Juno JSI 4361 User Manual [nl]

Geschirrspüler Lave-vaisselle Afwasmachine Dishwasher
JSI 4361
Gebrauchsanweisung Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 31
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Plaatsen, waterpas stellen, waterafvoer, wateroevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Waterontharder, vullen van het zoutvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 34
Gebruik van het glansmiddel en van het afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 35
Beladen van de korven, gebruik van de korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 36
Praktische tips voor het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 37
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Volgorde van handelingen bij het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Het reinigen van de afvoerzeven en van de bodemzeef, het reinigen van de binnen- en buitenkant
NEDERLANDS
van de machine. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Langere tijd buiten gebruik, tegen vriesgevaar, transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Herstel van eenvoudige storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 41
Inbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 42
TECHNISCHE GEGEVENS
AFMETINGEN Breedte 59,6 cm
Hoogte 81,8 ÷ 87,8 cm Maximale diepte 57,5 cm
Maximale diepte bij open deur 115 cm LICHTSPANNING / FREQUENTIE 220-230 V /50 Hz OPGENOMEN MOTORVERMOGEN 200 W OPGENOMEN VERMOGEN VERWARMINGSELEMENT 1900 W AANSLUITWAARDE 2800 W WATERLEIDINGDRUK Minimum 5 N/cm
Maximum 80 N/cm
2 2
AANTAL IEC STANDAARD COUVERTS 12 WATERGEBRUIK 22 l
ENERGIEVERBRUIK 1,5 kWh
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
PID07NL
30
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, di­rect aan uw leverancier.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge­bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde­ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te verande­ren.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de water-
toe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het ap-
paraat aan het keukenmeubel vastgeschroefd moet worden, dan moet u zich daaraan houden om te voorkomen dat het voorover kiept als de beladen onderkorf op de deur staat.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur struikelt.
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkge­rei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemica­liën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de afwasautomaat.
Tenzij de fabrikant van het betreffende artikel uit-
drukkelijk aangeeft dat het afwasmachine-besten­dig is, mogen niet in de afwasautomaat: hout, arti­kelen met houten grepen, artikelen met gelijmde delen, brons, aluminium, kristalglas, gelood glas, gedecoreerd porcelein en plastics.
Door chemische reactie kan zilver reageren met be-
stek wat uit ijzer bestaat; u doet er verstandig aan zilverbestek niet samen met ijzerbestek in de ma­chine af te wassen, teneinde te voorkomen dat het zilver lelijk wordt of gaat pitten.
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet deskundige personen uitgevoerd worden, kun­nen tot schade of letsel leiden.
NEDERLANDS
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver­plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aan­geeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeve­ling om het apparaat door middel van een tegen barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is barstbestendig.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt, mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren, schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, even­tueel door de steker uit de wandcontactdoos te ne­men.
PAV01NL
31
Afdanken
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen, zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig ver­schrot wordt.
INSTALLATIE
Plaatsen
Plaats de machine zo dicht mogelijk bij een waterkraan en een afvoermogelijkheid
Dit model is bedoeld voor inbouw. De aanwijzingen hiervoor vindt u in het betreffende
hoofdstuk.
Waterpas stellen
Stel de machine zo goed mogelijk waterpas op, het­geen een goede sluiting en waterdichtheid van de deur bevordert.
Dat doet u door het in- of uitdraaien van één of twee van de vier verstelbare voetjes.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren gemonteerd worden:
NEDERLANDS
In de afvoer van een spoelbak door middel van een aangesloten slang.
In een standpijp uit de vloer of uit de muur. De slang moet belucht zijn. Dat wil zeggen dat de bin-
nendiameter van de pijp groter moet zijn dan de bui­tendiameter van de slang. Wij adviseren een binnen­diameter van 4 cm.
In elk geval mag het uitstroomeind van de slang zich niet lager dan 30 cm en niet hoger dan 100 cm van de vloer waarop de machine staat bevinden.
De slang kan vanuit de machine zowel naar links als naar rechts gelegd worden.
De slang is voorzien van een veiligheidsinrichting om de waterstroom te stoppen als de interne slang vanwege slijtage stuk gaat. Het defect
A
B
CA01
wordt door middel van het naar buiten komen van het rode staafje in het venster
(B) aangegeven. In dit geval moet u de waterkraan sluiten een de slang uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken te voorkomen.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de water­stroom niet te belemmeren of vertragen. Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de technische gegevens vermelde waarde overschrijdt. De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, ook niet tijdens het op z’n plaats schuiven van de machine.
De slang mag niet verlengd
worden. U kunt echter wel
een langere, complete en
voor dit doel gemaakte
slang kopen.
CA06
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat zou de waterstroom kunnen belemmeren. De slang mag verlengd worden tot een totale lengte van 2 me­ter. Het verlengstuk moet dezelfde diameter hebben en de koppeling moet passen.
CS01
Ø 21
Ø 18
Ø 18
Ø 21
+ 2 m max
max 100 cm
min 4 cm
min 30 cm
max 100 cm
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
Watertoevoer
Wij adviseren u echter koud water te gebruiken. De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4” schroefdraad, of op een watertoe­voer met snelaansluiting (press block).
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 220-230V met een frequentie van 50Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de machine met synchroonmotoren uitgerust is. De aansluitwaarde is circa 2,1 kW, hetgeen een groepzekering van minimaal 10A vereist. De machine is voorzien van een 3-aderig aansluit­snoer en een steker met aardcontacten. De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten. De aardverbinding dient deugdelijk te zijn. Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat de machine onder- of ingebouwd is. Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan de installateur het betreffende stopcontact verplaatsen of een langer, op de aansluitwaarde van de machine aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze veiligheidsvoorschriften.
PIN08NL
32
HET GEBRUIK
Het bedieningspaneel
1
3 1 2
2
3
123 4 5
1 Lampje «in bedrijf»
Indien u op de «aan/uit toets» (2) drukt, licht dit lampje op, wat betekent dat de afwasmachine ingeschakeld is.
2 «Aan/uit» toets
Inschakelen
Na het drukken op deze toets schakelt de machine in en licht het controlelampje op.
Uitschakelen
Zodra de machine klaar is, stopt hij automatisch. Het controlelampje gaat uit. Door opnieuw op deze toets te drukken schakelt u de machine geheel uit.
5 Programmaknop
Door middel van deze draaiknop kiest u het gewenste programma. Draai de knop rechtsom tot de gewenste programmacijfer tegenover de knopmarkering staat.
6 Programma indicator
Tijdens het afwasproces draait de programmaknop en wijst daarmee aan waar de machine op dat moment mee bezig is.
De symbolen betekenen:
Voorspoelen
Afwassen
6
NEDERLANDS
3 Programmaoverzicht
Hier vindt u een opgave welke programma's de machine voor u kan uitvoeren.
4 Handgreep
Om de deur te sluiten drukt u hem eenvoudig goed in het slot. Om de deur te openen drukt u de greep iets naar bo­ven en trekt u hem dan naar u toe.
Koud spoelen Warm spoelen Drogen met warme lucht
PPC07NL
33
Waterontharder
Het leidingwater bevat kalk. Hoe meer kalk, hoe har­der het water. Kalk zet zich in de vorm van vlekken op het vaat-en glaswerk af. Uw nieuwe machine is uitgerust met een automatisch werkende waterontharder, die gevuld wordt met spe­ciaal-zout voor afwasmachines.
De ontharder kan leidingwater tot 50°dH (graden hardheid op de Duitse schaal) zodanig ontharden dat het voor de machine geschikt is.
Voor het gemak worden de hardheid-bereiken in vijf stappen opgedeeld.
Wij adviseren u om bij het waterleidingbedrijf te infor­meren hoe hard het aan u geleverde water is.
In de hierna volgende tabel leest u hoe u, éénmalig, de instellingen moet doen:
Standen 4 en 5. (Instellen machine) Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stap 4 of stap 5, dan prikt u de membraan (A) die zich linksboven aan de voorkant van uw machine be­vindt door.
A
AA04
Noot. Vanaf stand 2 moet zout gebruikt worden. Noot. Bij een hardheid volgens stand 5 moet u dus
beide handelingen verrichten.
NEDERLANDS
Stand
1 0-7 0-14** NEE NEE NEE
Waterhardheid
°dH Duitse schaal
Franse schaal
°TH
Zout
gebruiken
Instellen
zoutvat
*2 8-21 15-39 JA NEE NEE
3 22-28 40-50 JA JA NEE 4 29-39 51-70 JA NEE JA 5 40-50 71-90 JA JA JA
De fabrieksinstelling is stand 2.
*
Bij gebruik van laag-alkalische afwasmiddelen welke enzymen
**
bevatten, adviseren wij u regenereerzout vanaf een waterhardheid van 4° dH in de zouthouder te doen.
Stand 1.
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik van stand 1, dan hoeft u geen zout te gebruiken.
Standen 3 en 5. (Instellen zoutvat) Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stand 3 of stand 5, dan:
trekt u de onderste korf uit de machine en draait u de schroefdop van het zoutvat, in de bodem van het machi­ne-interieur, en zet u de wa­terontharder (met een schroevendraaier of een mes) 180° linksom van
AA02
stand -op stand +.
Instellen machine
Vullen van het zoutvat
Het zoutvat mag u uitsluitend met speciaal-zout voor de afwasmachine vullen.
Andere zoutsoorten bevatten stoffen welke schadelijk voor de ontharder zijn.
Trek de onderste korf uit de machine en draai de schroefdop van het zoutvat.
Vul het zoutvat met water. Dit is slechts de eerste keer nodig.
Vul, door middel van de meegeleverde trechter, het zoutvat met circa 1,5 ÷ 1,8 kg speciaal-zout.
Verwijder gemorst zout van
SALE
SALT
SALZ
SEL
SR09
Hiertoe is de afwasmachine voorzien van een groene indicator op de dop van de zouthouder. Als die indicator niet meer zichtbaar wordt, is het nodig zout bijvullen.
Het zoutvat bevat altijd water. Het is normaal dat tijdens het zout bijvullen het water overloopt.
Noot. Vullen of navullen doet u direct vóór het starten van een volledig afwasprogramma (met uitzondering van het voorspoelprogramma). Daarmee voorkomt u dat op de bodem gemorst zout en overgelopen zoutwater het materiaal van de machine aantast.
de schroefdraad en draai de dop weer op het zoutvat.
Bij zout navullen vult u het zoutvat eenvoudig met spe­ciaal-zout op tot het vol is.
PAA05NL
34
Gebruik van het glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner». Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het spoelwater toegevoegd. De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de do­seer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeur­ten.
Vullen van de glansmiddelhouder
Draai de dop (A) van de houder linksom. Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is (tot streepje max).
Aan de binnenkant van de
D
houder staan twee dose­ringen aangegeven:
- MIN = 15 ml
- MAX = 30ml
DE07
MIN
MAX
De hoeveelheid is afhankelijk van de aard en het vuil­rijn van het serviesgoed. In het programma overzicht geven wij u enkele adviezen voor de hoeveelheid in grammen.
Nadat u de afwasmiddelhouder gevuld heeft, doet u het klepje weer dicht.
Draai de dop weer op de houder.
Verwijder eventueel gemorst glansmiddel van de hou­der of de binnendeur. Glansmiddel veroorzaakt schuimvorming als het in het afwasproces terecht­komt.
Wanneer de indicator lichter wordt, dient u glansmid­del bij te vullen (ca. 70-80 ml), tot aan het streepje max.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de be­reikte glans en van het droogresultaat. In de vulope­ning van de glansmiddelhouder vindt u een zes-stan­den regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste dosering). Het beste is met stand 3 te beginnen. Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of een mes verdraaien.
3
5
2
1
6
C
4
5
3
6
2
B
1
Verhoog de dosering als op het serviesgoed drup­pels of druppelvlekken achterblijven. Verlaag de dosering als het servies­goed witte, kleverige stre­pen vertoont.
BR04
A
Gebruik van de afwasmiddelhouder
Gebruik uitsluitend poeder-, tablet of gelvormige afwasmiddelen welke voor het afwassen in de ma­chine gemaakt zijn.
Met uitzondering van het voorspoelprogramma doet u, vóór u de machine start, afwasmiddel in het vakje van de afwasmiddelhouder, dat zich in de vuldeur be­vindt. Zou het klepje gesloten zijn, dan opent u dit door aan het palletje (D) te trekken.
Voor een programma met voorspoelen dient u naast het afwasmiddel in de houder ook een kleine hoeveelheid afwasmiddel op het klepje te strooien (ca 5 g = 1/2 eetlepel).
DE02
Het klepje zal, tijdens het in werking zijn, automatisch en op het juiste moment openen. Na de afwas staat het klepje dus open, klaar voor een volgende keer vullen. Daar was- en afwasmiddelen regelmatig veranderen, adviseren wij u ook te lezen wat de fabrikant van het afwasmiddel op z’n verpakking schrijft. Te weinig doseren veroorzaakt een slecht afwasresul­taat.
Teveel doseren brengt geen beter resultaat, is slechts een onnodige verspilling en een extra belas­ting voor het milieu.
Fosfaatvrije, geconcentreerde afwasmiddelen
De concentratie en de werkingswijze van de verkrijg­bare afwasmiddelen zijn verschillend. Lees daarom aandachtig wat de fabrikant van het afwasmiddel over de dosering op z’n verpakking schrijft. Bij het gebruik van fosfaatvrije, geconcentreerde af­wasmiddelen is het van groot belang dat de automati­sche waterontharder in uw afwasmachine goed werkt. AIs de ontharder niet goed werkt ontstaan kalkvlek­ken op het serviesgoed. Daarom moet u bij gebruik van deze afwasmiddelen ook bij zacht water (water van minder dan 4° dH) re­genereerzout in de zouthouder doen.
NEDERLANDS
PBR01NL
35
Beladen van de korven
Gebruik van de bovenste korf
Trek de korven naar buiten om ze te beladen. Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, gra­ten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruit­schillen. Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en be­vordert u een optimale reiniging.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden (tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats ze naar het voorbeeld in de volgende figuren.
NEDERLANDS
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kop­jes, schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max. 20 cm diameter) en glazen. Glazen met lange steel kunnen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
US18
IEC 436 / DIN 44990
UI02
UI19
IEC 436 / DIN 44990
Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de rand van de korf en let op dat de bovenste sproeiarm niet gehinderd kan worden.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep naar boven.
Lepels zoveel mogelijk tussen ander bestek in plaat­sen, om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
US19
Erg kleine voorwerpen welke gemakkelijk door de korf kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwas­sen.
Belangrijk.
Let u er vooral op dat de trechter, in het midden van de korf, niet aggedekt
US16
US16
wordt.
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen
PCE01NL
36
PRAKTISCHE TIPS VOOR HET AFWASSEN
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat het afwaswater niet langs maar op en in het servies­goed gesproeid wordt.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst afgespoeld worden.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat, hoe beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, ser­viesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling dat de lichte stukken niet van hun plaats gesproeid kunnen worden.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en be­stek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen. Plaats, na de maaltijd alles meteen in de machine en kies eventueel een het voorspoelen - programma (zie het programmaoverzicht). Dat zorgt ervoor dat de res­ten alvast wat weggespoeld worden. Zet alleen een goed gevulde machine in werking.
Niet alles is geschikt voor machinaal af­wassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft, zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machi­naal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen. Houten borden en schalen, ongeglazuurde aarde werk en handbeschilderd porcelein. Decoraties op porcelein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof. Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven
is dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste korf en kies een snel programma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen som­mige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwas­sen niet met andere metalen in aanraking kan komen.
Ijzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor andere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt. Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
NEDERLANDS
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed van porselein of aardewerk kunnen in de machine ge­wassen worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes op den duur verbleken. Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van de fabrikant voorzien zijn. Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat er geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes, kommen...).
PCL05NL
37
***
in liter
Water-
verbruik
in kWh
Stroom-
verbruik
22
1,5
18
1,5
14
0,1
NEDERLANDS
Verbruik
duur in
minuten
Programma-
Programma-
beschrijving
der
op hou-
in
Afwasmiddel
houder
80
Koud voorspoelen
65°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
65°C afwassen
Halve
dessert-
2
afgestreken
(circa 5 g)
lepel
(20 g)
dessert-
lepels
1 volle
50
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
/
(15 g)
dessert
lepel
10
Koud spoelen (om te
voorkomen dat de
voedselresten opdr-
ogen).
/
/
T oetsen
indrukken
Programma
knop
Aard en hoeveelheid
van vervuiling
Dit programma is voor normaal tot
aanzienlijk bevuilde afwas. met na-
me moeilijk verwijderbare voedsel-
resten zoals spaghetti, rijst, gries-
3
meel, aardappelen, eieren, sauzen
en gebraden vlees.
Dit programma is speciaal be-
1
doeld voor nauwelijks bevuilde af-
was, bijvoorbeeld na veel visite of
feestje. Het is niet bedoeld voor
moeilijk verwijderbare
voedselresten. Er wordt niet heet
De machine is niet vol, waardoor
gedroogd.
2
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd (ongeveer 50 min.) een volle lading, bestaande uit borden,
**
glazen en nauwelijks bevuild serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waarna het weer snel opnieuw kan
de afwas pas na pas na een
volgende maaltijd gedaan wordt. U
gebruikt geen wasmiddel.
Deze gegevens zijn afhankelijk van de druk en temperatuur van het leidingwater en van de spanningsveranderingen,
gebruikt. Aangezien het om een snel-programma gaat, wordt er niet gedroogd.
***
waardoor ze slechts als richtlijn gelden.
5 g op houder
Soort
Voor gemengd
serviesgoed en
Normaal
*
Programma-overzicht
Programma
pannen
Voor gemengd
serviesgoed
65°
Snelwas
**
Programma 65°
of afwas van
een feestje
PTP08NL
38
Koud
Voorspoelen
Normaal Programma met voorspoelen;
*
- Capaciteit: 12 standaard couverts
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990.
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 20 g in houder
-
Volgorde van handelingen bij het afwassen
6 Starten
1 Controleer of de zeven schoon zijn
hoofdstuk «Onderhoud»)
(zie het
2 Controleer of zout en glansmiddel aanwezig zijn (zie het betreffende hoofdstuk)
3 Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en borden. Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin
pannen, schalen, grote borden en bestek. Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin
kleine borden, schoteltjes, kopjes en glazen. Schuif de korven terug in de machine en controleer of
beide sproeiarmen vrij kunnen draaien.
4 Vullen van de afwasmiddelhouder
Strooi of giet de juiste hoeveelheid afwasmiddel (zie programma-overzicht) in het vakje van de afwasmid­delhouder en druk het klepje dicht.
Sluit de machinedeur
Steek de steker in het stopcontact. Draai de kraan open. Druk op de aan/uit-toets . De machine begint het
programma af te lopen. Het programma tussentijds onderbreken is principieel
onjuist. Moet dat door omstandigheden toch, dan drukt u op de aan/uit-toets om de machine te stoppen. Door wederom drukken start u de machine weer; hij gaat dan verder met waar hij gebleven was.
7 Machine is klaar
De machine stopt automatisch. Schakel de machine uit door op de aan/uit toets
te drukken.
NEDERLANDS
Sluit de kraan.
Open de deur. Wacht een paar minuten met het uit­nemen, want het serviesgoed is zeer heet. Bovendien, is het droogresultaat beter als u de deur niet direct opent.
Om te voorkomen dat, door het bewegen, druppels uit de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar buiten te trekken en te legen.
5 Programma kiezen
Draai de programmaknop rechtsom tot de gewenste programmacijfer tegenover de knopmarkering staat.
1
2
3
SO101
Belangrijk
Het is af te raden om de deur te openen als de machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal een veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de machine direct stopt.
Wij adviseren u om vóór u de deur tussentijds opent, de machine uit te schakelen door middel van de aan/uit-toets .
PSO06NL
39
ONDERHOUD
Het reinigen van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stro­mende kraan reinigen. Eventuele voedselresten met een borsteltje verwijderen. Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje om­hoog (het zit licht geklikt vast). Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe om zo het grove filter uit het fijne filter te trekken.
D
MA02
NEDERLANDS
C
B
MA08
Na het reinigen klikt u het setje weer in de machi­nebodem terug.
Het reinigen van de bodemzeef
(Elke maand)
Het reinigen van binnen en buitenkant van de machine
(Naar behoefte)
Reinig af en toe de rubberen dichtingen van de deur en de klepjes van de afwas- en glansmiddelhouder met een vochtige doek (gebruik geen schoonmaak­middelen).
Overtuig u er af en toe van dat de gaatjes in de sproeiarmen niet verstopt zijn.
Verwijder de onderste sproeiarm door de twee vleu­geltjes, die zich aan de zijkanten bevinden, in te druk­ken. Om de gaatjes van de bovenste sproeiarm te rei­nigen, trek de bovenste korf naar buiten; op die ma­nier kunt u de sproeiarm makkelijk bereiken. Wilt u hem verwijderen, neem dan de middentrechter uit door de twee vleugeltjes in te drukken en schroef de bevestiging los. Reinig de sproeiarm en plaats hem terug.
De machine nooit zonder sproeiarmen laten func­tioneren!
Doe één of twee keer per jaar een volledige afwas­beurt zonder afwas in de machine, maar wel met een beetje afwasmiddel. Er zijn voor het reinigen van de machine ook speciale reinigingsmiddelen te koop.
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen. Deze zeef verwijdert u door eerst de onderste sproeiarm te verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E) indrukken. Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de zeef uit de bodem. Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terug­plaatsen.
E
A
F
MA03
Belangrijk: Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg
er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats zitten.
De buitenkant van de machine, voor zover bereikbaar, kunt u naar behoefte reinigen met lauwwarm water en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel dat niet krast. Geen oplosmiddelen gebruiken.
Langere tijd buiten gebruik
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan: Kraan dichtdraaien. Steker uit het stopcontact nemen. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden. Binnenkant en accessoires reinigen.
Tegen vriesgevaar
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goe­de werking van de machine te garanderen.
Transport
Gaat u de machine verhuizen, zorgt u er dan voor dat de machine rechtop vervoerd wordt.
PMA02NL
40
HERSTEL VAN EENVOUDIGE STORINGEN
Een storing ligt vaak aan een kleinigheid welke u zelf kunt opsporen en verhelpen. Wij adviseren u, vóór u de servicedienst belt, eerst de onderstaande tabel te raadplegen .
De machine start niet
De machinedeur is niet goed dicht. De steker zit niet in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water in
De kraan is dichtgedraaid. Er staat geen druk op de kraan. De toevoerslang is geknikt. Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt niet af
Kalkvlekken, strepen, waas op het ser­viesgoed
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de giansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan­wezlg zijn.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar. Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het pro­gramma te lang in de machine gebleven.
De vuldeur is moeilijk te sluiten
De afwasmachine is niet deugdelijk waterpas opge­steld of niet goed ingebouwd.
NEDERLANDS
De afvoerslang is geknikt. De afvoermogelijkheid is verstopt. De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed. De afvoer is niet belucht.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen. Het serviesgoed is onjuist geplaatst. Eén of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet draaien. Eén of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen is
of zijn verstopt. Trechter van bovenste sproeiarm was ergens mee af-
gedekt. Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (in
spoelbak) . Eén of meerdere zeven is (zijn) verstopt. Een zeef zit niet goed op z’n plaats. Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is te
oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk en modelnummer van uw machine bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en mozelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie de figuur.
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
RA01
Mod.
........
De draaidop van het zoutvat zit los. Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
PRA01NL
41
ONDERBOUW-AANWIJZINGEN
De inbouwnis moet de afmetingen hebben zoals in de figuur aangegeven.De inbouwnis hoeft niet van venti­latie-openingen voorzien te worden. Indien de nis van een achterwand voorzien is, dan is het voldoende om openingen te maken voor het aansluitsnoer, de toe­voerslang en de af voerslang.
600
596
575
max.
820÷880
555
818÷878
II31
max.
II07
Met de stelvoeten kan de hoogte van de machine 6 cm gevarieerd worden. Zorg ervoor dat na het in- of uit­draaien van de stelvoeten een vrije ruimte van 2 mm tussen bovenkant machine en onderkant aanrecht blijft.
Om het in- of uitschuiven van de machine te verge-
NEDERLANDS
makkelijken, worden twee glijrails meegelverd. De rails kunt u met een lichte druk op de stelvoeten aan­bren gen (zie figuur).
0 ÷ 60mm
Montage van het decorpaneel
De machinedeur kan van een houten decorpaneel van de volgende afmetingen voorzien worden:
Breedte 596 mm Hoogte 594 mm maximum Dikte 20 mm maximum Gewicht tussen 2 en 7,5 kg maximum
Belangrijk
Overschrijd de hoogtemaat niet, daar anders de deur niet volledig geopend kan worden (onderkant komt dan tegen de sokkel).
Het bedieningspaneel van de machine kan aan de hoogte van de laden in de aanrechtkastjes aangepast worden.
Meet de hoogte van de ladefronten (A) na. Bij een hoogte van meer dan 120 mm, moet de hoogte van het bedieningspaneel aangepast worden. Daartoe één of meerdere strippen onder het bedieningspaneel afnemen. Bevestig de strippen door middel van twee schroeven
II20
Montage van de wasembeschermplaat
Bevestig met 4 schroeven 3,5 x 16 de wasembe­schermplaat, zo dat lijn is met de voorrand van het werkblad.
600 mm
600 mm
II25
Onderbouw
De handelingen die u dient te verrichten om het apparaat in te bouwen staan ook aangegeven op het bij de verpak­king meegeleverde sjabloon. Tijdens alle werkzaamhe­den aan de machine moet de steker uit het stopkontakt zijn of, bij vaste aansluiting, de onderbreekschakelaar op UIT staan.
Let op dat tijdens het in de nis schuiven van de machine het aansluitsnoer en de slangen niet bekneld of geknikt raken.
A
A
II04
Voorbereiden en plaatsen van het decorpanel
Meet de afstand (B) tussen
X
1
=
550
=
II22
Z
B
de onderkant van het be-
B
dieningspaneel of de daar­onder aangebrachte strip­pen en de markering (X) op de machinedeur.
Teken, gerekend vanaf de bovenkant, de gemeten
2
afstand op het decorpaneel af. Plaats op de afgetekende hoogte de bevestigings­strip met de markering (Z).
Houd gelijke afstanden links en rechts tussen de gaten in de strip en de randen van de deur.
Teken de vier schroefgaatjes op het paneel af. Boor met een 2 mm boortje, niet dieper dan 12 mm, de gaatjes.
Schroef met schroeven 3,5 x 16 de strip aan het paneel vast. Plaats het paneel op de deur, met de stiften in de slob gaten.
Druk het paneel omhoog tegen het bedieningspaneel of de daarop aangebrachte strippen.
PII05NL
42
II10
Doe de deur open en schroef hem van binnenuit vast met twee schroeven 4 x 40.
Aanpassen van de plint
Om de deur volledig te kun­nen openen, moet eventueel de plint van de nis aange­past worden.
Bevestiging aan het aanrechtblad
90°
A
1
Steek de twee meegelega­ten beugeltjes (A) in de gaten bovenaan de machi­nevoorkant en draai ze een
A
kwartslag. Schroef de beugeltjes met
2
schroeven 3,5 x 16 vast aan het aanrechtblad.
II18
De beugeltjes moeten in lijn zijn met de twee sleufga­ten in de beschermplaat onder het aanrechtblad.
Belangrijk. Om te voorkomen dat de machine alsnog voorover kan kiepen, moet van tevoren ervoor gezorgd worden dat het aanrechtblad stevig aan de muur en/of de keukenkastjes bevestigd is.
Tussen binnen- en buitenwanden van de machine bevinden zich meerdere onderdelen. Daarom mag u beslist niet in de zijnwanden boren of schroeven.
Gewichtsverdeling van de deur
Afhankelijk van het gewicht van het decorpaneel, kan het noodzakelijk zijn om de deurbalans opnieuw in te stellen. Dat doet u door in- of uitdraaien van de twee schroeven in de sokkel.
II08
De deur is in balans als hij op een willekeurige stand blijft staan.
II40
Via de hoogte (a) en de diepte (b) in de tekening, vindt u de uitzaagmaat 600 mm breed bij (X) mm hoog voor de plint ter plaatste van de machine.
a
II15
b
Hoogte (a)*
170 160150 140 130 120 11 0 100
40
136 131 125 118 110 100 93 85
50
135 131 125 118 110 102 92 85
60
137 132 125 118 110 102 94 85
70
138 134 128 120 110 104 95 85
/
80
Diepte (b)*
/ /
90
/
100 / /
(*) mm
139 130 124 115 105 98 88
138 129 120 110 100 90
135 125 115 105 95
600 mm
X
NEDERLANDS
Belangrijk. De deur kan niet meer gebalanceerd wor-
den als het gewicht van het decorpaneel meer dan 7,5 kg is.
Uitlijnen
Let erop dat de deur perfect opent en sluit. Verdraai daartoe eventueel de voorste stelvoetjes.
X
Uitsnijding uit de plint
PII06NL
43
Loading...