Htc P3470 User Manual [nl]

PDA-telefoon
Gebruikershandleiding
www.htc.com
2
Lees dit voordat u verder gaat
DE BATTERIJ IS NIET OPGELADEN WANNEER U HET UITPAKT.
VERWIJDER NOOIT DE BATTERIJ WANNEER HET APPARAAT WORDT OPGELADEN.
PRIVACYBEPERKINGEN
Sommige landen eisen volledige openbaarmaking van opgenomen telefoongesprekken, en stellen dat u de gesprekspartner moet informeren dat de conversatie wordt opgenomen. Houd u altijd aan de relevante wetten en richtlijnen van uw land als u de opnamefunctie van de PDA­telefoon gebruikt.
INFORMATIE OVER RECHTEN M.B.T. INTELLECTUEEL EIGENDOM
Copyright © 2008 High Tech Computer Corp. Alle rechten voorbehouden.
, , , ExtUSB en HTC Care zijn handelsmerken en/of
dienstmerken van High Tech Computer Corp.
Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, Windows XP, Windows Vista, ActiveSync, Windows Mobile Apparaatcentrum, Internet Explorer, MSN, Hotmail, Windows Live, Outlook, Excel, PowerPoint, Word, OneNote en Windows Media zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Bluetooth en het Bluetooth-logo zijn handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
microSD is een handelsmerk van SD Card Association.
Java, J2ME en alle op Java gebaseerde merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
Copyright © 2008, Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden.
Sprite Backup is een handelsmerk of dienstmerk van Sprite Software.
Copyright © 2001-2008, Spb Software House. Alle rechten voorbehouden.
Copyright © 2008, Esmertec AG. Alle rechten voorbehouden.
Copyright © 2003-2008, ArcSoft, Inc. en haar licentiehouders. Alle rechten voorbehouden. ArcSoft en het ArcSoft-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van ArcSoft, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
© 2008 TomTom International BV, Nederland. Afwachtend patent. Alle rechten voorbehouden. TomTom en het TomTom-logo zijn geregistreerde handelsmerken van TomTom B.V., Nederland.
Copyright © 2004-2008, Ilium Software, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en namen van diensten die in deze documentatie worden genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken of dienstmerken van de betreffende eigenaren.
HTC kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of hiaten in deze documentatie, noch voor incidentele of andere schade als gevolg van het gebruik van dit materiaal. De informatie wordt als zodanig aangeboden, zonder enige vorm van garantie en kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. HTC behoudt het recht voor de inhoud van dit document op elk moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd of worden overgedragen, in welke vorm en op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch of mechanisch, door middel van fotokopie, opname of opslag in een gegevensopslagsysteem, of vertaal in welke taal dan ook in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HTC.
3
4
Voorbehoud
DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS EN DOCUMENTEN ZIJN ALS ZODANIG GELEVERD, ZONDER ENIGE GARANTIE OF TECHNISCHE ONDERSTEUNING VAN HTC. VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN DOOR DE TOEPASSELIJKE WETGEVING, WIJZEN HTC EN HAAR PARTNERS uitdrukkelijk elke expliciete of impliciete vertegenwoordiging of garantie af, volgend uit de wet of anderszins, met betrekking tot de Weersinformatie, Gegevens, Documenten of andere producten en diensten. Hieronder vallen tevens expliciete of impliciete aanspraken op garantie m.b.t. verkoopbaarheid, expliciete of impliciete garantie m.b.t. geschiktheid voor een bepaald doel, het niet inbreuk zijn op het een of ander, kwaliteit, nauwkeurigheid, volledigheid, effectiviteit, betrouwbaarheid, effectiviteit, het foutloos zijn van de Weersinformatie, Gegevens en/of Documenten, of impliciete garanties die voorvloeien uit het verloop van de verkoop of het verloop van de prestaties.
Zonder het voorgaande te beperken, wordt daarnaast aangenomen dat HTC en haar partners niet aansprakelijk zijn voor uw gebruik of misbruik van de Weersinformatie, Gegevens en/of Documentatie of het gevolg van zo’n gebruik. HTC en haar partners bieden geen enkele impliciete of expliciete waarborg, garantie of bevestiging dat de weersinformatie daadwerkelijk zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de informatie weergegeven, vertegenwoordigd of afgebeeld in de verslagen, voorspellingen of gegevens. HTC en haar partners kunnen op geen enkele wijze verantwoordelijk of aansprakelijk worden gehouden, ten opzichte van geen enkele persoon of entiteit, partij en non-partij, voor enige inconsistentie, onnauwkeurigheid of ontbrekende informatie van weergegevens of gebeurtenissen die voorspeld, afgebeeld, weergegeven worden of zijn. ZONDER DE ALGEMEEN GELDIGHEID VAN HET VOORGAANDE TE BEPERKEN, ERKENT U DAT DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS EN/OF DOCUMENTATIE ONNAUWKEURIGHEDEN KUNNEN BEVATTEN EN DAT U UW GEZOND VERSTAND GEBRUIKT EN DE STANDAARD VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN TOEPAST IN VERBINDING MET HET GEBRUIK VAN DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS OF DOCUMENTATIE.
Schadevergoeding
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING, KAN HTC OF HAAR PARTNERS IN GEEN ENKEL GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GEHOUDEN DOOR DE GEBRUIKER OF DOOR DERDEN, VOOR ENIG INDIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE, AANVULLENDE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, UIT CONTRACT OF ONRECHTMATIGE DAAD, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT LETSEL, INKOMSTENDERVING, VERLIES VAN GOODWILL, VERLIES VAN ZAKELIJKE MOGELIJKHEDEN, GEGEVENSVERLIES, EN/OF WINSTDERVING VOORTVLOEIEND UIT, OF GERELATEERD AAN, OP WELKE WIJZE DAN OOK, OF HET AFLEVEREN, UITOEFENEN OF NIET UITOEFENEN VAN VERPLICHTINGEN, OF HET GEBRUIK VAN DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS OF DOCUMENTATIE ONGEACHT DE VOORSPELBAARHEID VAN HET GEBEURDE.
Belangrijke gezondheids- en veiligheidsvoorzorgs­maatregelen
Bij het gebruik van dit product, dient u altijd onderstaande voorzorgsmaatregelen nemen om mogelijke juridische aansprakelijkheid en schade te voorkomen.
Volg alle productveiligheid- en besturingsinstructies. Let op alle waarschuwingen in de handleiding van het product.
Om het risico op letsel, elektrische schok, brand en beschadiging van de apparatuur te voorkomen, neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
ELECTRISCHE VEILIGHEID
Dit product is ontworpen voor gebruik met de aangegeven batterij of adapter. Ander gebruik kan gevaarlijk zijn en maakt elke goedkeuring om dit product te gebruiken ongeldig.
5
6
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR CORRECTE AARDING TIJDENS INSTALLATIE
WAARSCHUWING: Aansluiten op onjuist geaarde apparatuur kan
resulteren in een elektrische schok op het toestel.
Dit product is uitgerust met een usb-kabel voor het aansluiten op een desktopcomputer of laptop. Zorg dat de computer correct is geaard voordat u dit product aansluit op de computer. De stroomkabel van een desktop of notebook computer is uitgerust met een aardingsstekker en een aardestekker. De stekker moet in een stopcontact met aarding worden gestoken om te voldoen aan alle plaatselijke reguleringen.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VOEDING
• Gebruik de juiste externe stroombron
Een product mag alleen gebruikt worden met het type stroombron dat op het elektriciteitslabel staat. Als u niet zeker weet welk type stroombron vereist is, neem dan contact op met de uw geautoriseerde dienstverlener of lokaal energiebedrijf. Voor een product dat gebruik maakt van batterijen of andere stroombronnen, zie de gebruiksinstructies van het product.
• Ga voorzichting om met batterijen
Dit product bevat een Li-Ion batterij. Als onjuist wordt omgegaan met de batterij, bestaat een risico op vuur of verbranding. Probeer de batterij niet te openen of te repareren. Het ontmantelen, verpletteren, doorboren, kortsluiten, in vuur of water werpen, of het blootstellen van de batterij aan temperaturen hoger dan 60˚C (140˚F) zijn zaken die u niet moet doen.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar als batterij onjuist wordt
vervangen. U dient de batterij niet te ontmantelen, verpletteren, doorboren, kortsluiten, blootstellen aan temperaturen boven 60° C (140° F), of wegwerpen in vuur of water, om het risico op brand of verbranding te reduceren. Alleen vervangen met aangegeven batterijen. Zorg dat gebruikte batterijen worden gerecycled of weggegooid volgens de plaatselijke wetgeving of referentiegids van het product.
• Neem extra voorzorgsmaatregelen
Houd de batterij of het apparaat droog en uit de buurt van water
of enige vloeistof die een kortsluiting kan veroorzaken.
Houd metalen voorwerpen uit de buurt zodat zij geen contact
maken met de batterij of de connectors ervan, gezien dit tijdens de bediening tot kortsluiting kan leiden.
Gebruik de batterij niet als het beschadigd, misvormd of miskleurd
lijkt, of al het roest op de behuizing, overhverhitting of een akelige geur afgeeft.
Houd de batterij altijd buiten bereik van babies en kleine kinderen
om het inslikken van de batterij te voorkomen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als de batterij wordt ingeslikt.
Als de batterij lekt:
Laat lekkende vloeistof niet in contact komen met huid of
kleding. Als er al contact is geweest, was dan onmiddellijk de betroffen huid of kleding af met schoon water en zoek medische hulp.
Laat geen lekkende vloeistof in contact komen met ogen. Als
er al contact is geweest, NIET wrijven; onmiddellijk afwassen met schoon water en medische hulp zoeken.
Neem extra voorzorgsmaatregelen om een lekkende batterij
uit de buurt van vuur te houden aangezien er een kans op ontsteking of explosie bestaat.
Mocht sprake zijn van een gevaarlijke situatie, stel iedereen dan
op de hoogte van de juiste stappen.
7
8
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR DIRECT ZONLICHT
Stel dit product niet bloot aan excessieve vochtigheid en extreme temperaturen. Laat het product of de batterij niet gedurende lange tijd achter in een voertuig of plek met temperaturen hoger dan 60°C (140°F), zoals het dashboard van een auto, vensterbank of achter glas dat is blootgesteld aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht. Dit kan het product beschadigen, de batterij oververhitten en gevaar voor het voertuig opleveren.
VOORKOMEN VAN GEHOORSBESCHADIGING
WAARSCHUWING: Permanente gehoorsbeschadiging kan
optreden als gedurende lange tijd hoofd- of oortelefoons op hoog volume worden gebruikt.
OPMERKING: Voor Frankrijk is de koptelefoon (hieronder in een lijst weergegeven) getest om te voldoen aan het vereiste Geluidsdrukniveau zoals van toepassing is in de normen NF EN 50332-1:2000 en/of NF EN 50332­2:2003 zoals vereist is volgens het Franse artikel L. 5232-1.
Koptelefoon, gefabriceerd door HTC, Model HS S200.
VEILIGHEID IN VLIEGTUIGEN
Vanwege de mogelijk interferentie die dit product veroorzaakt met het communicatie- en navigatiesysteem van een vliegtuig, is het gebruik van de telefoonfunctie van dit toestel aan boord van een vliegtuig in de meeste landen wettelijk verboden. Als u het toestel toch aan boord van een vliegtuig wilt gebruiken, schakel dan de telefoonfunctie uit door de Vliegtuigmodus in te schakelen.
OMGEVINGSBEPERKINGEN
Gebruik dit product niet in bezinestations, opslagdepots voor brandstof, chemische fabrieken waar ontploffingsoperaties bezig zijn, of in potentieel explosieve atmosferen zoals brandstofvoorzieningszones, opslagplaatsen voor brandstof, onder het dek van boten, faciliteiten voor brandstof of chemische overslag of opslag en zones waar de lucht chemicaliën of deeltjes bevat zoals graan, stof of metaalpoeders. Denk er aan dat in zo’n omgeving vonken een explosie of brand kunnen veroorzaken, wat kan resulteren in letsel en zelfs de dood.
ONTVLAMBARE OMGEVING
Als u in een omgeving bent met een mogelijk explosieve atmosfeer of waar ontvlambare materialen zich bevinden, dient u het product uit te schakelen en alle tekens en aanwijzingen te volgen. In zo’n omgeving kunnen vonken een explosie of brand veroorzaken, wat kan resulteren in letsel en zelfs de dood. Gebruikers wordt geadviseerd het apparaat niet te gebruiken op plekken waar brandstof wordt overgeplaatst, zoals benzinestations en garages. Vergeet niet dat op bepaalde plekken, zoals benzinestations, chemische fabrieken, of plekken waar explosieven gebruikt worden, beperkingen gelden op het gebruik van radioapparatuur. Plekken met een mogelijk explosieve atmosfeer worden meestal, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Hieronder vallen benzinestations, onderdeks op boten, plekken waar brandstof of chemicaliën worden opgeslagen of overgeslagen en plekken waar de lucht chemicaliën of deeltjes, zoals graan, stof of metaalpoeder bevat.
VEILIGHEID ONDERWEG
Bestuurders van voertuigen mogen niet telefoneren met handheld apparaten, behalve in geval van nood. In sommige landen, zijn handsfree apparaten een toegestaan alternatief.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN BETREFFENDE RF­BLOOTSTELLING
Gebruik de telefoon niet in de buurt van metalen structuren
(bijvoorbeeld het stalen frame van een gebouw).
Gebruik de telefoon niet in de buurt van sterk elektromagnetische
bronnen, zoals magnetrons, luidsprekers, tv en radio.
Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd, of
accessoires die geen metalen onderdelen bevatten.
Het gebruik van accessoires die niet origineel zijn of niet door de
fabrikant zijn goedgekeurd kan een schending zijn van plaatselijke richtlijnen met betrekking tot RF-blootstelling en moet worden vermeden.
9
10
STORING OP MEDISCHE APPARATEN
Dit product kan de oorzaak zijn van het niet functioneren van medische apparaten. Het gebruik van dit apparaat is verboden in de meeste ziekenhuizen en klinieken.
Gebruikt u een ander persoonlijk medisch toestel, raadpleeg dan de fabrikant van het toestel om te bepalen of deze voldoende afgeschermd is van externe RF-energie. Uw arts kan u helpen deze informatie te verkrijgen.
Schakel de telefoon UIT in zorgcentra en ziekenhuizen waar waarschuwingen hangen met de opdracht uw telefoon uit te schakelen. Ziekenhuizen of zorgcentra kunnen apparatuur gebruiken die gevoelig is voor externe RF-energie.
GEHOORHULPMIDDELEN
Bepaalde digitale draadloze telefoons kunnen storen met hoortoestellen. Mocht zo’n storing optreden, neem dan contact op met de telefoonaanbieder, of bel klantenservices voor informatie over alternatieven.
NONIONISERENDE STRALING
Het toestel bevat een interne antenne. Dit product moet worden gebruikt in de normale gebruikspositie, om het stralingsvrij functioneren en de veiligheid van de veroorzaakte storing te verzekeren. Net als bij andere apparatuur die radiogolven uitzendt, wordt, om correct functioneren van de apparatuur en de veiligheid van de gebruiker te waarborgen, de gebruiker aanbevolen, tijdens het gebruik van de apparatuur, geen enkel deel van het menselijk lichaam contact te laten maken met de antenne.
Gebruik alleen de bijgeleverde integraalantanne. Het gebruik van ongeautoriseerde of aangepast antennes kan de gesprekskwaliteit verzwakken en de telefoon beschadigen, wat prestatieverlies kan veroorzaken en resulteren in het overschreiden van de aanbevolen SAR­niveaus. Daarnaast kan het een schending betekenen van de plaatselijke reguleringen of wetgeving van uw land.
Gebruik het toestel altijd en alleen volgens het normaal gebruik, om optimale telefoonprestaties te verzekeren en te garanderen dat de menselijke blootstelling aan RF-energie beperkt blijven binnen de limieten van relevante normeringen en standaarden. Raak de antenne niet aan en houd deze niet onnodig vast als u een telefoongesprek voert of ontvangt. Contact met het antennegebied kan de signaalkwaliteit verzwakken en er voor zorgen dat het toestel op een hoger energieniveau dan nodig functioneert. Het vermijden van contact met het antennegebied als de telefoon IN GEBRUIK is, optimaliseert de antenneprestaties en levensduur van de accu.
Antennelocatie
11
12
Algemene voorzorgsmaatregelen
• Let op reparatiemarkeringen
Behalve zoals elders in de handleiding uitgelegd, repareert u het product niet zelf. Reparatie van interne onderdelen van het toestel mag alleen worden verricht door een geautoriseerde reparateur of aanbieder.
• Schade die gerepareerd moet worden
Haal het product uit het stopcontact en laat reparatie over aan een geautoriseerde reparateur of aanbieder, onder de volgende omstandigheden:
Vloeistof is in het product geknoeid, of een object is in het product
gevallen.
Het product is blootgesteld aan regen of water.
Het product is gevallen of beschadigd.
Er zijn zichtbare tekens van oververhitting.
Het product functioneert niet normaal als u de gebruiksinstructies
volgt.
• Vermijd hete plekken
Het product mag niet in de buurt van hittebronnen geplaatst worden, zoals radiatoren, ovens, fornuizen en andere producten (onder andere versterkers) die warmte produceren.
• Vermijd natte plekken
Gebruik het product nooit op een natte plek.
• Gebruik het toestel niet na een sterk temperatuursverandering.
Als u het toestel verplaatst tussen omgevingen met zeer verschillende temperaturen en/of vochtigheidsgraden, kan condenstatie op of binnen het toestel optreden. Om beschadiging van het toestel te voorkomen, wacht u voldoende lang met het gebruik zodat het vocht in het toestel kan verdampen.
OPMERKING: Als u het apparaat van een omgeving met lage temperaturen
naar een omgeving met hogere temperaturen of van een omgeving met hoge temperaturen naar een omgeving met lagere temperaturen brengt, moet u het apparaat de tijd geven te acclimatiseren en op kamertemperatuur terug te komen voordat u het aanzet.
• Duw geen objecten in het product
Duw nooit enige objecten in sleuven of andere openingen in het product. Sleuven en openingen zijn voor ventilatie. Deze openingen mogen niet geblokkeerd of bedekt worden.
• Accessoires vastmaken
Gebruik het product niet op een instabiele tabel, wagentje, standaard, driepoot of haak. Elke poging het apparaat vast te maken moet de instructies van de fabrikant volgen, en mag alleen worden uitgevoerd met accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant.
• Vermijd instabiele bevestiging
Plaats het product niet op een instabiel oppervlak.
• Gebruik product met goedgekeurde apparatuur
Dit product mag alleen worden gebruikt met personal computers en opties die zijn aangeduid als geschikt voor gebruik met uw apparatuur.
• Volume wijzigen
Zet het volume zachter voordat u een hoofdtelefoon of andere audioapparaten gebruikt.
• Reiniging
Trek het product uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen uit spuitbussen. Gebruik een vochtig doekje voor reiniging, maar gebruik NOOIT water om het LCD-scherm te reinigen.
13
14
Inhoud
Hoofdstuk 1 Aan de slag 19
1.1 De PDA-telefoon en accessoires leren kennen ............................ 20
1.2 De SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatsen en de
pda-telefoon opladen ................................................................... 24
1.3 Opstarten ........................................................................................ 29
1.4 Het scherm Vandaag ...................................................................... 32
1.5 Het Startmenu ................................................................................ 33
1.6 Snelmenu ........................................................................................34
1.7 HTC Home™ ..................................................................................... 34
1.8 Gevens en vensters verschuiven met uw vinger .........................40
1.9 Statuspictogrammen ..................................................................... 42
1.10 Programma’s ................................................................................44
1.11 Instellingen ................................................................................... 47
Hoofdstuk 2 Tekst invoeren en informatie zoeken 53
2.1 Informatie invoeren .......................................................................54
2.2 Het Touch-toetsenbord gebruiken ............................................... 55
2.3 Het Touch-toetsenblok gebruiken ............................................... 58
2.4 Symbol Pad gebruiken .................................................................. 59
2.5 Het toetsenbord op het scherm gebruiken ................................. 60
2.6 Informatie zoeken ......................................................................... 61
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties gebruiken 63
3.1 De telefoon gebruiken ................................................................... 64
3.2 Een gesprek voeren ....................................................................... 66
3.3 Een gesprek ontvangen ................................................................. 68
3.4 Smart Dial .......................................................................................71
3.5 Bluetooth SIM-toegang voor carkit-telefoons instellen ............. 73
3.6 Extra informatie over bellen .........................................................74
Hoofdstuk 4 Het toestel instellen 75
4.1 Basisinstellingen ............................................................................ 76
4.2 Het scherm Vandaag aanpassen ................................................... 80
4.3 Het toestel beveiligen ...................................................................82
Hoofdstuk 5 Informatie synchroniseren met de computer 85
5.1 Info over synchroniseren ............................................................... 86
5.2 Windows Mobile® Apparaatcentrum in Windows Vista®
instellen ..........................................................................................87
5.3 ActiveSync® instellen in Windows XP® ......................................... 89
5.4 Synchroniseren met de computer ................................................ 90
5.5 Synchroniseren via Bluetooth ....................................................... 92
5.6 Muziek en video synchroniseren ..................................................93
Hoofdstuk 6 Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie 95
6.1 Contacten ....................................................................................... 96
6.2 SIM-beheer ...................................................................................100
6.3 Agenda .......................................................................................... 102
6.4 Taken .............................................................................................105
6.5 Notities .......................................................................................... 107
6.6 Spraakopname .............................................................................109
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen 111
7.1 Berichten ......................................................................................112
7.2 Tekstberichten .............................................................................113
7.3 MMS ..............................................................................................115
7.4 Soorten E-mailaccounts ..............................................................119
7.5 Wizard E-mailinstellingen ...........................................................120
7.6 E-mail gebruiken ..........................................................................123
15
16
Hoofdstuk 8 Omgaan met zakelijke e-mails en vergaderafspraken 129
8.1 Synchroniseren met de Exchange Server ..................................130
8.2 Omgaan met zakelijke e-mails ...................................................131
8.3 Omgaan met vergaderafspraken ...............................................135
8.4 Contactpersonen vinden in de Bedrijfsmap ..............................137
Hoofdstuk 9 Omgaan met documenten en bestanden 139
9.1 Microsoft® Office Mobile .............................................................140
9.2 Adobe® Reader® LE ......................................................................141
9.3 Bestanden kopiëren en beheren ................................................142
9.4 ZIP .................................................................................................144
9.5 Back-ups van gegevens maken ..................................................145
Hoofdstuk 10 Verbinding maken 149
10.1 Comm Manager .........................................................................150
10.2 Verbindingsinstelling ................................................................ 151
10.3 Methodes om verbinding met internet te maken ...................152
10.4 Een dataverbinding starten ...................................................... 154
10.5 Internet Explorer® Mobile ......................................................... 155
10.6 Windows Live™ ........................................................................... 157
10.7 Het toestel als modem gebruiken
(Gedeelde internetverbinding) ................................................161
10.8 Bluetooth ...................................................................................163
Hoofdstuk 11 Gps gebruiken 171
11.1 Richtlijnen en voorbereiding voor het gebruik van gps ........172
11.2 Satellietgegevens downloaden via QuickGPS ........................174
11.3 TomTom NAVIGATOR gebruiken ............................................... 176
11.4 Gps-besturing ............................................................................186
Hoofdstuk 12 Genieten van multimedia 187
12.1 Camera .......................................................................................188
12.2 Camera-album ...........................................................................200
12.3 Afbeeldingen en video’s ............................................................ 204
12.4 Windows Media® Player Mobile ................................................ 206
12.5 Audiobeheer ..............................................................................211
Hoofdstuk 13 Het toestel beheren 217
13.1 Programma’s toevoegen en verwijderen ................................ 218
13.2 Taakbeheer gebruiken ..............................................................218
13.3 Het toestel opnieuw instellen ...................................................220
13.4 Geheugen beheren .................................................................... 222
13.5 Windows Update ........................................................................ 223
13.6 Tips om batterijstroom te besparen ........................................ 224
Hoofdstuk 14 Andere toepassingen gebruiken 225
14.1 RSS Hub ......................................................................................226
14.2 Spraak-Snelkeuze ...................................................................... 233
14.3 Java ............................................................................................. 235
14.4 Spb GPRS Monitor .....................................................................237
Appendix 241
A.1 Wettelijke voorschriften ............................................................. 242
A.2 Specificaties .................................................................................248
Index 251
17
18
Hoofdstuk 1
Aan de slag
1.1 De PDA-telefoon en accessoires
leren kennen
1.2 De SIM-kaart, geheugenkaart en batterij
plaatsen en de pda-telefoon opladen
1.3 Opstarten
1.4 Het scherm Vandaag
1.5 Het Startmenu
1.6 Snelmenu
1.7 HTC Home™
1.8 Gevens en vensters verschuiven
met uw vinger
1.9 Statuspictogrammen
1.10 Programma’s
1.11 Instellingen
20 Aan de slag

1.1 De PDA-telefoon en accessoires leren kennen

Bovenkant
AAN/UIT
Indrukken om het beeldscherm tijdelijk uit te schakelen. Gedurende 5 seconden ingedrukt houden om de stroom uit te schakelen. Voor meer informatie, zie “Opstarten” in dit hoofdstuk.
Linkerpaneel Rechterpaneel
VOLUME HOGER
Druk op deze knop
tijdens een gesprek of als u naar muziek luistert om het volume hoger te zetten.
Ingedrukt houden om te bellen. Zie Hoofdstuk 14 voor details.
VOLUME LAGER
Druk op deze knop
tijdens een gesprek of als u naar muziek luistert om het volume lager te zetten.
Druk hier om een spraaknotitie op te nemen. Zie “Notities” in Hoofdstuk 6 voor details.
Oogje voor keycord/ riem
Luidspreker
CAMERA
Druk hier om de camera te starten. Zie Hoofdstuk 12 voor details.
Stylus
Voorkant
Aan de slag 21
Meldings leds * Zie onderstaande beschrijving.
Luidsprekertje
Luister hiermee naar een telefoongesprek.
Touchscreen
SOFTKEYS
KIES/VERZENDEN
Indrukken om een inkomend gesprek te beantwoorden of om een nummer te draaien.
START
Indrukken om het Startmenu te openen vanuit het scherm Vandaag of vanuit een ander programma.
* Rechterled: Knippert blauw als het Bluetooth-systeem wordt ingeschakeld en klaar
is om Bluetooth-signalen te versturen/ontvangen. Knippert oranje voor gps-status.
* Linkerled: Toont groene en gele lampjes voor edge/gsm/gprs-stand-by, berichten-
en netwerkstatus en als melding en oplaadstatus van de batterij. Knippert rood als het batterijniveau 5% of lager is.
NAVIGATIEWIEL/ENTER
Druk op links, rechts, omhoog, omlaag of verdraai het wiel
om door vensters en lijsten te navigeren.
Druk op de middelste knop om een selectie uit te voeren.
In Camera of de gps-software draait u aan het wiel om in en
uit te zoomen.
STOTPPEN
Indrukken om een gesprek te beëindigen of om terug te keren naar het scherm Vandaag. Ingedrukt houden om de Snellijst te openen waar u een handeling kunt kiezen.
Tik in de Snellijst op
Instellingen
gedrag van het ingedrukt houden van de Stoppen­toets te bepalen.
OK
Indrukken om de gegevensinvoer te bevestigen, of om het gebruikte programma te verlaten.
om het
22 Aan de slag
Achterkant
Gps-antenneaansluiting
Duw op de zelfportretspiegel vanaf de binnenzijde van de achterklep, en sluit vervolgens een externe gps-antenne aan voor betere ontvangst van het gps-signaal.
Opmerking Gebruik
Onderkant
alleen de externe GPS­antenne met modelnummer
GA S100.
Schakelaar Macromodus
Zie Hoofdstuk 12 voor details.
2 megapixel camera
Zie Hoofdstuk 12 voor details.
Zelfportretspiegel
Achterklep
Duw de achterklep omhoog om deze te verwijderen.
Microfoon
Sync-aansluiting/koptelefoonaansluiting
Sluit de meegeleverde usb-kabel aan om de informatie te synchroniseren of sluit de adapter aan om de batterij opnieuw te laden. U kunt ook de meegeleverde usb-stereokoptelefoon aansluiten om handsfree te bellen of naar muziek te luisteren.
Accessoires
User Ma
n
ual
Read Me First
Screen
Protecto
r
1
2
Aan de slag 23
4 6
5
7
9
3
8
10
Nr. Accessoire Functie
1 Batterij Voorziet het toestel van energie.
2 Schermbeschermer Beschermt het aanraakscherm tegen krassen.
3 Stereoheadset Met een volumeschuifknop en een Verzenden/
4 Adapter Laadt de batterij op. Sluit de adapter aan op het toestel
5 Hoes Dient als beschermend draagtasje voor het toestel.
6 Gebruikershandleiding
en Lees Mij Eerst
stoppen-knop. Druk op de knop Spreken/Beëindigen om een oproep aan te nemen of om een oproep in wachtstand te plaatsen; houdt de knop ingedruk om een oproep te beëindigen.
via de usb-synckabel, en steek vervolgens de adapter in een stopcontact om de batterij op te laden.
Bevat instructies voor het gebruik van het toestel.
24 Aan de slag
Nr. Accessoire Functie
7 USB-synckabel Verbindt het toestel met een pc en synchroniseert
8 Aan de slag-disk en
Toepassingsdisks
9 Extra stylus Gebruik dit om op items op het scherm te tikken.
10 microSDTM-kaart* Bevat kaarten van TomTom NAVIGATOR en levert extra
gegevens, of met de adapter om de batterij van het toestel op te laden.
Bronnen voor extra hulpmiddelen en programma’s.
gegevensopslag. Opmerking: De microSD™-kaart is alleen in bepaalde landen/regio’s beschikbaar.

1.2 De SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatsen en de pda-telefoon opladen

Zet het toestel altijd uit voordat u SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatst of vervangt. Voordat u deze onderdelen kunt plaatsen, verwijdert u de achterklep.
De achterklep verwijderen
1. Zorg dat het toestel is
uitgeschakeld.
2. Houd het toestel met beide handen
stevig vast met de voorkant naar beneden gericht.
3. Duw de achterklep met uw duim
omhoog totdat deze losschiet van het toestel, en schuif het vervolgens omhoog om het te verwijderen.
Opmerking Plaats de achterklep terug door
de uitstulpsels op de gaten aan de bovenzijde van het toestel te richten, en schuif het vervolgens omlaag totdat het op z’n plek klikt.
Aan de slag 25
SIM-kaart
De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, servicedetails, en telefoonboek/ berichtgeheugen. Het toestel ondersteunt SIM-kaarten van 1,8V en 3V.
Opmerking Bepaalde oudere SIM-kaarten functioneren wellicht niet op dit toestel.
De SIM-kaart installeren
1. Zorg dat het toestel is
2. Zoek de sleuf van de SIM-kaart,
3. Duw de SIM-kaart volledig in de
De SIM-kaart verwijderen
1. Verwijder de batterij als deze geplaatst is.
2.
3. Gebruik de punt van de stylus om de SIM-kaart uit de sleuf te duwen
Raadpleeg uw netwerkprovider voor een vervangende SIM-kaart. Hiervoor kunnen kosten in rekening worden gebracht.
uitgeschakeld.
plaats vervolgens de SIM-kaart in de kaartsleuf met de gouden contactpunten omlaag gericht en de afgesneden hoek naar buiten gericht.
sleuf.
Houd de sleufvergrendeling van de SIM-kaart ingedrukt met uw duim.
en verschuif vervolgens de kaart om deze te verwijderen.
Afgeknipte hoek
3
2
26 Aan de slag
Geheugenkaart
In het batterijcompartiment zit een houder voor een microSD™-kaart. Om extra opslag te hebben voor uw afbeeldingen, video’s, muziek en bestanden, kunt u een microSD-kaart kopen en deze in de sleuf plaatsen.
Een microSD-kaart plaatsen
1. Schuif de houder van de microSD-kaart omlaag om deze te openen
2. Plaats de microSD-kaart in de houder met de gouden contactpunten
3. Druk de houder van de microSD-kaart omlaag, schuif hem omhoog
en til hem dan op.
omlaag gericht.
om hem te sluiten en de kaart op z’n plek te krijgen.
1
2
3
Batterij
Het toestel bevat een oplaadbare li-ion batterij en is ontworpen om alleen door de fabrikant gespecificeerde origenele batterijen en accessoires te gebruiken. De batterijprestatie hangt af van vele factoren, zoals netwerkconfiguratie, de signaalsterkte, de temperatuur van de omgeving waarin u het toestel gebruikt, de eigenschappen en/of instellingen die u selecteert en gebruikt, items die op verbonden poorten zijn aangesloten en de gebruikspatronen van uw spraak-, gegevens- en andere programma’s.
Schatting van de gebruiksduur van de batterij zijn afhankelijk van
Opmerking
Geschatte gebruiksduur van de batterij (benaderingen):
netwerk- en telefoongebruik.
Stand-by tijd: Maximaal
Gesprekstijd: Maximaal
Afspeeltijd voor media:
uur
240
420 minuten
Maximaal
Maximaal
9 uur voor wmv
uur voor wma
14,5
Waarschuwing! Ter voorkoming van brand of verbranding:
Probeer de batterij niet te openen, te ontmantelen of te repareren.
Nooit de batterij verpletteren of doorboren, de contactpunten
kortsluiten of in vuur of water werpen.
Nooit blootstellen aan temperaturen boven 60oC (140oF).
De batterij alleen vervangen met een accu die ontworpen is voor
dit product.
Recycle en breng gebruikte batterijen weg zoals is bepaald door lokale regelgeving.
De batterij plaatsen
1. Richt de zichtbare koperen
contactpunten van de batterij op de batterijconnectoren in de batterijnis.
3
2. Plaats eerst de zijde met de
contactpunten van de batterij.
3. Duw de batterij zachtjes op z’n
plek en vervang vervolgens de achterklep.
De batterij verwijderen
1. Zorg dat het toestel is
uitgeschakeld.
2. Verwijder de achterklep.
3. Til de onderzijde van de batterij
uit de compartimentgroef en vervolgens kunt u hem verwijderen.
Aan de slag 27
2
Groef
28 Aan de slag
De batterij opladen
Nieuwe batterijen zijn gedeeltelijk opgeladen. U wordt aangeraden de batterij op te laden en te installeren voordat u het toestel gebruikt. Bepaalde batterijen presteren het beste nadat ze enkele keren volledig zijn opgeladen en ontladen.
De batterij opladen
1. Sluit het ene eind van de usb-sync-
2. Sluit het andere eind van de usb-
3. Steek de adapter in een
Opmerking U mag alleen de adapter en usb-synckabel die bij het toestel zijn
Het opladen wordt door een continu brandend oranje lampje op de linkerled-indicator weergegeven. Als de batterij wordt opgeladen als het toestel is ingeschakeld, verschijnt een oplaadpictogram op de titelbalk van het scherm Vandaag. Zodra de batterij volledig is opgeladen, wordt de linkerled groen en verschijnt het pictogram van de volledig opgeladen batterij op de titelbalk van het scherm Vandaag.
Waarschuwing! • Verwijder de batterij niet uit het toestel terwijl u het oplaadt met
kabel aan op de sync-connector van het toestel.
synckabel aan op de usb-poort van de adapter.
stopcontact om de batterij op te laden.
geleverd gebruiken om het toestel op te laden.
de wisselstroomadapter of de auto-adapter.
Als een veiligheidsoogpunt stopt het opladen van de batterij als deze te warm wordt.
1
2
3

1.3 Opstarten

Als de SIM-kaart en batterij zijn geplaatst en de batterij is opgeladen, kunt u het toestel inschakelen en gebruiken.
Het toestel in- en uitschakelen
Inschakelen
Houd de AAN/UIT-toets een aantal seconden ingedrukt.
Als u voor de eerste keer uw toestel aanzet, leidt de wizard Snel starten u door de ijkprocedure en het instellen van regionale instellingen, datum en tijd en wachtwoord. Zie “Het toestel ijken”, verderop in dit hoofdstuk, voor meer informatie over het ijken van het scherm. Zodra de wizard Snel starten klaar is, installeert het toestel aangepaste instellingen en wordt het toestel opnieuw opgestart.
Opmerking Nadat het toestel opnieuw is opgestart, wordt u wellicht gevraagd
een e-mailaccount in te stellen. Zie Hoofdstuk 7 voor details.
Uitschakelen
Houd de AAN/UIT-toets een aantal seconden ingedrukt.
Tik op OK als een bericht verschijnt met de vraag of u het toestel volledig wilt uitschakelen of niet.
De instellingen van de gegevensverbinding automatisch configureren
De eerste keer dat u het toestel inschakelt, ziet u een melding van Verbindingsinstelling op het scherm Vandaag.
Verbindingsinstelling kan automatisch de gegevensverbindingen, zoals GPRS, WAP en MMS van het toestel configureren, zodat u deze instellingen niet handmatig op het toestel hoeft in te voeren.
Aan de slag 29
30 Aan de slag
Gegevensverbindingen automatisch configureren
1. Zodra u de melding van Verbindingsinstelling ziet,
2. Als de SIM-kaart meerdere netwerkaanbiederprofielen ondersteunt,
3. Verbindingsinstelling configureert vervolgens de dataverbindingen
4. Zodra Verbindingsinstelling klaar is met alle instellingen, tikt u op
Zie Hoofdstuk 10 voor meer informatie over Verbindingsinstellingen.
Het toestel ijken
Om het aanraakscherm van het toestel te ijken, tikt u met de stylus midden op het kruis dat op het scherm rondbeweegt. Deze procedure verzekert dat wanneer u met de stylus op het scherm tikt, het aangetikte item wordt geactiveerd.
Als uw toestel niet nauwkeurig op het tikken reageert, volgt u de volgende stappen om het opnieuw te ijken:
1. Tik op Start > Instellingen > tabbla Systeem > Scherm.
2. Op het tabblad Algemeen tikt u op Scherm uitlijnen en volgt u de
Scherminstellingen beheren
Het beeldscherm van het toestel kan op twee standen worden ingesteld:
Staand en Liggend. U kunt de ligging veranderen door op het pictogram Scherm draaien ( ) te tikken op het tabblad Starter van HTC Home. Zie
“HTC Home” verderop in dit hoofdstuk voor meer details.
Tip U kunt ook tikken op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm >
tikt u op Ja.
Opmerking Als u de melding niet ziet, tik dan op op de titelbalk om de
melding te openen.
verschijnt een bericht met mogelijke netwerkprofielen. Kies het gewenste profiel en tik op OK.
van het toestel.
Opnieuw starten.
aanwijzingen op het scherm om de ijking te voltooien.
tabblad Algemeen om de gewenste ligging te kiezen.
Loading...
+ 228 hidden pages