Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik
de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Nederlands
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Symbolen op de zaag:
WAARSCHUWING! Motorkettingzagen
kunnen gevaarlijk zijn! Slordig of onjuist
gebruik kan resulteren in ernstig letsel of
overlijden van de gebruiker of anderen.
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door
en begint niet te werken voor u alles
duidelijk heeft begrepen.
Draag altijd:
• Goedgekeurde veiligheidshelm
• Goedgekeurde gehoorbeschermers
• Veiligheidsbril of vizier
Dit product voldoet aan de geldende
CE-richtlijnen.
Geluidsemissie naar de omgeving volgens
de richtlijnen van de Europese
Gemeenschap. De emissie van de machine
wordt aangegeven in het hoofdstuk
Technische gegevens en op plaatjes.
Overige op de machine aangegeven symbolen/
plaatjes verwijzen naar specifieke eisen aan
certificatie op bepaalde markten.
Symbolen in de gebruiksaanwijzing:
Controle en/of onderhoud moet altijd
uitgevoerd worden met uitgeschakelde
motor en met de stopschakelaar in de
STOP-stand.
Gebruik altijd goedgekeurde
veiligheidshandschoenen.
Moet regelmatig schoongemaakt worden.
2 – Nederlands
Controleer met het blote oog.
Gebruik van veiligheidsbril of vizier verplicht.
INHOUD
Voor u uw nieuwe kettingzaag
gebruikt
• Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig.
• Controleer de montage en de afstelling van de zaaguitrusting.
Zie blz. 25.
• Tank, start de zaag en controleer de instelling van de
carburateur. Zie blz. 26-29.
• Begin niet te zagen voor de kettingsmeerolie de ketting heeft
bereikt. Zie blz. 14.
BELANGRIJK! Te arm afstellen van de carburateur verhoogt
het risico op motorpech.
Onvoldoende onderhoud van het luchtfilter veroorzaakt
afzettingen op de bougie. Dit kan moeilijkheden bij het starten
veroorzaken.
Een verkeerd afgestelde ketting leidt tot meer slijtage of
beschadigingen van het zaagblad, het kettingwiel en de ketting.
WAARSCHUWING!
!
!
!
De oorspronkelijke vormgeving van de
motorkettingzaag mag in geen enkel geval
gewijzigd worden zonder toestand van de
fabrikant. Men moet altijd originele onderdelen
gebruiken. Niet goedgekeurde wijzigingen en/
of niet-originele onderdelen kunnen tot
ernstige verwondingen of de dood van zowel
gebruiker als omstanders leiden.
Als motorkettingzagen slordig of verkeerd
gebruikt worden, kunnen ze gevaarlijk
gereedschap zijn en tot ernstige, zelfs
levensgevaarlijke verwondingen leiden. Het is
erg belangrijk dat u deze gebruiksaanwijzing
leest en begrijpt.
WAARSCHUWING!
De binnenkant van de geluiddemper met
katalysator bevat chemicaliën die kanker
kunnen veroorzaken. Voorkom contact met
deze elementen in geval van een kapotte
geluiddemper.
Inhoud
Verklaring van de symbolen ..……………... 2
Veiligheidsinstructies
Langdurige inademing van de uitlaatgassen
van de motor, kettingolienevel en stof van
!
Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen
van haar producten en houdt zich dan ook het recht voor om
zonder aankondiging vooraf wijzigingen in o.a. vorm en uiterlijk
door te voeren.
zaagsel kan een gezondheidsrisico vormen.
Nederlands – 3
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
PERSOONLIJKE
VEILIGHEIDSUITRUSTING
Het grootste deel van de ongelukken met
motorkettingzagen gebeurt wanneer de
zaagketting de gebruiker raakt. Bij al het
gebruik van de machine moet goedgekeurde
persoonlijke beschermingsuitrusting gebruikt
worden. Persoonlijke beschermingsuitrusting
elimineert de risico’s niet, maar vermindert het
schadelijk effect in geval van een ongeval.
Vraag uw dealer om raad wanneer u uw
uitrusting koopt.
• HELM
• GEHOORBESCHERMERS
• VEILIGHEIDSBRIL OF
VIZIER
• HANDSCHOENEN MET
ZAAGBESCHERMING
VEILIGHEIDSUITRUSTING VAN DE
MOTORKETTINGZAAG
Hier verklaren wat de veiligheidsdetails van de
motorkettingzaag zijn, welke functie ze hebben en hoe de
controle en het onderhoud moeten uitgevoerd worden om hun
goede werking veilig te stellen. (In het hoofdstuk
ziet u waar deze details zich bevinden op uw motorkettingzaag).
GEBRUIK DE MOTORKETTINGZAAG NOOIT
ALS DE VEILIGHEIDSDETAILS DEFECT ZIJN.
Volg de controle-, onderhouds- en serviceinstructies die in dit hoofdstuk beschreven
worden.
1 Kettingrem
met terugslagbeveiliging
2 Gashendelvergrendeling
“Wat is wat?”
• VEILIGHEIDSBROEK
MET ZAAGBESCHERMING
• LAARZEN MET
ZAAGBESCHERMING,
STALEN NEUS EN
ANTI-SLIP ZOOL
3 Kettingvanger
4 Rechterhandbescherming
5 Trillingdempingssysteem
6Stopschakelaart
Verder moet de kleding goed
aansluiten zonder u in
uw bewegingen te
belemmeren.
•U MOET ALTIJD EEN
EHBO-KIT BIJ U HEBBEN.
4 – Nederlands
7 Knalpot
8 Zaaguitrusting
(zie hoofdstuk
“Zaaguitrusting”
)
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1Kettingrem met terugslagbeveiliging
Uw motorkettingzaag is voorzien van een kettingrem die de
ketting in geval van terugslag onmiddellijk stopt.
Een kettingrem vermindert het risico op ongevallen, maar alleen
u als gebruiker kunt ze voorkomen.
Wees voorzichtig wanneer
u de motorkettingzaag
gebruikt en zorg ervoor dat
de terugsslagrisico-sector
van het zaagblad nooit in
contact komt met een
voorwerp.
1De rem (A) wordt ofwel
manueel (met de
linkerhand) of via het
traagheidsmechanisme
(via een in verhouding tot
de motorkettingzaag vrij
pendelend gewicht. Op de
meeste van onze modellen doet de
terugslagbeveiliging
dienst als tegenwicht voor
de terugslagrichting.)
geactiveerd.
Het activeren vindt plaats
wanneer de
terugslagbeveiliging (B)
naar voren wordt geduwd.
Deze beweging activeert
een met een veer
gespannen mechanisme
dat de remband (C) rond
het
kettingaandrijvingssysteem
van de motor (D)
(“koppelingtrommel”)
spant.
A
B
B
B
C
2De terugslagbeveiliging
werd niet alleen
geconstrueerd om de
kettingrem te activeren.
Een andere belangrijke
functie is dat ze het risico
vermindert dat de
linkerhand de ketting
raakt wanneer men de
greep op het voorste
handvat verliest.
3a Starten
De kettingrem moet
geactiveerd zijn wanneer
u de motorkettingzaag
start.
bGebruik de kettingrem als
parkeerrem wanneer u
zich verplaatst en tijdens
kort “parkeren”! Behalve
het feit dat een
motorkettingzaag met
kettingrem bij terugslag
het risico op ongevallen
vermindert, kan en moet
de kettingrem manueel
geactiveerd worden om
ongevallen te voorkomen
wanneer omstanders of
de omgeving onopzettelijk
in contact kunnen komen
met de ketting.
4De ketting wordt ontkopp-
eld door de
terugslagbeveiliging naar
achter te duwen, naar het
voorste handvat.
D
5Zoals beschreven in
hoofdstuk A, kan een
terugslag bliksemsnel en
erg krachtig zijn.
Meestal is de terugslag
erg licht en wordt de
kettingrem niet altijd
geactiveerd. In die
gevallen is het
belangrijk dat men de
motorkettingzaag stevig
vasthoudt en niet laat
vallen.
Nederlands – 5
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
6Hoe de kettingrem geactiveerd wordt, manueel of via het
traagheidsmechanisme, wordt bepaald door de sterkte van
de terugslag en door de positie van de motorkettingzaag in
verhouding tot het voorwerp waarmee de terugslagrisicosector in contact komt.
Bij hevige terugslag en
wanneer de
terugslagrisico-sector van
de motorkettingzaag zich
zo ver mogelijk van de
gebruiker bevindt, wordt
de kettingrem geactiveerd
door het
traagheidsmechanisme
via het tegenwicht van de
kettingrem
(“TRAAGHEID”) in de
terugslagrichting.
Bij minder hevige
terugslag en wanneer de
terugslagrisico-sector van
de motorkettingzaag zich
dichter bij de gebruiker
bevindt, wordt de
kettingrem manueel
geactiveerd met de
linkerhand.
2Gashendelvergrendeling
De gashendelvergrendeling is
geconstrueerd om onvrijwillige
activering van de gashendel
te voorkomen.
Wanneer de vergrendeling (A)
in het handvat wordt gedrukt
(=wanneer men het handvat
vasthoudt) wordt de gashendel ontkoppeld (B).
Wanneer men het handvat
loslaat, gaan zowel de
gashendel als de
gashendelvergrendeling naar
hun respectievelijke
beginposities. Dit gebeurt via
twee van elkaar
onafhankelijke
retourveersystemen.
Deze positie houdt in dat de
gashendel automatisch
vergrendeld wordt op “station-
air draaien”.
A
3Kettingvanger
De kettingvanger is
geconstrueerd om een
losgeraakte of gebarsten
ketting p te vangen.
Dit kan meestal voorkomen
worden door de ketting juist
aan te spannen (zie hoofdstuk
“Monteren”
onderhoud en service van het
zaagblad en de ketting te
zorgen (zie hoofdstuk
mene gebruiksinstructies”
) en voor een goed
“Alge-
).
B
7Met de motorkettingzaag
in de velpositie grijpt de
linkerhand het voorste
handvat zo beet dat
manueel activeren van
kettingrem onmogelijk
wordt.
Bij deze greep, d.w.z.
wanneer de linkerhand zo
geplaatst is dat ze de
beweging van de
terugslagbeveiliging niet
kan beïnvloeden, kan de
kettingrem uitsluitend
geactiveerd worden via
het
traagheidsmechanisme.
Het traagheidsmechanisme biedt een
groot aantal voordelen,
maar er zijn wel bepaalde
voorwaarden van
toepassing (zie punt 6
hierboven).
4Rechterhandbescherming
De rechterhandbescherming
moet er behalve de hand
beschermen wanneer de
ketting losraakt of breekt, ook
voor zorgen dat de takken en
twijgen de grip op het
achterste handvat niet
beïnvloeden.
6 – Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5Trillingdempingssysteem
Uw motorkettingzaag is
uitgerust met een
trillingdempingssysteem dat
geconstrueerd is om zo
trillingvrij en comfortabel
mogelijk met de zaag te
kunnen werken.
De trillingen waaraan u wordt
blootgesteld wanneer u een
motorkettingzaag gebruikt,
worden veroorzaakt door het
“ongelijkmatige” contact dat
tijdens het zagen ontstaat
tussen de ketting en de boom.
Zagen in een “harde”
houtsoort (de meeste
loofbomen) veroorzaakt meer
trillingen dan zagen in een
“zachte” houtsoort (de meeste
naaldbomen).
Zagen met een botte of
verkeerde ketting (verkeerd
type of verkeerd geslepen)
verhoogt het trillingniveau.
6Stopschakelaar
De stopschakelaar moet
gebruikt worden om de motor
uit te schakelen.
7Knalpot
De knalpot werd ontworpen om het geluidsniveau zo laag
mogelijk te houden, en om de uitlaatgassen weg te richten van
de gebruiker.
Het trillingdempingssysteem
van de motorkettingzaag
reduceert het overbrengen
van de trillingen van de
motoreenheid/zaaguitrusting
op de handvateenheid van de
motorkettingzaag.
De motoreenheid inclusief de
zaaguitrusting is via een
zogenaamd trillingdempend
element opgehangen in de
handvateenheid.
Als men teveel wordt blootgesteld aan
trillingen, kan dit tot bloedvat- en
zenuwbeschadigingen leiden bij personen die
en slechte bloedcirculatie hebben.Consulteer
uw dokter wanneer symptomen heeft die
daarop wijzen. Zulke symptomen zijn: slapen
vingers e.d., geen gevoel, “kriebelend” gevoel,
“speldeprikken”, pijn, geen of weinig kracht,
huidverkleuringen of veranderingen van het
huidoppervlak. Deze symptomen hebben
meestal betrekking op vingers, handen of
polsen.
De uitlaatgassen van de motor zijn heet en
kunnen vonken bevatten die brand kunnen
veroorzaken. Start de zaag daarom nooit
binnenshuis of in de buurt van licht
ontvlambaar materiaal.
In gebieden met een warm en
droog klimaat kan het risico
van branden erg groot zijn.
Het komt voor dat deze
gebieden gereguleerd wordt
met wetgeving, die vereist dat
de knalpot onder andere
uitgerust moet zijn met een
goedgekeurd
vonkenopvangnet.
Voor de knalpot is het erg
belangrijk dat de controle-,
onderhouds- en serviceinstructies gevolgd worden
(zie hoofdstuk
“Controle,
onderhoud en service van de
veiligheidsuitrusting van de
motorkettingzaag”
).
Tijdens het gebruik van de motorkettingzaag
en een tijdje daarna is de knalpot erg warm.
RAAK DE KNALPOT NIET AAN WANNEER HIJ
WARM IS!
Nederlands – 7
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Controle, onderhoud en service van
de veiligheidsuitrusting van de
motorkettingzaag
Om service en reparaties aan de
motorkettingzaag uit te voeren, moet u een
SPECIALE OPLEIDING HEBBEN. Dit geldt
vooral voor de veiligheidsuitrusting van de
motorkettingzaag. Als de motorkettingzaag
één van de volgende controles niet goed
doorstaat, moet u ermee naar uw
SERVICEWERKPLAATS gaan. Als u één van
onze produkten koopt, garandeert dit dat de
reparaties en service door een vakman
worden uitgevoerd. Als u uw
motorkettingzaag heeft gekocht bij één van
onze dealers die geen servicewerkplaats
heeft, vraag hem dan waar de dichtstbijzijnde
erkende werkplaats is.
1Kettingrem met terugslagbescherming
1Controle van de remvoeringslijtage
Maak de kettingrem en de
koppelingtrommel vrij van
houten spaanders, hars
en vuil. Vuil en slijtage
hebben een negatieve
invloed op het
remvermogen.
Controleer regelmatig of
de dikte van de
remvoering op de meest
versleten plaats tenminste
0,6 mm bedraagt.
3Controle van het traagheidsmechanisme
Hou de motorkettingzaag
boven een boomstronk of
een ander stabiel
voorwerp. Laat het
voorste handvat los en
laat de motorkettingzaag
door zijn eigen gewicht,
scharnierend rond het
achterste handvat, naar
beneden naar de stronk
toe vallen.
Wanneer de punt van
het zaagblad de stronk
raakt, moet de rem
geactiveerd worden.
4Remvermogen controleren
Plaats de
motorkettingzaag op een
stabiele ondergrond en
start ze. Zorg ervoor dat
de zaagketting niet in
contact kan komen met
de grond of een ander
voorwerp. Zie instructies
onder de kop Starten en
stoppen.
2Terugslagbescherming controleren
A)Controleer of de
terugslagbescherming
geen zichtbare
beschadigingen
vertoont zoals
materiaalbarsten.
B)Duw de
terugslagbescherming
naar voor en terug
naar achter om te
controleren of hij
gemakkelijk loopt en of
hij stabiel verankerd is
bij zijn verbinding in het
koppelingdeksel.
8 – Nederlands
Hou de motorkettingzaag
stevig vast met duimen en
vingers rond de handvatten.
Geef volgas en activeer
de kettingrem door uw
linkerpols naar de
terugslagbeweging te
bewegen. Laat het
voorste handvat niet los.
De ketting moet
onmiddellijk stoppen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
2Gashendelvergrendeling
1Controleer of de gashen-
del vergrendeld is in de
“STATIONAIRE STAND”
wanneer de
gashendelvergrendeling
in de oorspronkelijke
stand staat.
2Druk de
gashendelvergrendeling
in en controleer of hij
teruggaat naar zijn
oorspronkelijke positie
wanneer u hem loslaat.
3Controleer of de gashen-
del en de
gashendelvergrendeling
vlot lopen en of hun
retourveersystemen
werken.
4Start de motorkettingzaag
en geef vol gas. Laat de
gashendel los en
controleer of de ketting
stopt en stil blijft staan.
Als de ketting roteert
wanneer de gashendel in
de “STATIONAIRE
STAND” stand staat,
moet de “STATIONAIR
DRAAIEN-INSTELLING”
van de carburateur
gecontroleerd worden. Zie
hoofdstuk
“Onderhoud”
.
3Kettingvanger
4Rechterhandbescherming
Controleer of de
RECHTERHANDBESCHERMING geen
zichtbare beschadigingen
vertoont, b.v.
materiaalbarsten.
5Trillingdempingssystem
Controleer regelmatig het
trillingdempingselement
op materiaalbarsten en
vervormingen.
Controleer of het
trillingdempingselement
vast verankerd is tussen
de motoreenheid en de
handvateenheid.
6Stopschakelaar
Start de motor en
controleer of de motor
wordt uitgeschakeld
wanneer de
stopschakelaar naar de
stopstand wordt gevoerd.
Controleer of de
KETTINGVANGER niet
beschadigd is en hij vast
zit in de zaageenheid.
Nederlands – 9
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
7Knalpot
Gebruik de
motorkettingzaag nooit
wanneer de knalpot
defect is.
Controleer regelmatig of
de knalpot vastzit in de
motorkettingzaag.
Als de knalpot van uw
motorkettingzaag
uitgerust is met een
vonkenopvangnet, moet
dit regelmatig
schoongemaakt worden.
Een verstopt net leidt tot
oververhitting van de
motor wat tot ernstige
beschadigingen van de
motor leidt. Gebruik de
knalpot nooit wanneer
het vonkenopvangnet
ontbreekt of defect is.
GEBRUIK DE MOTORKETTINGZAAG NOOIT
WANNEER DE VEILIGHEIDSUITRUSTING
DEFECT IS. DE VEILIGHEIDSUITRUSTING
VAN DE MOTORKETTINGZAAG MOET
GECONTROLEERD EN ONDERHOUDEN
WORDEN ZOALS BESCHREVEN IN DIT
HOOFDSTUK. ALS UW MOTORKETTINGZAAG
NIET DOOR ALLE CONTROLES KOMT, MOET
U ERMEE NAAR UW SERVICEWERKPLAATS
VOOR REPARATIE.
ZAAGUITRUSTING
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u door het juiste
onderhoud en door het juiste type zaaguitrusting te gebruiken:
• Het terugslagrisico van uw motorkettingzagen reduceert.
• Het risico op losraken en barsten van de ketting
vermindert.
• Een maximum zaagprestatievermogen krijgt.
• De levensduur van de zaaguitrusting verlengt.
De 5 basisregels
1Gebruik uitsluitend de
door ons aanbevolen
zaaguitrusting! Zie
hoofdstuk
gegevens”
2Zorg ervoor dat de
tanden van de ketting
goed en juiste geslepen
zijn! Volg onze
instructies en gebruik
de aanbevolen vijlmal.
Een verkeerd geslepen of
beschadigde ketting
verhoogt het risico op
ongevallen.
3Zorg ervoor dat de
tanddiepte juist is! Volg
onze instructies en
gebruikt de aanbevolen
dieptesteller mal. Als de
tanddiepte te groot is,
verhoogt dit het risico op
terugslag.
4Hou de ketting gestrekt!
Als de ketting niet
voldoende gestrekt is,
neemt het risico dat de
ketting losraakt toe en
verhoogt de slijtage van
zaagblad, ketting en
kettingwiel.
“Technische
.
10 – Nederlands
5Zorg ervoor dat de
zaaguitrusting
voldoende gesmeerd is
en onderhoud ze op de
juiste manier! Als de
ketting niet voldoend
gesmeerd wordt, neemt
het risico op barsten toe
en verhoogt de slijtage
van zaagblad, kettingen
kettingwiel.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1Zaaguitrusting die het risico op
terugslag vermindert
Een verkeerde zaaguitrusting of een verkeerde
zaagblad/kettingcombinatie verhoogt het
risico op terugslag! Gebruik uitsluitend de
zaagblad/kettingcombinaties die aangegeven
zijn in het hoofdstuk “Technische gegevens”.
Terugslag kan alleen voorkomen worden doordat u er als
gebruiker voor zorgt dat de terugslagrisico-sector van het
zaagblad nooit in contact komt met een voorwerp.
Door zaaguitrusting met een “ingebouwde” terugslagreductie te
gebruiken en door de ketting correct te slijpen en te
onderhouden kan het effect van een terugslag gereduceerd kan
worden.
A Zaagblad
Hoe kleiner de neusradius
hoe kleiner de terugslagrisicosector en hoe lager het risico
op terugslag.
B Ketting
Een ketting bestaat uit een aantal verschillende schakels die
leverbaar zijn in standaarduitvoering en in een uitvoering die het
risico op terugslag reduceert.
Geen Standaard Terugslagreductie
Snijschakel
Aandrijfschakel
Zijschakel
C Een aantal uitdrukkingen die de specificaties van
het zaagblad en de ketting aangeven.
Wanneer de zaaguitrusting die bij uw motorkettingzaag werd
geleverd, versleten of beschadigd werd en vervangen moet
worden, mag men uitsluitend door ons aanbevolen
zaagbladtypes respectievelijk kettingtypes gebruiken. Zie
hoofdstuk
voor uw model gelden.
“Technische gegevens”
voor de aanbevelingen die
Zaagblad
• LENGTE ("/cm)
• AANTAL TANDEN IN HET
NEUSWIEL (T). Klein aantal
= kleine neuswielradius =
laag terugslagrisico.
• KETTINGSTEEK (")
Het neuswiel van het
zaagblad en het
kettingaandrijftandwiel van
de motorkettingzaag
moeten aangepast zijn aan
de afstand tussen de
aandrijfschakels.
• AANTAL
AANDRIJFSCHAKELS
(stuks). Elke zaagbladlengte
levert in combinatie met de
kettingsteek en het aantal
tanden van het neuswiel
een bepaald aantal
aandrijfschakels op.
• ZAAGBLADGROEF-
BREEDTE ("/mm). De
breedte van de
zaagbladgroef moet
aangepast zijn aan de
aandrijfschakelbreedte van
de ketting.
• KETTINGOLIE-OPENING
EN OPENING VOOR
KETTINGSTREKKERPEN.
Het zaagblad moet
aangepast zijn aan de
constructie van de
motorkettingzaag.
Door deze schakels op verschillende manieren te combineren
krijgt men verschillende graden van terugslagreductie. Als men
uitsluitend rekening houdt met de terugslagreductiegraad van
de ketting zijn er vier types.