Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen.
Intel, Xeon, NetBurst en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde
Staten en andere landen.
NetWare is een handelsmerk van Novell Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Hewlett-Packard Company aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze publicatie. Aan de informatie in deze publicatie kan geen
enkele garantie worden ontleend. De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd. De garanties voor HP producten worden gepubliceerd in de uitdrukkelijk
beperkte-garantieverklaringen bij dergelijke producten. Aan de informatie in dit document
kunnen geen rechten worden ontleend.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Maart 2003 (eerste editie)
Artikelnummer 316354-331
Page 3
Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Doelgroep .......................................................................................................................... ix
Belangrijke veiligheidsinformatie ..................................................................................... ix
Symbolen op de apparatuur.................................................................................................x
Stabiliteit van het rack....................................................................................................... xi
Symbolen in de tekst ........................................................................................................ xii
Verwante documenten...................................................................................................... xii
Technische ondersteuning ................................................................................................ xii
Technische ondersteuning......................................................................................... xiii
HP websites............................................................................................................... xiii
Geautoriseerde Business of Service Partner ............................................................. xiii
Opmerkingen van de lezer............................................................................................... xiv
viii HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 9
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat informatie voor IT-beheerders en technici over de vereisten,
voorzorgsmaatregelen en instructies voor de installatie en configuratie van de HP
ProLiant ML350 Generation 3 server. In deze handleiding vindt u een beschrijving
van de standaardvoorzieningen en de opties voor HP ProLiant ML350 Generation 3
servers. Daarnaast treft u procedures aan voor het installeren van hardwareopties om
de systeemprestaties te verbeteren, voor het installeren en configureren van
geheugen, voor het installeren van uitbreidingskaarten, voor het installeren van de
rack- en towermodellen van de servers en voor het bekabelen en configureren van de
servers.
Doelgroep
Deze handleiding is bestemd voor personen die servers installeren en beheren en
problemen met servers oplossen. In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u
gekwalificeerd bent om computerapparatuur te onderhouden en te repareren en dat u
bekend bent met de gevaren van apparatuur die hoge spanningsniveaus kan
produceren.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees voordat u met de installatie begint eerst het document met belangrijke
informatie over de veiligheid dat wordt meegeleverd met de server.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding ix
Page 10
Over deze handleiding
Symbolen op de apparatuur
De volgende symbolen kunt u aantreffen op gedeelten van de apparatuur die mogelijk
gevaar opleveren:
WAARSCHUWING: Dit symbool in combinatie met een van de volgende
symbolen wijst op een mogelijk gevaar. Er bestaat kans op lichamelijk letsel
als de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen. Raadpleeg de
documentatie voor meer informatie.
Dit symbool duidt op gevaarlijke spanningsniveaus of kans op elektrische
schokken. Laat alle onderhoud aan een gekwalificeerde onderhoudstechnicus
over.
WAARSCHUWING: Open deze gedeelten niet, om het risico van letsel door
elektrische schokken te beperken. Laat alle onderhoud en upgrades aan een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus over.
Dit symbool duidt op de kans op elektrische schokken. De ingesloten
gedeelten kunnen niet door de gebruiker worden onderhouden. Open deze
gedeelten dus nooit!
WAARSCHUWING: Open deze gedeelten niet, om het risico van letsel door
elektrische schokken te beperken.
Elke RJ-45-connector met dit symbool geeft een netwerkaansluiting aan.
WAARSCHUWING: Steek geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in
deze aansluiting, om het risico van letsel door elektrische schokken, brand of
schade aan apparatuur te beperken.
Dit symbool geeft een heet oppervlak of een heet onderdeel aan. Aanraking
van dit oppervlak kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Laat het oppervlak afkoelen voordat u het aanraakt, om het
risico van brandwonden te beperken.
x HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 11
Deze symbolen op voedingseenheden of systemen duiden op
meerdere voedingsbronnen.
WAARSCHUWING: Koppel alle netsnoeren van het systeem los
om de voeding geheel uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van
letsel door elektrische schokken.
Dit symbool geeft aan dat het onderdeel te zwaar is om door één persoon
te worden getild.
Gewicht in kg
WAARSCHUWING: Om het risico van lichamelijk letsel of schade aan de
apparatuur te beperken, moet u zich houden aan de
veiligheidsvoorschriften en de instructies voor het omgaan met de
apparatuur.
Stabiliteit van het rack
WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel en schade aan de
apparatuur door ervoor te zorgen dat:
• De stelvoetjes van het rack op de grond staan.
• Het volledige gewicht van het rack op de stelvoetjes rust.
Over deze handleiding
• De stabilisatiesteunen aan het rack zijn bevestigd (bij installatie in een
enkel rack).
• De racks aan elkaar zijn gekoppeld (bij installatie van meerdere racks).
• Er maar één onderdeel tegelijk uit het rack is geschoven. Een rack kan
instabiel worden als meer dan één onderdeel is uitgeschoven.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding xi
Page 12
Over deze handleiding
Symbolen in de tekst
In de tekst van deze handleiding komen symbolen voor. De symbolen hebben de
volgende betekenis:
WAARSCHUWING: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit
leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot
beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens.
BELANGRIJK: Na dit kopje vindt u essentiële informatie over een concept of voor het
voltooien van een taak.
OPMERKING: Na dit kopje vindt u aanvullende informatie voor het benadrukken of aanvullen
van belangrijke punten uit de hoofdtekst.
Verwante documenten
Voor aanvullende informatie over de onderwerpen in deze handleiding, raadpleegt u
de volgende documentatie:
• HP ProLiant ML350 Generation 3 Server Maintenance and Service Guide
• Poster HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Snel aan de slag
• ROM Based Setup Utility User Guide
Technische ondersteuning
Als u een probleem heeft met de server en geen oplossing voor uw probleem in deze
handleiding kunt vinden, kunt u op de volgende manieren meer informatie en hulp
krijgen.
xii HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 13
Technische ondersteuning
Voor directe technische ondersteuning kunt u contact opnemen met de helpdesk van
HP in Amsterdam, telefoonnummer 020-6068751. Raadpleeg de Amerikaanse HP
website voor een lijst met telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning door
HP. Ga hiervoor naar
Zorg dat u tijdens het gesprek met de technische ondersteuning de volgende
informatie bij de hand heeft:
• Registratienummer voor technische ondersteuning (indien van toepassing)
• Serienummer van het product
• Modelnaam en nummer van het product
• Eventuele foutberichten
• Uitbreidingskaarten of extra hardware
• Hardware of software van derden
• Type besturingssysteem en versienummer
www.hp.com.
Over deze handleiding
HP websites
De HP websites bevatten informatie over dit product. Ook kunt u hier de meest
recente stuurprogramma's en flash-ROM-bestanden downloaden. U vindt de HP
websites op
www.hp.nlenwww.hp.com.
Geautoriseerde Business of Service Partner
U kunt ook technische ondersteuning vragen bij een geautoriseerde Business of
Service Partner. Als u de naam van een geautoriseerde Business of Service Partner
bij u in de buurt wilt weten, gaat u als volgt te werk:
• Bel 0900-1681616.
• Of raadpleeg de Amerikaanse HP website (
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding xiii
www.hp.com).
Page 14
Over deze handleiding
Opmerkingen van de lezer
HP verwelkomt uw opmerkingen met betrekking tot deze handleiding. U kunt uw
opmerkingen en suggesties per email sturen naar
ServerDocumentation@hp.com.
xiv HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 15
1
Servervoorzieningen
De HP ProLiant ML350 Generation 3 server biedt geavanceerde prestaties en
een grote bedrijfszekerheid tegen een voordelige prijs. Deze server is ideaal voor
toepassingen voor bestands- en afdrukdiensten, gedeelde toegang tot het Internet, en
kleine databases, of u de server nu inzet in een werkgroepomgeving binnen een grote
onderneming of als primaire server in een klein tot middelgroot bedrijf. De server is
uitgerust met maximaal twee Intel Xeon-processoren, PCI-X-technologie, Gigabit
Ethernet en PC2100 DDR-geheugen voor verbluffende prestaties. Bovendien biedt
de server veel uitbreidingsmogelijkheden met zes posities voor hot-pluggable vaste
schijven, twee vrije posities voor verwisselbare schijfeenheden en capaciteit voor
maximaal 8 GB geheugen. Dankzij het 5U-ontwerp is de server gemakkelijk te
onderhouden. U kunt de server zowel in tower- als in rackomgevingen gebruiken
en u kunt zonder gereedschap toegang krijgen tot de systeemonderdelen. Bovendien
beschikt u over hulpprogramma's voor beheer en implementatie waarmee
systeemproblemen kunnen worden voorkomen.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-1
Page 16
Servervoorzieningen
Voorzieningen van de server:
• Intel Xeon-processor met hyperthreading-technologie en NetBurstmicroarchitectuur
• Capaciteit voor zes 1-inch hot-pluggable vaste schijven
• Vier posities voor verwisselbare schijfeenheden (twee beschikbaar) bieden
ondersteuning voor optionele tapedrives, non-hot-pluggable vaste schijven of
een houder voor SCSI-eenheden met twee posities voor twee extra hot-pluggable
schijfeenheden
• Geïntegreerde dual-channel Ultra3 SCSI
• Geïntegreerde zelfschakelende NC7760 Gigabit Server netwerkadapter
• Vijf PCI-slots (vier 64-bit, 100-MHz PCI-X-slots en één 32-bit, 33-MHz
PCI-slot)
• IDE cd-rom-drive
• Diskettedrive
• ATI Rage XL grafische controller met 8 MB RAM
• Tower- en rackmodel, tower-naar-rack ombouwset
• Hulpprogramma's Insight Manager en SmartStart
1-2 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 17
Afbeelding 1-1: Towermodel van de ProLiant ML350
Generation 3 server
Servervoorzieningen
Afbeelding 1-2: Rackmodel van de ProLiant ML350
Generation 3 server (twee afgebeeld)
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-3
Page 18
Servervoorzieningen
Standaard hardwarevoorzieningen
Deze server is standaard uitgerust met de volgende hardwarevoorzieningen,
tenzij anders vermeld.
Onderdelen op voorpaneel en afmetingen schijfposities
(towermodel)
Deze server ondersteunt maximaal tien interne schijfeenheden (vier zijn bedoeld voor
verwisselbare schijfeenheden en zes zijn bedoeld voor hot-pluggable vaste schijven).
In Afbeelding 1-3 en Tabel 1-1 worden de onderdelen op het voorpaneel
weergegeven en de afmetingen van de schijfeenheden.
7
6
5
4
3
Afbeelding 1-3: Onderdelen op voorpaneel met
toegangspaneel verwijderd (towermodel)
1
2
1-4HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 19
Servervoorzieningen
Tabel 1-1: Onderdelen op voorpaneel met afmetingen
schijfposities (towermodel)
Nr. Onderdeel Afmetingen
1 Posities voor verwisselbare
schijven (4)
2 Aan/uit-knop N.v.t.
3 Posities voor hot-pluggable
vaste schijven
4 Knop voor de unit-ID N.v.t.
5 Systeemstatuslampjes N.v.t.
6 Diskettedrive 3,5 inch x 1,0 inch
7 Cd-rom-drive 5,25 inch x 1,60 inch
5,25 inch x 1,60 inch
3,5 inch x 1,0 inch
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-5
Page 20
Servervoorzieningen
Onderdelen op voorpaneel en afmetingen schijfposities
(rackmodel)
367
54
2
1
Afbeelding 1-4: Onderdelen op voorpaneel (rackmodel)
Tabel 1-2: Onderdelen op voorpaneel met afmetingen
schijfposities (rackmodel)
Nr. Onderdeel Afmetingen
1 Posities voor verwisselbare
schijven (4)
2 Aan/uit-knop N.v.t.
3 Posities voor hot-pluggable
vaste schijven
4 Knop voor de unit-ID N.v.t.
5 Systeemstatuslampjes N.v.t.
6 Diskettedrive 3,5 inch x 1,0 inch
7 Cd-rom-drive 5,25 inch x 1,60 inch
5,25 inch x 1,60 inch
3,5 inch x 1,0 inch
1-6 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 21
Onderdelen op achterpaneel (towermodel)
WAARSCHUWING: Deze apparatuur is ontworpen voor aansluiting op een
geaard stopcontact. De geaarde stekker is een belangrijke
veiligheidsvoorziening. Verwijder deze stekker niet om elektrische schokken
en schade aan de apparatuur te voorkomen.
Afbeelding 1-5 en Tabel 1-3 tonen de connectoren op het achterpaneel van de server.
Servervoorzieningen
12
11
10
9
8
7
6
1
2
3
4
5
Afbeelding 1-5: Onderdelen op achterpaneel
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-7
Page 22
Servervoorzieningen
Tabel 1-3: Onderdelen op achterpaneel
Nr. Onderdeel Nr. Onderdeel
1 Netsnoerconnector 7 Lampje/knop unit-ID
2 Lampje voedingseenheid 8 Videoconnector
3 Positie voor optionele
4 RJ-45-connector voor
5 Afdekplaatjes SCSI-
6 Connectoren voor USB-
OPMERKING: Raadpleeg afbeelding E-3 in appendix E, "Lampjes, schakelaars en jumpers",
voor een afbeelding van en informatie over de netwerkadapterlampjes op de RJ-45-connector
voor Ethernet-netwerken.
hot-pluggable redundante
voedingseenheid
Ethernet-netwerken
connectoren
poorten (2)
9 Connector voor
parallelle poort
10 Connector voor seriële
poort
11 Toetsenbordconnector
12 Muisconnector
1-8 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 23
Onderdelen op achterpaneel (rackmodel)
Servervoorzieningen
132
12116
10987
45
Afbeelding 1-6: Onderdelen op achterpaneel (rackmodel)
Tabel 1-4: Onderdelen op achterpaneel
Nr. Onderdeel Nr. Onderdeel
1 Netsnoerconnector 7 Lampje/knop unit-ID
2 Lampje voedingseenheid 8 Videoconnector
3 Positie voor optionele hot-
pluggable redundante
voedingseenheid
4 RJ-45-connector voor
Ethernet-netwerken
5 Afdekplaatjes SCSI-
connectoren
6 Connectoren voor USB-
poorten (2)
9 Connector voor
parallelle poort
10 Connector voor
seriële poort
11 Toetsenbordconnect
or
12 Muisconnector
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-9
Page 24
Servervoorzieningen
Onderdelen van de systeemkaart
Afbeelding 1-7 en Tabel 1-5 tonen de onderdelen en de connectoren op
de systeemkaart van de server.
32
31
30
29
28
27
26
25
2314
24
2223
22
21
20
19
13141512161817
Afbeelding 1-7: Onderdelen van systeemkaart
5
6
7
8
9
10
11
1-10HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 25
Servervoorzieningen
Tabel 1-5: Onderdelen van systeemkaart
Nr. Onderdeel Nr. Onderdeel
1 Connectoren voor
voedingseenheid
2 PVM-voetje 1 18 64-bit, 100-MHz PCI-X-slot, bus 5
3 Processorvoetje 1 19 64-bit, 100-MHz PCI-X-slot, bus 5
4 Processorvoetje 2 20
5 Diskettedriveconnector 21
6 Primaire IDE-connector
(ATAPI-eenheden)
7 Secundaire IDE-connector
(ATAPI-eenheden)
8 Connector voor aan/uit-knop 24 DIMM-slots
9 Connector voor I/O-ventilator 25 Connectoren voor USB-poorten (2)
10 Secundaire SCSI-connector 26 RJ-45-connector voor Ethernet-
OPMERKING: Zie appendix E, "Lampjes, schakelaars en jumpers", voor meer informatie over
lampjes op de systeemkaart.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-11
Page 26
Servervoorzieningen
Lampjes en knoppen
Afbeelding 1-8 toont de lampjes en knoppen op het voorpaneel van de server.
123
5
4
67
Afbeelding 1-8: Lampjes en knoppen op voorpaneel
Tabel 1-6: Lampjes en knoppen op voorpaneel
Nr. Lampje/knop
1 Knop voor de unit-ID
2 Lampje voor de unit-ID
3 Lampje voor de interne systeemconditie
4 Lampje voor de externe systeemconditie
5 Lampje voor de netwerkadapter
6 Aan/uit-lampje
7 Aan/uit-knop
1-12 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 27
Processoren
• Intel Xeon-processor met hyperthreading-technologie
• Geïntegreerd met niveau 2 geavanceerde overdrachtscache van minimaal 512 KB
• 533-MHz frontside-bus
• Ondersteuning voor twee processoren
Systeemgeheugen
• AECC-geheugen (Advanced Error Checking and Correcting) voor het opsporen
en corrigeren van geheugenfouten
• PC2100 ECC DDR DIMM's, uitbreidbaar tot 8 GB
• Ondersteuning voor maximaal vier PC2100 266-MHz registered ECC DDR
DIMM's
• U kunt DIMM's een voor een of in paren installeren
• Ondersteuning voor optionele configuratie met interleaved geheugen (2 x 1, met
in identieke paren geïnstalleerde DIMM's) of configuratie met non-interleaved
geheugen
Servervoorzieningen
Uitbreidingsslots
• Vijf uitbreidingsslots: vier 64-bit, 100-MHz PCI-X-slots en één 32-bit, 33-MHz
PCI-slot
• 3,3-volt compatibiliteit (5-volt compatibiliteit op 32-bit PCI-slot)
Schijfcontroller
• Geïntegreerde dual-channel Ultra3 SCSI-adapter op de lokale PCI-bus. De
controller biedt ondersteuning voor twee interne SCSI-bussen, twee externe
SCSI-bussen, of één interne en één externe SCSI-bus.
• Er zijn optionele controllerkaarten beschikbaar voor RAID-ondersteuning,
controllerduplexing of het uitbreiden van de beschikbare opslagcapaciteit.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-13
Page 28
Servervoorzieningen
Netwerkadapter
• Geïntegreerde zelfschakelende NC7760 Gigabit Server netwerkadapter
• Dankzij de geïntegreerde opties voor PXE-ondersteuning van netwerkpoort 1 kan
de server worden opgestart naar het netwerk en worden gekoppeld aan een PXEserver met opstart-images. Wanneer de netwerkadapter is ingeschakeld, wordt
deze weergegeven in de lijst Initial Program Loader (IPL).
Poorten en connectoren
• Seriële poort
• Parallelle poort
• Toetsenbord
• Muis
• USB-connectoren (2)
Voedingseenheid
• Optionele redundante (bij twee voedingseenheden), zelfschakelende
hot-pluggable 500-watt voedingseenheid die voldoet aan de CE-norm
met vermogensfactorcorrectie
Video
• Geïntegreerde ATI Rage XL grafische controller met een maximumresolutie
van 1280 x 1024, non-interlaced, 16,7 miljoen kleuren
• Ondersteunt SVGA, VGA en EGA grafische resolutie
• 8-MB SDRAM-videogeheugen
1-14 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 29
Garantie
Neem contact op met het HP Customer Service Center of raadpleeg de
garantieverklaring van de server voor gedetailleerde informatie. Op de garantie zijn
bepaalde beperkingen en uitsluitingen van toepassing. Bezoek voor aanvullende
informatie over de garantievoorwaarden de HP website op
www.hp.com/servers/proliant/.
Dankzij de HP Prefailure-garantie worden niet-geplande shutdowns van het systeem
voorkomen doordat de onderdelen die onder deze garantie vallen, kunnen worden
vervangen voordat ze daadwerkelijk defect raken. Onder deze garantie vallen
processoren, geheugenmodules en vaste schijven. De HP Prefailure-garantie is alleen
van kracht als Insight Manager is geïnstalleerd.
Als u een waarschuwing krijgt dat een onderdeel wellicht moet worden vervangen in
het kader van de prefailure-garantie, volgt u de instructies op het scherm of neemt u
contact op met een geautoriseerde HP Business of Service Partner. Een oranje lampje
op het bedieningspaneel van Insight Manager geeft aan dat een onderdeel in een
prefailure-conditie verkeert en moet worden vervangen.
Servervoorzieningen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-15
Page 30
Servervoorzieningen
Serverconfiguratie en -beheer
HP biedt een uitgebreide set voorzieningen en optionele hulpprogramma's voor een
effectief beheer en een optimale configuratie van de server:
• ROM Based Setup Utility (RBSU ): Met dit hulpprogramma kunt u
uiteenlopende configuratiebewerkingen uitvoeren.
• ROMPaq: Dit hulpprogramma verzorgt upgrades van de firmware (BIOS) door
het systeem-ROM te flashen en biedt ondersteuning voor redundant ROM voor
het geval dat het ROM beschadigd raakt.
• SmartStart software: Deze software biedt u updates van stuurprogramma's
en biedt assistentie bij de installatie van het besturingssysteem.
• Insight Manager: Dit hulpprogramma voor systeembeheer houdt onder meer
foutcondities bij en controleert de prestaties en de beveiliging van de server.
• Diagnostics (Diagnose): Dit hulprogramma test en verifieert de werking van
HP hardware.
• System Firmware Update: Hiermee kunnen systeembeheerders de
systeemfirmware efficiënt updaten, rechtstreeks op servers op afstand via het
netwerk of lokaal via webdownloads.
• Automatic Server Recovery (ASR): Hiermee wordt een server die gedurende
een bepaalde tijd niet heeft gereageerd of die een gevaarlijke temperatuur heeft
bereikt, opnieuw opgestart.
• Survey: Met dit hulpprogramma kunt u in één bestand een historisch
configuratieoverzicht bijhouden van wijzigingen in de hardware en software
op de server.
• Power-On Self-Test: Met dit hulpprogramma wordt tijdens het opstarten van het
systeem gecontroleerd of de firmware en de apparatuur goed functioneren.
• PXE (Preboot Execution Environment): Ondersteuning voor het op afstand
installeren en configureren van besturingssystemen.
Raadpleeg hoofdstuk 5, "Serverconfiguratie en hulpprogramma's", voor meer
informatie over deze hulpprogramma's.
1-16 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 31
Beveiliging
De beveiligingsvoorzieningen omvatten:
• Instelwachtwoord
• Opstartwachtwoord
• Diskettedrivebeveiliging
• Disketteschrijfbeveiliging (Schrijven naar diskette in- of uitschakelen)
• Opstartdiskette negeren
• Seriële-interfacebeveiliging
• Uitschakelen van opstarten vanaf cd-rom
• Parallelle-interfacebeveiliging
• Aan/uit-schakelaarbeveiliging
• Slot op voorpaneel
De meeste beveiligingsvoorzieningen worden ingesteld via RBSU. Zie hoofdstuk 5,
"Serverconfiguratie en hulpprogramma's", voor meer informatie over RBSU of
raadpleeg de ROM Based Setup Utility User Guide. Raadpleeg de informatie over de
beveiligingsvoorzieningen van de server op de meegeleverde cd met SmartStart.
Servervoorzieningen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 1-17
Page 32
2
Overzicht van serverinstallatie
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de instructies die u moet volgen als u de
HP ProLiant ML350 Generation 3 server voor de eerste keer installeert.
WAARSCHUWING: Beperk als volgt het risico van een elektrische schok
en schade aan de apparatuur:
• Gebruik altijd een geaarde netsnoerstekker. De randaarde is een
belangrijke veiligheidsvoorziening.
• Steek het netsnoer in een geaard stopcontact dat altijd makkelijk te
bereiken is.
• Schakel de voeding naar de server uit door het netsnoer uit het
stopcontact of uit de server te halen.
• Plaats geen voorwerpen op de netsnoeren of kabels. Leg de kabels
zo neer dat niemand er per ongeluk op kan gaan staan of erover kan
struikelen. Trek nooit aan snoeren of kabels. Houd het snoer bij de stekker
vast als u het snoer uit het stopcontact haalt.
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen door ontlading van statische
elektriciteit worden beschadigd. Zorg dat u niet statisch geladen bent als u met de
installatieprocedure begint. Raadpleeg appendix B, "Elektrostatische ontlading",
voor meer informatie.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-1
Page 33
Overzicht van serverinstallatie
Installatie van de server plannen
Stel een nauwkeurige planning voor de besturingsomgeving op voordat u de server
installeert. Zo zorgt u ervoor dat de server optimale prestaties levert en maximale
bedrijfszekerheid biedt.
Dit gedeelte bevat informatie over het voorbereiden van de locatie en richtlijnen voor
de installatie van het rack- en towermodel van de server. De volgende onderwerpen
komen aan bod:
• Informatiebronnen voor racks
• Waarschuwingen met betrekking tot racks
• Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen bij servers
• Inhoud van de doos met het rackmodel
• Inhoud van de doos met het towermodel
• Omgevingsvereisten
2-2 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 34
Informatiebronnen voor racks
De volgende informatie over racks en rackproducten is beschikbaar:
Informatie over het configuratiehulpprogramma Rack Builder Pro en rackproducten
kunt u vinden op de website:
www.compaq.com/rackbuilder/
Bij alle Compaq racks wordt een set cd's geleverd met informatie over racks.
Hieronder ziet u een overzicht van de inhoud van de verschillende cd's:
• Configuratiehulpprogramma Rack Builder Pro
Met dit programma kunt u mogelijke configuraties met Compaq racks simuleren.
Rack Builder Pro geeft de volgende informatie:
— Grafische weergave van correct geconfigureerde racks
— Gegevens voor het plannen van de locatie, zoals voedingsvereisten,
Deze video geeft een overzicht van de werkzaamheden die nodig zijn om een
Compaq rack met onderdelen te configureren. Daarnaast worden de volgende
belangrijke stappen in het configuratieproces toegelicht:
— De locatie voorbereiden
— Rackservers en rackopties installeren
— Servers in een rack bekabelen
— Meerdere racks aan elkaar koppelen
• Cd met documentatie bij rackproducten
Deze cd bevat documentatie bij Compaq racks en rackopties. U kunt de
informatie op de cd bekijken, doorzoeken en afdrukken. Bovendien helpt de
informatie u om de installatie en optimalisatie van het Compaq rack zo goed
mogelijk op uw omgeving af te stemmen.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-3
Page 35
Overzicht van serverinstallatie
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen bij racks
Het is belangrijk dat u de volgende waarschuwingen aandachtig bestudeert voordat u
het rack gaat installeren:
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het rack altijd goed stabiel staat voordat u
een onderdeel uit het rack schuift. Zo beperkt u het risico van persoonlijk
letsel en schade aan de apparatuur. Een rack kan instabiel worden als meer
dan één onderdeel is uitgeschoven. Schuif slechts één onderdeel tegelijk uit
het rack.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel en schade aan
de apparatuur door ervoor te zorgen dat:
• De stelvoetjes van het rack op de grond staan.
• Het volledige gewicht van het rack op de stelvoetjes rust.
• De stabilisatiesteunen aan het rack zijn bevestigd (bij installatie in
een enkel rack).
• De racks aan elkaar zijn gekoppeld (bij installatie van meerdere racks).
WAARSCHUWING: U wordt aangeraden het rack met ten minste twee mensen
uit te laden om het risico van persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur te
beperken. Een leeg 42U-rack kan wel 115 kg wegen, kan meer dan 2 m hoog
zijn en kan instabiel worden als het op de zwenkwieltjes wordt verplaatst.
Ga nooit voor het rack staan als u het van het pallet rolt. Pak het rack altijd aan
de zijkanten vast.
VOORZICHTIG: Plaats altijd het zwaarste onderdeel onder in het rack. Vul het rack
van beneden naar boven.
2-4HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 36
Overzicht van serverinstallatie
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
bij servers
Het is belangrijk dat u de volgende waarschuwingen aandachtig bestudeert voordat u
de server gaat installeren:
WAARSCHUWING: Deze server weegt 27,24 kg als er geen schijfeenheden zijn
geïnstalleerd. Beperk als volgt het risico van persoonlijk letsel en
beschadiging van de apparatuur:
• Houd u aan de lokale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en
richtlijnen voor het hanteren van zware materialen.
• Laat iemand u helpen het apparaat op te tillen en in evenwicht te houden
wanneer u het installeert of verwijdert, vooral wanneer het apparaat niet
aan de rails is bevestigd.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat installeert in of verwijdert uit het
rack. Het apparaat is niet stabiel wanneer het niet aan de rails is bevestigd.
WAARSCHUWING: Als het gewicht van de server meer dan 22,7 kg is, moet
de server door ten minste twee personen in het rack worden getild. Als de
eenheid hoger dan borsthoogte moet worden opgetild, moet een derde
persoon helpen om de server op de rails te zetten terwijl de twee anderen
de eenheid ondersteunen.
WAARSCHUWING: Laat de schijfeenheden en interne onderdelen afkoelen
voordat u deze aanraakt, om het risico van brandwonden te beperken.
WAARSCHUWING: U mag alleen onderdelen van de server openen en
onderhouden volgens de instructies in de gebruikersdocumentatie. Zo beperkt
u het risico van elektrische schokken en schade aan de apparatuur.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-5
Page 37
Overzicht van serverinstallatie
WAARSCHUWING: Als u de aan/standby-knop van de server in de uitstand
zet, wordt de voeding naar de meeste onderdelen van de server uitgeschakeld.
Dit kan 30 seconden duren. De stroom van sommige gedeelten van de
voedingseenheid en bepaalde interne schakelingen blijft echter ingeschakeld
totdat het netsnoer is losgekoppeld.
Wanneer u alle voeding naar de server wilt uitschakelen, koppelt u het
netsnoer los. Als er meerdere voedingseenheden in de server zijn
geïnstalleerd, koppelt u alle netsnoeren los om de voeding naar het systeem
volledig uit te schakelen.
WAARSCHUWING: Als u non-hot-plug-bewerkingen uitvoert, moet u het
systeem uitschakelen. Het is echter mogelijk dat de server ingeschakeld
moet blijven als u andere bewerkingen uitvoert, bijvoorbeeld wanneer u
hot-pluggable onderdelen installeert of problemen oplost.
VOORZICHTIG: Beveilig de server tegen schommelingen in de spanning en
tijdelijke stroomstoringen door middel van een UPS (Uninterruptible Power Supply).
Dit apparaat beveiligt de hardware tegen schade als gevolg van stroompieken en
spanningspieken en houdt het systeem in werking tijdens een stroomstoring.
VOORZICHTIG: Gebruik de server niet gedurende langere tijd zonder het
toegangspaneel. Het gebruik zonder toegangspaneel leidt tot een verkeerde
luchtstroom en onvoldoende koeling zodat de server beschadigd kan raken door
oververhitting.
Inhoud van de doos met het rackmodel
Pak de server, de hardware en de documentatie uit aan de hand van de instructies en
afbeeldingen op de doos. Bij de server wordt al het montagemateriaal geleverd dat u
nodig heeft om het rackmodel van de server in een Compaq rack te installeren.
De doos met het rackmodel van de server bevat de volgende onderdelen:
• HP ProLiant ML350 Generation 3 server
• Netsnoer
• Documentatie bij de hardware, referentiemateriaal en software
2-6HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 38
Overzicht van serverinstallatie
• Montagemateriaal voor installatie in het rack
Voordat u de server in het rack gaat installeren, controleert u of u beschikt over
alle onderdelen die in de volgende Afbeelding worden weergegeven.
1
6
2
ProLiant ML350 Tower
to Rack Install Guide
3
5
4
Afbeelding 2-1: Montagemateriaal voor installatie in rack
Tabel 2-1: Montagemateriaal voor installatie in rack
Nr. Beschrijving Nr. Beschrijving
1 Racksjabloon 4 Torx-schroeven
2 Documentatie 5 Bevestigingsbeugel/schuif
rail-assemblages en
serverrails
3 Kabelarmbeugel 6 Kabelarm
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-7
Page 39
Overzicht van serverinstallatie
Inhoud van de doos met het towermodel
Pak de server, het toetsenbord en de kabels uit aan de hand van de instructies
en afbeeldingen op de doos.
De doos met het towermodel van de server bevat de volgende onderdelen:
• HP ProLiant ML350
Generation 3 server
• Netsnoer
• Toetsenbord
• Muis
• Documentatie bij het montagemateriaal, referentiemateriaal en software
Omgevingsvereisten
Raadpleeg het gedeelte "Rackomgeving" verderop in dit hoofdstuk en appendix F,
"Specificaties", voor uitgebreide informatie over de voedings- en omgevingsvereisten
voor de serverlocatie.
2-8 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 40
Server in een rack installeren
Het rackmodel is compleet en kan direct worden geïnstalleerd. In dit gedeelte wordt
beschreven aan welke vereisten de omgeving moet voldoen als u de server in een
rack installeert.
In Afbeelding 2-2 ziet u servers die in een rack zijn geïnstalleerd.
Overzicht van serverinstallatie
Afbeelding 2-2: HP ProLiant ML350 Generation 3 servers in een rack
Tower-naar-rack ombouwset
Voor klanten die een towermodel van deserver willen ombouwen tot een rackmodel,
is een tower-naar-rack ombouwset verkrijgbaar.
Als u de ombouwset wilt aanschaffen (artikelnummer 290683-B21), neemt u contact
op met uw HP Business of Service Partner, of geeft u uw bestelling direct door
aan HP.
Een selectie van racks voor de server kan worden aangeschaft via een geautoriseerde
HP Business of Service Partner of rechtstreeks bij HP op
www.hp.com/servers/proliant/.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-9
Page 41
Overzicht van serverinstallatie
Rackomgeving
Als u gemakkelijk bij de onderdelen van de server wilt komen en zeker wilt zijn van
voldoende ventilatie is het belangrijk dat de locatie van een server in een rack aan de
volgende vereisten voldoet:
• Kies voor de installatie een stabiele, vlakke locatie met speciale, goed geaarde
spanningsgroepen, airconditioning en beveiliging tegen statische elektriciteit.
• Er moet minimaal 63,5 cm (25,0 inch) ruimte aan de voorkant van het rack zijn.
• Er moet minimaal 76,2 cm (30,0 inch) ruimte aan de achterkant van het rack zijn.
• Er moet minimaal 121,9 cm (48,0 inch) ruimte zijn tussen de achterkant van het
rack en de achterkant van een ander rack of een andere rij racks.
HP servers zuigen koele lucht aan via het voorpaneel van het rack en blazen de
warme lucht er via het achterpaneel uit. Daarom moeten er in het voorpaneel van het
rack voldoende ventilatieopeningen zijn om de lucht naar binnen te laten en moeten
er in het achterpaneel voldoende ventilatieopeningen zijn waardoor de warme lucht
het rack kan verlaten.
BELANGRIJK: Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
Als het rack niet helemaal is opgevuld met servers of rackonderdelen, heeft dit effect
op de luchtcirculatie in het rack en tussen de servers. Sluit alle tussenruimten af met
opvulpanelen, zodat er voldoende luchtcirculatie is.
VOORZICHTIG: Vul verticale lege ruimten in het rack altijd op met panelen.
Hierdoor wordt een goede luchtcirculatie gewaarborgd. Als het rack wordt gebruikt
zonder opvulpanelen, kan apparatuur beschadigd raken door oververhitting.
Compaq racks uit de 9000 en 10000 Serie bevatten ventilatieopeningen in het
voorpaneel en achterpaneel die voor voldoende ventilatie voor de server zorgen.
Deze ventilatieopeningen beslaan 64 procent van het oppervlak van de panelen.
Raadpleeg de documentatie bij de racks uit de Compaq 7000 Serie voor
ventilatierichtlijnen en -vereisten.
2-10 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 42
VOORZICHTIG: Wanneer u een rack uit de Compaq 7000 Serie gebruikt, is het
noodzakelijk dat u het goed ventilerende inzetstuk voor rackpanelen [artikelnummers
327281-B21 (42U) en 157847-B21 (22U)] installeert om voor voldoende
luchtcirculatie en koeling te zorgen. Zo voorkomt u dat de apparatuur beschadigd
raakt.
VOORZICHTIG: Als gebruik wordt gemaakt van een rack van een andere fabrikant,
zorgt u dat wordt voldaan aan de volgende vereisten, om een juiste luchtcirculatie te
waarborgen en het risico van schade aan de apparatuur te beperken:
• Voor- en achterpanelen: Als het 42U serverrack sluitende voor- en
achterpanelen bevat, zorgt u ervoor dat er van boven naar onderen 5.350
vierkante cm aan gaatjes gelijkmatig is verdeeld, om een juiste luchtcirculatie
mogelijk te maken (equivalent aan de vereiste 64 procent open ruimte voor
ventilatie).
• Zijkant: De vrije ruimte tussen het geïnstalleerde rackonderdeel en de zijpanelen
van het rack moet minimaal 7 cm bedragen.
Bijbehorende onderdelen
Overzicht van serverinstallatie
Zoek de volgende onderdelen die bij de server zijn geleverd:
• Toetsenbord (wordt niet geleverd bij rackmodel)
• Muis (wordt niet geleverd bij rackmodel)
• Netsnoer
• Meegeleverde documentatie en softwarepakketten
• Montagemateriaal voor installatie in een rack (alleen bij rackmodel)
Naast deze bij de server geleverde onderdelen heeft u mogelijk het volgende nodig:
• Torx T-15-schroevendraaier
• Hardwareopties
• Ethernet-kabel
• Besturingssysteem- of applicatiesoftware
• UPS (Uninterruptible Power Supply) of stroomverdelingseenheid
• Monitor
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-11
Page 43
Overzicht van serverinstallatie
Procedures voor installatie in een rack
Installeer de optionele hardwareonderdelen voordat u de server voor het eerst
installeert en inschakelt. Raadpleeg hoofdstuk 3, "Hardwareopties installeren", voor
informatie over het installeren van PCI-uitbreidingskaarten, geheugen, processoren,
hot-pluggable uitbreidingskaarten en andere belangrijke hardwareopties.
De procedure voor het installeren van deze server in een rack omvat de volgende
stappen:
• Chassisonderdelen die specifiek zijn voor montage van de server in racks,
installeren
• Montagemateriaal aan het rack bevestigen
• Server in het rack installeren
• Kabelarm bevestigen
• Kabels op de server aansluiten
• Server opstarten
• Besturingssysteem installeren
• Server configureren
• Server registreren
2-12HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 44
Overzicht van serverinstallatie
Chassisonderdelen voor montage in racks installeren
Voordat u de server in het rack gaat installeren, configureert u de volgende
onderdelen van de server:
• Stand van de systeemconfiguratieschakelaar (in de fabriek ingesteld voor
rackmodellen)
• Serverrails
• Kabelarmbeugel
Stand van de systeemconfiguratieschakelaar
Positie 3 van de systeemconfiguratieschakelaar is de positie voor de rackconfiguratie.
Deze positie wordt in de fabriek ingesteld op aan voor rackmodellen en er is op
de installatielocatie verder geen actie vereist met betrekking tot de positie.
Afbeelding 2-3 toont de schakelaarinstelling voor de systeemconfiguratie met de
in de fabriek ingestelde posities.
on
1 234
5 678
Afbeelding 2-3: Stand van systeemconfiguratieschakelaar
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-13
Page 45
Overzicht van serverinstallatie
Serverrails aan de server bevestigen
De ombouwset bevat een set verstelbare schuifrailassemblages.
Een schuifrailassemblage bestaat uit:
• Een serverrail die aan de server wordt bevestigd
• Een schuifrail waarin de serverrail wordt geplaatst en die aan
de railbevestigingsbeugel wordt bevestigd
De serverrails zijn bij levering in de schuifrails geïnstalleerd en moeten worden
verwijderd voordat de serverrails aan de server kunnen worden bevestigd.
U verwijdert de serverrail als volgt uit de schuifrail:
1. Trek de serverrail uit de schuifrail totdat de ontgrendeling van de serverrail klikt
(1).
2. Houd de ontgrendeling ingedrukt (2) en verwijder de serverrail uit de schuifrail.
Het is mogelijk dat u even hard aan de serverrail moet trekken om deze los te
maken van de schuifrail.
2
1
Afbeelding 2-4: Serverrail uit de schuifrail verwijderen
2-14HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 46
Overzicht van serverinstallatie
U bevestigt de serverrails als volgt aan de server:
1. Lijn de montagegaten in de serverrail uit met de montagespoelen op de server
(1).
2. Plaats de serverrail op de server en schuif de rail naar de achterkant van het
chassis totdat de montagespoel wordt vergrendeld (2).
3. Herhaal deze procedure met de tweede serverrail aan de andere kant van de
server.
2
1
Afbeelding 2-5: Serverrail aan de server bevestigen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-15
Page 47
Overzicht van serverinstallatie
Kabelarmbeugel bevestigen
Met de kabelarmbeugel kunt u de kabelarm aan de server en aan het achterframe
van het rack bevestigen.
U bevestigt de kabelarmbeugel als volgt aan de server:
1. Zoek de twee schroeven voor de beugel die zijn meegeleverd in de montageset.
2. Gebruik een Torx T-15-schroevendraaier om de beugel met de twee schroeven
vast te maken aan de achterkant van de server.
Afbeelding 2-6: Kabelarmbeugel aan de server bevestigen
2-16HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 48
Overzicht van serverinstallatie
Montagemateriaal aan het rack bevestigen
De procedure voor het installeren van de bevestigingsbeugel en
de schuifrailassemblages omvat de volgende stappen:
• Positie van de server in het rack markeren met behulp van de sjabloon
• Kooimoeren in het rackframe aanbrengen
• Bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblages aan het rack installeren
Positie markeren met de sjabloon
Er wordt een sjabloon meegeleverd waarmee u de posities voor de kooimoeren en
de bevestigingsbeugels op het rack kunt markeren. Begin onder aan het rack of direct
boven een reeds geïnstalleerd onderdeel.
1. Bevestig de sjabloon op de gewenste plaats met behulp van de twee lipjes. Zorg
er hierbij voor dat het gedrukte gatenpatroon op de sjabloon precies over de gaten
in de verticale rails van het rack valt.
Sjabloon
Afbeelding 2-7: Sjabloon gebruiken
2. Markeer de op de sjabloon aangegeven posities voor de kooimoeren en
de bevestigingsbeugels voor de schuifrailassemblages met een potlood.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-17
Page 49
Overzicht van serverinstallatie
3. Nadat u markeringen heeft aangebracht op de voorkant van het rack, draait u de
sjabloon om en herhaalt u de procedure voor de rails aan de achterkant van het
rack. Markeer ook de bovenkant van de sjabloon op het rack om de positie van de
volgende componenten te bepalen.
Kooimoeren in het rackframe aanbrengen
Breng met behulp van het montagegereedschap op de gemarkeerde locaties
kooimoeren aan aan de binnenkant van de rails. Zorg ervoor dat u twee kooimoeren
aanbrengt aan de voorzijde van het rack. Deze zullen worden gebruikt voor het
bevestigen van het serverchassis aan het rack met behulp van de twee schroeven in
het voorpaneel (raadpleeg Afbeelding 2-15).
OPMERKING: De kooimoeren en het montagegereedschap worden meegeleverd in
de montageset voor het rack.
1. Steek een van de lipjes van de kooimoer door het vierkante gat aan de binnenkant
van de rail.
2. Steek de punt van het montagegereedschap door de andere kant van het gat en
trek het tegenoverliggende lipje van de kooimoer door het gat.
Afbeelding 2-8: Kooimoeren aanbrengen in het rackframe
3. Gebruik het montagegereedschap als een hefboom en schuif het lipje van de
kooimoer op zijn plaats.
4. Herhaal deze procedure voor elke kooimoer.
2-18HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Op de bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblages staat de juiste positie voor het rack
aangegeven. Op de labels wordt aangegeven of een onderdeel linksvoor, linksachter,
rechtsvoor of rechtsachter moeten worden geïnstalleerd.
U installeert de bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblage als volgt:
Selecteer de juiste schuifrail-assemblage, door ervoor te zorgen dat het positielabel
op de schuifrail overeenkomt met de zijde die wordt geïnstalleerd. Op de schuifrailassemblage zoals weergegeven in Afbeelding 2-9 zou aan de voorkant binnenin
worden aangegeven dat een onderdeel rechtsvoor moet worden geïnstalleerd.
1. Bepaal de positie van de bevestigingsbeugel aan de hand van de potloodstrepen
die u met de sjabloon heeft aangebracht en trek de schuifrail uit zodat deze het
hele rack beslaat (1).
2. Bevestig eerst de voorkant van de bevestigingsbeugel door de lipjes op de juiste
positie aan te brengen en omlaag te drukken totdat de vergrendeling wordt
gesloten (2).
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-19
Page 51
Overzicht van serverinstallatie
Bevestig de achterkant van de bevestigingsbeugel (de kant die in het voorbeeld
in Afbeelding 2-9 zou zijn gemarkeerd als rechtsachter) door de lipjes op de juiste
positie aan te brengen in het rack en omlaag te drukken totdat de vergrendeling wordt
gesloten (3).
OPMERKING: Controleer of de bevestigingsbeugel horizontaal waterpas is.
3
Afbeelding 2-9: Bevestigingsbeugel/schuifrailassemblage aan het rack bevestigen
2
1
3. Herhaal deze procedure voor de andere bevestigingsbeugel/schuifrailassemblage.
2-20HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 52
Overzicht van serverinstallatie
Server installeren in racks met ronde gaten
Deze server kan worden geïnstalleerd in racks met ronde gaten. De volgende
gedeelten bevatten gedetailleerde informatie over het ombouwen van de
bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblage naar de configuratie voor ronde gaten
en het installeren van de assemblages in racks met ronde gaten.
Bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblage ombouwen voor racks
met ronde gaten
U bouwt de schuifrail-assemblage als volgt om voor racks met ronde gaten:
1. Draai de moeren en pakkingen los (1) en verwijder deze van de oorspronkelijke
railbeugels (2).
Afbeelding 2-10: Moeren en pakkingen verwijderen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-21
Page 53
Overzicht van serverinstallatie
2. Verwijder de oorspronkelijke railbeugels uit de schuifrail-assemblage.
Afbeelding 2-11: Beugels verwijderen uit de schuifrail-assemblage
3. Installeer de beugels voor racks met ronde gaten op de schuifrail-assemblage.
Afbeelding 2-12: Beugels voor racks met ronde gaten installeren
4. Plaats de in stap 1 verwijderde hardware terug.
2-22HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 54
Overzicht van serverinstallatie
Kooimoeren voor racks met ronde gaten aanbrengen
De kooimoeren voor racks met ronde gaten kunnen zonder speciale hulpmiddelen
worden aangebracht. Zorg ervoor dat u twee kooimoeren installeert aan de voorkant
van het rack, op de locaties die zijn gemarkeerd in het gedeelte “Positie markeren met
de sjabloon.”
OPMERKING: De kooimoeren worden meegeleverd in de montageset voor het rack.
Afbeelding 2-13: Kooimoeren voor rack met ronde gaten aanbrengen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-23
Page 55
Overzicht van serverinstallatie
Bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblage installeren in racks
met ronde gaten
Op de bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblages staat de juiste positie voor het rack
aangegeven. Op de labels wordt aangegeven of een onderdeel linksvoor, linksachter,
rechtsvoor of rechtsachter moeten worden geïnstalleerd.
U installeert de bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblage als volgt:
1. Selecteer de juiste schuifrail-assemblage, door ervoor te zorgen dat het
positielabel op de schuifrail overeenkomt met de zijde die wordt geïnstalleerd.
2. Bepaal de positie van de schuifrail-assemblage aan de hand van de
potloodstrepen die u met de sjabloon heeft aangebracht en trek de schuifrail uit
zodat deze het hele rack beslaat (1).
3. Bevestig eerst de voorkant van de bevestigingsbeugel. Breng de schroeven voor
het bevestigen van de beugel aan een rack met ronde gaten en de kooimoeren aan
op de juiste positie en draai deze vast (2).
Afbeelding 2-14: Bevestigingsbeugel/schuifrailassemblage voor rack met ronde gaten bevestigen
2-24 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 56
4. Bevestig de achterkant van de schuifrail-assemblage. Breng de schroeven voor
het bevestigen van de beugel aan een rack met ronde gaten en de kooimoeren aan
op de juiste positie en draai deze vast.
BELANGRIJK: Controleer of de bevestigingsbeugel horizontaal waterpas is.
Herhaal deze procedure voor de andere bevestigingsbeugel/schuifrail-assemblage.
Server in het rack installeren
U installeert de server als volgt in het rack:
WAARSCHUWING: Om het risico lichamelijk letsel of schade aan de
apparatuur te beperken, moet de server door minimaal twee personen in
het rack worden getild. Als de eenheid hoger dan borsthoogte moet
worden opgetild, moet een derde persoon helpen om de server op de rails
te zetten terwijl de twee anderen de eenheid ondersteunen.
OPMERKING: De server kan worden geïnstalleerd als de bevestigingsbeugel/schuifrail-
assemblage gesloten of uitgeschoven is.
Overzicht van serverinstallatie
1. Lijn de serverrails nauwkeurig uit met de schuifrails van het rack en schuif de
server helemaal in het rack (2), totdat de vergrendelingen van de serverrails
worden gesloten (1).
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u de server horizontaal houdt wanneer u de
serverrails in de schuifrails schuift. Als u de server schuin houdt, kunt u de rails
beschadigen.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van lichamelijk letsel en schuif de
server voorzichtig in het rack. Uw vingertoppen kunnen bekneld raken.
BELANGRIJK: De eerste keer dat u de server in het rack schuift, moet u mogelijk wat
extra kracht gebruiken. Daarna zal de server makkelijker over de kogellagers kunnen
worden geschoven.
2. Schuif de server een paar keer in en uit het rack om de schuifrails goed uit te
lijnen.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-25
Page 57
Overzicht van serverinstallatie
3. Zet de server vast door de schroeven op het voorpaneel in het rack te draaien (3).
3
1
Afbeelding 2-15: Server in het rack installeren
Kabelarm bevestigen
De kabelarm wordt bevestigd aan de kabelarmbeugel die u eerder heeft geïnstalleerd.
Zie het gedeelte "Kabelarmbeugel bevestigen" eerder in dit hoofdstuk. Alle kabels
van en naar de server worden aan deze arm vastgemaakt. Met de kabelarm kunt u de
kabels uit de weg halen, zodat de onderdelen van de server gemakkelijk toegankelijk
zijn.
2
2-26HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 58
Overzicht van serverinstallatie
U bevestigt de kabelarm als volgt:
1. Schuif de server in het rack. Zie "Server in het rack installeren" eerder in dit
hoofdstuk.
2. Bevestig het uiteinde van de kabelarm dat aan de server moet worden
vastgemaakt (1) aan de kabelarmbeugel (op de server) door de verende sluiting
(2) uit te trekken, de bevestigingsklem (3) in de kabelarmbeugel te plaatsen en de
verende sluiting los te laten en omlaag te drukken totdat de sluiting vergrendeld
is.
3
2
1
Afbeelding 2-16: Kabelarm aan de beugel bevestigen
3. Lijn het andere uiteinde van de kabelarm uit met de binnenkant van
de bevestigingsbeugel aan de linkerkant van het achterframe van het rack
(die is bevestigd aan de achterkant van de linkerschuifrail).
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-27
Page 59
Overzicht van serverinstallatie
4. Bevestig de kabelarm aan de bevestigingsbeugel aan het achterframe van het rack
door de verende sluiting (1) uit te trekken, de twee bevestigingsklemmen (2) te
plaatsen, de verende sluiting los te laten en in de richting van het chassis van de
server te drukken totdat de sluiting vergrendeld is.
Afbeelding 2-17: Kabelarm aan de bevestigingsbeugel vastmaken
2
1
2-28 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 60
Kabels op de server aansluiten
Nadat de kabelarm is geïnstalleerd, sluit u de kabels op de server aan door
de volgende procedures uit te voeren:
1. Sluit alle externe kabels op de server aan.
2. Als u een schakeleenheid in het rack heeft geïnstalleerd, leidt u de kabels
van de processor naar de schakeleenheid.
3. Bind alle kabels, waaronder ook de voedingskabel, bij elkaar en maak
ze met de bandjes aan de kabelarm vast.
Overzicht van serverinstallatie
Afbeelding 2-18: Kabels leiden en vastmaken
4. Trek de gebundelde kabels naar beneden door de kabelgoot van het rack.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-29
Page 61
Overzicht van serverinstallatie
Toegang krijgen tot de positie voor de redundante
voedingseenheid
De kabelarm heeft een scharnier in het midden, waardoor u toegang kunt krijgen tot
de posities voor de voedingseenheden zonder de arm te verwijderen.
U krijgt als volgt toegang tot de posities voor de voedingseenheden:
1. Til de vergrendelingsbeugel van het scharnier op (deze bevindt zich ongeveer
in het midden van het buitenste gedeelte van de kabelarm (1)).
2. Draai de kabelarm weg van het chassis van de server (2).
1
2
Afbeelding 2-19: Kabelarm wegdraaien van het chassis
3. Nadat u de gewenste onderhoudstaak heeft uitgevoerd, vergrendelt u de kabelarm
weer door stap 1 en 2 in omgekeerde volgorde uit te voeren.
2-30 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 62
Server inschakelen
Schakel de server in nadat de kabels van de randapparatuur en het netsnoer op
de server zijn aangesloten.
WAARSCHUWING: U beperkt als volgt het risico van elektrische schokken
en beschadiging van de apparatuur:
• Gebruik altijd een geaarde netsnoerstekker. De geaarde stekker is een
U schakelt de server als volgt in:
belangrijke veiligheidsvoorziening.
• Steek het netsnoer in een geaard stopcontact dat altijd makkelijk te
bereiken is.
• Koppel de netsnoeren van alle voedingseenheden los om de voeding
van de apparatuur volledig uit te schakelen.
• Zorg ervoor dat niemand per ongeluk op het netsnoer kan gaan staan en
dat het snoer niet bekneld kan raken door voorwerpen die er op of
tegenaan worden geplaatst. Let met name op de stekker, het stopcontact
en het punt waar het snoer uit de server komt.
Overzicht van serverinstallatie
1. Druk op de aan/standby-knop om de server in te schakelen.
Afbeelding 2-20: Rackmodel inschakelen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-31
Page 63
Overzicht van serverinstallatie
2. Kijk naar de lampjes op het voorpaneel om te controleren of het opstartproces
zonder problemen verloopt. Raadpleeg appendix E, "Lampjes, schakelaars en
jumpers", voor een uitgebreide beschrijving van de systeemlampjes.
Als de server voor het eerst wordt opgestart, wordt de POST uitgevoerd en wordt
RBSU gestart. Nadat u de basisinstellingen voor het systeem heeft geselecteerd,
installeert u het besturingssysteem en voert u aanvullende configuratietaken uit.
Raadpleeg de ROM Based Setup Utility User Guide en hoofdstuk 5,
"Serverconfiguratie en hulpprogramma's", voor meer informatie over het
configureren van de server met RBSU.
Vooraf geïnstalleerde besturingssystemen
Als u een server heeft besteld waarop reeds een besturingssysteem is geïnstalleerd,
zijn alle onderdelen voor het installeren van het besturingssysteem op de server
aanwezig. Raadpleeg de stappen in de Factory-Installed Operating System Software User Guide voor meer informatie over het gebruik van het besturingssysteem.
1. Lees de richtlijnen en procedures in de voorgaande gedeelten van dit hoofdstuk
aandachtig door.
2. Sluit de kabels aan: toetsenbord, muis, monitor, netwerk en netsnoeren.
Raadpleeg het gedeelte over de onderdelen op het achterpaneel van een
towerserver of rackserver in hoofdstuk 1, "Voorzieningen van de server".
WAARSCHUWING: Om het risico van een elektrische schok, brand of schade
aan apparatuur te beperken, mogen geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in de netwerkaansluiting worden gestoken.
3. Zoek de sleutel van de server en gebruik deze om het voorpaneel te openen
(indien nodig).
OPMERKING: Aan de binnenkant van het voorpaneel, boven de vergrendeling voor het slot,
bevindt zich een haakje waaraan u de sleutel kunt ophangen. U kunt de sleutel daar
desgewenst opbergen als u deze niet nodig heeft.
2-32HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 64
Overzicht van serverinstallatie
4. Schakel de server in door het voorpaneel te openen en op de aan/standby-
knop op de voorkant van de server te drukken (1).
1
2
Afbeelding 2-21: Server inschakelen (voorpaneel voor
de duidelijkheid niet afgebeeld)
5. Volg de instructies op het scherm om de initialisatie van het vooraf geïnstalleerde
besturingssysteem te voltooien. Nadat de initialisatie is voltooid, wordt
automatisch de Power-On Self-Test (POST) uitgevoerd.
6. Installeer voor het beheer van de server het hulpprogramma Insight Manager.
Dit programma bevindt zich op de Management-cd. Raadpleeg het meegeleverde
Server Setup and Management-pakket voor de initialisatieprocedures van de
Management-cd.
BELANGRIJK: Alleen als u Insight Manager installeert en gebruikt, kunt u profiteren van
de Prefailure-garantie op processoren, vaste schijven en geheugenmodules.
7. Nadat u de serverconfiguratie heeft gecontroleerd, maakt u een backup van de
systeemconfiguratie. Raadpleeg de cd met SmartStart voor meer informatie over
het maken van een backup van de systeemconfiguratie.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-33
Page 65
Overzicht van serverinstallatie
8. Installeer eventuele aanvullende hardware. Raadpleeg hoofdstuk 3,
"Hardwareopties installeren", of de uitbreidingssets voor gedetailleerde
instructies over de installatie van interne hardware
9. Installeer de gewenste applicatiesoftware.
10. Registreer de server. Raadpleeg het gedeelte "Server registreren"
verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie.
De installatie is voltooid.
Apart aangeschaft besturingssysteem
Als u het besturingssysteem apart heeft gekocht, installeert u het met behulp van
de cd met SmartStart. Raadpleeg het Server Setup and Management-pakket voor
informatie over het gebruik van de SmartStart software. De eerste keer dat de server
wordt geconfigureerd, maakt SmartStart automatisch de benodigde partitie op de
vaste schijf. Deze partitie kan nergens anders voor worden gebruikt en is geen
gewone systeempartitie.
Als u het besturingssysteem voor het eerst installeert, voert u de volgende stappen
uit:
1. Lees de richtlijnen en procedures in de voorgaande gedeelten van dit hoofdstuk
aandachtig door.
2. Installeer indien nodig eventuele hardwareopties. Raadpleeg hoofdstuk 3,
"Hardwareopties installeren", of de uitbreidingssets voor gedetailleerde
installatie-instructies.
WAARSCHUWING: Om het risico van een elektrische schok, brand of schade
aan apparatuur te beperken, mogen geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in de netwerkaansluiting worden gestoken.
3. Sluit de kabels aan: toetsenbord, muis, monitor, netwerk en netsnoeren.
Raadpleeg het gedeelte over de onderdelen op het achterpaneel van een
towerserver of rackserver in hoofdstuk 1 van deze handleiding.
4. Zoek de sleutel van de server en gebruik deze om het voorpaneel te openen
(indien nodig).
2-34HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 66
Overzicht van serverinstallatie
OPMERKING: Aan de binnenkant van het voorpaneel, boven de vergrendeling voor het slot,
bevindt zich een haakje waaraan u de sleutel kunt ophangen. U kunt de sleutel daar
desgewenst opbergen als u deze niet nodig heeft.
5. Schakel de server in door op de aan/standby-knop op de voorkant van de server
te drukken.
6. Configureer de server. Raadpleeg het gedeelte “Server configureren”
verderop in dit hoofdstuk voor instructies.
7. Installeer het besturingssysteem.
8. Installeer Insight Manager om de server te beheren. Raadpleeg het meegeleverde
Server Setup and Management-pakket voor de initialisatieprocedures van de
Management-cd.
BELANGRIJK: Alleen als u Insight Manager installeert en gebruikt, kunt u profiteren
van de Prefailure-garantie op processoren, vaste schijven en geheugenmodules.
9. Installeer de benodigde applicatiesoftware.
10. Registreer de server. Raadpleeg het gedeelte “Server registreren” verderop
in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Server configureren
Met het hulpprogramma RBSU voor het instellen van de server kunt u de server en
de serveropties configureren. U start RBSU door tijdens het opstarten op F9 te
drukken als daarvoor een aanwijzing verschijnt.
De cd met SmartStart, waarop een ROMPaq en bijgewerkte stuurprogramma's staan,
is een hulpmiddel voor de installatie van het besturingssysteem. U gebruikt de cd met
SmartStart als volgt:
1. Zoek de cd met SmartStart in het Server Setup and Management pakket.
2. Schakel de server in en druk op de ejectknop van de cd-rom-drive.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 2-35
Page 67
Overzicht van serverinstallatie
3. Plaats de cd met SmartStart met het label naar boven in de cd-rom-drive.
Houd de cd aan de randen vast en zorg dat u het oppervlak niet aanraakt.
Afbeelding 2-22: Cd in de cd-rom-drive plaatsen
4. De SmartStart procedure wordt gestart wanneer het lampje op de cd-rom-drive
groen wordt. Raadpleeg de cd met SmartStart voor meer informatie.
Server registreren
Voor informatie over het registreren van de server raadpleegt u het Server Setup and
Management-pakket dat wordt meegeleverd met de server of bezoekt u de website
www.register.hp.com.
2-36 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 68
3
Hardwareopties installeren
In dit hoofdstuk worden procedures beschreven voor het installeren, verwijderen en
vervangen van hardwareopties in de HP ProLiant ML350 Generation 3 server.
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen van de server kunnen door ontlading van
statische elektriciteit worden beschadigd. Zorg dat u niet statisch geladen bent als u
met de installatieprocedure begint, door even een geaard metalen voorwerp aan te
raken.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-1
Page 69
Hardwareopties installeren
Server voorbereiden
Voordat u opties installeert of verwijdert, bereidt u de server voor door de volgende
procedures uit te voeren. Raadpleeg Afbeelding 3-1 en Tabel 3-1 voor een overzicht van de
chassisonderdelen.
Onderdelen van het chassis
1
2
3
4
5
Afbeelding 3-1: Onderdelen van het chassis (rack- en
towermodel)
Tabel 3-1: Chassisonderdelen van rack- en towermodel
Nr. Beschrijving
1 Toegangspaneel
2 Verwisselbare-schijfposities
3 Cd-rom-drive
4 Diskettedrive
5 Vaste-schijfposities
3-2 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 70
Server uitschakelen
U schakelt de server als volgt uit:
VOORZICHTIG: Als u deze richtlijnen niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging
van de apparatuur of gaan er mogelijk gegevens verloren.
1. Maak een backup van de gegevens op de server en leg de configuratiegegevens
vast.
2. Sluit het besturingssysteem op de gebruikelijke manier af.
3. Schakel de server uit door op de aan/uit-knop op de voorkant van de server te
drukken.
4. Verwijder het netsnoer.
WAARSCHUWING: Voorkom het risico van persoonlijk letsel door elektrische
schokken of beschadiging van de apparatuur tijdens de installatie van een
hardware-upgrade door de server uit te schakelen. Koppel alle netsnoeren los
zodat de energietoevoer naar het systeem volledig is afgesloten. Met de
aan/uit-knop op het voorpaneel wordt de stroomtoevoer naar de server niet
volledig uitgeschakeld.
Hardwareopties installeren
5. Koppel alle externe apparatuur los van de server.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-3
Page 71
Hardwareopties installeren
Voorpaneel verwijderen
U verwijdert het voorpaneel als volgt:
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens
door de server uit te schakelen, alle kabels aan de achterkant van de server los te
koppelen en het netsnoer uit het (geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het
voorpaneel opent.
1. Volg de stappen in het gedeelte "Server uitschakelen" eerder in dit hoofdstuk.
2. Open het voorpaneel indien nodig met de meegeleverde sleutel (1).
3. Draai het voorpaneel volledig naar rechts (2).
1
2
Afbeelding 3-2: Voorpaneel ontgrendelen en openen
3-4HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 72
Hardwareopties installeren
4. Verwijder het voorpaneel door het op te tillen en het uit het chassis te trekken.
Afbeelding 3-3: Voorpaneel verwijderen
5. Als u het voorpaneel wilt terugplaatsen, voert u de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit.
OPMERKING: Wanneer u het voorpaneel terugplaatst, controleert u of u de onderste
scharnierpunten op de juiste wijze in het chassis heeft geplaatst voordat u het voorpaneel in
de oorspronkelijke positie draait.
Toegangspaneel verwijderen (towermodel)
WAARSCHUWING: Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u
deze aanraakt, om het risico van brandwonden te beperken.
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens
door de server uit te schakelen, alle kabels aan de achterkant van de server los te
koppelen en het netsnoer uit het (geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het
toegangspaneel opent.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-5
Page 73
Hardwareopties installeren
VOORZICHTIG: Zet de server niet aan als het grote toegangspaneel is verwijderd.
Dit paneel vormt een integraal onderdeel van het koelsysteem. Als u dit paneel
verwijdert terwijl het systeem aanstaat, kan de integriteit van de gegevens op de
server in gevaar worden gebracht.
U verwijdert het toegangspaneel als volgt:
1. Draai de twee schroeven los die zich aan de linkerkant van de voorzijde van het
chassis bevinden (1).
2. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,5 cm (0,5 inch) naar achteren (2).
3. Til het paneel op en verwijder het.
OPMERKING: Draai het toegangspaneel om, zodat u de informatie op het
systeemconfiguratielabel op de achterzijde van het paneel kunt lezen. Dit label bevat
informatie over het installeren van processorkaartopties, het configureren en installeren van
schijfeenheden, het instellen van schakelaars en over statuslampjes.
2
1
Afbeelding 3-4: Schroeven losdraaien en
toegangspaneel verwijderen
4. Als u het toegangspaneel wilt terugplaatsen, voert u stap 1 tot en met 3
omgekeerde volgorde uit.
3-6 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 74
Toegangspaneel verwijderen (rackmodel)
Als u het toegangspaneel wilt verwijderen, schuift u de server als volgt uit het rack:
1. Draai de twee schroeven los waarmee het chassis aan de voorkant van het rack is
bevestigd (1).
2. Schuif de server uit het rack totdat de schuifrails blokkeren (2).
1
2
Hardwareopties installeren
Afbeelding 3-5: Server uit het rack schuiven
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-7
Page 75
Hardwareopties installeren
3. Draai de twee schroeven los die zich aan de bovenkant van de voorzijde van het
chassis bevinden (1).
4. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,5 cm (0,5 inch) naar achteren (2).
5. Til het paneel op en verwijder het.
Afbeelding 3-6: Toegangspaneel verwijderen
2
1
3-8HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 76
Hardwareopties installeren
Afdekplaatjes voor verwisselbare schijfeenheden verwijderen
OPMERKING: Als u een opslageenheid wilt installeren,verwijdert u het afdekplaatje van de
gewenste positie. De lade van het afdekplaatje is bestemd voor het plaatsen van non-hotpluggable vaste schijven in posities voor verwisselbare schijfeenheden.
VOORZICHTIG: Voordat u een afdekplaatje voor een verwisselbare schijfeenheid
verwijdert, schakelt u de server uit, koppelt u alle kabels van de server los en
verwijdert u het netsnoer uit het geaarde stopcontact.
U verwijdert als volgt een afdekplaatje voor een verwisselbare schijfeenheid uit de
voorkant van het chassis:
1. Verwijder het toegangspaneel door de stappen te volgen in het gedeelte dat van
toepassing is op uw server (towermodel of rackmodel), eerder in dit hoofdstuk.
2. Schuif de drivelock omhoog om de afdekplaatjes te ontgrendelen (1).
3. Verwijder het afdekplaatje door het voorzichtig uit de voorkant van het chassis te
trekken (2).
2
1
Afbeelding 3-7: Afdekplaatje verwijderen uit positie voor
verwisselbare schijfeenheden
4. Als u een afdekplaatje in een positie voor een verwisselbare schijfeenheid wilt
terugplaatsen, voert u stap 1 tot en met 3 in omgekeerde volgorde uit.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-9
Page 77
Hardwareopties installeren
Opslageenheden
In dit gedeelte vindt u de procedures voor het verwijderen en vervangen van de
opslageenheden die door deze server worden ondersteund.
Raadpleeg voordat u een eenheid installeert "Onderdelen op voorpaneel van
towermodel en afmetingen schijfposities" of "Onderdelen op voorpaneel van
rackmodel en afmetingen schijfposities" in hoofdstuk 1, "Voorzieningen van de
server", voor de locaties en afmetingen van de schijfposities van de server.
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur door de server uit te
schakelen, alle kabels aan de achterkant van de server los te koppelen en het
netsnoer uit het (geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het toegangspaneel
of voorpaneel opent.
BELANGRIJK: Wanneer u een onderdeel toevoegt of verwijdert of een beveiligingsvoorziening wijzigt, worden deze wijzigingen pas herkend nadat de server opnieuw is
geconfigureerd. Als de systeemconfiguratie niet juist is, is het mogelijk dat de server niet goed
werkt en kunnen er foutberichten op het scherm worden weergegeven.
3-10 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 78
Stelschroeven
Wanneer u schijfeenheden in de positie voor verwisselbare schijfeenheden plaatst,
brengt u stelschroeven aan, zodat de schijfeenheden op de juiste wijze worden
uitgelijnd in de schijfhouder. Bij uw systeem worden extra stelschroeven geleverd.
De stelschroeven bevinden zich achter het zijpaneel van de server. Voor sommige
opties worden 5,25 M3 metrische schroeven gebruikt, terwijl voor andere HD 6-32schroeven worden gebruikt. De metrische schroeven die door HP worden geleverd,
zijn zwart.
Hardwareopties installeren
Afbeelding 3-8: Stelschroeven
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-11
Page 79
Hardwareopties installeren
Richtlijnen voor het installeren van SCSI-vaste schijven
Houd bij de installatie van SCSI-vaste schijven rekening met de volgende richtlijnen:
• Installeer schijfeenheden in de posities met als volgorde: 0, 1, 2, 3, 4, 5.
• U hoeft geen SCSI-ID's toe te wijzen aan hot-pluggable vaste schijven. Deze
SCSI-ID's worden automatisch toegewezen.
Voor meer informatie raadpleegt u Afbeelding 3-9 en hoofdstuk 4, "Richtlijnen voor
bekabeling".
5
4
3
2
1
0
Afbeelding 3-9: Posities voor hot-pluggable SCSI-vaste
schijven
3-12HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 80
Hardwareopties installeren
Hot-pluggable vaste schijf installeren en verwijderen
Raadpleeg voordat u een hot-pluggable vaste schijf installeert de
installatiedocumentatie bij de schijfeenheid.
1. Open het voorpaneel als de server een towermodel is.
2. Verschuif de ontgrendeling (1) en verwijder het afdekplaatje van de
vaste schijf (2).
1
2
Afbeelding 3-10: Afdekplaatje van vaste schijf
verwijderen
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-13
Page 81
Hardwareopties installeren
3. Verschuif de ontgrendeling van de vaste schijf (1) en open de ejecthendel (2).
1
Afbeelding 3-11: Ejecthendel openen
4. Plaats de hot-pluggable vaste schijf in de laagste beschikbare positie voor hotpluggable schijfeenheden (1) en sluit de ejecthendel (2).
2
1
2
Afbeelding 3-12: Hot-pluggable vaste schijf plaatsen en
ejecthendel sluiten
3-14HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 82
Hardwareopties installeren
5. Als u een hot-pluggable vaste schijf wilt verwijderen, voert u stap 1 tot en met 4
in omgekeerde volgorde uit.
BELANGRIJK: Het systeem functioneert alleen goed als u afdekplaatjes installeert in lege
schijfposities.
Schijfeenheden in verwisselbare-schijfposities installeren
De server heeft vier posities voor verwisselbare schijfeenheden. De onderste twee
posities worden ingenomen door een 3,5-inch diskettedrive en een IDE cd-rom-drive.
De bovenste twee posities zijn leeg. U kunt in deze posities twee halfhoge
schijfeenheden of één schijfeenheid van volledige hoogte installeren.
Halfhoge verwisselbare schijfeenheden installeren
U installeert een 5,25-inch schijfeenheid als volgt:
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur door de server uit te
schakelen, alle kabels van de server los te koppelen en het netsnoer uit het
(geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het toegangspaneel opent.
1. Verwijder het toegangspaneel door de stappen uit te voeren in het gedeelte dat
van toepassing is op uw server (towermodel of rackmodel), eerder in dit
hoofdstuk.
OPMERKING: Als u een towermodel heeft, kunt u het voorpaneel verwijderen, zodat u
gemakkelijker bij de onderdelen kunt.
2. Configureer de schijfeenheid door de SCSI-ID in te stellen. U moet de SCSI-ID
van elke eenheid handmatig op een unieke waarde instellen. Raadpleeg de
documentatie bij de eenheid voor instructies over het instellen van de SCSI-ID.
3. Verwijder alle terminatorjumpers van SCSI-eenheden van andere fabrikanten.
4. Bevestig de stelschroeven aan de zijkanten van de schijfeenheid.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-15
Page 83
Hardwareopties installeren
5. Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie totdat deze vastklikt.
Afbeelding 3-13: Schijfeenheid in verwisselbareschijfpositie installeren
3-16HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 84
Hardwareopties installeren
6. Sluit de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan op de achterkant van de
schijfeenheid.
2
1
Afbeelding 3-14: Gegevenskabels en voedingskabels
aansluiten
7. Sluit de gegevenskabel aan op een SCSI-controllerkanaal (het secundaire SCSI-
kanaal in afbeelding 3-14).
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-17
Page 85
Hardwareopties installeren
Tapedrive installeren
U installeert een tapedrive als volgt:
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur door de server uit te
schakelen, alle kabels van de server los te koppelen en het netsnoer uit het
(geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het toegangspaneel opent.
1. Verwijder het toegangspaneel (en het voorpaneel indien van toepassing) door de
stappen uit te voeren in het gedeelte dat van toepassing is op uw server
(towermodel of rackmodel), eerder in dit hoofdstuk.
2. Bevestig de stelschroeven aan de zijkanten van de tapedrive.
3. Configureer de drive door de SCSI-ID in te stellen. Stel de SCSI-ID van elke
drive op dezelfde SCSI-bus in op een unieke waarde tussen 0 en 5. Raadpleeg de
documentatie bij de tapedrive voor instructies over het instellen van de SCSI-ID.
4. Schuif de tapedrive in de schijfpositie totdat deze vastklikt.
Afbeelding 3-15: Tapedrive (DLT) installeren
BELANGRIJK: U wordt geadviseerd om een tapedrive op een afzonderlijke SCSI-kabel aan
te sluiten om te voorkomen dat de prestaties van andere SCSI-eenheden achteruitgaan.
3-18HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 86
Hardwareopties installeren
5. Sluit de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan op de achterkant van de
tapedrive.
2
1
Afbeelding 3-16: Gegevenskabels en voedingskabels
aansluiten op de tapedrive
6. Sluit de gegevenskabel aan op een SCSI-controllerkanaal (het secundaire SCSI-
kanaal in afbeelding 3-16).
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-19
Page 87
Hardwareopties installeren
Schijfeenheden verwijderen uit verwisselbareschijfposities
U verwijdert een tapedrive of een andere eenheid als volgt:
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur door de server uit te
schakelen, alle kabels van de server los te koppelen en het netsnoer uit het
(geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het toegangspaneel opent.
1. Verwijder het toegangspaneel (en het voorpaneel indien van toepassing) door de
stappen uit te voeren in het gedeelte dat van toepassing is op uw server
(towermodel of rackmodel), eerder in dit hoofdstuk.
2. Koppel de voedingskabel en de gegevenskabel los van de achterkant van de
tapedrive.
Afbeelding 3-17: Gegevenskabels en voedingskabels
loskoppelen
3-20HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 88
Hardwareopties installeren
3. Schuif de drivelock omhoog (1), zodat u de tapedrive uit de schijfpositie kunt
trekken (2).
2
1
Afbeelding 3-18: Tapedrive ontgrendelen
4. Verwijder de stelschroeven aan de zijkanten van de schijfeenheid.
5. Installeer afdekplaatjes in lege schijfposities.
6. Plaats het toegangspaneel weer terug.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-21
Page 89
Hardwareopties installeren
Uitbreidingskaarten installeren
Afbeelding 3-19 en Tabel 3-2 tonen de locatie van uitbreidingsslots.
1
2
3
4
5
Afbeelding 3-19: Locatie van de uitbreidingsslots
Tabel 3-2: Uitbreidingsslots
Nr. Type slot Slotnummer
1 3,3 V, 64-bit PCI-X 100 MHz (bus 2) 1
2 3,3 V, 64-bit PCI-X 100 MHz (bus 2) 2
3 3,3 V, 64-bit PCI-X 100 MHz (bus 5) 3
4 3,3 V, 64-bit PCI-X 100 MHz (bus 5) 4
5 5,0 V, 32-bit PCI 33 MHz 5
OPMERKING: Slots 1, 2, 3 en 4 zijn geoptimaliseerd voor 100-MHz PCI-Xuitbreidingskaarten.
3-22HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 90
Hardwareopties installeren
Deze server ondersteunt twee onafhankelijke 64-bit, 133 MHz PCI-X segmenten
(bussen) voor verbeterde prestaties en platformflexibiliteit. Voor een optimale
verdeling van de belasting tijdens het installeren van PCI-X uitbreidingskaarten, vult
u uitbreidingskaarten in verschillende bussen, voordat u twee slots op dezelfde bus
vult. Raadpleeg Afbeelding 3-19 en Tabel 3-2 voor een overzicht van de slotposities
op busnummer.
BELANGRIJK: Installeer altijd twee uitbreidingskaarten met dezelfde snelheid op dezelfde
bus voor optimale prestaties. Als u uitbreidingskaarten met verschillende snelheden
(bijvoorbeeld 66-MHz PCI- en 100-MHz PCI-X-kaarten) op dezelfde bus installeert, werken
beide kaarten met de laagste snelheid.
U installeert een uitbreidingskaart als volgt:
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur door de server uit te
schakelen, alle kabels aan de achterkant van de server los te koppelen en het
netsnoer uit het (geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het toegangspaneel
opent.
1. Verwijder het toegangspaneel door de stappen uit te voeren in het gedeelte dat
van toepassing is op uw server (towermodel of rackmodel), eerder in dit
hoofdstuk.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-23
Page 91
Hardwareopties installeren
2. Draai de schroef los van de borgklem voor uitbreidingskaarten (1) en trek de
borgklem uit het chassis (2).
1
2
Afbeelding 3-20: Borgklem voor uitbreidingskaarten
verwijderen
3. Druk boven op de vergrendeling van het uitnreidingsslot (1) en open de
vergrendeling door deze naar de achterzijde van het chassis (2) te duwen.
4. Verwijder het afdekplaatje van het uitbreidingsslot (3).
3-24HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 92
Hardwareopties installeren
BELANGRIJK: Mogelijk moet u ook het afdekplaatje verwijderen van het slot naast het slot
waarin u een kaart installeert.
2
1
3
Afbeelding 3-21: Afdekplaatje van het uitbreidingsslot
verwijderen
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u uitbreidingskaarten in het juiste type slot plaatst. U kunt
32-bit uitbreidingskaarten zowel in het 32-bit slot als in de 64-bit slots plaatsen, maar 64-bit
uitbreidingskaarten kunt u alleen in 64-bit uitbreidingsslots plaatsen.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-25
Page 93
Hardwareopties installeren
5. Plaats de uitbreidingskaart (1).
6. Sluit de vergrendeling van het uitbreidingsslot om de kaart vast te zetten (2).
1
Afbeelding 3-22: Uitbreidingskaart installeren
7. Sluit eventuele kabels aan op de uitbreidingskaart.
2
3-26HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 94
Hardwareopties installeren
8. Plaats de borgklem voor uitbreidingskaarten (1) terug en draai de schroef
vast (2).
2
1
1
Afbeelding 3-23: Borgklem voor uitbreidingskaarten
terugplaatsen
9. Plaats het toegangspaneel weer terug.
10. Voer stap 1 tot en met 9 in omgekeerde volgorde uit om een uitbreidingskaart te
verwijderen.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-27
Page 95
Hardwareopties installeren
Geleideplaat van ventilator verwijderen
U verwijdert de geleideplaat van de ventilator als volgt:
1. Verwijder het toegangspaneel door de stappen uit te voeren in het gedeelte dat
van toepassing is op uw server (towermodel of rackmodel), eerder in dit
hoofdstuk.
2. Verwijder de borgklem voor de uitbreidingskaarten aan de hand van de stappen
in het gedeelte "Uitbreidingskaarten installeren" eerder in dit hoofdstuk.
3. Draai de schroef los waarmee de geleideplaat aan de ventilator is bevestigd (1).
4. Draai de geleideplaat naar buiten en schuif deze uit het chassis (2).
1
2
Afbeelding 3-24: Geleideplaat van de ventilator
verwijderen
3-28 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 96
Geheugenmodules
Technische informatie en belangrijke richtlijnen
VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de apparatuur door de server uit te
schakelen, alle kabels aan de achterkant van de server los te koppelen en het
netsnoer uit het (geaarde) stopcontact te verwijderen voordat u het toegangspaneel
opent.
VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat het systeem wordt beschadigd als u
onderdelen vastpakt, raadpleegt u appendix B, "Elektrostatische ontlading".
VOORZICHTIG: Pak een geheugenmodule nooit vast bij de contactpunten. Als u
dat toch doet, kunt u de module beschadigen.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u DIMM's installeert:
• Installeer alleen industriestandaard 184-pins PC2100 DDR DIMM's. De DDR
DIMM's moeten ondersteuning bieden voor CAS Latency 2 of hoger. De
DIMM's moeten bovendien de verplichte SPD-informatie (Serial Presence
Detect) bevatten van de Joint Electronic Device Engineering Council (JEDEC).
Hardwareopties installeren
• Gebruik niet zowel ECC- als niet-ECC-DDR DIMM's. Als u verschillende typen
DIMM's gebruikt, functioneert het systeem niet goed.
• U kunt een DIMM maar op één manier installeren. Houd de twee uitsparingen op
de DIMM recht boven het nokje op het DIMM-voetje. Druk de DIMM omlaag in
het DIMM-voetje en zorg ervoor dat deze volledig en juist is geplaatst.
• U kunt DIMM's in paren of afzonderlijk installeren. Als u DIMM's in identieke
paren installeert, kan de voorziening voor interleaved geheugen worden
geactiveerd (raadpleeg "Configuraties met interleaved en non-interleaved
geheugen" verderop in dit hoofdstuk).
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-29
Page 97
Hardwareopties installeren
Configuraties met interleaved en non-interleaved geheugen
Deze server ondersteunt zowel configuraties met interleaved geheugen als
configuraties met non-interleaved geheugen. Met interleaved geheugen wordt de
bandbreedte vergroot doordat meerdere gegevensblokken gelijktijdig toegankelijk
zijn, zodat bijvoorbeeld lees- en schrijfbewerkingen elkaar kunnen overlappen. Dit is
mogelijk doordat het systeemgeheugen wordt verdeeld tussen DIMM-paren,
waardoor het mogelijk is gegevensblokken gelijktijdig te lezen van en te schrijven
naar de twee paren. Als u de server wilt laten werken met interleaved geheugen,
moeten identieke DIMM's in paren worden geïnstalleerd. Als de server niet met
interleaved geheugen hoeft te werken, kunt u DIMM's ook afzonderlijk installeren.
Interleaved geheugen activeren
De functionaliteit voor interleaved geheugen wordt automatisch geactiveerd als er
twee identieke DIMM's worden gedetecteerd in de voetjes 1 en 2. Als de voetjes 3 en
4 zijn gevuld, moeten deze ook identieke DIMM's bevatten. Als er identieke DIMM's
zijn geïnstalleerd in de voetjes 1, 2 en 3, werkt de server met non-interleaved
geheugen. De server werkt alleen met interleaved geheugen als er een even aantal
DIMM's is geïnstalleerd.
De geheugenstand wordt op twee manieren op de server aangegeven. Tijdens de
POST verschijnt er een ROM-bericht dat aangeeft of de server met interleaved of
non-interleaved geheugen werkt. Bovendien wordt de geheugenstand in het
hoofdmenu van RBSU aangegeven na het bericht
XXXMB Memory Installed
(XXX MB geheugen geïnstalleerd) in het informatieblok rechts van de lijst met
menuopties. Raadpleeg hoofdstuk 5, "Serverconfiguratie en hulpprogramma's", voor
meer informatie.
Richtlijnen voor interleaved geheugen
Volg de onderstaande richtlijnen als u de server met interleaved geheugen wilt laten
werken:
• Geheugenmodules moeten in identieke paren worden geïnstalleerd. Paren zijn
DIMM's die zijn geïnstalleerd in de voetjes 1 en 2 of 3 en 4.
• Vul eerst DIMM-voetjes 1 en 2, voordat u modules installeert in voetjes 3 en 4
(indien noodzakelijk). Raadpleeg Afbeelding 3-25 en Tabel 3-3.
3-30 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 98
Geheugenmodules installeren
Deze server ondersteunt maximaal 8 GB geheugen. U kunt één module installeren in
DIMM-positie 1 (non-interleaved geheugen) of u kunt combinaties installeren van
modules van 128 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB en 2 GB modules (ter ondersteuning
van interleaved-geheugenfunctionaliteit). De server heeft vier DIMM-voetjes op de
systeemkaart (raadpleeg Afbeelding 3-25).
BELANGRIJK: U hoeft DIMM's niet in paren te installeren. Dat moet alleen als u de server
met interleaved geheugen wilt laten werken. Als u de server met interleaved geheugen wilt
laten werken, volgt u de installatierichtlijnen voor DIMM's eerder in dit hoofdstuk.
4
3
2
1
Hardwareopties installeren
Afbeelding 3-25: Locatie van de DIMM-voetjes
OPMERKING: Raadpleeg appendix E, "Lampjes, schakelaars en jumpers", voor een
beschrijving van de DIMM-lampjes.
Tabel 3-3: DIMM-voetjes
Nr. Onderdeel
1 DIMM-voetje 1, paar 1
2 DIMM-voetje 2, paar 1
3 DIMM-voetje 3, paar 2
4 DIMM-voetje 4, paar 2
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-31
Page 99
Hardwareopties installeren
U installeert een DIMM als volgt:
1. Verwijder het toegangspaneel door de stappen uit te voeren in het gedeelte dat
van toepassing is op uw server (towermodel of rackmodel), eerder in dit
hoofdstuk.
2. Verwijder de geleideplaat van de ventilator door de stappen uit te voeren in het
gedeelte "Geleideplaat van ventilator verwijderen" eerder in dit hoofdstuk.
3. Druk beide vergrendelingen van het DIMM-voetje tegelijk naar buiten.
4. Plaats de DIMM in het voetje (1).
5. Draai de vergrendelingen weer terug, zodat deze weer rechtop staan (2).
2
2
1
Afbeelding 3-26: DIMM installeren
6. Breng de geleideplaat van de ventilator opnieuw aan.
7. Plaats het toegangspaneel weer terug.
3-32 HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding
Page 100
Geheugenmodules verwijderen
U verwijdert een DIMM als volgt:
VOORZICHTIG: Voordat u het toegangspaneel verwijdert, schakelt u de server uit,
koppelt u alle kabels aan de achterkant van de server los en verwijdert u het
netsnoer uit het geaarde stopcontact.
1. Verwijder het toegangspaneel door de stappen uit te voeren in het gedeelte dat
van toepassing is op uw server (towermodel of rackmodel), eerder in dit
hoofdstuk.
2. Verwijder de geleideplaat van de ventilator door de stappen uit te voeren in het
gedeelte "Geleideplaat van ventilator verwijderen" eerder in dit hoofdstuk.
3. Druk beide vergrendelingen van het DIMM-voetje tegelijk naar buiten. Met deze
stap ontgrendelt u de DIMM, waardoor deze gedeeltelijk uit het voetje wordt
geduwd (1).
4. Haal de DIMM uit het voetje (2).
Hardwareopties installeren
1
1
2
Afbeelding 3-27: DIMM verwijderen
5. Breng de geleideplaat van de ventilator opnieuw aan.
6. Plaats het toegangspaneel weer terug.
HP ProLiant ML350 Generation 3 server - Setup- en installatiehandleiding 3-33
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.