H-Tronic AKKUMASTER C5 User guide [nl]

1
Acculader
"
AkkuMaster C5
"
Best.
-
Nr. 1 24 24 65
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen
in
voor het ingebruiknemen en het omgaan met de lader. Let op er op dat u de
gebruiksaanwijzing meegeeft a
ls u het product aan een ander overdraagt.
Berg deze handleiding goed op om hem altijd te kunnen raadplegen!
2
Gebruiksaanwijzing
AkkuM
aster
C5
Voor
dat u
dit apparaat
in gebruik neemt
dient u
de instructies
in deze
handleid
ing te volgen. De
wet
schrijft
voor dat wij
U belangrijke veiligheidsaanwijzingen
geven en dat wij u
er op wijzen
hoe
u schade aan perso
nen, het apparaat en andere zaken kunt v
oorkomen
. Als u deze
instructies
niet
opvolgt
staat
de fabrikant
niet borg voor schade die door onachtzaamheid
of door het het
opzettelijk negeren van de
instructies in deze gebruiksaanwijzing zijn ontstaan!
Ge
varen bij het omgaan met de
accu
lader
Deaccu
lader is
volgens de nieuwste technieken en erkende ve
iligheidsvoorschriften gebouwd.
Niettemin kan onjuiste bed
iening of misbruik
gevaa
r opleveren
voor
lijf en leden van de gebruiker of
van
derden
en
voor
de lader en andere zaken die de gebruiker toebehoren.
Alle personen die met het
gebruik
, de bediening,
de service en
het onderhoud
van de lader te doen
hebben moe
ten of voldoende gekwalificeerd zijn of voldoende kennis hebben of verkrijgen over het
omgaan met acculaders en batterijen en de gebruiksaanwijzingen precies volgen. Storingen die de
veiligheid in het geding brengen moeten worden vermeden en
zo nodig direc
t worden verholpen.
Om de lader zonder gevaar te gebruiken dient de eigenaar goed te letten op de veiligheidsvoorschriften
en de waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is
Het apparaat is geschikt voor het automat
isch laden en bufferen (in conditie houden) van lood
-
gel, lood
-
vlies of lood
-
zuur acc
u’
s en
NiCd, NiMH, Pb, Li
-
Ion und Li
-Polymeer
batterijen
.
Er mogen ge
en niet
-
oplaadbare batterijen (zink
-koolstof
, a
lkaline,
etc.),of
andere
soorten batterijen
worden
aan
gesloten of
geladen
.
Elk ander gebruik, anders dan beschreven, is niet toegestaan en zal het produ
c
t beschadigen.
Bovendien
komen daarbij gevaarlijke situaties voor zoals bijvoorbeeld kortsluiting, brand, electrische schokken etc.
Let op de volgenden veil
igheidsadviezen om storingen, schade en gezondheidsrisico
s te
vermijden:
Lees deze gebruiksaanwijzing
alstublieft
nauwkeurig door en gebruik de lader uitsluitend volgens de
instructies
.□Voer het overgebleven verpakkingsmateriaal af of bewaar het op een
niet voor kinderen toegankelijke
plek.
Het gevaar bestaat om er in te stikken!
Als de lader of de aansluitsnoeren beschadigd zijn mogen deze niet meer
worden
gebruikt. Ze dienen
door een vakman
te worden
gerepareerd. Controleer voor het gebruik altijd de a
ansluit
snoeren
(netsnoer en laadkabels
) op beschadigingen.
Bij het laden van l
ood-zuur acc
u’
s kunnen explosieve en voor de gezondheid schadelijke gassen
ontstaan. Laad de acc
u’
s daarom alleen in goed geventileerde ruimten.Vermijd open vuur en vonken.
Laad
geen andere acc
u’
s of batterijen dan
degenen die in de handleiding staan.
Let er op dat de beluchtingsspleten niet
worden
afgedekt.
Het netsnoer mag alleen met een 2
30 Volt AC / 50 Hz (10/16A)
geaa
rde wandcontactdoos
worden
verbonden
.□Vermijd het opladen
van oude, beschadigde, zeer st
erk ontladen of gebrekkige lood
-
zuur acc
u’
s.□Laad nooit
d
roge
-
cel (niet
-
oplaadbare)
batterijen.
Gebruik de lader niet buiten.
Het apparaat is niet geschikt voor het gebruik door kinderen.
Let er op dat u tijdens het gebruik va
n het apparaat geen geleidende sieraden draagt zoals kettingen,
armbanden of ringen.
Let er op niet met accuzuur in contact te komen.
3
Accuzuur kan ernstige chemische brandwonden veroorzaken. Bij contact direct met veel helder water
spoelen en zo nodig een
arts raadplegen.
Bij langdurig gebruik met maximale laadstroom wordt het apparaat warm.
Controleer daarom regelmatig het verloop van het laden en trek bij onregelmatigheden (overmatige
verhitting van de accu, veel gasvorming)
onmiddellijk de stekker uit
de
wandcontactdoos
en trek de
stekkers van de
laadkabels
uit het apparaat.
Trek de stekker uit de
wandcontactdoos
en verwijder de
laadkabels
als u het apparaat niet gebruikt of
het wilt schoonmaken.Trek nooit aan het netsnoer maar pak de stekker bij het v
erwijderen.
Haal het apparaat niet uit elkaar en probeer het niet zelf te repareren. De lader bevat geen onderdelen
die u zelf kunt vervangen of repareren.
Als er rook uit het apparaat komt, het verbrand ruikt of merkwaardige geluiden produceert
direct de
stekker uit
de wandcontactdoos
trekken en advies vragen aan uw vakleverancier.
Veiligheidsvoorschriften
Schade die veroorzaakt is door het niet volgen van deze handleiding maakt de garantie
ongeldig
.Voor gevolgschade aanvaarden wij geen aansprakelijkh
eid!
Bij schade aan zaken of personen die door
ooordeelkundig gebruik of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften veroorzaakt worden
aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
In die gevallen
vervalt de garantie geheel.
De hierna volgende veiligheids
voorschriften en
waarschuwingen dienen niet alleen ter bescherming van u
zelf maar ook voor het behoud van het apparaat.
Leest u daarom de volgende punten zorgvuldig door:
Omveiligheids
-
en vergunningsredenen (
CE-normering
)
is het
eigenmachtig
veranderi
ngen aan
brengen in het
product
niet toegestaan
.De stroom/spanning voor de lader moet verkregen worden door he
t
netsnoer met een regulier
e
geaarde
wandcontactdoos
(230V~/50Hz)
van het openbare electriciteitsnet
te verbinden
.
Het product mag alleen in dr
oge, gesloten ruimtes
worden
gebruikt.Het mag niet vochtig of nat worden,
Vermijd direct zon
licht
, grote hitte
(>35°C)
of koude
(<0°C).
Dit geldt ook voor de accu.
Zet bijvoorbeeld geen
potten,
vazenof planten op of naast dit apparaat en de accu. Vloeisto
f zou in
de
behuizing kunnen dringen en daardoor de electrische veiligheid in gevaar brengen.
Bovendien bestaat er een
grote kans op brand of op levensge
vaarlijke electrische schokken!
Sluit in dat geval het product direct af van de netspanning (eerst de s
troom van
de
wandcontactdoos
halen
, dan
de stekker eruit trekken!). Verbreek daarna de verbinding tussen de accu en de lader.
De accu moet aan de buitenkant helemaal droog
-enworden
schoongemaakt. Gebruik de accu niet meer
,
maar
breng hem naar een reparat
iewerkplaats.
Dit apparaat is geen speelgoed en hoort niet in kinderhanden. Let extra goed op als er kinderen in de buurt zijn!
Kinderen zouden kunnen proberen voorwerpen door de openingen van de behuizing te steken. Daardoor wordt
het apparaat beschadigd
, bovendien bestaat er gevaar voor een electrische schok!
Het product mag alleen op een zodanige plaats opgesteld, gebruikt of
bewaard worden dat het
4
onbereikbaar is voor kinderen. Kinderen zouden de instellingen kunnen veranderen of kortsluiting kunnen
veroorzaken in de accu of het accupack
(accubatterij)
, wat tot een explosie kan leiden.
Levensgevaarlijk!
Laat het verpakkingsmateriaal niet slingeren. Het kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn!
Het produc
t is alle
en geschikt voor het laden van l
ood-zuur, lood
-
gel,lood-vlies,
NiCd, NiMH, Pb, Li
-
Ion en
Li-Polyme
eraccu’s.Let goed op de specificaties van de fabrikant van de accu.
Niet-oplaadbare b
atterijen mogen niet geladen worden! Gevaar voor explosie!
Gebruik het product nooit zonder toezicht. On
danks uitgebreide en veelvoudige veiligheidsschakelingen
kunnen storingen en problemen bij het opladen van een accu niet
worden
uitgesloten.
Gebruik het product alleen in een gematigd klimaat, nooit in de tropen. Kijk in het hoofdstuk
Technische
gegevens
voor de toegestane omgevingsomstandigheden.
Accu’s mogen nooit omgepoold, kortgesloten, gedemonteerd of in het vuur worden geworpen. Er bestaat
gevaar voor explosie!
Als u zelf een accupack samenstelt mogen zich daarin alleen acc
u’
s van dezelfde capaci
teit,
type en
bouwwijze bevinden.
De afzonderlijke acc
u’
s in een accupack moeten in serie geschakeld zijn.
Laat acc
u’
s en batterijen niet rondslingeren, het gevaar bestaat dat kinderen of huisdieren ze inslikken.
Raadpleeg in die gevallen direct een arts
. Levensgevaarlijk!
Accu’s die lekken of beschadigd zijn kunnen bij het in aanraking komen met de huid brandwonden
veroorzaken, gebruik daarom in dergelijke gevallen beschermende werkhandschoenen.
Zorg voor een stabiele en ruime plek met een vlakke on
dergrond, waar het apparaat stevig staat.
Anders
zou het kunnen vallen en door zijn gewicht letstels kunnen veroorzaken. Bovendien wordt het apparaat door
vallen beschadigd.
Zet de lader en de accu nooit op een brandbare ondergrond, zoals tapijt. Let er op
dat er zich geen brandbare
zaken zoals lappen of poetskatoen in de buurt van het apparaat bevinden.
Let er op dat het netsnoer en de
laadkabels
op
een onbrandbare ondergrond rusten, niet in de nabijheid van
licht brandbare voorwerpen of oppervlakken. Gebr
uik zo nodig een niet
-
brandbare ondergrond (bijvoorbeeld
een grote dikke tegel of stenen plaat).
Zet het apparaat niet op een tafelkleed, hoogpolig tapijt of dergelijke ondergronden.
Let op voldoende ventilatie als het apparaat aan staat, dek de lader of
de aangesloten accu nooit af. Laat
voldoende vrije ruimte (tenminste 5
-
10 cm) tussen de lader en de omgeving of wand, zodat de luchtcirculatie
niet
word
t
verhinderd.
Verbind het product nooit direct met de netspanning als
het van een koude ruimte naar
een
warme ruimte
wordt gebracht.
Door h
et condenswater dat daarbij in het apparaat wordt gevormd
kunnen s
toringen
optreden en het apparaat
kan beschadigd raken
. B
ovendien is er dan gevaar voor electrische schokken.
Laat de lader (en de acc
u’
s) eerst op kamert
emperatuur komen, voordat u de lader aan het net aansluit en
gaat gebruiken. Dat kan meerdere uren duren!
5
Bij het uitvoeren van een firmware
-
update
(het laden van een nieuwe versie van het programma in
het
apparaat
) mogen er principieel geen acc
u’
s aanges
loten zijn.
Onderhouds
-
, afstellings
-
en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een vakman/vakwerkplaats
worden
uitgevoerd
. Het apparaat bevat geen onderdelen die u zelf kunt instellen of onderhouden.
In professionele werkplaatsen moeten de veiligheid
svoorschriften die door de beroepsorganisatie
’s
zijn
voorgeschreven worden nageleefd.
Inscholen, opleidingsinstituten, hobby
-
en doe
-
het-zelfwerkplaatsen
mag het
product
alleen gebruikt worden
onder toezicht van
geschoold personeel.
Gaat voorzichtig om
met het product, door stoten, klappen of vallen van geringe hoogte kan het al worden
beschadigd.
Bent u niet helemaal zeker over de juiste wijze van aansluiten of het gebruik of heeft u vragen die niet door de
gebruiksaanwijzing
worden
beantwoord, bel dan
onze technische dienst of neem contact op met een vakman.
Gebruik
Gebruik is alleen toegstaan in droge, gesloten binnenruimten. De lader (en een aangesloten accu/accupack)
mag niet vochtig of nat worden.
Het apparaat mag niet aan electromagnetische veld
en, extreme temperaturen, direct zonlicht of vochtigheid
worden blootgesteld.
Houd zendapparaten (mobiele telefoons, zenders voor de modelbouw en dergeli
jke) ver van de lader
verwijder
d omdat de
binnenkomende straling tot verstoring van het laadproces, da
n wel vernieling van de
lader en daarmee ook van de accu kan leiden.
Plaats de lader op een horizontale, vaste en niet
-
brandbare vlakke ondergrond. Deze moet zo groot zijn dat
ook de aangesloten accu/accupack er veilig naast kan liggen.
De accu mag niet
op of onder de lader gezet worden!
Hoewel de lader over talrijke veiligheidsfuncties beschikt is het nooit helemaal uit te sluiten
dat de accu
overmatig heet wordt. Ook het gebruik van te dunne laadkabels of slechte contacten leiden tot gevaarlijke
situati
es.
Plaats de lader niet op waardevolle meubels (ook niet om de lader buiten het gebruik te bewaren)
;
chemische reacties met de rubbervoetjes zouden tot verkleuringen kunnen leiden en bovendien zouden er
door het gewicht putjes kunnen ontstaan. Gebruik een
geschikte ondergrond.
Let
op dat
bij het opstellen van de lader noch het netsnoer, noch de acculaadkabels
geknikt of beschadigd
rak
en.
Plaats de lader, de acc
u’
s en de snoeren zo dat niemand er over struikelen kan.
Gebruik het laadapparaat nooit zonder
toezicht!
Vermijd de volgende ongunstige omstandigheden op de gebruiksplek of bij het transport:
o
Sterk of direct zonlicht
o
Nattigheid of te hoge luchtvochtigheid
o
Extreme koude
(<0°C)
of hitte
(>35°C)
o
Stof of brandbaar gas, damp of oplossingsmiddel
, sterke
trillingen, sterke magneetvelden
,
zoals in
de buurt van machines en luidsprekers
6
Let er op dat de isolatie van het gehele product niet beschadigd of vernield wordt. Open het nooit en haal
het nooit uit elkaar!
Controleer het product voor ieder gebruik op
beschadigingen!
Als u een beschadiging ziet moet u
het laadapparaat niet
gebruiken
maar breng
het
naar een vakwerkplaa
ts.Verbreek de verbinding met zowel de accu als het stroomnet als het apparaat niet gebruikt wordt.
Steek nooit puntige of scherpe voorw
erpen (bijvoorbeeld balpennen, naalden, paperclips) in de
beluchtingssleuven
en
de openingen
, er bestaat kans op levensgevaarlijke schokken en vernieling van het
apparaat!
Reiniging
Voor het reinigen van de kast gebruikt u een zachte doek en een mild sch
oonmaakmiddel. Sterke
oplosmiddelen zoals thinner of benzine maar ook schuurmiddelen mogen niet gebruikt
worden om
dat ze
het oppervlak aantasten
. Verwijder de schoonmaakdoekjes en het overtollige schoonmaakmiddel
milieuvriendelijk. Bij het schoonmaken moet
om veilig
heidsredenen de stekker uit de wandcontactdoos
gehaald zijn!
Zorg er voor dat er geen s
choonmaakmiddel
in het apparaat kan binnendringen!
Elec
tromagnetische
Compatibiliteit
Dit artikel is getest volgens de EG
-
richtlijn
89/33
6/EWG (EMVG van 09
-11-1992, Elec
tromagnetische
Compatibiliteit
)
en voldoet aan de wettelijke vereisten.
Overzicht van de bel
a
ngrijkste technische gegevens
:
Accutypen
NiCd, NiMH, Pb, Li
-
Ion, Li
-
Polyme
er
Laad
-/O
ntl
aad
stroom(min)
50 mA
Laad
-
/Ontlaadstroom
(max)
5000 m
AAantal cellen
NiCd, NiMH
1-20 c
ellen
Aantal cellen
Pb1-
14 c
ellen
Aantal cellen
Li-Ion, Li
-
Polym
eer1-8c
ellen
Accu
-
Capaciteit
100 mAh
-100 Ah
Bedrijfsspanni
ng
230 V/50 Hz
Vermogen
max. 80 VA
Maximale Uit
gangsspanni
ng:38V;
Maximaal
Laadvermogen
:
70W;
Maximaal
Ontlaadvermogen
:
30W;
Overzicht van de belangrijkste eigenschappen
:
Eenvoudige en
intuïtievebesturing van het menu met een joystick
Zes algemene service
-
programm
a’s:oLaden
(Charge)
;oO
ntladen
(Discharge)
;oO
ntladen
-Laden
(Discharge
-
Charge)
;oLaden
-Ontladen
-
Laden
(
Charge
-
Discharge
-
Charge
)
;oCyclisch ontladen
-laden
(C
ycle)
;E
en speciaal laadprogramma dat het mogelijk maakt de laadstroom en laadspann
ing met de
hand in te stellen (Manueel L
aden)
Geïntegreerde datalogger
voor het vastleggen van het
verloop van het la
den/
ontladen
zonder PC
Fijnafstelling van parameters zoals
:oDelta
-
Pea
koLaadsluitspanning
o
Ontlaadsluitspanning
7
o
Uitschakelstroom
o
Maximale a
cc
utemperatu
u
roEtc.C
ontrole van de accu
temperatuur
met een temperatuur
voeler
USB
-
poort
voor
het
over
brengen van data naar de PC
voor
:oFirmware update;
o
Uitlezen van het flash
-
geheugen van de datalogger
;
o
Afstandbediening van de lader met de mogelijkheid eigen laad
-
/ontlaadprogramm
a’
s te
ontwikkelen, onafhankelijk van de progr
amm
a’
s in het apparaat
.USART
-
TTL-poort
voor het aansturen van het apparaat via een microcontroller
Tonen van verschillende ingestelde en gemeten parameters
in de loop van het
service
-
programma, met de weerstand van de stroomketen
“acc
u+laad
kabel
s”en l
aad-/ontlaadstatistiek
Temperatu
u
rgest
uurde ventilator
Dat
abehoud bij uitval van de netspanning, automatische herstart van het afgebroken programma
.
Aanwijzing 1:
Bij het laden van Li
-
Ion-en Li
-
Polyme
er-
accu’s moet men heel zeker
zijn dat het om een
naakte
accu gaat. Alleen dan kan de AkkuMaster de accu
goed behandelen. Als de accu ingebouwde laad
-
en beschermingselectronica
bevat mag deze alleen met een speciaal daarvoor bestemd laadapparaat worden
geladen
. Als getracht wordt zo
n accu me
t de AkkuMa
ster op te laden kan
dit tot
beschadiging (dan wel explosie) van de accu leiden
.
Aanwijzing 2: Als basisregel bij het laden van acc
u’
s die
in serie
zijn aangesloten geldt dat
in die gevallen alleen acc
u’
s met dezelfde capaciteit, dez
elfde ladingstoesta
nd en van de
zelfde
fabrikant mogen worden geladen. Acc
u’
s die op verschillende manieren zijn gebruikt moeten
altijd apart geladen worden (nooit in serie).
8
1 Netschakelaar
2 Laadcontact (Plus
-
aansluiting)
3
Laadcontact (Min
-
aansluitin
g)
4 Joystick voor de bediening van het apparaat
5 LED
-
aanduiding
Charge
” (laden)
6 LED
-
aanduiding
Discharge
” (ontladen)
7 LED
-
aanduiding
“Ready” (
klaar
)
8 LED
-
aanduiding
“Error” (
fout)9 LED
-
aanduiding
“Power” (
netstroom
)
10 LCD
-
display
9
1. D
e Menust
ruc
tuur
Menustructuur van de AkkuMaster C5
10
1.1 Menu
opbouw
Op de lader bevindt zich een joystick. Deze wordt gebruikt om het menu te sturen. De joys
tick
kan men
beschouwen als de combinatie van vijf knoppen met de functies
:
“omhoog
”-“omlaag
”-“rechts
”–“links”–“E
nter”.
Elk deelmenu beschikt over een scherm waarin de naam, de waarde
(indien beschikbaar)
en de
mogelijke navigatiesymbolen
van het deelmenu
zichtbaar zijn. De navigatiesymbolen tonen welke keuze
n
in het betreffende menu mogelijk zijn. Een
actief menu bevat ee
n“E
nter”-
symbool . Met het
“Enter”-
symbool wordt een deelmenu gewijzigd, bevestigd of uitgevoerd.
Aanwijzing
: De beschrijving van het menu is vooral bedoeld om de menustructuur te ler
en
kennen. Alle menu
s die in deze gebruiksaanwijzing worden behandeld
zijn gebaseerd op de
firmware versie 1.0.
Het is mogelijk dat nieuwere versies firmware afwijken van de versie 1.0.
1.2“
Accu service
menu
Het menu “Accu service” bevat onder submenu “Accu program” zes algemene onderhoudsprogramma’s
o
Charge (Laden);
o
Dis
charge (Ontladen);
o
Discharge
-
Charge (Ontladen
-
Laden);
o
Charge
-
Discharge
-
Charge (Laden
-
Ontladen
-
Laden);
o
Cycle (Cyclisch ontladen
-
laden);
o
Forming (Formeren);
Omdat
het menudeel
“Cycle”alle mogelijke instellingen kent die in de menustructuur onder
“Accu
prog
ram”mogelijk zijn, beschrijven we dit menu als voorbeeld.
De instellingen voor dit programma:
01.
02.+“
Enter
02.1.
03.
04.
05.
06.
07.08.
Navigatie symbolen
11
09.
10.
11.
12.
Afbeelding
01
Het“Accu service
menu. Het
Accu choice
menu
wordt geselecteerd door
met de
joystick
de
knopfunctie
rechts
te gebru
i
ken.
Afbeelding
02
Het“Accu choice
menu.
In dit menu wordt de opslaglocatie voor de batterijconfiguratie gekozen. Met de
knop
functie
“Enter”wordt invoer mogelijk. Vervolgens word
t met de
omhoog
-
omlaag
functie de
gewenste plaats geselecteerd. Om de gewenste plaats te bevestigen wordt weer op de
“Enter”toets
gedrukt.
Er zijn 20 batterijconfiguraties mogelijk.
Afbeelding
03
In dit menu wordt het gewenste onderhoudsprogramma gekoz
en. In ons voorbeeld:
“Cycle”Mogelijke menu
-
instellingen:
Charge
Discharge
Discharge
-
Charge
Charge
-
Discharge
-
Charge
Cycle
Forming
Afbeelding
04
Het“Accu type
menu.
In dit menu wordt het gewenste type accu geselecteerd.
In ons voorbeeld:
NiMH
”.Mogelij
ke
menu
-
inste
llingen
:NiCd
NiMH
PbLi-
ionLi-polyme
e
r
Afbeelding
05
Het“Cell count
menu.
In dit menu
wordt het totaal aantal cellen van de aangesloten accu ingevoerd.
Indien de
knopfunctie
“omhoog
”of“omlaag
wordt ge
selecteerd
en vastgehouden, zullen
de waarden in
het display sneller vera
nderen. In het display wordt
de
nominale
spanning
, passend bij het aantal
geselecteerde cellen, weergegeven.
Instelmogelijkheden:
De maximale waarde wordt berekend op basis van de volgende formule:
Cell count max. = U
out max./U cell
max.
In dit geval:
Cell count max.:
maximaal mogelijk aantal cellen;
U out max.:
maximaal mogelijke uitgangsspanning
voor de lader ( 38V );
U cell
max.:
maximaal mogelijk
e spanning per cel
;
Afbeelding
06
Het“Accu capacity
menu. In dit
menu wordt de ca
paciteit van de accu ingevoerd.
12
Indien de
“omhoog
”of“omlaag
knop
functie wordt geselecteerd en vastgehouden, zullen de waarden in
het display sneller veranderen. De invoer in dit menu word
t door de Akku
M
aster gebruikt om de
passende laad
-/ontlaad
parameters vast t
e stellen; bijv. het percentage
en
de laad
-/ontlaad
standaard
-
stroomsterkte
.
Instelbare waarden: 100mAh
100000mAh.
Afbeelding
07
Het“Charge cur.
(laadstroom)
menu. De Akk
uMa
ster
suggereert een standaardw
aarde voor de sterkte
v
an de
laadstroom voor het ingestelde accutype
. De gesuggereerde waarde kan worden gewijzigd.
Instelbare waarden: 50mA
5000mA.
Aanwijzing
: De instelbare waarde wordt automatisch verlaagd, indien de maximaal mogelijke
laadstroomcapaciteit wordt overschrede
n.
Afbeelding
08
Het“Disch. cur.
(ontlaadstroom)
menu.
De Akk
uMa
ster
suggereert een standaardwaarde voor de sterkte
van de ont
laadstroom voor het ingestelde
accutype
.
De gesuggereerde waarde kan worden gewijzigd.
Instelbare waarden: 50mA
5000mA.
Aanwi
jzing
: De instelbare waarde wordt automatisch verlaagd, indien de maximaal mogelijke
ont
laadstroomcapaciteit wordt overschreden.
Afbeelding
09
Het“Service pause
menu.
Elk serviceprogramma (met uitz
o
ndering van
Charge
”en“
Discharge
”)bestaat uit een co
mbinatie van laad
-
en ontlaadproc
es
sen
. De“Service pause
(SP) is een pauze die
tussen
het
ontlaad
-
en laadproce
s
wordt toegepast. Bijvoorbeeld voor de volgende serviceprogramm
a’s:“Discharge
-
Charge
: Discharge
–SP–
Charge,
“Charge
-
Discharge
-Charge
: C
harge
–SP–Discharge
–SP–Charge
Hier is SP = Service p
ause;
Instelbare waarden: 1
60min.
Afbeelding
10
Het“Cycle pause
menu. De
Cycle
”en“
Forming
programm
a’
s bestaan uit een ontlaad
-
/laad
procedure
die cyclisch wordt
uitgevoerd. De pauze tussen
twee cycli is de
“Cycle pause”
(CP)
.
Bijvoorbeeld:
(Discharge
–SP–
Charge)
–CP–
(Discharge
–SP–
Charge)
–CP-
...;
Hier is: SP = Service pause; CP = Cycle pause;
Instelbare waarden: 1 min tot 30 Dagen.
Afbeelding
11
Het“Cycles
menu.
In dit menu
wordt het aantal cycli ingevoerd.
Instelbare waarden
: 1 tot 20.
Afbeelding
12
Het“Start”menu.
In dit menu
wordt het geselecteerde service
programma uitgevoerd
nadat het
door het
gebruik van de “Enter”
-
knop
is
bevestig
d
. De configuratie gegevens worden d
aarbij gelijktijdig
opgeslagen.
Gedurende de uitvoering van het prog
ramma worden de volgende status
gegevens over het programma
getoond:
1.2.1 Discharge proces
01.
02.
03.1304.
05.
06.
07.
08.
09.
10.
11.
12.
13.
Afbeeldi
ng
01
Het“Status
menu.
In dit menu wordt de status van het programma getoond.
Afbeelding
02
Het“Setting info
menu.
In dit menu worden de gekozen instellingen getoond.
Met de knopfuncties “
links-rechts
” kunnen alle instellingen op het scherm worden bek
eken.
Afbeelding
03
Het“Cycle
menu.
In dit menu is zichtbaar welke cyclus van de
laad-/ontlaad
procedure actief is.
Afbeelding
04
Het “Total time” menu.
D
it menu
toont
de vers
treken tijd die
het programma heeft geduurd
.
Het
formaat
is: DDD HH:MM:SS.
Hierbij
geldt
:oDDD:
Dagen;
o
HH:
Uren;
o
MM:
Minuten;
o
SS:
Seconden;
Afbeelding
05
Het“Discharge time
menu.
In dit menu wordt de totale tijd ge
toond dat het ontlaadproces
actief is.
Afbeelding
06
Het “D/C history” menu.
In dit menu wordt de Discharge (ontl
aad)/ Charge (laad)
-
statistiek getoond.
Hier
bij
geldt:
“D” = De ontladen capaciteit in dit discharge
-
chargeproces als percentage van de nominale capaciteit.
“C” = De geladen capaciteit in dit discharge
-
chargeproces als percentage van de nominale capacit
eit.
Het volgnummer van de procedure wordt tussen haakjes getoond op de bovenste regel. In dit voorbeeld:
(1).
Indien
er meer
procedures
doorlopen
zijn is het
met de knopfuncties “
links-rechts
” mogelijk deze te
bekijken
(zie afbeelding
0
4.1 en
0
4.2).04.104.2
14
Afbeelding
07
Het“Discharged
menu.
In dit menu wordt de
actueel
ontladen
capaciteit getoond.
Afbeelding
08
Het“U input
menu.
In dit menu wordt de ingan
gsspanning getoond (gemeten in
de lader als de
ontlaadstroom loopt)
.
Afbeelding
09
He
t “U accu” menu. In dit men
u wordt de accuspanning
getoond (
de ontlaadstroom is
daarbij
uitgeschakeld
zodat
de klemspanning van de accu
kan worden
gemeten
,erloopt geen ontlaadstroom
).
Afbeelding
10
Het“Discharge current
menu
.Indit menu wordt de gem
eten ontlaadstroom getoond.
Afbeelding
11
Het“R
(accu+cable)
menu.
In dit menu wordt de gemeten weerstand van de schakeling
accu +
contacten + laadkabel
s”getoond. Dit is een heel belangrijke parameter welke veel informatie geeft over
de conditie van
de accu
. Met een goede laadkabel (bestaande uit voldoende dikke geleiders) en schone
contacten (met weinig contactweerstand) zou deze waarde onder 1 Ohm moeten liggen. Hogere waarden
wijzen op
een oude accu, een accu die te lang opgeslagen was, kapot is et
c…
Afbeelding
12
Het“T accu
menu.
In dit menu wordt de gemeten
accutemp
eratuur getooond
(indien de temperatuur
voeler
is geplaatst en aangesloten)
.
Afbeelding
13
Het “Exit” menu. In dit menu (en in andere menu’s) kan het programma worden afgebroken ind
ien de
“Enter” knop wordt ingedrukt en vervolgens “EXIT” wordt bevestigd.
1.2.2 Service
pause
01.
02.
03.
04.
05.
06.
07.08.
09.
Afbeelding
01
Het“Status
menu.
In dit menu wordt de status van het programma getoond.
Afbeelding
0
2
Het “Setting info” menu.
In dit menu worden de gekozen instellingen getoond. Met de knopfuncties “
links-rechts
” kunnen alle instellingen op het scherm worden bekeken.
Afbeelding
03
Het“Cycle
menu.
In dit menu wordt het nummer van de actieve
ontlaad
-/laad
procedure getoond.
15
Afbeelding
04
Het “Total time” menu.
D
it menu
toont
de vers
treken tijd die
het programma heeft geduurd
.
Afbeelding
05
Het “D/C history” menu.
In dit menu wordt de Discharge (ontlaad)/ Charge (laad)
-
statistiek getoond.
Afbeeldin
g
06
Het“Pause time
menu. In dit menu wordt de verstreken tijd van de pauze getoond.
Afbeelding
07
Het “Remain time” menu. In dit menu wordt
in de lopende pauze
de tijd die nog rest getoond.
Afbeelding
08
Het“U accu
menu. In dit menu wordt de
accu
s
panning
getoond.
Afbeelding
09
Het “Exit” menu. In dit menu (en in andere menu’s) kan het programma worden afgebroken indien de
“Enter” knop wordt ingedrukt en vervolgens “EXIT” wordt bevestigd.
1.2.3 Charge
proces
01.
02.
03.
04.
05.
06.
07.
08.
09.
10.
11.
12.
13.
Afbeelding
01
Het“Status
menu. In dit menu wordt de programm
as
tatus getooond.
Afbeelding
02
Het “Setting info” menu.
In dit menu worden de gekozen instellingen getoond. Met de knopfuncties “
links-rechts
” k
unnen alle instellingen op het scherm worden bekeken.
Afbeelding
03
Het“Cycle
menu. In dit menu wordt het volgnummer van de actuele
ontlaad
-
/laad
procedure getoond.
Afbeelding
04
Het “Total time” menu.
D
it menu
toont
de vers
treken tijd die
het programm
a heeft geduurd
.
16
Afbeelding
05
Het“Charge time
menu. In dit menu wordt de
tijd dat het laadprogramma actief is
getoond.
Afbeelding
06
Het “D/C history” menu.
In dit menu wordt de Discharge (ontlaad)/ Charge (laad)
-
statistiek getoond.
Afbeelding
07
Het“Charged
menu. In dit menu wordt de actueel geladen laadcapaciteit getoond.
Afbeelding
08
Het “U charge” menu. In dit menu wordt
de laadspanning
getoond (dit is de uitgangsspanning die de lader
afgeeft als de laadstroom is ingeschakeld).
Afbeeldi
ng
09
Het “U accu” menu. In dit menu wordt de accuspanning getoond (de ontlaadstroom is daarbij
uitgeschakeld zodat de klemspanning van de accu kan worden gemeten, er loopt geen ontlaadstroom
)
.
Afbeelding
10
Het“Charge current
menu. In dit menu wordt de
gemeten laadstroom getoond.
Afbeelding
11
Het“R(accu+cable)
menu.
In dit menu wordt de gemeten weerstand van de schakeling
accu + contacten
+ laadkabel
s”getoond. Dit is een heel belangrijke parameter welke veel informatie geeft over de conditie
van d
e accu. Met een goede laadkabel (bestaande uit voldoende dikke geleiders) en schone contacten
(met weinig contactweerstand) zou deze waarde onder 1 Ohm moeten liggen. Hogere waarden
wijzen op
een oude accu, een accu die te lang opgeslagen was, kapot is etc
Afbeelding
12
Het“T accu
menu.
In dit menu wordt de ge
meten
accutemp
eratuur getooond
(indien de
temperatuur
voeler
is geplaatst en aangesloten)
.
Afbeelding
13
Het“Exit”menu.
In dit menu (en in
andere men
u’
s) kan het programma worden afgebroken indie
n de“Enter
knop
wordt
in
gedrukt en
vervolgens
EXIT”wordt bevestigd.
1.2.4 Cycle pause
01.
02.
03.
04.
05.
06.
07.
08.
09.
Afbeelding
01
Het“Status
menu. In dit menu wordt de programm
as
tatus getoond.
Afbeelding
02
Het “Settin
g info” menu.
In dit menu worden de gekozen instellingen getoond. Met de knopfuncties “
links-rechts
” kunnen alle instellingen op het scherm worden bekeken.
17
A
fbeelding
03
Het“Cycle
menu. In dit menu wordt het volgnummer van de actuele
ontlaad
-
/laad
proced
ure getoond.
Afbeelding
04
Het “Total time” menu.
D
it menu
toont
de vers
treken tijd die
het programma heeft geduurd
.
Afbeelding
05
Het “D/C history” menu.
In dit menu wordt de Discharge (ontlaad)
/ Charge (laad)
-
statistiek getoond.
Afbeelding
06
Het“Pause time
”menu. In dit menu wordt de
verstreken duur van de pauze getoond.
Afbeelding
07
Het “Remain time” menu.
In dit menu wordt in de lopende pauze de tijd die nog rest getoond.
Afbeelding
08
Het menu item
U accu
. In d
it menu wordt de
accu
spanning
getoond.
Afbeelding
09
Het “Exit” menu. In dit menu (en in andere menu’s) kan het programma worden afgebroken indien de
“Enter” knop wordt ingedrukt en vervolgens “EXIT” wordt bevestigd.
1.2.5
Ready
Indien alle 5 van tevoren ingestelde cycli zijn ver
streken is het
Cycle
servicepr
ogramma
klaar
. De
resultaten worden als volgt getoond:
01.
02.
03.
04.1
04.2
04.3
04.4
04.5
05.
06.
Afbeelding
01
Het“Status
menu.
In dit menu wordt de programma
status getoond.
18
Afbeelding
0
2
Het “Setting info” menu.
In dit menu worden de gekozen instellingen getoond. Met de knopfuncties “
links-rechts
” kunnen alle instellingen op het scherm worden bekeken.
Afbeelding
03
Het“Total time
menu.
D
it menu
toont
de vers
treken tijd die
het program
ma heeft geduurd
.
Afbeelding
04
.1 tot
04
.5
Het “D/C history” menu.
In dit menu wordt de Discharge (ontlaad)/ Charge (laad)
-
statistiek getoond.
Afbeelding
05
Het“U accu
menu. In dit menu wordt de accuspanning
getoond.
Afbeelding
06
Het “Exit” menu. I
n dit menu (en in andere menu’s) kan het programma worden afgebroken indien de
“Enter” knop wordt ingedrukt en vervolgens “EXIT” wordt bevestigd.
Het resultaat van het gehele programma kan worden ingezien in het volgende diagram. Hier worden de
meetgegeve
ns van de datalogger getoond.
Aanwijzing
:
De pauzes worden tijdens de registratie automatisch verwijderd.
1.3“Manual charge
menu
Manual charge
(Handmatig
laden
).Met dit menu kunnen de intelligente eigenschappen van de
Akk
uMa
ster worden uitgeschake
ld. De accu wordt uitsluitend geladen aan de hand van de waarden die
door de gebruiker worden ingesteld. Dit kan nodig zijn indien de software van de Akk
uMa
ster een accu
19
als beschadigd herkent, een ernstig ontlaadde accu niet herkent of het laadproces te
snel wordt
beëindigd. Of indien de gebruiker een accu geheel naar eigen parameters wenst te onderhouden. Dit
menu is speciaal voor deze situaties bedoeld.
01.
02.
03.
04.
05.
06.
Afbeelding
01
Het“Manual charge
menu.
Afbeelding
02
Het“Ucharge max.
menu. In dit menu wordt de
maximale
laadspanning
ingesteld.
Instelbare waarden: 1V tot 38V.
Aanwijzing
:
De ingestelde waarde wordt automatisch verlaagd indien de maximaal toegestane
laadspanning wordt overschreden.
Afbeelding
03
Het“Icharg
e max.
menu. In dit menu wordt de maximal toegestane laadstroom ingesteld.
Instelbare waarden: 50mA tot 5000mA.
Aanwijzing
:
De ingestelde waarde wordt automatisch verlaagd indien de maximaal toegestane
laadstroom wordt overschreden.
Afbeelding
04
Het“Ch
arge time
menu. In dit menu wordt de laadduur ingesteld.
Instelbare waarden: 1 min tot 24 uur.
Afbeelding
05
Het“T accu max.
menu. In dit menu wordt de maximaal toegestane accutemperatuur ingesteld.
Instelbare waarden: 30
-
70°C;
Afbeelding
06
Het“St
art”menu. In dit menu wordt het ingestelde programma gestart door op de
Enter
functie te
drukken. De ingestelde wa
a
rden worden hierbij opgeslagen. De laadprocedure wordt beë
i
ndigd indien de
laadtijd is verstreken of indien de als maximale accutemperatu
ur ingestelde waarde wordt bereikt.
1.3.1
Enkele voorbeelden voor het laden van diverse soorten acc
u’
s
Noot: De sterkte van de ontlaa
d of laadstroom wordt
als een vermenigvuldigingsfactor van de
nominale
capaciteit van de accu (in
m
Ampère uren:
m
Ah)weergegeven. De aanduiding daarvoor is
“C”of“CA”
.
Voorbeeld 1
Accu: NiCd/NiMH, 1.2V/1500mAh; Laadmethode: standaard laden met 1/10C laadstroom en tijdlimiet.
Instellingen:
1.
Charge voltage (laadspanning
)
(Umax) = Uaccu(max. waarde) + mogelijke spanningsval
tussen accu
en laadapparaat => 1.9V + 4V = 5.9V => Umax = 6V;
20
2.
Charge current
(laadstroom)
(Imax): 1/10C
-
> 150mA;
3.
Charge time
(laadtijd)
: 16 uur
(Tijd
limiet: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt
geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accute
mperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld 2
Accu: NiCd/NiMH, 1.2V/1500mAh; Laadmethode: standaard laden met 1
/10C laadstroom, met
limieten
voor accuspanning en laadtijd
.
Instellingen:
1.
Charg
e voltage (l
aad
spanning
)
(Umax): Umax = 1.5V;
2.
Charge current (laadstroom
) (Imax): 1/10C
-
> 150mA;
3.
Charge time: 16 uur
(
Tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld 3
Accu: NiCd/NiMH, 1.2V/1500mAh; Laad methode: snelladen met temperatuur uitschakeling en tijdlimiet.
Instellingen:
1.
Charge voltage (laadstroom
)
(Umax) = Uaccu
(max. waarde) + mogelijke spanningsval tussen accu
en laadapparaat =>
1.9V + 4V = 5.9V => Umax = 6V;
2.
Charge curren
t (I
max): 1C
-
> 1500mA;
3.
Charge time: 1,6 uur (
Tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld 4
Accu: Pb, 12V/10Ah; Laad methode: standaard laden met 1/10C laadstroom en
tijdlimiet
;
Instellingen:
1.
Charge volta
ge (U
max): Uma
x = 14.3V (afkappunt voor de laadspanning bij het laden
);2.Charge curren
t (I
max): 1/10C
-
> 1000mA;
3.
Char
ge time: 16 uur
(
Tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld 5
Accu: Pb, 12V/10Ah; Laad methode: Snelladen me
t 1/2C laadstroom en tijdlimiet;
Instellingen:
1.
Charge voltage
(Umax): Umax = Cells x Umax/cell = 6 x 2.38V = 14.3V
(afkappunt voor de
laadspanning bij het laden)
;2.Charge curren
t (I
max): 1/2C
-
> 5000mA; in deze situatie wordt de maximal
e
toegestane laadcac
iteit
overschreden: P charge.max = 14.3V x 5A = 71.5W is hoger dan 70W. De Akk
uMa
ster zal
automatis
c
h de maxima
alm
ogelijke waarde van 4890mA instellen.
3.
Charge time: 3.3 uur
(
tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accute
mp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
21
Voorbeeld
6
Akku: Li
-
ion, 3.6V/1000mAh;
Laadmethode: s
tandaard laden met 1/10C laadstroom en
tijdlimiet
;
Instellingen:
1.
Charge voltage
(Umax): Umax = cells
x Umax/cell = 1 x 4.1V = 4.1V (Maximale laadspanning);
2.
Charge curren
t (I
max): 1/10C
-
> 100mA;
3.
Charge time: 16 hours (
Tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing ge
nomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld
7
Akku: Li
-
ion, 3.6V/1000mAh; Laadmethode: Snelladen met 1/2C laadstroom en tijdlimiet;
Instellingen:
1.
Charge volta
ge (U
max): Umax = cells x Umax/cell = 1 x 4.1V = 4.1V (Maximale laadspanning);
2.
Charge curre
n
t (I
max): 1/2C
-
> 500mA;
3.
Charge time: 3.2 hours (
Tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld
8
Akku: Li
-pol
ymeer
, 3.7V/1000mAh; Laadmethode: standa
a
rd laden met 1/10C laadstroom en
tijdlimiet
;
Instellingen:
1.
Charge volta
ge (U
max): Umax = cells x Umax/cell = 1 x 4.2V = 4.2V (Maximale laadspanning);
2.
Charge curren
t (I
max): 1/10C
-
> 100mA;
3.
Charge time: 16 hours (
Ti
jdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wordt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
Voorbeeld
9
Akku: Li
-polymeer
, 3.7V/1000mAh; Laadmethode: snel laden met 1/2C
laadstroom en tijdlimiet;
Instellingen:
1.
Charge voltage (Umax): Umax = cells x U cell max. = 1 x 4.2V = 4.2V (Maximale laadspanning);
2.
Charge current (Imax): 1/2C
-
> 500mA;
3.
Charge time: 3.2 hours
(
Tijdlimiet
: max. 160% van de nominale batterij capaciteit wo
rdt geladen);
4.
Accutemp
eratuur: 40°C; de accutemperatuur wordt in beschouwing genomen indien de
voeler
is
aangesloten.
T
ijdens het laadproces
worden de volgende gegevens getoond (voor de instellingen zijn die van
V
oorbeeld 3
genomen
):
01.
02.
02.1.02.2
.2202.3.02.4
.
03.
04.
05.
06.
07.
08.
09.
10.
11.
Afbeelding
01
Het“Status
menu. In dit menu wordt de programm
as
tatus getoond.
Afbeelding
02
Het “Setting info” menu.
In dit
menu worden de gekozen instellingen getoond. Met de knopfuncties “
links-rechts
” kunnen alle instellingen op het scherm worden bekeken
(Afbeelding
0.
2.1 tot
0.
2.4)
.
Afbeelding
03
Het“Charged
menu. In dit menu wordt de reeds geladen capaciteit getoond.
Afbeelding
04
Het“Charge time
menu. In dit menu wordt de reeds verst
reken
tijd
dat het laadproces actief is
getoond.
Afbeelding
05
Het“Remain time
menu. In dit menu wordt de resterende laadtijd getoond.
23
Afbeelding
06
Het“U charge
menu. I
n dit
menu wordt de
laadspanning
getoond
(dit is de uitgangsspanning die de lader
afgeeft als de laadstroom is ingeschakeld)
.
Afbeelding
07
Het “U accu” menu. In dit menu wordt de accuspanning getoond (de ontlaadstroom is daarbij
uitgeschakeld zodat de klemspa
nning van de accu kan worden gemeten, er loopt geen ontlaadstroom
)
.
Afbeelding
08
Het“Charge current
menu. In dit menu wordt de gemeten laadstroom getoond.
Afbeelding
09
Het“R(accu+cable)
menu.
In dit menu wordt de
berekende totale
weerstand van de
schakeling
accu +
contactweerstand + laadkabel
s”getoond. Dit is een belangrijk gegeven dat veel informatie kan bieden
over de conditie van de aangesloten accu. Met een goede laadkabel en schone goede contacten van de
aansluitingen moet deze waarde onde
r 1 Ohm liggen. Hogere waarden duiden op een oude accu, een
accu die te lang was opgeslagen, zwavelaanslag op de platen heeft (door bijv te diepe ontlading) of op
enige andere wijze defect is.
Afbeelding
10
Het“T accu
menu. In
dit menu wordt de gemeten
accut
emperatu
u
r getoond
(i
ndien de
temperatuur
voeler
is aangesloten)
.
Afbeelding
11
Het “Exit” menu. In dit menu (en in andere menu’s) kan het programma worden afgebroken indien de
“Enter” knop wordt ingedrukt en vervolgens “EXIT” wordt bevestigd.
Na he
t laden toont de Akk
uMa
ster de volgende gegevens:
01.
02.
03.
04.
05.
06.
07.
De samenvatting van de resultaten van een laadprocedure wordt getoond in de volgende men
u’
s. De
Akk
uMa
ster datalogger stelt de gegevens ter beschikking.
24
A
fbeelding
01
Het“Status
menu.
In dit menu wordt de toestand van het uitgevoerde programma getoond.
Afbeelding
02
Het “Setting info” menu.
In dit menu worden de gekozen instellingen getoond. Met de knopfuncties “
links-rechts
” kunnen alle instellingen op
het scherm worden bekeken.
Afbeelding
03
Het“Ready event
menu.
In dit menu wordt de reden waarom de laadprocedure is gestopt getoond. Voor
het“Manual Charge
laadprogramma is dit de tijd (
max. time reached
) of de temperatuur (
max. temp.
reached
).
Afbeelding
04
Het“Charged
menu.
In dit menu wordt
de
geladen capaciteit getoond.
Afbeelding
05
Het“U accu
menu.
In dit menu wordt d
e actuele accuspanning getoond.
Afbeelding
06
Het“Charge time
menu.
In dit menu wordt
de totale tijd dat het laden
heeft geduurd getoond.
Afbeelding
07
Het “Exit” menu. In dit menu (en in andere menu’s) kan het programma worden afgebroken indien de
“Enter” knop wordt ingedrukt en vervolgens “EXIT” wordt bevestigd.
25
Aanwijzing
:
Na het laden met het
Manual Charge
prog
ramma
volgt
géé
n onderhoud
sladen
(druppelladen).
1.4Menu
Settings
Dit menu bevat drie submenus
:“Accu config
”,“
Interface
”en“
Calibrate
.
1.4.1 Menu
Accu config
In het menu
Accu config
kunnen de volgende instellingen worden ingevoerd
:
Algeme
ne instelli
ngen:
01.
02.
03.
Afbeelding
01
Het menu
Set default
”.In di
t menu kunnen
voor het gekozen type accu
de fabrieksinstellingen
worden
teruggezet.
Afbeelding
02
Het menu
Restore all
”.In dit menu kunnen
voor het gekozen type accu
de fabr
ieksinstellingen worden
teruggezet
.
Afbeelding
03
Het menu
T accu max.
”.In dit menu wordt
voor het gekozen type accu
de maximaal toelaatbare
temperatuur van de accu ingesteld.
Instelbare waarden
: 30-60°C;
Fabrieksinstelling
: 40°C;
Parameter
Delta
-
Peak
(-dU)”en zijn betekenis
B
ij het laden van
NiCd/NiMH
-accu’swordt de accuspanning doorlopend gemeten en de maximale
waarden worden opgeslagen. Is de accu volgeladen dan stijgt deze spanning niet meer, maar daalt weer
licht.
Deze spanningsterugval
(-dU)
wor
dt herkend en het laadproces afgebroken.
Deze uitschakeling
functioneert alleen betrouwbaar bij een hoge laadstroom (vanaf
1/2 C).
Parameter
Charge factor
en zijn betekenis
Alle
laadprogramm
a’
s die in de
Akku
Master
beschikbaar zijn hebben een ingebouwde
laadcapaciteitbeperking.
A
ls de lader niet eerder wordt uitgeschakeld vanwege een ander criterium
beschermt deze
laadcapaciteitbeperking de accu tegen ernstig overladen (bijvoorbeeld door verkeerde
instellingen)
. Daarbij wordt een
laadfactor
van 1,6 geb
ruik
t. Dat betekent dat de accu
maximaal kan
worden opgeladen tot 160% van de
nominale
capaciteit. Daarna wordt het laadproces afgebroken. Voor
de NiCd/NiMH
-
Accus kan deze parameter in het
Accu config
”-Menu worden
ingesteld
.
Instellingen voor
NiCd
:
01.
02.03.04.
26
Afbeelding nr.1
Het menu
U cell min.
”.In
dit menu wordt de
ontlaadsluitspanning (per cel)
ingesteld
.
Instelbare waarden
: 800
-
1100mV;
Fabrieksinstelling
: 900mV;
Afbeelding
02
Het menu
U cell max.
”.In di
t menu wordt de maximaal t
oelaatbare
spanning per cel
ingesteld.
Instelbare waarden
: 1500
-
2500mV;
Fabrieksinstelling
: 1900mV;
Afbeelding
03
Het menu
deltaU
”.In dit menu worden de instellingen (per cel) voor de
Delta
-
Peak
”-uitschakeling
ingesteld
.
Instelbare waarden
:1-50mV;
Fab
rieksinstelling
:15mV;
Afbeelding
04
Het menu
Charge factor
”.In dit menu wordt de maximaal toelaatbare laadcapaciteit
in
procenten van de
nominale
capaciteit ingesteld
.
Instelbare waarden
: 1
00%-160%
;
Fabrieksinstelling
:
140%
;
Instellingen voor
NiMH:
01.02.03.
04.
Afbeelding nr.1
Het menu
U cell min.
”.In dit menu wordt ontlaa
d
sluitspanning (per cel) ingesteld.
Instelbare waarden
: 800
-
1100mV;
Fabrieksinstelling
: 900mV;
Afbeelding nr.2
Het menu
U cell max.
”.In dit menu wordt de maximaal
toelaatbare
spanning per cel
ingesteld
.
Instelbare waarden
: 1500
-
2500mV;
Fabrieksinstelling
: 1900mV;
Afbeelding nr.3
Het menu
deltaU
”.In dit menu worden de instellingen (per cel) voor de
Delta
-
Peak
”-uitschakeling
ingesteld
.
Instelbare waarden
: 1-50mV;
F
abrieksinstelling
: 5mV;
Afbeelding nr.4
Het menu
Charge factor
”.In dit menu wordt de maximaal toelaatbare laadcapaciteit
in procenten van de
nominale
capaciteit ingesteld.
Instelbare waarden
: 100%
-
160%;
Fabrieksinstelling: 140%;
27
Parameter
I cut
-
off”en
zijn betekenis
Het ideale laadproces voor Pb, Li
-
Ion und Li
-Polymeer
-
accu’s is het laden volgens een IU
-
karakteristiek.
De accu wordt daarbij eerst met een constante stroom geladen tot het afkappunt voor de laadspanning is
bereikt. Dan wordt de spanning c
onstant gehouden en de laadstroom past zich aan de ladingstoestand
van de accu aan. Hoe voller de accu deste minder de laadstroom. Daalt de laadstroom onder een
bepaalde waarde (I cut
-
off) dan wordt het laadproces als afgesloten beschouwd.
I
nstel
li
ngen
voorPb:
01.
02.
03.
Afbeelding nr.1
Het menu
U cell min.
”.In dit menu wordt ontlaadsluitspanning (per cel) ingesteld.
Instelbare waarden
: 1550
-
1950mV;
Fabrieksinstelling: 1750mV;
Afbeelding nr.2
Het menu
U cell max.
”.In dit menu wordt de maxima
al toelaatbare
spanning per cel
ingesteld
.
Instelbare waarden
: 2200
-
2500mV;
Fabrieksinstelling: 2380mV;
Afbeelding nr.3
Het menu
I cut-off”.
In dit menu worden de instellingen voor de
I cut-off”-
uitschakeling ingesteld
.
Instelbare waarden
: 1-10% van de
nominale
capaciteit;
Fabrieksinstelling:
5% van de
nominale
capaciteit
;
Aanwijzing
:
Als de ingestelde laadstroom minder dan de
I cut-off”-stroom isword
t de“I cut-off”-stroom
als 80%
van de ingestelde laadstroom berekend.
Instellingen voor Li
-
ion:
01.
02.
03.
Afbeelding nr.1
Het menu
U cell min.
”.In dit menu wordt ontlaadsluitspanning (per cel) ingesteld.
Instelbare waarden
: 2900
-
3200mV;
Fabrieksinstelling: 3000mV;
Afbeelding nr.2
Het menu
U cell max.
”.In dit menu wordt de maximaal toelaatb
are
spanning per cel
ingesteld
.
Instelbare waarden
: 3900
-
4300mV;
Fabrieksinstelling: 4100mV;
Afbeelding nr.3
Het menu
I cut-off”.
In dit menu worden de instellingen voor de
I cut-off”-
uitschakeling ingesteld
.
Instelbare waarden
: 2-20% van de
nominale
ca
paciteit;
Fabrieksinstelling: 10% van de
nominale
capaciteit;
28
Aanwijzing
:
Als de ingestelde laadstroom minder dan de
I cut-off”-
stroom is wordt de
I cut-off”-
stroom
als 80% van de ingestelde laadstroom berekend.
Instellingen voor
Li-P
olymeer
:
01.02.
03.
Afbeelding nr.1
Het menu
U cell min.
”.In dit menu wordt ontlaadsluitspanning (per cel) ingesteld.
Instelbare waarden
: 2900
-
3200mV;
Fabrieksinstelling: 3000mV;
Afbeelding nr.2
Het menu
U cell max.
”.In dit menu wordt de maximaal toelaatbare
s
panning per cel
ingesteld
.
Instelbare waarden
: 4000
-
4400mV;
Fabrieksinstelling: 4200mV;
Afbeelding nr.3
Het menu
I cut-off”.
In dit menu worden de instellingen voor de
I cut-off”-
uitschakeling ingesteld
.
Instelbare waarden
: 2-20% van de
nominale
capacit
eit;
Fabrieksinstelling: 10% van de
nominale
capaciteit;
Aanwijzing
:
Als de ingestelde laadstroom minder dan de
I cut-off”-
stroom is wordt de
I cut-off”-
stroom
als 80% van de ingestelde laadstroom berekend.
1.4.2 Menu
Interface
I
n het menu
Interfac
e”wordtde communicatiepoort gekozen.
De lader kan slechts via één poort tegelijk communiceren.
Instelbare waarden
:USB
TTL-UART;
Fabrieksinstelling
: USB;
DeTTL-UART
-
socket is voorziet in afstandsbediening van de lader met een microcontroller. Door het
gebruik van een
TTL-RS232
”-adapter kan de socket ook gebruikt worden als een seriële poort.
Depinaansluiting van de socket is:
1.
+5V(100mA max
.)OUT;
2.
GND
3.
RxD
IN;4.TxD
OUT;
29
1.4.3Menu
Calibrate
Het menu
Calibrate
dient
voor het afstellen van h
et apparaat en bestaat uit twee men
u’s:“
Calibrate U&I
”en“
Calibrate T
”.In het eerste menu kunnen de accuspanning, de laadstroom en de ontlaadstroom
worden
afgesteld
.
Het tweede menu is geschikt voor het afstellen van de thermovoeler.
1.4.3.1
Menu
Cali
brate U&I
01.
02.
03.
04.
05.
06.
07.
08.
09.
10.
11.
Afbeelding
01
In d
it menu kunt u een voltmeter op het apparaat aa
nsluiten. Met de knopfuncties
links-rechts
kan de
gehele melding op het scherm
worden
bekeken.
Als de voltm
eter
is aangesloten
wordt dat met de knop
Enter
”bevestigd.
Afbeelding
02
Het display laat een waarde zien die ook door de voltmeter
zou moeten worden
aangegeven. In dit geval
:
5000mV.
W
ijkt de waarde af dan kan die nu met de
“omhoog
-
omlaag”
-
knop
functie
worden
ingesteld
.
Daarna wordt de aanpassin
g
met de knop
Enter
”bevestigd.
Afbeelding
03
Het display
laat de volgende waarde zien,
die ook door de voltmeter
zou moeten worden
aangegeven.
In
dit geval
: 38000mV.
Wijkt de waarde af dan kan die nu met de
“o
mhoog
-
omlaag”
-
knop
functie
worden
ingesteld. Daarna wordt de aanpassing met de knop
Enter
bevestigd.
Afbeelding
04
In dit menu kunt u een amperemeter en een accu (of accupack) op het apparaat aansluiten. Met de
knoppen
links
-
rechts
kan de gehele meldin
g op het scherm worden bekeken. De accu moet ongeveer
halfvol
zijn en met de amperemeter in serie worden aangesloten. Voor deze calibratie bevelen wij aan
een 6V/10
-
20Ah lood
-
accu te gebruiken. Als de amperemeter is aangesloten wordt dat met de knop
Enter”
bevestigd.
Afbeelding nr.5
Het display laat een waarde zien die ook door de amperemeter
zou moeten worden
aangegeven. In dit
geval
: 5
0mA.
Wijkt de waarde af dan kan die nu met de
“omhoog
-
omlaag”
-
knop
functie
worden
ingesteld.
Daarna wordt de aanpassin
g met de knop
Enter
bevestigd.
De eerste stap voor het calibreren van de
laadstroom is daarmee gezet.
Afbeelding
06
Het display laat een waarde zien die ook door de amperemeter
zou moeten worden
aangegeven. In dit
geval: 500mA.
Wijkt de waarde af dan ka
n die nu met de
“omhoog
-
omlaag”
-
knop
functie
worden
ingesteld. Daarna wordt de aanpassing met de knop
Enter
bevestigd.
30
Afbeelding
07
Het display laat een waarde zien die ook door de amperemeter
zou moeten worden
aangegeven. In dit
geval: 5000mA.
Wijkt de
waarde af dan kan die nu met de
“omhoog
-
omlaag”
-
knop
functie
worden
ingesteld. Daarna wordt de aanpassing met de knop
Enter
bevestigd.
Na de calibratie van de laadstroom wordt op dezelfde manier de calibratie van de
ont
laadstroom
uitgevoerd
(
Afbeeldingen
0
8 tot en met 11
).
1.4.3.2
Menu
Calibrate T
Voor deze afstelling is een thermometer als referentie
-
apparaat nodig. De kamertemperatuur wordt als
referentie gebruikt.
01.
02.
Afbeelding
01
In
dit menu wordt de
“is”-waarde (boven) en de
moet
”-waar
de (onder) aangegeven. Wijkt de
“is”-waarde
(de
waarde van de
thermovoeler van de lader) af van de
moet
”-waarde dan kan die met de
“omhoog
-
omlaag”
-
knopfunctie
worden bijgesteld
(
Afbeelding nr.
2
).
Daarna wordt de aanpassing met de knop
Enter
bevestigd.
2. De
Service
-
Programm
a’
s
De volgende programm
a’
s zijn beschikbaar
:Charge
(Laden);
Discharge
(Ontladen);
Discharge
-
Charge
(Ontladen
-
Laden);
Charge
-
Discharge
-
Charge
(
Laden
-Ontladen
-
Laden);
Cycle
(
Cyclisch ontladen
-
laden
);Forming
(
Form
eren);
Ieder accu
kan
slechts een bepaal
de hoeveelheid energie opnemen
en opslaan
,
men noemt dit de
capaciteit of accucapaciteit
.
De waarde van deze capaciteit wordt
in mAh (Milliampere
-
uur)of
bij grotere
accu’s in
Ah (Ampere
-
uur)aangegeven.
Het is g
ebruikelijk
dat de
fa
brikant
op iedere accu die op de vrije
markt
kan
worden
gekocht
de capaciteit
heeft aangebracht
.Deze
op de accu aangegeven
capaciteitswaarde
noemt men
de
nominale
capaciteit. De grootte van laad
-
en ontlaadstromen worden
als een vermenigvuldigingsfactor v
andenominale
capaciteit aangegeven.
Het symbool daar voor is
“C”of“CA”.Wordt bijvoorbeeld een accu met een
nominale
capaciteit van
1000mAh
me
t 1/10C geladen,
dan
loopt er een laadstroom van
100 mA.
2.1
Charge
E
en aangesloten accu wordt opgeladen, na
beëindigen van het laden schakelt het apparaat over op
onderhoudsladen.
Na
het laden wordt in dit programma een melding getoond die aangeeft om welke redenen het laden
we
rd beëindigd. De volgende meldingen zijn mogelijk:
“Ich.min. reached
”:De uitschakels
troomsterkte
werd
bereikt
(
zie de parameter
I cut-off). De
meldi
ng
wordt gebruikt bij het laden van
Pb-
, Li-Ion-und Li
-Polymeer
-
accu’s.“
max.temp.reached
: D
e maxima
altoegelaten (ingestelde) accutemperatuur
werd
bereikt
.“
deltaU detected
”:DeDelta-P
iek
werd
herkend.
De melding wordt bij het laden van NiCd
-
und NiMH
-
accu’s gebruikt.
“max.cap. reached
”:De grens van de laadcapaciteit
werd
bereikt.
2.1.1
Aanwijzing
1
:
De onderhoudslading wordt alleen uitgevoerd bij NiCd
-
, NiMH
-
und Pb
-
accu’s.Onderhoudsl
aden (d
ruppelladen
, “Trickle”)
kan bij een
Li-Ion-und Li
-Polymeer
-
accu
leiden tot
achteruitgang van de accu
.
31
2.1.2
Aanwijzing
2:
Een
NiCd/NiMH
-
accu
waarvan de ladingstoestand
onbekend is
,
moet of eerst tot
minstens 1/2 C
worden geladen
-
om zeker te zijn
van de Delta
-
Piek-uitschakeling
-
of eerst geheel
worden
ontladen.
2.2 Discharge
E
en aangesloten accu wordt ontladen totdat de ontlaadsluitspanning is bereikt zoals die
in
het Setup
-
menu
werd
ingesteld.
De van de accu afgenomen restcapaciteit wordt daarb
ij gemeten en kan in het
display
worden
weergegeven. Aan het eind van het programma is de accu volledig ontladen.
Na het ontladen wordt in dit programma een melding getoond die aangeeft om welke redenen het laden
werd beëindigd. De volgende meldingen zijn
mogelijk:
“Umin.dis.reached
: D
e minimaal toelaatbare (ingestelde) aaccuspanning werd bereikt.
“max.temp.reached
: D
e maxima
altoelaatbare (ingestelde) accutemperatuur
werd
bereikt.
2.2.1
Aanwijzing
:
Bij het ontladen van een accu met een spanning van min
der dan
1,5V (
bijvoorbeeld de
NiCd-en
NiMH
-
accu’s
met één cel)
,
is het mogelijk dat de ingestelde ontlaadstroom niet gehaald wordt
omdat de weerstand in de keten
Accu+Contacten+Laadkabel
s”te hoog is.
In dat g
eva
l wordt de
ontladen capaciteit toch goed b
erekend omdat voor de berekening van de gemeten ontlaadstroom
wordt
uitgegaan
(
en niet van de ingestelde ontlaadstroom
)
.
2.3 Discharge
-
Charge
Een aangesloten accu wordt eerst geheel ontladen en de accucapaciteit gemeten.
Na een ingestelde pauze (Service p
ause) wordt de accu vervolgens weer helemaal opgeladen.
Na beëindigen van het laden schakelt het apparaat over op onderhoudsladen
(
zie
Aanwijzing
2.1.1).
2.3.1Aanwijzing
1
:
De betekenis van
Service pause
is al in hoofdstuk
1.2.2uitgelegd
.
2.3.2
Aanwij
zing
2:
Dit programma moet altijd worden gebruikt als een
NiCd/NiMH
-
accu
met onbekende
ladingstoestand opgeladen moet worden en wanneer daarbij een laadstroom van minder dan
1/2C
we
rd
gekozen.
In dat geval wordt het laadproces na de berekende laadtijd uitg
eschakeld.
2.4 Charge
-
Discharge
-
Charge
Een aangesloten accu wordt eerst opgeladen. Na een ingestelde pauze wordt de accu weer ontladen en
de accucapaciteit gemeten om daarna, na een volgende
pauze
, weer met het laden van de accu te
beginnen.
Na beëindigen
van het laden schakelt het apparaat over op onderhoudsladen (zie
Aanwijzing
2.1.1,
2.1.2en2.3.1)
.
2.5 Cycle
Een aangesloten accu wordt
automatisch
elke
1min
-30dagen ontladen
en aansluitend weer geladen.
D
it programma is bij uitstek geschikt om model
bouwacc
u’
s of motorfietsacc
u’
s te laten overwinteren of fit
te houden. Een optimale verzorging van de acc
u’
s is gegarandeerd en een lange leve
nsduur. Het aantal
ontlaad
-
/laad
cycli, de servicepauzes en cycluspauzes worden in het setup
-
menu ingesteld.
2.5.1
Aanwijzing
:
De betekenis van
Service pause
”en“
Cycle pause
werd
in hoofdstuk
1.2
uitgelegd
.
2.6
Forming
Een aangesloten accu wordt automatisch zolang ont
laden
en weer
geladen totdat het apparaat geen
capaciteitstoename (tot 10%)
meer meet
of totdat he
t ingestelde aantal cycli is doorlopen. Dit betekent
dat tenminste twee ontlaa
d-/
laadcycli
moeten worden
doorlopen om een resulta
at(capaciteitstoename)
te
kunnen
vast
stellen. Dit programma moet worden
gebruikt
om nieuwe acc
u’
s die al langere tijd in opsla
g
zijn opnieuw te formeren. Door dit
former
ingsproces
worden de acc
u’
s in de regel weer
32
op hun
nominale
capaciteit gebracht en ook capaciteitsverlies, zoals dat door het Memory
-
effect wordt
veroorzaakt, wordt weer hersteld en
grotendeels geëlimine
erd. He
t aantal ontlaad
-
/laad
cycli kan vrij
worden gekozen tussen 2 en 20 cycli. Zolang er nog geen sprake is van ernstige defecten in het
inwendige van de accu door extreem overladen, cel
-
ompoling of diepontlading kan door dit proces een
trage”accu meestal wee
r de volle capacite
it bereiken. B
ij het voor het eerst laden van een nieuwe accu
is deze procedure ook
aan te bevelen.
Wordt een accu niet geaccepteerd voor het bovengenoemde programma dan is voor het
l
aden/
opfrissen/reanim
eren
van de accu het programma
Manual charge
aan te bevelen
(
zie hoofdstuk
1.3).
2.7
Foutmeldingen
B
ij het uitvoeren van het programma kunnen de volgende foutmeldingen voorkomen:
Aanwijzing
:
Als de
foutmelding (aantal van de tekens) groter is dan het venster van het display kan de
hel
e melding zichtbaar worden door met de knop
links
-
rechts
door te bladeren.
2.7.1“
Error: no accu!
”:Tijdens het programma werd vastgesteld dat er geen accu aangesloten is.
2.7.2“
Error: the accu voltage is too high!
”:Bij het starten van een laad
-
/ontl
aadproces werd vastgesteld
dat de accuspanning te hoog is. Dat
kan
voorkomen als het aantal cellen verkeerd is ingesteld. De
maximale waarde die mogelijk is wordt met de volgende formule berekend:
U accu max. = Cell count * U cell
max.
H
ier
betekent
:
U acc
u
max.:
maxima
alm
ogelijke a
ccu
spannung;
Cell count:
het aantal cellen in de a
ccu;U
cell
max:
maxima
almogelijke
spanning per cel
(
de waarde uit het
Accu
config
”-menu
).
2.7.3“
Error: the accu voltage is too low!
”:Bij het starten van een laad
-
/ontlaad
proces werd vastgesteld
dat de accuspanning te laag is. Dat kan voorkomen als het aantal cellen verke
erd is ingesteld (dan wel
de
accu diepontladen of beschadigd is). In dit geval m
oet het aantal cellen worden nageke
ken of het
programma
Manual charge
wor
den
gebruikt. De minimale waarde die mogelijk is wordt met de
volgende formule berekend:
U accu min. =
0,8 *
Cell count * U cell
min.
Hier betekent:
U accu
min.:
minimaal
mogelijke a
ccuspannung;
Cell count:
het aantal cellen in de accu;
U cell min:
mini
maal mogelijke
spanning per cel
(de waarde uit het
Accu config
”-menu).
2.7.4“
Error: an internal resistance of the accu is too high!
”:De inwendige weerstand van de accu is te
hoog
.
Een betrouwbaar laad
-
/ontlaadproces is niet mogelijk.
In dit geval m
oet h
et het aantal cellen
nageke
ken
worden
of
moet
het programma
Manual charge
worden
gebruikt
.2.7.5“
Error: The maximally allowed accu voltage was exceeded!
”:De maximaal toelaatbare
accuspanning
werd
overschreden (zie parameter
U cell max
.).Deze foutmeld
ing betreft alleen
NiCd
-
und NiMH
-accu’s.
In dit geval
kan
het zijn dat de accu een te hoge inwendige weerstand heeft
.
Hier
kunt u zelf kiezen welke maatregelen genomen moeten worden: de laadstroom reduceren, de
spanningsbeperking veranderen, met het progr
amma
Manual charge
werken of de accu afvoeren.
2.7.6“
Error: the charger is overheating!
”:Het laadapparaat is oververhit
.2.7.7
Error: the accu temperature is too high!
”:Bij het starten van een laad
-
/ontlaadproces werd
vastgesteld dat de gemeten ac
cutemperatuur hoger is dan de maximaal toelaatbare (ingestelde)
accutemperatuur. Om dit te voorkomen moet de
Service pause
dan wel de
Cycle pause
”(of beide)
goed
worden
ingesteld. Wordt
de maximaal toelaatbare (ingestelde) accutemperatuur tijdens de
ui
tvoering van h
et programma overschreden
dan
wordt dat
niet als fout beschouwd maar
het vormt wel
een
reden om het huidige proces te beëindigen en met de rest van het programma door te gaan.
33
3. D
e verschillende laadpro
cedures
3.1
Laadtijd
D
e laadtijd is
zeer sterk afhankelijk
van
het laadproces
en het accutype.
Maar alle laadprogramm
a’
s die
in de
Accu
Master
beschikbaar zijn hebben een ingebouwde beperking van de laadcapaciteit.
A
ls de lader
niet eerder wordt uitgeschakeld vanwege een ander criterium
besch
ermt deze
laadcapaciteit
beperking de
accu tegen ernstig overladen (bijvoorbeeld door verkeerde instellingen)
.
Daarbij wordt een
laadfactor
van 1,6 gebruik
t. Dat betekent dat de accu
maximaal kan worden opgeladen tot 160% van de
nominale
capaciteit.Daarn
a wordt het laadproces afgebroken. Voor de NiCd/NiMH
-
Acc
us kan
deze p
arameter
in
het“Accu config
”-Men
u ingesteld worden (zie
hoofdstuk
1.4.1).
3.2
Laad
pro
cedure
voor
NiCd
-
/NiMH
-accu’s
Het laden va
n NiCd
-
/NiMH
-accu’s
vereist
laden met een constante stroo
m en kent verschillende
laadprocessen:
3.2.1 Standaard
l
aden
Het standaardladen (normaal laden) is het laden met een laadstroom van
1/10 C.
De accu heeft in dit
geval ongeveer 14
-
16 uur nodig om
te worden
opgeladen
(
dat wil zeggen er word
t
maximaal
140-160%van de
nominale
capaciteit geladen
).Dit
laad
programma
wordt meestal ook door de accufabrikant
aanbevolen en op de acc
u’
s aangeven.
Aanwijzing:
Bij dit soort laden zal men op het eind van het laadproces geen sterke spanning
s
verhoging,
c.q.
een daarop v
olgende
spanningsdaling kunnen meten. Daardoor is het uitscha
kelen van
het laden
door de
-dU-pr
ocedure
niet mogelijk.
Als een accu met dit
laad
programma
geladen moet worden moet de
accu ook werkelijk leeg zijn, omdat in dit geval het uitschakelen van de la
adstroom plaatsvindt na de
berekende laadtijd. Als de ladingstoestand van de acc
u’
s onbekend is moet altijd het
ontladen
-laden
programma gekozen worden omdat
da
armee de accu vóó
r het laden eerst geheel ontladen wordt.
3.2.2Versneld l
aden
D
e me
este accu
fabrikanten definiëren
een laad
programma
als“versneld laden
”of“
Quick
-
Charge
als
laden met een stroom van
1/4-1/3C.
De accu heeft in dit geval ongeveer
4-6
uur
laadtijd nodig,
afhankelijk van de ingestelde stroomsterkte. Ook hiervoor geldt de aanwijzi
ng uit hoofdstuk
3.2.1.
3.2.3Snell
aden
Ditlaad
programma
is alleen toegestaa
n voor snellaadacc
u’
s. Het laden
vindt plaats met een constante
stroomsterkte van ongeveer
0.5C-
1,5 C.
De accu heeft in dat geval slechts
0.6-2
uur laadtijd nodig
,
afhanke
lijk van de ingestelde stroomsterkte.
Bij dit soort laden is aan het eind van het laadproces een
duidelijke stijging van de spanning met aansluitend een daling te meten. Het apparaat herkent deze
spanningsdaling en schakelt vervolgens de laadspanning uit v
olgens de
–dU-
procedure.
Daarom moet
een accu in dit geval niet geheel worden
ontladen
om overladen te voorkomen!
3.2.4 S
nelladen met temperatuur gestuurde uitschakeling
Dit l
aad
programma
is bij uitstek geschikt voor snelladen en biedt een goede beschermi
ng tegen
overladen en beschadiging van de accu.
Daarbij kan de volgende formule gebruikt worden:
T accu max. = T accu start + 15°C
Waarbij betekent
:
T accu max.:
maxima
altoelaatbare accutemperatuur (dus de uitschakeltemperatuur)
T accu start:
accu
tempera
tuur
vóó
r het laden (
c.q.dekamertemperatuur)
Aanwijzing
:
D
e thermovoeler moet goed contact maken met de accu
.
3.2.5Onderhoudsladen (d
ruppel
laden
)
Na
dat het laden succesvol is afgesloten schakelt
de lader
normaal gesproken over op
het programma
onderh
oud
sladen. Dit druppelladen (
Trickle
”)compenseert d
e zelfontlading van
een aangesloten accu
,34vooral wanneer de accu langere tijd aan de lader aangesloten blijft.
Daarbij
wordt door de meeste
accufabrikanten een laadstroom van
0,02-0.05Caanbevolen
(
met
mogelijk beperking van de tijd dan wel
de accuspanning).
De
AkkuMaster
berekent uit de ingestelde accucapaciteit standaard
waarden en suggereert die voor
de
laadstroom dan wel
de
ontlaadstroom.
De standaardwaarde voor laadstroom werd op
1/2Cgeste
ld
omda
t in dat geval het apparaat gegarandeerd het eindpunt van het laden kan herkennen. Voor de
ontlaadstroom werd als standaardwaarde
1/5Cgekozen
.Bij het laden
(NiCd
-
/NiMH)
gelden voor de
AkkuMaster
de volgende parameters
om het eindpunt van het
laden te h
erkennen
:Geladen
c
apaciteit(
beperking van de laadcapaciteit
)Maxima
altoelaatbare accutemperatuur (
als
er een thermovoeler beschikbaar is)
-dU
o
Aanwijzing
:
D
eze p
arameter
geldt als de laadstroom op tenminste
0.4Cwerd ingesteld
(
zie de
aanwijzing in hoofd
stuk
3.2.1)
.
Deze eigenschap kan ook gebruikt
worden als het gewenst is te
laden zonder
–dU-
controle
. Een voorbeeld van laden zonder
–dU-
uitschakeli
ng ziet u op de
figuur hierna
.
Bij het ontladen
(NiCd
-
/NiMH)
gelden voor de
AkkuMaster
de volgende paramet
ers om het eindpunt van
het ontladen te herkennen:
Minima
altoelaatbare spanning per cel
Maxima
altoelaatbare accutemperatuur
als
er een thermovoeler beschikbaar is)
Ieder van deze hierboven genoemde gebeurtenissen
kan
het
service
-
programma
doen
beëindige
n/doorschakelen.
De volgende gebeurtenissen gelden als fouten:
Verbreken van de verbinding met de accu tijdens het service
-
programma
Hoge inwendige weerstand in de accu
Maxima
al toelaatbare
spanning per cel
Oververhitting van het apparaat
Da
arbij wordt h
et service
-
programma geheel afgebroken.
35
E
en voorbeeld van het laden van een
NiMH
-Accuzonder
–dU-
uitschakeling
3.3La
adpro
cedure
voor
Pb-, Li-Ion-und Li
-Polymeer
-
acc
u’
s
Het ideale laadproces voor deze acc
u’
s is het laden
volgens een
IU-karakteristiek.
De accu wordt daarbij
eerst met een constante stroom geladen tot het afkappunt voor de laadspanning is bereikt
(U cell max.)
.
Dan wordt de spanning constant gehouden en de laadstroom
past zich aan de ladingstoestand van de
accu aan.Hoe voller de accu des
te minder de laadstroom. Daalt de laadstroom onder een bepaalde
waarde
(I cut
-
off)
dan wordt het laadproces als afgesloten beschouwd.
Aanwijzing
: Bij het laden van Li
-
Ion-en Li
-Polymeer
-
accu’s moet men heel zeker zijn dat het om
een“naakte
accu gaat. A
lleen
dan
kandeAkkuMaster
de accu goed behandelen. Als de accu
ingebouwde laad
-
en beschermingselectronica bevat mag deze alleen met een speciaal daarvoor
bestemd laadapparaat
worden
geladen. Als getracht wordt zo
n accu met de
AkkuMaster
op te
laden
kan
dit tot beschadiging (dan wel explosie) van de accu leiden
.
De volgende parameters worden door de meeste accufabrikanten bij het laden aanbevolen
:PBoU cell max.:
2,2-2,45V/cell
;oI charge
Standa
ardl
aden:
0,1C;
Snell
aden:
0,3-1C;oI cut-off:
0,05-0,2C;
36
Li-
IonoU cell max.:
4,1
V/cell(1%
-
Tolerantie
);oI charge
Standaardl
aden:
0,05-0,15C;
Snell
aden:
0,5-1C;oI cut-off:0,07-0,2C;
Li-Polymeer
o
U cell max.:
4,2V/cell
(1%-Tolerantie
);oI charge
Standaardl
aden:
0,05-0,15C;
Snell
aden:
0,5-1C;oI cut-off:0,07-0,2C;De
AkkuMaster
zal
als suggestie voor de laadstroom
de volgende standaardwaarden
geven
:PB:
0,3C;
Li-
Ion:
0,5C;
Li-Polymeer
:
0,5C;
De
standaardwaarde voor
de ontlaadstroom is voor alle drie soorten
0,2C.
Bij het laden (Pb, Li
-
Ion-und Li
-Polymeer
) ge
lden voor de
AkkuMaster
de volgende parameters om het
eindpunt van het laden te herkennen:
I cut-offGeladen capaciteit
(beperking van de laadcapaciteit)
Maximaal toelaatbare accutemperatuur (als er een thermovoeler beschikbaar is)
Bij het ontladen (Pb,
Li-Ion-und Li
-Polymeer
) gelden voor de
AkkuMaster
de volgende parameters om
het eindpunt van het ontladen te herkennen:
Minimaal toelaatbare spanning per cel
Maximaal toelaatbare accutemperatuur
(
als er een thermovoeler beschikbaar is)
Ieder van deze hie
rboven genoemde gebeurtenissen kan het service
-
programma
doen
beëindigen/doorschakelen.
De volgende gebeurtenissen gelden als fouten:
Verbreken van de verbinding met de accu tijdens het service
-
programma
Hoge inwendige weerstand in de accu
Oververhitting
van het apparaat
Daarbij wordt het service
-
programma geheel afgebroken.
5.
De Dat
a
logger
De
AkkuMaster
heeft een ingebouwde datalogger die het hele laad
-
/ontlaadproces vastlegt zonder dat de
lader daarbij doorlopend aan een PC aangesloten hoeft te zijn. D
eze gegevens (data) kunnen dan later
worden
uitgelezen en beoordeeld. Totaal
kan
de logger ongeveer
53
000
datasets opslaan. De opslag van
de gegevens vind
t
éénmaal per 5 seconden plaats. Als het logger
-
geheugen vol is (na ongeveer 74 uur)
wordt het vastleg
gen gestaakt.
Aanwijzing
:
De“Service
”-en“Cycle
”-pauzes worden door de datalogger automatisch verwijderd en niet
opgeslagen.
Aanwijzing
:
Het opslaan van de gegevens begint altijd wanneer een
Start
”-m
enu
uitgevoerd
wordt.
Daarbij worden de daarvóó
r op
geslagen gegevens gewist.
37
5. Algemene
aanwijzingen
Temperatuurvoeler
Om de tempera
tuur van de accu te meten dient
de bijgeleverde temperatuurvoeler in de socket
Thermofühler
aan de achterzijde
te
worden
aangesloten. Om goed te functioneren moet er voor
een
goed thermisch contact met de accu worden gezorgd (eventueel met klittenband bevestigen).
Automatische ventilator
Dit apparaat bevat een automatische ventilator die voor de luchtcirculatie zorgt. De ventilator schakelt
zichzelf automatisch in en uit.
De draaisnelheid is afhankelijk van de temperatuur.
Firmware
-
update
Een firmware
-
update
(installatie van een nieuwe
versie van het programma) vindt plaats via de USB
-
poort van het apparaat.
Aanspraak op garantie
:
De handelaar/fabrikant, bij wie het app
araat werd gekocht geeft voor een periode van 2 jaar vanaf de
levering garantie op
fabricage
-
en materiaalfouten.
De koper heeft in eerste instantie alleen recht op het verhelpen van het aangetoonde gebrek. Hierbij
wordt het product gerepareerd of er wor
dt een vervangend product geleverd. Ingeruilde apparaten of
onderdelen worden eigendom van de handelaar/fabrikant.
De koper moet aangetoonde gebreken onverwijld melden. De aanspraak op garantie moet
blijken ui
t het
overleggen van een toepasse
lijk bewijsst
uk (
aankoopbewijs
of rekening).
Schade die
is ontstaan
door ondeskundige behandeling, verkeerd aansluiten, gebruik van onderdelen
van andere fabrikanten, normale slijtage, inwerking van geweld, pogingen tot eigenhandige reparatie of
wijzigingen aan het a
pparaat
,
kabels of klemmen, verander
ingen van de schakelingen,
het niet volgen
van
de gebruiksaanwijzing,
ondeskundig gebr
uik of andere uitwendige oorzak
en,
het
aansluiten op de
verkeerde spanning of stroomsoort,
bedieningsfouten of
onachtzame behandeling,
valt
nie
t onder de
garantie
,
dan wel doet
de aanspraak op garantie te niet.
Aanwijzingen voor de bescherming van het milieu
:
Dit product mag
aan
het einde van zijn levensduur niet
worden
afgevoerd via het
huisvuil, maar moet bij een in
zamelpunt voor re
cycling van electrische en
electronische apparaten worden ingeleverd. Dit wordt aangegeven door het
label
op het product, de gebruiksaanwijzing of de verpakking.
Een symbool geeft aan
welke stoffen
kunnen worden
hergebruikt. Door hergebruik, recycling of
andere
vormen van verwerking van gebruikte apparatuur draagt u in belangrijke mate bij
aan de bescherming van ons milieu.
Verwijdering van gebruikte batterijen/acc
u’s!
U bent als
eind
gebruiker
volgens de KCA (Klein Chemisch Afval)
wettelijk verplicht
alle
lege batterijen en
accu’s in te leveren;
afvoer via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door de toepasselijke symbolen,
die laten zien dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidin
gen voor de gebruikte zware metealen
zijn:Cd= c
admium,
Hg
=
kwik
,Pb=
lood.Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de
inzamelingspunten van
uw gemeente of overal waar
batterijen/accu’s verkocht worden!
Zo voldoet u aan uw wettelijke verplich
tingen en draagt bij tot bescherming van het milieu!
38
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van
H-Tronic GmbH, Industriegebiet Dienhof 11, 92242
Hirschau.
Alle
rechten, inclusief die van vertaling, zijn voor
behouden. Reproductie in welke vorm dan ook,
bijvoorbeeld als fotocopie, op microfilm of in de vorm van electronische data is verboden zonder
toestemming van de uitgever.
Herdruk, ook gedeeltelijk is verboden.
De gebruiksaanwijzing komt overeen met de tech
nische stand van zaken bij het ter perse gaan.
Technische wijzigingen voorbehouden.
c Copyright 2008 by H
-
Tronic GmbH.
Loading...