Hp PAVILION SLIMLINE S3500, PAVILION SLIMLINE S3400, PAVILION ELITE M9300, COMPAQ PRESARIO SR5500, COMPAQ PRESARIO SR5400 User Manual [nl]

...
Aan de slag
De enige garanties voor producten en diensten van Hewlett-Packard staan vermeld in de garantiebeschrijvingen bij de betreffende producten en diensten. De informatie in deze publicatie kan niet worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Dit document bevat informatie die eigendom is van HP en door de wetten op het auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel gedeelte van dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of in een andere taal worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HP.
Hewlett-Packard Company P.O. Box 4010 Cupertino, CA 95015-4010 USA
Copyright © 2000–2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Dit product bevat copyright-beschermingstechnologie die door Amerikaanse patenten
en andere rechten van intellectuele eigendom wordt beschermd. Het gebruik van deze copyright-beschermingstechnologie moet door Macrovision zijn goedgekeurd en deze is, tenzij op andere wijze door Macrovision toegestaan, uitsluitend bestemd voor gebruik in de huiselijke omgeving en ander beperkt gebruik van betaal-tv. Terugwerkend construeren en demonteren zijn verboden.
Microsoft en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Windows-logo en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Inhoudsopgave

De computer installeren ...........................................................................1
De computer installeren...........................................................................................1
De computer op de juiste locatie plaatsen............................................................. 1
Overspanningsbeveiliging gebruiken ...................................................................1
Verbindingen met de computer............................................................................2
Een digitale camera aansluiten (foto of video)............................................................8
Andere apparaten aansluiten.................................................................................10
Documentatie en herstelschijven opslaan .................................................................10
De instellingen van de monitor aanpassen ...............................................................11
De schermresolutie aanpassen met Vista.............................................................11
De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA ........................11
Een LAN configureren...........................................................................................12
Een kabelverbinding (Ethernet) instellen...................................................................13
Geïntegreerde draadloze apparaten ...................................................................... 14
Draadloze LAN-apparaten aansluiten .....................................................................15
De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren..................................15
Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken ...........................16
Een modem aansluiten ..........................................................................................17
Inhoudsopgave iii
Luidsprekers of een microfoon aansluiten ..............................................19
Typen geluidsconnectoren .....................................................................................19
Een microfoon aansluiten.......................................................................................22
Luidsprekerconfiguratie .........................................................................................23
Luidsprekertypen ............................................................................................. 24
2/2.1-luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer) .................24
4.1-luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers en een subwoofer) .....................25
5.1-luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers en een subwoofer) .....................27
7.1-luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers en een subwoofer) .....................28
Uw externe stereosysteem aansluiten (optioneel)..................................................30
2.1-geluidsinstallatie ........................................................................................31
5.1-geluidsinstallatie ........................................................................................32
Procedure voor een 5.1-geluidsinstallatie............................................................33
7.1-geluidsinstallatie ........................................................................................34
Procedure voor een 7.1-geluidsinstallatie............................................................35
Digitale audio aansluiten..................................................................................36
Hoofdtelefoon aansluiten.......................................................................................37
Een 2.1-luidsprekersysteem en een hoofdtelefoon gebruiken .................................37
Een 5.1- tot 7.1-luidsprekersysteem en een hoofdtelefoon gebruiken ...................... 37
Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi .......................38
De luidsprekers aansluiten ................................................................................38
Aansluitingen op de FlexiJack-connector.............................................................39
Ondersteuning.......................................................................................41
Online handleidingen zoeken ................................................................................ 41
Handleidingen zoeken op het web .........................................................................41
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ...................................................... 42
De map PC Help & Tools gebruiken........................................................................42
De diagnostische hulpprogramma's voor hardware gebruiken ..............................42
HP Total Care Advisor gebruiken............................................................................ 43
De computer voor het eerst inschakelen.................................................45
De computer uitschakelen ......................................................................................46
De optie Afsluiten gebruiken .............................................................................46
Vergrendeling gebruiken ..................................................................................47
Slaapstand gebruiken ......................................................................................47
De sluimerstand gebruiken................................................................................48
Slaap-, sluimer- of afwezigheidsstand automatisch activeren .................................48
De computer opnieuw opstarten .............................................................................49
Verbinding maken met internet...............................................................................49
De computer veilig en comfortabel gebruiken...........................................................50
Gebruikersaccounts instellen ..................................................................................51
iv Aan de slag (functies variëren per model)
De computer beveiligen......................................................................................... 52
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................52
Antivirussoftware gebruiken ..............................................................................54
Firewallsoftware gebruiken ...............................................................................54
De computer configureren voor automatische softwareupdates van Microsoft.......... 55
Essentiële beveiligingsupdates installeren............................................................ 56
Richtlijnen voor het installeren van software en hardwareapparaten ...........................56
Bestanden en instellingen van uw oude computer overzetten naar een nieuwe
computer.............................................................................................................57
Het toetsenbord gebruiken ....................................................................59
Voorzieningen van het toetsenbord identificeren ......................................................59
Alfanumerieke toetsen ......................................................................................59
Functietoetsen .................................................................................................60
Bewerkingstoetsen ...........................................................................................60
Pijltoetsen .......................................................................................................60
Numerieke toetsen...........................................................................................61
Toetsenbordlampjes .........................................................................................61
Speciale knoppen............................................................................................ 62
Speciale toetsenbordtoetsen identificeren ................................................................62
De toetsenbordknoppen aanpassen ...................................................................64
Toetsenbordsneltoetsen.......................................................................................... 65
Problemen met de draadloze muis en het draadloze toetsenbord oplossen..................66
Een draadloze muis en draadloos toetsenbord synchroniseren .............................. 66
De muis gebruiken.................................................................................69
De muisknoppen gebruiken....................................................................................70
Schuiven.........................................................................................................70
Automatisch schuiven .......................................................................................71
Pannen...........................................................................................................71
Muisinstellingen wijzigen.......................................................................................71
Functies van de muisknoppen verwisselen...........................................................71
De snelheid van de muisaanwijzer wijzigen........................................................72
Dubbelkliksnelheid wijzigen.............................................................................. 72
De optie Klikvergrendeling inschakelen ..............................................................72
Schuifsnelheid van de wielknop wijzigen............................................................73
Problemen met de draadloze muis en het draadloze toetsenbord oplossen..................73
Inhoudsopgave v
Luidspreker- en geluidsopties configureren ............................................75
Luidsprekervolume aanpassen ...........................................................................76
Een microfoon selecteren..................................................................................77
Geluidsuitvoer configureren ..............................................................................77
De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-geluidskaart gebruiken ....................78
De FlexiJack-connector configureren................................................................... 79
Configuratiemodi van Sound Blaster X-Fi ............................................................ 79
Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager ...................................80
De besturingsschermen van Realtek HD Audio Manager.......................................81
Geluid configureren voor opnames met Realtek HD Audio Manager......................83
Een andere functie toewijzen aan audioconnectoren op het voorpaneel.................84
Multistreaming audio configureren.....................................................................85
Wanneer multistreaming audio te gebruiken .......................................................86
Multistreaming audio instellen ...........................................................................86
Geluid configureren voor Windows Media Center...............................................87
Opnameapparaten selecteren ...........................................................................88
Geluidsproblemen oplossen .............................................................................. 88
De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken ...............89
Overzicht van de knoppen op de afstandsbediening ................................................90
Teletekstknoppen .............................................................................................92
De afstandsbediening gebruiken ............................................................................93
Problemen met de afstandsbediening oplossen.........................................................94
De sensor ontvangt geen signaal van de afstandsbediening..................................94
Kennismaking met de software op de computer ....................................95
Meer informatie over software ...............................................................................95
Het bureaublad gebruiken.....................................................................................95
Pictogrammen van het bureaublad verwijderen ...................................................96
Bureaubladpictogrammen terughalen .................................................................96
Bestanden definitief verwijderen ........................................................................96
Het menu van de knop Start van Windows gebruiken ...............................................96
Het menu Alle programma's gebruiken...............................................................96
De lijst Alle programma's organiseren................................................................97
Het Configuratiescherm gebruiken..........................................................................97
De grootte van vensters aanpassen......................................................................... 98
Werken met digitale afbeeldingen..........................................................................98
Over internet........................................................................................................ 99
Een browser gebruiken .......................................................................................100
Zoeken op internet.........................................................................................100
Toegang tot internet beperken.........................................................................101
vi Aan de slag (functies variëren per model)
De antivirussoftware Norton Internet Security gebruiken ..........................................102
Norton Internet Security configureren en registreren ...........................................102
Handmatig een scan uitvoeren ........................................................................102
Tijd voor volledige systeemscan instellen ..........................................................103
Tijdstip voor een aangepaste scan instellen.......................................................103
E-mail verzenden en ontvangen............................................................................ 104
Windows Mail gebruiken ...............................................................................104
Het e-mailprogramma van uw internetaanbieder gebruiken ................................104
Tabel met een overzicht van de software ...............................................................105
Bestanden beheren..............................................................................109
Bestanden organiseren met mappen .....................................................................109
Mappen maken..................................................................................................110
Bestanden verplaatsen ........................................................................................110
Bestanden zoeken ..............................................................................................111
Bestanden een andere naam geven ......................................................................112
Bestanden verwijderen........................................................................................112
Bestanden terugzetten vanuit de Prullenbak............................................................113
Bestanden kopiëren ............................................................................................113
Een printer gebruiken..........................................................................................114
Cd- en dvd-stations gebruiken .............................................................115
De cd- en dvd-stations gebruiken ..........................................................................115
Behandeling van cd's en dvd's........................................................................116
Cd's en dvd's plaatsen en verwijderen .............................................................116
Informatie betreffende compatibiliteit ....................................................................117
Overzichtstabel schijffuncties en compatibiliteit ......................................................118
Overzichtstabel van optische stations ....................................................................119
Blu-ray-stations en hd-schijfstations gebruiken .........................................................120
De geheugenkaartlezer gebruiken .......................................................121
Handleiding voor het invoeren van media .............................................................122
Meer over het activiteitslampje.............................................................................125
Een geheugenkaart formatteren............................................................................125
Problemen met de geheugenkaartlezer oplossen ....................................................126
De HP Personal Media Drive en HP Pocket Media Drive gebruiken .......127
Het station aansluiten..........................................................................................128
Het station in een stationscompartiment plaatsen ....................................................129
Het station aansluiten op een computer zonder schijfcompartiment ...........................130
Het station identificeren en een stationsletter toewijzen............................................131
Het station gebruiken ..........................................................................................132
Bestanden handmatig overbrengen naar een andere computer ...........................132
Het station loskoppelen .......................................................................................132
Problemen met de HP Media Drive oplossen..........................................................133
Inhoudsopgave vii
Cd's, dvd's of vcd's afspelen.................................................................135
Muziek gebruiken...............................................................................................135
Muziek gebruiken met Windows Media Center......................................................136
De muziekbibliotheek gebruiken...........................................................................137
Muziek toevoegen aan de muziekbibliotheek....................................................137
Muziekbestanden toevoegen van de vaste schijf................................................137
Muziekbestanden toevoegen van een cd ..........................................................138
Muziekbestanden verwijderen uit de muziekbibliotheek......................................139
Ondersteunde muziekbestandstypen gebruiken .................................................139
Muziekbestanden afspelen in Windows Media Center............................................140
De visualisatie-instellingen wijzigen..................................................................141
Een album afspelen in Windows Media Center .................................................142
Een nummer afspelen in Windows Media Center ..............................................142
Een wachtrij maken in Windows Media Center......................................................143
Een album zoeken en afspelen in Windows Media Center ......................................143
Albuminformatie gebruiken.............................................................................143
Zoekfunctie in Windows Media Center gebruiken ..................................................144
Muzieknummers en -bestanden zoeken.............................................................144
Een afspeellijst maken in Windows Media Center ..................................................145
Muziekbestanden naar cd kopiëren in Windows Media Center ...............................146
Naar online radiostations luisteren ....................................................................... 148
Muziek-cd's afspelen ..........................................................................................148
Cd's afspelen met Windows Media Player ............................................................149
Dvd's afspelen ...................................................................................................149
Windows Media Center gebruiken om dvd's af te spelen ...................................150
Problemen met slechte afspeelkwaliteit bij het afspelen van dvd's oplossen ...........150
Land-/regionummers gebruiken .......................................................................151
Dvd-films afspelen in Windows Media Center ........................................................151
De dvd-instellingen wijzigen ................................................................................ 152
De taal van de dvd-film wijzigen .....................................................................152
De opties voor dvd op de afstandsbediening wijzigen .......................................153
Closed captioning voor dvd wijzigen...............................................................154
Dvd-audio-instellingen wijzigen ............................................................................154
Dvd's afspelen met Windows Media Player ...........................................................155
DVD Play gebruiken voor het afspelen dvd's, video's, high-definition-dvd's en
Blu-ray-dvd's ......................................................................................................155
Video-cd's (vcd's) spelen ..................................................................................... 157
Video-cd's (vcd's) afspelen met Windows Media Player .....................................157
viii Aan de slag (functies variëren per model)
Windows Media Center gebruiken .......................................................159
Windows Media Center configureren ...................................................................160
De stappen in de configuratiewizard voltooien..................................................160
Menu Start van Windows Media Center ...............................................................162
Items in het menu Start van Windows Media Center ..........................................162
Functies van Windows Media Center....................................................................163
De juiste muziek voor het moment....................................................................164
Internetradio afspelen.....................................................................................164
Deel uw digitale geheugens............................................................................164
Transformeer uw leefruimte in een theater.........................................................165
Online media................................................................................................165
Navigeren in Windows Media Center ..................................................................165
Windows Media Center openen met een muis ..................................................165
Windows Media Center openen met de afstandsbediening van
Windows Media Center .................................................................................166
De menubalken van Windows Media Center gebruiken .....................................166
Items selecteren in Windows Media Center ......................................................167
Systeemmenu van Windows Media Center .......................................................168
Instellingen van Windows Media Center wijzigen ..................................................168
Categorieën van instellingen in Windows Media Center ....................................169
Energiebeheerinstellingen van Windows Media Center gebruiken .......................170
Audio- en gegevensschijven maken .....................................................171
Herschrijfbare schijven wissen voor het opnemen ...................................................172
Werken met audio-cd's .......................................................................................172
Tips voor audio-cd's.......................................................................................173
Voordat u schijven maakt ............................................................................... 174
Audio-cd's maken..........................................................................................174
Videoschijven maken .....................................................................................175
Een schijf kopiëren ........................................................................................176
Gegevensschijven maken ...............................................................................177
Een schijflabel maken met LightScribe-technologie ............................................. 177
Een papieren schijflabel maken.......................................................................179
Werken met afbeeldingen en video's ...................................................181
Werken met digitale afbeeldingen........................................................................181
Afbeeldingen weergeven in Windows Media Center ..............................................182
Afbeeldingen toevoegen in Windows Media Center ...............................................182
Afbeeldingsbestanden van de vaste schijf toevoegen .........................................182
Inhoudsopgave ix
Afbeeldingen weergeven in Windows Media Center ..............................................183
Afbeeldingen weergeven als een diavoorstelling ...............................................184
Een diavoorstelling weergeven met muziek .......................................................184
Ondersteunde bestandstypen voor afbeeldingen gebruiken in
Windows Media Center .................................................................................185
Afbeeldingen bewerken in Windows Media Center................................................186
Rode ogen of contrast aanpassen....................................................................186
Afbeeldingen bijsnijden in Windows Media Center ...........................................186
Afbeeldingen draaien ....................................................................................187
Afbeeldingen afdrukken in Windows Media Center................................................188
Afbeeldingen kopiëren naar cd's en dvd's in Windows Media Center ......................188
Video's afspelen in Windows Media Center .......................................................... 189
Digitale video's afspelen ................................................................................189
Ondersteunde typen videobestanden gebruiken ................................................190
Videobestanden overbrengen en opnemen ............................................................190
Analoge en digitale videobestanden opnemen ..................................................190
Een dvd met videobestanden maken in Windows Media Center ..............................191
Films maken met muvee autoProducer.................................................193
Stappen voor het maken van een film...............................................................193
muvee autoProducer gebruiken ............................................................................195
Aan de slag..................................................................................................195
Video van een digitale videocamera vastleggen................................................ 197
Video's toevoegen ......................................................................................... 198
Afbeeldingen toevoegen................................................................................. 200
Muziek toevoegen .........................................................................................201
De stijl selecteren...........................................................................................201
Instellingen wijzigen ......................................................................................201
De film maken...............................................................................................203
Een voorbeeld van de film afspelen .................................................................204
De film wijzigen ............................................................................................204
Het filmproject opslaan ..................................................................................206
Het filmproject opnemen op schijf....................................................................207
muvee autoProducer upgraden........................................................................208
Ondersteunde bestandstypen muvee autoProducer-uitvoer ..................................208
Index...................................................................................................209
x Aan de slag (functies variëren per model)

De computer installeren

WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/de regio waar u de computer hebt aangeschaft. Controleer bij een verhuizing de voltagevereisten op uw nieuwe locatie voordat u de computer aansluit op een stopcontact.
WAARSCHUWING: Lees "Veiligheidsinformatie" in de Handleiding voor beperkte garantie en ondersteuning voordat u de computer installeert en aansluit op de stroomvoorziening.

De computer installeren

Volg de stappen op de installatieposter om de computer te installeren. Lees de onderwerpen in dit gedeelte om meer te weten te komen over de locatie van de onderdelen en connectoren van de computer en over alternatieve mogelijkheden voor de installatie.
Controleer of in de computerdoos schriftelijke informatie of updates aanwezig zijn die van toepassing zijn op deze computer.

De computer op de juiste locatie plaatsen

Wanneer u de nieuwe computer installeert, moet u deze zo plaatsen dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Zorg ervoor dat alle verbindingen veilig zijn en de kabels uit de weg liggen. Leid de kabels zo dat er niet op gestapt kan worden en dat ze niet beschadigd kunnen worden doordat er meubilair op wordt geplaatst.

Overspanningsbeveiliging gebruiken

Bescherm uw monitor, computer en accessoires en sluit alle netsnoeren voor computer en randapparatuur (zoals een monitor, printer of scanner) aan op een overspanningsbeveiliging, zoals een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging of een UPS (Uninterruptible Power Supply). Vele apparaten voor overspanningsbeveiliging hebben ingangen en uitgangen voor beveiliging van modem- of telefoonlijnen. Via telefoonlijnen kan blikseminslag in uw systeem plaatsvinden. Sommige apparaten voor overspanningsbeveiliging hebben tevens aansluitingen voor beveiliging van televisiekabels. Gebruik deze als er in de computer een televisietuner is geïnstalleerd.
De computer installeren 1
Niet alle stekkerdozen bieden overspanningsbeveiliging. De stekkerdoos moet zijn voorzien van een specifiek label waarop dit vermeld staat. Gebruik een stekkerdoos van een fabrikant die een beleid voor vervanging bij schade heeft ingesteld, zodat u uw apparaten kunt vervangen als de overspanningsbeveiliging niet werkt.

Verbindingen met de computer

Sluit de belangrijkste randapparaten, zoals de monitor, het toetsenbord en de muis, aan op de achterkant van de computer. Andere randapparaten, zoals een printer, scanner of camera, worden ook aangesloten op connectoren aan de achterkant van de computer. Sommige computers hebben ook connectoren aan de voorkant. De onderstaande tabel geeft informatie over een aantal, maar niet alle, connectoren.
OPMERKING: verschillen.
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie
De locatie, beschikbaarheid en het aantal connectoren kan per model
Muis (PS/2-connector).
Toetsenbord (PS/2-connector).
USB (Universal Serial Bus) voor muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USB-connector.
Printer (parallel).
2 Aan de slag (functies variëren per model)
Serieel
Seriële poort voor digitale camera's of andere seriële apparaten.
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding).
Audio-ingang.
Hoofdtelefoon.
Microfoon.
®
FireWire
(IEEE 1394) voor videocamera's of
andere apparaten met hoge overdrachtssnelheden. OPMERKING: U moet een 6-pins
FireWire (IEEE 1394) transferkabel gebruiken met deze 6-pins-connector.
S-Video 2
Digitale audio-ingang en digitale audio-uitgang.
Uitgang zijluidspreker.
Uitgang achterluidspreker.
Middenluidspreker/subwoofer.
Secundaire S-video-connector om uw videorecorder, videocamera of andere analoge bron op de computer aan te sluiten.
De computer installeren 3
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Secundaire composietvideoconnector (geel) om een
Composiet-
video 2
videorecorder, videocamera of andere analoge bron op de computer aan te sluiten.
Secundaire linker audio-ingang (wit).
A/V-ingang
Audio 2
L
A/V-ingang
Audio 2
R
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen, moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden met het moederbord en die zich aan de achterkant van de computer bevindt (alleen bepaalde modellen).
Secundaire rechter audio-ingang (rood). OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen, moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden met het moederbord en die zich aan de achterkant van de computer bevindt (alleen bepaalde modellen).
Uitgang voor hoofdtelefoon (groen).
Ingang voor microfoon (roze).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale camera of ander apparaat met een USB-connector.
4 Aan de slag (functies variëren per model)
Netvoedingsconnector.
Muisconnector.
Toetsenbordconnector.
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Printerpoort (parallel) voor aansluiting van een parallelle printer (alleen bepaalde modellen).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USB-connector.
De Ethernet LAN-connector is een netwerkadapter (ook wel netwerkinterfacekaart of NIC genoemd) die kan worden aangesloten op een netwerkhub van het type Ethernet (10BaseT) of Fast Ethernet (100BaseT).
ETHERNET
Verbind deze adapter in uw computer met uw LAN-hub (Local Area Network) of met een breedbandverbinding.
Het groene lampje geeft een geldige verbinding aan. Microfooningang (Mic) (roze) voor aansluiting van
een microfoon (fungeert tevens als uitgang voor de middenluidspreker/subwoofer wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd).
Midden
Achter
Zijkant
Audio-uitgang (groen) voor de voorste luidsprekers.
Audio-ingang (blauw) voor de aansluiting van een analoog audioapparaat, zoals een cd-speler die op de computer wordt aangesloten (fungeert tevens als uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd).
C/sub-ingang (goud) voor aansluiting van de middenluidspreker/subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Achterste lijnuitgang (zwart) voor aansluiting van de achterste luidsprekers in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Lijnuitgang zijkant (grijs) voor aansluiting van de zijluidsprekers in een systeem met acht luidsprekers (7.1).
De computer installeren 5
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
S-Video
Composietvideo
A/V-ingang
Audio 1
L
A/V-ingang
Audio 1
R
TV/Kabel Ant
S-video-ingang voor aansluiting van een set-top box.
Composietvideo-ingang (geel) voor aansluiting van een set-top box voor een tv.
Primaire linker audio-ingang van set-top box­connector (wit).
OPMERKING: Audio kan worden opgenomen door deze met het moederbord verbonden audio­ingang te gebruiken. Op sommige computers bevindt deze primaire linker audio-ingang zich aan de voorkant van de computer (alleen bepaalde modellen).
Primaire rechter audio-ingang van set-top box­connector (rood).
OPMERKING: Audio kan worden opgenomen door deze met het moederbord verbonden audio­ingang te gebruiken. Op sommige computers bevindt deze primaire rechter audio-ingang zich aan de voorkant van de computer (alleen bepaalde modellen).
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel vanaf een wandcontact (als geen set-top box wordt gebruikt).
6 Aan de slag (functies variëren per model)
ATSC
CATV
NTSC
FM Ant
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst van ATSC-kanalen (Advanced Television System Committee, over-the-air-kanalen voor digitale transmissie).
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst van tv-kanalen via CATV (Community Antenna Television) of kabel.
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst van NTSC-kanalen (National Television System Committee, over-the-air-kanalen voor analoge transmissie).
Ingang voor FM-radioantenne. Sluit de kabel van de FM-radioantenne aan op de
FM-ingang van de tv-tuner aan de achterkant van de computer. U kunt overwegen om de uiteinden van de kabel verlengen om de ontvangst van het FM-radiosignaal te verbeteren.
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Modemingang (RJ-11) (alleen bepaalde modellen). Sluit de modemkabel (meegeleverd met de
computer) aan op de modemconnector aan de achterkant van de computer. Sluit het andere uiteinde aan op de wandcontactdoos van de telefoonlijn.
Analoge video-uitgang: S-video- of
Analoge video
composietvideoconnector (alleen bepaalde modellen), voor aansluiting op een tv.
VGA/Monitor
HDMI
DVI
VGA/Monitor-schermuitgang (blauw) voor aansluiting op een VGA-monitor. U moet mogelijk een VGA-naar-DVI-adapter gebruiken om het beeldscherm met de computer te verbinden.
HDMI-schermuitgang voor aansluiting op een HDMI-monitor of tv-scherm. U moet mogelijk een HDMI-naar-DVI-adapter gebruiken om het beeldscherm met de computer te verbinden.
Digitale video-uitgang, voor aansluiting op een tv of monitor (alleen bepaalde modellen). U moet mogelijk een VGA-naar-DVI-adapter of HDMI-naar-DVI-adapter gebruiken om het beeldscherm met de computer te verbinden.
Zie de documentatie die bij het scherm werd geleverd.
Digitale audio-ingang (wit) voor aansluiting op een digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals de receiver/versterker van een extern geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
Digitale audio-uitgang (rood) voor aansluiting op een digitaal audioapparaat met digitale uitvoer (alleen bepaalde modellen).
Digitale
audio-uitgang
Digitale audio-uitgang (oranje) voor aansluiting op een digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals de receiver/versterker van een extern geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
De computer installeren 7

Een digitale camera aansluiten (foto of video)

De volgende instructies zijn alleen van toepassing op digitale fotocamera's en digitale videocamera's.
OPMERKING: Als u een analoge videocamera wilt aansluiten op de computer, gebruikt u de video- en audio-ingangen aan de voorkant of achterkant van de computer.
Raadpleeg de documentatie die bij de digitale fotocamera of digitale videocamera is geleverd.
Een digitale fotocamera of digitale videocamera aansluiten:
1 Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem
Microsoft
OPMERKING: Als een venster voor het automatisch afspelen van digitale video verschijnt als u uw camera aansluit, klik u op Annuleren.
2 Sluit de 6-pins communicatiekabel van de videocamera aan op de camera en
vervolgens op een open poort aan de voorkant of achterkant van de computer. Voor de meeste digitale videocamera's kunt u de FireWire-poort (IEEE 1394) of de USB-poort gebruiken.
®
Windows Vista® is gestart.
8 Aan de slag (functies variëren per model)
3 Het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Wacht twee of drie minuten zodat
Windows Vista de nodige opties kan instellen voor het nieuwe apparaat. Als de installatie is voltooid, verschijnt een bericht met de melding dat de camera klaar is voor gebruik.
4 Mogelijk moet u nog stuurprogramma's voor uw camera installeren. In dat geval
geeft Windows een bericht weer waarin u wordt gevraagd of u de stuurprogramma's wilt zoeken en installeren. Plaats de cd met de stuurprogramma's, klik op Stuurprogramma's zoeken en installeren en volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
Als de computer de digitale fotocamera of digitale videocamera niet herkent, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
2 Klik op Systeem en onderhoud en klik vervolgens op Systeem. 3 Klik op Apparaatbeheer. 4 Klik op het plusteken (+) naast de camerapoort. Als de naam van de camera verschijnt,
is het apparaat gereed. Als de naam hier niet verschijnt, probeert u het volgende:
! Klik op Actie en klik vervolgens op Zoeken naar gewijzigde apparaten.
Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.
! Koppel de communicatiekabel van de videocamera los van de computer en sluit
deze aan op een andere poort. Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.
De computer installeren 9

Andere apparaten aansluiten

Andere randapparaten kunnen worden aangesloten op de USB- of FireWire-poorten (IEEE 1394) aan de voorkant of achterkant van de computer. Randapparaten die u kunt aansluiten, zijn printers, scanners, videocamera's, digitale fotocamera's, geheugenkaartlezers en PDA's (Personal Digital Assistant) of handheld-computers. Raadpleeg de documentatie die bij de apparaten werd geleverd.
OPMERKING: Sommige randapparaten worden niet bij de computer geleverd.
OPMERKING: U moet een 6-pins (geen 4-pins) FireWire-kabel (IEEE 1394) gebruiken
met de 6-pins FireWire-poort (IEEE 1394) op uw computer.

Documentatie en herstelschijven opslaan

Bewaar alle gebruikshandleidingen en garantiebepalingen voor de computer op een snel toegankelijke, veilige plaats. Het is raadzaam om uw systeemherstelschijven samen met uw documentatie te bewaren. U hebt dan snel toegang tot alle belangrijke documenten en bestanden voor de computer.
10 Aan de slag (functies variëren per model)

De instellingen van de monitor aanpassen

De schermresolutie aanpassen met Vista

De schermresolutie wijzigen met Vista:
1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik op
Aanpassen.
2 Klik op Beeldscherminstellingen. 3 Selecteer zonodig het beeldscherm en pas de beeldschermresolutie aan met de
schuifregelaar onder Resolutie.
4 Klik op Toepassen. 5 Klik op Ja, als deze optie aanwezig is. 6 Klik op OK.
OPMERKING: U kunt meerdere schermen (CRT-monitor, flat-panel monitor, televisie,
enzovoort) tegelijk aansluiten op de computer (alleen bepaalde modellen). Druk op Alt+F5 om snel het bureaublad van de computer op een ander apparaat weer te geven. Elke keer dat u op Alt+F5 drukt, verschijnt de weergave op het volgende apparaat. Als Alt+F5 niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.

De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA

De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA:
1 Klik met de rechtermuisknop op een lege plaats op het bureaublad en klik op het
Configuratiescherm NVIDIA.
2 Selecteer Standaard of Geavanceerd en klik op OK. 3 Klik onder Beeldscherm op Resolutie wijzigen. 4 Selecteer zonodig het beeldscherm en pas de beeldschermresolutie aan met de
schuifregelaar onder Beeldschermresolutie.
5 Klik op Toepassen en vervolgens op Ja als u deze resolutie wilt toepassen.
Of
Klik op Nee en wijzig de resolutie opnieuw met de schuifregelaar onder
Beeldschermresolutie. Klik op Toepass en en op Ja.
De computer installeren 11

Een LAN configureren

Het Local Area Network (LAN) in uw huis kan een bekabeld of een draadloos netwerk zijn. U gebruikt een LAN om uw computer te verbinden met andere apparaten in het netwerk, inclusief andere computers. Een van de netwerkcomponenten kan een hub of een switch zijn, waarmee meerdere apparaten op het netwerk kunnen worden aangesloten, of een router, waarmee computers of een breedbandinternetverbinding kunnen worden aangesloten op het netwerk. Via de netwerkverbinding kunt u tevens gegevens, printers en andere randapparatuur delen met de andere computers in het netwerk. De netwerkverbinding met internet wordt doorgaans tot stand gebracht via een inbelmodem of een kabelmodem.
In een bekabeld netwerk worden Ethernet-kabels gebruikt om de apparaten aan te sluiten op het netwerk. U sluit bijvoorbeeld een Ethernet-kabel aan tussen de netwerkadapter in uw computer en de router.
In een draadloos netwerk worden radiogolven gebruikt om de apparaten te verbinden met het netwerk. Uw computer en de router hebben bijvoorbeeld allebei een antenne en adapter die gebruik maakt van dezelfde Wi-Fi-industriestandaard: 802.11n, 802.11b,
802.11g of 802.11a.
In de voorgaande afbeelding ziet u een thuisnetwerk. De desktopcomputer heeft een kabelverbinding met een draadloze router. Op de desktopcomputer is ook een printer aangesloten, die wordt gedeeld met de andere computers in het netwerk. Elke notebook heeft een draadloze verbinding met de netwerkrouter.
12 Aan de slag (functies variëren per model)

Een kabelverbinding (Ethernet) instellen

De Ethernet-verbinding met de netwerkadapter (ook wel Network Interface Card of NIC genoemd) voorziet in een verbinding met hoge snelheid (breedbandverbinding) met een Ethernet-netwerk (10BaseT) of een Fast Ethernet-netwerk (100BaseT). Nadat u de netwerkadapter hebt aangesloten op een netwerk, zoals een LAN, kunt u via het netwerk verbinding maken met internet.
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet-connector (A) aan de achterkant van de
computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat.
OPMERKING: Uw computer is mogelijk niet uitgerust met een Ethernet-connector.
A Ethernet-connector (RJ-45-poort) B Ethernet-lampjes
2 Als de computer is ingeschakeld, controleert u de lampjes (B) naast de Ethernet-
connector voor de netwerkstatus:
! ACTIVITY (ACTIVITEIT) — Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens
worden verzonden
! LINK (VERBINDING) Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met
het netwerk is
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft.
De computer installeren 13

Geïntegreerde draadloze apparaten

Met draadloze technologie worden gegevens via radiogolven in plaats van kabels overgedragen. Uw computer is mogelijk uitgerust met één of meer van de volgende geïntegreerde draadloze apparaten:
! Draadloze LAN-apparaten verbinden de computer met een draadloos LAN
(ook wel WLAN of Wireless Local Area Network genoemd) in een kantoor, uw huis
en openbare ruimten, zoals vliegvelden en restaurants. In een WLAN communiceert
elk mobiel draadloos apparaat met een draadloos toegangspunt dat zich op een
afstand van verschillende meters kan bevinden.
Computers met WLAN-apparaten kunnen ondersteuning bieden voor één of meer
van de vier door de IEEE vastgestelde industriestandaarden: 802.11n, 802.11b,
802.11g of 802.11a.
! Met Bluetooth-apparaten kunt u een persoonlijk netwerk (ook wel PAN voor
Personal Area Network genoemd) maken om een verbinding tot stand te brengen
met andere Bluetooth-apparaten, zoals computers, telefoons, printers, headsets,
luidsprekers en camera's. In een PAN communiceert elk apparaat direct met de
andere apparaten en de apparaten moeten relatief dicht bij elkaar (minder dan
10 meter uit elkaar) staan.
! WWAN-apparaten (Wireless Wide Area Network) geven op elk gewenst
moment toegang tot informatie vanaf elke plek waar u uw mobiele telefoon kunt
gebruiken. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met een basisstation van
een telefoonmaatschappij. Telefoonmaatschappijen installeren praktisch overal
netwerken van basisstations (vergelijkbaar met de masten voor mobiele telefonie),
waarmee in feite wordt gezorgd voor dekking in hele staten of zelfs hele landen/regio's.
Voor meer informatie over draadloze technologie gaat u naar:
http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
14 Aan de slag (functies variëren per model)

Draadloze LAN-apparaten aansluiten

(Alleen bepaalde modellen)
U kunt de computer verbinden met een draadloos 802.11n- (alleen bepaalde modellen),
802.11b- of 802.11g-netwerk door de externe antenne te gebruiken die bij uw systeem is geleverd. Met dit apparaat kunt u een draadloos netwerk maken waarin de computer fungeert als een draadloos toegangspunt. Als u al een draadloos netwerk hebt, kunt u met dit apparaat de computer gebruiken als draadloze client.
U hebt een bestaand draadloos LAN met een internetverbinding nodig (neem contact op met uw internetaanbieder voor meer informatie). Bij het systeem is een externe antenne geleverd. Deze moet u verbinden met de 802.11-module om het bereik en de gevoeligheid van de radio te vergroten.
U sluit de draadloze LAN-antenne als volgt aan:
1 Schroef de kabel van de draadloze
LAN-antenne in de draadloze
LAN-connector aan de achterkant
van de computer.
2 Voor de beste prestaties plaatst u de
antenne op de computer of op een
hoge, aan alle kanten vrije plek.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw draadloze antenne er iets anders uitziet.

De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren

Als u een draadloos netwerk wilt instellen, controleert u eerst of het geïntegreerde WLAN-apparaat juist is geïnstalleerd in uw computer.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en klik vervolgens op Apparaatbeheer om het
venster Apparaatbeheer te openen.
3 Klik op Netwerkadapters. Het WLAN-apparaat zou hier moeten worden vermeld. U
kunt het WLAN-apparaat herkennen aan termen als wireless, wireless LAN en 802.11.
OPMERKING: Als er geen WLAN-apparaat wordt vermeld, heeft uw computer geen
geïntegreerd WLAN-apparaat of is het stuurprogramma voor het apparaat niet juist
geïnstalleerd.
De computer installeren 15
4 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 5 Typ Netwerkcentrum in het zoekvak en klik vervolgens op Netwerkcentrum om het
venster Netwerkcentrum te openen.
6 Klik op Verbinding maken met een netwerk en volg de instructies op het scherm.
Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
! Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows, klik op Help en
ondersteuning en typ vervolgens Draadloos netwerk instellen in het zoekvak.
! Ga naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless (alleen in het Engels). ! Ga naar: http://hp.com/support en zoek naar onderwerpen over draadloze
verbinding.

Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken

Wanneer u een draadloos thuisnetwerk instelt of toegang zoekt tot een openbaar WLAN, moet u altijd de beveiligingsvoorzieningen inschakelen om uw computer te beschermen tegen toegang door onbevoegden. De meest gebruikte beveiligingsniveaus zijn WPA-Personal (Wi-Fi Protected Access Personal) en WEP (Wired Equivalent Privacy).
Wanneer u een netwerk instelt, moet u één of meer van de volgende beveiligingsmaatregelen treffen:
! WPA-Personal of WEP-beveiliging inschakelen op de router. ! De standaardnaam voor het netwerk (SSID) en het wachtwoord wijzigen. ! Een firewall instellen. ! Beveiliging instellen in uw webbrowser.
Voor meer informatie over het instellen van draadloze beveiligingsvoorzieningen gaat u naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
16 Aan de slag (functies variëren per model)

Een modem aansluiten

Zie "Verbinding maken met internet" in deze handleiding voor meer informatie over het tot stand brengen van verbinding met internet.
De modem wordt gebruikt om via de telefoonlijn verbinding te maken met een internetaanbieder.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een modem.
Voordat u de telefoonlijn kunt gebruiken om een inbelverbinding met internet tot stand te brengen en e-mail en faxen te verzenden of ontvangen, moet u de telefoonlijn verbinden met de modemconnector (A) aan de achterkant van de computer (B). Op de installatieposter ziet u hoe u een modem- of telefoonkabel aansluit op de modemconnector van de computer en op de wanddoos van de telefoonlijn.
A Modemconnector B Achterkant van computer
De computer installeren 17
18 Aan de slag (functies variëren per model)

Luidsprekers of een microfoon aansluiten

De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht.
OPMERKING: Voor productinformatie op de HP website voor ondersteuning gaat u naar: http://www.hp.com/support
Voor details over het aansluiten van de stereoluidsprekers op de computer kunt u de installatieposter raadplegen.
OPMERKING: Luidsprekers kunnen passief (geen aan/uit-knop en geen netsnoer) of actief (aan/uit-knop of netsnoer) zijn. Uw computer ondersteunt alleen actieve luidsprekersystemen (met eigen voeding). Het luidsprekersysteem moet dus een eigen netsnoer hebben.
Stereoluidsprekers hebben twee kanalen: links en rechts. Een luidsprekersysteem met meerdere kanalen is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een subwoofer. Bijvoorbeeld: een systeem met 5.1 kanalen werkt in de stand voor zes luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links-rechts), twee achter (links-rechts),
een middenluidspreker en een subwoofer.
Als uw computer overweg kan met een geluidssysteem met meerdere kanalen (alleen bepaalde modellen), kunt u vier luidsprekers aansluiten voor uitvoer via vier kanalen of zes luidsprekers voor 5.1-luidsprekeruitvoer.
Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de computer en configureert u de software voor geluidsuitvoer.

Typen geluidsconnectoren

Uw model kan een van drie typen analoge geluidsconnectoren hebben aan de achterkant van de computer:
! Drie connectoren ! Zes connectoren ! Geluidskaart
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 19
De connectoren zijn geschikt voor stereoministekkers van 3,5 mm en kunnen worden gebruikt om luidsprekers en microfoons aan te sluiten op de computer.
Uw systeem heeft mogelijk ook een afzonderlijke digitale uitgang (alleen bepaalde modellen).
De softwareconfiguratie is anders voor elk connectortype, zoals wordt vermeld in de instructies.
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
Geluidsconnector Illustratie Type
Drie connectoren Uw computermodel kan drie
geluidsconnectoren hebben. U kunt maximaal een 5.1-audiosysteem aansluiten op de computer.
Zes connectoren Uw computermodel kan aan de
achterkant zes geluidsconnectoren hebben. U kunt maximaal een
7.1-audiosysteem aansluiten op de computer.
Connector voor geluidskaart
Uw computermodel kan een geluidskaart hebben. U kunt tot een
5.1-audiosysteem (7.1-audiosysteem voor bepaalde modellen) of digitale luidsprekers op de geluidskaart van de computer aansluiten.
Zie de volgende illustraties.
3
6
S
Volg de stappen die worden aangegeven in de installatieprocedure om kabels aan te sluiten op de geluidsconnectoren van uw computermodel.
20 Aan de slag (functies variëren per model)
Loading...
+ 194 hidden pages