Htc P3470 User Manual [nl]

PDA-telefoon
Gebruikershandleiding
www.htc.com
2
Lees dit voordat u verder gaat
DE BATTERIJ IS NIET OPGELADEN WANNEER U HET UITPAKT.
VERWIJDER NOOIT DE BATTERIJ WANNEER HET APPARAAT WORDT OPGELADEN.
PRIVACYBEPERKINGEN
Sommige landen eisen volledige openbaarmaking van opgenomen telefoongesprekken, en stellen dat u de gesprekspartner moet informeren dat de conversatie wordt opgenomen. Houd u altijd aan de relevante wetten en richtlijnen van uw land als u de opnamefunctie van de PDA­telefoon gebruikt.
INFORMATIE OVER RECHTEN M.B.T. INTELLECTUEEL EIGENDOM
Copyright © 2008 High Tech Computer Corp. Alle rechten voorbehouden.
, , , ExtUSB en HTC Care zijn handelsmerken en/of
dienstmerken van High Tech Computer Corp.
Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, Windows XP, Windows Vista, ActiveSync, Windows Mobile Apparaatcentrum, Internet Explorer, MSN, Hotmail, Windows Live, Outlook, Excel, PowerPoint, Word, OneNote en Windows Media zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Bluetooth en het Bluetooth-logo zijn handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
microSD is een handelsmerk van SD Card Association.
Java, J2ME en alle op Java gebaseerde merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
Copyright © 2008, Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden.
Sprite Backup is een handelsmerk of dienstmerk van Sprite Software.
Copyright © 2001-2008, Spb Software House. Alle rechten voorbehouden.
Copyright © 2008, Esmertec AG. Alle rechten voorbehouden.
Copyright © 2003-2008, ArcSoft, Inc. en haar licentiehouders. Alle rechten voorbehouden. ArcSoft en het ArcSoft-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van ArcSoft, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
© 2008 TomTom International BV, Nederland. Afwachtend patent. Alle rechten voorbehouden. TomTom en het TomTom-logo zijn geregistreerde handelsmerken van TomTom B.V., Nederland.
Copyright © 2004-2008, Ilium Software, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en namen van diensten die in deze documentatie worden genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken of dienstmerken van de betreffende eigenaren.
HTC kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of hiaten in deze documentatie, noch voor incidentele of andere schade als gevolg van het gebruik van dit materiaal. De informatie wordt als zodanig aangeboden, zonder enige vorm van garantie en kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. HTC behoudt het recht voor de inhoud van dit document op elk moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd of worden overgedragen, in welke vorm en op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch of mechanisch, door middel van fotokopie, opname of opslag in een gegevensopslagsysteem, of vertaal in welke taal dan ook in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HTC.
3
4
Voorbehoud
DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS EN DOCUMENTEN ZIJN ALS ZODANIG GELEVERD, ZONDER ENIGE GARANTIE OF TECHNISCHE ONDERSTEUNING VAN HTC. VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN DOOR DE TOEPASSELIJKE WETGEVING, WIJZEN HTC EN HAAR PARTNERS uitdrukkelijk elke expliciete of impliciete vertegenwoordiging of garantie af, volgend uit de wet of anderszins, met betrekking tot de Weersinformatie, Gegevens, Documenten of andere producten en diensten. Hieronder vallen tevens expliciete of impliciete aanspraken op garantie m.b.t. verkoopbaarheid, expliciete of impliciete garantie m.b.t. geschiktheid voor een bepaald doel, het niet inbreuk zijn op het een of ander, kwaliteit, nauwkeurigheid, volledigheid, effectiviteit, betrouwbaarheid, effectiviteit, het foutloos zijn van de Weersinformatie, Gegevens en/of Documenten, of impliciete garanties die voorvloeien uit het verloop van de verkoop of het verloop van de prestaties.
Zonder het voorgaande te beperken, wordt daarnaast aangenomen dat HTC en haar partners niet aansprakelijk zijn voor uw gebruik of misbruik van de Weersinformatie, Gegevens en/of Documentatie of het gevolg van zo’n gebruik. HTC en haar partners bieden geen enkele impliciete of expliciete waarborg, garantie of bevestiging dat de weersinformatie daadwerkelijk zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de informatie weergegeven, vertegenwoordigd of afgebeeld in de verslagen, voorspellingen of gegevens. HTC en haar partners kunnen op geen enkele wijze verantwoordelijk of aansprakelijk worden gehouden, ten opzichte van geen enkele persoon of entiteit, partij en non-partij, voor enige inconsistentie, onnauwkeurigheid of ontbrekende informatie van weergegevens of gebeurtenissen die voorspeld, afgebeeld, weergegeven worden of zijn. ZONDER DE ALGEMEEN GELDIGHEID VAN HET VOORGAANDE TE BEPERKEN, ERKENT U DAT DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS EN/OF DOCUMENTATIE ONNAUWKEURIGHEDEN KUNNEN BEVATTEN EN DAT U UW GEZOND VERSTAND GEBRUIKT EN DE STANDAARD VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN TOEPAST IN VERBINDING MET HET GEBRUIK VAN DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS OF DOCUMENTATIE.
Schadevergoeding
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING, KAN HTC OF HAAR PARTNERS IN GEEN ENKEL GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GEHOUDEN DOOR DE GEBRUIKER OF DOOR DERDEN, VOOR ENIG INDIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE, AANVULLENDE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, UIT CONTRACT OF ONRECHTMATIGE DAAD, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT LETSEL, INKOMSTENDERVING, VERLIES VAN GOODWILL, VERLIES VAN ZAKELIJKE MOGELIJKHEDEN, GEGEVENSVERLIES, EN/OF WINSTDERVING VOORTVLOEIEND UIT, OF GERELATEERD AAN, OP WELKE WIJZE DAN OOK, OF HET AFLEVEREN, UITOEFENEN OF NIET UITOEFENEN VAN VERPLICHTINGEN, OF HET GEBRUIK VAN DE WEERSINFORMATIE, GEGEVENS OF DOCUMENTATIE ONGEACHT DE VOORSPELBAARHEID VAN HET GEBEURDE.
Belangrijke gezondheids- en veiligheidsvoorzorgs­maatregelen
Bij het gebruik van dit product, dient u altijd onderstaande voorzorgsmaatregelen nemen om mogelijke juridische aansprakelijkheid en schade te voorkomen.
Volg alle productveiligheid- en besturingsinstructies. Let op alle waarschuwingen in de handleiding van het product.
Om het risico op letsel, elektrische schok, brand en beschadiging van de apparatuur te voorkomen, neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
ELECTRISCHE VEILIGHEID
Dit product is ontworpen voor gebruik met de aangegeven batterij of adapter. Ander gebruik kan gevaarlijk zijn en maakt elke goedkeuring om dit product te gebruiken ongeldig.
5
6
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR CORRECTE AARDING TIJDENS INSTALLATIE
WAARSCHUWING: Aansluiten op onjuist geaarde apparatuur kan
resulteren in een elektrische schok op het toestel.
Dit product is uitgerust met een usb-kabel voor het aansluiten op een desktopcomputer of laptop. Zorg dat de computer correct is geaard voordat u dit product aansluit op de computer. De stroomkabel van een desktop of notebook computer is uitgerust met een aardingsstekker en een aardestekker. De stekker moet in een stopcontact met aarding worden gestoken om te voldoen aan alle plaatselijke reguleringen.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VOEDING
• Gebruik de juiste externe stroombron
Een product mag alleen gebruikt worden met het type stroombron dat op het elektriciteitslabel staat. Als u niet zeker weet welk type stroombron vereist is, neem dan contact op met de uw geautoriseerde dienstverlener of lokaal energiebedrijf. Voor een product dat gebruik maakt van batterijen of andere stroombronnen, zie de gebruiksinstructies van het product.
• Ga voorzichting om met batterijen
Dit product bevat een Li-Ion batterij. Als onjuist wordt omgegaan met de batterij, bestaat een risico op vuur of verbranding. Probeer de batterij niet te openen of te repareren. Het ontmantelen, verpletteren, doorboren, kortsluiten, in vuur of water werpen, of het blootstellen van de batterij aan temperaturen hoger dan 60˚C (140˚F) zijn zaken die u niet moet doen.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar als batterij onjuist wordt
vervangen. U dient de batterij niet te ontmantelen, verpletteren, doorboren, kortsluiten, blootstellen aan temperaturen boven 60° C (140° F), of wegwerpen in vuur of water, om het risico op brand of verbranding te reduceren. Alleen vervangen met aangegeven batterijen. Zorg dat gebruikte batterijen worden gerecycled of weggegooid volgens de plaatselijke wetgeving of referentiegids van het product.
• Neem extra voorzorgsmaatregelen
Houd de batterij of het apparaat droog en uit de buurt van water
of enige vloeistof die een kortsluiting kan veroorzaken.
Houd metalen voorwerpen uit de buurt zodat zij geen contact
maken met de batterij of de connectors ervan, gezien dit tijdens de bediening tot kortsluiting kan leiden.
Gebruik de batterij niet als het beschadigd, misvormd of miskleurd
lijkt, of al het roest op de behuizing, overhverhitting of een akelige geur afgeeft.
Houd de batterij altijd buiten bereik van babies en kleine kinderen
om het inslikken van de batterij te voorkomen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als de batterij wordt ingeslikt.
Als de batterij lekt:
Laat lekkende vloeistof niet in contact komen met huid of
kleding. Als er al contact is geweest, was dan onmiddellijk de betroffen huid of kleding af met schoon water en zoek medische hulp.
Laat geen lekkende vloeistof in contact komen met ogen. Als
er al contact is geweest, NIET wrijven; onmiddellijk afwassen met schoon water en medische hulp zoeken.
Neem extra voorzorgsmaatregelen om een lekkende batterij
uit de buurt van vuur te houden aangezien er een kans op ontsteking of explosie bestaat.
Mocht sprake zijn van een gevaarlijke situatie, stel iedereen dan
op de hoogte van de juiste stappen.
7
8
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR DIRECT ZONLICHT
Stel dit product niet bloot aan excessieve vochtigheid en extreme temperaturen. Laat het product of de batterij niet gedurende lange tijd achter in een voertuig of plek met temperaturen hoger dan 60°C (140°F), zoals het dashboard van een auto, vensterbank of achter glas dat is blootgesteld aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht. Dit kan het product beschadigen, de batterij oververhitten en gevaar voor het voertuig opleveren.
VOORKOMEN VAN GEHOORSBESCHADIGING
WAARSCHUWING: Permanente gehoorsbeschadiging kan
optreden als gedurende lange tijd hoofd- of oortelefoons op hoog volume worden gebruikt.
OPMERKING: Voor Frankrijk is de koptelefoon (hieronder in een lijst weergegeven) getest om te voldoen aan het vereiste Geluidsdrukniveau zoals van toepassing is in de normen NF EN 50332-1:2000 en/of NF EN 50332­2:2003 zoals vereist is volgens het Franse artikel L. 5232-1.
Koptelefoon, gefabriceerd door HTC, Model HS S200.
VEILIGHEID IN VLIEGTUIGEN
Vanwege de mogelijk interferentie die dit product veroorzaakt met het communicatie- en navigatiesysteem van een vliegtuig, is het gebruik van de telefoonfunctie van dit toestel aan boord van een vliegtuig in de meeste landen wettelijk verboden. Als u het toestel toch aan boord van een vliegtuig wilt gebruiken, schakel dan de telefoonfunctie uit door de Vliegtuigmodus in te schakelen.
OMGEVINGSBEPERKINGEN
Gebruik dit product niet in bezinestations, opslagdepots voor brandstof, chemische fabrieken waar ontploffingsoperaties bezig zijn, of in potentieel explosieve atmosferen zoals brandstofvoorzieningszones, opslagplaatsen voor brandstof, onder het dek van boten, faciliteiten voor brandstof of chemische overslag of opslag en zones waar de lucht chemicaliën of deeltjes bevat zoals graan, stof of metaalpoeders. Denk er aan dat in zo’n omgeving vonken een explosie of brand kunnen veroorzaken, wat kan resulteren in letsel en zelfs de dood.
ONTVLAMBARE OMGEVING
Als u in een omgeving bent met een mogelijk explosieve atmosfeer of waar ontvlambare materialen zich bevinden, dient u het product uit te schakelen en alle tekens en aanwijzingen te volgen. In zo’n omgeving kunnen vonken een explosie of brand veroorzaken, wat kan resulteren in letsel en zelfs de dood. Gebruikers wordt geadviseerd het apparaat niet te gebruiken op plekken waar brandstof wordt overgeplaatst, zoals benzinestations en garages. Vergeet niet dat op bepaalde plekken, zoals benzinestations, chemische fabrieken, of plekken waar explosieven gebruikt worden, beperkingen gelden op het gebruik van radioapparatuur. Plekken met een mogelijk explosieve atmosfeer worden meestal, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Hieronder vallen benzinestations, onderdeks op boten, plekken waar brandstof of chemicaliën worden opgeslagen of overgeslagen en plekken waar de lucht chemicaliën of deeltjes, zoals graan, stof of metaalpoeder bevat.
VEILIGHEID ONDERWEG
Bestuurders van voertuigen mogen niet telefoneren met handheld apparaten, behalve in geval van nood. In sommige landen, zijn handsfree apparaten een toegestaan alternatief.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN BETREFFENDE RF­BLOOTSTELLING
Gebruik de telefoon niet in de buurt van metalen structuren
(bijvoorbeeld het stalen frame van een gebouw).
Gebruik de telefoon niet in de buurt van sterk elektromagnetische
bronnen, zoals magnetrons, luidsprekers, tv en radio.
Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd, of
accessoires die geen metalen onderdelen bevatten.
Het gebruik van accessoires die niet origineel zijn of niet door de
fabrikant zijn goedgekeurd kan een schending zijn van plaatselijke richtlijnen met betrekking tot RF-blootstelling en moet worden vermeden.
9
10
STORING OP MEDISCHE APPARATEN
Dit product kan de oorzaak zijn van het niet functioneren van medische apparaten. Het gebruik van dit apparaat is verboden in de meeste ziekenhuizen en klinieken.
Gebruikt u een ander persoonlijk medisch toestel, raadpleeg dan de fabrikant van het toestel om te bepalen of deze voldoende afgeschermd is van externe RF-energie. Uw arts kan u helpen deze informatie te verkrijgen.
Schakel de telefoon UIT in zorgcentra en ziekenhuizen waar waarschuwingen hangen met de opdracht uw telefoon uit te schakelen. Ziekenhuizen of zorgcentra kunnen apparatuur gebruiken die gevoelig is voor externe RF-energie.
GEHOORHULPMIDDELEN
Bepaalde digitale draadloze telefoons kunnen storen met hoortoestellen. Mocht zo’n storing optreden, neem dan contact op met de telefoonaanbieder, of bel klantenservices voor informatie over alternatieven.
NONIONISERENDE STRALING
Het toestel bevat een interne antenne. Dit product moet worden gebruikt in de normale gebruikspositie, om het stralingsvrij functioneren en de veiligheid van de veroorzaakte storing te verzekeren. Net als bij andere apparatuur die radiogolven uitzendt, wordt, om correct functioneren van de apparatuur en de veiligheid van de gebruiker te waarborgen, de gebruiker aanbevolen, tijdens het gebruik van de apparatuur, geen enkel deel van het menselijk lichaam contact te laten maken met de antenne.
Gebruik alleen de bijgeleverde integraalantanne. Het gebruik van ongeautoriseerde of aangepast antennes kan de gesprekskwaliteit verzwakken en de telefoon beschadigen, wat prestatieverlies kan veroorzaken en resulteren in het overschreiden van de aanbevolen SAR­niveaus. Daarnaast kan het een schending betekenen van de plaatselijke reguleringen of wetgeving van uw land.
Gebruik het toestel altijd en alleen volgens het normaal gebruik, om optimale telefoonprestaties te verzekeren en te garanderen dat de menselijke blootstelling aan RF-energie beperkt blijven binnen de limieten van relevante normeringen en standaarden. Raak de antenne niet aan en houd deze niet onnodig vast als u een telefoongesprek voert of ontvangt. Contact met het antennegebied kan de signaalkwaliteit verzwakken en er voor zorgen dat het toestel op een hoger energieniveau dan nodig functioneert. Het vermijden van contact met het antennegebied als de telefoon IN GEBRUIK is, optimaliseert de antenneprestaties en levensduur van de accu.
Antennelocatie
11
12
Algemene voorzorgsmaatregelen
• Let op reparatiemarkeringen
Behalve zoals elders in de handleiding uitgelegd, repareert u het product niet zelf. Reparatie van interne onderdelen van het toestel mag alleen worden verricht door een geautoriseerde reparateur of aanbieder.
• Schade die gerepareerd moet worden
Haal het product uit het stopcontact en laat reparatie over aan een geautoriseerde reparateur of aanbieder, onder de volgende omstandigheden:
Vloeistof is in het product geknoeid, of een object is in het product
gevallen.
Het product is blootgesteld aan regen of water.
Het product is gevallen of beschadigd.
Er zijn zichtbare tekens van oververhitting.
Het product functioneert niet normaal als u de gebruiksinstructies
volgt.
• Vermijd hete plekken
Het product mag niet in de buurt van hittebronnen geplaatst worden, zoals radiatoren, ovens, fornuizen en andere producten (onder andere versterkers) die warmte produceren.
• Vermijd natte plekken
Gebruik het product nooit op een natte plek.
• Gebruik het toestel niet na een sterk temperatuursverandering.
Als u het toestel verplaatst tussen omgevingen met zeer verschillende temperaturen en/of vochtigheidsgraden, kan condenstatie op of binnen het toestel optreden. Om beschadiging van het toestel te voorkomen, wacht u voldoende lang met het gebruik zodat het vocht in het toestel kan verdampen.
OPMERKING: Als u het apparaat van een omgeving met lage temperaturen
naar een omgeving met hogere temperaturen of van een omgeving met hoge temperaturen naar een omgeving met lagere temperaturen brengt, moet u het apparaat de tijd geven te acclimatiseren en op kamertemperatuur terug te komen voordat u het aanzet.
• Duw geen objecten in het product
Duw nooit enige objecten in sleuven of andere openingen in het product. Sleuven en openingen zijn voor ventilatie. Deze openingen mogen niet geblokkeerd of bedekt worden.
• Accessoires vastmaken
Gebruik het product niet op een instabiele tabel, wagentje, standaard, driepoot of haak. Elke poging het apparaat vast te maken moet de instructies van de fabrikant volgen, en mag alleen worden uitgevoerd met accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant.
• Vermijd instabiele bevestiging
Plaats het product niet op een instabiel oppervlak.
• Gebruik product met goedgekeurde apparatuur
Dit product mag alleen worden gebruikt met personal computers en opties die zijn aangeduid als geschikt voor gebruik met uw apparatuur.
• Volume wijzigen
Zet het volume zachter voordat u een hoofdtelefoon of andere audioapparaten gebruikt.
• Reiniging
Trek het product uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen uit spuitbussen. Gebruik een vochtig doekje voor reiniging, maar gebruik NOOIT water om het LCD-scherm te reinigen.
13
14
Inhoud
Hoofdstuk 1 Aan de slag 19
1.1 De PDA-telefoon en accessoires leren kennen ............................ 20
1.2 De SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatsen en de
pda-telefoon opladen ................................................................... 24
1.3 Opstarten ........................................................................................ 29
1.4 Het scherm Vandaag ...................................................................... 32
1.5 Het Startmenu ................................................................................ 33
1.6 Snelmenu ........................................................................................34
1.7 HTC Home™ ..................................................................................... 34
1.8 Gevens en vensters verschuiven met uw vinger .........................40
1.9 Statuspictogrammen ..................................................................... 42
1.10 Programma’s ................................................................................44
1.11 Instellingen ................................................................................... 47
Hoofdstuk 2 Tekst invoeren en informatie zoeken 53
2.1 Informatie invoeren .......................................................................54
2.2 Het Touch-toetsenbord gebruiken ............................................... 55
2.3 Het Touch-toetsenblok gebruiken ............................................... 58
2.4 Symbol Pad gebruiken .................................................................. 59
2.5 Het toetsenbord op het scherm gebruiken ................................. 60
2.6 Informatie zoeken ......................................................................... 61
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties gebruiken 63
3.1 De telefoon gebruiken ................................................................... 64
3.2 Een gesprek voeren ....................................................................... 66
3.3 Een gesprek ontvangen ................................................................. 68
3.4 Smart Dial .......................................................................................71
3.5 Bluetooth SIM-toegang voor carkit-telefoons instellen ............. 73
3.6 Extra informatie over bellen .........................................................74
Hoofdstuk 4 Het toestel instellen 75
4.1 Basisinstellingen ............................................................................ 76
4.2 Het scherm Vandaag aanpassen ................................................... 80
4.3 Het toestel beveiligen ...................................................................82
Hoofdstuk 5 Informatie synchroniseren met de computer 85
5.1 Info over synchroniseren ............................................................... 86
5.2 Windows Mobile® Apparaatcentrum in Windows Vista®
instellen ..........................................................................................87
5.3 ActiveSync® instellen in Windows XP® ......................................... 89
5.4 Synchroniseren met de computer ................................................ 90
5.5 Synchroniseren via Bluetooth ....................................................... 92
5.6 Muziek en video synchroniseren ..................................................93
Hoofdstuk 6 Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie 95
6.1 Contacten ....................................................................................... 96
6.2 SIM-beheer ...................................................................................100
6.3 Agenda .......................................................................................... 102
6.4 Taken .............................................................................................105
6.5 Notities .......................................................................................... 107
6.6 Spraakopname .............................................................................109
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen 111
7.1 Berichten ......................................................................................112
7.2 Tekstberichten .............................................................................113
7.3 MMS ..............................................................................................115
7.4 Soorten E-mailaccounts ..............................................................119
7.5 Wizard E-mailinstellingen ...........................................................120
7.6 E-mail gebruiken ..........................................................................123
15
16
Hoofdstuk 8 Omgaan met zakelijke e-mails en vergaderafspraken 129
8.1 Synchroniseren met de Exchange Server ..................................130
8.2 Omgaan met zakelijke e-mails ...................................................131
8.3 Omgaan met vergaderafspraken ...............................................135
8.4 Contactpersonen vinden in de Bedrijfsmap ..............................137
Hoofdstuk 9 Omgaan met documenten en bestanden 139
9.1 Microsoft® Office Mobile .............................................................140
9.2 Adobe® Reader® LE ......................................................................141
9.3 Bestanden kopiëren en beheren ................................................142
9.4 ZIP .................................................................................................144
9.5 Back-ups van gegevens maken ..................................................145
Hoofdstuk 10 Verbinding maken 149
10.1 Comm Manager .........................................................................150
10.2 Verbindingsinstelling ................................................................ 151
10.3 Methodes om verbinding met internet te maken ...................152
10.4 Een dataverbinding starten ...................................................... 154
10.5 Internet Explorer® Mobile ......................................................... 155
10.6 Windows Live™ ........................................................................... 157
10.7 Het toestel als modem gebruiken
(Gedeelde internetverbinding) ................................................161
10.8 Bluetooth ...................................................................................163
Hoofdstuk 11 Gps gebruiken 171
11.1 Richtlijnen en voorbereiding voor het gebruik van gps ........172
11.2 Satellietgegevens downloaden via QuickGPS ........................174
11.3 TomTom NAVIGATOR gebruiken ............................................... 176
11.4 Gps-besturing ............................................................................186
Hoofdstuk 12 Genieten van multimedia 187
12.1 Camera .......................................................................................188
12.2 Camera-album ...........................................................................200
12.3 Afbeeldingen en video’s ............................................................ 204
12.4 Windows Media® Player Mobile ................................................ 206
12.5 Audiobeheer ..............................................................................211
Hoofdstuk 13 Het toestel beheren 217
13.1 Programma’s toevoegen en verwijderen ................................ 218
13.2 Taakbeheer gebruiken ..............................................................218
13.3 Het toestel opnieuw instellen ...................................................220
13.4 Geheugen beheren .................................................................... 222
13.5 Windows Update ........................................................................ 223
13.6 Tips om batterijstroom te besparen ........................................ 224
Hoofdstuk 14 Andere toepassingen gebruiken 225
14.1 RSS Hub ......................................................................................226
14.2 Spraak-Snelkeuze ...................................................................... 233
14.3 Java ............................................................................................. 235
14.4 Spb GPRS Monitor .....................................................................237
Appendix 241
A.1 Wettelijke voorschriften ............................................................. 242
A.2 Specificaties .................................................................................248
Index 251
17
18
Hoofdstuk 1
Aan de slag
1.1 De PDA-telefoon en accessoires
leren kennen
1.2 De SIM-kaart, geheugenkaart en batterij
plaatsen en de pda-telefoon opladen
1.3 Opstarten
1.4 Het scherm Vandaag
1.5 Het Startmenu
1.6 Snelmenu
1.7 HTC Home™
1.8 Gevens en vensters verschuiven
met uw vinger
1.9 Statuspictogrammen
1.10 Programma’s
1.11 Instellingen
20 Aan de slag

1.1 De PDA-telefoon en accessoires leren kennen

Bovenkant
AAN/UIT
Indrukken om het beeldscherm tijdelijk uit te schakelen. Gedurende 5 seconden ingedrukt houden om de stroom uit te schakelen. Voor meer informatie, zie “Opstarten” in dit hoofdstuk.
Linkerpaneel Rechterpaneel
VOLUME HOGER
Druk op deze knop
tijdens een gesprek of als u naar muziek luistert om het volume hoger te zetten.
Ingedrukt houden om te bellen. Zie Hoofdstuk 14 voor details.
VOLUME LAGER
Druk op deze knop
tijdens een gesprek of als u naar muziek luistert om het volume lager te zetten.
Druk hier om een spraaknotitie op te nemen. Zie “Notities” in Hoofdstuk 6 voor details.
Oogje voor keycord/ riem
Luidspreker
CAMERA
Druk hier om de camera te starten. Zie Hoofdstuk 12 voor details.
Stylus
Voorkant
Aan de slag 21
Meldings leds * Zie onderstaande beschrijving.
Luidsprekertje
Luister hiermee naar een telefoongesprek.
Touchscreen
SOFTKEYS
KIES/VERZENDEN
Indrukken om een inkomend gesprek te beantwoorden of om een nummer te draaien.
START
Indrukken om het Startmenu te openen vanuit het scherm Vandaag of vanuit een ander programma.
* Rechterled: Knippert blauw als het Bluetooth-systeem wordt ingeschakeld en klaar
is om Bluetooth-signalen te versturen/ontvangen. Knippert oranje voor gps-status.
* Linkerled: Toont groene en gele lampjes voor edge/gsm/gprs-stand-by, berichten-
en netwerkstatus en als melding en oplaadstatus van de batterij. Knippert rood als het batterijniveau 5% of lager is.
NAVIGATIEWIEL/ENTER
Druk op links, rechts, omhoog, omlaag of verdraai het wiel
om door vensters en lijsten te navigeren.
Druk op de middelste knop om een selectie uit te voeren.
In Camera of de gps-software draait u aan het wiel om in en
uit te zoomen.
STOTPPEN
Indrukken om een gesprek te beëindigen of om terug te keren naar het scherm Vandaag. Ingedrukt houden om de Snellijst te openen waar u een handeling kunt kiezen.
Tik in de Snellijst op
Instellingen
gedrag van het ingedrukt houden van de Stoppen­toets te bepalen.
OK
Indrukken om de gegevensinvoer te bevestigen, of om het gebruikte programma te verlaten.
om het
22 Aan de slag
Achterkant
Gps-antenneaansluiting
Duw op de zelfportretspiegel vanaf de binnenzijde van de achterklep, en sluit vervolgens een externe gps-antenne aan voor betere ontvangst van het gps-signaal.
Opmerking Gebruik
Onderkant
alleen de externe GPS­antenne met modelnummer
GA S100.
Schakelaar Macromodus
Zie Hoofdstuk 12 voor details.
2 megapixel camera
Zie Hoofdstuk 12 voor details.
Zelfportretspiegel
Achterklep
Duw de achterklep omhoog om deze te verwijderen.
Microfoon
Sync-aansluiting/koptelefoonaansluiting
Sluit de meegeleverde usb-kabel aan om de informatie te synchroniseren of sluit de adapter aan om de batterij opnieuw te laden. U kunt ook de meegeleverde usb-stereokoptelefoon aansluiten om handsfree te bellen of naar muziek te luisteren.
Accessoires
User Ma
n
ual
Read Me First
Screen
Protecto
r
1
2
Aan de slag 23
4 6
5
7
9
3
8
10
Nr. Accessoire Functie
1 Batterij Voorziet het toestel van energie.
2 Schermbeschermer Beschermt het aanraakscherm tegen krassen.
3 Stereoheadset Met een volumeschuifknop en een Verzenden/
4 Adapter Laadt de batterij op. Sluit de adapter aan op het toestel
5 Hoes Dient als beschermend draagtasje voor het toestel.
6 Gebruikershandleiding
en Lees Mij Eerst
stoppen-knop. Druk op de knop Spreken/Beëindigen om een oproep aan te nemen of om een oproep in wachtstand te plaatsen; houdt de knop ingedruk om een oproep te beëindigen.
via de usb-synckabel, en steek vervolgens de adapter in een stopcontact om de batterij op te laden.
Bevat instructies voor het gebruik van het toestel.
24 Aan de slag
Nr. Accessoire Functie
7 USB-synckabel Verbindt het toestel met een pc en synchroniseert
8 Aan de slag-disk en
Toepassingsdisks
9 Extra stylus Gebruik dit om op items op het scherm te tikken.
10 microSDTM-kaart* Bevat kaarten van TomTom NAVIGATOR en levert extra
gegevens, of met de adapter om de batterij van het toestel op te laden.
Bronnen voor extra hulpmiddelen en programma’s.
gegevensopslag. Opmerking: De microSD™-kaart is alleen in bepaalde landen/regio’s beschikbaar.

1.2 De SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatsen en de pda-telefoon opladen

Zet het toestel altijd uit voordat u SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatst of vervangt. Voordat u deze onderdelen kunt plaatsen, verwijdert u de achterklep.
De achterklep verwijderen
1. Zorg dat het toestel is
uitgeschakeld.
2. Houd het toestel met beide handen
stevig vast met de voorkant naar beneden gericht.
3. Duw de achterklep met uw duim
omhoog totdat deze losschiet van het toestel, en schuif het vervolgens omhoog om het te verwijderen.
Opmerking Plaats de achterklep terug door
de uitstulpsels op de gaten aan de bovenzijde van het toestel te richten, en schuif het vervolgens omlaag totdat het op z’n plek klikt.
Aan de slag 25
SIM-kaart
De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, servicedetails, en telefoonboek/ berichtgeheugen. Het toestel ondersteunt SIM-kaarten van 1,8V en 3V.
Opmerking Bepaalde oudere SIM-kaarten functioneren wellicht niet op dit toestel.
De SIM-kaart installeren
1. Zorg dat het toestel is
2. Zoek de sleuf van de SIM-kaart,
3. Duw de SIM-kaart volledig in de
De SIM-kaart verwijderen
1. Verwijder de batterij als deze geplaatst is.
2.
3. Gebruik de punt van de stylus om de SIM-kaart uit de sleuf te duwen
Raadpleeg uw netwerkprovider voor een vervangende SIM-kaart. Hiervoor kunnen kosten in rekening worden gebracht.
uitgeschakeld.
plaats vervolgens de SIM-kaart in de kaartsleuf met de gouden contactpunten omlaag gericht en de afgesneden hoek naar buiten gericht.
sleuf.
Houd de sleufvergrendeling van de SIM-kaart ingedrukt met uw duim.
en verschuif vervolgens de kaart om deze te verwijderen.
Afgeknipte hoek
3
2
26 Aan de slag
Geheugenkaart
In het batterijcompartiment zit een houder voor een microSD™-kaart. Om extra opslag te hebben voor uw afbeeldingen, video’s, muziek en bestanden, kunt u een microSD-kaart kopen en deze in de sleuf plaatsen.
Een microSD-kaart plaatsen
1. Schuif de houder van de microSD-kaart omlaag om deze te openen
2. Plaats de microSD-kaart in de houder met de gouden contactpunten
3. Druk de houder van de microSD-kaart omlaag, schuif hem omhoog
en til hem dan op.
omlaag gericht.
om hem te sluiten en de kaart op z’n plek te krijgen.
1
2
3
Batterij
Het toestel bevat een oplaadbare li-ion batterij en is ontworpen om alleen door de fabrikant gespecificeerde origenele batterijen en accessoires te gebruiken. De batterijprestatie hangt af van vele factoren, zoals netwerkconfiguratie, de signaalsterkte, de temperatuur van de omgeving waarin u het toestel gebruikt, de eigenschappen en/of instellingen die u selecteert en gebruikt, items die op verbonden poorten zijn aangesloten en de gebruikspatronen van uw spraak-, gegevens- en andere programma’s.
Schatting van de gebruiksduur van de batterij zijn afhankelijk van
Opmerking
Geschatte gebruiksduur van de batterij (benaderingen):
netwerk- en telefoongebruik.
Stand-by tijd: Maximaal
Gesprekstijd: Maximaal
Afspeeltijd voor media:
uur
240
420 minuten
Maximaal
Maximaal
9 uur voor wmv
uur voor wma
14,5
Waarschuwing! Ter voorkoming van brand of verbranding:
Probeer de batterij niet te openen, te ontmantelen of te repareren.
Nooit de batterij verpletteren of doorboren, de contactpunten
kortsluiten of in vuur of water werpen.
Nooit blootstellen aan temperaturen boven 60oC (140oF).
De batterij alleen vervangen met een accu die ontworpen is voor
dit product.
Recycle en breng gebruikte batterijen weg zoals is bepaald door lokale regelgeving.
De batterij plaatsen
1. Richt de zichtbare koperen
contactpunten van de batterij op de batterijconnectoren in de batterijnis.
3
2. Plaats eerst de zijde met de
contactpunten van de batterij.
3. Duw de batterij zachtjes op z’n
plek en vervang vervolgens de achterklep.
De batterij verwijderen
1. Zorg dat het toestel is
uitgeschakeld.
2. Verwijder de achterklep.
3. Til de onderzijde van de batterij
uit de compartimentgroef en vervolgens kunt u hem verwijderen.
Aan de slag 27
2
Groef
28 Aan de slag
De batterij opladen
Nieuwe batterijen zijn gedeeltelijk opgeladen. U wordt aangeraden de batterij op te laden en te installeren voordat u het toestel gebruikt. Bepaalde batterijen presteren het beste nadat ze enkele keren volledig zijn opgeladen en ontladen.
De batterij opladen
1. Sluit het ene eind van de usb-sync-
2. Sluit het andere eind van de usb-
3. Steek de adapter in een
Opmerking U mag alleen de adapter en usb-synckabel die bij het toestel zijn
Het opladen wordt door een continu brandend oranje lampje op de linkerled-indicator weergegeven. Als de batterij wordt opgeladen als het toestel is ingeschakeld, verschijnt een oplaadpictogram op de titelbalk van het scherm Vandaag. Zodra de batterij volledig is opgeladen, wordt de linkerled groen en verschijnt het pictogram van de volledig opgeladen batterij op de titelbalk van het scherm Vandaag.
Waarschuwing! • Verwijder de batterij niet uit het toestel terwijl u het oplaadt met
kabel aan op de sync-connector van het toestel.
synckabel aan op de usb-poort van de adapter.
stopcontact om de batterij op te laden.
geleverd gebruiken om het toestel op te laden.
de wisselstroomadapter of de auto-adapter.
Als een veiligheidsoogpunt stopt het opladen van de batterij als deze te warm wordt.
1
2
3

1.3 Opstarten

Als de SIM-kaart en batterij zijn geplaatst en de batterij is opgeladen, kunt u het toestel inschakelen en gebruiken.
Het toestel in- en uitschakelen
Inschakelen
Houd de AAN/UIT-toets een aantal seconden ingedrukt.
Als u voor de eerste keer uw toestel aanzet, leidt de wizard Snel starten u door de ijkprocedure en het instellen van regionale instellingen, datum en tijd en wachtwoord. Zie “Het toestel ijken”, verderop in dit hoofdstuk, voor meer informatie over het ijken van het scherm. Zodra de wizard Snel starten klaar is, installeert het toestel aangepaste instellingen en wordt het toestel opnieuw opgestart.
Opmerking Nadat het toestel opnieuw is opgestart, wordt u wellicht gevraagd
een e-mailaccount in te stellen. Zie Hoofdstuk 7 voor details.
Uitschakelen
Houd de AAN/UIT-toets een aantal seconden ingedrukt.
Tik op OK als een bericht verschijnt met de vraag of u het toestel volledig wilt uitschakelen of niet.
De instellingen van de gegevensverbinding automatisch configureren
De eerste keer dat u het toestel inschakelt, ziet u een melding van Verbindingsinstelling op het scherm Vandaag.
Verbindingsinstelling kan automatisch de gegevensverbindingen, zoals GPRS, WAP en MMS van het toestel configureren, zodat u deze instellingen niet handmatig op het toestel hoeft in te voeren.
Aan de slag 29
30 Aan de slag
Gegevensverbindingen automatisch configureren
1. Zodra u de melding van Verbindingsinstelling ziet,
2. Als de SIM-kaart meerdere netwerkaanbiederprofielen ondersteunt,
3. Verbindingsinstelling configureert vervolgens de dataverbindingen
4. Zodra Verbindingsinstelling klaar is met alle instellingen, tikt u op
Zie Hoofdstuk 10 voor meer informatie over Verbindingsinstellingen.
Het toestel ijken
Om het aanraakscherm van het toestel te ijken, tikt u met de stylus midden op het kruis dat op het scherm rondbeweegt. Deze procedure verzekert dat wanneer u met de stylus op het scherm tikt, het aangetikte item wordt geactiveerd.
Als uw toestel niet nauwkeurig op het tikken reageert, volgt u de volgende stappen om het opnieuw te ijken:
1. Tik op Start > Instellingen > tabbla Systeem > Scherm.
2. Op het tabblad Algemeen tikt u op Scherm uitlijnen en volgt u de
Scherminstellingen beheren
Het beeldscherm van het toestel kan op twee standen worden ingesteld:
Staand en Liggend. U kunt de ligging veranderen door op het pictogram Scherm draaien ( ) te tikken op het tabblad Starter van HTC Home. Zie
“HTC Home” verderop in dit hoofdstuk voor meer details.
Tip U kunt ook tikken op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm >
tikt u op Ja.
Opmerking Als u de melding niet ziet, tik dan op op de titelbalk om de
melding te openen.
verschijnt een bericht met mogelijke netwerkprofielen. Kies het gewenste profiel en tik op OK.
van het toestel.
Opnieuw starten.
aanwijzingen op het scherm om de ijking te voltooien.
tabblad Algemeen om de gewenste ligging te kiezen.
Aan de slag 31
U kunt de randen van de letters in veel programma’s veranderen door te tikken op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm > tabblad ClearType en selecteer vervolgens het tabblad ClearType inschakelen.
Op het tabblad Tekengrootte kunt u de schuifknop verslepen om de leesbaarheid te vergroten of meer op het scherm weer te geven.
Het toestel in de Slaapstand zetten
Druk kort op de AAN/UIT-toets en om het beeldscherm tijdelijk uit te schakelen en het toestel in de Slaapstand te zetten. In de slaapstand gebruikt het apparaat bijna geen energie en wordt het beeldscherm uitgeschakeld om energie te besparen.
Het toestel gaat automatisch in de slaapstand als u het toestel gedurende een bepaalde tijd ongebruikt laat.
De time-outperiode instellen voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Energie > tabblad
Geavanceerd.
2. Controleer of onder Bij gebruik accu het keuzevak Apparaat uit als
het niet wordt gebruikt voor is geselecteerd.
3. Selecteer de time-outperiode van de batterij en tik op OK.
U kunt in de slaapstand nog gewoon berichten en oproepen ontvangen. Als u nogmaals op de AAN/UIT-knop drukt, of als nieuwe binnenkomende gesprekken/berichten worden ontvangen, wordt het toestel opgewekt.
32 Aan de slag

1.4 Het scherm Vandaag

Het scherm Vandaag geeft belangrijke informatie weer, zoals opkomende afspraken en statusindicators. Tik op items op het scherm om het betreffende programma te openen.
Verbindingsstatus
Melding
Open het Startmenu
HTC Home (Zie “HTC Home” in dit hoofdstuk voor meer details)
Komende afspraak
Tik op Start > Vandaag voor toegang tot het scherm Vandaag.
U kunt de opmaak van het scherm Vandaag aanpassen, inclusief de
achtergrondafbeelding, door te tikken op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag.
Tik op het pictogramdeel van de titelbalk om een grote titelbalk te
openen met grotere statuspictogrammen waarop u makkelijker kunt tikken. Het vergroten van de titelbalk is beschikbaar op alle vensters met de titelbalk.
Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over het aanpassen van het scherm Vandaag.
Signaalsterkte
Volume aanpassen
Batterijstatus
Open het Snelmenu (Zie “Snelmenu” in dit hoofdstuk voor meer details)
Titelbalk openen. Zie onderstaande beschrijving.

1.5 Het Startmenu

Het Startmenu, linksboven in het Vandaag scherm, toont een lijst met programma’s. U start een programma vanuit de programmalijst door op ENTER te drukken, of tik met de stylus op een programma.
Een recent gebruikt programma openen.
Naar het scherm Vandaag schakelen.
Een programma openen. (De items in het Startmenu kunnen worden aangepast door te tikken op Start > Instellingen > tabblad
Persoonlijk > Menu’s
Toegang tot meer programma’s.
Instellingen weergeven en veranderen.
Helpinformatie voor het huidige scherm weergeven.
Tip Het Startmenu wordt standaard weergegeven op groter formaat zodat u
eenvoudiger menu-items kunt kiezen U kunt het Startmenu op normaal formaat weergeven door te tikken op Start > Instellingen > tabblad
Persoonlijk > Groot Startmenu, en wis vervolgens het keuzevak Groot Startmenu weergeven.
).
Aan de slag 33
34 Aan de slag

1.6 Snelmenu

Het Snelmenu, rechtsboven in het Vandaag scherm, toont een lijst met geactiveerde programma’s. U kunt snel schakelen tussen programma´s, programma´s stoppen, en zien hoeveel programmageheugen wordt gebruikt.
Pas de instellingen van Taakbeheer aan. (Zie “Taakbeheer gebruiken” in Hoofdstuk 13.)
Alle geactiveerde programma’s stoppen.

1.7 HTC Home™

HTC Home™ is een plug-in voor het scherm Vandaag met up-to-date

regionale informatie, zoals tijd, dag en weersinformatie, nieuwe berichten en gemiste oproepen. HTC Home biedt ook snel toegang tot favoriete contactpersonen, tot een aanpasbare starter waaraan u uw favoriete toepassingen kunt toevoegen, en een profielselectie waarmee u snel het profiel of de beltoon van het toestel kunt veranderen.
HTC Home bevat vijf onderdelen: Start,
Favoriete personen, Weer, Starter en Geluid.
U kunt tussen deze onderdelen schakelen via de werkbalk aan de onderzijde.
Tik om het Snelmenu te openen.
HTC Home werkbalk
Home Favoriete
Totaal percentage van het gebruikte geheugen dat gebruikt wordt door actieve programma’s. Tik om Geheugeninstellingen te openen.
Tik op de programmanaam om naar een geactiveerd programma te schakelen.
Tik op om een geactiveerd programma te stoppen.
Geluid
personen
Starter
Weer
Aan de slag 35
Schakelen tussen verschillende onderdelen in HTC Home
Gebruik een van onderstaande opties:
Tik op de tabbladen op de werkbalk met vinger of stylus.
Druk op NAVIGATIE-omhoog/omlaag om de werkbalk te kiezen,
druk op NAVIGATIE-links/rechts om een tabblad te kiezen en druk vervolgens op ENTER.
Start
Start geeft de actuele dag, datum en plaatselijke tijd aan. Als er nieuwe
inkomende berichten en oproepen zijn, staat hier het aantal nieuwe e-mails, sms/mms-berichten en gemiste oproepen. Als u het alarm heeft ingesteld, staat hier ook het Alarmpictogram.
Tijdweergave. Tik op dit gebied als u de datum of tijd wilt veranderen of alarmsignalen wilt instellen.
Aantal nieuwe e-mails. Tik op dit pictogram om uw e-mails te bekijken.
Aantal nieuwe sms/mms-berichten. Tik op dit pictogram om uw sms/mms­berichten te bekijken.
Datum Alarmpictogram
Aantal gemiste oproepen. Tik op dit pictogram om de Oproepen te openen.
Favoriete personen
Met Favoriete personen kunt u maximaal negen contactpersonen toevoegen die u vaak belt, zodat u altijd eenvoudig toegang hebt tot deze personen.
Opmerking Contactpersonen moeten al aangemaakt zijn of gesynchroniseerd
zijn naar het toestel voordat u deze kunt toevoegen als favoriete contactpersonen.
36 Aan de slag
Tik op een contactpersoon om deze te bellen
Tik en houd vast om de contactkaart te openen met telefoonnummers en adressen van de contactpersoon
Opmerking U kunt een favoriete contactpersoon vervangen door deze eerst te
Weer
Weer toont het actuele weer en weersinformatie voor de volgende vier
dagen van de week. De eerste keer dat u deze functie gebruikt, moet u eerst uw woonplaats kiezen om weersinformatie te downloaden.
Uw woonplaats selecteren
2
Contactpersoon zonder foto
Tik op een lege plek om een contactpersoon toe te voegen
verwijderen en vervolgens een nieuwe toe te voegen.
Tik om te kiezen welke favoriete contactpersonen worden verwijderd
Tik op een favoriete contactpersoon om deze te verwijderen
3
Terug
1
4
1. Kies het tabblad Weer ( ).
2. Tik op het gebied Selecteer hier uw woonplaats.
3. Voer in het venster Woonplaats selecteren de naam van de
woonplaats in, en tik op .
Aan de slag 37
Tip U kunt door de lijst met steden bladeren om uw stad te kiezen. U kunt
dit pas doen als het invoerscherm is gesloten. Zie Hoofdstuk 2 voor meer informatie over het invoerscherm.
4. Kies de woonplaats uit de lijst en tik op Selecteren.
Weersinformatie weergeven
Nadat de stad is geselecteerd, maakt het toestel automatisch via gprs/edge­verbinding met internet en downloadt het de weersinformatie van vandaag en de komende vier dagen. De huidige temperatuur, temperatuurbereik en visuele representatie van het weer (bewolkt, regen of zon) en de tijd (dagtijd of nachttijd) verschijnen op het tabblad Weer.
Geeft de laatste keer aan dat
Tik op dit gebied om een andere plaats te kiezen.
weersinformatie is gedownload. Tik op dit item om de nieuwste weersinformatie te downloaden.
Weer van vandaag
Tik op dit gebied om terug te keren naar het weer van vandaag.
Weer voor de komende 4 dagen
Opmerking De foutmelding “Kan gegevens voor geselecteerde plaats niet ophalen”
verschijnt als er geen internetverbinding is of als gedurende vijf dagen geen weersinformatie is gedownload. Gebruik gprs/edge om verbinding met internet te maken, tik vervolgens op het gebied met de foutmelding om de nieuwste weergegevens te downloaden.
Tik op dit gebied voor weersinformatie voor de volgende vier dagen van de week.
38 Aan de slag
Weerinstellingen aanpassen
1. Tik op de plaatsnaam.
2. Kies in het venster Woonplaats selecteren Menu > Weeropties.
3. Schakel de volgende functies in of uit:
Tip Kies Menu > Info over weer op het venster Woonplaats selecteren
Weergegevens automatisch downloaden. Als dit keuzevak is
geselecteerd, wordt weersinformatie automatisch gedownload van de website van AccuWeather als u het tabblad Weer kiest en de gegevens de laatste drie uur niet zijn geüpdatet. Weergegevens worden ook telkens gedownload als een ActiveSync-verbinding wordt gemaakt (draadloos of via usb).
Wis dit keuzevak als u weersinformatie liever zelf wilt downloaden.
Downloaden tijdens roamen.
Selecteer dit keuzevak alleen als u tijdens roaming automatisch weergegevens wilt downloaden. Dit kan extra kosten met zich meebrengen.
Temperatuurschaal. Kies
of temperatuur in Celsius of Fahrenheit wordt weergegeven.
en tik vervolgens op de koppeling naar AccuWeather.com om nog gedetailleerdere weerinformatie op de website van AccuWeather te zien. Internet Explorer Mobile wordt dan geopend en gaat naar de website van AccuWeather.
Starter
Met Starter kunt u snelkoppelingen naar favoriete programma’s en instellingen toevoegen zodat deze met één druk worden geopend. Snelkoppelingen naar instellingen zoals Verlichting aanpassen, Scherm draaien en Apparaatblokkering, en een aantal snelkoppelingen naar programma´s zijn standaard al toegevoegd. Deze kunnen worden vervangen door andere instellingen en programma’s.
Aan de slag 39
Tik op een snelkoppeling om deze te verwijderen
Tik op een snelkoppeling om het betreffende programma te openen of de betreffende instelling toe te passen.
Opmerking U kunt een snelkoppeling vervangen door deze eerst te verwijderen en
Tik op een leeg vak om een snelkoppeling toe te voegen voor een instelling of favoriet programma.
vervolgens een snelkoppeling naar een programma of instelling toe te voegen.
Tik om te kiezen welke snelkoppeling wordt verwijderd
Terug
Geluid
Geluid bevat een aantal profielen, elk ingesteld met andere volume-
instellingen. U kunt hiermee ook snel de beltoon van het toestel veranderen.
Tik op een knop om een
Tikken om de instellingen van telefoongeluid te openen waar u de beltoon kunt kiezen.
profiel te selecteren (van links naar rechts): Normaal Stil, Trillen, Automatisch.
,
Tik op om het profiel Automatisch te kiezen. Als Automatisch is geselected, trilt het toestel tijdens een ingeplande gebeurtenis van de agenda; als geen gebeurtenis in de agenda is ingepland, gebruikt het toestel de instellingen van de stand Normaal.
Opmerking Zie Hoofdstuk 3 voor meer informatie over het handmatig aanpassen
van het toestelvolume.
40 Aan de slag

1.8 Gevens en vensters verschuiven met uw vinger

U kunt uw vinger gebruiken om het beeld horizontaal of verticaal te verschuiven, zodat gegevens die niet helemaal op het venster passen, zoals webpagina’s, documenten en berichten, kunnen worden weergegeven. Verschuiven met de vinger kan ook worden gebruikt om omhoog en omlaag te schuiven door lijsten zoals de contactlijst, bestandslijst, berichtlijst, lijst met agenda-afspraken en meer.
Opmerking Het verschuiven van gegevens en vensters functioneert zowel in de
Verschuiven met de vinger
Duw of verschuif uw vinger naar beneden om de inhoud van het
Duw of verschuif uw vinger naar boven om de inhoud van het venster
Duw of schuif uw vinger naar links om de inhoud van het venster naar
Duw of schuif uw vinger naar rechts om de inhoud van het venster
Als het venster wordt verschoven kunt u deze beweging stoppen
Opmerking Als schuifbalken zichtbaar zijn, betekent dit dat er gegevens niet op
stand Staand als Liggend.
venster omhoog te schuiven.
omlaag te schuiven.
Als u met de vinger omhoog en omlaag schuift, doe dit dan ergens binnen dit gebied.
rechts te schuiven.
naar links te schuiven.
door met uw vinger op het touchscreen te tikken.
het scherm passen. U kunt alleen met de vinger omhoog en omlaag schuiven als een verticale rolbalk zichtbaar is op het scherm. U kunt eveneens alleen naar links en rechts schuiven als een horizontale schuifbalk zichtbaar is.
Aan de slag 41
Gegevens verschuiven met de vinger
U kunt omlaag schuiven door met de vinger op het touchscreen te
tikken en de vinger omhoog te slepen.
U kunt omhoog schuiven door met de vinger op het touchscreen te
tikken en de vinger omlaag te slepen.
U kunt rechts schuiven door met de vinger op het touchscreen te
tikken en de vinger naar links te slepen.
U kunt links schuiven door met de vinger op het touchscreen te
tikken en de vinger naar rechts te slepen.
U kunt ook diagonaal verschuiven.
Opmerking Als schuifbalken zichtbaar zijn, betekent dit dat er gegevens niet op het
scherm passen. U kunt gegevens alleen verschuiven als schuifbalken zichtbaar zijn.
Continu verschuiven
1. Versleep uw vinger richting de rand en houd vast. De webpagina,
document of bericht dat wordt weergegeven wordt continu verschoven.
Linkerrand en rechterrand
Bovenrand en onderrand
2. Laat uw vinger los om het verschuiven te stoppen.
Geluid bij verschuiven met vingers in- of uitschakelen
Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > TouchFLO en
kies vervolgens het keuzevak Geluid bij horizontaal en verticaal verschuiven met vinger inschakelen.
42 Aan de slag

1.9 Statuspictogrammen

Hieronder vindt u enkele statuspictogrammen die u op uw toestel kunt zien verschijnen.
Pictogrammen die hier verschijnen
Verbindingsinstelling
Meerdere meldingen; tik op het pictogram om alle te zien
Nieuwe tekstberichten; SMS-melding van voicemail
MMS verzenden
MMS ontvangen
MMS verzonden
Kan MMS-bericht niet verzenden Nieuw binnenkomend MMS­bericht
New Windows Live™-bericht
Gemiste oproep
Luidspreker aan
Roaming
Alarm
Bluetooth stereoheadset gedetecteerd
ActiveSync-melding
Synchronisatiefout
Pictogrammen die hier verschijnen
Gprs beschikbaar
Edge beschikbaar
Verbinding is actief
Verbinding is niet actief
Synchronisatie is bezig
Aan de slag 43
Pictogrammen die hier verschijnen
GPRS-verbinding wordt gemaakt
GPRS in gebruik
EDGE-verbinding wordt gemaakt
EDGE in gebruik
Maximale signaalsterkte
Geen signaal
Telefoon is uitgeschakeld
Geen telefoondienst
Zoeken naar telefoondienst
Telefoongesprek is bezig
Gesprek in de wacht
Gesprekken worden doorgeschakeld Bellen zonder geplaatste SIM-kaart
Geen SIM-kaart geplaatst
Pictogrammen die hier
verschijnen
Trilstand
Geluid aan
Geluid uit
Pictogrammen die hier
verschijnen
Batterij wordt opgeladen
Batterij is vol
Batterij is bijna leeg
44 Aan de slag

1.10 Programma’s

Hieropvolgend vindt u programma’s die u op uw apparaat kunt vinden of van de Toepassingendisk kunt installeren.
Programma’s in het Startmenu
Pictogram Beschrijving
Office Mobile Maak gebruik van het complete pakket van
Microsoft® Office-toepassingen voor uw mobiel toestel.
Agenda Houd uw afspraken bij en maak vergaderafspraken.
Contacten Beheren van gegevens over uw vrienden en collega’s.
Internet Explorer Mobile Hiermee kunt u web- en WAP-sites
verkennen en nieuwe programma’s en bestanden downloaden van internet.
Berichten Verstuur en ontvang e-mail, MMS en tekstberichten.
Telefoon Voor het voeren en ontvangen van gesprekken, schakelen
tussen gespreken en opzetten van telefoonvergaderingen.
Help Hulponderwerpen over het actuele venster of programma.
Excel Mobile Maak nieuwe werkbladen of bekijk en bewerk
Excel-werkbladen.
OneNote Mobile Maak notities met tekst, foto’s en spraakopnames.
PowerPoint Mobile Voor het weergeven van PowerPoint-dia’s en voorstellingen.
Word Mobile Maak, lees en bewerk Word-documenten.
Programmavenster
Pictogram Beschrijving
Spelletjes Speel twee vooraf geïnstalleerde spelletjes: Bubble Breaker en Solitaire.
ActiveSync Synchroniseren van informatie tussen het toestel en een
pc of de Exchange Server.
Adobe Reader LE Weergeven van PDF-bestanden (Portable Document Opmaak) op uw toestel.
Audiobeheer Blader naar muziekbestanden door de muziekbestanden in categorieën te organiseren.
Bluetooth Explorer Zoek andere Bluetooth-toetsellen waarop bestandsdeling is ingeschakeld zodat u toegang heeft tot de gedeelde Bluetoothmap.
Rekenmachine Voert eenvoudige berekeningen uit, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Camera Album Foto’s weergeven die zijn gemaakt met de toestelcamera.
Camera Foto’s of videoclips met geluid opnemen.
Comm Manager Beheert de verbindingen van het toestel (zoals gprs
en Bluetooth), schakelt de telefoon in of uit en schakelt de Direct Push­functie in of uit.
Verkenner Beheert en ordent bestanden op het toestel.
Gedeeld internet Verbind uw laptop-computer met het internet via
de gegevensverbinding van uw apparaat.
Java Download en installeer Java-toepassingen op het toestel, zoals spelletjes en hulpprogramma’s.
Aan de slag 45
Messenger Dit is de mobiele versie van Windows Live™ Messenger.
Notities Maak handgeschreven of getypte notities, tekeningen en
opnames.
46 Aan de slag
Pictogram Beschrijving
Afbeeldingen en video’s Op uw toestel of opslagkaart kunt u
afbeeldingen, geanimeerde GIF’s en videobestanden weergeven, organiseren en sorteren.
QuickGPS Downloadt satellietgegevens van internet via ActiveSync of gprs zodat uw huidige gps-positie sneller kan worden bepaald.
RSS Hub RSS-reader waarmee u up-to-date blijft doorde laatste nieuwtjes van internet te downloaden.
Zoeken Hiermee zoekt u contacten, gegevens en andere informatie op het toestel.
SIM-beheer Beheer de contacten die op uw SIM-kaart zijn opgeslagen. U kunt dit programma ook gebruiken om de inhoud van de SIM-kaart naar Contactpersonen op uw apparaat te kopiëren.
Spb GPRS Monitor Gebruik dit programma om de hoeveelheid gegevensoverdrachten te meten die gemaakt zijn via de netwerkverbindingen gprs of gsm, en bereken de kosten van het netwerkgebruik. Zie Hoofdstuk 14 voor details. Installeer dit programma vanaf de Toepassingendisk.
Sprite Backup Hiermee kunt u snel en eenvoudig gegevens back­uppen. Zie Hoofdstuk 9 voor details. Installeer dit programma vanaf de Toepassingendisk.
Taken Beheert uw taken.
TomTom Navigator Deze gps-navigatiesoftware levert duidelijke
route-aanwijzingen en gesproken instructies om u naar de plaats van bestemming te brengen. Zie Hoofdstuk 11 voor details.
Spraakopname Neem uw stem op, speel het af en verstuur het via e-mail, MMS of uitstralen. U kunt de opgenomen stem ook als uw beltoon instellen.
Spraak-Snelkeuze Spraakcodes opnemen, zodat u met uw stem een telefoonnummer kunt bellen of programma’s kunt starten.
Windows Live Gebruik deze mobiele versie van Windows Live™ om informatie op internet te zoeken. Hiermee kunt u zich ook aanmelden bij uw Windows Live-account zodat u toegang heeft tot uw Live Mail-berichten en om berichten in Live Messenger te verzenden en ontvangen.
Pictogram Beschrijving
Windows Media Player Mobile Afspelen van audio- en
videobestanden.
Yahoo! Go 2.0 Verstuur en ontvang e-mail met uw e-mailaccount van Yahoo!®, zoek informatie met oneSearch™, of maak gebruik van de populaire diensten van Yahoo!® zoals nieuws, weer, financiën, Flickr™ en meer.
ZIP Bespaar geheugenruimte en maak opslagruimte op uw toestel vrij door bestanden in de veelgebruikte ZIP-indeling te comprimeren.
STK (SIM Tool Kit) Service Biedt toegang tot informatie en andere services van uw mobiele serviceprovider.

1.11 Instellingen

U kunt de toestelinstellingen bijstellen zodat zij bij uw manier van werken passen. Wilt u alle beschikbare instellingen zien, tik dan op Start >

Instellingen en vervolgens op de tabbladen Persoonlijk, Sysetem en Verbindingen onderin het scherm.

Tabblad Persoonlijk
Pictogram Beschrijving
Knoppen Toekennen van een programma of functie aan een
hardwareknop.
Invoer Instellen van opties voor elke invoermethode.
Groot Startmenu Grote tekens in het startmenu in- of
uitschakelen.
Vergrendelen Stel een wachtwoord in voor het toestel.
Aan de slag 47
Menu’s Instellen welke programma’s in het startmenu verschijnen.
Info over eigenaar Persoonlijke informatie invoeren op het
toestel.
48 Aan de slag
Pictogram Beschrijving
Tabblad Systeem
Pictogram Beschrijving
Telefoon Pas telefooninstellingen zoals beltoon aan, stel voor uw
SIM-kaart een pincode in en meer.
Geluiden en meldingen Voor het inschakelen van geluiden voor gebeurtenissen, meldingen en meer; daarnaast kunt u het meldingstype voor verschillende gebeurtenissen instellen.
Vandaag Hiermee kunt u de weergave en informatie op het scherm Vandaag aanpassen.
Spraak-Snelkeuze Maak spraakcodes voor telefonische en SIM­contactpersonen en om programma’s te starten.
Info Hier kunt u de basisinformatie zien zoals de Windows Mobile®­versie en het type processor dat op uw toestel wordt gebruikt. U kunt ook een naam voor uw toestel aangeven.
Verlichting Instellen van de time-outperiode en helderheid van de verlichting.
Certificaten Informatie weergeven over certificaten die op het toestel zijn geïnstalleerd.
Opslag wissen Tik alleen op dit pictogram als u alle gegevens en bestanden uit het geheugen wilt verwijderen en het toestel wilt instellen op de standaard fabrieksinstellingen.
Klok & alarmsignalen Stel de klok van het toestel in op de datum en tijd van uw locatie of van een tijdzone die u tijdens het reizen bezoekt. Alarmsignalen kunnen ook worden ingesteld op specifieke dagen en tijden van de week.
Apparaatinformatie Geeft informatie weer over firmwareversie, hardware, identiteit en de duur van gesprekken die op het toestel worden gevoerd.
Codering Hiermee kunnen bestanden op de geheugenkaart worden gecodeerd. Gecodeerde bestanden zijn alleen op uw toestel leesbaar.
Pictogram Beschrijving
Foutrapportage In/uitschakelen van foutrapportage op het
toestel. Wanneer deze functie ingeschakeld is en er zich een programmafout voordoet, worden technische gegevens over de staat van het programma en uw pc in een tekstbestand ingelogd en naar de technische ondersteuning van Microsoft verzonden als u ervoor kiest om het te verzenden.
Externe GPS Instellen van, indien nodig, de geschikte gps­communicatiepoorten Het kan zijn dat u dit moet doen als er op uw toestel programma’s zijn die toegang nemen tot GPS-gegevens, of als u een GPS-ontvanger op uw toestel hebt aangesloten. Raadpleeg Help voor details.
Toetsblokkering Blokkeer de toetsen op uw toestel, behalve de AAN/UIT-knop als het toestel in slaapstand is. Dit verzekert dat u het toestel niet per ongeluk inschakelt en onnodig energie verbruikt.
Stoppen-toets lang indrukken Kies de gewenste functie (bijvoorbeeld het blokkeren van het toestel) als de STOPPEN-toets ingedrukt wordt gehouden.
Geheugen Controleren van de toewijzingsstatus van het toestelgeheugen en geheugenkaartinformatie. U kunt actieve programma’s stoppen.
Microfoon AGC Pas het volume van uw stem automatisch aan terwijl u opneemt.
Energie Controleren van de resterende energie in de batterij. U kunt ook de time-out instellen om de display uit te schakelen (toestel naar slaapmodus schakelen) om batterijvermogen te besparen.
Landinstellingen Stelt de regionale instellingen in voor het gebruik en de indeling voor de weergave van getallen, munteenheden, datum en tijd.
Programma’s verwijderen Helpt u programma’s te verwijderen die op het toestel zijn geïnstalleerd.
Scherm Schermligging aanpassen, het scherm herijken en de tekengrootte op het scherm aanpassen.
Aan de slag 49
50 Aan de slag
Pictogram Beschrijving
Tabblad Verbindingen
Pictogram Beschrijving
Taakbeheer Stop actieve programma’s en stel de toets ( ) in
om onmiddellijk programma’s te stoppen als u op deze toets drukt. Voor meer informatie, raadpleeg “ Taakbeheer” in Hoofdstuk 13.
TouchFLO In-of uitschakelen van het geluid bij het verschuiven van gegevens of vensters. Zie “Geluid bij verschuiven met vingers in- of uitschakelen” in dit hoofdstuk voor details.
Windows Update Koppeling naar de Microsoft website en update Windows Mobile op uw apparaat met de nieuwste beveiligingspatches of verbeteringen.
Uitstralen Hiermee kan het toestel inkomende Bluetooth-stralen ontvangen.
Bluetooth Schakelt Bluetooth in, stelt het toestel in op zichtbaar en zoekt andere Bluetooth-apparaten.
Comm Manager Beheert de verbindingen van het toestel (zoals gprs en Bluetooth), schakelt de telefoon in of uit en schakelt de Direct Push-functie in of uit.
Verbindingsinstelling Configureert de gegevensverbindingen van het toestel, zoals GPRS, WAP en MMS, gebaseerd op het gedetecteerde of geselecteerde netwerk. Zie Hoofdstuk 10 voor details.
Verbindingen Stelt één of meerdere types modemverbindingen in vor uw toestel, zoals kiesnummer draaien voor een telefoon, GPRS en meer, zodat uw toestel op het internet of op een particulier lokaal netwerk kan aansluiten.
CSD-lijntype Instellen van het lijntype dat gebruikt wordt als een zgn. circuit switch data (CSD)-verbinding gemaakt wordt. Normaal gesproken hoeft u de instellingen niet te wijzigen tenzij u een probleem ondervindt als u een verbinding tot stand brengt.
Pictogram Beschrijving
GPRS-instelling Stelt de GPRS-verificatiemethode in.
Netwerkkaarten Stel, indien aanwezig, de netwerkkaart van het
toestel in.
SMS-dienst Hiermee kunt u SMS-tekstberichten verzenden via een dataverbinding, zoals een GPRS of een circuitgeschakelde verbinding.
USB aan pc Stel een seriële usb-verbinding in tussen toestel en pc als er problemen zijn bij ActiveSync-verbindingen.
Aan de slag 51
52 Aan de slag
Hoofdstuk 2
Tekst invoeren en
informatie zoeken
2.1 Informatie invoeren
2.2 Het Touch-toetsenbord
gebruiken
2.3 Het Touch-toetsenblok
gebruiken
2.4 Symbol Pad gebruiken
2.5 Het toetsenbord op het
scherm gebruiken
2.6 Informatie zoeken
54 Tekst invoeren en informatie zoeken

2.1 Informatie invoeren

Als u een programma start of een veld selecteert waarin tekst of getallen moeten worden ingevoerd, wordt het pictogram Invoerscherm beschikbaar op de menubalk.
Tik op de Invoerselectiepijl (verschijnt naast het pictogram van het Invoerscherm) om een menu te openen voor het selecteren van een invoermethode voor tekst en het aanpassen van invoeropties. Als een invoermethode voor tekst is geselecteerd, wordt het corresponderende Invoerscherm geopend om tekst in te voeren. U kunt het Invoerscherm weergeven of verbergen door op het pictogram Invoerscherm te tikken.
Invoerselectiepijl
Invoerschermpictogram
Pictogram Invoermethode
Invoerscherm (Touch­toetsenbord)
Tekstinvoermethodes
Schermtoetsenblok
Touch-toetsenbord
Touch-toetsenblok
Opmerking Bepaalde methodes om tekst in te voeren zijn in bepaalde taalversies van
het toestel niet beschikbaar.
Tekst invoeren en informatie zoeken 55

2.2 Het Touch-toetsenbord gebruiken

Het Touch-toetsenbord is een soort schermtoetsenbord en bevat 20 toetsen. Met grote, makkelijk te raken toetsen en verbeterde functies, zoals XT9 voorspellende invoer, kunt u sneller en nauwkeuriger tekst invoeren.
• Tik om letters of symbolen in te voeren.
• Tik en houd een leesteken, symbool of getal ingedrukt dat rechtsboven in de hoek van een toets verschijnt
• Tik om een hoofdletter in te voeren.
• Tik tweemaal om alleen hoofdletters te typen.
Tik om door de invoermethodes te bladeren: XT9, Multi-tikken ( Numeriek ( verandert het toetsenbord in een numeriek toetsenbord.
). In de numerieke modus
123
abc
Tik om het Symbol pad te openen.
) en
Zie “Symbol Pad gebruiken”.
Geeft de lijst met mogelijke woorden weer in de XT9-modus. Tik op een woord om in de tekst te voegen. Tik op
om een woord toe te
voegen aan de XT9-lijst.
Tik om het vorige teken te wissen.
Tik voor een nieuwe regel.
Tekst invoeren via het Touch-toetsenbord
1. Start een programma waarin gegevens kunnen worden ingevoerd,
zoals Word Mobile.
2. Tik op de Invoerselectiepijl en vervolgens op Touch-toetsenbord.
3. Tik op de laatste rij van het Touch-toetsenbord op de tweede toets
links om uit de verschillende invoerstanden te kiezen: XT9, Multi-tikken of Numeriek.
Zie “XT9-modus”, “Multi-tikmodus” en “Numerieke modus” voor meer informatie over het invoeren van tekst in deze standen.
56 Tekst invoeren en informatie zoeken
XT9-modus
Het Touch-toetsenbord staat standaard in de XT9-modus. XT9 is een voorspellende tekstinvoerstand die lijst met mogelijke woorden toont zodra u de eerste tekens invoert. U kunt dan het gewenste woord gewoon kiezen. XT9 kan ook worden ingesteld om het volgende woord te voorspellen, gebaseerd op eerdere frasen of zinnen die u heeft ingevoerd.
Tekst invoeren in de modus XT9
1. Voer de eerste paar letters van een woord in. Bij elke nieuwe letter
verschijnen mogelijke woorden boven het toetsenbord.
2. Tik op het gewenste woord om het direct in de tekst te voegen.
Opmerking Navigeer door de mogelijke woorden als u uit meerdere woorden
3. Als de instelling Voorspelling van volgend woord is ingeschakeld,
verschijnt het volgende woord in het grijs. Als dit woord klopt, tik dan op de Enter-toets ( ) ter bevestiging.
Zie “XT9-instellingen aanpassen voor het Touch-toetsenbord” voor meer informatie over het inschakelen van Voorspelling van volgend
woord en andere instellingen voor XT9.
Een woord toevoegen aan de XT9-lijst
Als het ingevoerde woord niet in het woordenboek wordt gevonden, kunt u dit toevoegen door op te tikken.
XT9-instellingen aanpassen voor het Touch-toetsenbord
1. Tik op de Invoerselectiepijl en vervolgens op Opties.
2. Tik op het tabblad Invoermethode en kies Touch-toetsenbord in de
lijst Invoermethode en tik vervolgens op Opties.
3. Tik op XT9-instellingen.
4. Op het venster van XT9-instellingen kiest of wist u naar wens de
volgende opties:
Spellingscontrole. Hiermee kunnen typfouten worden
kunt kiezen.
gecorrigeerd door uit een lijst met mogelijke woorden het juiste woord te kiezen.
Tekst invoeren en informatie zoeken 57
Voorspelling van volgend woord. Voorspelt het volgende
woord in de tekst, gebaseerd op eerdere gemaakte frasen. Hoe meer tekst u invoert, hoe meer XT9 leert en beter woorden kan voorspellen die u wellicht wilt invoeren.
Automatisch bijvoegen. Voegt automatisch woorden aan de lijst
toe die niet in het woordenboek staan.
Automatisch verbeteren. Voegt automatisch een apostrof in
als u veelgebruikte ingekorte woorden gebruikt (“zn” wordt bijvoorbeeld “z’n”).
Woordaanvulling. Hiermee kunt u uit een lijst met mogelijke
woorden kiezen, gebaseerd op de ingevoerde letters en de woorden die in het woordenboek staan.
Multi-tik woordaanvulling. Hiermee kunt u uit een lijst met
mogelijke woorden kiezen, gebaseerd op de tekens die op de ingedrukte toetsen staan.
5. Tik op Gereed.
Multi-tikmodus
In Multi-tikmodus ( tikken totdat het gewenste teken op het scherm is verschenen.
Tik éénmaal op de toets om de eerste letter op de toets in te voeren.
Tik tweemaal om de tweede letter in te voeren.
Wilt u leestekens, symbolen of getallen invoeren die rechtsboven op
een toets staan, houd dan de betreffende toets ingedrukt.
) voert u een teken in door op een toets te blijven
abc
Numerieke modus
Gebruik Numerieke modus ( sneller en eenvoudiger in te voeren. Voer getallen in door op de nummertoetsen op het toetsenbord te tikken.
123
) om getallen, zoals telefoonnummers
58 Tekst invoeren en informatie zoeken

2.3 Het Touch-toetsenblok gebruiken

Het Touch-toetsenblok is een toetsenblok op het scherm met 12 toetsen met een soortgelijke layout als de toetsen van een mobiele telefoon, met extra toetsen. Het Touch-toetsenblok heeft grotere toetsen en verbeterde invoerfuncties, zoals XT9 voorspelling, zodat u sneller tekst kunt invoeren in berichten en documenten.
• Tik om letters of symbolen in te voeren.
• Ingedrukt houden om het getal in te voeren dat rechtsboven op een toets verschijnt.
• Tik om een hoofdletter in te voeren.
• Tik tweemaal om alleen hoofdletters te typen.
Tik om door de invoermethodes te bladeren:
XT9
, Multi-tikken (
). In de numerieke modus verandert het
(
123
toetsenbord in een numeriek toetsenbord.
) en Numeriek
abc
Tekst invoeren via het Touch-toetsenblok
1. Start een programma waarin gegevens kunnen worden ingevoerd,
zoals Word Mobile.
2. Tik op de Invoerselectiepijl en vervolgens op Touch-toetsenblok.
3. Tik op de laatste rij van het Touch-toetsenblok op de tweede toets
links om uit de verschillende invoerstanden te kiezen: XT9, Multi-tikken of Numeriek.
Zie “XT9-modus”, “Multi-tikmodus” en “Numerieke modus” voor meer informatie over het invoeren van tekst in deze standen.
Tik om het Symbol pad te openen. Zie “Symbol Pad gebruiken”.
Geeft de lijst met mogelijke woorden weer in de XT9­modus. Tik op een woord om in de tekst te voegen. Tik op om een woord toe te voegen aan de XT9-lijst.
Tik voor een nieuwe regel.
Tik om het vorige teken te wissen.
Tekst invoeren en informatie zoeken 59
XT9-instellingen aanpassen voor het Touch-toetsenblok
1. Tik op de Invoerselectiepijl en vervolgens op Opties.
2. Tik op het tabblad Invoermethode en kies Touch-toetsenblok in de
lijst Invoermethode en tik vervolgens op Opties.
3. Tik op XT9-instellingen, en volg stappen 4 tot 5 van het onderdeel
“XT9-instellingen aanpassen voor het Touch-toetsenbord”.

2.4 Symbol Pad gebruiken

Het Symbol Pad bevat een handige lijst met algemene symbolen zoals haakjes, vierkante haken, valutasymbolen, leestekens, speciale tekens en meer. Het Symbol Pad is beschikbaar in zowel Touch-toetsenbord als Touch-toetsenblok.
Tik op een symbool om in de tekst te voegen.
Tik om het Symbol Pad te sluiten zonder een symbool te kiezen.
Tik om de vorige pagina met symbolen op te roepen.
Tik om de volgende pagina met symbolen op te roepen.
Geeft het paginanummer aan en het totaal aantal symboolpagina’s. Tik om de vorige pagina met symbolen op te roepen.
Symbolen invoeren met Symbol Pad
1. Tik op de Sym-toets als u Touch-toetsenbord of Touch-toetsenblok
gebruikt.
2. Zoek het symbool en tik er op om het in uw tekst te voegen.
60 Tekst invoeren en informatie zoeken
Meerdere symbolen tegelijk invoeren
Met Symbol Pad kunt u standaard slechts één symbool tegelijk kiezen. Na de keuze wordt het automatisch gesloten.
1. Als u het Touch-toetsenbord of Touch-toetsenblok gebruikt, tikt u op
de Invoerselectiepijl en vervolgens op Opties.
2. Tik op het tabblad Invoermethode, kies Touch-toetsenbord of
Touch-toetsenblok in de lijst Invoermethode en tik op Opties.
3. Wis het keuzevak Eén-touch symboolinvoer inschakelen en
tik op OK.

2.5 Het toetsenbord op het scherm gebruiken

Als u het standaard Toetsenbord op het scherm van Windows Mobile gebruikt, kunt u tekst invoeren door op de toetsen van het toetsenbord op het scherm te tikken.
Tekst invoeren met het Toetsenbord op het scherm
1.
Tik in het programma op de Invoerselectiepijl en tik op Toetsenbord.
2. Voer tekst in door op toetsen van het toetsenbord op het scherm te
tikken.
Het Toetsenbord op het scherm vergroten
1. Tik op de Invoerselectiepijl en vervolgens op Opties.
2. In de lijst Invoermethode kiest u Toetsenbord.
3. Kies Grote toetsen en tik op OK.
Tekst invoeren en informatie zoeken 61

2.6 Informatie zoeken

U kunt zoeken naar bestanden en andere items in Mijn documenten of op een geheugenkaart. U kunt zoeken op bestandsnaam of naar woorden die in het item zijn geplaatst. U kunt bijvoorbeeld in e-mailberichten, notities, afspraken, contactpersonen, taken en zelfs in de online Help zoeken.
Een bestand of een item zoeken
1. Tik op Start > Programma’s > Zoeken.
2. Bij Zoeken naar:
De bestandsnaam, een woord of andere informatie die u wilt
zoeken invoeren.
Tik op de pijl-omlaag ( ), en kies in de lijst het item dat u eerder
heeft gezocht.
3. In het veld Type kunt u op de pijl-omlaag ( ) tikken en een
gegevenstype uit de lijst kiezen om de zoekopdracht af te bakenen.
4. Tik op Zoeken. Het systeem zoekt vervolgens de betreffende
bestanden in de map Mijn documenten en submappen.
5. In de lijst Resultaten tikt u op het item dat u wilt openen.
Opmerking Het symbool van de geheugenkaart ( of ) wordt naast namen
van bestanden op de geheugenkaart weergegeven.
62 Tekst invoeren en informatie zoeken
Hoofdstuk 3
Telefoonfuncties gebruiken
3.1 De telefoon gebruiken
3.2 Een gesprek voeren
3.3 Een gesprek ontvangen
3.4 Smart Dial
3.5 Bluetooth SIM-toegang voor
carkit-telefoons instellen
3.6 Extra informatie over bellen
64 Telefoonfuncties gebruiken

3.1 De telefoon gebruiken

Net als bij een gewone mobiele telefoon kunt u het toestel gebruiken om telefoontjes te plegen en berichten te schrijven, ontvangen en bijhouden. U kunt ook rechtstreeks vanuit Contactpersonen een nummer kiezen en eenvoudig telefoonboekgegevens kopiëren van uw SIM-kaart naar het toestel.
Het Telefoonscherm
Vanuit het Telefoonscherm heeft u toegang tot Oproepen, Snelkeuze en Telefooninstellingen. U opent het Telefoonscherm als volgt:
Tik op Start > Telefoon.
Druk op de KIES/
VERZENDEN-toets.
KIES/ VERZENDEN­toets
De PIN invoeren
De meeste SIM-kaarten zijn voorzien van een PIN die wordt geleverd door uw serviceprovider.
1. Voer de PIN in die u van uw serviceprovider hebt gekregen.
2. Tik op Enter.
Opmerking Als driemaal de verkeerde pincode is ingevoerd, wordt de SIM-kaart
geblokkeerd. Als dit gebeurt, kunt u de kaart deblokkeren met de PUK­code (PIN Unblocking Key) die u van uw serviceprovider hebt gekregen.
De telefoonfunctie aan- en uitzetten
In veel landen is het wettelijk verplicht de telefoon aan boord van vliegtuigen uit te schakelen.
De telefoonfunctie in- of uitschakelen
1. Tik op Start > Programma’s > Comm Manager.
2. Tik in het venster van Comm Manager op de Telefoon-knop om de
telefoonfunctie in- of uitschakelen. Indien ingeschakeld, is de AAN­indicator geactiveerd.
Telefoonfuncties gebruiken 65
De Vliegtuigmodus in- of uitschakelen
Een andere manier om de telefoonfunctie uit te schakelen is door het toestel in de Vliegtuigmodus te schakelen.
Als u de Vliegtuigmodus inschakelt, worden alle draadloze radiosignalen van het toestel uitgeschakeld, waaronder de telefoon en Bluetooth.
Als u de Vliegtuigmodus uitschakelt, wordt de telefoon weer ingeschakeld en de eerdere toestand van Bluetooth hersteld.
1. Tik op Start > Programma’s > Comm Manager.
2. Tik in het venster van Comm Manager op de knop Vliegtuigmodus
om de Vliegtuigmodus in of uit te schakelen. Indien ingeschakeld, is de AAN-indicator geactiveerd.
Het volume van het toestel aanpassen
1. Tik op de titelbalk en vervolgens op het
pictogram Luidspreker ( ) op de titelbalk.
2. Bij Volume gaat u als volgt te werk:
Pas het telefoonvolume ( ) aan
of het apparaatvolume ( ) door de schuifknop naar het gewenste volumeniveau te verslepen.
Tik op Aan, Trillen of op Uit om zowerl
het systeem- als het belvolume te wijzigen.
Tip Gebruik de VOLUME OMHOOG/OMLAAG-toetsen aan de linkerzijde van
het toestel om het toestelvolume aan te passen als u niet belt. Tijdens een gesprek gebruikt u de VOLUME OMHOOG/OMLAAG-toetsen om het telefoonvolume aan te passen.
Opmerkingen • Het gesprekvolume kan alleen tijdens een gesprek worden
Als u de Trilstand activeert, laat het toestel automatisch geen
aangepast. Op een ander moment het volume bijstellen, heeft effect op het volume van beltoon, meldingen en afspelen van audio/video.
geluid horen maar gaat het trillen als u wordt gebeld. Het pictogram Trillen verschijnt op de titelbalk om aan te geven dat de Trilstand is geactiveerd.
66 Telefoonfuncties gebruiken

3.2 Een gesprek voeren

U kunt met het toestel bellen vanuit Telefoon, Contacten, Snelkeuze, Oproepen, en SIM-beheer.
Bellen vanuit Telefoon
1. Tik op Start > Telefoon.
2. Tik op Toetsenblok en tik vervolgens op
de toetsen om het telefoonnummer in te voeren.
Tip Als u op een verkeerd nummer hebt
getikt, tikt u op Verwijderen ( ) om elk opeenvolgend cijfer van een nummer te wissen. U wist het complete nummer door ingedrukt te houden.
3. Druk op de KIES/VERZENDEN-toets om
te bellen.
Bellen vanuit Contacten
Tik op Contacten in het scherm Vandaag of tik op Start > Contacten en ga als volgt te werk:
Kies een contactpersoon en druk dan op de KIES/VERZENDEN-toets.
Tik op de contactpersoon in de contactlijst en selecteer het
telefoonnummer dat u wilt bellen.
Houd de contactpersoon ingedrukt en tik in het snelmenu op Werk
bellen, Thuis bellen of op Mobiel bellen.
Tip U kunt ook in het Telefoonscherm op tikken om Contacten te openen.
Een nummer van een contactpersoon kiezen
Standaard wordt het mobiele telefoonnummer (m) van een contactpersoon gekozen als u een oproep plaatst vanuit Contactpersonen. U kunt in plaats daarvan ook een ander telefoonnummer kiezen.
1. Tik op Start > Contacten.
2. Selecteer de contactpersoon.
3. Druk NAVIGATIE naar links of rechts. De letters die het nummer
aangeven veranderen wanneer u hierdoor navigeert.
Telefoonfuncties gebruiken 67
Bellen vanuit Oproepen
1. Tik in het Telefoonscherm op de knop Oproepen ( ).
2. Tik met vinger of stylus op het oproepentabblad dat u wilt
weergeven. De tabbladen vertegenwoordigen verschillende soorten oproepen op het toestel en zijn als volgt geordend (van links naar rechts): Uitgaande gesprekken, Inkomende gesprekken, Gemiste oproepen en Alle oproepen.
3. Duw of schuif uw vinger over het touchscreen om naar de gewenste
contactpersoon of telefoonnummer te gaan, en druk vervolgens op KIES/VERZENDEN.
Eén-toets Snelkeuze
Gebruik Snelkeuze om regelmatig gebruikte nummers met één enkele tik te bellen. Bijvoorbeeld, als u een contactpersoon aan de locatie 2 in Snelkeuze hebt toegewezen, kunt u gewoon het nummer 2 op het telefoonscherm ingedrukt houden om het nummer van die contactpersoon te bellen. Voordat u een Snelkeuze-opname kunt maken, moet het nummer aanwezig zijn in de Contactlijst.
Een Snelkeuze-opname maken
1. Tik in het Telefoonscherm op Menu > Snelkeuze.
2. Tik op Menu > Nieuw.
3. Tik op een contactpersoon en kies vervolgens het telefoonnummer
van de contactpersoon waaraan u de snelkeuzetoets moet worden toegekend.
4. Kies bij Locatie een beschikbare toets als snelkeuzetoets.
5. Tik op OK.
Opmerking Als u een nieuw telefoonnummer op de plek van een bezette
Tips U kunt een Snelkeuze maken van Contactpersonen of SIM-kaart
Verwijder een Snelkeuze-opname door in de lijst Snelkeuze op de
snelkeuzetoets wilt toekennen, vervangt het nieuwe telefoonnummer de plek van de bestaande.
contactpersonen door op de contactpersoon te tikken, vervolgens het nummer dat u wilt toevoegen aan Snelkeuze te selecteren en tenslotte te tikken op Menu > Toevoegen aan snelkeuze.
betreffende opname te tikken, deze vast te houden en op Verwijderen te tikken.
68 Telefoonfuncties gebruiken
Voice mail bellen
Nummer 1 wordt over het algemeen gereserveerd voor voicemail. Houd
deze toets ingedrukt in het Telefoonscherm om voicemail te bellen en uw voicemailberichten te beluisteren.
Bellen vanuit SIM-beheer
Met SIM-beheer kunt u de inhoud van de SIM-kaart bekijken, opnames uit het SIM-telefoonboek overzetten naar Contactpersonen op het toestel en bellen met de SIM-kaart.
Een SIM-contact bellen
1. Tik op Start > Programma's > SIM-beheer.
Wacht totdat de inhoud van de SIM-kaart is geladen.
2. Tik op de naam of telefoonnummer dat u wilt bellen, houd dit
ingedrukt en tik op Bellen.
Zie Hoofdstuk 6 voor meer informatie over SIM-beheer.

3.3 Een gesprek ontvangen

Als u een telefoongesprek ontvangt, verschijnt een bericht met de optie het inkomend gesprek te beantwoorden of te negeren.
Het inkomend gesprek beantwoorden of weigeren
Neem het gesprek op door te tikken op Beantwoorden of druk op de
KIES/VERZENDEN-toets.
Weiger het gesprek door te tikken op Negeren of druk op de
STOPPEN-toets.
Een gesprek weigeren en een tekstbericht verzenden
Als u een gesprek weigert, kunt u automatisch een tekstbericht naar de beller sturen.
1. Tik in het Telefoonscherm op Menu > Opties > tabblad Geavanceerd.
2. Selecteer het keuzevak Gesprek weigeren met tekstbericht.
3. Indien nodig kuntu de standaardtekst veranderen, en tik dan op OK.
Telefoonfuncties gebruiken 69
Als u een gesprek ontvangt nadat Gesprek weigeren met tekstbericht is ingeschakeld, kunt u:
Tikken op Tekst verzenden om het gesprek te weigeren en het
tekstbericht naar de beller te sturen.
Tikken op Stilte om het belgeluid te dempen zonder het gesprek te
weigeren.
Opmerking Als de optie Gesprek weigeren met tekstbericht is geselecteerd, moet
u op de KIES/VERZENDEN-toets op het toestel drukken om gesprekken aan te nemen.
Een gesprek beëindigen
Als een inkomend of uitgaand gesprek bezig is, tikt u op Stoppen of drukt u op de STOPPEN-toets om op te hangen.
Na een gesprek een nieuw telefoonnummer toevoegen aan Contacten
Als het telefoonnummer van degene die belde niet in Contacten staat, kunt u het nummer opslaan nadat u hebt opgehangen.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Telefoon >
tabblad Geavanceerd.
2. Selecteer het keuzevak Nieuw telefoonnummer aan Contacten
toevoegen op einde gesprek en tik vervolgens op OK.
Als u deze optie inschakelt, verschijnt een melding na het telefoongesprek en kunt u het telefoonnummer toevoegen aan Contacten.
Een gesprek in de wacht zetten
Het apparaat geeft een melding wanneer een ander inkomend gesprek komt, en geeft u de keuze het gesprek te weigeren of te accepteren. Als u al aan het bellen bent en het nieuwe gesprek accepteert, kunt u kiezen om te schakelen tussen de twee gesprekken, of om met z’n drieën een vergadering te houden.
1. Tik op Opnemen om het tweede gesprek te accepteren en het eerste
gesprek in de wacht te zetten.
2. U beëindigt het tweede gesprek en keert terug naar het eerste
gesprek door op Stoppen te tikken of op STOPPEN op het toestel te drukken.
70 Telefoonfuncties gebruiken
Schakelen tussen twee gesprekken
Tik tijdens een gesprek op Wisselen.
Een telefonische vergadering opzetten
1. Plaats een gesprek in de wacht en bel een tweede nummer; of
accepteer een tweede inkomend gesprek als u al aan het bellen bent.
2. Tik op Menu > Vergadering.
Opmerking
Niet alle mobiele telefoonnetwerken ondersteunen vergadergesprekken.
Neem contact op met uw draadloze serviceprovider voor details.
De Luidspreker in- en uitschakelen
Met de ingebouwde Luidspreker kunt u handsfree bellen en andere personen laten meeluisteren met het gesprek.
Tik tijdens een gesprek op Luidspr. aan of houd KIES/VERZENDEN
ingedrukt totdat de luidspreker inschakelt. Het luidsprekerpictogram
verschijnt op de titelbalk.
Schakel de telefoonluidspreker uit door op Luidspr. uit te tikken,
of houd KIES/VERZENDEN ingedrukt totdat de luidspreker wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing! Om gehoorsbeschadiging tegen te gaan, houd u het apparaat niet
tegen uw oor als de Luidspreker is ingeschakeld.
Een gesprek dempen
U kunt de microfoon uitschakelen tijdens het bellen, zodat u de beller hoort, maar de beller u niet.
Tik tijdens een gesprek op Dempen.
Als de microfoon is uitgeschakeld, verschijnt het dempenpictogram
op het scherm. Tik op Dempen uit om de microfoon weer in te
schakelen.
Een gemiste oproep bekijken
Mocht u een gesprek mislopen, dan ziet u het pictogram op de titelbalk. Gebruik één van onderstaande opties op te kijken wie gebeld heeft:
Tik op en vervolgens op Weergeven.
Op het telefoonscherm tikt u op de knop Oproepen ( ). Zowel
gemiste oproepen als in- en uitgaande kunnen in Oproepen worden gezien.
Telefoonfuncties gebruiken 71

3.4 Smart Dial

Met Smart Dial kunt u eenvoudig een telefoonnummer kiezen.

Als u een telefoonnummer of naam van een contactpersoon invoert, zoekt Smart Dial automatisch en sorteert het de ingevoerde contactpersonen op de SIM-kaart, in Contactpersonen en de telefoonnummers in de Oproepen (inclusief binnenkomende, uitgaande en gemiste oproepen). Vervolgens kunt u vanuit de gefilterde lijst het gewenste nummer of contactpersoon bellen.
Een contactnaam of nummer zoeken
U hoeft slechts de eerste letter van de naam of nummer van een contactpersoon in te voeren. Smart Dial zoekt dan naar de telefoonnummers van de contactpersoon en het eerste teken van de naam van een contactpersoon, maar ook naar de tekens achter een spatie, koppelteken (-) of streepje (_) in een naam. Als u bijvoorbeeld op het getal “2” tikt, dat is geassocieerd met [a, b, c] op de telefoontoetsen, worden de volgende contactpersonen gevonden: “Ben Miller”, “George Adams”, “John-Carter”, “Carter, Ellen”, “Dixon, Allan”, “Thomas_Clark”, “JaneCampbell”.
Als teveel namen worden getoond en u gerichter wilt zoeken, voer dan een andere letter in. Voortbouwend op vorig voorbeeld, als u vervolgens “3” intikt, dat is geassocieerd met [d, e, f], wordt de lijst met gevonden namen beperkt tot de volgende namen: “Ben Miller”, “George Adams”, “Carter, Ellen”, “Dixon, Allan”.
Smart Dial­paneel
72 Telefoonfuncties gebruiken
Een oproep doen of een tekstbericht sturen met Smart Dial
1. Druk op de KIES/VERZENDEN-toets van het toestel om het
Telefoonscherm te openen.
2. Begin met het invoeren van de eerste paar nummers of letters.
Als u begint een nummer of letter in te voeren, speelt het Smart Dial­paneel de gevonden overeenkomsten weer.
Tip Als er meerdere treffers zijn, kunt u op Toetsenblok verbergen tikken
om alle te zien.
3. In het venster van Smart Dial duwt en veegt u uw vinger over het
touchscreen, drukt u op NAVIGATIE-omhoog/omlaag, of draait u aan het NAVIGATIEWIEL om door de lijst te bladeren of een contact te kiezen.
4. Gebruik een van onderstaande opties:
Als de contactpersoon is geselecteerd, drukt u op de KIES/
VERZENDEN-toets om te bellen.
Verstuur een tekstbericht naar de
geselecteerde contactpersoon om te tikken op Menu >
Tekstbericht verzenden.
Om een ander telefoonnummer
van de geselecteerde contactpersoon te bellen, tikt u op de geselecteerde contactpersoon en dan op het gewenste telefoonnummer.
Telefoonfuncties gebruiken 73

3.5 Bluetooth SIM-toegang voor carkit-telefoons instellen

Blootooth carkits met ondersteuning voor het SIM Access Profile (SIM Toegangsprofiel, SAP) kunnen een verbinding met uw toestel maken en via Bluetooth toegang zoeken tot de SIM-kaart. Als een SAP-verbinding tot stand is gebracht kunt u contactpersonen van de SIM-kaart van het toestel downloaden naar de carkit telefoon. U kunt de carkit telefoon ook gebruiken om gesprekken te beantwoorden en te voeren met de SIM-kaart van het toestel.
Opmerking Om contactpersonen op de carkit te kunnen downloaden, controleert
1. Zorg dat op het toestel Bluetooth is ingeschakeld en in de zichtbare
2. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth >
3. Selecteer het keuzevak Externe SIM-toegang en tik op OK.
4. Maak via Bluetooth en verbinding tussen de carkit-telefoon en uw
5. Als dit de eerste keer is dat u carkit-telefoon koppelt met het toestel,
6. Er moet een pop-upbericht verschijnen dat zegt dat een verbinding
7. Tik in het venster Bluetooth op het tabblad SIM-toegang vervolgens
Opmerking U kunt geen gespreken voeren/ontvangen, berichten verzenden/
u of alle contactpersonen van het toestel op de SIM-kaart zijn opgeslagen en niet in het geheugen van het toestel. Stel de carkit in om contactpersonen alleen vanaf de SIM-kaart te downloaden.
modus staat. Voor informatie over het inschakelen van Bluetooth en de zichtbare modus, zie “Bluetooth-standen” in Hoofdstuk 10.
tabblad SIM-toegang.
toestel. Raadpleeg de handleiding van de carkit-telefoon voor meer informatie.
voer dan de wachtwoordsleutel van de carkit op het toestel in.
tot stand is gebracht tussen uw toestel en de carkit-telefoon. Tik op OK.
op Verbinden.
ontvangen of andere gerelateerde activiteiten uitvoeren op het toestel zoloang de SIM-toegangsprofiel (SAP)-verbinding actief is. U kunt al deze handelingen vanaf de carkit telefoon uitvoeren. Als de verbinding wordt verbroken, kunt u het toestel weer normaal gebruiken.
74 Telefoonfuncties gebruiken

3.6 Extra informatie over bellen

Een alarmnummer bellen
Voer het internationale alarmnummer in voor uw plek, en druk vervolgens op de KIES/VERZENDEN-toets van het toestel.
Tip Extra alarmnummers kunnen op de SIM-kaart staan. Neem contact op met
uw draadloze serviceprovider voor details.
Internationale nummers bellen
1. Houd de getaltoets 0 van de telefoontoetsen ingedrukt totdat het
plusteken (+) verschijnt. Het plusteken (+) vervangt het internationale voorvoegsel van het land dat u belt.
2. Voer het telefoonnummer in dat u wilt bellen en druk op de KIES/
VERZENDEN-toets op het toestel. Het volledige telefoonnummer omvat landcode, regiocode (zonder de nul aan het begin) en telefoonnummer.
Hoofdstuk 4
Het toestel instellen
4.1 Basisinstellingen
4.2 Het scherm Vandaag aanpassen
4.3 Het toestel beveiligen
76 Het toestel instellen

4.1 Basisinstellingen

Tijd en datum
Tijd en datum instellen
1. Tik op de tijdsweergave van HTC Home en vervolgens op het tabblad
Tijd. Zie “HTC Home” in Hoofdstuk 1 voor meer details.
Tip U kunt ook tikken op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en
alarmsignalen > tabblad Tijd om de datum en tijd in te stellen.
2. Selecteer de juiste tijdzone en verander de datum of tijd.
Opmerking Tijdens synchronisatie wordt de tijd op het toestel geüpdatet
Tijd en datum instellen voor een andere locatie
Als u vaak iemand uit een bepaalde tijdzone bezoekt of hiermee praat, kunt u deze tijdzone instellen als de bezoekende tijdzone.
1.
Tik op de tijdsweergave van HTC Home en vervolgens op het tabblad Tijd.
Tip U kunt ook tikken op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en
2. Tik op Op bezoek.
3. Selecteer de juiste tijdzone en verander de datum of tijd.
Landinstellingen
De manier waarop getallen, valuta, datums en tijdens worden weergegeven, kunt u instellen bij landinstellingen.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Landinstellingen.
2. Selecteer op het tabblad Regio uw regio uit de lijst.
Opmerking Dit heeft verder geen invloed op de taal van het
Het geselecteerde land bepaalt welke opties beschikbaar zijn op de andere tabbladen.
3. U kunt de landinstellingen verder aanpassen door op de betreffende
tabbladen de gewenste opties in te stellen.
volgens de tijd op de pc.
alarmsignalen > tabblad Tijd om een alternatieve tijdzone in te stellen.
besturingssysteem van het toestel.
Het toestel instellen 77
Weergave-instellingen
De helderheid van het beeldscherm aanpassen
Tik in op het tabblad Starter van HTC Home op het pictogram
Verlichting aanpassen (
) totdat de gewenste helderheid is
bereikt. Zie “HTC Home” in Hoofdstuk 1 voor meer details.
Tip U kunt ook op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Verlichting >
tabblad Helderheid tikken om de helderheid van het beeldscherm aan te passen.
De verlichting instellen op dimmen na een bepaalde tijd
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Verlichting.
2. Tik op het tabblad Batterijstroom of Externe energie.
3. Selecteer het keuzevak Verlichting uit als app. niet wordt gebruikt
gedurende en geef vervolgens de tijd op.
De grootte van tekst op het scherm aanpassen
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm > tabblad
Tekengrootte.
2. Verplaats de schuifknop om de tekengrootte aan te passen.
Apparaatnaam
De naam van het toestel wordt gebruikt om het apparaat in de volgende situaties te herkennen:
Synchroniseren met een computer
Verbinding maken met een netwerk
Informatie herstellen vanuit een back-up
Opmerking Als u meerdere toestellen met dezelfde computer synchroniseert,
De naam van het toestel veranderen
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Info.
2. Tik op het tabblad Apparaat-ID.
3. Voer de naam van het toestel in.
Opmerking De naam van het toestel moet beginnen met een letter, bestaan
moet elk toestel een unieke naam hebben.
uit letters van A tot Z, getallen van 0 tot 9, en mag geen spaties bevatten. Gebruik het “underscore” teken ( _ ) om woorden van elkaar te scheiden.
78 Het toestel instellen
Beltooninstellingen
Het beltoontype en beltoon aanpassen
1. Tik op het tabblad Geluid van HTC Home op het gebied met de naam
van de beltoon. Zie “HTC Home” in Hoofdstuk 1 voor meer details.
Tip U kunt het beltype en de beltoon van het toestel veranderen op het
2. Kies in de lijst Beltoontype of u van inkomende gesprekken op de
hoogte wordt gesteld via een beltoon, trilling of een combinatie van beide.
3. Tik in de lijst Beltoon op het gewenste geluid.
Tip • U kunt geluidsbestanden van het type *.wav, *.mid, *.mp3, *.wma en
andere downloaden van internet of kopiëren vanaf de pc en gebruiken als beltoon. Zie “Specificaties” in de Appendix voor een volledige lijst met als beltoon ondersteunde audiobestandindelingen.
U kunt uw geluidsbestanden als beltoon gebruiken, door ze eerst in de map /Mijn documenten/Mijn beltonen op het toestel te kopiëren, en kies vervolgens het geluid uit de lijst Beltoon op het toestel. Zie Hoofdstuk 9 voor meer informatie over het kopiëren van bestanden.
Alarmsignalen en meldingen
Een alarmsignaal instellen
1. Tik op de tijdsweergave van HTC Home en vervolgens op het tabblad
Alarm. Zie “HTC Home” in Hoofdstuk 1 voor meer details.
Tip U kunt ook tikken op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en
2. Tik op <Beschrijving> en voer een naam in voor het alarmsignaal.
3. Tik op de dag van de week voor het alarmsignaal. Kies meerdere
dagen door op elke gewenste dag te tikken. Tik nogmaals om een dag niet te selecteren.
4. Tik op de tijd om een klok te openen, en stel de tijd van het
alarmsignaal in.
Tip U kunt de uur- en minutenwijzers van de klok verslepen om de tijd in te
Telefoonscherm door te tikken op het tabblad Menu > Opties > tabblad
Telefoon.
alarmsignalen > tabblad Alarm om een alarmsignaal in te stellen.
stellen
Het toestel instellen 79
5. Tik op het pictogram alarmsignaal ( ) om het gewenste alarmtype
op te geven. U kunt kiezen uit knipperlicht, een enkel geluid, een herhalend geluid, of trilling.
6. Als u kiest voor een geluid afspelen, tik dan op de lijst naast het
keuzevak Geluid afspelen en tik op het gewenste geluid.
Kiezen hoe u gewaarschuwd wordt bij gebeurtenissen of handelingen
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Geluiden en
meldingen.
2. Kies op het tabblad Geluiden, via de betreffende keuzevakken, hoe u
gewaarschuwd wilt worden.
3. Tik op het tabblad Meldingen bij Gebeurtenis op een gebeurtenis
en hoe u op de hoogte gesteld wilt worden door de betreffende selectievakken te kiezen. U kunt uit diverse mogelijkheden kiezen, zoals een speciaal geluid, een bericht of een knipperend licht.
Tip Het uitschakelen van geluiden en het knipperend licht helpt
batterijstroom te besparen.
Telefoondiensten
Het toestel kan een directe koppeling maken met het mobiele telefoonnetwerk, zodat u toegang kunt krijgen tot diverse telefoondiensten van het toestel en deze kunt wijzigen. Telefoondiensten kunnen bijvoorbeeld Gesprek doorschakelen, Gesprek in de wacht, Voicemail en meer zijn. Neem contact op met uw mobiele dienstverlener voor informatie over de beschikbaarhuid van telefoondiensten voor uw toestel.
Instellingen van telefoondiensten openen en veranderen
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Telefoon >
tabblad Diensten.
2. Selecteer de dienst die u wilt gebruiken en tik daarna op Instellingen
ophalen.
3. Kies de gewenste opties en tik vervolgens op OK.
Voor meer informatie over het aanpassen van instellingen van telefoondiensten, zie de Help op het apparaat.
80 Het toestel instellen

4.2 Het scherm Vandaag aanpassen

Het scherm Vandaag toont uw aankomende afspraken, actieve taken en informatie over inkomende berichten. U kunt aangeven wat op het scherm Vandaag wordt weergegeven.

Het scherm Vandaag aanpassen

1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Kies op het tabblad Weergave het thema voor de achtergrond van
het scherm Vandaag.
3. Op het tabblad Items, selecteert u de items die u wilt zien op het
scherm Vandaag.
Een aangepaste achtergrondafbeelding gebruiken
U kunt een zelf gemaakte foto gebruiken als achtergrond voor het scherm Vandaag.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Selecteer het keuzevak Deze afbeelding als achtergrond gebruiken
en tik op Bladeren om een lijst met afbeeldingen te zien.
3. Tik op de bestandsnaam van de afbeelding die u wilt gebruiken.
4. Tik op OK.
Info over eigenaar weergeven
Door informatie over de eigenaar op het scherm Vandaag weer te geven, kan iemand het toestel eenvoudiger naar u terugbrengen, mocht u het zijn verloren.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Info over
eigenaar.
2. Voer op het tabblad Identificatie uw persoonlijke informatie in.
Tips
Als geen informatie over de eigenaar op het scherm Vandaag wordt weergegeven, tik dan op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk >
Vandaag. Op het tabblad Items schakelt u het keuzevak Gegevens eigenaar.
Het toestel instellen 81
U kunt op het toestel instellen dat het venster ‘mijn info’ wordt weergegeven zodra het toestel wordt ingeschakeld. Dit venster toont alle persoonlijke gegevens. Laat het venster ‘mijn info’ verschijnen door te tikken op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Info
over eigenaar > tabblad Opties en kies vervolgens het keuzevak Identificatiegegevens.
Opties instellen voor het weergeven van afspraken op het scherm Vandaag
Als er meerdere afspraken zijn, kunt u het soort afspraak om weer te geven instellen op het scherm Vandaag.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Tik op het tabblad Items.
3. Kies Agenda en tik op Opties.
4. Gebruik een van onderstaande opties:
Selecteer Volgende afspraak om alleen de volgende afspraak in
het rooster te zien, of Eerstvolgende afspraken om meerdere afspraken te zien.
Wis het keuzevak Alle gebeurtenissen van de dag weergeven
als u geen gebeurtenissen die een hele dag duren wilt weergeven.
Zie Hoofdstukken 6 en 8 voor meer informatie over het gebruik van Agenda.
Opties voor het weergeven van taken op het scherm Vandaag instellen
Als er meerdere taken zijn, kunt u het soort taak om weer te geven instellen op het scherm Vandaag.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Tik op het tabblad Items.
3. Kies Taken en tik op Opties.
4. Gebruik een van onderstaande opties:
Bij Toon aantal, selecteert u het type taak dat moet verschijnen
op het scherm Vandaag.
Selecteer in de lijst Categorie of u alleen taken wilt weergeven die
aan een bepaalde categorie zijn toegekend, of alle taken.
Zie Hoofdstuk 6 voor meer informatie over het maken van taken op het toestel.
82 Het toestel instellen
Het Startmenu aanpassen
U kunt kiezen welke items verschijnen in het Start-menu.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Menu’s.
2. Selecteer de keuzevakken van de items die moeten verschijnen in het
Startmenu. U kunt maximaal zeven items selecteren.
Tip U kunt ook mappen en snelkoppelingen maken die in de Programmamap
van het Startmenu verschijnen. Ga naar de toestelmap /Windows/Start Menu/Program’s en maak de gewenste mappen en snelkoppelingen.

4.3 Het toestel beveiligen

De SIM-kaart beveiligen met een pincode
U kunt uw SIM-kaart beveiligen tegen onbevoegd gebruik door een Pincode (persoonlijk identificatienummer) toe te wijzen. De standaard pincode van de SIM-kaart krijgt u van uw draadloze serviceprovider.
De pincode veranderen
1. Tik in het Telefoonscherm op Menu > Opties > tabblad Telefoon.
2. Kies het selectievak Pincode vereist waneer de telefoon wordt
gebruikt.
3. Om de PIN te wijzigen, tik u op Pincode wijzigen.
Tip Alarmnummers kunnen altijd worden gebeld, ook zonder pincode.
Het toestel beveiligen met een wachtwoord
U kunt uw gegevens veiliger bewaren door een wachtwoord te vragen wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Een toestelwachtwoord instellen
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vergrendeling.
2. Selecteer het keuzevak Bericht indien apparaat niet gebruikt
gedurende, en voer de tijd van inactiviteit waarna het toestel om een
wachtwoord vraagt.
3. Selecteer in het vak Type wachtwoord het type wachtwoord dat u
wilt gebruiken.
Tip
Als uw toestel geconfigureerd is om verbinding te maken met een netwerk, gebruik dan een alfanumeriek wachtwoord voor betere beveiliging.
Het toestel instellen 83
4. Voer het wachtwoord in bij zowel Wachtwoord en Bevestigen.
5. Tik op OK. De volgende keer dat het toestel wordt ingeschakeld,
wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren.
Opmerkingen • Laat het wachtwoord nooit beginnen met de cijfers van het
Als u een hint heeft ingevoerd, wordt deze weergegeven als
Telkens wanneer er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd,
Als u het wachtwoord bent vergeten, kunt u een harde reset
plaatselijke alarmnummer, zodat u altijd alarmnummers kunt bellen.
vijfmaal het verkeerde wachtwoord is ingevoerd.
wordt de responstijd van toestel langer zodat het toestel uiteindelijk niet lijkt te reageren.
uitvoeren of het toestelgeheugen wissen. Maak voordat u dit uitvoert een reservekopie van alle gegevens en bestanden, zodat u deze op het toestel kunt herstellen. Zie Hoofdstuk 13 voor meer informatie over het uitvoeren van het harde reset op het toestel en over het wissen van het geheugen.
Bestanden op de geheugenkaart coderen
U kunt het toestel bestanden laten coderen zodra deze op de geheugenkaart worden opgeslagen.
1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Codering.
2. Selecteer Bestanden op opslagkaarten coderen.
Opmerkingen • Gecodeerde bestanden kunnen alleen worden gelezen op het
Gecodeerde bestanden worden net als andere bestanden
Belangrijk Als Bestanden op opslagkaart coderen is ingeschakeld, maak dan
toestel waarop ze gecodeerd zijn.
geopend, tenminste als dit gebeurt op het toestel waarop ze zijn gecodeerd. U hoeft geen andere handelingen te verrichten om deze bestanden te lezen.
een backup van alle bestanden op de geheugenkaart voordat u Opslag wissen gebruikt, een harde reset uitvoert of de ROM-systeemsoftware updatet. Anders hebt u geen toegang meer tot de gecodeerde bestanden op de geheugenkaart. Gebruik ActiveSync of Windows Mobile Apparaatcentrum om tussen uw geheugenkaart en computer bestanden over te brengen. Na deze procedure kopieert u uw bestanden terug naar de geheugenkaart.
84 Het toestel instellen
Hoofdstuk 5
Informatie synchroniseren
met de computer
5.1 Info over synchroniseren
5.2 Windows Mobile® Apparaatcentrum in
Windows Vista® instellen
5.3 ActiveSync® instellen in Windows XP®
5.4 Synchroniseren met de computer
5.5 Synchroniseren via Bluetooth
5.6 Muziek en video synchroniseren
86 Informatie synchroniseren met de computer

5.1 Info over synchroniseren

U kunt informatie die op de computer staat overal mee naar toe nemen door de informatie naar het toestel te synchroniseren. De volgende soorten informatie kunnen tussen computer en toestel worden gesynchroniseerd:
Informatie uit Microsoft® Office Outlook®, waaronder Outlook
e-mail, contactpersonen, agenda, taken en notities
Notities, die gemaakt zijn met Microsoft® Office OneNote® 2007
Media, zoals afbeeldingen, muziek en video
Favorieten, dat zijn de bladwijzers die verwijzen naar uw favoriete
websites
Bestanden, zoals documenten en andere bestanden
Voordat u synchroniseert dient u de synchronisatiesoftware op de computer te installeren en in te stellen. Voor meer informatie, zie “Windows Mobile Apparaatcentrum instellen in Windows Vista®” en “ActiveSync® instellen in Windows XP®”.
Manieren van synchronisatie
Zodra de synchronisatiesoftware is geïnstalleerd op de computer, sluit u het toestel aan en synchroniseert u met de computer via:
De bijgeleverde usb-synckabel gebruiken.
Als de sync-kabel op toestel en computer wordt aangesloten, start de synchronisatie automatisch.
Bluetooth gebruiken.
U moet eerst een Bluetooth-verbinding tussen toestel en computer opzetten voordat u informatie via Bluetooth kunt synchroniseren. Voor meer informatie over het instellen van een Bluetooth­verbinding, zie Hoofdstuk 10. Voor meer informatie over het synchroniseren via Bluetooth, zie “Synchroniseren via Bluetooth” verderop in dit hoofdstuk.
Synchroniseer regelmatig om de informatie op zowel toestel als computer up-to-date te houden.
Opmerking U kunt ook Outlook e-mail, contactpersonen, agenda en taken op het
toestel met de Exchange Server op uw werk synchroniseren. Voor meer informatie over het instellen van uw toestel om met de Exchange Server te synchroniseren, zie Hoofdstuk 8.
Informatie synchroniseren met de computer 87

5.2 Windows Mobile® Apparaatcentrum in Windows Vista® instellen

Microsoft Windows Mobile® Apparaatcentrum is de vervanging voor
Microsoft® ActiveSync® in Windows Vista®.
Opmerking In bepaalde versies van Windows Vista is Windows Mobile
Synchronisatie opzetten in Windows Mobile Apparaatcentrum
Als u het toestel voor het eerst aansluit op de pc en Windows Mobile Apparaatcentrum voor het eerst start, wordt u gevraagd een Windows Mobile-verbinding met het toestel te maken. Een verbinding maken:
1. Sluit het toestel aan op de computer. Windows Mobile
2. Klik op het venster van de licentieovereenkomst op Accepteren.
3. Klik in het beginscherm
Apparaatcentrum al geïnstalleerd. Als Windows Mobile Apparaatcentrum niet beschikbaar is in uw Windows Vista, kunt u het installeren vanaf de Aan de slag-cd die bij het toestel zit.
Apparaatcentrum configureert zichzelf en wordt vervolgens geopend.
van Windows Mobile Apparaatcentrum op Toestel
instellen.
Opmerking Kies Verbinden
zonder het toestel in te stellen
als u slechts mediabestanden wilt overplaatsen, controleren op updates en het toestel wilt verkennen, maar geen informatie uit Outlook wilt synchroniseren.
88 Informatie synchroniseren met de computer
4. Selecteer de items die u wilt synchroniseren en klik op Volgende.
5. Voer een toestelnaam in en klik op Instellen.
Als u klaar bent met de setupwizard, synchroniseert Windows Mobile Apparaatcentrum automatisch het toestel. Let op dat na synchronisatie Outlook e-mails en andere informatie op het toestel verschijnen.
Windows Mobile Apparaatcentrum gebruiken
Open Windows Mobile Apparaatcentrum door te klikken op Start > Alle programma’s > Windows Mobile Apparaatcentrum op de Windows Vista
computer.
U kunt in Windows Mobile Apparaatcentrum als volgt te werk gaan:
Klik op Instellingen mobiel apparaat om de synchronisatie-
instellingen te veranderen.
Als u op Afbeeldingen, muziek en video > XXX nieuwe
afbeeldingen/videoclips zijn beschikbaar om te importeren klikt,
helpt een wizard u met het markeren en overdragen van foto’s van het toestel naar de Fotogalerie op de computer.
Klik op Afbeeldingen, muziek en video > Media toevoegen aan het
toestel vanuit Windows Media Player om muziek en videobestanden
te synchroniseren via Windows Media Player. Zie “Windows Media® Player Mobile” in Hoofdstuk 12 voor meer informatie.
Klik op Bestandsbeheer > Het toestel verkennen om documenten
en bestanden op het toestel weer te geven.
Opmerking
Zie de Help van Windows Mobile Apparaatcentrum voor meer informatie.
Informatie synchroniseren met de computer 89

5.3 ActiveSync® instellen in Windows XP®

De Aan de slag-cd die bij het toestel zit bevat Microsoft ActiveSync 4.5 of later. Volg de stappen in dit deel om ActiveSync in Windows XP of een ander compatibel systeem te installeren en in te stellen.
Opmerking Voor een lijst met compatibele Windows-systemen gaat u naar
ActiveSync installeren
1. Plaats de Aan de slag-cd in het cd-station van de computer.
2. Klik op Instellen en installeren.
3. Kies het ActiveSync-keuzevak en klik op Installeren.
4. Lees de licentievoorwaarden en klik op Accepteren.
5. Als de installatie voltooid is, klikt u op Gereed.
6. Op het venster Aan de slag met Windows Mobile klikt u op Sluiten.
Synchronisatie in ActiveSync instellen
1. Sluit het toestel aan op de computer. De Synchronisatie Setup Wizard
2. Wis het keuzevak Direct synchroniseren met een server die
3. Selecteer de informatietypes die u wilt synchroniseren en klik op
4. Selecteer of wis naar wens het keuzevak Draadloze
5. Klik op Voltooien.
Zodra u klaar bent met de wizard, synchroniseert ActiveSync het apparaat automatisch. Let op dat na synchronisatie Outlook e-mails en andere informatie op het toestel verschijnen.
http://www.microsoft.com/windowsmobile/activesync/activesync45.mspx.
start automatisch en helpt u een synchronisatieverbinding in te stellen. Klik op Volgende om verder te gaan.
Microsoft Exchange draait en klik op Volgende om het toestel met de computer te synchroniseren.
Volgende.
gegevensverbindingen toestaan.
90 Informatie synchroniseren met de computer

5.4 Synchroniseren met de computer

Verbind en synchroniseer het toestel met de pc via de usb-kabel of Bluetooth-verbinding.
Synchronisatie starten en stoppen
U kunt handmatig synchroniseren vanaf toestel of computer.
Vanaf het toestel
Tik op Start > Programma’s > ActiveSync en vervolgens op Sync.
Stop de synchronisatie voordat deze voltooid is door op Stoppen te tikken.
Tip U kunt een partnerverbinding met een computer volledig verwijderen door
eerst het toestel los te koppelen van die computer. Tik in ActiveSync op het toestel op Menu > Opties, tik op de computernaam en dan op Verwijderen.
Vanuit Windows Mobile Apparaatcentrum
1. Klik op Start > Alle programma’s > Windows Mobile
Apparaatcentrum.
2. Klik op linksonder in Windows Mobile Apparaatcentrum.
U kunt synchronisatie voortijdig afbreken door op te klikken.
Vanuit ActiveSync op de computer
Als u het toestel aansluit op de computer, wordt ActiveSync automatisch op de computer geopend en gesynchroniseerd.
Klik op om de synchronisatie handmatig te starten.
U kunt synchronisatie voortijdig afbreken door op te klikken.
Veranderen welke informatie gesynchroniseerd wordt
U kunt de informatietypes en de hoeveelheid informatie die gesynchroniseerd wordt veranderen voor elk type op zowel toestel als pc. Volg onderstaande stappen om de synchronisatie-instellingen op het toestel te veranderen.
Opmerking Voordat u synchronisatie-instellingen wijzigt op uw toestel, moet u het
ontkoppelen van uw pc.
Informatie synchroniseren met de computer 91
1. Tik in ActiveSync op het toestel op Menu > Opties.
2. Selecteer het keuzevak voor elk item dat u wilt synchroniseren. Als u
geen keuzevak kunt selecteren, moet u wellicht het keuzevak voor hetzelfde informatietype elders in de lijst wissen.
3. Wilt u de synchronisatie-instellingen van een informatietype
veranderen, zoals E-mail, selecteer het dan en tik op Instellingen.
U kunt de groottelimiet voor download instellen, het tijdsinterval waarop informatie wordt gedownload specificeren en meer.
Opmerkingen • Bepaalde informatietypes, zoals Favorieten, Bestanden en Media
Een pc kan synchronisatieverbindingen met diverse op Windows
Outlook e-mail kan met slechts één computer worden
kunnen niet worden geselecteerd in de ActiveSync Opties op het toestel. U kunt deze items selecteren of wissen in Windows Mobile Apparaatcentrum of ActiveSync op de pc.
Mobile gebaseerde toestellen aangaan, maar een toestel kan met maximaal twee pc’s synchronisatieverbindingen aangaan. Om te verzekeren dat het toestel correct met beide pc’s synchroniseert, stelt u op de tweede pc dezelfde synchronisatie-instellingen in als op de eerste pc.
gesynchroniseerd.
Problemen met synchronisatieverbindingen oplossen
In bepaalde omstandigheden, als de computer verbinding met internet of lokaal netwerk maakt, kan de verbinding met het toestel worden verbroken ten gunste van de internet- of netwerkverbinding.
Tik als dit gebeurt op Start > Instellingen> tabblad Verbindingen >
USB aan pc en wis vervolgens het keuzevak Geavanceerde netwerkfunctionaliteit inschakelen. De pc maakt dan gebruik van een
seriële usb-verbinding met het toestel.
Het pictogram USB aan pc ( ) verschijnt rechtsonder in de hoek op het scherm Vandaag als een seriële usb-verbinding wordt gebruikt. Tik op dit pictogram om de verbinding met de pc te verbreken.
92 Informatie synchroniseren met de computer

5.5 Synchroniseren via Bluetooth

U kunt het toestel verbinden en synchroniseren met de pc via Bluetooth.
Opmerking Om uw toestel met een pc te verbinden en te synchroniseren via
Synchroniseren met een computer via Bluetooth
1. Stel Windows Mobile Apparaatbeheer of ActiveSync op de pc in om
2. Tik op het toestel op Start > Programma’s > ActiveSync.
3. Zorg dat Bluetooth op zowel toestel als computer is ingeschakeld
4. Tik op Menu > Verbinden via Bluetooth. Zorg dat Bluetooth op
Opmerking Schakel Bluetooth uit als dit niet wordt gebruikt om batterijstroom te
Bluetooth, moet op uw pc Bluetooth zijn geïntegreerd of een Bluetooth­adapter hebben.
te synchroniseren via Bluetooth. Zie de Help van het programma voor instructies.
en ingesteld op zichtbaar. Zie “Bluetooth” in hoofdstuk 10 voor meer informatie.
Als dit de eerste keer is dat u via Bluetooth een verbinding met de pc maakt, moet u eerst de Bluetooth-wizard op het toestel uitvoeren en een Bluetooth-verbinding tussen het toestel en de pc instellen. Zie “Bluetooth-verbindingen” in hoofdstuk 10 voor meer informatie over het inschakelen en configureren van Bluetooth.
zowel toestel als computer is ingeschakeld en ingesteld op zichtbaar.
besparen.
Informatie synchroniseren met de computer 93

5.6 Muziek en video synchroniseren

Als u uw muziek of andere digitale media wilt meenemen voor onderweg, kan Windows Media® Player op de computer worden ingesteld om muziek en video met uw toestel te synchroniseren.
Behalve het selecteren van het informatietype Media dat moet worden gesynchroniseerd, moeten alle instellingen voor het synchroniseren van media worden ingesteld in Windows Media® Player. Voordat media kan worden gesynchroniseerd, doet u het volgende:
Installeer Windows Media® Player versie 11 op de computer.
(Windows Media® Player 11 werkt alleen in Windows XP of latere versies).
Sluit het apparaat aan op de computer met een usb-kabel.
Als het toestel momenteel is verbonden via Bluetooth, dient u deze verbinding te verbreken voordat media kan worden gesynchroniseerd.
Stel een synchronisatierelatie in tussen toestel en Windows Media®
Player op de computer.
Zie Windows Media® Player Mobile in Hoofdstuk 12 voor meer informatie.
94 Informatie synchroniseren met de computer
Hoofdstuk 6
Het ordenen van
contactpersonen, afspraken,
taken en andere informatie
6.1 Contacten
6.2 SIM-beheer
6.3 Agenda
6.4 Taken
6.5 Notities
6.6 Spraakopname
96 Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie

6.1 Contacten

Contacten is uw adresboek en bevat informatie over de personen

en bedrijven waarmee u communiceert. U kunt de volgende soorten contactpersonen op het toestel maken:
Outlook-contacten. Contactpersonen
op het toestel, die op het toestel kunnen worden aangemaakt of gesynchroniseerd met pc of Exchange Server.
SIM-contacten. Contactpersonen op
de SIM-kaart. Slechts één naam en telefoonnummer kunnen voor elke opname worden opgeslagen.
Windows Live™-contacten.
Contactpersonen waarmee u communiceert via Windows Live™ Messenger of MSN. Net als contactpersonen uit Outlook, kunt u ook alle informatie over een Windows Live­contactpersoon invoeren. Zie “Windows Live-contactpersonen toevoegen” in Hoofdstuk 10 voor meer informatie.
Opmerking U kunt Windows Live™-contactpersonen pas toevoegen als
Windows Live™ op het toestel is ingesteld.
Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie 97
Nieuwe contactpersonen toevoegen
Een contactpersoon op het toestel toevoegen
1. Tik op Start > Contacten.
2. Tik op Nieuw, selecteer Outlook-
contacten en voer de contactgegevens in.
3. Kies in het veld Archiv. als hoe de
contactpersoon in de contactlijst moet verschijnen.
4. Wilt u een foto van de contactpersoon
toevoegen, tik dan op Afbeelding selecteren, kies vervolgens een
afbeelding of tik op Camera om een foto van de contactpersoon te maken. Deze foto verschijnt op het Telefoonscherm zodra u door de contactpersoon wordt gebeld.
5. U kunt een beltoon toekennen aan de contactpersoon door op het
veld Beltoon te tikken, door de lijst met tonen te bladeren en een gewenste beltoon te kiezen.
6. Tik op OK als u klaar bent.
Tips Als u gebeld wordt door iemand die niet in uw contactlijst staat, kunt u
U kunt een telefoonnummer in een bericht opslaan door op het
Bewerk de contactgegevens door te tikken op de naam van de
Een contactpersoon toevoegen aan de SIM-kaart
Tip U kunt ook SIM-beheer gebruiken om contactpersonen toe te voegen aan
een contactpersoon maken vanuit Oproepen door het telefoonnummer ingedrukt te houden en vervolgens op Opslaan in Contacten te tikken.
telefoonnummer te tikken en vervolgens op Menu > Opslaan in Contacten.
contactpersoon en vervolgens op Menu > Bewerken.
1. Tik op Start > Contacten.
2. Tik op Nieuw en selecteer SIM-contact.
3. Voer naam en telefoonnummer in van de contactpersoon.
4. Tik op OK.
en te bewerken op de SIM-kaart. Zie “SIM-beheer” verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
98 Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie
Bekijken, zoeken en ordenen van contactpersonen
Contactgegevens weergeven
1. Tik op Start > Contacten.
2. Duw of schuif met de vinger omhoog over het touchscreen om
omlaag te bladeren door de contactlijst.
Duw of schuif uw vinger omhoog over het touchscreen om omhoog te schuiven in de contactlijst.
Opmerking
3. Tik met vinger of stylus op de naam
van een contactpersoon om zijn of haar visitekaart te openen.
Op de visitekaart ziet u de laatste in- en uitgaande gesprekken en gedetailleerde informatie zoals telefoonnummer van de contactpersoon, e-mailadres en meer.
Een contactpersoon op het toestel zoeken
Wanneer uw contactpersonenlijst erg lang is, kunt u op verschillende manieren een contactpersoon zoeken.
1. Tik op Start > Contacts.
2. Gebruik één van onderstaande opties:
Type een naam in het opgegeven tekstvak totdat de gewenste
contactpersoon wordt weergegeven.
Filter de lijst op categorieën. Tik in de contactenlijst op Menu >
Filter, en tik vervolgens op een categorie die is toegekend aan
een contactpersoon. Kies op Menu > Filter > Alle contacten om alle contactpersonen weer te tonen.
Zie “Gegevens en vensters verschuiven met uw vinger” in Hoofdstuk 1 voor meer details over het verschuiven met de vinger.
Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie 99
Soortgelijke contactpersonen groeperen
U kunt soortgelijke contactpersonen groeperen door er categorieën aan toe te kennen.
1. Maak een nieuwe Outlook-contactpersoon of bewerk een bestaande
Outlook-contactpersoon.
2. Tik op Categorieën.
3. Kies een vooraf ingestelde categorie, zoals Zakelijk of Persoonlijk, of
tik op Nieuw om zelf een categorie te maken.
4. Tik op OK als u klaar bent.
Contactpersonen op categorie weergeven
Tik op Menu > Filter en kies de gewenste categorie.
Contactgegevens delen
Details van een contactpersoon doorstralen
U kunt snel contactgegevens naar een andere mobiele telefoon of toestel via Bluetooth-uitstraling.
1. Tik op Start > Contacten en kies een contactpersoon.
2. Tik op Menu > Contact verzenden > Uitstralen en selecteer
vervolgens een apparaat waar de contactpersoon naar wordt gestraald.
Opmerking Voordat u kunt uitstralen, controleert u of Bluetooth is ingeschakeld
Informatie van een contactpersonen verzenden via tekstberichten
1. Tik op Start > Contacten en kies een contactpersoon.
2. Tik op Menu > Contact verzenden > SMS \ MMS.
3. Selecteer de informatie van de contactpersoon die u wilt verzenden
4. Voer in het nieuwe tekstbericht het mobiele telefoonnummer van de
en op zichtbaar staat op zowel uw eigen toestel als het andere mobiel toestel. U kunt contactgegevens ook naar uw pc doorstralen. Zie “Bluetooth” in Hoofdstuk 10 voor details.
en tik op Gereed.
ontvanger in en tik op Verzenden.
100 Het ordenen van contactpersonen, afspraken, taken en andere informatie
Contactgegevens als vCard verzenden
Een vCard (virtuele visitekaart) is een standaard bestandsindeling die gebruikt wordt om contactgegevens uit te wisselen. vCard-bestanden kunnen naar Outlook op de pc worden geëxporteerd. U kunt vanaf uw toestel een vCard met contactgegevens verzenden als bestandsbijvoegsel in een mms-bericht.
1. Tik op Start > Contacten en kies een contactpersoon.
2. Tik op Menu > Verzenden als vCard.
3. Een nieuw MMS-bericht wordt gemaakt en het vCard-bestand
toegevoegd. Voer het mobiele telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in en tik op Verzenden.
Zie “MMS” in Hoofdstuk 7 voor meer informatie.

6.2 SIM-beheer

Met SIM-beheer kunt u de gegevens op de SIM-kaart weergeven, contactpersonen overplaatsen van SIM-kaart naar het toestel en omgekeerd, en SIM-contactpersonen bellen.

Een contactpersoon aanmaken op de SIM-kaart
1. Tik op Start > Programma’s > SIM-beheer.
2. Tik op Nieuw en voer een naam en telefoonnummer voor de
contactpersoon in.
3. Tik op Opslaan om de informatie op de SIM-kaart op te slaan.
Tip U kunt de contactgegevens op de SIM-kaart veranderen door op een
contactpersoon op de SIM-kaart te tikken en tik vervolgens op Menu > Bewerken. Na de wijziging tikt u op Opslaan.
SIM-contacten kopiëren naar het toestel
Als u op uw SIM-kaart contacten heeft opgeslagen, kunt u deze kopiëren in Contacten op het toestel.
1. Tik op Start > Programma’s > SIM-beheer.
2. Selecteer de gewenste contactpersoon, of selecteer alle SIM-
contactpersonen via Menu > Alles selecteren.
3. Tik op Menu > Opslaan in Contacten.
Loading...