen, drukt u
op de toets MD EDIT.
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een lade van MD-deck B.
2
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt die u wilt bewerken.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
3
Druk op de toets MD EDIT.
MD-deck B schakelt over op de bewerkingsmodus. (De
functie DIVIDE is al geselecteerd).
4
Draai aan de rechter draaischijf tot de vermelding
“ALL ERASE ?” verschijnt.
Nederlands
5
Druk op de toets SET.
6
Druk op de toets ENTER (START) om de
bewerking te voltooien.
7
Druk op MD-deck B op de toets met de markering
0 om de MD uit te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
– 43 –
Titel aan MD’s toekennen
vervolg
In deze paragraaf (pagina 45 – 48) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
MD
Afstandsbediening
MARKABCDEF
123
GHIJKLMNO
456
PQRSTUVWXYZ
789
EONDISPLAY
100
TA/NEWS/INFO
PTY SEARCH
PTY SELECT
+10
Nederlands
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
SURROUND SOUND
BASS EX.
FM MODE
SLEEP
TUV WXYZ
PTY SEARCH DISPLAYEON
–
PTY SELECT
VOLUME
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
+10
+
MD TITLE
INPUT
A
B
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
PQRS
789
10 0
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
+–
DISPLAY
/CHARA
SET
CANCEL
ENTER
MD TITLE
INPUT
– 44 –
Aan elke MD en aan elke track kan een titel worden
toegekend. Toegekende titels worden nadat ze zijn
ingevoerd ter controle op de display weergegeven. Elke
titel kan uit maximaal 64 tekens bestaan. Deze kunnen in
hoofdletters of kleine letters worden ingevoerd. Het is ook
mogelijk symbolen en cijfers in te voeren.
5
Druk op de toets SET om de invoermodus voor het
invoeren van een titel te kiezen.
Tekeninvoegpositie
Huidig geselecteerd teken
Titels toekennen vanaf de eenheid
In het onderstaande voorbeeld wordt de procedure in zijn
geheel uitgelegd, d.w .z. vanaf het punt waarop u een MD in
de MD-lade plaatst. Als u al een MD aan het afspelen of
opnemen bent, kunt u bij stap 3 beginnen.
• U kunt de bewerking op elk gewenst moment beëindigen
door op de toets TITLE te drukken.
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een van de lades van MD-deck B.
2
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt waaraan u een titel wilt toekennen.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
• Als u niet naar de MD wilt luisteren terwijl u een titel
aan de MD toekent, drukt u op MD-deck B op de
toets 7.
Nederlands
3
Druk op de toets TITLE.
MD-deck B schakelt over op de modus voor het
invoeren van titels.
• Modus voor het invoeren van tracktitels: Deze
modus wordt geactiveerd wanneer u tijdens het
afspelen of opnemen op de toets TITLE drukt.
Huidige
tekeninvoegpositie
6
Druk op de toets DISPLAY/CHARA om de tekenset
van uw keuze te selecteren.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de
geselecteerde tekenset en wel als volgt:
Hoofdletters
Capital letters
& symbolen
& Symbols
* In de tabel met tekensets op pagina 46 ziet u welke tekens er
in elke set aanwezig zijn.
7
Voer een teken in.
• Een voorbeeld: W at u doet als u de letter “H” wilt
invoeren.
1) Draai aan de rechter draaischijf tot u de letter
“H” hebt geselecteerd.
2) Druk op de toets SET.
Het geselecteerde teken wordt ingevoerd en de
tekeninvoegpositie verspringt.
Gedeelte voor tekensets
Kleine letters
Small letters
*
Cijfers
Numerals
& symbolen
& Symbols
*
• Modus voor het invoeren van MD-titels: Deze
modus wordt geactiveerd wanneer u op de toets
TITLE drukt terwijl MD-deck B niet in gebruik is.
4
Draai aan de rechter draaischijf om een van de twee
bovenstaande invoermodi te kiezen.
• Wanneer u aan de rechter draaischijf draait, verandert
de invoermodus in deze volgorde:
MD-
Disc
titel
titleLast track
Titel laatste
track
title
Titel 1e
1st track
track
title
2nd track
Titel 2e
track
title
Titel 3e
3rd track
track
title
8
– 45 –
• Als u de tekeninvoegpositie wilt verplaatsen terwijl u
een titel invoert, moet u aan de linker draaischijf
draaien.
• Als u per ongeluk een verkeerd teken hebt ingevoerd,
drukt u op de toets CANCEL om de laatste
vermelding te annuleren.
• Als u een spatie wilt invoeren, moet u de linker
draaischijf naar rechts draaien zonder teken in te
voeren (of selecteer een spatie door aan de rechter
draaischijf te draaien en op de toets SET te drukken).
Herhaal stap 6 en 7 om de overige tekens in te
voeren.
• In het hoofdvenster van de display kunnen maximaal
4 tekens tegelijk worden getoond. Zodra u een vijfde
teken invoert, verdwijnt het eerste teken uit beeld.
9
Druk op de toets ENTER (START) om het invoeren
van tekens te voltooien.
De vermelding “EDITING” verschijnt korte tijd en de
eenheid keert weer terug in de modus voor het invoeren
van titels.
• U kunt nog een titel toekennen door stap 4 t/m 9 te
herhalen.
10
Druk nogmaals op de toets ENTER (START) om
het invoeren van titels te voltooien.
11
Als u titels hebt toegekend terwijl de MD werd
afgespeeld, moet u nu op de toets 7 drukken om
het afspelen te beëindigen.
12
Druk op de toets 0 voor MD-deck B om de MD
uit te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
vervolg
Beschikbare symbolen:
(blanco)
(Blank)
Een titel wijzigen
Titels kunnen worden gewijzigd en foutief ingevoerde
tekens kunnen worden hersteld.
1
Volg stap 1 t/m 5 op pagina 45.
2
Draai aan de linker draaischijf om het teken te
selecteren dat u wilt wijzigen.
• Controleer of het teken dat u wilt wijzigen knippert.
3
Druk op de toets CANCEL om het geselecteerde
teken te verwijderen.
4
Voer het juiste teken in.
1) Druk op de toets DISPLAY/CHARA om de
tekenset van uw keuze te selecteren.
2) Draai aan de linker draaischijf om het juiste teken
te selecteren en druk vervolgens op de toets SET.
Over het toekennen van titels tijdens het afspelen of
opnemen van een MD
• Tijdens het afspelen:
Een tracktitel invoeren
MD-deck B speelt de huidige track herhaaldelijk af tot u in stap
10 op de toets ENTER (START) drukt. Zodra u dit hebt gedaan,
speelt MD-deck B de volgende track af.
Een MD-titel invoeren
MD-deck B speelt alle tracks op de MD herhaaldelijk af tot u in
stap 10 op de toets ENTER (START) drukt. De MD wordt
daarna normaal afgespeeld.
• Tijdens het maken van een opname:
Een tracktitel invoeren
MD-deck B gaat door met opnemen, ook nadat u in stap 10 op
de toets ENTER (START) hebt gedrukt. Zodra u dit hebt
gedaan, wordt de tracktitel die u hebt ingevoerd toegekend aan
de track waar u het invoeren van de titel bent begonnen.
• Tijdens het maken van synchrone opnames van CD naar
MD (geldt ook voor First Track Recording, Listening Edit
Recording, Triple Recording en Long Recording):
Zolang het opnemen duurt, kunt u één MD-titel en maximaal 16
tracktitels toekennen. De tracktitels die u invoert worden
automatisch in de volgorde waarin u ze invoert toegekend aan
de tracks die u op de MD opneemt. Het invoeren van een 17e
tracktitel heeft geen zin: deze wordt genegeerd.
Tijdens het uitvoeren van een synchrone opname
van MD naar MD
Het is niet mogelijk handmatig titels toe te kennen, aangezien de
titels die zijn toegekend aan de MD in MD-deck A tijdens de
opname automatisch worden gekopieerd naar de MD in MD-deck
B.
5
Herhaal stap 2 t/m 4 van deze procedure als u nog
meer tekens wilt wijzigen.
6
Druk twee maal op ENTER (START) om de
correctiebewerking te voltooien.
• Als u nog een andere titel wilt corrigeren, moet u
eerst de modus voor het invoeren van titels selecteren
door aan de rechter draaischijf te draaien, op de toets
SET te drukken en de procedure vanaf stap 2 te
volgen.
• Als u het aanbrengen van correcties wilt voltooien,
moet u doorgaan naar de volgende stap.
7
Druk op de toets ENTER (START) om het invoeren
van titels te voltooien.
8
Als u titels hebt toegekend terwijl de MD werd
afgespeeld, moet u nu op de toets 7 drukken om het
afspelen te beëindigen.
9
Druk op de toets 0 voor MD-deck B om de MD uit
te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
Als u alle tekens wilt wissen
Druk in stap 3 net zo vaak op de toets CANCEL tot alle
tekens zijn verdwenen en ga daarna door naar stap 6.
Nederlands
– 46 –
Titels toekennen met behulp van de
afstandsbediening
In het onderstaande voorbeeld wordt de procedure in zijn
geheel uitgelegd, d.w .z. vanaf het punt waarop u een MD in
de MD-lade plaatst. Als u al een MD aan het afspelen of
opnemen bent, kunt u bij stap 3 beginnen.
• U kunt de bewerking op elk gewenst moment beëindigen
door op de toets MD TITLE INPUT te drukken.
1
Plaats de MD met de track die u wilt bewerken in
een lade van MD-deck B.
2
Druk op de MD-nummertoets (MD 1, MD 2 of
MD3) die hoort bij de MD-lade waarin zich de MD
bevindt waaraan u een titel wilt toekennen.
MD-deck B begint met het afspelen van de MD.
• Als u niet naar de MD wilt luisteren terwijl u een titel
aan de MD toekent, drukt u op de toets 7 voor MDdeck B.
3
Druk op de toets MD TITLE INPUT.
MD-deck B schakelt over op de modus voor het
invoeren van titels.
• Modus voor het invoeren van tracktitels: Deze
modus wordt geactiveerd wanneer u tijdens het
afspelen of opnemen op de toets MD TITLE INPUT
drukt.
Nederlands
• Modus voor het invoeren van MD-titels: Deze
modus wordt geactiveerd wanneer u op de toets MD
TITLE INPUT drukt terwijl MD-deck B niet in
gebruik is.
4
Druk op de toets ø of Ø om een van de twee
bovenstaande invoermodi te kiezen: die voor het
invoeren van een MD-titel of die voor het invoeren
van een tracktitel.
• Wanneer u op de bovenstaande toetsen drukt,
verandert de invoermodus in deze volgorde:
MD-
Disc
titel
titleLast track
Titel laatste
track
title
5
Druk op de toets SET om de invoermodus voor het
invoeren van een titel te kiezen.
Huidige
tekeninvoegpositie
Titel 1e
1st track
track
title
2nd track
Titel 2e
track
title
Titel 3e
3rd track
track
title
Huidig geselecteerde
teken
6
Druk op de toets DISPLAY/CHARA om de tekenset
van uw keuze te selecteren.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de
geselecteerde tekenset, en wel in deze volgorde:
Hoofdletters
Capital lettersSmall letters
Cijfers
Numerals
7
Voer een teken in.
1) Druk op een van de toetsen voor het invoeren
van tekens om het door u gewenste teken te
selecteren.
Enkele voorbeelden:
• Druk eenmaal op de toets ABC om een “A” of
“a” in te voeren.
Druk tweemaal op de toets ABC om een “B” of
“b” in te voeren.
Druk driemaal op de toets ABC om een “C” of
“c” in te voeren.
Druk eenmaal op de toets DEF om een “D” of
“d” in te voeren.
Druk tweemaal op de toets DEF om een “E” of
“e” in te voeren.
Druk driemaal op de toets DEF om een “F” of “f”
in te voeren.
............
• Druk als u een symbool wilt invoeren net zo vaak
op de toets MARK tot het door u gewenste
symbool verschijnt.
• Druk terwijl u een titel aan het invoeren bent op
de toets ø of Øals u de tekeninvoegpositie wilt
verplaatsen.
• Druk als u een verkeerd teken hebt ingevoerd op
de toets CANCEL om het teken dat u als laatste
hebt ingevoerd te verwijderen.
2) Druk op de toets van het volgende teken dat u
wilt invoeren.
• Als het volgende teken dat u wilt invoeren onder
dezelfde toets valt als het vorige teken dat u in
-1) hebt ingevoerd, moet u eerst op de toets
stap 7
Ø drukken om de tekeninvoegpositie een plaats
naar rechts te verplaatsen.
8
Herhaal stap 6 en 7 om de overige tekens in te
voeren.
• In het hoofdvenster van de display kunnen maximaal
8 tekens tegelijk worden getoond. Zodra u een
negende teken invoert, verdwijnt het eerste teken uit
beeld.
9
Druk op de toets ENTER om het invoeren van
tekens te voltooien.
De vermelding “EDITING” verschijnt korte tijd en de
eenheid keert weer terug in de modus voor het invoeren
van titels.
Kleine letters
Gedeelte voor tekensets
– 47 –
Name!!
10
Druk nogmaals op de toets ENTER om het
invoeren van titels te voltooien.
11
Als u titels hebt toegekend terwijl de MD werd
afgespeeld, moet u nu op de toets 7 drukken om
het afspelen te beëindigen.
12
Druk op de toets 0 voor MD-deck B (op de
eenheid) om de MD uit te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
Over het toekennen van titels tijdens het afspelen of
• Tijdens het afspelen:
• Tijdens het maken van een opname:
• Tijdens het maken van synchrone opnames van CD naar
Het is niet mogelijk handmatig titels toe te kennen, aangezien de
titels die zijn toegekend aan de MD in MD-deck A tijdens de
opname automatisch worden gekopieerd naar de MD in MD-deck
B.
opnemen van een MD
Een tracktitel invoeren
MD-deck B speelt de huidige track herhaaldelijk af tot u in stap
10 op de toets ENTER drukt. Zodra u dit hebt gedaan, speelt
MD-deck B de volgende track af.
Een MD-titel invoeren
MD-deck B speelt alle tracks op de MD herhaaldelijk af tot u in
stap 10 op de toets ENTER drukt. De MD wordt daarna
normaal afgespeeld.
Een tracktitel invoeren
MD-deck B gaat door met opnemen, ook nadat u in stap 10 op
de toets ENTER hebt gedrukt. Zodra u dit hebt gedaan, wordt de
tracktitel die u hebt ingevoerd toegekend aan de track waar u het
invoeren van de titel bent begonnen.
MD (geldt ook voor First Track Recording, Listening Edit
Recording, Triple Recording en Long Recording):
Zolang het opnemen duurt, kunt u één MD-titel en maximaal 16
tracktitels toekennen. De tracktitels die u invoert worden
automatisch in de volgorde waarin u ze invoert toegekend aan
de tracks die u op de MD opneemt. Het invoeren van een 17e
tracktitel heeft geen zin: deze wordt genegeerd.
Tijdens het uitvoeren van een synchrone opname
van MD naar MD
Een titel wijzigen
Titels kunnen worden gewijzigd en foutief ingevoerde
tekens kunnen worden hersteld.
1
Volg stap 1 t/m 5 op pagina 47.
2
Druk op de toets ø of Ø om het teken te
selecteren dat u wilt wijzigen.
• Controleer of het teken dat u wilt wijzigen knippert.
3
Druk op de toets CANCEL om het geselecteerde
teken te verwijderen.
4
Voer het juiste teken in door op een van de toetsen
voor het invoeren van tekens te drukken.
5
Herhaal stap 2 t/m 4 van deze procedure als u nog
meer tekens wilt wijzigen.
6
Druk op de toets ENTER om de correctiebewerking
te voltooien.
• Als u nog een andere titel wilt corrigeren, moet u
eerst de modus voor het invoeren van titels selecteren
door op de toets ø of Øte drukken, daarna op de
toets SET drukken en de procedure vervolgens weer
vanaf stap 2 volgen.
• Als u het aanbrengen van correcties wilt voltooien,
moet u doorgaan naar de volgende stap.
7
Druk op de toets ENTER om het invoeren van titels
te voltooien.
8
Als u titels hebt toegekend terwijl de MD werd
afgespeeld, moet u nu op de toets 7 drukken om het
afspelen te beëindigen.
9
Druk op de toets 0 voor MD-deck B (op de eenheid)
om de MD uit te nemen.
Op het moment dat de bewerking op de MD wordt
uitgevoerd, verschijnt op de display de vermelding
“WRITING”.
Als u alle tekens wilt wissen
Druk in stap 3 net zo vaak op de toets CANCEL tot alle
tekens zijn verdwenen en ga daarna door naar stap 6.
Nederlands
– 48 –
Werken met de timers
In deze paragraaf (pagina 50 – 52) worden de toetsen en bedieningselementen besproken die in de onderstaande figuur
vergroot staan afgebeeld.
Voorzijde
+
–
MD
MD
Nederlands
Afstandsbediening
SLEEP
REMOTE CONTROL RM-SEWMD90RU
ACTIVE
SURROUND SOUND
BASS EX.
FM MODE
MARK ABC DEF
123
GHI JKL MNO SET
456
TUV WXYZ
PQRS
789
PTY SEARCH DISPLAYEON
+10
10 0
–
PTY SELECT
TA/NEWS/INFO
FM/AM TAPE AUX
A
VOLUME
SLEEP
DISPLAY
/CHARA
CANCEL
ENTER
+
MD TITLE
INPUT
B
– 49 –
vervolg
Deze eenheid beschikt over drie timers (tijdschakelaars): de
Recording Timer, Daily Timer en Sleep Timer.
U kunt deze timers alleen op betrouwbare wijze gebruiken
als u de in deze eenheid ingebouwde klok goed hebt
ingesteld (zie pagina 11).
De Recording Timer instellen
Met deze timer kunt u automatisch een opname van een
radio-uitzending op een MD maken. U kunt maximaal drie
tijden instellen voor deze timer.
• De Recording Timer kan worden ingesteld wanneer de
eenheid is ingeschakeld of uitgeschakeld.
• Als u tijdens het instellen een fout maakt, kunt u ten alle
tijde op de toets CANCEL drukken. Als de toets
CANCEL niet werkt, moet u herhaaldelijk op de toets
CLOCK/TIMER drukken en weer bij stap 1 beginnen.
Hoe de Recording Timer in de praktijk werkt
Als de Recording Timer is ingesteld, schakelt de eenheid
zich automatisch op de ingestelde tijd in. De opname gaat
dan van start. Wanneer het tijdstip is aangebroken waarop
de opname moet worden beëindigd, schakelt de eenheid
zichzelf automatisch uit (standby).
De instellingen van de timer blijven in het geheugen van de
eenheid aanwezig tot u deze opnieuw instelt of de stekker
van de netspanningskabel uit het stopcontact verwijdert.
1
Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot u
de instellingsmodus voor een van de Recording
Timers (REC1, REC2 of REC3) hebt geselecteerd.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de
modus van de timer en wel als volgt:
2
Draai aan de rechter draaischijf om het uur waarop
de eenheid moet worden ingeschakeld in te stellen.
Druk vervolgens op de toets SET.
3
Draai aan de rechter draaischijf om de minuut
waarop de eenheid moet worden ingeschakeld in te
stellen. Druk vervolgens op de toets SET.
4
Draai aan de rechter draaischijf om het uur waarop
de eenheid moet worden uitgeschakeld in te stellen.
Druk vervolgens op de toets SET.
5
Draai aan de rechter draaischijf om de minuut
waarop de eenheid moet worden uitgeschakeld in te
stellen. Druk vervolgens op de toets SET.
6
Draai aan de rechter draaischijf om een
voorkeurzender te selecteren en druk daarna op de
toets SET.
7
Draai aan de rechter draaischijf om een MD waarop
een opname kan worden gemaakt in MD-deck B te
selecteren en druk daarna op de toets SET.
De desbetreffende REC-indicator (REC 1, REC 2 of
REC 3) stopt met knipperen en blijft nu constant
verlicht. De instellingen die u hebt geselecteerd,
worden nu in chronologische volgorde op het
hoofdvenster van de display weergegeven.
• U kunt kiezen uit “MD1”, “MD2”, “MD3” en “MD
ALL”. Als u voor “MD ALL” kiest, wordt de opname
op alle in MD-deck B geplaatste MD’s gemaakt.
8
Druk desgewenst op de toets om de eenheid uit
te schakelen (in de standby-stand te zetten).
Nederlands
DAILY aan/uit
DAILY instellingsmodus
REC 1 aan/uit
REC 1 instellingsmodus
REC 2 aan/uit
REC 2 instellingsmodus
REC 3 aan/uit
REC 3 instellingsmodus
Instellingsmodus
voor de klok
Instellingsmodus voor de
timer/klok geannuleerd
Hiermee schakelt u de
Daily Timer in of uit
Hiermee stelt u de Daily
Timer in
Hiermee schakelt u de eerste
Recording Timer in of uit
Hiermee stelt u de eerste
Recording Timer in
Hiermee schakelt u de tweede
Recording Timer in of uit
Hiermee stelt u de tweede
Recording Timer in
Hiermee schakelt u de derde
Recording Timer in of uit
Hiermee stelt u de derde
Recording Timer in
Hiermee stelt u de klok in
(zie pagina 11)
Als u de opname tussentijds wilt beëindigen, hoeft u
alleen maar op MD-deck B op de toets 7 te drukken.
Nadat u een instelling voor de timer hebt
angebracht...
Stel het volume in op een aangenaam niveau.
• Tijdens het maken van een opname is de geluidsweergave
namelijk standaard uitgeschakeld en dit wordt niet automatisch
hersteld.
De Recording Timer in- of uitschakelen nadat de
instellingen zijn aangebracht
1 Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot
de vermelding “REC1”, “REC2” of “REC3” op het
hoofdvenster van de display verschijnt.
2 Druk als u de Recording Timer wilt uitschakelen op
de toets CANCEL.
De desbetreffende REC-indicator (REC 1, REC 2 of
REC 3) gaat uit.
De timer voor het maken van opnames wordt
uitgeschakeld, maar de opgegeven instelling blijft in
het geheugen bewaard.
– 50 –
Druk als u de Recording Timer wilt inschakelen op
de toets SET.
De desbetreffende REC-indicator (REC 1, REC 2 of
REC 3) gaat aan.
De timer voor het maken van opnames wordt
ingeschakeld en de opgegeven instelling worden ter
bevestiging in chronologische volgorde op het
hoofdvenster van de display weergegeven.
De Daily Timer instellen
Met deze functie kunt u wakker worden met uw favoriete
muziek of radioprogramma.
• U kunt de Daily Timer te allen tijde instellen, of de
eenheid nu is in- of uitgeschakeld.
Hoe de Daily Timer in de praktijk werkt
Als de Daily Timer is ingesteld, schakelt de eenheid zich
automatisch op de ingestelde tijd in en begint de
geselecteerde bron te spelen. Wanneer het tijdstip van
uitschakelen is aangebroken, schakelt de eenheid zichzelf
automatisch uit (standby).
De instellingen van de timer blijven in het geheugen van de
eenheid aanwezig tot u deze opnieuw instelt of de stekker
van de netspanningskabel uit het stopcontact verwijdert.
1
Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot u
de instellingsmodus voor de Daily Timer hebt
geselecteerd.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de
modus van de timer en wel als volgt:
Hiermee schakelt u de
Daily Timer in of uit
Hiermee stelt u de Daily
Timer in
Hiermee schakelt u de eerste
Recording Timer in of uit
Hiermee stelt u de eerste
Recording Timer in
Hiermee schakelt u de tweede
Recording Timer in of uit
Hiermee stelt u de tweede
Recording Timer in
Hiermee schakelt u de derde
Recording Timer in of uit
Hiermee stelt u de derde
Recording Timer in
Hiermee stelt u de klok in
(zie pagina 11)
Nederlands
2
Draai aan de rechter draaischijf om het uur waarop
de eenheid moet worden ingeschakeld in te stellen.
Druk vervolgens op de toets SET.
3
Draai aan de rechter draaischijf om de minuut
waarop de eenheid moet worden ingeschakeld in te
stellen. Druk vervolgens op de toets SET.
DAILY aan/uit
DAILY instellingsmodus
REC 1 aan/uit
REC 1 instellingsmodus
REC 2 aan/uit
REC 2 instellingsmodus
REC 3 aan/uit
REC 3 instellingsmodus
Instellingsmodus
voor de klok
Instellingsmodus voor de
timer/klok geannuleerd
4
Draai aan de rechter draaischijf om het uur waarop
de eenheid moet worden uitgeschakeld in te stellen.
Druk vervolgens op de toets SET.
5
Draai aan de rechter draaischijf om de minuut
waarop de eenheid moet worden uitgeschakeld in te
stellen. Druk vervolgens op de toets SET.
6
Draai aan de rechter draaischijf om een afspeelbron
te selecteren en druk daarna op de toets SET.
FMAMCD
TAPE
FM:Hiermee stemt u af op de FM-zender die als
AM:Hiermee stemt u af op de AM-zender
CD:Hiermee speelt u een CD af. Bereid een CD
MD A: Hiermee speelt u een MD in MD-deck A af.
MD B: Hiermee speelt u een MD in MD-deck B af.
AUX*: Hiermee selecteert u “AUX” als afspeelbron.
TAPE*:Hiermee selecteert u “TAPE” als afspeelbron.
* U kunt deze apparaten alleen met de Daily Timer in-
7
Selecteer de CD-lade van uw keuze als u in de stap
hierboven CD als afspeelbron hebt geselecteerd.
1) Draai aan de rechter draaischijf om een CD-lade te
2) Druk op de toets SET.
Selecteer de MD-lade van uw keuze als u in de stap
hierboven MD B als afspeelbron hebt geselecteerd.
1) Draai aan de rechter draaischijf om een MD-lade te
2) Druk op de toets SET.
8
Draai aan de rechter draaischijf om het volume in te
stellen en druk daarna op de toets SET.
De indicator DAILY stopt met knipperen en blijft nu
constant verlicht. De instellingen die u hebt
geselecteerd, worden nu in chronologische volgorde op
het hoofdvenster van de display weergegeven.
• U kunt kiezen uit vier instellingen voor het volume:
laatste werd ontvangen.
(MG/LG) die als laatste werd ontvangen.
voor en ga naar stap 7.
Bereid een MD voor.
Bereid een MD voor en ga naar stap 7.
Bereid het externe apparaat voor op afspelen.
Bereid het cassettedeck voor om een cassette
af te spelen.
en uitschakelen als deze apparaten zelf ook met een
Daily Timer zijn uitgerust.
kiezen (CD 1, CD 2 of CD 3).
kiezen (MD 1, MD 2 of MD 3).
A: Het volume wordt ingesteld op niveau 5 (laag).
B: Het volume wordt ingesteld op niveau 12
(gemiddeld).
C: Het volume wordt ingesteld op niveau 20 (hard).
–: Het volume wordt ingesteld op het niveau dat van
kracht is op het moment dat de eenheid wordt
uitgeschakeld.
AUX
MD AMD B
– 51 –
ZZZ...
9
Druk op de toets om de eenheid uit te schakelen
(in de standby-stand te zetten) als u de timer hebt
ingesteld met de eenheid ingeschakeld.
Als de eenheid al is ingeschakeld op het moment dat
De Daily Timer werkt in dit geval niet.
De Daily Timer stopt en de eenheid wordt niet meer automatisch
uitgeschakeld.
de tijd van inschakelen aanbreekt
Als u op een toets drukt terwijl de Daily Timer in
werking is
De Daily Timer in- of uitschakelen nadat de
instellingen zijn aangebracht
1 Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot
de vermelding “DAILY” op het hoofdvenster van de
display verschijnt.
2 Druk als u de Daily Timer wilt uitschakelen op de
toets CANCEL.
De indicator DAILY gaat uit.
De Daily Timer wordt uitgeschakeld, maar de
opgegeven instellingen blijven in het geheugen
bewaard.
Druk als u de Daily Timer wilt inschakelen op de
toets SET.
De indicator DAILY gaat aan.
De Daily Timer wordt ingeschakeld en de opgegeven
instellingen worden ter bevestiging in chronologische
volgorde op het hoofdvenster van de display
weergegeven.
Kijken hoeveel tijd er nog resteert tot de eenheid wordt
uitgeschakeld
Druk eenmaal op de toets SLEEP. Gedurende ongeveer 5
seconden kunt u zien over hoeveel minuten de eenheid door
deze functie wordt uitgeschakeld.
Als u de uitschakeltijd wilt wijzigen, drukt u net zo vaak
op de toets SLEEP tot de gewenste tijdsduur verschijnt.
Als u de instelling wilt annuleren, drukt u net zo vaak op
de toets SLEEP tot er geen vermelding meer op de display
staat.
• De functie Sleep Timer wordt ook uitgeschakeld als u de
eenheid zelf uitschakelt.
Prioriteiten van de timers
Aangezien elke timer onafhankelijk van welke andere timer
dan ook kan worden ingesteld, zult u zich misschien
afvragen wat er gebeurt als de instellingen elkaar
overlappen. De timers hebben in verschillende
omstandigheden verschillende prioriteiten. Hieronder volgt
een overzicht en enkele voorbeelden.
• De Recording Timer gaat vóór de Daily Timer en de
Sleep Timer .
Als de Daily Timer is ingesteld om te worden
geactiveerd wanneer de Recording Timer al actief is, zal
de Daily Timer helemaal niet worden geactiveerd.
PM6:00
Recording Timer
Daily Timer
6:30
7:307:00
Nederlands
De Sleep Timer instellen
Met deze timer kunt u in slaap vallen met uw favoriete
muziek in de wetenschap dat de eenheid op het door u
ingestelde tijdstip automatisch wordt uitgeschakeld.
De Sleep Timer kan worden ingesteld wanneer de eenheid
aanstaat.
Hoe de Sleep Timer in de praktijk werkt
De eenheid wordt automatisch uitgeschakeld nadat er een
bepaalde periode is verstreken.
ALLEEN op de afstandsbediening:
1
Druk op de toets SLEEP.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er
een andere tijdsduur op de display en wel in deze
volgorde:
10
Geen indicatie
No indication
(Geannuleerd)
(Canceled)
2
Wacht na het instellen van de tijdsduur ongeveer 5
seconden.
De display wordt donkerder.
20306090
240180
120
– 52 –
wordt niet geactiveerd
Als de Recording Timer is ingesteld om te worden
ingeschakeld wanneer de Sleep Timer al actief is, zal de
Sleep Timer enkele seconden voordat de Recording
Timer actief wordt, worden geannuleerd.
7:00
7:30
Recording Timer
Sleep Timer
PM6:00
6:30
geannuleerd
Als twee instellingen voor de Recording Timer elkaar
overlappen, zal de instelling met de vroegste
inschakeltijd komen te vervallen.
PM6:00
Recording Timer 1
Recording Timer 2
geannuleerd
7:30
7:006:30
Onderhoud
De eenheid functioneert het beste wanneer u zowel uw geluidsdragers als apparatuur goed onderhoudt.
Algemene opmerkingen
De beste resultaten worden over het algemeen verkregen
wanneer u uw cassettes, CD’s en MD’s en de afspeel- en
opnamemechanismen schoon houdt.
•Bewaar de CD’s en MD’s in de hoes of doos waarin
deze worden geleverd en sla ze op in een kast, een la of
bewaar ze op een plank.
•Zorg dat de CD-lades en MD-lades gesloten zijn
wanneer deze niet worden gebruikt.
CD’ s
• Neem de CD uit de doos door de
CD bij de randen vast te pakken en
met de wijsvinger op het gat in het
midden van de CD te drukken.
• Raak het zilverkleurige oppervlak
van de CD niet met de vingers aan.
Let erop dat u de CD niet buigt.
• Plaats de CD na gebruik weer terug
in de doos of hoes om beschadiging
en kromtrekken te voorkomen.
Nederlands
• Let erop dat u geen krassen op het
oppervlak van de CD maakt als u
de CD weer in de doos plaatst.
• Voorkom dat de CD wordt
blootgesteld aan direct zonlicht,
extreme temperatuurschommelingen
en vocht.
MD’s
• Open het sluitklepje van MD’s
niet zelf.
- Het sluitklepje is vergrendeld
zodat het niet onverhoopt open
gaat. Als u het klepje toch
opent, kan de schijf binnenin
kapot gaan. Mocht het
sluitklepje per ongeluk open
zijn gegaan, sluit dit dan snel
zonder de schijf aan de
binnenkant aan te raken.
• Bewaar MD’s beslist niet op de
volgende plaatsen:
- Plaatsen die blootgesteld
kunnen worden aan hoge
temperaturen, zoals op een
vensterbank of in een auto
(i.v.m. direct zonlicht achter
glas).
- Plaatsen met een hoge
luchtvochtigheid, zoals in de
badkamer.
- Plaatsen met vuil of zand, zoals
op het strand.
• Maak de MD’s regelmatig schoon.
- Mocht er vuil of zand op de buitenkant van de MD
komen, veeg dit dan met een zachte, droge doek weg.
De CD reinigen
Een CD met stof en ander vuil kan
niet foutloos worden afgespeeld. Als
een CD niet schoon is, moet u die met
een zachte doek reinigen. Beweeg de
doek vanuit het midden van de CD
naar de rand.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals reinigers voor
grammofoonplaten, een spuitbus met oplosmiddelen,
of terpentine om de CD schoon te maken.
– 53 –
Aanvullende informatie
vervolg
Enkele woorden over MD’s
Er zijn twee soorten MD’s: voorbespeelde MD’s en niet-voorbespeelde (of “lege”) MD’s.
Voorbespeelde MD’s
Voorbespeelde MD’s, die zijn vervaardigd in muziekstudio’s, kunnen net als CD’s alleen worden afgespeeld. Op dergelijke
MD’s is de muziek in de vorm van microscopisch kleine gaatjes opgenomen. De aanwezigheid of afwezigheid van deze
gaatjes wordt bij het afspelen door een laserstraal waargenomen, die deze signalen doorgeeft aan de lens van het MD-deck.
Het MD-deck decodeert de signalen en speelt deze af als muziek. Dit type MD wordt ook wel een “optische disk” genoemd.
Niet-voorbespeelde MD’s
Lege MD’s maken gebruik van de magnetisch/optische technologie en kunnen meerdere malen worden gebruikt voor het
maken en afspelen van opnames. De laser in het MD-deck richt zijn straal op het schijfoppervlak en magnetiseert en
demagnetiseert de laag op de disk om opnames te maken en deze af te spelen. Dit type MD wordt ook wel “magnetisch/
optische disk” genoemd.
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic Coding)
Op een MD is ruimte voor 74 minuten aan opname- en afspeeltijd, dezelfde speelduur als een muziek-CD. Een MD heeft
echter een kleinere diameter: 64 mm. Dat een MD zoveel gegevens kan bevatten is terug te voeren op een
geluidscompressietechniek die bekend staat als ATRAC — een methode die speciaal voor MD’s is ontwikkeld. Deze
technologie laat geluiden die niet door het menselijke gehoor kunnen worden waargenomen achterwege. Dankzij deze
technologie nemen gegevens slechts eenvijfde deel van de ruimte in die niet-gecomprimeerde gegevens in beslag zouden
nemen.
UTOC (User Table Of Contents)
Op de MD is ruimte gereserveerd voor een inhoudsopgave die de gebruiker zelf kan bewerken. Deze inhoudsopgave wordt
UTOC genoemd. Op dit deel van de MD bevinden zich gegevens als de track-nummers, titels, enzovoort, die door de
gebruiker zelf kunnen worden bewerkt.
Dankzij deze inhoudsopgave kunt u snel op een MD naar een bepaalde track zoeken en tracks zonder veel problemen
bewerken.
UTOC
(inhoudsopgave)
Gegevens
over de
tracks
1. song a
2. song b
3. song c
3:12
4:15
6:05
SCMS (Serial Copy Management System)
Het MD-deck in deze eenheid maakt gebruik van een techniek die ervoor zorgt dat er geen digitale kopieën van kopieën
kunnen worden gemaakt. Deze techniek wordt SCMS (Serial Copy Management System) genoemd. Van voorbespeelde
gegevensdragers (zoals CD’s en voorbespeelde MD’s) kan alleen een zogeheten 1e-generatie-kopie worden gemaakt.
1st Generation2nd Generation
I
T
G
I
D
A
L
OK
D
NO
I
T
A
G
I
L
Nederlands
ABCDEFG
– 54 –
Sound Skip Guard Memory
De zwakke schakel in de afspeelketen van MD’s en CD’s is de gevoeligheid van deze gegevensdragers voor trillingen.
Dankzij een speciale techniek die “Sound Skip Guard Memory” wordt genoemd, wordt dit euvel ondervangen.
Deze vertragingstechniek zorgt er namelijk voor dat de eerste paar seconden die de leeskop van de gegevensdrager leest
tijdelijk in het geheugen wordt opgeslagen en daarna pas als geluidssignalen worden vrijgegeven. Mocht een trilling het
lezen van gegevens op de CD of MD dus verhinderen, dan kunnen dankzij de signalen in het geheugen toch nog enkele
seconden geluid worden weergegeven. U kunt dus ononderbroken van muziek genieten.
Gewone situatie...
Beperkingen van de MD-techniek
De MD-recorder slaat gegevens in een andere indeling op MD’s op dan dat dat gebeurt bij gewone cassettebandjes of DATtapes. Aangezien de indeling op MD’s aan enige beperkingen is gebonden, kunnen er soms symptomen optreden die een
andere verklaring hebben dan u zou vermoeden. Deze symptomen zijn niet terug te voeren op fouten van het product.
Nederlands
Symptoom
“DISC FULL” wordt weergegeven, terwijl er nog
voldoende tijd op de MD over is.
“DISC FULL” wordt weergegeven, terwijl er nog
voldoende tijd op de MD over is en het maximum aantal
op te nemen tracks nog niet is bereikt.
De samenvoegfunctie JOIN werkt soms niet.
De resterende tijd op de MD neemt niet toe nadat er tracks
zijn gewist.
Het geluid valt weg bij snel vooruit en achteruit spoelen.
De totale tijd aan opnames en de totale resterende tijd van
een MD is korter dan de maximale tijd van de MD.
In het geval van een trilling...
Oorzaak
Er is een maximum aan het aantal tracks dat kan worden
opgenomen. Dit maximum aantal is onafhankelijk van de
beschikbare tijd. Het is niet mogelijk een 254e track op te
nemen.
• Herhaald opnemen en wissen op dezelfde MD zorgt voor
een groot aantal lege plekken die her en der op de MD
verspreid liggen. Wanneer u op zo’n MD een opname
maakt, wordt de opname op de plaats van deze lege
plekken neergezet. Als een track wordt opgedeeld in een
groot aantal stukken, wordt de vermelding “DISC
FULL” weergegeven.
• Als een opgedeeld stuk korter is dan 8 seconden, kan dat
stuk niet met de functie JOIN met een andere track
worden samengevoegd. Wanneer deze track wordt
gewist, neemt de resterende tijd op de MD niet toe.
• Als een track bij het maken van een opname op een MD in
een groot aantal stukken is opgedeeld, valt het geluid weg
wanneer de MD snel vooruit of achteruit wordt gespoeld.
Het is niet mogelijk een opname van 2 seconden of
minder op een MD op te nemen. Hoe kort de opname ook
is, er wordt altijd minimaal ter waarde van 2 seconden aan
ruimte in beslag genomen. Bij een groot aantal van
dergelijke opnames is de werkelijke beschikbare tijd
korter dan de totale tijd die wordt weergegeven.
– 55 –
Problemen oplossen
Mocht er zich een probleem met de eenheid voordoen, dan raden wij u aan eerst deze lijst met bekende problemen en
oplossingen door te lopen alvorens contact op te nemen met de leverancier.
Als u het probleem niet kunt verhelpen aan de hand van de tips die onderstaand worden gegeven, of als de eenheid fysieke
schade heeft opgelopen, raden we u aan contact op te nemen met een erkende reparateur, zoals uw leverancier.
vervolg
Probleem
Geen geluid.
Kan geen opname op een MD maken.
Slechte ontvangst van de radio.
De CD slaat over.
De afstandsbediening doet het niet.
De nummertoetsen en
bedieningstoetsen voor de CD-speler
en de MD-decks op de
afstandsbediening werken niet goed.
De CD/MD-lades of het klepje van het
CD/MD-compartiment wil niet openen.
De CD wil niet afspelen.
Geen enkele functie lijkt te werken.
Mogelijke oorzaak
De aansluitingen zitten los of zijn
verkeerd tot stand gebracht.
•U gebruikt een bespeelde MD.
•De MD is tegen het maken van
nieuwe opnames beveiligd.
•De antenne is niet goed
aangesloten.
•De AM-raamantenne staat de dicht
in de buurt van de eenheid.
•De FM-antenne is onvoldoende
breed opgehangen of verkeerd
geplaatst.
De CD is niet schoon of er zitten
krassen op.
•Het pad tussen de
afstandsbediening en de sensor op
de eenheid is geblokkeerd.
•De batterijen zijn (bijna) leeg.
De bedieningsmodus voor eenheid en
voor de afstandsbediening zijn niet
dezelfde.
•De stekker van de
netspanningskabel is niet in het
stopcontact gestoken.
•De vergrendelingsfunctie Disc
Lock is in gebruik.
De CD ligt ondersteboven in de lade.
De microprocessor in de eenheid werkt
niet vanwege elektrische storingen van
buitenaf.
Tip
Controleer alle aansluitingen en verbeter
deze (zie pagina 6 – 9).
•Plaats een MD in het MDcompartiment waarop u wel
opnames kunt maken.
•Maak de MD weer geschikt voor het
maken van nieuwe opnames (zie
pagina 30).
•Sluit de antenne opnieuw aan.
•Verplaats de AM-raamantenne en
draai deze enigszins.
•Hang de FM-antenne breed op of
verplaats deze tot de beste ontvangst
is verkregen.
Maak de CD schoon of vervang deze.
(zie pagina 53.)
•Verplaats het voorwerp dat de rechte
lijn onderbreekt.
•V ervang de batterijen.
Zorg dat beide bedieningsmodi dezelfde
zijn.
•Steek de stekker opnieuw in het
stopcontact.
•Schakel de functie Disc lock uit (zie
pagina 22).
Leg de CD met het label naar boven in
de lade.
Trek de stekker van de
netspanningskabel uit het stopcontact en
steek de stekker vervolgens opnieuw in
het stopcontact.
Nederlands
– 56 –
?
?
Foutmeldingen van de MD-recorder
Foutmelding
BLANK DISC
CANNOT JOIN
DISC ERROR
DISC FULL
EMERGENCY STOP
MD NO DISC
NON-AUDIO
CANNOT COPY
PLA Y BACK
DISC PROTECTED
Nederlands
SCMS CANNOT
COPY
OCCUPIED
LOAD ERROR
DIGITAL IN
UNLOCK
Toelichting
De MD is leeg.
U probeert tracks met elkaar te
verenigen die niet met elkaar kunnen
worden verenigd.
Er is een probleem met de MD.
De MD is vol of er staan meer dan 254
tracks op de MD.
Er is tijdens het maken van een opname
een fout opgetreden.
Er is geen MD geplaatst.
U probeert een opname te maken van
een CD die geen muziek-CD is, zoals
een CD-ROM of een V ideo-CD.
U probeert een opname te maken op of
een bewerking uit te voeren met een
MD die alleen geschikt is om af te
spelen.
De MD is beveiligd tegen het maken
van opnames.
Het maken van een digitale kopie van
de 2e generatie is niet toegestaan.
U hebt tijdens het afspelen een MD in
een MD-lade van MD-deck B
geplaatst, terwijl er zich al een andere
MD in die lade bevindt.
De MD is niet juist geplaatst.
Er is geen digitaal apparaat aangesloten
op de ingang AUX DIGITAL IN
OPTICAL.
?
?
Tip
Vervang de MD door een andere MD.
Dit is geen fout van het systeem (zie het
kader “Beperkingen van de MDteckniek” op pagina 55).
Vervang de MD.
Gebruik een andere MD waarop wel
opnames kunnen worden gemaakt, of
wis enkele tracks.
Haal de MD uit het station en plaats de
MD opnieuw.
Plaats een MD in het station.
Stop de opname.
Gebruik een MD die geschikt is om
opnames op te maken.
Hef de beveiliging op, of gebruik een
andere MD. (zie pagina 30.)
Kies voor een analoge opname.
Verwijder de MD.
Plaats de MD opnieuw.
Sluit een digitaal apparaat aan. Maak
daarbij gebruik van een digitaaloptische kabel.
– 57 –
Specificaties
Versterker
Vermogen (IEC 268-3/DIN)
34 Watt per kanaal, min RMS, beide kanalen
aangestuurd, 6 ohm bij 1 kHz, met een totale
harmonische vervorming van niet meer dan 0,9%.
Gevoeligheid/impedantie audio-input (1 kHz)
Analoge input:
T APE: 220 mV/57 kohms
AUX:520 mV/47 kohms
Digitale input:
AUX:Optisch
Signaalgolflengte: 660 nm
Input-niveau: –23 dBm tot –15 dBm
(met de ingebouwde sampling rate
converter komt dit overeen met 32 kHz/
44,1 kHz/48 kHz)