JVC CA-MXG700R, CA-MXG500R User Manual

COMPACT COMPONENT SYSTEM
KOMPAKT-KOMPONENTEN-SYSTEM SYSTEME DE COMPOSANTS COMPACT KOMPACTO KOMPONENTEN-SYSTEEM
CA-MXG700R CA-MXG500R
STANDBY/ON
12
SLEEP
456
AUX
78
10
DISPLAY MODE
FM/AM
CD
RM–SMXG500R REMOTE CONTROL
CA-MXG700R
STANDBY
ECO
STANDBY/ON
3
CD
MX-G700R
CLOCK /TIMER
TAPE BTAPE A
PTY/EON
DISPLAY
TUNING
SUBWOOFER
LEVEL
– SELECT +
CD SYNCHRO RECORDING
3
SUBWOOFER
LEVEL
SOUND MODE
9
FM MODE
+10
– SELECT +
PTY/EON
FADE
TAPE
TAPE A/B
MUTING
DISC SKIP
+
VOLUME
VOLUME
EXTENDED SUPER BASS
FM
AUX
/AM
REPEAT
PHONES
REC START
PROGRAM RANDOM
/STOP
CD
CD REC
DUBBING
START
FULL - LOGIC CONTROL
TAPE
DISPLAY MODE
CD 1
CD 3
CD 2
CD-R/RW PLAYBACK
SOUND
MODE
DISC CHANGE
STANDBY/ON
12
SLEEP
456
AUX
78
10
DISPLAY MODE
FM/AM
CD
RM–SMXG500R REMOTE CONTROL
3
SUBWOOFER
LEVEL
SOUND MODE
9
FM MODE
+10
– SELECT +
PTY/EON
FADE
TAPE
TAPE A/B
MUTING
DISC SKIP
+
VOLUME
VOLUME
CA-MXG500R
STANDBY
ECO
STANDBY/ON
MX-G500R
EXTENDED SUPER BASS
FM
CD
REC START
/STOP
PROGRAM RANDOM
CD REC START
TAPE
DUBBING
FULL - LOGIC CONTROL
AUX
/AM
REPEAT
PHONES
DISPLAY MODE
TAPE BTAPE A
3
CD
PTY/EON
CLOCK /TIMER
DISPLAY
SUBWOOFER
LEVEL
– SELECT +
CD SYNCHRO RECORDING
CD 1
CD 2
CD 3
CD-R/RW PLAYBACK
SOUND
MODE
DISC CHANGE
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
For Customer Use:
Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference.
Model No.
Serial No.
LVT0901-009A
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise
Mises en garde, précautions et indications diverses
Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
ACHTUNG –– STANDBY/ON -Schalter!
Den Netzstecker aus der Steckdose ziehen, um die Stromversorgung vollkommen zu unterbrechen. Der Schalter STANDBY/ON unterbrichet in keiner Stellung die Stromversorgung vollkommen. Die Stromversorgung kann mit der Fernbedienung ein- und ausgeschaltet werden.
ATTENTION –– Commutateur STANDBY/ON!
Déconnecter la fiche de secteur pour couper complètement le courant. Le commutateur STANDBY/ON ne coupe jamais complètement la ligne de secteur, quelle que soit sa position. Le courant peut être télécommandé.
VOORZICHTIG –– STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
– G-1 –
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enlfernen und das Gehäuse nicht öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
Deutsch
Français
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht.
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de l’environnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
Nederlands
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
– G-2 –
ACHTUNG: Ausreichende Belüftung
Zur Vermeidung von elektrischen Schlägen, Feuer und sonstigen Beschädigungen gilt für die Geräteseiten folgendes: 1 davor:
Hindernisfrei und gut zugänglich.
2 daneben/darüber/dahinter:
Hindernisfrei in allen angegebenen Abständen (s. Abbildung).
3 darunter:
Absolut ebene Stellfläche; ausreichende Belüftung durch Aufstellen auf einem Tischchen von mindestens 10 cm Höhe.
ATTENTION: Aération correcte
Pour prévenir tout risque de décharge électrique ou d’incendie et éviter toute détérioration, installez l’appareil de la manière suivante: 1 Avant:
Bien dégagé de tout objet.
2 Côtés/dessus/dessous:
Assurez-vous que rien ne bloque les espaces indiqués sur le schéma ci-dessous.
3 Dessous:
Posez l’appareil sur une surface plane et horizontale. Veillez à ce que sa ventilation correcte puisse se faire en le plaçant sur un support d’au moins dix centimètres de hauteur.
VOORZICHTIG: Goede ventilatie vereist
Om brand, elektrische schokken en beschadiging te voorkomen, moet u het toestel als volgt opstellen: 1 Voorkant:
Geen belemmeringen en voldoende ruimte.
2 Zijkanten/boven-/onderkant:
Geen belemmeringen plaatsen in de hieronder aangegeven zones.
3 Onderkant:
Op vlakke ondergrond plaatsen. Voldoende ventilatieruimte voorzien door het toestel op een onderstel met een hoogte van 10 cm of meer te plaatsen.
Vorderansicht Seitenansicht Face Côté Vooraanzicht Zijaanzicht
15 cm
15 cm
1 cm 1 cm
15 cm
15 cm
CA-MXG700R CA-MXG500R
10 cm
– G-3 –
15 cm
CA-MXG700R CA-MXG500R
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE
IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR LASER-PRODUKTE
REPRODUCTION DES ETIQUETTES
VERKLARING VAN DE LABELS
1 KLASSIFIKATIONSETIKETTE AN DER RÜCKSEITE 1 ETIQUETTE DE CLASSIFICATION, PLACÉE A L’ARRIÈRE DU
COFFRET
1 KLASSIFIKATIELABEL, OP DE ACHTERZIJDE VAN HET
APPARAAT
CLASS 1 LASER PRODUCT
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Unsichtbare Laserstrahlung bei Öffnung und fehlerhafter oder beschädigter Spre. Direkten Kontakt mit dem Strahl vermeiden!
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet werden können. Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten Kundendienst-Fachleuten.
2 WARNETIKETTE IM GERÄTEINNEREN 2 ETIQUETTE D’AVERTISSEMENT PLACÉE À L’INTERIEUR DE
L’APPAREIL
2 WAARSCHUWINGSLABEL, IN HET APPARAAT
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM.
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej
(e)
strålen.
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgå udsæt-
(s)
telse for stråling
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso
(d)
säteeseen.
(f)
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiation laser invisible quand l’appareil est ouvert ou que le verrouillage est en panne ou désactivé. Eviter une exposition directe au rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il n’y a aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à un personnel qualifié le soin de réparer votre appareil.
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Onzichtbare laserstraling wanneer open en de beveiliging faalt of uitgeschakeld is. Voorkom het direkt blootstaan aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
– G-4 –
Inleiding
We danken u voor de aanschaf van een van onze JVC-producten. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig en in zijn geheel door alvorens u deze eenheid
gaat gebruiken. Alleen zo kunt u het beste uit uw apparatuur halen. Bewaar
deze gebruiksaanwijzing zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is als volgt opgebouwd:
In deze gebruiksaanwijzing wordt met name gesproken
over de bediening van de eenheid met behulp van de toetsen en knoppen aan de voorzijde van de eenheid zelf. Het is echter in veel gevallen ook mogelijk de eenheid te bedienen met de toetsen van de afstandsbediening. Deze
Nederlands
toetsen hebben in dat geval dezelfde namen of zijn met dezelfde tekens gemarkeerd als die op de eenheid. W anneer de bediening met de afstandsbediening afwijkt van de bediening op het paneel aan de voorzijde van de eenheid, wordt dit expliciet vermeld.
• De basisbediening en de bediening die voor veel functies hetzelfde is, worden op één plek in deze handleiding besproken en niet steeds opnieuw herhaald. We zullen u dus niet steeds vertellen hoe u de eenheid moet in- en uitschakelen, hoe u het volume regelt en hoe u bijvoorbeeld geluidseffecten kunt veranderen. Dit wordt allemaal uitgele gd in het hoofdstuk “Basisbediening” op bladzijde 9 en 10.
• In deze gebruiksaanwijzing komt u de volgende symbolen tegen:
Dit symbool staat voor een waarschuwing, bijvoorbeeld om een elektrische schok, brand of schade aan de eenheid te voorkomen. U ziet dit symbool ook staan bij alinea’s waar u informatie kunt lezen over hoe u de best mogelijke prestaties met deze eenheid kunt bereiken.
Dit symbool staat voor tips en algemene informatie die de moeite waard zijn om te weten.
Netspanningskabel
• Trek de netspanningskabel bij de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het snoer zelf.
Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan!
Condensatie van vocht
Onder de volgende omstandigheden kan er in de eenheid vocht op de lens neerslaan:
• Nadat de verwarming in de kamer is ingeschakeld
• In een vochtige kamer
• Wanneer de eenheid wordt verplaatst van een koude naar een warme omgeving
In de bovenstaande omstandigheden kan het voorkomen dat de eenheid niet wil functioneren. Laat de eenheid in dergelijke gevallen enkele uren aanstaan. Als het vocht is verdampt, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen en deze er daarna weer insteken.
Overige opmerkingen
• Mocht er een metalen voorwerp in de eenheid zijn gevallen of gestoken, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact en waarschuw de dealer voordat u andere stappen onderneemt.
• Als u de eenheid voor een langere periode niet gaat gebruiken, is het raadzaam de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
Schroef de eenheid NOOIT openen. In de eenheid bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker hoeven te worden onderhouden.
Voorzorgsmaatregelen
Installatie
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of nat kan worden. De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan—5˚C en niet hoger worden dan 35˚C.
• Plaats de eenheid op een locatie waar voldoende ventilatie kan plaatsvinden zodat zich geen hitte in de eenheid kan opbouwen.
• Zorg voor voldoende ruimte tussen de eenheid en een eventuele TV.
• Plaats de luidsprekers uit de buurt van de TV om te voorkomen dat deze de ontvangst van televisiesignalen negatief beïnvloeden.
Plaats de eenheid NIET in de buurt van een warmtebron of op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht, veel stof of trillingen.
Mocht er iets misgaan, haal dan de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer.
– 1 –
Inhoud
Plaats van de toetsen en knoppen.............................. 3
De voorzijde van de eenheid ...................................... 3
Afstandsbediening...................................................... 5
Aan de slag .................................................................. 6
Uitpakken ................................................................... 6
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............... 6
Antennes aansluiten ................................................... 6
Luidsprekers aansluiten.............................................. 7
Andere apparatuur aansluiten..................................... 8
De demonstratie op de display annuleren .................. 8
Basisbediening............................................................. 9
De stroom in- en uitschakelen.................................... 9
Stroombesparing tijdens standby met de
ecologische modus—ECO modus ........................ 9
De klok instellen ........................................................ 9
Afspeelbronnen selecteren ......................................... 9
Volume regelen......................................................... 10
Basgeluid versterken ................................................ 10
Geluidsmodi selecteren ............................................ 10
Luisteren naar de radio............................................ 11
Afstemmen op een station ........................................ 11
Voorkeurzenders instellen ........................................ 11
Afstemmen op een voorkeurzender.......................... 11
FM-stations met RDS ontvangen ............................ 12
De RDS-informatie wijzigen.................................... 12
Zoeken naar programma’s met behulp van
PTY-codes (de functie PTY Search)................... 12
Tijdelijk naar verkeersinformatie overschakelen .... 13
CD’s afspelen............................................................. 14
CD’s plaatsen ........................................................... 14
Weergave van CD’s—Alle discs en één disc............ 14
Basisbediening van de CD-speler ............................ 15
De afspeelvolgorde van tracks programmeren
—de functie Program Play ................................. 16
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
—de functie Random Play.................................. 17
Tracks of CD’s herhaaldelijk afspelen
—de functie Repeat Play .................................... 17
De CD-speler vergrendelen
—de functie Tray Lock....................................... 17
Cassettes afspelen ..................................................... 18
Een cassette afspelen................................................ 18
Opnames maken ....................................................... 19
Opnames maken op een cassette in deck B.............. 19
Hele cassette kopiëren (dubbing) ............................. 20
CD-synchroonopname.............................................. 20
Werken met de timers .............................................. 21
De Daily Timer instellen .......................................... 21
De Recording Timer instellen .................................. 22
De Sleep Timer instellen .......................................... 23
Prioriteiten van de timers ......................................... 23
Onderhoud ................................................................ 24
Nederlands
Aanvullende informatie ............................................ 25
Problemen oplossen .................................................. 25
Specificaties ............................................................... 26
– 2 –
Plaats van de toetsen en knoppen
Dit zijn de toetsen en knoppen die u op de eenheid aantreft.
De voorzijde van de eenheid
Nederlands
2
5 6
8
u i
1
3
4
7
9 p
q w
e
r t y
STANDBY
STANDBY/ON
EXTENDED SUPER BASS
AUX
PHONES
ECO
FM /AM
REPEAT
REC START
/STOP
CD
PROGRAM RANDOM
CD REC START
TAPE
DISPLAY MODE – SELECT +
DUBBING
o ;
CD 1
CD 2
DISC CHANGE
CD 3
a
3
CD
CD-R/RW PLAYBACK
s d
f
SOUND
CLOCK
/TIMER
DISPLAY
MODE
g
h
TAPE BTAPE A
PTY/EON
SUBWOOFER
LEVEL
j
k
l
FULL - LOGIC CONTROL
CD SYNCHRO RECORDING
– 3 –
Weergavevenster van de display
1
2
3
4
5
Vervolg
6
7
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de bladzijde’s in deze handleiding waar u meer informatie over de desbetreffende knop of toets aantreft.
8
9
De voorzijde van de eenheid
1 De toets ST ANDBY/ON en het lampje STANDBY (9) 2 De toets ECO (9) 3 De toets CLOCK/TIMER (9, 21 – 23) 4 De toets DISPLAY (9) 5 De toetsen PRESET +/– (11)
De toetsen 4/¢ (achteruit/vooruit zoeken) (9, 15 – 17, 21 – 23)
6 De toets 7 (Stop) (14 – 20) 7 De toetsen TUNING +/– (11)
De toetsen 1/¡ (snel terugspoelen/snel vooruit spoelen) (15, 18)
8 Weergavevenster van de display 9 De sensor voor de afstandsbediening p De toets TAPE 3 en bijbehorend lampje (9, 18, 20)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
q De toets CD 6 (play/pause) en bijbehorend lampje
(9, 14 – 16)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
w De toets FM/AM en bijbehorend lampje (9, 11)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
e De toets AUX en bijbehorend lampje (9)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
r PHONES-jack (10) t De toets REPEAT (14, 15, 17)
De toets PROGRAM (16) De toets RANDOM (17)
y De toets REC START/STOP (19)
De toets CD REC START (20) De toets DUBBING (20)
u De toets TAPE A (18)
De toets TAPE B (18)
i Deck A (Cassettecompartiment) (18, 20)
Als u op de toets 0 EJECT drukt, wordt het compartiment geopend.
o Carrousel
p
; De toets 0 (Carrousel openen/sluiten) (14 – 17)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
a De toets DISC CHANGE (14, 15) s De CD-nummertoetsen en bijbehorend lampje (CD1, CD2
en CD3) (15 – 17, 20)
Als u op een van deze toets en drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
d De toets SET (9, 11, 16, 21 – 23) f De toets CANCEL/DEMO (8, 9, 16, 22, 23) g De knop SOUND MODE (10) h De knop VOLUME (10) j De knop SUBWOOFER LEVEL (10) k De toets RDS-bedieningstoetsen (12, 13)
• De toetsen DISPLA Y MODE, PTY/EON en SELECT +/–
l Deck B (Cassettecompartiment) (18 – 20)
Als u op de toets EJECT 0 drukt, wordt het compartiment geopend.
q
Weergavevenster van de display
1 De indicators voor de timers
• De indicators DAILY (dagelijks), REC (opnemen) SLEEP (slaapstand) en -timer
2 De indicators voor de werking van het cassettedeck
• De indicators A/B (actieve cassettedeck), REC (opnemen) en 2 3 (richting van de cassette)
3 De indicators voor de afspeelmodus van de CD-speler
• De indicators REPEAT (herhalen: 1, 1 DISC, ALL DISC), PRGM (programma) en RANDOM (willeleurige volgorde)
4 De indicators voor de tuner
• De indicators MONO en ST (stereo)
5 De indicator SOUND MODE 6 CD-indicators 7 Indicators voor volumeniveau, subwooferniveau en
geluidsmoduspatroon
8 De indicator SUBWOOFER LEVEL 9 De indicators voor de CD-track p Hoofdgedeelte van het display
• Geeft o.a. de naam van de afspeelbron en frequentie aan.
q De indicators voor de RDS-bedienings
• De indicators RDS, EON en TA
Nederlands
– 4 –
Afstandsbediening
1 2
3
4
5 6
Nederlands
7
8
9
STANDBY/ON
12
SLEEP
4
AUX
78
+10
10
DISPLAY MODE
PTY/EON
TAPE
FM/AM
CD
+
VOLUME
VOLUME
RM–SMXG500R REMOTE CONTROL
5
TAPE A/B
3
6
9
FM MODE
– SELECT +
DISC SKIP
SUBWOOFER
LEVEL
SOUND
MODE
FADE
MUTING
p q
w e r
t y
u i
o
Afstandsbediening
1 De toets STANDBY/ON (9) 2 De toets SLEEP (23) 3 De toets AUX (9)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
4 De nummertoetsen (11, 15) 5 De toets TAPE 3 (9, 18)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
6 De toets FM/AM (9, 11)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
7 De toets CD 6 (9, 14 – 16)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
8 De toets 4/1 (achteruit zoeken/snel terugspoelen)
(11, 15, 18)
9 De toets VOLUME – (10) p De toets SUBWOOFER LEVEL (10) q De toets SOUND MODE (10) w De toets FM MODE (11) e De toets RDS bedieningstoetsen (12, 13)
• De toetsen DISPLAY MODE, PTY/EON en SELECT +/–
r De toets TAPE A/B (18) t De toets FADE MUTING (10) y De toets DISC SKIP (14, 15) u De toets VOLUME + (10) i De toets ¢/¡ (vooruit zoeken/snel vooruit spoelen)
(11, 15, 18)
o De toets 7 (Stop) (14 – 20)
STANDBY
STANDBY/ON
EXTENDED SUPER BASS
AUX
PHONES
ECO
FM /AM
REPEAT
REC START
/STOP
PROGRAM RANDOM
CD
TAPE
CD REC
DUBBING
START
FULL - LOGIC CONTROL
PLAY
TAPE BTAPE A
DISPLAY MODE PTY/EON
3
CD
CLOCK /TIMER
DISPLAY
– SELECT +
CD SYNCHRO RECORDING
SUBWOOFER
LEVEL
CD 1
CD 2
CD 3
CD-R/RW PLAYBACK
SOUND
MODE
DISC CHANGE
Richt de afstandsbediening bij gebruik altijd op de sensor die zich aan de voorzijde van de eenheid bevindt.
– 5 –
Aan de slag
Vervolg
Uitpakken
Controleer nadat u uw aankoop hebt uitgepakt eerst of alle benodigde accessoires aanwezig zijn. Het getal tussen haakjes geeft aan om hoeveel toebehoren het moet gaan:
• AM (MW/LW) -raamantenne voor middengolf en lange golf (1)
• FM-antenne (1)
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
Mochten er onderdelen ontbreken, neemt u dan contact op met uw leverancier.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen—UM-4/AAA/IEC R03—in de afstandsbediening voor dat de polen van de batterijen (+ en –) overeenkomen met de markeringen voor de polen op het batterijenvakje. Als u de eenheid niet meer met behulp van de afstandsbediening kunt bedienen, moet u beide batterijen tegelijkertijd vervangen door nieuwe.
1
Antennes aansluiten
FM-antenne
FM-antenne (meegeleverd)
AM
ANTENNA
FM [75 ]
1
Sluit de antenne aan op de coaxiale uitgang met de markering FM [75 ].
2
Strek de draadantenne uit.
3
Hang de antenne op in een positie die de beste ontvangst geeft.
Nederlands
2
3
• Gebruik GEEN oude batterij in combinatie met een nieuwe.
• Gebruik GEEN verschillende soorten batterijen door elkaar.
• Stel batterijen NIET bloot aan hitte of open vuur.
• Laat GEEN batterijen in het batterijenvakje achter als u van plan bent de afstandsbediening een lange tijd niet te gebruiken. U loopt anders het risico dat de batterijen gaan lekken en dat het batterijenvakje beschadigd wordt.
UM-4/AAA/IEC R03
-
+
Over de meegeleverde FM-antenne
De FM-antenne die bij deze eenheid wordt meegeleverd, kan als tijdelijke antenne dienst doen. Als de ontvangst te wensen overlaat, raden we u het gebruik van een FM-buitenantenne aan.
Een FM-buitenantenne aansluiten
Koppel alvorens de FM-buitenantenne aan te sluiten eerst de draadantenne af.
FM-buitenantenne (niet meegeleverd)
+
-
AM
ANTENNA
FM [75 ]
Gebruik een antenne met een impedantie van 75 en een coax-stekker (DIN 45325).
– 6 –
AM (MW/LW) -antenne
Luidsprekers aansluiten
1
Nederlands
1
Druk de klemmen van de uitgangen met de markering AM naar beneden. U vindt deze uitgangen aan de achterzijde van deze eenheid.
2, 3
ANTENNA
[ ]
FM 75
AM (MW/LW) -raamantenne voor middengolf en lange golf (meegeleverd)
AM
Geleidende draad met beschermlaag van vinyl (niet meegeleverd)
1
Luidsprekerkabel (blauw/zwart)
Luidsprekerkabel
(blauw/zwart)
Naar de uitgang van de
linker luidspreker
MAIN SPEAKER
4-8
[ ]
LL
RR
Blauw
Naar de uitgang
van de rechter
luidspreker
2, 3
Zwart
SUBWOOFER
[ ]
6
-16
Zwart
Luidsprekerkabel
Naar de uitgang
van de rechter
subwoofer
Luidsprekerkabel (rood/zwart)
Rood
(rood/zwart)
Naar de uitgang van de
linker subwoofer
2
Sluit de AM (MW/LW) -raamantenne volgens de afbeelding aan op de uitgangen met de markering AM.
• Indien het (MW/LW) -raamantenne draad met vinyl is bedekt AM (MW/LW)
-raamantenne, moet u het vinyl zoals hier getoond draaien en verwijderen.
3
Laat de klemsluiting los.
4
Draai de AM (MW/LW) -raamantenne tot de best mogelijke ontvangst is verkregen.
Een AM (MW/LW) -buitenantenne aansluiten
Indien de ontvangst te wensen overlaat, is het raadzaam om een enkele draad met een beschermlaag van vinyl op de uitgang AM aan te sluiten en deze horizontaal op te hangen. (De AM (MW/LW) -raamantenne moet aangesloten blijven.)
Voor een betere ontvangst van FM-, MW- en LW­zenders
• Controleer of de antennedraden niet per ongeluk in contact staan met andere aansluitpunten, draden of uitgangen.
• Houd de antennekabel uit de buurt van metalen voorwerpen, netspanningskabels en elektrische apparatuur.
1
Druk de klemmen van de uitgangen voor de luidsprekerkabels naar beneden. U vindt deze uitgangen aan de achterzijde van deze eenheid.
2
Plaats het uiteinde van de luidsprekerkabel in de uitgang.
Let op de polariteit van de uitgangen: Blauw (+) op blauw (+), en zwart (–) op zwart (–); Rood (+) op rood (+) en zwart (–) op zwart (–).
• Indien het draad met vinyl is bedekt, moet u het vinyl zoals hier getoond draaien en verwijderen.
3
Laat de klemsluiting los.
BELANGRIJK:
• Gebruik alleen luidsprekers met dezelfde impedantie als de impedantie die op de achterkant van de eenheid bij de klemsluitingen voor de luidsprekers staat aangegeven.
• Sluit NIET meer dan één luidspreker op één luidsprekeraansluiting aan.
– 7 –
Allen voor CA-MXG700R: De afdekroosters van de luidsprekers verwijderen
U kunt de afdekroosters van de luidsprekers afhalen, zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven:
Geluidsapparatuur met een optische digitale uitgang aansluiten
Het is mogelijk om het geluid van een CD op een aangesloten digitaal apparaat op te nemen.
SP-MXG700
De uitstekende delen
De gaatjes Het afdekrooster van de luidspreker
Voor het verwijderen van het luidsprekerrooster, steekt u uw vingers in de uitsparingen boven op het luidsprekerrooster en trekt u vervolgens dat gedeelte voorzichtig naar u toe terwijl u de zijkant ondersteunt. Doe hetzelfde bij de overige uitsparingen.
Als u het afdekrooster aan de luidspreker wilt bevestigen,
steekt u de uitstekende delen van het rooster in de gaatjes op de luidspreker.
Andere apparatuur aansluiten
DIGITAL OUT
(OPTICAL)
Beschermdop
Verwijder de beschermdop uit de opening alvorens andere apparatuur aan te sluiten.
Geluidsapparatuur met een optische
Naar optische digitale uitgang
digitale uitgang
Als u een digitaal apparaat op deze eenheid wilt aansluiten, moet u de optische digitale kabel (niet meegeleverd) aansluiten op de optisch digitale uitgang van het optisch digitale apparaat en de ingang met de aanduiding DIGITAL OUT [OPTICAL] op deze eenheid.
Als u alle aansluitingen tot stand hebt gebracht, kunt u eindelijk de stekker van de netspanningskabel van de eenheid in het stopcontact steken!
Nederlands
Op deze eenheid kan zowel analoge als digitale apparatuur worden aangesloten.
• Sluit GEEN apparatuur aan zolang de stroom van de eenheid niet is uitgeschakeld.
• Schakel GEEN apparatuur in zolang nog niet alle verbindingen tot stand zijn gebracht.
Een analoog apparaat aansluiten
Zorg ervoor dat de geluidskabels en stekkers aan de achterkant van de eenheid zijn voorzien van een kleurcode: witte stekkers en uitgangen zijn voor geluidssignalen links, rode stekkers en uitgangen zijn voor geluidssignalen rechts.
AUX IN
Audio- of video­apparatuur
Naar geluidsuitgang
Als u andere apparatuur via deze eenheid wilt afspelen,
moet u de geluidskabels aansluiten op de geluidsuitgangen van het andere apparaat en de ingang met de aanduiding AUX IN op dit apparaat (de benodigde geluidskabels zijn niet meegeleverd).
De demonstratie op de display annuleren
Zodra u de stekker in het stopcontact steekt, wordt de demonstratie op de display van de eenheid gestart.
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
Druk als u de demonstratie op de display wilt stoppen, op de toets CANCEL/DEMO.
Als u op een andere toets drukt
De demonstratie wordt tijdelijk onderbroken. De demonstratie gaat automatisch verder (als u gedurende 2 minuten niets bedient) tenzij u de demonstratie alsnog annuleert door op de toets CANCEL/DEMO te drukken.
De demonstratie handmatig starten
Druk nogmaals op de toets CANCEL/DEMO en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
– 8 –
CANCEL
/
DEMO
CANCEL
/
DEMO
Basisbediening
De stroom in- en uitschakelen
Druk als u de eenheid wilt inschakelen op de toets STANDBY/ON zodat het lampje STANDBY uitgaat.
Druk als u de eenheid wilt uitschakelen (in standby zetten) nogmaals op de
toets STANDBY/ON zodat het lampje STANDBY aangaat.
Er wordt altijd enige stroom verbruikt, ook als de eenheid in standby staat.
Als u de stroomtoevoer helemaal wilt uitschakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
Nederlands
Als u de stekker uit het stopcontact verwijdert of er zich een stroomstoring voordoet
De klok wordt ingesteld op “– – : – –” en na enkele dagen zonder stroom worden de ingestelde voorkeurzender uit het geheugen gewist (zie bladzijde 11).
STANDBY
STANDBY
Stroombesparing tijdens standby met de ecologische modus—ECO modus
Er kan stroom worden bespaard als u de eenheid uitschakelt of in standby zet.
Druk als u de ECO modus wilt gebruiken op de toets ECO terwijl de
eenheid is uitgeschakeld (of in standby staat). De verlichting (inclusief de demonstratie) verdwijnt van de display.
Druk als u de ECO modus wilt uitschakelen nogmaals op de toets ECO. De verlichting van de display gaat weer aan.
Over de ECO modus
Als de ECO modus is geactiveerd, wordt de demonstratie tijdelijk geannuleerd.
STANDBY
STANDBY/ON
STANDBY/ON
STANDBY/ON
2
Druk op de toets 4 of de toets ¢ om het uur te kiezen en druk
ECO
nadat u uw keuze hebt gemaakt op de toets SET om uw keuze in te stellen.
SET
ECO
De minutaanduiding op de display begint te knipperen.
• Als u het uur wilt wijzigen nadat u op de toets SET hebt gedrukt, moet u op de toets CANCEL/DEMO drukken om uw keuze te annuleren. De cijferpositie voor hele uren begint opnieuw te knipperen.
3
Druk op de toets 4 of de toets ¢ om de minuten aan te passen
en druk op SET.
SET
De tijd controleren die de klok aangeeft
Druk tijdens het afspelen van een bron op de toets DISPLAY.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt beurtelings de naam van de afspeelbron en de tijd weergegeven.
DISPLAY
De klok opnieuw aanpassen
Als u de klok al eerder hebt aangepast, moet u net zo vaak op
ECO
de toets CLOCK/TIMER drukken tot de vermelding “CLOCK” is geselecteerd.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere instelling voor de klok weergegeven, en wel in deze volgorde:
Als er zich een stroomstoring voordoet
De klok verliest zijn instelling en wordt ingesteld op “– – : – –”. U dient de klok opnieuw in te stellen.
DAILY
Geannuleerd
ON TIME
(Daily Timer)
CLOCK
REC
ON TIME
(Recording Timer)
Afspeelbronnen selecteren
De klok instellen
Alvorens verder te gaan met de bediening van de eenheid is het raadzaam eerst de ingebouwde klok in te stellen. De klok kan worden ingesteld zowel wanneer de eenheid aanstaat als wanneer deze in standby staat.
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Druk op de toets CLOCK/TIMER.
De cijferpositie voor hele uren op de display begint te knipperen.
CLOCK
/
TIMER
Voor het luisteren naar de radio, drukt u op FM/AM. (Zie bladzijde 11.) Druk als u een CD wilt beluisteren op de toets CD 6. (Zie bladzijde 14 – 17.) Druk als u een cassette wilt afspelen op de toets TAPE 3. (Zie bladzijde 18.)
Druk als u een extern apparaat als afspeelbron wilt selecteren op de toets AUX.
AUX
FM /AM
CD
Als u op de afspeeltoets van een bron drukt (bijvoorbeeld het apparaat dat is aangesloten op de uitgang AUX, of op de toets FM/AM, CD 6 en TAPE 3), wordt de eenheid automatisch ingeschakeld (en de eenheid begint met het afspelen van de geselecteerde bron als deze daarop is voorbereid. Deze voorziening wordt—COMPU PLAY CONTROL genoemd).
– 9 –
TAPE
Volume regelen
Geluidsmodi selecteren
Het volume is alleen aan te passen wanneer de eenheid is ingeschakeld.
Draai de knop VOLUME met de wijzers van de klok mee als u de geluidssterkte wilt vergroten, draai deze knop tegen de wijzers van de klok in als u de geluidssterkte wilt verkleinen.
• Het volumeniveau kan in 32 stappen worden aangepast (VOL MIN,
VOL 1 — VOL 30 en VOL MAX).
Als u gebruik maakt van de afstandsbediening moet u op de toets VOLUME + drukken om de geluidssterkte te vergoten en op de toets VOLUME – om de geluidssterkte te verkleinen.
Persoonlijk luistergenot
Sluit voor persoonlijk luistergenot een hoofdtelefoon aan op de uitgang met de markering PHONES. Zodra u hierop een hoofdtelefoon aansluit, wordt er geen geluid meer via de luidsprekers ten gehore gebracht. Draai het volume eerst terug alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op uw hoofd te zetten.
Schakel de eenheid NIET uit (of in standby) bij een hoge geluidssterkte. De plotselinge geluidsexplosie die zich de volgende keer bij het inschakelen van de eenheid kan voordoen, kan de luidsprekers van de hoofdtelefoon en uw oren beschadigen. ONTHOUD dat u de geluidssterkte niet kunt aanpassen wanneer de eenheid in standby staat.
De geluidssterkte tijdelijk laten afnemen
Druk op de afstandsbediening op de toets
FADE
MUTING
FADE MUTING. De geluidssterkte neemt langzaam af tot het niveau “VOL MIN”. U herstelt het geluidsniveau weer, als u nogmaals op deze toets drukt.
Basgeluid versterken
De geluidsmodi kunnen alleen worden toegepast op geluid dat wordt afgespeeld, niet bij het maken van opnames.
Draai de knop SUBWOOFER LEVEL met de wijzers van de klok mee als u de geluidssterkte van de subwoofer wilt vergroten en draai deze knop tegen de wijzers van de klok in als u de geluidssterkte wilt verkleinen.
• Het subwooferniveau kan in 4 stappen worden aangepast (LEVEL 1 — LEVEL 4). Als u de knop met de wijzers van de klok mee tot LEVEL 4 draait, gaat de vermelding “MAX” enkele seconden op de display knipperen.
De indicator SUBWOOFER LEVEL op de display gaat altijd aan als de eenheid is ingeschakeld.
SUBWOOFER
LEVEL
De geluidsmodi kunnen alleen worden toegepast op geluid dat wordt afgespeeld, niet bij het maken van opnames.
U kunt kiezen uit 6 standaard geluidsmodi (3 surround-modi en 3 SEA-modi. SEA staat voor Sound Effect Amplifier oftewel geluidseffectversterking).
Als u een geluidsmodus wilt selecteren,
drukt u op de toets SOUND MODE zodat het bijbehorende lampje op de display van de eenheid oplicht.
Tevens licht de indicator SOUND MODE op de display
SOUND
MODE
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere geluidsmodus op de display en wel in deze volgorde:
D.CLUB
(Dance CLUB)
OFF
(Geannuleerd)
HALL STADIUM ROCK
CLASSIC
POP
Surround-modi*: D.CLUB : Deze modus vergroot de resonantie en het
basgeluid.
HALL : Deze modus voegt diepte en glans aan het
geluid toe.
STADIUM: Deze modus voegt helderheid toe en spreidt het
geluid op een manier die aan een stadion doet denken.
SEA-modi (Sound Effect Amplifier): ROCK : Deze modus versterkt de lage en hoge
frequenties. Geschikt voor akoestische muziek.
POP : Geschikt voor vocale muziek. CLASSIC : Geschikt voor klassieke muziek.
OFF : Hiermee schakelt u de geselecteerde
geluidsmodus uit.
* Er worden surround-elementen aan de SEA-elementen
toegevoegd zodat u in uw luisterruimte het gevoel krijgt er live bij te zijn. Als u een van deze modi kiest, gaat tevens de indicator SOUND MODE op de display aan en wel als volgt:
Als een van de SEA-modi is geselecteerd (SEA-elementen zonder surround-elementen), gaat tevens de indicator SOUND MODE op de display aan en wel als volgt:
Nederlands
Als u gebruik maakt van de afstandsbediening moet u op de toets SUBWOOFER LEVEL drukken om de geluidssterkte van de subwoofer aan te passen. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert het subwooferniveau vanaf LEVEL 1 = LEVEL 2 = LEVEL 3 = LEVEL 4 = (terug naar het be gin).
– 10 –
Druk als u de afstandsbediening gebruikt op de toets SOUND MODE om de geluidsmodus te selecteren.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere geluidsmodus op de display en wel in deze volgorde:
D.CLUB
(Dance CLUB)
OFF
(Geannuleerd)
HALL STADIUM ROCK
CLASSIC
POP
Luisteren naar de radio
Afstemmen op een station
1
Druk op de toets FM/AM.
De eenheid wordt automatisch ingeschakeld en stemt zichzelf af op het station waarop het eerder afgestemd stond (ofwel FM, MW of LW).
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere omroepband op de display en wel in deze volgorde:
FM
2
Zoek naar een station.
LW
MW
Op de eenheid: Druk gedurende minimaal 1 seconde op de toets TUNING + of
Nederlands
de toets TUNING –. Op de afstandsbediening:
Druk gedurende minimaal 1 seconde op de toets 4/1 of de toets ¢/¡.
De eenheid gaat op zoek naar een station en stopt wanneer er een station wordt gevonden met een uitzendsignaal dat sterk genoeg is. Als het ontvangen programma in stereo wordt ontvangen, licht bovendien de indicator ST (stereo) op de display.
Als u het zoeken naar een station wilt afbreken, drukt u op de toets TUNING + of op TUNING – (of op de toets 4/1 of op ¢/¡ op de afstandsbediening).
Als u de toets TUNING + of TUNING – (of 4/1 of ¢/¡ op de afstandsbediening) kort en herhaaldelijk indrukt
De frequentie verandert stapsgewijs.
De FM-ontvangstmodus wijzigen
Als een stereo-uitzending van een FM-station moeilijk is te ontvangen of als er ruis is te horen, kunt u de ontvangst verbeteren door op de afstandsbediening op de toets FM MODE te drukken. De vermelding “MONO” verschijnt en de indicator MONO ook op de display en de ontvangstkwaliteit verbetert.
Voor het herstellen van het stereo-effect, drukt u nogmaals op FM MODE zodat “STEREO” weer op het display verschijnt. Wanneer de ontvanger is ingesteld op de ontvangst van stereo-uitzendingen, zullen programma’s die in stereo worden uitgezonden in stereo worden ontvangen.
Voorkeurzenders instellen
Er kunnen maximaal 30 FM, 8 MW en 7 LW stations (zowel middengolf als lange golf) als voorkeurzender worden ingesteld.
Het kan voorkomen dat er in het geheugen van uw tuner al een of enkele voorkeurzenders zijn ingesteld. Deze zijn tijdens een controle in de fabriek aangebracht en het betreft dus geen storing van de tuner. Volg de onderstaande procedure om de stations van uw eigen keuze als voorkeurzender in het geheugen op te nemen.
• Voor de onderstaande bewerking is een tijdslimiet van kracht. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap
2
beginnen.
FM /AM
+
VOLUME
VOLUME
FM MODE
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Stem op de zender af die u wilt vastleggen (FM 87,50 in dit voorbeeld).
• Zie de paragraaf “Afstemmen op een station”.
2
Druk op de toets SET.
3
Druk op de toets PRESET + of
SET
PRESET – om een nummer voor de voorkeurzender te selecteren.
4
Druk nogmaals op de toets SET.
Het station waar u in stap 1 op hebt afgestemd, wordt nu onder het nummer dat u in stap 3 hebt geselecteerd als voorkeurzender in het geheugen opgeslagen.
• Als u een nummer aan een voorkeurzender toekent dat al aan een andere voorkeurzender is toegewezen, wordt die voorkeurzender uit het geheugen gewist.
Als u de stekker uit het stopcontact verwijdert of er zich een stroomstoring voordoet
De in het geheugen opgeslagen voorkeurzenders gaan na enkele dagen verloren. Mocht deze situatie zich voordoen, dan moet u de voorkeurzenders opnieuw instellen.
SET
Afstemmen op een voorkeurzender
1
Druk op de toets FM/AM.
• Zie stap 1 van “Afstemmen op een station” voor details.
2
Selecteer een voorkeurzender. Op de eenheid:
Druk op de toets PRESET + of PRESET –.
Op de afstandsbediening: Druk op een van de nummertoetsen.
Bijvoorbeeld:
Druk voor voorkeurzender 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor voorkeurzender 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor voorkeurzender 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor voorkeurzender 25 tweemaal op +10, +10 en daarna op 5. Druk voor voorkeurzender 30 tweemaal op +10, +10 en daarna op 10.
FM /AM
12
4
5
78
+10
10
3
6
9
– 11 –
FM-stations met RDS ontvangen
Vervolg
Met RDS kunnen FM-zenders een extra signaal meesturen met de gewone programmasignalen. De zenders sturen bijvoorbeeld de naam van de zenders, evenals informatie over het soort programma dat wordt uitgezonden, zoals sport of muziek, aan.
Wanneer u afstemt op een FM-zender die de RDS-service biedt, wordt de RDS-indicatie op de display verlicht.
Met dit eenheid kunt u de volgende soorten RDS-signalen ontvangen.
PS (Programmaservice):
Hiermee worden algemeen bekende zendernamen weergegeven.
RT (Radiotekst):
Hiermee worden tekstberichten weergegeven die de zender verstuurt.
CT (Kloktijd):
Geeft de tijd weer die het station uitzendt.
PTY (Programmatype):
Hiermee wordt het soort programma weergegeven dat wordt uitgezonden.
Enhanced Other Networks:
Hiermee wordt informatie weergegeven over de soorten programma’s die door andere RDS-zenders worden uitgezonden.
Zoeken naar programma’s met behulp van PTY-codes (de functie PTY Search)
Een van de voordelen van RDS is dat u een bepaald type programma kunt zoeken door de PTY-codes op te geven.
• Zie “Aanvullende informatie” op bladzijde 25 voor meer informatie over de PTY-codes.
Zoeken naar een programma aan de hand van de PTY­codes
• U kunt PTY-zoeken uitsluitend gebruiken indien FM RDS
-zenders zijn vastgelegd. Zie “Voorkeurzenders instellen” op bladzijde 11 indien nog niet uitgevoerd.
• Voor de onderstaande bewerking is een tijdslimiet van kracht. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap beginnen.
1
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op PTY/EON.
2
Druk op de toets SELECT + of SELECT – totdat de gewenste PTY-code op de display wordt weergegeven.
1
PTY/EON
SELECT
Nederlands
Meer informatie over RDS
• Sommige FM-zenders sturen geen RDS-signalen.
• Verschillende FM RDS-zenders kunnen verschillende RDS-services aanbieden. Neem contact op met de plaatselijke radiozenders, als u meer informatie wilt over de RDS-services in uw omgeving.
• RDS functioneert mogelijk niet goed als de ontvangen zender de signalen niet goed uitzendt of als de signaalsterkte zwak is.
De RDS-informatie wijzigen
U kunt RDS-informatie op de display lezen terwijl u naar een FM-zender luistert.
Druk op de toets DISPLAY MODE.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere op de display en wel in deze volgorde:
PS NAME
(Naam programmaservice)RT(Radiotekst)
Frequentie station
(of kanaal voorkeurzender)
Meer over de tekens die op het display worden getoond
De volgende tekens worden op het display gebruikt bij ontvangst van PS NAME, RT of CT signalen.
• Het display maakt geen onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters. Er worden altijd hoofdletters gebruikt.
• Het display kan geen accenten tonen. “A” wordt bijvoorbeeld voor alle “A’s” met accenten, zoals “Å, Ä, Ã, Á, À, Â, å, ä, ã, á, à en â” gebruikt.
Als een zender geen PS NAME-, RT- of CT-signalen
wordt in de hoofddisplay “NO PS”, “NO RT” of “NO CT” weergegeven.
uitzendt
CT
(Kloktijd)
DISPLAY MODE
– 12 –
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt een van de volgende PTY-codes weergegeven:
NEWS AFF AIRS INFO SPORT EDUCATE DRAMA CULTURE SCIENCE VARIED “ POP M “ ROCK M “ M.O.R. M LIGHT M CLASSICS OTHER M WEATHER “ FINANCE “ CHILDREN SOCIAL A RELIGION PHONE IN TRAVEL “ LEISURE “ JAZZ “ COUNTRY NATIONAL OLDIES FOLK M DOCUMENT (terug naar het begin)
3
Druk nogmaals op PTY/EON terwijl
PTY/EON
de in de vorige stap gekozen PTY-code nog op het display wordt getoond.
De FM-voorkeurzenders worden samen met hun nummers op de display weergegeven. Het eenheid zoekt in 30 geprogrammeerde FM-zenders, stopt zodra het door u geselecteerde programma wordt gevonden en stemt daarop af.
• Als er geen programma wordt gevonden, keert de eenheid terug naar het station dat als laatste werd ontvangen.
Als u het stoppen tijdens het zoeken
Druk op SELECT + of SELECT –. Als u het controleren van de PTY, drukt u éénmaal op
PTY/EON zodat de huidige PTY-code verschijnt.
• “NO PTY” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
Tijdelijk naar verkeersinformatie overschakelen
Zo werkt de Enhanced Other Networks functie:
SITUATIE 1
Met ontvangst van de “Enhanced Other Networks” functie schakelt het toestel tijdelijk over van de huidige RDS FM­zender naar een zender met verkeersinformatie (TA).
• De EON indicator licht op het display op wanneer een zender met data van Enhanced Other Networks wordt ontvangen.
Activeren van Enhanced Other Networks functie
• Enhanced Other Networks is uitsluitend bruikbaar met vastgelegde FM RDS -zenders. Zie “Voorkeurzenders instellen” op bladzijde 11 indien nog niet uitgevoerd.
1
Nederlands
Houd tijdens het luisteren naar een FM-zender PTY/EON ingedrukt.
Elke keer wanneer u op de toets PTY/EON drukt en deze ingedrukt houdt, verschijnen de vermeldingen “TA ON” en “TA OFF” beurtelings op de display.
TA OFFTA ON
TA ON : Tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie
is ingeschakeld.
TA OFF: Tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie
is uitgeschakeld.
Als geen enkel station verkeersinformatie uitzendt
De eenheid speelt verder met het station dat is geselecteerd.
«
Wanneer er een station is dat verkeersinformatie uitzendt, zal de eenheid automatisch naar dat station overschakelen. De TA-indicator gaat knipperen.
«
Wanneer de verkeersinformatie is afgelopen, keert de eenheid terug naar het station waarop het eerder was afgestemd, maar de Enhanced Other Networks functie blijft ingeschakeld.
PTY/EON
SITUATIE 2 Als er een station is dat verkeersinformatie uitzendt
De eenheid stemt af op het desbetreffende programma. De TA-indicator gaat knipperen.
«
Wanneer de verkeersinformatie is afgelopen, keert de eenheid terug naar het station waarop het eerder was afgestemd, maar de Enhanced Other Networks functie blijft ingeschakeld.
SITUATIE 3 Als het FM-station waar u naar luistert
verkeersinformatie gaat uitzenden
De eenheid blijft afgestemd op het station en de TA­indicator gaat knipperen.
«
Als het programma is afgelopen, stopt de TA-indicator met knipperen maar blijft de Enhanced Other Networks functie geactiveerd.
Meer informatie over de Enhanced Other Networks functie
• Enhanced Other Networks informatie van sommige zenders is mogelijk niet compatibel met dit eenheid. Als dat het geval is, werkt de Enhanced Other Networks functie mogelijk niet goed.
• Wanneer u luistert naar een programma waarop met de Enhanced Other Networks functie is afgestemd, wordt niet naar een andere zender overgeschakeld, ook al begint een andere zender een programma met dezelfde Enhanced Other Networks informatie uit te zenden.
• Indien afwisselend herhaaldelijk tussen de zender die met de deze functie is gekozen en de laatst beluisterde zender wordt geschakeld, moet u deze functie annuleren door een druk op PTY/EON.
• De Enhanced Other Networks functie wordt geannuleerd wanneer u de bron wijzigt in CD, TAPE of AUX; de functie wordt tijdelijk geannuleerd wanneer u de omroepband wijzigt in MW of LW.
– 13 –
CD’s afspelen
O
Vervolg
Deze eenheid is ontworpen om de volgende soorten CD’s af te spelen: audio-CD’s, CD-R’s en CD-RW’s.
Het afspelen van een CD-R of een CD-RW
CD-R’s (Recordable) en CD-RW’s (Rewritable) die door de gebruiker zijn bewerkt, kunnen alleen worden afgespeeld als reeds zijn “afgesloten”.
• U kunt uw originele CD-R’s en CD-RW’s afspelen die zijn opgenomen in de indeling voor ALLEEN muziek-CD’s. (Indien een CD-RW met een ander formaat is opgenomen, moet u alle data van de CD-RW wissen alvorens een nieuwe opname op de disc te maken.)
Probeer NIET CD-R’s of CD-RW’s, met inbegrip van geluidsbestanden als MP3, af te spelen.
• Lees voordat u CD-R’s of CD-RW’s afspeelt, zorgvuldig de aanwijzingen of waarschuwingen.
• Sommige CD-R’s of CD-RW’s kunnen misschien niet op dit eenheid worden afgespeeld vanwege de eigenschappen van die disc, of omdat de disc vuil of beschadigd zijn, of omdat de lens in de speler vuil is.
Belangrijke opmerkingen:
• In het algemeen geldt dat u de hoogste weergavekwaliteit zult behouden als u uw CD’s en uw CD-speler schoon houdt.
- Zorg dat de CD’s in hun doosjes en in een kast of op een
plank worden opgeborgen.
- Zorg ervoor dat de carrousel is gesloten als het toestel
niet wordt gebruikt.
• Doorlopend gebruik van disc met afwijkende vorm (bijvoorbeeld hartvormige of achthoekige disc, enz.) kan het draaimechanisme van het toestel beschadigen.
3
Druk als u een derde CD wilt
DISC CHANGE
plaatsen op de toets DISC CHANGE op de eenheid op de
DISC
toets DISC SKIP op de
SKIP
afstandsbediening.
De disclade draait éénderde rond.
4
Druk nogmaals op de toets 0.
De carrousel wordt gesloten.
Over de indicators voor de CD’s
Elke indicator komt overeen met een van de uitsparingen in de carrousel.
CD-nummer
CD-indicator
Cirkelvormige indicator
• De cirkelvormige indicator gaat aan zodra er een CD in de overeenkomstige uitsparing van de carrousel wordt aangetroffen.
• De CD-indicator draait rond als de CD in de overeenkomstige uitsparing wordt afgespeeld.
• De CD-indicator gaat uit als de eenheid merkt dat er geen CD in de overeenkomstige uitsparing is geplaatst.
Weergave van CD’s—Alle discs en één disc
U kunt alle geplaatste CD’s achterelkaar weergeven—Alle discs weergave, of slechts één gekozen CD afspelen—Eém disc weergave.
Nederlands
• Voor CD-RW’s is wellicht wat meer leestijd nodig. Dit heeft te maken met het feit dat de weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van gewone CD’s.
CD’s plaatsen
1
Druk op de toets 0.
De eenheid schakelt zichzelf automatisch in en de carrousel komt naar buiten geschoven.
2
Plaats een of twee discs in de voorste uitsparingen van de disclade met de labelkant boven.
GOED FOUT
• Een 8-cm “single” CD moet u in de binnenste uitsparing van de disclade plaatsen.
Alle discs weergave
1
Plaats de CD’s.
• Druk op CD 6 en dan op 7 alvorens naar de volgende stap te gaan indien de ingestelde bron niet de CD-speler is.
2
Druk herhaaldelijk op REPEAT zodat de ALL DISC indicator op het display oplicht.
Het tracknummer van de spelende disc knippert. (Tracknummers hoger dan 16 worden niet getoond.)
Tracknummer Verstreken speelduur
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere aanduiding op de display en wel in deze volgorde:
ALL DISC
(fabrieksinstelling)
REPEAT ALL DISC* REPEAT 1 DISC*
1 DISC
REPEAT 1*
REPEAT
PR
* Zie bladzijde 17.
– 14 –
G
3
Druk op de discnummertoets (CD1, CD2 of CD3) van de disc
CD 1
waarmee u de weergave wilt starten.
De CD-weergave start vanaf het eerste fragment van de gekozen disc.
• Door op CD 6 in plaats van een van de discnummertoetsen te drukken, start de weergave indien er een CD in de lade is geplaatst.
Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op de toets 7. Als u een CD wilt verwijderen, drukt u op de toets 0.
CD 2
Basisbediening van de CD-speler
CD 3
Tijdens het afspelen van een CD kunnen de volgende bewerkingen worden uitgevoerd.
CD’s verwisselen tijdens het afspelen van een andere CD
Druk op de toets DISC CHANGE om de CD uit de carrousel te kunnen nemen. De carrousel komt naar buiten geschoven. Als er tijdens het afspelen CD’s worden verwisseld, stopt het afspelen pas nadat de laatste CD die is verwisseld helemaal is afgespeeld.
Druk als u de carrousel wilt sluiten op de toets DISC CHANGE of op de toets 0.
DISC CHANGE
Volgorde waarin CD’s worden afgespeeld
Wanneer er drie CD’s in de carrousel liggen, worden die in een van de onderstaande volgorden afgespeeld:
• Als u op CD1 drukt : CD1 ] CD2 ] CD3 (Daarna wordt het
Nederlands
afspelen gestaakt)
• Als u op CD2 drukt : CD2 ] CD3 ] CD1 (Daarna wordt het afspelen gestaakt)
• Als u op CD3 drukt : CD3 ] CD1 ] CD2 (Daarna wordt het afspelen gestaakt)
* Als er slechts 2 CD’s zijn geladen, worden die in dezelfde
volgorde afgespeeld, maar wordt de lege lade overgeslagen.
Eén disc weergave
Met 2 of 3 CD’s in de laden geplaatst, kunt u de gewenste disc voor weergave kiezen.
1
Plaats de CD’s.
• Druk op CD 6 en dan op 7 alvorens naar de volgende stap te gaan indien de ingestelde bron niet de CD-speler is.
2
Druk herhaaldelijk op REPEAT zodat de 1 DISC indicator op het display oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere aanduiding op de display en wel in deze volgorde:
ALL DISC
(fabrieksinstelling)
REPEAT ALL DISC* REPEAT 1 DISC*
1 DISC
REPEAT 1*
* Zie bladzijde 17.
3
Druk op de discnummertoets (CD1, CD2 of CD3) van de disc die u wilt beluisteren.
De CD-weergave stopt nadat alle fragmenten van de gekozen disc éénmaal zijn afgespeeld en alle discs weergave wordt hervat.
Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op de toets 7. Als u een CD wilt verwijderen, drukt u op de toets 0. Als u het verlaten van één disc weergave, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT zaodat de ALL DISC indicator op het display oplicht.
Door de volgende handelingen wordt één disc weergave
• Uitschakelen van de stroom,
• Uitwerpen van de carousel, of
• Veranderen van de weergavebron.
tevens uitgeschakeld en alle discs weergave ingesteld—
CD 1
REPEAT
CD 2
Naar een andere CD in de carrousel gaan
Druk op de afstandsbediening op de toets DISC SKIP.
Het afspelen kort onderbreken
Druk op de toets CD 6. Zolang het afspelen is onderbroken, wordt de vermelding “PAUSE” op de display weergegeven.
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op de toets CD 6.
Als u een bepaald punt in een track wilt opzoeken
Druk tijdens het afspelen van de CD op de toets 1 of op de toets ¡ en houd de toets ingedrukt.
1: Achteruit zoeken.
PRO
¡: V ooruit zoeken. Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u de toets 4/1 of de toets ¢/¡ indrukken en ingedrukt houden.
Naar een andere track gaan
Druk voor of tijdens het afspelen van de CD herhaaldelijk op de toets 4 of de toets ¢.
4:Hiermee gaat u terug naar het begin van de huidige of vorige tracks.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende of daarop volgende tracks.
Als u voor of tijdens het afspelen op de eenheid op de
Het fragmentnummer blijft veranderen totdat u de toets loslaat.
CD 3
Rechtstreeks naar een andere track gaan met behulp
toets 4 of ¢ drukt en deze ingedrukt houdt
van de nummertoetsen
Met de nummertoetsen kunt u voor of tijdens het afspelen direct aangeven welke track u wilt horen.
Bijvoorbeeld:
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor track 32 drie maal op +10, +10, +10 en daarna op 2.
– 15 –
DISC SKIP
CD
12
4
5
78
+10
10
3
6
9
AN
Vervolg
De afspeelvolgorde van tracks programmeren —de functie Program Play
Het is mogelijk de volgorde waarin tracks worden afgespeeld te bepalen voordat u met afspelen begint. Er kunnen
maximaal 32 tracks worden geprogrammeerd.
• Als u een door uzelf samengesteld programma herhaaldelijk wilt afspelen (zie bladzijde 17), moet u eerst Program Play activeren en daarna op de toets REPEAT drukken.
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Plaats de CD’s.
• Druk op CD 6 en dan op 7 alvorens naar de volgende stap te gaan indien de ingestelde bron niet de CD-speler is.
CD 1
PROGRAM R
CD 3
CD 2
2
Druk op de toets PROGRAM zodat de vermelding “PROGRAM” op de display verschijnt.
Tevens gaat de indicator PRGM (programma) op de display aan.
• De alle discs weergavefunctie wordt automatisch gekozen. U kunt de één disc weergavefunctie niet voor geprogrammeerde weergave kiezen.
• Als er een programma in het geheugen ligt opgeslagen, wordt dat programma opgeroepen.
3
Druk op een van de CD-toetsen (CD1, CD2 en CD3) om de CD van uw keuze af te kunnen spelen.
Tracknummer
CD-nummer Nummer van de programmastap
5
Programmeer naar keuze nog andere tracks.
• Als u tracks van dezelfde CD wilt programmeren, herhaalt u stap 4.
• Als u tracks van een andere CD wilt programmeren, herhaalt u stap 3 en 4.
6
Druk op de toets CD 6.
De tracks worden afgespeeld in de volgorde waarin u deze hebt geprogrammeerd.
Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op de toets 7. Als u het verlaten van de geprogrammeerde
weergavefunctie, drukt u nogmaals op PROGRAM voor of
na de weergave zodat het toestel in de alle discs weergavefunctie schakelt. (Het door u gemaakte programma wordt in het geheugen bewaard totdat u het toestel uitschakelt, de carousel uitwerpt of het programma wist.)
• De geprogrammeerde weergave wordt tevens geannuleerd door een druk op 0.
Het programma aanpassen
Het is mogelijk om voor het afspelen van een programma de laatst geprogrammeerde track die op het display wordt weergegeven uit het programma te wissen. U doet dit door op de toets CANCEL/DEMO te drukken.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de laatst geprogrammeerde track uit het programma verwijderd.
Als u tijdens het afspelen van het programma een andere track wilt kiezen, moet u op de toets ¢ (of de toets 4)
drukken zodat de af te spelen track volgens het programma wordt gewijzigd (een latere track of een eerder track wordt afgespeeld).
Als u voordat u het afspelen van het programma begint tracks aan het programma wilt toevoegen, hoeft u alleen
maar de CD-nummers en/of tracknummers te selecteren die u wilt toevoegen. Volg hiertoe stap 3 en 4 van de programmeerprocedure.
Als u het programma voor of tijdens het afspelen van een programma wilt wissen, moet u tweemaal op de toets 7
drukken.
• Het geheugen wordt tevens gewist door de stroom uit te schakelen of de carousel uit te werpen.
CD
CANCEL
/
DEMO
Nederlands
4
Druk op de toets 4 of de toets ¢ om het gewenste tracknummer van de CD te selecteren en druk vervolgens op de toets SET.
Elke keer wanneer u een track selecteert en op de toets SET drukt, wordt het geselecteerde tracknummer aan de tracknummers op het display toegevoegd.
SET
Als u een 33e stap probeert te programmeren
De vermelding “FULL” wordt op de display weergegeven.
Als uw programmeerpoging wordt genegeerd
U hebt geprobeerd een track te programmeren van een lege CD-lade of u hebt een tracknummer opgegeven dat niet bestaat. Dergelijke programmeerpogingen worden genegeerd.
– 16 –
Tracks in willekeurige volgorde afspelen
R
—de functie Random Play
Tracks of CD’s herhaaldelijk afspelen —de functie Repeat Play
Bij het afspelen van tracks in willekeurige volgorde worden de tracks van de CD in de carrousel in een volstrekt willekeurige volgorde ten gehore gebracht.
• Als u de afspeelmodus Random Play wilt gebruiken, dient u eerst de afspeelmodus Program Play te verlaten.
1
Plaats een CD.
2
Druk op de discnummertoets (CD1, CD2 en CD3) van de disc die u wilt beluisteren en druk vervolgens op 7.
3
Nederlands
Druk net zo vaak op de toets RANDOM tot de vermelding “RANDOM” op de display verschijnt.
Tevens gaat de indicator RANDOM op de display aan.
• Door het activeren van willekeurige weergave wordt herhaalde weergave of alle discs weergave geannuleerd. (Eén disc weergave wordt automatisch gekozen.)
• De tracks worden automatisch in een willekeurige volgorde afgespeeld. Het afspelen in willekeurige volgorde stopt wanneer alle tracks een keer zijn afgespeeld.
Als u het afspelen wilt stoppen, moet u op de toets 7 drukken.
Als u het verlaten van de willekeurige weergave drukt u tijdens de weergave nogmaals op RANDOM zodat de alle discs weergavefunctie wordt ingesteld.
• De willekeurige weergave wordt tevens geannuleerd door een druk op 0.
CD 1
M RANDOM
CD 2
U kunt alle CD’s, een heel programma of losse tracks net zo vaak achter elkaar ten gehore brengen als u wilt.
• De herhaalfunctie (Repeat Play) en de functie voor afspelen in willekeurige volgorde (Random Play) kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Als u tracks of CD’s herhaaldelijk wilt afspelen,
moet u voor of tijdens het afspelen op de toets REPEAT drukken.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert
CD 3
de herhaalfunctie die op de display verschijnt, en wel in deze volgorde:
ALL DISC*
REPEAT ALL DISC REPEAT 1 DISC
REPEAT 1 : Als u deze optie kiest, wordt één REPEAT 1 DISC** : Als u deze optie kiest, worden alle REPEA T ALL DISC : Herhaalt alle fragmenten van alle
* Zie bladzijde 14 en 15. ** De optie REPEAT 1 DISC kan niet worden gekozen in
combinatie met Program Play.
Druk als u de herhaalfunctie wilt annuleren, net zo vaak op de toets REPEAT tot de bijbehorende indicator (REPEAT 1, REPEAT 1 DISC of REPEAT ALL DISC) op de display uitgaat.
• De herhaalfunctie weergave wordt tevens geannuleerd door een druk op 0.
1 DISC*
track op één CD herhaald. tracks van één CD herhaald. CD’s, of alle geprogrammeerde
fragmenten.
REPEAT 1
De CD-speler vergrendelen—de functie Tray Lock
Met de vergrendelingsfunctie Tray Lock kunt u voorkomen dat de carrousel wordt geopend en er CD’s worden uitgenomen.
• Deze bewerking kan alleen aan de voorzijde van de eenheid worden uitgevoerd als de CD-speler als afspeelbron is geselecteerd.
REPEAT
P
Er wordt automatisch een willekeurige andere track geselecteerd.
Als u op de toets 4 of de toets ¢ drukt
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
Om te voorkomen dat er CD’s worden uitgenomen, moet
u op de toets 0 voor de carrousel drukken terwijl u de toets 7 ingedrukt houdt. De vermelding “LOCKED” verschijnt op de display om aan te geven dat de carrousel met CD’s nu ontoegankelijk is.
Als u de vergrendelingsfunctie wilt opheffen, drukt u nogmaals op de toets 0 voor de carrousel terwijl u de toets 7 ingedrukt houdt. De vermelding “UNLOCKED” verschijnt enige tijd op de display om aan te geven dat de carrousel weer toegankelijk is.
Als u probeert de CD’s te verwijderen
Op de display verschijnt de vermelding “LOCKED” om aan te geven dat de vergrendelingsfunctie Tray lock actief is.
– 17 –
Cassettes afspelen
Een cassette afspelen
1
Druk op de toets EJECT (0) van het cassettedeck dat u wilt gebruiken.
Voor deck B
Voor deck A
2
Plaats de cassette met de kant waar de band blootligt onder en de af te spelen kant naar u toe gericht.
• Het is alleen mogelijk om cassettes van Type 1 af te spelen.
Druk als u het afspelen wilt stoppen op de toets 7. Druk als u het andere deck wilt bedienen op de toets
TAPE A of de toets TAPE B (of op de toets TAPE A/B op de afstandsbediening) en daarna op de toets TAPE 3.
Druk als u de cassette snel vooruit wilt spoelen op de toets ¡ (of op de toets ¢/¡ op de afstandsbediening). De indicator voor de geselecteerde cassette (3) gaat snel op de display knipperen.
Druk als u de cassette snel terug wilt spoelen op de toets 1 (of op de toets 4/1 op de afstandsbediening). De indicator voor de geselecteerde cassette (2) gaat snel op de display knipperen.
Druk als u de cassette wilt verwijderen op de toets 0 EJECT als u de cassette in deck A wilt verwijderen of op de toets EJECT 0 als u de cassette in deck B wilt verwijderen.
Nederlands
3
Sluit het cassettecompartiment voorzichtig.
Als u in zowel deck A als deck B een cassette hebt geplaatst, wordt het laatste deck waarin u een cassette hebt geplaatst geselecteerd. Als u het andere deck wilt bedienen, moet u op de toets TAPE A of de toets TAPE B drukken (of op de toets TAPE A/B op de afstandsbediening).
4
Druk op de toets TAPE 3.
De cassette wordt afgespeeld en de indicator voor de cassette die wordt afgespeeld (3) gaat langzaam op de display knipperen.
Als de cassette het einde van de band heeft bereikt,wordt het afspelen automatisch beëindigd.
TAPE
Het gebruik van C-120 of cassettes met een dunnere band wordt afgeraden aangezien de kwaliteit van deze cassettes snel afneemt en de band in veel gevallen vastloopt in het rolmechanisme van het cassettedeck.
– 18 –
Opnames maken
D
T
BELANGRIJK:
Het is niet toegestaan opnames te maken van materiaal waarop copyright berust of dit materiaal te beluisteren zonder uitdrukkelijke toestemming van degene bij wie het copyright berust.
• Het opnameniveau wordt automatisch goed ingesteld en kan dus niet worden beïnvloed door deze toetsen of knoppen: VOLUME, SUBWOOFER LEVEL en SOUND MODE. U kunt weergavevolume tijdens het maken van een opname dus naar uw eigen voorkeur instellen zonder dat dit van in vloed is op het opname volume.
• Tijdens het maken van een opname kunt u via de luidspreker of hoofdtelefoon naar geluidsmodi luisteren, maar het geluid wordt zonder geluidsmodi opgenomen (zie bladzijde 10).
• Als op opnames die u maakt veel ruis of ander ongewenst
Nederlands
geluid voorkomt, kan het zijn dat de eenheid te dicht in de buurt van een TV is opgesteld. Plaats de eenheid in dat geval uit de buurt van de TV.
• Voor het maken van opnames dient u cassettes van Type 1 te gebruiken.
Voorkomen dat u belangrijke opnames per ongeluk wist
Cassettes zijn uitgerust met twee wispreventielipjes, waarmee u belangrijke opnames kunt beveiligen. Verwijder het linker lipje gezien van de speelkant van de cassette als er op die kant een opname staat die u niet per ongeluk wilt wissen. Als u het gat dat ontstaat met plakband afplakt, kunt u weer opnames op de desbetreffende kant van de cassette maken.
De beste geluidskwaliteit voor opnemen en afspelen
De opnameknop, geleidewielen of pinnen van de cassettedecks trekken vuil aan en dit resulteert in:
• Verminderde geluidskwaliteit
• Onderbroken weergave van geluid
• Wegvallen van het geluid
• Onvolledig wissen
• Problemen met het maken van opnames
Opnames maken op een cassette in deck B
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Druk op de toets EJECT 0 van deck B.
2
Plaats de voor opname geschikte cassette met de kant waar de band blootligt onder en de kant voor opname naar u toe gericht.
3
Sluit het cassettecompartiment voorzichtig.
4
Start het afspelen van de bron: een FM-zender, MW-zender, LW-zender, de CD-speler of een extern apparaat dat op de ingang AUX IN is aangesloten.
• Zie “Hele cassette kopiëren (dubbing)” op bladzijde 20 voor het kopiëren.
• Zie “CD-synchroonopname” op bladzijde 20 voor het opnemen van een CD.
5
Druk op de toets REC START/STOP.
De indicator REC op de display gaat aan en het opnemen begint.
REC START
/STOP
C S
De koppen, pinnen en geleidewielen reinigen
Gebruik een wattenstaafje gedrenkt in alcohol.
Pin
Wiskop
Geleidewiel
Koppen
De kop demagnetiseren
Schakel de eenheid uit en gebruik een demagnetisatiecassette (verkrijgbaar bij elektronica- en audiozaken).
Druk als u het opnemen wilt beëindigen nogmaals op de toets REC START/STOP of druk op de toets 7.
Als u de cassette wilt verwijderen op de toets EJECT 0 van deck B.
– 19 –
B
Hele cassette kopiëren (dubbing)
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Druk op de toets TAPE 3, en daarna op de toets 7.
TAPE
2
Plaats de broncassette in deck A en een cassette die geschikt is voor het maken van opnames in deck B.
EC
3
Druk op de toets DUBBING.
Het kopiëren begint. De vermelding “DUBBING” wordt op de display weergegeven en de indicator REC (opnemen) op display gaat aan.
RT
DUBBING
CD-synchroonopname
Dit is de meest eenvoudige manier om een CD op cassette op te nemen.
• U kunt de tracks van een CD ook in de volgorde waarin u deze in een door u zelf samengesteld programma hebt geplaatst op cassette opnemen.
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Plaats een cassette waarop opnames kunnen worden gemaakt in deck B.
2
Plaats de disc juist in de uitsparing van de disclade met de labelkant boven.
3
Druk op de juiste CD-toets (CD1, CD2 en CD3) om de geplaatste CD te selecteren en druk daarna op de toets 7.
CD 3
CD 2
CD 1
Nederlands
Als u het stoppen tijdens het kopiëren, drukt u op REC START/STOP of 7.
Als u de cassettes wilt verwijderen drukt u op de toets 0 EJECT voor deck A en op de toets EJECT 0 voor deck B.
RT
4
Druk op de toets CD REC START.
De vermelding “CD REC” wordt op de display weergegeven en de indicator REC (opnemen) gaat aan.
Deck B begint met opnemen en de CD-speler begint met afspelen. Als het opnemen is voltooid, stoppen de CD-speler en deck B.
Als u het stoppen tijdens CD-synchroonopname, drukt u op REC START/STOP of 7.
Als u de cassette wilt verwijderen, drukt u op de toets EJECT 0 voor deck B.
CD REC START
DUB
– 20 –
Werken met de timers
Deze eenheid beschikt over drie timers (tijdschakelaars)—de Daily Timer, Recording Timer en Sleep Timer. U kunt deze timers alleen op betrouwbare wijze gebruiken nadat u de in deze eenheid ingebouwde klok goed hebt ingesteld. (Zie de paragraaf “De klok instellen” op bladzijde 9.)
De Daily Timer instellen
Met deze functie kunt u wakker worden met uw favoriete muziek of radioprogramma. U kunt de Daily Timer te allen tijde instellen, of de eenheid nu is in- of uitgeschakeld.
Hoe de Daily Timer in de praktijk werkt
Als de Daily Timer is ingesteld, schakelt de eenheid zich automatisch op de ingestelde tijd en met het ingestelde volume in en begint de geselecteerde bron te spelen. (De indicator knippert zolang de timer actief is). Wanneer het tijdstip van uitschakelen is aangebroken, schakelt de eenheid
Nederlands
zichzelf automatisch uit (standby). De dagelijkse timer werkt iedere dag tenzij u de timer annuleert.
• Voor de onderstaande bewerking is een tijdslimiet van kracht. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
• Als u tijdens het instellen van de timer een fout maakt, moet u op de toets CANCEL/DEMO drukken. (Dit werkt echter niet in alle gevallen. Als u de fout niet met de toets CANCEL/DEMO kunt annuleren, moet u herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER drukken en weer bij stap 1 beginnen.)
Voordat u begint...
Als u een CD als afspeelbron wilt gebruiken: —Zorg ervoor dat er zich een CD in de uitsparing van
de carrousel bevindt die overeenkomt met het CD­nummer.
Als u een cassette als afspeelbron wilt gebruiken: —Zorg ervoor dat er zich een cassette in het
cassettedeck bevindt waarvan de indicator op de display aan is (Deck A of Deck B).
Als u een extern apparaat als afspeelbron wilt
gebruiken:
—Zorg ervoor dat de tijd van de klok op het externe
apparaat gelijkloopt met de tijd van deze eenheid.
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot de vermelding “DAILY” op de display wordt weergegeven.
De indicator gaat aan en de indicator DAILY begint op de display te knipperen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere instelling voor de klok weergegeven, en wel in deze volgorde:
DAILY
Geannuleerd
(Daily Timer)
CLOCK
(Zie bladzijde 9.)
RECON TIME
ON TIME
(Recording Timer)
CLOCK
/
TIMER
2
3
4
5
– 21 –
Druk nogmaals op de toets
CLOCK
/
TIMER
CLOCK/TIMER.
De vermelding “ON TIME” wordt circa 2 seconden op de display weergegeven. Vervolgens kunt u de inschakeltijd invoeren.
Geef het tijdstip op waarop de eenheid moet worden ingeschakeld.
1) Druk op de toets 4 of ¢ om het uur in
te stellen. Druk daarna op de toets SET.
2) Druk op de toets 4 of ¢ om de minuut
in te stellen. Druk daarna op de toets SET. Vervolgens wordt gedurende circa 2 seconden de vermelding “OFF TIME” weergegeven. U kunt nu de uitschakeltijd invoeren.
SET
Geef het tijdstip op waarop de eenheid moet worden uitgeschakeld (in standby te zetten).
1) Druk op de toets 4 of ¢ om het uur
in te stellen. Druk daarna op de toets SET.
2) Druk op de toets 4 of ¢ om de minuut
in te stellen. Druk daarna op de toets SET. Vervolgens kunt u de afspeelbron opgeven.
SET
Druk op de toets 4 of de toets ¢ om een afspeelbron te selecteren en druk daarna op de toets SET.
• Elke keer wanneer u op de toets 4 of de toets ¢ drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd:
TUNER FM
TUNER FM :hiermee stemt u op een FM-voorkeurzender
TUNER MW: hiermee stemt u op een MW -voorkeurzender
TUNER L W : hiermee stemt u op een LW-voorkeurzender
CD :hiermee speelt u een CD vanaf de eerste
TAPE :hiermee speelt u een cassette in deck A of
AUX :hiermee speelt u het externe apparaat af.
TUNER MW
TAPEAUX
af. = ga naar stap 6.
af. = ga naar stap 6.
af. = ga naar stap 6.
track af. = ga naar stap 7.
B af.
= ga naar stap 7. = ga naar stap 7.
TUNER LW
CD
SET
Vervolg
6
Selecteer het nummer van een voorkeurzender.
Druk op de toets 4 of de toets ¢ om een voorkeurzender te selecteren en druk daarna op de toets SET. U kunt nu het gewenste volume opgeven.
7
Druk op de toets 4 of de toets ¢ om het volumeniveau in te
stellen.
• U kunt een van de volgende instellingen voor het volume selecteren: VOL MIN, VOL 1 — VOL 30 en VOL MAX.
8
Druk op de toets SET om het instellen van de Daily timer te voltooien.
De indicator DAILY stopt met knipperen en blijft nu continu branden. De door u opgegeven instellingen worden een voor een op de display bevestigd.
9
Druk op de toets
STANDBY
STANDBY/ON om de eenheid uit te schakelen (in standby te zetten) als u de timer hebt ingesteld terwijl de eenheid was ingeschakeld.
Als de eenheid al in ingeschakeld als de inschakeltijd aanbreekt
De Daily Timer werkt niet.
SET
SET
STANDBY/ON
De Recording Timer instellen
Met deze timer kunt u automatisch een opname van een radio-uitzending op een cassette maken. De Recording Timer kan worden ingesteld wanneer de eenheid is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Hoe de Recording Timer in de praktijk werkt
Als de Recording Timer is ingesteld, schakelt de eenheid zich automatisch op de ingestelde tijd en met het volume “VOL MIN” in en wordt van de geselecteerde bron opgenomen. (De indicator knippert zolang de timer actief is). Wanneer het tijdstip van uitschakelen is aangebroken, schakelt de eenheid zichzelf automatisch uit (standby). De Recording Time werkt slechts één keer, maar de instelling voor de Recording Time blijft in het geheugen bewaard totdat u de instelling verandert.
• Voor de onderstaande bewerking is een tijdslimiet van kracht. Als u de instelling annuleert nog voordat u de bewerking hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 2 beginnen.
• Als u tijdens het instellen van de timer een fout maakt, moet u op de toets CANCEL/DEMO drukken. (Dit werkt echter niet in alle gevallen. Als u de fout niet met de toets CANCEL/DEMO kunt annuleren, moet u herhaaldelijk op de toets CLOCK/TIMER drukken en weer bij stap 2 beginnen.)
ALLEEN met behulp van de toetsen op de eenheid:
1
Plaats een cassette waarop opnames kunnen
ECO
worden gemaakt in deck B.
2
Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot de vermelding “REC” op de display wordt weergegeven.
De indicator gaat aan en de indicator REC begint op de display te knipperen.
CLOCK
/
TIMER
Nederlands
De Daily Timer in- of uitschakelen nadat de instellingen zijn opgegeven
1
Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot de vermelding “DAILY” op de display wordt weergegeven.
2
Druk als u de Daily Timer wilt uitschakelen op de toets CANCEL/DEMO.
De indicator DAILY op de display gaat uit (de vermelding “OFF” wordt enige tijd weergegeven). De Daily Timer is geannuleerd maar de instelling voor de Daily Timer blijft in het geheugen bewaard totdat u de instelling verandert.
Druk als u de Daily Timer wilt inschakelen op de toets SET.
De indicator DAILY op de display gaat aan. De door u opgegeven instellingen worden een voor een ter bevestiging op de display weergegeven.
CLOCK
/
TIMER
CANCEL
/
DEMO
SET
3
– 22 –
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere instelling voor de klok weergegeven, en wel in deze volgorde:
DAILY
Geannuleerd
(Daily Timer)
CLOCK
(Zie bladzijde 9.)
Druk nogmaals op de toets
RECON TIME
ON TIME
(Recording Timer)
CLOCK
/
TIMER
CLOCK/TIMER.
De vermelding “ON TIME” wordt circa 2 seconden op de display weergegeven. Vervolgens kunt u de inschakeltijd invoeren.
4
SLEEP10
OFF
(Geannuleerd)
SLEEP20 SLEEP30 SLEEP60
SLEEP90SLEEP120
Geef het tijdstip op waarop de eenheid moet worden ingeschakeld.
1) Druk op de toets 4 of ¢ om het uur
in te stellen. Druk daarna op de toets SET.
2) Druk op de toets 4 of ¢ om de minuut
in te stellen. Druk daarna op de toets SET. Vervolgens wordt gedurende circa 2 seconden de vermelding “OFF TIME” weergegeven. U kunt nu de uitschakeltijd invoeren.
5
Geef het tijdstip op waarop de eenheid moet worden uitgeschakeld (in standby te zetten).
1) Druk op de toets 4 of ¢ om het uur
in te stellen. Druk daarna op de toets SET.
2) Druk op de toets 4 of ¢ om de minuut
in te stellen. Druk daarna op de toets SET.
Nederlands
Vervolgens kunt u de voorkeurzender opgeven.
6
Selecteer een voorkeurzender.
1) Druk op de toets 4 of de toets ¢ om
de gewenste omroepband te selecteren (“TUNER FM”, “TUNER MW” of “TUNER LW”) en druk daarna op de toets SET.
2) Druk op de toets 4 of de toets ¢ om het
nummer van de voorkeurzender te selecteren. Druk daarna op de toets SET. De indicator REC stopt met knipperen en blijft continu branden. De door u opgegeven instellingen worden ter bevestiging een voor een op de display weergegeven.
7
Druk op de toets
STANDBY/ON om de eenheid uit te schakelen (in standby te zetten) als u de timer hebt ingesteld terwijl de eenheid was ingeschakeld.
Indien u tijdens opname van bron verandert, verandert hierdoor tevens de bron die wordt opgenomen.
De Recording Timer in- of uitschakelen nadat de instellingen zijn opgegeven
1
2
Meer over de opnamebron
Druk net zo vaak op de toets CLOCK/TIMER tot de vermelding “REC” op de display wordt weergegeven.
Druk als u de Recording Timer wilt uitschakelen op de toets CANCEL/DEMO.
De indicator REC op de display gaat uit (de vermelding “OFF” wordt enige tijd weergegeven). De Recording Timer is geannuleerd maar de instelling voor de Recording Timer blijft in het geheugen bewaard totdat u de instelling verandert.
Druk als u de Recording Timer wilt inschakelen op de toets SET.
De indicator REC op de display gaat aan. De door u opgegeven instellingen worden een voor een ter bevestiging op de display weergegeven.
STANDBY
SET
SET
STANDBY/ON
CLOCK
/
CANCEL
/
SET
TIMER
DEMO
SET
De Sleep Timer instellen
Met deze timer kunt u in slaap vallen met uw fav oriete muziek. De Sleep Timer kan worden ingesteld wanneer de eenheid aanstaat.
Hoe de Sleep Timer in de praktijk werkt
De eenheid wordt automatisch uitgeschakeld nadat er een bepaalde periode is verstreken.
ALLEEN op de afstandsbediening:
1
Druk op de toets SLEEP.
De tijdsduur tot de uitschakeltijd wordt weergegeven en de indicator SLEEP begint op de display te knipperen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt er een andere tijdsduur op de display en wel in deze volgorde:
2
Wacht na het instellen van de tijdsduur ongeveer 5 seconden.
De indicator SLEEP stopt met knipperen en is nu continu aan.
Als u wilt weten hoeveel tijd er nog resteert tot de eenheid wordt uitgeschakeld, moet u eenmaal op de toets SLEEP drukken.
Gedurende ongeveer 5 seconden kunt u zien ov er hoeveel minuten de eenheid door deze functie wordt uitgeschakeld.
Als u de uitschakeltijd wilt wijzigen, drukt u net zo vaak op de toets SLEEP tot de gewenste tijdsduur verschijnt.
Als u de instelling wilt annuleren, drukt u net zo vaak op de toets SLEEP tot de vermelding “OFF” op de display verschijnt en de indicator SLEEP op de display uitgaat.
ECO
• De functie Sleep Timer wordt ook uitgeschakeld als u de eenheid zelf uitschakelt.
Prioriteiten van de timers
Aangezien elke timer onafhankelijk van elke andere timer kan worden ingesteld, zult u zich misschien afvragen wat er gebeurt als de instellingen elkaar overlappen. De timers hebben in verschillende omstandigheden verschillende prioriteiten. Hieronder volgen enkele voorbeelden.
Recording Timer heeft prioriteit over de Daily Timer. Indien tijdens de werking van de Daily Timer de starttijd voor de Recording Timer wordt bereikt, wordt de Daily Timer geannuleerd en start de Recording Timer.
7:00
6:30
Recording Timer Daily Timer
geannuleerd.
• Als de Sleep Timer is ingesteld om te worden geactiveerd wanneer er al een andere timer actief is (de Daily Timer of de Recording Timer), gaat de timer met de vroegste uitschakeltijd voor.
Sleep Timer Recording Timer
22:0021:30
geannuleerd.
Als u de Recording Timer en de Sleep Timer zodanig hebt ingesteld dat deze op hetzelfde tijdstip actief worden, moet u goed letten op de uitschakeltijd.
– 23 –
SLEEP
7:306:00
22:3021:00
Onderhoud
De eenheid functioneert het beste wanneer u zowel uw geluidsdragers (CD’s, cassettes) als apparatuur goed onderhoudt.
De eenheid reinigen
Vlekken op de eenheid
Vlekken moeten worden afgeveegd met een zachte doek. Als de eenheid erg vuil is, veeg deze dan af met een goed uitgewrongen doek die is gedrenkt in water met een neutraal wasmiddel, en veeg het daarna schoon met een droge doek.
Voorkom beschadiging van de eenheid en let derhalve
op de volgende punten.
- Veeg de eenheid NIET af met een harde doek.
- Veeg NIET krachtig op de eenheid.
- Maak de eenheid NIET schoon met een verdunningsmiddel of benzine.
- Zorg dat de eenheid NIET in contact komt met vluchtige stoffen zoals insecticiden.
- Zorg dat de eenheid NIET voor langere tijd in contact komt met rubber of plastic.
CD’s
• Neem de CD uit de doos door de CD bij de randen vast te pakken en met de wijsvinger op het gat in het midden van de CD te drukken.
• Raak het zilverkleurige oppervlak van de CD niet met de vingers aan. Let erop dat u de CD niet buigt.
• Plaats de CD na gebruik weer terug in de doos of hoes om beschadiging en kromtrekken te voorkomen.
Cassettes
• Als de band los in de cassette zit, kunt u het losse gedeelte met behulp van een pen die u in een van de wieltjes steekt voorzichtig oprollen.
• Een losse band kan snel beschadigd raken, beschadigingen veroorzaken, of vastlopen.
• Raak de band van de cassette nooit met de vingers aan.
Nederlands
• Bewaar cassettes niet op de volgende plaatsen: — In een stoffige omgeving — In direct zonlicht of in een warme
omgeving — In een vochtige omgeving — In de buurt van ee magneet
• Let erop dat u geen krassen op het oppervlak van de CD maakt als u de CD weer in de doos plaatst.
• Voorkom dat de CD wordt blootgesteld aan direct zonlicht, extreme temperatuurschommelingen en vocht.
De CD reinigen
Als een CD niet schoon is, moet u die met een zachte doek reinigen. Beweeg de doek vanuit het midden van de CD naar de rand.
Gebruik GEEN oplosmiddelen zoals reinigers voor grammofoonplaten, een spuitbus met oplosmiddelen, of terpentine om de CD schoon te maken.
– 24 –
Aanvullende informatie
Beschrijving van de PTY-codes:
NEWS: Nieuws. AFFAIRS: Een programma over een actueel onderwerp,
INFO: Informatief programma in de breedste zin van het
SPORT: Sportprogramma in de breedste zin van het woord. EDUCATE: Educatief programma. DRAMA: Hoorspelen en feuilletons. CULTURE: Cultureel programma, op regionaal of nationaal
SCIENCE: Programma over wetenschap en technologie. VARIED: Gevarieerd programma, zoals quizzen, spelletjes en
POP M: Moderne, populaire muziek. ROCK M: Rock-muziek.
Nederlands
M.O.R. M: Eigentijdse muziek die als easy-listening kan worden
LIGHT M: Instrumentele muziek, vocale muziek en koren. CLASSICS: Klassieke muziek, orkesten, symfonieën,
OTHER M: Muziek die niet in een van de muziekcategorieën
WEATHER: Weersvooruitzichten.
achtergronden bij het nieuws, een debat, of commentaar.
woord.
niveau, en betrekking hebbend op taal, theater, etc.
interviews.
getypeerd.
kamermuziek, aan.
past.
FINANCE: Beursberichten, informatie over handel en
nijverheid, financiële analyses, aan.
CHILDREN: Programma’s voor een jeugdig publiek. SOCIAL A: Programma’s over sociale wetenschappen,
geschiedenis, geografie, psychologie en de maatschappij.
RELIGION: Godsdienstig programma. PHONE IN: Een programma waarin luisteraars hun mening
kunnen geven, hetzij telefonisch, hetzij in een panel.
TRAVEL: Verkeersinformatie en toeristische informatie. LEISURE: Programma’s over vrijetijdsbesteding. JAZZ: Jazz-muziek. COUNTRY: Country-muziek. NATIONAL: Populaire muziek uit het land of de streek in de taal
van het land.
OLDIES: Muziek uit de categorie “goud van oud”. FOLK M: Muziek die zijn oorsprong vindt in de muzikale
cultuur van een bepaald land.
DOCUMENT:Documentaire over een actueel onderwerp,
onderzoeksjournalistiek.
Bepaalde FM-stations hanteren mogelijk een enigszins afwijkende classificatie van de PTY-codes.
Problemen oplossen
Mocht er zich een probleem met de eenheid voordoen, dan raden wij u aan eerst deze lijst met bekende problemen en oplossingen door te lopen alvorens contact op te nemen met de leverancier. Als u het probleem niet kunt verhelpen aan de hand van de tips die onderstaand worden gegeven, of als de eenheid fysieke schade heeft opgelopen, raden we u aan contact op te nemen met een erkende reparateur, zoals uw leverancier.
Probleem
De demonstratie op de display kan niet worden geannuleerd.
Geen geluid.
Uitzending is moeilijk te volgen vanwege ongewenst geluid.
Geluid van de CD wordt onderbroken.
De carrousel gaat niet open of dicht.
De CD speelt niet. De cassettecompartimenten kunnen niet
open. Kan geen opnames maken.
Geen enkele functie lijkt te werken.
De afstandsbediening doet het niet.
U hebt geprobeerd de demonstratie met behulp van andere toetsen te beëindigen.
De aansluitingen zitten los of zijn verkeerd tot stand gebracht.
• Antenne is losgeraakt.
• De AM (MW/LW) -raamantenne staat te dicht op de eenheid.
• De FM-antenne is niet voldoende uitgestrekt of opgehangen.
De CD is beschadigd of vuil.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
• De carrousel is vergrendeld.
De CD is ondersteboven geplaatst. De stekker is tijdens het afspelen van de
cassette uit het stopcontact verwijderd. De wisprevenstielipjes zijn van de cassette
verwijderd. De microprocessor in de eenheid werkt niet
vanwege elektrische storingen van buitenaf.
• Het pad tussen de afstandsbediening en de sensor op de eenheid is geblokkeerd.
• De batterijen zijn (bijna) leeg.
Oorzaak
Oplossing
Druk op CANCEL/DEMO op de eenheid (zie bladzijde 8).
Controleer alle aansluitingen en verbeter deze (zie bladzijde 6 – 8).
• Sluit de antenne aan zodat deze niet los kan schieten.
• Plaats de AM (MW/LW) -raamantenne ergens anders of draai de antenne enigszins.
• Hang de FM-antenne op een plaats op waar de beste ontvangst wordt verkregen.
Maak de CD schoon of vervang de CD (zie bladzijde 24).
• Plaats de stekker in het stopcontact.
• Hef de vergrendeling van de carrousel op (zie bladzijde 17).
Draai de CD om. Steek de stekker in het stopcontact.
Plak de opening op de cassette met plakband af.
Trek de stekker van de netspanningskabel uit het stopcontact en steek de stekker vervolgens opnieuw in het stopcontact.
• Verplaats het voorwerp dat de rechte lijn onderbreekt.
• Vervang de batterijen.
– 25 –
Specificaties
Ontwerp en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
CA-MXG700R
Versterker
Uitgangsvermogen SUBWOOFERS : 90 W per kanaal, min. RMS, beide
kanalen aangestuurd met 6 bij 63 Hz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 10%. (IEC268-3) 70 W per kanaal, min. RMS, beide kanalen aangestuurd met 6 bij 63 Hz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 0,9%. (DIN)
HOOFDLUIDSPREKERS : 45 W per kanaal, min. RMS, beide
kanalen aangestuurd met 4 bij 1 kHz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 10%. (IEC268-3) 30 W per kanaal, min. RMS, beide kanalen aangestuurd met 4 bij 1 kHz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 0,9%. (DIN)
Gevoeligheid/impedantie audio-input
(bij 1 kHz, gemeten bij HOOFDLUIDSPREKERS) AUX : 400 mV/50 k
Digitale output: DIGITAL OUT (OPTICAL)
Signaalgolflengte : 660 nm Output-niveau : –21 dBm tot –15 dBm
Impedantie luidsprekers: Subwoofers :6 – 16
Hoofdluidsprekers : 4 – 8
CA-MXG500R
Versterker
Uitgangsvermogen SUBWOOFERS : 60 W per kanaal, min. RMS, beide
kanalen aangestuurd met 6 bij 63 Hz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 10%. (IEC268-3) 40 W per kanaal, min. RMS, beide kanalen aangestuurd met 6 bij 63 Hz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 0,9%. (DIN)
HOOFDLUIDSPREKERS : 30 W per kanaal, min. RMS, beide
kanalen aangestuurd met 4 bij 1 kHz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 10%. (IEC268-3) 20 W per kanaal, min. RMS, beide kanalen aangestuurd met 4 bij 1 kHz, en een totale harmonische vervorming van niet meer dan 0,9%. (DIN)
Gevoeligheid/impedantie audio-input
(bij 1 kHz, gemeten bij HOOFDLUIDSPREKERS) AUX : 400 mV/50 k
Digitale output: DIGITAL OUT (OPTICAL)
Signaalgolflengte : 660 nm Output-niveau : –21 dBm tot –15 dBm
Impedantie luidsprekers: Subwoofers : 6 – 16
Hoofdluidsprekers : 4 – 8
Nederlands
Tuner
FM-tuner afstembereik : 87,50 MHz – 108,00 MHz AM-tuner afstembereik : MW: 522 kHz – 1 629 kHz
LW : 144 kHz – 288 kHz
CD-speler
Capaciteit van de CD-speler : 3 CDs Dynamisch bereik : 85 dB Signaal/ruis-verhouding : 85 dB
Cassettedeck
Frequentierespons
Normal (type I): 50 Hz — 14 000 Hz
Wow en flutter : 0,15% (WRMS)
Algemeen
Vereist vermogen : AC 230 V , 50 Hz Verbruik : 150 W (bij normaal gebruik)
19 W (in standby, met
energiebesparing uit—de normale modus: Normal)
2,3 W (in standby, met
energiebesparing aan—de
ecologische modus: ECO) Afmetingen (ong.) : 270 mm x 317 mm x 449 mm (W/H/D) Gewicht (ong.) : 9,1 kg
Meegeleverde accessoires
Zie bladzijde 6.
Tuner
FM-tuner afstembereik : 87,50 MHz – 108,00 MHz AM-tuner afstembereik : MW: 522 kHz – 1 629 kHz
LW : 144 kHz – 288 kHz
CD-speler
Capaciteit van de CD-speler : 3 CDs Dynamisch bereik : 85 dB Signaal/ruis-verhouding : 85 dB
Cassettedeck
Frequentierespons
Normal (type I): 50 Hz — 14 000 Hz
Wow en flutter : 0,15% (WRMS)
Algemeen
Vereist vermogen : AC 230 V , 50 Hz Verbruik : 130 W (bij normaal gebruik)
17 W (in standby, met
energiebesparing uit—de normale modus: Normal)
2,3 W (in standby, met
energiebesparing aan—de
ecologische modus: ECO) Afmetingen (ong.) : 270 mm x 317 mm x 449 mm (W/H/D) Gewicht (ong.) : 8,8 kg
Meegeleverde accessoires
Zie bladzijde 6.
– 26 –
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0302KSMMDWSAMGE, FR, NL
Loading...