Juno JSI 5462 User Manual [no]

Lave-vaisselle Afwasmachine JSI 5462
Mode d’emploi Gebruiksaanwijzing
Zo is de gebruiksaanwijzing opgezet
Onderstaande symbolen wijzen u de weg in de gebruiksaanwijzing:
1. 2. 3. De bediening stap voor stap Tips en adviezen
Voor de gebruiker
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 27 Beschrijving van het apparaat 28 Het bedieningspaneel 29 Vóór het in gebruik nemen 30 Gebruik van het toestel 31
Zoutvat vullen 31 Glansmiddel 32 Dosering 32 Afwasmiddel 33
Beladen van de korven 34 Praktische tips voor het afwassen 36 Programma-overzicht 37 Zo gaat u te werk 38
Onderhoud 39
Binnenkant van de machine 39 Reiniging van de afvoerzeef 39 Reiniging van de bodemzeef 39 Buitenkant van de machine 40 Als de machine langere tijd buiten gebruik is 40 Bescherming tegen vorst 40 Vervoeren van de machine 40
Herstel van eenvoudige storingen 41 Veiligheidsinrichtingen tot bescherming
tegen overstroming 42 Service en onderdelen 43
Installatie
Technische gegevens 43 Watertoevoer 44 Waterafvoer 45 Elektrische aansluiting 45
Onderbouw-aanwijzingen 46
Stellen van de stelpootjes 46 Montage van het decorpaneel 47 Montage van de wasembescherplaat 48 Bevestigen aan aangrenzende
keukenmeubelen 48 Gewichtsverdeling van de deur 48 Aanpassen van de plint 49
Inhoud
26
PCO17NL
NEDERLANDS
Installatie
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat hebt vastgesteld, meldt u dit dan, voor u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het
apparaat aan het keukenmeubel moet worden vastgeschroefd dan moet u zich daaraan houden om te voorkomen dat het voorover kiept als de beladen onderkorf op de deur staat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen.
Houd afwasmiddel, glansmiddel en speciaal zout
uit de buurt van kinderen.
Tijdens het gebruik
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor
het afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkgerei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemicaliën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de afwasautomaat.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt,
mag tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren, schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, eventueel door de steker uit de wandcontactdoos te nemen.
Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor
huishoud-afwasmachines.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur,
teneinde te voorkomen dat iemand over de openstaande deur struikelt.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders
aangeeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeveling om het apparaat door middel van een tegen barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is barstbestendig.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de
binnenkant van de machine. U zou zich kunnen bezeren aan uitstekende metalen delen.
Tracht in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Afdanken
Materiaal met symbool kan gerecycled
worden.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude
apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot wordt.
Waarschuwingen en belangrijke adviezen
27
PSI01NL
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
NEDERLANDS
Beschrijving van het apparaat
28
PDA06NL
2 3
4 5
6 7
9
10
11
12
13
IN66
14
1
8
1. Instelling van de ontharder
2. Waterpasnokje
3. Vergrendeling bovenste korf
4. Deurbalansschroeven
5. Schroefdop van zoutvat
6. Onderste sproeiarm
7. Afwasmiddelhouder
8. Bedieningspaneel
9. Typeplaatje
10. Glansmiddelhouder
11. Bodemzeef
12. Afvoerzeef
13. Bovenste sproeiarm
14. Bovenste korf
NEDERLANDS
1. Lampje «in bedrijf»
Indien u op de Aan/Uit toets drukt, licht dit lampje op, wat betekent dat de afwasmachine ingeschakeld is.
2. Aan/Uit toets
Inschakelen
Na het drukken op deze toets schakelt de machine aan.
Uitschakelen
Zodra de machine klaar is, stopt hij automatisch. Door opnieuw op deze toets te drukken schakelt u de machine geheel uit.
3. Handgreep
Om de deur te sluiten drukt u hem eenvoudig goed in het slot. Om de deur te openen drukt u de greep iets naar boven en trekt u hem dan naar u toe.
4. Start-markering
5. Programmaknop
Om een programma te kiezen draait u deze knop rechtsom, tot de markering op de knop onder de gewenste programma staat.
6. Programma-overzicht
Hier vindt u een opgave welke programma’s de machine voor u kan uitvoeren.
Het bedieningspaneel
29
PCP29NL
1 2 3 4 5
6
NEDERLANDS
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u:
1. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is aangesloten
2. alle transportbeveiligingen uit de machine verwijderen
3. de waterontharder instellen
4. het zoutvat vullen
5. de glansmiddelhouder vullen
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch werkende ontharder die kalkafzetting op het servies en in de machine voorkomt. Hoe meer kalk het leidingwater bevat, des te harder is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen (zie tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in. Informatie daarover kunt u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 2 ingesteld. Als de waterhardheid is uw woonplaats afwijkt, moet u de ontharder verstellen.
Waterontharder verstellen:
M.b.v. een geldstuk of schroevendraaier de knop links boven aan de voorzijde van de machine op de juiste stand instellen.
Vóór het in gebruik nemen
30
PBU01NL
2
AA05
1
3
5
4
2
Waterhardheid
<4
5-11 12-22 23-34 35-50 51-67
0 1 2 3 4 5
NEE
JA JA JA JA JA
in °dH
Stand
zout
gebruiken
NEDERLANDS
Zoutvat vullen
Voordat u het toestel in gebruik neemt, moeten het zoutvat en de glansmiddelhouder gevuld worden. Tijdens het gebruik moeten ze van tijd tot tijd worden bijgevuld.
Houd de reiningsmiddelen en het zout altijd uit de buurt van kinderen!
Als de waterhardheid in uw woonplaats beneden 4° dH (stand 0) ligt, hoeft u geen zout te gebruiken.
Vanaf stand 1 moet zout worden gebruikt.
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasmachines.
Andere zoutsoorten zijin schadelijk voor de ontharder.
Vul het zoutvat altijd voordat u een volledig afwasprogramma start (dus niet bij programma voorspoelen). Daarmee voorkomt u dat gemorst zout en overgelopen zout water de machine aantasten.
Vullen:
1. Draai de dop van het zoutvat.
2. Giet water in het zoutvat tot het vol is (ca. 1 liter).
Dat is alleen de eerste keer dat u de machine in gebruik neemt nodig.
3. Vul m.b.v. de trechter het zoutvat (ca. 1.5 - 1.8 kg).
4. Het is normaal dat tijdens het zout vullen het
water overloopt.
5. Verwijder gemorst zout van het schroefdraad en de dop.
6. Draai de dop weer stevig vast.
Het zoutvat moet regelmatig bijgevuld worden. De dop heeft daarvoor in het midden een indikatievenstertje.
Als het zoutvat gevuld is, is er een groene markering te zien. Als het zout op is (na 30 tot 50 afwasbeurten), is deze markering bijna werdewenen. U weet dan dat u zout moet bijvullen.
Gebruik van het toestel
31
PFS01NL
SALE
SALT
SALZ
SEL
SR06
NEDERLANDS
SR11
Glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner». Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het
spoelwater toegevoegd. De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een
inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de doseer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeurten.
Vullen van de glansmiddelhouder
1. Draai de dop (A), linksom, van de houder.
2. Giet het glansmiddel in de houder tot de
indikator (B) geheel donker (vol) is.
Draai de dop weer op de houder.
Giet nooit afwasmiddel in de glansmiddelhouder. Veeg gemorst glansmiddel altijd met een doekje weg, anders wordt tijdens het afwassen te veel schuim gevormd.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de bereikte glans en van het droogresultaat. In de vulopening van de glansmiddelhouder vindt u een zes-standen regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen. Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of
een mes verdraaien. Verhoog de dosering als op het serviesgoed
druppels of druppelvlekken achterblijven. Verlaag de dosering als het serviesgoed witte, kleverige strepen vertoont.
32
PFR01NL
BR01
A
NEDERLANDS
B
BR02
BR03
5
4
6
x
3
a
2
m
1
C
5
4
6
x
3
a
2
m
1
Afwasmiddel
Gebruik uitsluitend speciale middelen voor huishoud-afwasmachines.
Bij het doseren van afwasmiddel gaat u als volgt te werk:
1. Open de afwasmiddelhouder door aan het palletje (D) te trekken.
2. Doseer afwasmiddel volgens de aanwijzingen in de programmatabel. Lees ook de aanwijzingen op de verpakking van het afwasmiddel. Aan de binnenkant van de houder vindt u twee markeringen:
- MIN = 15ml
- MAX = 30 ml
3. Sluit het dekseltje.
4. Voor een programma met voorspoelen moet u
ook een kleine hoeveelheid afwasmiddel bovenop het klepje strooien.
Als u onvoldoende afwasmiddel doseert, veroorzaakt dat een slecht afwasresultaat. Te veel afwasmiddel geeft geen beter resultaat, maar alleen onnodige verspilling en belast het milieu.
Fosfaatvrije afwasmiddelen met enzymen
In laag-alkalische compacte afwasmiddelen zijn de milieu-onvriendelijke bestanddelen vervangen door natuurlijke enzymen. Bij gebruik van deze compacte middelen raden wij u aan zout in het zoutvat te doen, ook als de waterhardheid beneden 4° dH ligt. Dat voorkomt kalkafzetting op het servies en op de kuip.
33
PUD01NL
D
MIN
MAX
DE07
NEDERLANDS
DE02
Trek de korven naar buiten om ze te beladen. Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, graten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruitschillen. Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en bevordert u een optimale reiniging.
Was in de machine geen kleine voorwerpen af die makkelijk door de korf kunnen vallen.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden (tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats ze naar het voorbeeld in de afbeeldingen. Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de rand van de korf en er op toezien dat de bovenste sproeiarm niet belemmerd kan worden.
Gebruik van het bestekmandje
Messen met een lang lemmet die rechtop staan kunnen gevaarlijk zijn. Plaats daarom lange en/of scherpe messen e.d. horizontaal in de bovenste korf. Pas op bij vullen en leeghalen van de machine.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep naar boven.
Lepels zoveel mogelijk tussen ander bestek in plaatsen, om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen.
Beladen van de korven
34
PBA03NL
UI33
IEC 436 / DIN 44990
NEDERLANDS
UI19
UI04
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kopjes, schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max. 24 cm diameter) en glazen.
Glazen met lange steel kunnen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
Plaats servies zodanig op en onder de opklapbare kopjesrekken, dat het water overal bij kan.
Voor groter servies kunt u de rekken omhoog klappen.
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Regeling hoogte bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen (diameter tussen 27-31 cm), dan kunt u deze in de onderste korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger geplaatst heeft.
Ga als volgt te werk:
- Open de knippen (A) aan de voorkant van de
bovenste korf en haal de korf eruit. Schuif de korf op grotere hoogte in de machine en doe de knippen (A) dicht.
U kunt in de bovenste korf nu geen borden meer plaatsen die een diameter van meer dan 20 cm hebben. Het kopjesrekje is tevens onbruikbaar.
Sluit de deur nadat u de machine hebt beladen. Een open deur kan gevaarlijk zijn.
35
PBA16NL
IEC 436 / DIN 44990
US41
NEDERLANDS
US29
A
RC01
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat het afwaswater niet langs maar op en in het serviesgoed wordt gesproeid.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst worden afgespoeld.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat hoe beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, serviesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling dat de lichte stukken niet van hun plaats kunnen worden gesproeid.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en bestek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen. Plaats na de maaltijd alles meteen in de machine en kies eventueel het voorspoelen programma (zie het programma-overzicht). Dat zorgt ervoor dat de resten alvast wat weggespoeld worden. Zet alleen een goed gevulde machine in werking.
Kies alleen een spaarprogramma als de machine niet vol is en/of het serviesgoed nauwelijks vuil is. Raadpleeg daarvoor de aanwijzingen in de tabel.
Niet alles is geschikt voor machinaal afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft, zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machinaal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde
grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurde
aardewerk en handbeschilderd porselein. Decoraties op porselein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof.
Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven is dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste korf en kies een snel programma. Na vele keren in de machine afwassen kunnen sommige glassoorten mat worden. Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwassen niet met andere metalen in aanraking kan komen. Ijzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor andere voorwerpen verkleuren. Aluminium verkleurt. Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed van porselein of aardewerk kunnen in de machine gewassen worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes op den duur verbleken. Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van de fabrikant voorzien zijn. Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat er geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes, kommen...).
Praktische tips voor het afwassen
36
PHT04NL
NEDERLANDS
Programma-overzicht
37
PWP21NL
Programma
Mate van
verontreiniging
en soort belading
Sterk verontreinigd. Servies, bestek, pannen.
Licht verontreinigd. servies, bestek.
Servies dat u pas later gaat afwassen.
Programma
knop
Toetsen
indrukken
Programma
beschrijving
Aanbevolen hoeveelheid
afwasmiddel
in de
houder
op het
dekseltje
1
*
65° Intensiv­Programm
(Intensief 65°)
3
**
65°Quick-
Programm
(Snel 65°)
4
Vorspül-Programm
(Voorspoelen)
25 g 5 g
25 g /
25 g /
/ /
Koud voorspoelen 65°C afwassen 1 x koud spoelen 1x 65°C spoelen Drogen met hetelucht
65°C afwassen 1 x koud spoelen 1 x 65°C spoelen
1 x koud spoelen (om te voorkomen dat voedselresten opdrogen).
*
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990
- Programma 1 (65° Normal-Programm) met wasmiddel type A;
- Glansmiddelhouder: stand 3.
- Standaard bevattingsvermogen: 12 couverts;
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 25 g in houder
5 g op houder.
**
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd ( ongeveer 52 min.) een volle lading, bestaande uit borden, glazen en nauwelijks bevuild serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waardoor het weer snel opnieuw kan worden gebruikt. Aangezien het om een snelprogramma gaat, wordt er niet heet gedroogd.
Aan
Uit
65° Intensiv
Normaal verontreinigd. Servies, bestek, pannen.
2
65° Normal-Progr.
ohne Vorspülen
(Normaal 65° zonder
voorspoelen)
65°C afwassen 1 x koud spoelen 1x 65°C spoelen Drogen met hetelucht
Aan
Uit
65° Normal
65° Quick
Vorspül
Aan
Uit
Aan
Uit
NEDERLANDS
1. Controleer of de zeven schoon zijn
(zie het hoofdstuk "Onderhoud")
2. Controleer of zout en glansmiddel aanwezig zijn
(zie het betreffende hoofdstuk)
3. Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en borden. Trek de onderste korf naar voren en plaats
daarin pannen, schalen, grote borden en bestek.
Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin kleine borden, schoteltjes, kopjes en glazen.
Schuif de korven terug in de machine.
4. Controleer of beide sproeiarmen vrij kunnen draaien
5. Vullen van afwasmiddelhouder
Strooi of giet afwasmiddel het vakje van de afwasmiddelhouder.
6. Sluit de machinedeur
7. Programma kiezen
Draai de programmaknop rechtsom tot de markering op de knop bij de gewenste programma staat.
8. Starten
Steek de steker in het stopcontact. Draai de kraan open. Druk op de Aan/Uit-toets; het lampje in
bedrijf licht. De machine (aangenomen dat de kraan open is) begint.
Het programma tussentijds onderbreken is niet aan te raden. Moet dat door omstandigheden toch, dan drukt u op de Aan/Uit-toets om de machine te stoppen. Door wederom drukken start u de machine weer; hij gaat dan verder met waar hij gebleven was.
9. Machine is klaar
De machine stopt automatisch.
10. Machine uitschakelen
Schakel de machine uit door op de Aan/Uit toets drukken.
Het lampje in bedrijf gaat uit Draai de kraan dicht.
11. Machine leeghalen
Wacht een paar minuten, want het servies is zeer heet. Bovendien is het droogresultaat beter als u de deur niet direct opent.
Om te voorkomen dat druppels uit de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar buiten te trekken en leeg te maken.
Het is af te raden om de deur te openen als de machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal een veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de machine direct stopt. Wij adviseren u om vóór u de deur tussentijds opent, de machine uit te schakelen door middel van de Aan/ Uit-toets.
Voorzichtig! Als u de deur direct na beëindiging van een programma opent, kan er hete stoom naar buiten komen.
Zo gaat u te werk
38
POS14NL
NEDERLANDS
Binnenkant van de machine
Maak de deurafdichting, de afwasmiddelhouder en de glansmiddelhouder regelmatig schoon met een vochtige doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Reiniging van de afvoerzeef
(Na iedere afwasbeurt)
Voedselresten kunnen zich in de bodemzeef (A) ophopen; daarom dient u de zeef regelmatig onder stromend water schoon te maken.
-
U tilt de zeef met behulp van het handgreepje uit de machine.
Na het reinigen klikt u de zeef weer in de machinebodem terug.
Reiniging van de bodemzeef
(Elke twee maanden)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan beide kanten onder stromend water met een borsteltje schoon.
Grote zeef losnemen:
1. Verwijder hiertoe de sproeiarm door deze
omhoog te trekken
2. Draai het asje (C) 90° naar links en haal de zeef uit de machine.
3. Na het reinigen de zeef in omgekeerde volgorde weer terugplaatsen.
4. Controleer of de zeef weer goed op z’n plek zit. De hendel moet naar de voorkant van het
toestel wijzen.
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven korrekt op hun plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goede werking van de machine te garanderen.
Onderhoud
39
PMC01NL
A
MA04
NEDERLANDS
90°
B
C
MA05
Buitenkant van de machine
Reinig de buitenkant van de machine en het bedieningspaneel met een vochtig doekje. In geen geval agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Als de machine langere tijd buiten gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Steker uit het stopcontact nemen.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan
van een onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Steker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan
losschroeven en leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop blijft staan.
40
PMC02NL
NEDERLANDS
Storing Oplossing
De machine start niet De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water in
De kraan is dichtgedraaid.
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De zeven zijn verstopt
Maak de zeven schoon (zie «Onderhoud»).
De sproeiarmen draaien niet. Controleer of het servies
goed staat opgesteld.
De machine pompt niet af De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk dicht
De machine staat niet waterpas of is niet op de juiste
wijze ingebouwd.
Het afwasresultaat is niet goed De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet draaien.
Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen is of
zijn verstopt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water
(inspoelbak).
Een of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is te
oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, stepen,
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de
waas op het serviesgoed glansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan wezig
zijn.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het
programma te lang in de machine gebleven.
Herstel van eenvoudige storingen
41
PSN01NL
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen. Wij adviseren u eerst onderstaande tabel te raadplegen voordat u de servicedienst belt.
NEDERLANDS
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk en modelnummer van uw machine bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en modelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie de afbeelding.
V eiligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstroming
De machine is voorzien van twee supplementaire veiligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstroming van water, met de volgende eigenschappen:
1. Aan de toevoerslang (zie wateraansluiting); hij
gaat werken als de toevoerslang kapot gaat doordat hij de waterstroom blokkeert. Deze inrichting is ook met uitgeschakelde machine werkzaam.
2. Op de bodem van de machine; hij gaat werken
als er waterlekken binnen de machine zijn. Deze inrichting is bij functionerende machine werkzaam.
Om de machine te laten repareren moet u de servicedienst bellen.
Service en onderdelen
Reparaties aan electrische toestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden.
42
PSN09NL
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Mod.
........
RA01
NEDERLANDS
Afmetingen Breedte 59.6 cm
Hoogte 81.8 - 87.8 cm Maximale diepte 57 cm Maximale diepte bij open deur 111.4 cm
Lichtspanning/frequentie 230V - 50 Hz Opgenomen motorvermogen 200 W Opgenomen vermogen
verwarmingselement 2100 W Aansluitwaarde 2300 W
Waterleidingdruk Minimum 50 kPa (0.5 bar)
Maximum 800 kPa (8 bar)
Aantal IEC standaard couverts 12 Waterverbruik 22 lt
Energieverbruik 1.5 kW/h
Technische gegevens
Installatie
43
PTS15NL
NEDERLANDS
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij aansluitingen voor de watertoe en afvoer.
Watertoevoer
Wij adviseren u koud water te gebruiken. De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer met snelaansluiting (press block).
De slang is voorzien van een veiligheidsinrichting om de waterstroom te stoppen als de interne slang vanwege slijtage stuk gaat. Het defect wordt door middel van het naar buiten komen van het rode staafje in het venster (B) aangegeven.
In dit geval moet u de waterkraan sluiten en de slang uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken te voorkomen.
Opmerking: alleen voor toevoerslangen met een veiligheidshendel ter voorkoming van losschroeven
.
Wanneer u de toevoerslang wilt losmaken, druk dan op de geelgekleurde velligheidshendel ter voorkoming van losschroeven (C) en draai de schijfmoer tegen de wijzers van de klok in.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de waterstroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet tijdens het op z'n plaats schuiven van de machine. De slang mag niet verlengd worden. U kunt echter wel een langere, complete en voor dit doel gemaakte slang kopen.
44
PWA02NL
B
A
B
A C
CA13
1
2
NEDERLANDS
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet kan wegglijden.
2. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en 100 cm (max.) boven de onderkant van het toestel liggen. De afvoerslang kan links of rechts van de afwasmachine gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2 meter zijn en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook de binnendiameter van de koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 230V met een frequentie van 50Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de machine met synchroonmotoren uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 2,30 kW, hetgeen een groepzekering van minimaal 10A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluitsnoer en een steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten. De aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat de machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan de installateur het betreffende verplaatsen of een langer, op de aansluitwaarde van de machine aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze veiligheidsvoorschriften.
45
PWA03NL
CS13
min 30 cm
max 100 cm
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
1 2
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Lang spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
NEDERLANDS
CS14
Ø 18
+ 2 m max
Ø 21
min 30 cm
max 100 cm
De inbouwnis moet de afmetingen hebben zoals in de afbeelding aangegeven.
De inbouwnis hoeft niet van ventilatie-openingen voorzien te worden. Indien de nis van een achterwand voorzien is, dan is het voldoende om openingen te maken voor het aansluitsnoer, de toevoerslang en de afvoerslang.
Met de stelvoeten kan de hoogte van de machine 6 cm gevarieerd worden. Zorg ervoor dat na het in­of uitdraaien van de stelvoeten een vrije ruimte van 2 mm tussen bovenkant machine en onderkant aanrecht blijft.
Stellen van de stelpootjes
Bij het stellen van de pootjes gaat u als volgt te werk:
1. Draai de twee pootjes aan de voorzijde losser of
vaster.
2. Om het achterste pootje te stellen, draait u de voorste schroef die zich in het midden van de sokkel bevindt losser of vaster.
Om in- en uitschuiven van het toestel te vergemakkelijken, zijn onderleggers meegelverd.
Druk deze op de pootjes. Indien nodig, kunt u de onderleggers kleiner maken
door ze op de aangegeven lijn af te breken. Het is belangrijk dat het toestel waterpas staat. Als
het toestel waterpas staat, komt de deur niet tegen de waterpasnokjes die zich links en rechts bevinden. Als de deur niet goed sluit, draai dan de stelpootjes losser of vaster tot de machine waterpas staat.
Onderbouw-aanwijzingen
46
PFI09NL
575 max
600
596
555 max
600
+
-
596
820
880
÷
818
878
÷
II51
570 max
NEDERLANDS
II52
Montage van het decorpaneel
De machinedeur kan van een houten decorpaneel van de volgende afmetingen voorzien woreden:
Breedte 596 mm Hoogte 604 mm maximum Dikte 20 mm maximum Gewicht tussen 2 en 7,5 kg maximum
Belangrijk Overschrijd de hoogtemaat niet, daar anders de deur niet volledig geopend kan worden (onderkant komt dan tegen de sokkel).
Het bedieningspaneel van de machine kan aan de hoogte van de laden in de aanrechtkasjes aangepast worden.
Meet de hoogte van de ladefronten (A) na. Bij een hoogte van meer dan 120 mm, moet de hoogte van het bedieningspaneel aangepast worden. Dartoe één of meerdere strippen onder het bedieningspaneel afnemen.
Bevestig de strippen door middel van twee schroeven.
Voorbereiden en plaatsen van het decorpaneel
Meet de afstand (B) tussen de onderkant van het bedieningspaneel of de daaronder aangebrachte strippen en de machinedeur.
Teken, gerekend vanaf de bovenkant, de gemeten afstand op het decorpaneel af. Plaats op de afgetekende hoogte de bevestigingsstrip met de markering (Z).
Houd gelijke afstanden links en rechts tussen de gaten in de strip en de randen van de deur.
Teken de vier schroefgaatjes op het paneel af. Boor met een 2 mm boortje, niet dieper dan 12 mm, de gaatjes.
Schroef met schroeven 3.5 x 16 de strip aan het paneel vast. Plaats het paneel op de deur, met de stiften in de slob gaten.
Doe de deur open en schroef hem van binnenuit vast met twee schroeven 4 x 40.
47
PFI07NL
II04
A
A
NEDERLANDS
=
II22
II10
1
X
B
Z
B
550
=
2
Montage van de wasembeschermplaat
Bevestig mat 4 schroeven 3.5 x 16 de wasembeschermplaat, zodat deze in lijn is met de voorrand van het werkblad.
Bevestigen aan aangrenzende keukenmeubelen
Om te voorkomen dat de afwasmachine gaat schommelen, moet hij d.m.v. de meegeleverde steuntjes aan het werkblad, aan aangrenzende keukenkastjes of aan de muur worden bevestigd.
Zet de steuntjes in de gleuven, zoals in de afbeelding aangegeven. Bevestig de steuntjes met de schroeven 3.5 x 16 aan het werkblad of aangrenzende keuken meubelen. Gebruik de gaten aan boven- of zijkant.
Gewichtsverdeling van de deur
De deur is in balans als hij in elke stand blijft staan. De deurbalans moet na aanbrengen van het
decorpaneel misschien aangepast worden. Draai de schroeven totdat de correcte balans bereikt is:
- zwaar paneel: rechtsom draaien;
- licht paneel: linksom draaien.
Nadat de deurbalans is aangepast, dekt u de schroeven af met de twee bij de machine geleverde stopjes.
48
PFI23NL
II47
NEDERLANDS
600 mm
600 mm
II25
II54
II68
Aanpassen van de plint
Om de deur volledig te kunnen openen, moet eventueel de plint van de nis aangepast worden. Via de hoogte (a) en de diepte (b) in de tekening, vindt u de uitzaagmaat 600 mm breed bij (x) mm hoog voor het te verwijderen deel van de plint.
49
PFI05NL
II59
170 160150 140 130 120 110 100
136 131 125 118 110 100 93 85 135 131 125 118 110 102 92 85 137 132 125 118 110 102 94 85 138 134 128 120 110 104 95 85
139 130 124 115 105 98 88
138 129 120 110 100 90
135 125 115 105 95
90
75 75 75 75 78 80 85
/ / / /
40 50 60 70 80 90
100 / /
Hoogte (a)*
Diepte (b)*
X
X
600 mm
minimum
Uitsnijding uit de plint
(*) mm
NEDERLANDS
a
II15
b
152989 29/0
0/0698
Total Chlorine free
nlfr
Loading...