Hartelijk dank voor de aankoop van een HUBSAN-product. De Quadcopter is een eenvoudig
te gebruiken RC-vlieger met vele functies, hij k an zweven, snel vooruit vliegen en
acrobatische manoeuvres uitvoeren. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en volg
alle aanwijzingen op. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor latere raadpleging, voor
onderhoudswerkzaamheden of voor instellingen.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
De RC-Quadcopter is geen speelgoed en is uitgerust met talrijke hoog technische
componenten om uitstekende prestaties te leveren.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product bediend. Verkeerde
handhaving kan leiden tot zware letsels. Let steeds op u eigen veiligheid, de veiligheid van
andere personen en uw omgeving.
Wij raden u aan om een ervaren piloot om hulp te vragen, voordat u de Quadcopter voor het
eerst gebruikt.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
.
2. Veiligheidsaanwijzingen
2.1 Let op
De RC-Quadcopter beschikt over onderdelen die zich met hoge snelheid bewegen en
zodoende gevaarlijk kunnen worden. De piloten zijn voor al hun handelingen
verantwoordelijk, die leiden tot schade aan goederen of letsel aan personen door
onvakkundige handhaving van hun op afstand bestuurbare modelvlieger.
Kies een groot open vlak, zonder obstakels. Laat de op afstand bestuurbare Quadcopter niet
vliegen in de nabijheid van gebouwen, mensenmassa’s, hoogspanningskabels of bomen om
uw veiligheid, de veiligheid van andere of de veiligheid van uw vlieger te waarborgen.
Bedien het apparaat alleen binnen uw capaciteiten. Vlieg niet, als u moe bent, alcohol heeft
gedronken of onder invloed van medicamenten bent. Een onvakkundige bediening kan
leiden tot letsel en beschadiging van goederen.
Page 3
3
2.2 Opladen van de LiPo-accu
Uw Quadcopter werkt m.b.v. een lithium-polymeer (LiPo) accu.
Laad de accu nooit op als hij nog in het modelvliegtuig ingebouwd is. Hij zou in brand kunnen
vliegen en uw vliegtuig volledig vernielen
Als u de Quadcopter een week of langer niet gaat gebruiken, verwijdert u de accu en laad u
deze volledig (100%) op.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR DE ACCU
(Lithium-polymeer (LiPo)-accu’s)
LiPo-accu’s onderscheiden zich van gangbare accu’s door hun chemische inhoud die in een
relatief onbeduidende folieverpakking ingepakt is. Dit heeft als voordeel dat een aanzienlijke
gewichtsvermindering bereikt is, maar maakt hem heel gevoelig voor een beschadiging als
hij grof en onvakkundig behandelt wordt. Zoals dit bij alle accu’s kan gebeuren, bestaat ook
hier het gevaar voor brand of een explosie wanneer de veiligheidsaanwijzingen niet in acht
worden genomen:
U mag de LiPo-accu alleen opladen of bewaren op een plaats waar een accubrand of
een explosie (incl. rook) niet levensgevaarlijk kan worden of schade aan goederen
kan veroorzaken.
Houdt LiPo-accu’s uit de buurt van kinderen en dieren.
Maak u vertrouwt met de veiligheids- en evacuatiemethoden die u in uw huis moet
uitvoeren bij een brand of een explosie door een accu .
Laad nooit een LiPo-accu op die vanwege een overmatig of niet voldoende
laadprocedure of door een crash opgezwollen is.
Laad nooit een LiPo-accu op die gaten heeft of door een crash beschadigd is. Na een
crash altijd de accu pack controleren op beschadigingen. Niet meer te gebruiken
accu’s dienen volgens de wettelijke voorschriften verwijdert te worden.
Laad de LiPo-accu nooit op in een bewegende voertuig.
Laad een LiPo-accu nooit te sterk op.
Laat de LiPo-accu tijdens een laadprocedure nooit zonder toezicht.
Laad een LiPo-accu nooit op in de nabijheid van ontvlambare materialen of
vloeistoffen.
Zorg er voor, dat de laadkabels juist aangesloten zijn. Een laadproces met verkeerde
polariteit kan de accu beschadigen of leiden tot brand- en explosiegevaar.
Page 4
4
Zorg dat er een brandblusser (voor elektrisch vuur) OF een grote emmer met droge
zand klaar staat. Probeer nooit elektrisch vuur (LiPo-accu) met water te blussen.
Verminder de gevaren door vuur/explosie, door de lip-accu in een geschikte reservoir
op te laden, een speciale lip-accu-tasje of een metalen/keramische reservoir wordt
aanbevolen.
Let steeds op de laadprocedure van de LiPo-accu en acht op tekens van
oververhitting.
Bescherm de LiPo-accu voor een per ongeluk gemaakte beschadiging tijdens het
opbergen of een transport (steek accu packs niet in uw broekzak of handtas, waar ze
kortgesloten kunnen worden of in contact kunnen komen met scherpe of metalen
voorwerpen.
Als uw LiPo-accu aan stoten blootgesteld werd, bijv. na een crash, leg hem dan in
een metalen bak en wacht tenminste 30 minuten op tekens zoals zwelling of sterke
opwarming.
Probeer nooit de LiPo-accu te demonteren, te veranderen of te repareren.
2.3 Vochtigheid voorkomen
Op afstand bediende modelvliegers bezitten vele elektrische precisie-onderdelen.
Berg de accu en het vliegtuig op bij kamertemperatuur en een droge plaats. Water en
vochtigheid kunnen tot functiestoringen van uw modelvliegtuig leiden en een reactieverlies of
een crash veroorzaken.
2.4 Functies waarborgen
Vanwege veiligheidsoverwegingen mogen allen Hubsan-onderdelen voor een vervanging
gebruikt worden.
Ga steeds voorzichtig te werk en houdt u lichaam en kleding weg van de propellers. Verlies
het model nooit uit het oog en laat het nooit zonder toezicht zolang deze loopt. Stop
onmiddellijk de bediening, wanneer het vliegtuig buiten zicht raakt. Schakel na de landing het
vliegtuig en de zender uit.
Page 5
5
2.6 Alleen vliegen vermijden
Beginners moeten het vermijden om tijdens de leerfase alleen te vliegen. Er wordt
aanbevolen om een ervaren piloot mee te nemen.
3. VEILIGHEIDSCONTROLE VOOR DE VL UCHT
Controleer de X4 grondig voor elke vlucht
• Controleer voor de bediening of de accu’s van de zender en ontvanger voor de
vlucht voldoende opgeladen zijn.
• Voordat u de zender inschakelt, controleert u, of de gashendel tot aan de aanslag
naar beneden gedrukt is.
• Controleer zorgvuldig de rotorbladen en de rotorhouder. Afgescheurde of niet
werkende onderdelen leiden tot gevaarlijke situaties.
• Overtuig u er van, dat de accu en de stekkers onberispelijk en veilig bevestigt zijn.
Door trillingen en heftige vluchten kunnen de stekkers losraken, waardoor men de
controle over het vliegtuig kan verliezen.
• Voor het inschakelen van de vlieger handelt u als volgt: voor het INSCHAKELEN –
eerst de zender inschakelen en daarna de ontvanger. Voor het UITSCHAKELEN –
eerst de ontvanger uitschakelen en daarna de zender. Bij het niet in acht nemen van
deze volgorde kunt u de controle over de Quadcopter verliezen.
4. ZENDER
4.1 Overzicht van de bedieningselementen en functies in het hoofdmenu
Hoofdmenu
Page 6
6
Zender
Page 7
7
Functie van de invoertoetsen
Nr. Identificatie Functie
1 MODE 2 Stuurknuppel gas/ Door de stuurknuppel naar voren/achter te
richtingsroer bewegen stijgt de Quadcopter naar boven en
weer naar beneden. Door de stuurknuppel naar
links/rechts te bewegen draait zich de romp van de
Quadcopter naar links resp. naar rechts.
2 MODE 2 Stuurknuppel Door de stuurknuppel naar voren/achter te
hoogteroer/rolroer bewegen stijgt de Quadcopter naar voren of terug.
Door de stuurknuppel naar links/rechts te bewegen
drijft de Quadcopter naar links resp. naar rechts.
(1) MODE 1Stuurknuppel gas/ Door de stuurknuppel naar voren/achter te
rolroer verhoogt/verlaagt de Quadcopter de snelheid.
Door de stuurknuppel naar links/rechts te bewegen
rolt de Quadcopter naar links resp. naar rechts om
een steile bocht in te leiden.
(2) MODE 1Stuurknuppel
hoogte-/richtingsroer Door de stuurknuppel naar voren/achter te
bewegen stijgt de Quadcopter naar boven en
weer naar beneden. Door de stuurknuppel naar
links/rechts te bewegen giert de Quadcopter naar
links resp. naar rechts.
3 Trimmen van de rolroer Met de rolroertrimmer regelt men het sturen naar
links en rechts.
4 Trimmen van de hoogteroer Met de hoogteroertrimmer regelt men de
voorwaartse en achterwaartse richting.
5 Trimmen van de richtingsroer Met de r icht ingsr oertrimmer regelt men het draaien
naar links en rechts en het gieren.
6 Trimmen van het gaskanaal De gastrimmer wordt meestal in neutrale positie
gehouden. De lagere trim schakelt de LED’s aan en
uit.
7 Aan-/uitschakelaar Voor het inschakelen van de zender de schakelaar
naar boven zetten. Voor het uitschakelen naar
beneden.
8 Opname Het nieuwe model ondersteund eveneens een
video-opname. Druk 1 seconde op de opnameknop
om de procedure te bevestigen of deze te
verlaten.
Page 8
8
9 USB bus Deze bus wordt voor firmware updates gebruikt.
Maak via deze bus geen verbinding met de
computer.
10 Videobril-bus Deze bus dient voor aansluiting van de “Hubsan
H510” videobril, deze is als accessoires
verkrijgbaar.
11 Oortelefoon-aansluiting Momenteel is er nog geen functie voor deze
aansluiting.
Page 9
9
4.2 Batterijen plaatsen
Opmerking: > Meng nooit verbruikte en nieuwe batterijen door elkaar.
> Batterijen alleen vervangen door batterijen van hetzelfde type.
> Laad nooit niet-oplaadbare batterijen op.
> Plaats 4 batterijen van het type AA, andere types batterijen kunnen de zender
beschadigen.
Deksel verwijderen 4 batterijen “AA” volgens de Plaats het deksel weer terug
juiste polariteit pla at se n
Opmerking:
1. De video-opname stopt zodra de batterijen in de zender te zak zijn en er geen
opname meer mogelijk is.
2. Als de SD-geheugenkaart vol is kunnen geen opnames meer opgeslagen worden en
op het display verschijnt “SD Full”.
3. Gebruik een SD kaart met 4 GB geheugen en een snelheidsklasse 4.
4. Na het inschakelen van de zender knippert de rode LED snel, het LC-display blijft
zwart, d.w.z. de batterijen zijn te zwak om de zender met de X4 te verbinden.
Vervang de batterijen in de zender.
5. Als tijdens een vlucht van de X4 de rode LED op de zender knippert en het LC display zwart is, zijn de zenderbatterijen zwak. De Quadcopter kan wel nog bestuurd
worden, maar u moet onmiddellijk landen en de batterijen in de zender vervangen.
6. De zender werkt uitsluitend met 4 droge batterijen van het type AA. Alle andere types
batterijen beschadigen de zender.
Page 10
10
4.3 Kiesbaar frequentiebereik 5.8 GHz
Uw zender zoekt automatisch de optimale frequentie, om voor een uitstekende live-videooverdracht te zorgen. In het geval van storingen op uw locatie kunt u de instelling van 5,725
tot 5,875 GHz veranderen, om een groter bereik en een betere video-overdracht te bereiken.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om 5.8 G FREQUENCE (frequentie 5,8) te kiezen. Druk de
hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en beweeg deze omhoog/omlaag om de ingestelde
frequentie te kiezen, stel dan de gewenste frequentie in door de hendel naar links/rechts te
drukken. Verlaat deze optie in pijlrichting. Om het menu te verlaten drukt u de hoogteroerstuurknuppel 2 seconden naar beneden.
4.4 De opname afspelen
Uw zender kan de opgeslagen opname afspelen.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om PLAY RECORD (opname afspelen) te kiezen. Druk
vervolgens de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en naar rechts/links om NEXT/STOP
(volgende stop) te kiezen. Om het menu te verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2
seconden naar beneden.
Page 11
11
4.5 Realtime instellen
Uw zender kan de werkelijke tijd als computer instellen. Nadat u de tijd ingesteld heeft, kan
deze volgens uw tijdzone weergegeven worden.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om SET REAL TIME te kiezen. Druk vervolgens de
hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en dan rechts/links om de tijd in te stellen. Om het
menu te verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2 seconden naar beneden.
4.6 SD-geheugenkaart formatteren
De SD-geheugenkaart bevindt zich in de zender en kan nu geformatteerd worden door de
zender.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om FORMAT SD CARD te kiezen. Druk vervolgens de
hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en beweeg deze omhoog/omlaag om de optie te kiezen
en voor het bevestigen van de invoer resp. om de optie te verlaten naar rechts.
Om het menu te verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2 seconden naar beneden.
Page 12
12
5 LIPO-ACCU OPLADEN
5.1 De Quadcopter is uitgerust met een 3,7 V 380 mAh LiPo-accu
5.1.1 Haal de accu aan de onderkant van de X4 er uit.
5.1.2 Verbindt de accu met de USB-oplader. De LED blijft tijdens het laadproces branden
en gaat uit zodra het laadproces beëindigd is. De USB-oplader kan, behalve met de iPhone,
met geen andere Smartphone-oplader verbonden worden, echter is het mogelijk om hem op
een USB-poort van een auto aan te sluiten.
5.2 Lees paragraaf 2.2. Veiligheidsaanwijzingen voor gebruik van de accu
Laad de LiPo-accu steeds voor de helft van zijn capaciteit op voordat u deze opbergt.
LiPo-accu’s slaan hun energie op over een bepaalde periode, daarom is het meestal niet
nodig om het na het opbergen weer op te laden, behalve als deze 3 – 6 maanden niet
gebruikt werd.
.
Verwijdering en recycling van de LiPo-accu
Tijdelijke opberging van beschadigde LiPo-accu’s:
Begraaf de LiPo-accu in een emmer met droge zand of (indien ontladen) kunt u de accu
neutraliseren door deze in een zoutwaterbad te dompelen. Bij twijfel kunt u beter een vakman
raadplegen.
Page 13
13
6 VIDEO-OPNAME
Opmerking:
Schakel de zender steeds UIT, voordat u een SD-kaart gaat plaatsen of deze verwijdert.
Stop de video-opname en schakel de batterij uit, pas dan kunt u de SD-kaart uithalen.
6.1 Plaatsen van de SD-geheugenkaart
Opmerking: voorkom om de SD-geheugenkaart te snel achter elkaar uit te halen en weer te
plaatsen, omdat de opnamemodule hiervoor gevoelig is en hierdoor eventueel
functiestoringen kunnen optreden.
6.2 Op het display wordt REC in rood en knipperend aangeduid, zodra een opname
gestart is (zie afb. hieronder).
6.3 Start/Stop van de opname met behulp van de afstandsbediening.
Page 14
14
7 VLIEGEN
7.1 Procedure voor het inschakelen (gebruiksveilig)
Uw X4-vliegbesturing beschikt over een gebruiksveilige inschakeling.
Deze zorgt er voor, dat de motor van uw X4 pas dan gaat starten wanneer een geschikt
besturingssignaal geregistreerd werd, zodra de LiPo-accu aangesloten is. De juiste volgorde
voor het starten is:
7.1.1 Let er op, dat de gashendel tot aan de aanslag naar beneden gedrukt is.
7.1.2 Schakel de zender in, de rode LED knippert. Bedien geen andere stuurknuppel of
trim, voordat de verbinding tussen zender en X4 uitgevoerd is. De LED van de zender gaat
groen branden zodra de zender met de X4 verbonden is.
7.1.3 Schakel nu de X4 in, door de vliegaccu volgens de juiste polariteit aan te sluiten.
Als u de vlucht wilt beëindigen, schakelt u eerst de zender uit en daarna trekt u de accuklem
op de X4 er af.
Page 15
15
7.1.4 Plaats de accu aan de onderzijde van de X4. Let er op, dat de accu en de kabels
volledig in het accuvak ingedrukt worden, zodat de zwaartepuntpositie (COG) niet belemmert
wordt.
Draai de kabels in elkaar en druk deze in de overeenkomstige uitsparing (zie afb.), om
trillingen of schommelingen tijdens het vliegen te voorkomen.
7.1.5 Opmerking over de LED-indicaties:
Na een korte alarmsignaal en nadat de groene LED brandt, gaan de 6 lampjes permanent
oplichten en bevestigen hiermede een succesvolle verbinding. De LED’s zijn nu
ingeschakeld en er is een nachtvlucht mogelijk. Druk de onderste gashendel-trimmer ca. 1
seconde in om de LED’s aan of uit te schakelen. Ook schakelt u de LED’s uit, blijven deze
knipperen tot de LiPo-accu ontladen is.
OPMERKUING: de LED’s knipperen, wanneer de Quadcopter geen stroom meer heeft
of wanneer de X4-code geen verbinding met de zender kan maken.
Page 16
16
Tip: het is niet noodzakelijk om de richtingsroer-trimmer in te stellen, wanneer de X4 verder
tijdens de vlucht giert. De X4 zoekt zelf binnen 3 seconden het middelpunt van het
richtingsroer, nadat de Quadcopter op een vlakke ondergrond geland is en de gashendel op
de onderste aanslag staat.
Landen op een vlakke ondergrond
Page 17
17
7.2 Zenderknuppel en X4-stuurreacties
VOORZICHTIG! Om de controle niet te verliezen handelt u als volgt. Beweeg ALTIJD de
zenderknuppel LANGZAAM! Vergeet niet, dat de stuuringangen beschikbare stijgkrachten
verminderen. Wees bereid, iets meer gas te geven, om de hoogte tijdens de manoeuvres bij
te houden.
Gas verhoogt /vermindert de vluchthoogte van de Quadcopter
Richtingsroer draait de romp van de Quadcopter naar links/rechts
Hoogteroer beweegt de Quadcopter voorwaarts/achterwaarts.
LET OP: als de Quadcopter in uw richting vliegt, lijken de besturingen andersom!
Rolroer (cyclisch rollen) beweegt de Quadcopter „zijwaarts” naar links/rechts.
Page 18
18
8 UITGEBREIDE INSTELLINGEN
8.1 Omdraaien van de kanaal-instelling
Als u een stuurknuppelfunctie vanwege uw eigen voorkeur wilt omdraaien, handelt u als
volgt: denk er aan, dat dit alle besturingen van achter naar voren verandert.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om SET REVERSE (besturing omdraaien) te kiezen. Druk
vervolgens voor het kiezen van de optie de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts, vervolgens
omhoog/omlaag om de instelling te bevestigen of om de optie te verlaten. Om het menu te
verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2 seconden naar beneden.
8.2 DE GEVOELIGHEID INSTELLEN
Als u de gevoeligheid voor de reactie van een stuurknuppelfunctie wilt veranderen, handelt u
als volgt. Een hogere gevoeligheid maakt grotere /snellere bewegingen van een
modelvlieger mogelijk, terwijl een lagere gevoeligheid kleinere/ langzamere bewegingen
toelaat.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om SET SENSITIVE (gevoeligheid instellen) te kiezen. Druk
vervolgens de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en stel m.b.v. de hoogte-, rol- en
richtingsroer de gevoeligheid in. Druk de hoogteroer-stuurknuppel naar links om deze
instellingsoptie te verlaten. Om het menu te verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2
seconden naar beneden.
Page 19
19
EXPERT-MODE
In de expert modus kan de gevoeligheid zelfs nog verder ingesteld worden (tot 100) en biedt
de gebruiker de grootste mogelijkheid om de Quadcopter te besturen.
Volg de onderstaande aanwijzingen op, om deze functie aan of uit te schakelen.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om SET SENSITIVE (gevoeligheid instellen) te kiezen. Druk
vervolgens de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en kies NORMAL MODE, druk opnieuw
de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts, om de expert-mode op te roepen en stel m.b.v. de
hoogte-, rol- en richtingsroertrimmer de gevoeligheid in. Druk de hoogteroer-stuurknuppel
naar links om deze instellingsoptie te verlaten. Om het menu te verlaten drukt u de
hoogteroer-stuurknuppel 2 seconden naar beneden.
8.3 Tips voor het vliegen van loopings
Een looping functioneert alleen in de EXPERT-MODE, wanneer de functie Anti-Flip ( loopingblokkering) deactiveer t is. Druk hiertoe eenmaal de hoogteroer-stuurknuppel, om de
experten-mode op te roepen. Om de looping-blokkering te selecteren drukt u kort op de
gashendel: Anti-Flip (looping-blokkering) = één pieptoon, Flip (looping) = twee pieptonen.
Page 20
20
Uw X4 kan ook 360°-loopings uitvoeren, beweeg de joysticks zoals hierna beschreven.
Bij het uitvoeren van de loopings moet u er op letten, dat zich de X4 in een 30°-hoek
tot de grond bevindt en u iets gas voor het stijgen moet geven voordat u de
stuurknuppel beweegt om te rollen.
Page 21
21
8.3.1 Linker Looping
Druk de joystick helemaal naar rechts, vervolgens heel vlug weer naar links en in de
middenpositie, na de looping, laat u los.
8.3.2 Rechter Looping
Druk de joystick helemaal naar links, vervolgens heel vlug weer helemaal naar links en in de
middenpositie, na de looping, laat u los.
8.3.3 Voorwaarts looping
Druk de joystick helemaal terug, vervolgens heel vlug weer helemaal naar voren en in de
middenpositie, na de looping, laat u los.
Page 22
22
8.3.4 Achterwaartse looping
Druk de joystick helemaal naar voren, vervolgens heel vlug weer terug voren en in de
middenpositie, na de looping, laat u los.
In de expert-mode kan de X4 met een hoge snelheid vliegen en loopings uitvoeren. Als
hij geen loopings zal uitvoeren, stelt u de looping-blokkering in. Druk de gashendel,
om de looping-blokkering te activeren of te deactiveren.
OFF = één pieptoon van de zender = geen looping
ON = twe e pieptonen van de zender = loopings uitvoeren
Neem in acht, dat de X4 geen loopings kan uitvoeren als de LiPo-accu ontladen is.
Page 23
23
9 INBOUWEN EN DEMONTEREN VAN DE PROPELLERS
De propellers van de X4 zijn niet identiek. Iedere propeller is gekenmerkt m et A of B.
Als de propellers niet juist gemonteerd zijn zal de X4 rollen en neerstorten.
Inbouw: druk de propellernaaf in, breng het gat met de motor-as op deze l fde hoogte, druk
vast maar wel voorzichtig naar beneden.
Demonteren van de propeller: houdt de propeller vast, plaats een U-sleutel onder de
propeller, druk naar beneden en de propeller laat zich gemakkelijk van de motor-as afhalen.
Page 24
24
De propellers zijn gevaarlijk als de Quadcopter vliegt. Om letsel of beschadigingen te
voorkomen, kunt u misschien beter de beschermingen installeren.
Handleiding:
Demonteer de propellers. Breng de vier gaten in de afdekking op de hoogte van de motoren.
Druk elk gat op de motoren en monteer de propellers weer volgens de juiste posities op de
X4.
Als u de beschermingen weer wilt verwijderen, haalt u eerst de propellers er af en dan de
afdekkingen van elke motor. Controleer naar elke crash, of de afdekking nog goed vastzit en
de motorbehuizing of de propellers niet beschadigd zijn.
Page 25
25
Page 26
26
Verhelpen van problemen
1. De verbinding tussen zender en X4 komt niet tot stand.
Antwoord: de gashendel moet volledig op nul gezet worden. Beweeg tijdens de eerste
verbinding niet de stuurknuppel of trimmer.
2. De LED van de zender schakelt zich in en plotseling weer uit.
Antwoord: vervang de AA-batterijen.
3. Het instelmenu verschijnt niet op de display van de zender, oftewel de joystick 1 seconde
naar beneden gedrukt is.
Antwoord: de gashendel bevindt zich niet in de onderste positie.
4. De videokwaliteit is niet goed of onderbroken.
Gebruik een 4 GB SDHC kaart met een snelheid 4 of hoger.
5. De gyros-sensor functioneert niet juist
Antwoord: (1) Te zwakke accuspanning. (2) Voer de verbinding opnieuw uit. (3). Laan op de
grond, trek d3 seconden de gashendel volledig terug en stijg weer op.
6. Een looping kan niet uitgevoerd worden.
Antwoord: (1) Druk een keer op de hoogteroer-stuurknuppel om de expert-modus (Flip) op te
roepen. (2). In de expert-modus (Flip) moet de gevoeligheid van iedere kanaal afzonderlijk
boven 90 % bedragen, dan kunt u de gevoeligheid in het instelmenu programmeren. Lees
hiertoe paragraaf 8.2 Instellen van de gevoeligheid. (3) Druk de gashendel om de
loopingblokkering te deactiveren. (4) De LiPo-accu is ontladen en moet opgeladen worden.
7. De Quadcopter wankelt en schommelt luidruchtig.
Antwoord: controleer of de motoren, beschermdak, romp en propeller juist gepositioneerd
zijn.
8. Omschakelen tussen normaal-/expert-modus
Antwoord: Druk een keer kort op de hoogteroer-stuurknuppel, om de expert-modus (rode
knipperende LED van de zender) en de normaal-modus (groene permanente lampje) in /uit
te schakelen. Het woord „Expert” verschijnt onderaan in het midden op het display.
9. De Quadcopter stijgt niet op.
Antwoord: (1) Propellers zijn verkeerd gemonteerd. De propellers zijn met „A” (rechts, met de
wijzer van de klok mee) en „B” (links , tegen de klok in) gekenmerkt. Zie volgende afbeelding
met de juiste inbouwrichting. (2) De motoren zijn verkeerd ingebouwd. Controleer of alle
motoren op de juiste positie staan. Er bestaan twee verschillende types motoren met
verschillende motor-draadkleuren, zie afbeelding.
Page 27
27
10. Inbouwen en demonteren van de LED’s
Demonteren: schroef de onderste schaal en de rubberen voetjes er af. De-soldeer de rode
en gele draden.
Inbouwen: soldeer de rode draad aan de anode/pluspool (+) en de gele draad aan de
kathode/minuspool (-). Druk de LED-draden in elkaar en leg de motorkabels in de
uitsparingen van de voeten. Plaats de onderste schaal weer terug en daarna de rubberen
voetjes. De kleur van de LED-lampjes kunt u aan de kabelisolatie op de onderzijde van de
LED-lens herkennen: wit betekent wit licht, blauw betekent blauw licht.
Page 28
28
11. Na een crash schuren de motoren en draaien niet goed.
Antwoord: als u de propeller licht aanstoot, kunt u een schuren vaststellen en zien, dat zich
de motoren niet vrij bewegen. Druk de mot or-as vanaf de bovenzijde van de propeller en de
motor naar beneden, om het probleem te verhelpen of vervang de motor.
12. De armen van de X4 gaan na een harde landing of crash uit elkaar.
Antwoord: dit is een speciale functie, om de opslag bij een crash op te vangen. Druk
eenvoudig met de hand de armen terecht zodat deze weer in de uitgangspositie inklinken,
zie afb.
13. Eén motor of meerdere motoren lopen niet meer.
Antwoord: (1) Der Motor is beschadigt. Motor vervangen.
(2) De (die) motoraansluiting(en) is (zijn) los. Opnieuw solderen.
(3) Een FET op de vliegbesturing is waarschijnlijk doorgebrand. Vliegbesturing vervangen.
14. De X4 gaat tijden zweven teveel driften en zelfs na een kalibratie van de snelheidsmeter.
Antwoord: stel de X4 op een vlakke ondergrond en compenseer de drift-zijde met een paar
bladen papier (het aantal bladen papier is afhankelijk van het driften), zodat de X4 de
snelheidsmeter met een vlakke offset-hoek kan kalibreren.
Page 29
29
15. De camera maakt geen opnames.
Antwoord: druk op de toets en de camera neemt op. Zodra de opname beëindigd is drukt u
opnieuw op de knop om de opname op te slaan. Als u de opname niet wilt opslaan, schakelt
u de Quadcopter uit. Controleer de batterij in de zender en de vliegaccu, met verbruikte
batterijen kan geen opname gemaakt worden.
16. De video-opname kan niet op de SD-kaart opgeslagen worden.
Antwoord: stop de video-opname en schakel de batterij uit, pas dan kunt u de SD-kaart
uithalen. Schakel altijd eerst de zender UIT, voordat u een SD-kaart plaatst of uithaalt.
17. Terugzetten op fabrieksinstellingen
Antwoord:
(MODE 1 Zender)
Druk de linker joystick naar boven links en de rechter joystick naar boven rechts. Houdt
beide in deze positie en schakel de zender in. Op het display verschijnt „CALIBERATE
STICK” (JOYSTICK KALIBREREN). Draai de joyst i cks 3 keer rond, laat ze vervolgens los en
druk 1 seconde op een „willekeurige” toets om op te slaan en te verlaten.
(MODE 2 Zender)
Druk beide joysticks naar linksboven, houdt beide in deze positie en schakel de zender in.
Op het display verschijnt „CALIBERATE STICK” (JOYSTICK KALIBREREN). Draai de
joysticks 3 keer rond, laat ze vervolgens los en druk 1 seconde op een „willekeurige” toets
om op te slaan en te verlaten.
Page 30
30
18. De zender schakelt zich niet in
Antwoord:
Controleer de aansluiting van de batterij. Als de batterijcapaciteit van de zender te laag is,
moet u de batterijen vervangen door nieuwe AA-batterijen.
19. Partities van de SD kaart:
>De SD kaart wordt door de afstandsbesturing (TX) gepartitioneerd, met Partitie-groottes van
225 MB.
>Als u de op de SD-kaart opgeslagen video’s op een Windows® computer wilt oproepen ziet
u alleen de eerste partitie. Eventueel wordt ook de beschikbare geheugenplaats foutief
weergegeven. Dit heeft echter geen invloed op de opgenomen video’s en als u de video’s
naar de computer kopieert heeft u daar de volledige lengte beschikbaar.
>Bij een volle SD-kaart wordt op het LC-display van de afstandsbesturing (TX) “Full”
weergegeven.
>Als u de SD-kaart in een ander apparaat wilt gebruiken moet u deze eerst formatteren.
Page 31
31
U bent als eindgebruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege
batterijen en accu´s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt door de
hiernaast vermelde symbolen, die erop wijzen dat deze niet via het huisvuil mogen
worden afgevoerd.
Uw gebruikte batterijen/accu´s kunt u kosteloos inleveren bij de verzamelpunten
van uw gemeente en overal waar batterijen/accu´s worden verkocht!
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.