Juno JSI 3741 User Manual [nl]

Page 1
Geschirrspüler Lave-vaisselle Afwasmachine Dishwasher
JSI 3741
Gebrauchsanweisung Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Page 2
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 31
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Plaatsen, waterpas stellen, waterafvoer, wateroevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Waterontharder, vullen van het zoutvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 34
Gebruik van het glansmiddel en van het afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 35
Beladen van de korven, gebruik van de korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 36
Praktische tips voor het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 37
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Volgorde van handelingen bij het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Het reinigen van de afvoerzeven en van de bodemzeef, het reinigen van de binnen- en buitenkant
NEDERLANDS
van de machine. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Langere tijd buiten gebruik, tegen vriesgevaar, transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Herstel van eenvoudige storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 41
Inbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 42
TECHNISCHE GEGEVENS
AFMETINGEN Breedte 44,6 cm
Hoogte 81,8 ÷ 87,8 cm Maximale diepte 57 cm
Maximale diepte bij open deur 115 cm LICHTSPANNING / FREQUENTIE 220-230 V /50 Hz OPGENOMEN MOTORVERMOGEN 200 W OPGENOMEN VERMOGEN VERWARMINGSELEMENT 2800 W AANSLUITWAARDE 3000 W WATERLEIDINGDRUK Minimum 5 N/cm
Maximum 80 N/cm
2 2
AANTAL IEC STANDAARD COUVERTS 9 WATERGEBRUIK 18 l
ENERGIEVERBRUIK 1,2 kWh
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
PID10NL
30
Page 3
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, di­rect aan uw leverancier.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge­bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde­ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te verande­ren.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de water-
toe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het ap-
paraat aan het keukenmeubel vastgeschroefd moet worden, dan moet u zich daaraan houden om te voorkomen dat het voorover kiept als de beladen onderkorf op de deur staat.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur struikelt.
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkge­rei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemica­liën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de afwasautomaat.
Tenzij de fabrikant van het betreffende artikel uit-
drukkelijk aangeeft dat het afwasmachine-besten­dig is, mogen niet in de afwasautomaat: hout, arti­kelen met houten grepen, artikelen met gelijmde delen, brons, aluminium, kristalglas, gelood glas, gedecoreerd porcelein en plastics.
Door chemische reactie kan zilver reageren met be-
stek wat uit ijzer bestaat; u doet er verstandig aan zilverbestek niet samen met ijzerbestek in de ma­chine af te wassen, teneinde te voorkomen dat het zilver lelijk wordt of gaat pitten.
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet deskundige personen uitgevoerd worden, kun­nen tot schade of letsel leiden.
NEDERLANDS
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver­plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aan­geeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeve­ling om het apparaat door middel van een tegen barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is barstbestendig.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt, mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren, schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, even­tueel door de steker uit de wandcontactdoos te ne­men.
PAV01NL
31
Afdanken
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen, zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig ver­schrot wordt.
Page 4
INSTALLATIE
Plaatsen
Plaats de machine zo dicht mogelijk bij een waterkraan en een afvoermogelijkheid
Dit model is bedoeld voor inbouw. De aanwijzingen hiervoor vindt u in het betreffende
hoofdstuk.
Waterpas stellen
Stel de machine zo goed mogelijk waterpas op, het­geen een goede sluiting en waterdichtheid van de deur bevordert.
Dat doet u door het in- of uitdraaien van één of twee van de vier verstelbare voetjes.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren gemonteerd worden:
NEDERLANDS
In de afvoer van een spoelbak door middel van een aangesloten slang.
In een standpijp uit de vloer of uit de muur. De slang moet belucht zijn. Dat wil zeggen dat de bin-
nendiameter van de pijp groter moet zijn dan de bui­tendiameter van de slang. Wij adviseren een binnen­diameter van 4 cm.
In elk geval mag het uitstroomeind van de slang zich niet lager dan 30 cm en niet hoger dan 100 cm van de vloer waarop de machine staat bevinden.
De slang kan vanuit de machine zowel naar links als naar rechts gelegd worden.
De slang is voorzien van een veiligheidsinrichting om de waterstroom te stoppen als de interne slang vanwege slijtage stuk gaat. Het defect
A
B
CA01
wordt door middel van het naar buiten komen van het rode staafje in het venster
(B) aangegeven. In dit geval moet u de waterkraan sluiten een de slang uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken te voorkomen.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de water­stroom niet te belemmeren of vertragen. Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de technische gegevens vermelde waarde overschrijdt. De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, ook niet tijdens het op z’n plaats schuiven van de machine.
De slang mag niet verlengd
worden. U kunt echter wel
een langere, complete en
voor dit doel gemaakte
slang kopen.
CA06
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat zou de waterstroom kunnen belemmeren. De slang mag verlengd worden tot een totale lengte van 2 me­ter. Het verlengstuk moet dezelfde diameter hebben en de koppeling moet passen.
CS01
Ø 21
Ø 18
Ø 18
Ø 21
+ 2 m max
max 100 cm
min 4 cm
min 30 cm
max 100 cm
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
Watertoevoer
Wij adviseren u echter koud water te gebruiken. De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4” schroefdraad, of op een watertoe­voer met snelaansluiting (press block).
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 220-230V met een frequentie van 50Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de machine met synchroonmotoren uitgerust is. De aansluitwaarde is circa 3,00 kW, hetgeen een groepzekering van minimaal 16A vereist. De machine is voorzien van een 3-aderig aansluit­snoer en een steker met aardcontacten. De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten. De aardverbinding dient deugdelijk te zijn. Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat de machine onder- of ingebouwd is. Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan de installateur het betreffende stopcontact verplaatsen of een langer, op de aansluitwaarde van de machine aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze veiligheidsvoorschriften.
PIN09NL
32
Page 5
HET GEBRUIK
Het bedieningspaneel
1
2
3
132 45 6789
1 Lampje «in bedrijf»
Indien u op de «aan/uit toets» (2) drukt, licht dit lampje op, wat betekent dat de afwasmachine ingeschakeld is.
2 «Aan/uit» toets
Inschakelen
Na het drukken op deze toets schakelt de machine in en licht het controlelampje op.
Uitschakelen
Zodra de machine klaar is, stopt hij automatisch. Het controlelampje gaat uit. Door opnieuw op deze toets te drukken schakelt u de machine geheel uit.
3 Temperatuurtoetsen
Door middel van deze toetsen kiest u de temperatuur van het waswater. Als er geen knop wordt ingedrukt, wordt het waswater verhit tot 65°C.
6 Startmarkering ()
NEDERLANDS
7 Programmaknop
Door middel van deze draaiknop kiest u het gewenste programma. Draai de knop rechtsom tot de gewenste programmacijfer tegenover de knopmarkering staat.
8 Programma indicator
Tijdens het afwasproces draait de programmaknop en wijst daarmee aan waar de machine op dat moment mee bezig is.
De symbolen betekenen:
Voorspoelen
Afwassen Koud spoelen Warm spoelen
4 Programmaoverzicht
Hier vindt u een opgave welke programma's de machine voor u kan uitvoeren.
5 Handgreep
Om de deur te sluiten drukt u hem eenvoudig goed in het slot. Om de deur te openen drukt u de greep iets naar bo­ven en trekt u hem dan naar u toe.
Drogen met warme lucht
9 Lampje «zout navullen»
Dit lampje gaat branden, wanneer u zout in het zout­vat moet navullen.
PPC10NL
33
Page 6
Waterontharder
Het leidingwater bevat kalk. Hoe meer kalk, hoe har­der het water. Kalk zet zich in de vorm van vlekken op het vaat-en glaswerk af. Uw nieuwe machine is uitgerust met een automatisch werkende waterontharder, die gevuld wordt met spe­ciaal-zout voor afwasmachines.
De ontharder kan leidingwater tot 50°dH (graden hardheid op de Duitse schaal) zodanig ontharden dat het voor de machine geschikt is.
Voor het gemak worden de hardheid-bereiken in vijf stappen opgedeeld.
Wij adviseren u om bij het waterleidingbedrijf te infor­meren hoe hard het aan u geleverde water is.
In de hierna volgende tabel leest u hoe u, éénmalig, de machine moet instellen:
NEDERLANDS
Stand
1 0-7 0-14** NEE NEE NEE
*2 8-21 15-39 JA NEE NEE
3 22-28 40-50 JA JA NEE 4 29-39 51-70 JA NEE JA 5 40-50 71-90 JA JA JA
De fabrieksinstelling is stand 2.
*
Bij gebruik van laag-alkalische afwasmiddelen welke enzymen
**
bevatten, adviseren wij u regenereerzout vanaf een waterhardheid van 4° dH in de zouthouder te doen.
Stand 1.
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik van stand 1, dan hoeft u geen zout te gebruiken.
Waterhardheid
°dH Duitse schaal
Franse schaal
°TH
Zout
gebruiken
Instellen
zoutvat
Instellen machine
Standen 4 en 5. (Instellen machine)
Is de hardheid van het lei­dingwater binnen het bereik
A
van stap 4 of stap 5, dan prikt u de membraan (A) die zich linksboven aan de voorkant van uw machine bevindt door.
AA04
Noot. Vanaf stand 2 moet zout gebruikt worden. Noot. Bij een hardheid volgens stand 5 moet u dus
beide handelingen verrichten.
Vullen van het zoutvat
Het zoutvat mag u uitsluitend met speciaal-zout voor de afwasmachine vullen.
Andere zoutsoorten bevatten stoffen welke schadelijk voor de ontharder zijn.
Trek de onderste korf uit de machine en draai de schroefdop van het zoutvat.
Vul het zoutvat met water. Dit is alleen de eerste keer nodig.
Vul, door middel van de meegeleverde trechter, het zoutvat met circa 1kg speciaal-zout.
Verwijder gemorst zout van
SALE
SALT
SALZ
SEL
de schroefdraad en draai de dop weer op het zoutvat.
Bij zout navullen vult u het zoutvat eenvoudig met spe­ciaal-zout aan tot het vol is.
Standen 3 en 5. (Instellen zoutvat) Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stand 3 of stand 5, dan:
trekt u de onderste korf uit de machine en draait u de schroefdop van het zoutvat, in de bodem van het machi­ne-interieur, en zet u de wa­terontharder (met een schroevendraaier of een
AA01
mes) 180° linksom van
stand -op stand +.
SR02
Om u eraan te herinneren dat u moet navullen, brandt het lampje.
Het zoutvat bevat altijd water. Het is normaal dat tijdens het zout bijvullen het water overloopt.
Noot: Het speciale lampje «zout navullen» op het be­dieningspaneel blijft, als de afwasmachine ingescha­keld is, nog 2 à 6 uur branden, nadat het zout is bijge­vuld. Bij gebruik van langzaam smeltend zout kan het nog langer duren. Dit heeft echter geen negatieve in­vloed op de werking van het apparaat.
Noot. Vullen of navullen doet u direct vóór het starten van een volledig afwasprogramma (met uitzondering van het voorspoelprogramma). Daarmee voorkomt u dat op de bodem gemorst zout en overgelopen zoutwater het materiaal van de machine aantast.
PAA04NL
34
Page 7
Gebruik van het glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner». Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het spoelwater toegevoegd. De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de do­seer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeur­ten.
DE07
D
Aan de binnenkant van de houder staan twee dose­ringen aangegeven:
- MIN = 15 ml
- MAX = 30ml
MAX
MIN
Vullen van de glansmiddelhouder
Draai de dop (A) van de houder linksom. Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is (tot streepje max).
Draai de dop weer op de houder.
Verwijder eventueel gemorst glansmiddel van de hou­der of de binnendeur. Glansmiddel veroorzaakt schuimvorming als het in het afwasproces terecht­komt.
Wanneer de indicator lichter wordt, dient u glansmid­del bij te vullen (ca. 70-80 ml), tot aan het streepje max.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de be­reikte glans en van het droogresultaat. In de vulope­ning van de glansmiddelhouder vindt u een zes-stan­den regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste dosering). Het beste is met stand 3 te beginnen. Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of een mes verdraaien.
Verhoog de dosering als
3
5
2
1
6
C
4
5
3
6
2
B
1
op het serviesgoed drup­pels of druppelvlekken achterblijven. Verlaag de dosering als het servies­goed witte, kleverige stre­pen vertoont.
BR04
A
Gebruik van de afwasmiddelhouder
Gebruik uitsluitend poeder-, tablet of gelvormige afwasmiddelen welke voor het afwassen in de ma­chine gemaakt zijn.
Met uitzondering van het voorspoelprogramma doet u, vóór u de machine start, afwasmiddel in het vakje van de afwasmiddelhouder, dat zich in de vuldeur be­vindt. Zou het klepje gesloten zijn, dan opent u dit door aan het palletje (D) te trekken.
De hoeveelheid is afhankelijk van de aard en de mate van vervuiling van het serviesgoed. In het programma overzicht geven wij u enkele adviezen voor de hoeveelheid in grammen.
Nadat u de afwasmiddelhouder gevuld heeft, doet u het klepje weer dicht.
Voor een programma met voorspoelen dient u naast het afwasmiddel in de houder ook een kleine hoeveelheid afwasmiddel op het klepje te strooien (ca 5 g = 1/2 eetlepel).
DE02
Het klepje zal, tijdens het in werking zijn, automatisch en op het juiste moment openen. Na de afwas staat het klepje dus open, klaar voor een volgende keer vullen. Daar was- en afwasmiddelen regelmatig veranderen, adviseren wij u ook te lezen wat de fabrikant van het afwasmiddel op z’n verpakking schrijft. Te weinig doseren veroorzaakt een slecht afwasresul­taat.
Teveel doseren brengt geen beter resultaat, is slechts een onnodige verspilling en een extra belas­ting voor het milieu.
Fosfaatvrije, geconcentreerde afwasmiddelen
De concentratie en de werkingswijze van de verkrijg­bare afwasmiddelen zijn verschillend. Lees daarom aandachtig wat de fabrikant van het afwasmiddel over de dosering op z’n verpakking schrijft. Bij het gebruik van fosfaatvrije, geconcentreerde af­wasmiddelen is het van groot belang dat de automati­sche waterontharder in uw afwasmachine goed werkt. AIs de ontharder niet goed werkt ontstaan kalkvlek­ken op het serviesgoed. Daarom moet u bij gebruik van deze afwasmiddelen ook bij zacht water (water van minder dan 4° dH) re­genereerzout in de zouthouder doen.
NEDERLANDS
PBR01NL
35
Page 8
Beladen van de korven
Trek de korven naar buiten om ze te beladen. Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, gra­ten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruit­schillen. Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en be­vordert u een optimale reiniging.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden (tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats ze naar het voorbeeld in de volgende figuren.
NEDERLANDS
U klapt de tanden neer door ze voorzichtig om­hoog te trekken en dan te laten vallen (zie figuur); u zet ze weer op door ze ver­ticaal te plaatsen.
UI18
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kop­jes, schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max. 24 cm diameter) en glazen. Glazen met lange steel kunnen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
UI11
UI12
IEC 436 / DIN 44990
Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de rand van de korf en let op dat de bovenste sproeiarm niet gehinderd kan worden.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep naar boven.
Plaats lepel, dessertlepels, messen en ander klein be­stek in de vakken aan weerskanten van de korf. Lepels zoveel mogelijk tus­sen ander bestek in plaat­sen, om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
US08
US07
IEC 436 / DIN 44990
Het linkse rek voor kopjes kan naar boven gevouwd wor­den om bijvoorbeeld grotere glazen in de afwasmachine te kunnen plaatsen.
Erg kleine voorwerpen welke gemakkelijk door de korf kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwassen.
Probeer vóór u de machine inschakelt, of beide sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
UI08
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen.
PCE08NL
36
Page 9
Regeling hoogte bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen (diameter tus­sen 27-31 cm.), dan kunt u deze in de onderste korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger geplaatst heeft.
Ga als volgt te werk:
A
RC01
U kunt in de bovenste korf nu geen borden meer plaatsen die een diameter van meer dan 20 cm. heb­ben. Het kopjesrekje is tevens onbruikbaar.
PRAKTISCHE TIPS VOOR HET AFWASSEN
Open de knippen (A) aan de voorkant van de boven­ste korf en haal de korf eruit. Schuif de korf op gro­tere hoogte in de machine en doe de knippen (A) dicht.
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat het afwaswater niet langs maar op en in het servies­goed gesproeid wordt.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst afgespoeld worden.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat, hoe beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, ser­viesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling dat de lichte stukken niet van hun plaats gesproeid kunnen worden.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en be­stek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen. Plaats, na de maaltijd alles meteen in de machine en kies eventueel een het voorspoelen - programma (zie het programmaoverzicht). Dat maar zorgt ervoor dat de resten alvast wat weggespoeld worden. Zet alleen een goed gevulde machine in werking.
Kies alleen een economisch programma als de ma­chine niet vol is en/of het serviesgoed nauwelijks vuil is. Raadpleeg daarvoor de aanwijzingen in de tabel (Spaarprogramma, Snelwas).
Niet alles is geschikt voor machinaal afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft, zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machi­naal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.Houten borden en schalen, ongeglazuurd aar­dewerk en handbeschilderd porcelein. Decoraties op porcelein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof. Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven
is dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste korf en kies een snel programma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen som­mige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwas­sen niet met andere metalen in aanraking kan komen.
IJzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor an­dere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt. Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed van porselein of aardewerk kunnen in de machine ge­wassen worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes op jen duur verbleken. Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van de fabrikant voorzien zijn. Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat er geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes, kommen...).
NEDERLANDS
PCL06NL
37
Page 10
in liter
Water-
verbruik
***
in kWh
Stroom-
verbruik
Verbruik
duur in
minuten
Programma-
Programma-
beschrijving
18
1,2
68
Koud voorspoelen
65°C afwassen
1 x koud spoelen
65°C afwassen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
15
1,2
62
Koud voorspoelen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
55°C afwassen
18
1,1
68
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
55°C afwassen
1 x koud spoelen
15
1,1
62
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
17
0,8
40
55°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 55°C spoelen
18
0,9
62
Koud voorspoelen
45°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 55°C spoelen
Drogen met hete lucht
Koud spoelen (om te
11
0,1
10
voorkomen dat de
voedselresten
opdrogen).
op
in
Afwasmiddel
NEDERLANDS
Toetsen
indrukken
Programma
knop
houder
Halve
houder
2
dessert-
lepel
(circa 5 g)
(20 g)
afgestreken
dessert-
lepels
3
/
2
afgestreken
dessert-
lepels
4
Halve
(20 g)
2
dessert-
lepel
(circa 5 g)
(20 g)
afgestreken
dessert-
lepels
3
/
2
afgestreken
dessert-
lepels
4
(20 g)
1 volle
/
dessert
lepel
1
(15 g)
1 volle
dessert
/
(15 g)
lepel
3
/
/
2
Deze gegevens zijn afhankelijk van de druk en temperatuur van het leidingwater en van de spanningsveranderingen, waardoor ze slechts als richtlijn gelden.
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd (ongeveer 40 min.) een volle lading, bestaande uit borden, glazen en nauwelijks bevuild
serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waarna het weer snel opnieuw kan gebruikt. Aangezien het om een snel-programma gaat, wordt er niet gedroogd.
**
***
Dit programma is voor normaal tot aanzienlijk
bevuilde afwas, met name moeilijk verwijder-
bare voedselresten zoals spaghetti, rijst,
griesmeel, aardappelen,
Aard en hoeveelheid
van vervuiling
Soort
Normaal
*
Programma
Programma-overzicht
eieren, sauzen en gebraden vlees.
Voor
gemengd
serviesgoed
Programma 65°
Voor aan afwas met weinig, ook opgedroogde
en zetmeel bevattende voedselresten (zoals
spaghetti, rijst, griesmeel, aardappelen, eieren,
sauzen en gebraden vlees).
Voor een normaal afwas met niet opgedroogde
en geen zetmeel bevattende voedselresten
(zoals spaghetti, rijst, griesmeel, aardappelen,
en
pannen
zonder
voorspoelen 65°
Normaal Programma
eieren, sauzen en gebraden vlees).
55°
Programma
Economisch
Voor een afwas met weinig niet opgedroogde
en geen zetmeel bevattende voedselresten
(zoals vlees, rauwe of gekookte groenten,
melk, koffie, drank).
Voor
gemengd
serviesgoed
zonder
voorspoelen 55°
Economisch Programma
PTP11NL
38
De machine is niet vol, waardoor de afwas
pas na pas na een volgende maaltijd gedaan
Voor serviesgoed met decoraties, die niet te-
gen heet water bestendig zijn. Voor
licht bevuilde afwas zonder aangekleefde en
zetmiddel bevattende voedselresten (bijv,
Dit programma is speciaal bedoeld voor
nauwelijks bevuilde afwas, bijvoorbeeld na
veel visite of feestje. Het is niet bedoeld
voor moeilijk verwijderbare voedselresten.
Er wordt niet heet gedroogd.
Voor
gemengd
serviesgoed
55°
Snelwas
**
Voor licht
Glaswerk
drank, gebak, groente, cake).
verontreinigd
serviesgoed
en glazen
45°
wordt. U gebruikt geen wasmiddel.
Koud
Voorspoelen
5 g op houder
Normaal Programma met voorspoelen;
*
- Capaciteit: 9 standaard couverts
-
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 20 g in houder
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990.
Page 11
Volgorde van handelingen bij het afwassen 1 Controleer of de zeven schoon zijn
hoofdstuk «Onderhoud»)
(zie het
2 Controleer of zout en glansmiddel aanwezig zijn (zie het betreffende hoofdstuk)
3 Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en borden. Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin
pannen, schalen, grote borden en bestek. Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin
kleine borden, schoteltjes, kopjes en glazen. Schuif de korven terug in de machine en controleer of
beide sproeiarmen vrij kunnen draaien.
4 Vullen van de afwasmiddelhouder
Strooi of giet de juiste hoeveelheid afwasmiddel (zie programma-overzicht) in het vakje van de afwasmid­delhouder en druk het klepje dicht.
Sluit de machinedeur
5 Programma kiezen
1
Draai de programmaknop rechtsom tot de gewenste programmacijfer tegenover de knopmarkering staat.
Druk deze toets in voor koud voorspoelen en 45°C afwassen.
SO104
Geen toets indrukken voor koud voorspoelen en 65°C afwassen.
7 Starten
Steek de steker in het stopcontact. Draai de kraan open.
Druk op de aan/uit-toets . De machine begint het pro­gramma af te lopen.
NEDERLANDS
SO105
Het programma tussentijds onderbreken is principieel onjuist. Moet dat door omstandigheden toch, dan drukt u op de aan/uit-toets om de machine te stoppen. Door wederom drukken start u de machine weer; hij gaat dan verder met waar hij gebleven was.
8 Machine is klaar
2
3
SO102
4
6 Temperatuurkeuze
Voor het kiezen van de temperatuur de aanwijzingen in het programma-overzicht opvolgen (zie «toets indruk­ken»).
Druk deze toets in voor koud voorspoelen en 55°C afwassen.
SO103
De machine stopt automatisch. Schakel de machine uit door op de aan/uit toets
te drukken. Sluit de kraan.
Open de deur. Wacht een paar minuten met het uit­nemen, want het serviesgoed is zeer heet. Boven­dien, is het droogresultaat beter als u de deur niet direct opent.
Om te voorkomen dat, door het bewegen, druppels uit de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar buiten te trekken en te legen.
Belangrijk
Het is af te raden om de deur te openen als de machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal een veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de machine direct stopt.
Wij adviseren u om vóór u de deur tussentijds opent, de machine uit te schakelen door middel van de aan/uit-toets .
PSO08NL
39
Page 12
ONDERHOUD
Het reinigen van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stro­mende kraan reinigen. Eventuele voedselresten met een borsteltje verwijderen. Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje om­hoog (het zit licht vastgeklikt). Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe om zo het grove filter uit het fijne filter te trekken.
D
MA02
C
B
MA08
Na het reinigen klikt u het setje weer in de machi-
NEDERLANDS
nebodem terug.
Het reinigen van de bodemzeef
(Elke maand)
Het reinigen van de draaiende sproeiarmen
De draaiende sproeiarmen zouden regelmatig gerei­nigd moeten worden. Verwijder de onderste draaiende sproeiarm, door de vleugeltjes in te drukken. Om de bovenste draaiende sproeiarm te reinigen, moet deze van de waterpijp losgemaakt worden.
Doe als volgt:
- trek de bovenste korf naar buiten;
- duw de draaiende sproeiarm naar boven en tegelijkertijd schroef deze rechtsom af.
MA10
Plaats de sproeiarm terug door naar boven te drukken en tegelijkertijd door deze linksom te draaien totdat hij vastzit. Laat dan de sproeiarm los en kijk of deze zonder be­lemmeringen draait.
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen. Deze zeef verwijdert u door eerst de onderste sproeiarm te verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E) indrukken. Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de zeef uit de bodem. Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terug­plaatsen.
E
A
F
MA03
Belangrijk: Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg
er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goe­de werking van de machine te garanderen.
Het reinigen van binnen en buitenkant van de machine
(Naar behoefte)
De machine nooit zonder sproeiarmen laten func­tioneren!
Doe één of twee keer per jaar een volledige afwas­beurt zonder afwas in de machine, maar wel met een beetje afwasmiddel. Er zijn voor het reinigen van de machine ook speciale reinigingsmiddelen te koop.
De buitenkant van de machine, voor zover bereikbaar, kunt u naar behoefte reinigen met lauwwarm water en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel dat niet krast. Geen oplosmiddelen gebruiken.
Langere tijd buiten gebruik
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan: Kraan dichtdraaien. Steker uit het stopcontact nemen. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een onaangename geur te vermijden. Binnenkant en accessoires reinigen.
Tegen vriesgevaar
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Reinig af en toe de rubberen dichtingen van de deur en de klepjes van de afwas- en glansmiddelhouder met een vochtige doek (gebruik geen schoonmaak­middelen).
Transport
Gaat u de machine verhuizen, zorgt u er dan voor dat de machine rechtop vervoerd wordt.
PMA03NL
40
Page 13
HERSTEL VAN EENVOUDIGE STORINGEN
Een storing ligt vaak aan een kleinigheid welke u zelf kunt opsporen en verhelpen. Wij adviseren u, vóór u de servicedienst belt, eerst de onderstaande tabel te raadplegen .
De machine start niet
De machinedeur is niet goed dicht. De steker zit niet in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water
De kraan is dichtgedraaid. Er is geen druk op de kraan. De toevoerslang is geknikt. Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt. De afvoermogelijkheid is verstopt. De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed. De afvoer is niet belucht.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar. Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het pro­gramma te lang in de machine gebleven.
De vuldeur is moeilijk te sluiten
De afwasmachine is niet deugdelijk waterpas opge­steld of niet goed ingebouwd.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk en modelnummer van uw machine bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en mozelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie de figuur.
NEDERLANDS
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen. Het serviesgoed is onjuist geplaatst. Eén of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet draaien. Eén of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen is of zijn verstopt. Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (in spoelbak) . Eén of meerdere zeven verstopt. Een zeef zit niet goed op z’n plaats. Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is te oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit. De draaidop van het zoutvat zit los. Het gekozen programma was niet geschikt voor de aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het serviesgoed
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de giansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan­wezlg zijn.
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
RA01
Mod.
........
Veiligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstroming
De machine is voorzien van twee supplementaire vei­ligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstro­ming van water, met de volgende eigenschappen:
1. Aan de toevoerslang (zie wateraansluiting); hij gaat werken als de toevoerslang kapot gaat doordat hij de waterstroom blokkeert. Deze inrichting is ook met afgezette machine werkzaam.
2. Op de bodem van de machine; hij gaat werken als er waterlekken binnen de machine zijn. Deze inrichting is bij functionerende machine werkzaam.
Om de machine te laten repareren moet u de service­dienst bellen.
PRA03NL
41
Page 14
ONDERBOUW-AANWIJZINGEN
De inbouwnis moet de afmetingen hebben zoals in de figuur aangegeven.De inbouwnis hoeft niet van venti­latie-openingen voorzien te worden. Indien de nis van een achterwand voorzien is, dan is het voldoende om openingen te maken voor het aansluitsnoer, de toe­voerslang en de af voerslang.
450
446
570
max.
818÷878
II45
550
max.
820÷880
II06
Met de stelvoeten kan de hoogte van de machine 6 cm gevarieerd worden. Zorg ervoor dat na het in- of uit­draaien van de stelvoeten een vrije ruimte van 2 mm tussen bovenkant machine en onderkant aanrecht blijft.
NEDERLANDS
Onderbouw
De handelingen die u dient te verrichten om het apparaat in te bouwen staan ook aangegeven op het bij de verpak­king meegeleverde sjabloon. Tijdens alle werkzaamhe­den aan de machine moet de steker uit het stopkontakt zijn of, bij vaste aansluiting, de onderbreekschakelaar op UIT staan.
Let op dat tijdens het in de nis schuiven van de machine het aansluitsnoer en de slangen niet bekneld of geknikt raken.
0 ÷ 60mm
Montage van het decorpaneel
De machinedeur kan van een houten decorpaneel van de volgende afmetingen voorzien worden:
Breedte 446 mm Hoogte 594 mm maximum Dikte 20 mm maximum Gewicht tussen 1,5 en 6 kg maximum
Belangrijk
Overschrijd de hoogtemaat niet, daar anders de deur niet volledig geopend kan worden (onderkant komt dan tegen de sokkel).
Het bedieningspaneel van de machine kan aan de hoogte van de laden in de aanrechtkastjes aangepast worden.
Meet de hoogte van de ladefronten (A) na. Bij een hoogte van meer dan 120 mm, moet de hoogte van het bedieningspaneel aangepast worden. Daartoe één of meerdere strippen onder het bedieningspaneel afnemen. Bevestig de strippen door middel van twee schroeven
A
A
II04
Voorbereiden en plaatsen van het decorpanel
Meet de afstand (B) tussen
X
1
=
550
=
II22
Z
B
de onderkant van het be­dieningspaneel of de daar-
B
onder aangebrachte strip­pen en de markering (X) op de machinedeur.
Teken, gerekend vanaf de bovenkant, de gemeten
2
afstand op het decorpaneel af. Plaats op de afgeteken­de hoogte de bevestigings­strip met de markering (Z).
Houd gelijke afstanden links en rechts tussen de gaten in de strip en de randen van de deur.
Teken de vier schroefgaatjes op het paneel af. Boor met een 2 mm boortje, niet dieper dan 12 mm, de gaatjes.
Schroef met schroeven 3,5 x 16 de strip aan het paneel vast. Plaats het paneel op de deur, met de stiften in de slob gaten.
Druk het paneel omhoog tegen het bedieningspaneel of de daarop aangebrachte strippen.
PII07NL
42
Page 15
Nadat u de juiste positie ge­vonden heeft, doe de deur open en schroef hem van binnenuit vast met twee schroeven 4 x 40.
II10
Bevestiging aan het aanrechtblad
Bevestig de machine aan het aanrechtblad door mid­del van twee schroeven 3,5
A
x 16, zoals in de figuur (punt A) aangegeven is.
Aanpassen van de plint
Om de deur volledig te kun­nen openen, moet eventueel de plint van de nis aange­past worden.
II40
Via de hoogte (a) en de diepte (b) in de tekening, vindt u de uitzaagmaat 600 mm breed bij (X) mm hoog voor de plint ter plaatste van de machine.
II03
Belangrijk. Om te voorkomen dat de machine alsnog voorover kan kiepen, moet van tevoren ervoor gezorgd worden dat het aanrechtblad stevig aan de muur en/of de keukenkastjes bevestigd is.
Tussen binnen- en buitenwanden van de machine bevinden zich meerdere onderdelen. Daarom mag u beslist niet in de zijnwanden boren of schroeven.
Gewichtsverdeling van de deur
Gebruik hiertoe de twee schroeven die aan de voor­kant geplaast zijn. Open de
45°
deur, neem de doppen, die de schroeven bedekken, af en schroef vast of los: op die manier, wordt de veerspan­ning verhoogd of verlaagd.
II09
Zet daarna de plastiek doppen weer op hun plaats.
Belangrijk. De deur kan niet meer gebalanceerd worden als het gewicht van het decorpaneel meer dan 6 kg is.
a
II15
Diepte (b)*
100 / /
(*) mm
b
Hoogte (a)*
170 160150 140 130 120 11 0 100
40
136 131 125 118 110 100 93 85
50
135 131 125 118 110 102 92 85
60
137 132 125 118 110 102 94 85
70
138 134 128 120 110 104 95 85
/
80 90
139 130 124 115 105 98 88
/ / /
138 129 120 110 100 90
135 125 115 105 95
450 mm
Uitsnijding uit de plint
NEDERLANDS
X
X
Uitlijnen
Let erop dat de deur perfect opent en sluit. Verdraai daartoe eventueel de voorste stelvoetjes.
PII08NL
43
Page 16
Total Chlorine free
152996 33/1
F NL GBD
2/0397
Loading...