De enige garanties voor producten en diensten van Hewlett-Packard staan vermeld in de
garantiebeschrijvingen bij de betreffende producten en diensten. De informatie in deze publicatie
kan niet worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de
HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Dit document bevat informatie die eigendom is van HP en door de wetten op het auteursrecht
wordt beschermd. Geen enkel gedeelte van dit document mag worden gefotokopieerd,
gereproduceerd of in een andere taal worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van HP.
Hewlett-Packard Company
P.O. Box 4010
Cupertino, CA 95015-4010
USA
en andere rechten van intellectuele eigendom wordt beschermd. Het gebruik van deze
copyright-beschermingstechnologie moet door Macrovision zijn goedgekeurd en deze is,
tenzij op andere wijze door Macrovision toegestaan, uitsluitend bestemd voor gebruik in
de huiselijke omgeving en ander beperkt gebruik van betaal-tv. Terugwerkend construeren
en demonteren zijn verboden.
Microsoft en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Het Windows-logo en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging
voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het
auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoudsopgave
De computer installeren ...........................................................................1
De computer installeren...........................................................................................1
De computer op de juiste locatie plaatsen............................................................. 1
WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/de regio
waar u de computer hebt aangeschaft. Controleer bij een verhuizing de
voltagevereisten op uw nieuwe locatie voordat u de computer aansluit op
een stopcontact.
WAARSCHUWING: Lees "Veiligheidsinformatie" in de Handleiding voor beperkte garantie en ondersteuning voordat u de computer installeert en
aansluit op de stroomvoorziening.
De computer installeren
Volg de stappen op de installatieposter om de computer te installeren. Lees de onderwerpen
in dit gedeelte om meer te weten te komen over de locatie van de onderdelen en
connectoren van de computer en over alternatieve mogelijkheden voor de installatie.
Controleer of in de computerdoos schriftelijke informatie of updates aanwezig zijn die van
toepassing zijn op deze computer.
De computer op de juiste locatie plaatsen
Wanneer u de nieuwe computer installeert, moet u deze zo plaatsen dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Zorg ervoor dat alle verbindingen veilig zijn
en de kabels uit de weg liggen. Leid de kabels zo dat er niet op gestapt kan worden
en dat ze niet beschadigd kunnen worden doordat er meubilair op wordt geplaatst.
Overspanningsbeveiliging gebruiken
Bescherm uw monitor, computer en accessoires en sluit alle netsnoeren voor
computer en randapparatuur (zoals een monitor, printer of scanner) aan op een
overspanningsbeveiliging, zoals een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging of een
UPS (Uninterruptible Power Supply). Vele apparaten voor overspanningsbeveiliging
hebben ingangen en uitgangen voor beveiliging van modem- of telefoonlijnen.
Via telefoonlijnen kan blikseminslag in uw systeem plaatsvinden. Sommige apparaten
voor overspanningsbeveiliging hebben tevens aansluitingen voor beveiliging van
televisiekabels. Gebruik deze als er in de computer een televisietuner is geïnstalleerd.
De computer installeren1
Niet alle stekkerdozen bieden overspanningsbeveiliging. De stekkerdoos moet zijn
voorzien van een specifiek label waarop dit vermeld staat. Gebruik een stekkerdoos van
een fabrikant die een beleid voor vervanging bij schade heeft ingesteld, zodat u uw
apparaten kunt vervangen als de overspanningsbeveiliging niet werkt.
Verbindingen met de computer
Sluit de belangrijkste randapparaten, zoals de monitor, het toetsenbord en de muis,
aan op de achterkant van de computer. Andere randapparaten, zoals een printer, scanner
of camera, worden ook aangesloten op connectoren aan de achterkant van de computer.
Sommige computers hebben ook connectoren aan de voorkant. De onderstaande tabel
geeft informatie over een aantal, maar niet alle, connectoren.
OPMERKING:
verschillen.
ConnectorPictogram/labelBeschrijving en functie
De locatie, beschikbaarheid en het aantal connectoren kan per model
Muis (PS/2-connector).
Toetsenbord (PS/2-connector).
USB (Universal Serial Bus) voor muis, toetsenbord,
digitale camera of andere apparaten met een
USB-connector.
Printer (parallel).
2Aan de slag (functies variëren per model)
Serieel
Seriële poort voor digitale camera's of andere
seriële apparaten.
ConnectorPictogram/labelBeschrijving en functie (vervolg)
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding).
Audio-ingang.
Hoofdtelefoon.
Microfoon.
®
FireWire
(IEEE 1394) voor videocamera's of
andere apparaten met hoge overdrachtssnelheden.
OPMERKING: U moet een 6-pins
FireWire (IEEE 1394) transferkabel gebruiken met
deze 6-pins-connector.
S-Video 2
Digitale audio-ingang en digitale audio-uitgang.
Uitgang zijluidspreker.
Uitgang achterluidspreker.
Middenluidspreker/subwoofer.
Secundaire S-video-connector om uw videorecorder,
videocamera of andere analoge bron op de
computer aan te sluiten.
De computer installeren3
ConnectorPictogram/labelBeschrijving en functie (vervolg)
Secundaire composietvideoconnector (geel) om een
Composiet-
video 2
videorecorder, videocamera of andere analoge
bron op de computer aan te sluiten.
Secundaire linker audio-ingang (wit).
A/V-ingang
Audio 2
L
A/V-ingang
Audio 2
R
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen,
moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden
met het moederbord en die zich aan de achterkant
van de computer bevindt (alleen bepaalde
modellen).
Secundaire rechter audio-ingang (rood).
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen,
moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden
met het moederbord en die zich aan de achterkant
van de computer bevindt (alleen bepaalde
modellen).
Uitgang voor hoofdtelefoon (groen).
Ingang voor microfoon (roze).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting
van een muis, toetsenbord, digitale camera of ander
apparaat met een USB-connector.
4Aan de slag (functies variëren per model)
Netvoedingsconnector.
Muisconnector.
Toetsenbordconnector.
ConnectorPictogram/labelBeschrijving en functie (vervolg)
Printerpoort (parallel) voor aansluiting van een
parallelle printer (alleen bepaalde modellen).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting
van een muis, toetsenbord, digitale camera of
andere apparaten met een USB-connector.
De Ethernet LAN-connector is een netwerkadapter
(ook wel netwerkinterfacekaart of NIC genoemd) die
kan worden aangesloten op een netwerkhub van het
type Ethernet (10BaseT) of Fast Ethernet (100BaseT).
ETHERNET
Verbind deze adapter in uw computer met uw
LAN-hub (Local Area Network) of met een
breedbandverbinding.
Het groene lampje geeft een geldige verbinding aan.
Microfooningang (Mic) (roze) voor aansluiting van
een microfoon (fungeert tevens als uitgang voor de
middenluidspreker/subwoofer wanneer een
audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt
geactiveerd).
Midden
Achter
Zijkant
Audio-uitgang (groen) voor de voorste luidsprekers.
Audio-ingang (blauw) voor de aansluiting van een
analoog audioapparaat, zoals een cd-speler die op
de computer wordt aangesloten (fungeert tevens als
uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een
audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt
geactiveerd).
C/sub-ingang (goud) voor aansluiting van de
middenluidspreker/subwoofer in een
audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Achterste lijnuitgang (zwart) voor aansluiting van de
achterste luidsprekers in een audioconfiguratie met
meerdere kanalen.
Lijnuitgang zijkant (grijs) voor aansluiting van de
zijluidsprekers in een systeem met acht
luidsprekers (7.1).
De computer installeren5
ConnectorPictogram/labelBeschrijving en functie (vervolg)
S-Video
Composietvideo
A/V-ingang
Audio 1
L
A/V-ingang
Audio 1
R
TV/Kabel Ant
S-video-ingang voor aansluiting van een set-top box.
Composietvideo-ingang (geel) voor aansluiting van
een set-top box voor een tv.
Primaire linker audio-ingang van set-top boxconnector (wit).
OPMERKING: Audio kan worden opgenomen
door deze met het moederbord verbonden audioingang te gebruiken. Op sommige computers
bevindt deze primaire linker audio-ingang zich aan
de voorkant van de computer (alleen bepaalde
modellen).
Primaire rechter audio-ingang van set-top boxconnector (rood).
OPMERKING: Audio kan worden opgenomen
door deze met het moederbord verbonden audioingang te gebruiken. Op sommige computers
bevindt deze primaire rechter audio-ingang zich
aan de voorkant van de computer (alleen bepaalde
modellen).
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel vanaf een
wandcontact (als geen set-top box wordt gebruikt).
6Aan de slag (functies variëren per model)
ATSC
CATV
NTSC
FM Ant
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst
van ATSC-kanalen (Advanced Television System
Committee, over-the-air-kanalen voor digitale
transmissie).
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst
van tv-kanalen via CATV (Community Antenna
Television) of kabel.
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst
van NTSC-kanalen (National Television System
Committee, over-the-air-kanalen voor analoge
transmissie).
Ingang voor FM-radioantenne.
Sluit de kabel van de FM-radioantenne aan op de
FM-ingang van de tv-tuner aan de achterkant van
de computer. U kunt overwegen om de uiteinden
van de kabel verlengen om de ontvangst van het
FM-radiosignaal te verbeteren.
ConnectorPictogram/labelBeschrijving en functie (vervolg)
Modemingang (RJ-11) (alleen bepaalde modellen).
Sluit de modemkabel (meegeleverd met de
computer) aan op de modemconnector aan de
achterkant van de computer. Sluit het andere
uiteinde aan op de wandcontactdoos van de
telefoonlijn.
Analoge video-uitgang: S-video- of
Analoge video
composietvideoconnector (alleen bepaalde
modellen), voor aansluiting op een tv.
VGA/Monitor
HDMI
DVI
VGA/Monitor-schermuitgang (blauw) voor
aansluiting op een VGA-monitor. U moet mogelijk
een VGA-naar-DVI-adapter gebruiken om het
beeldscherm met de computer te verbinden.
HDMI-schermuitgang voor aansluiting op een
HDMI-monitor of tv-scherm. U moet mogelijk een
HDMI-naar-DVI-adapter gebruiken om het
beeldscherm met de computer te verbinden.
Digitale video-uitgang, voor aansluiting op een tv of
monitor (alleen bepaalde modellen). U moet mogelijk
een VGA-naar-DVI-adapter of HDMI-naar-DVI-adapter
gebruiken om het beeldscherm met de computer te
verbinden.
Zie de documentatie die bij het scherm werd
geleverd.
Digitale audio-ingang (wit) voor aansluiting op een
digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals de
receiver/versterker van een extern geluidssysteem)
of digitale luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
Digitale audio-uitgang (rood) voor aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale uitvoer
(alleen bepaalde modellen).
Digitale
audio-uitgang
Digitale audio-uitgang (oranje) voor aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale invoer
(zoals de receiver/versterker van een extern
geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen
bepaalde modellen).
De computer installeren7
Een digitale camera aansluiten (foto of video)
De volgende instructies zijn alleen van toepassing op digitale fotocamera's en digitale
videocamera's.
OPMERKING: Als u een analoge videocamera wilt aansluiten op de computer, gebruikt
u de video- en audio-ingangen aan de voorkant of achterkant van de computer.
Raadpleeg de documentatie die bij de digitale fotocamera of digitale videocamera is
geleverd.
Een digitale fotocamera of digitale videocamera aansluiten:
1 Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem
Microsoft
OPMERKING: Als een venster voor het automatisch afspelen van digitale video
verschijnt als u uw camera aansluit, klik u op Annuleren.
2 Sluit de 6-pins communicatiekabel van de videocamera aan op de camera en
vervolgens op een open poort aan de voorkant of achterkant van de computer.
Voor de meeste digitale videocamera's kunt u de FireWire-poort (IEEE 1394) of
de USB-poort gebruiken.
®
Windows Vista® is gestart.
8Aan de slag (functies variëren per model)
3 Het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Wacht twee of drie minuten zodat
Windows Vista de nodige opties kan instellen voor het nieuwe apparaat. Als de
installatie is voltooid, verschijnt een bericht met de melding dat de camera klaar is
voor gebruik.
4 Mogelijk moet u nog stuurprogramma's voor uw camera installeren. In dat geval
geeft Windows een bericht weer waarin u wordt gevraagd of u de stuurprogramma's
wilt zoeken en installeren. Plaats de cd met de stuurprogramma's, klik op
Stuurprogramma's zoeken en installeren en volg de instructies op het scherm
om de software te installeren.
Als de computer de digitale fotocamera of digitale videocamera niet herkent, gaat u als
volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
2 Klik op Systeem en onderhoud en klik vervolgens op Systeem.
3 Klik op Apparaatbeheer.
4 Klik op het plusteken (+) naast de camerapoort. Als de naam van de camera verschijnt,
is het apparaat gereed. Als de naam hier niet verschijnt, probeert u het volgende:
! Klik op Actie en klik vervolgens op Zoeken naar gewijzigde apparaten.
Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.
! Koppel de communicatiekabel van de videocamera los van de computer en sluit
deze aan op een andere poort. Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is
toegevoegd voor de poort.
De computer installeren9
Andere apparaten aansluiten
Andere randapparaten kunnen worden aangesloten op de USB- of FireWire-poorten
(IEEE 1394) aan de voorkant of achterkant van de computer. Randapparaten die u
kunt aansluiten, zijn printers, scanners, videocamera's, digitale fotocamera's,
geheugenkaartlezers en PDA's (Personal Digital Assistant) of handheld-computers.
Raadpleeg de documentatie die bij de apparaten werd geleverd.
OPMERKING: Sommige randapparaten worden niet bij de computer geleverd.
OPMERKING: U moet een 6-pins (geen 4-pins) FireWire-kabel (IEEE 1394) gebruiken
met de 6-pins FireWire-poort (IEEE 1394) op uw computer.
Documentatie en herstelschijven opslaan
Bewaar alle gebruikshandleidingen en garantiebepalingen voor de computer op een snel
toegankelijke, veilige plaats. Het is raadzaam om uw systeemherstelschijven samen met
uw documentatie te bewaren. U hebt dan snel toegang tot alle belangrijke documenten en
bestanden voor de computer.
10Aan de slag (functies variëren per model)
De instellingen van de monitor aanpassen
De schermresolutie aanpassen met Vista
De schermresolutie wijzigen met Vista:
1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik op
Aanpassen.
2 Klik op Beeldscherminstellingen.
3 Selecteer zonodig het beeldscherm en pas de beeldschermresolutie aan met de
schuifregelaar onder Resolutie.
4 Klik op Toepassen.
5 Klik op Ja, als deze optie aanwezig is.
6 Klik op OK.
OPMERKING: U kunt meerdere schermen (CRT-monitor, flat-panel monitor, televisie,
enzovoort) tegelijk aansluiten op de computer (alleen bepaalde modellen). Druk op Alt+F5
om snel het bureaublad van de computer op een ander apparaat weer te geven. Elke keer
dat u op Alt+F5 drukt, verschijnt de weergave op het volgende apparaat. Als Alt+F5 niet
werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.
De schermresolutie aanpassen met het
configuratiescherm NVIDIA
De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA:
1 Klik met de rechtermuisknop op een lege plaats op het bureaublad en klik op het
Configuratiescherm NVIDIA.
2 Selecteer Standaard of Geavanceerd en klik op OK.
3 Klik onder Beeldscherm op Resolutie wijzigen.
4 Selecteer zonodig het beeldscherm en pas de beeldschermresolutie aan met de
schuifregelaar onder Beeldschermresolutie.
5 Klik op Toepassen en vervolgens op Ja als u deze resolutie wilt toepassen.
Of
Klik op Nee en wijzig de resolutie opnieuw met de schuifregelaar onder
Beeldschermresolutie. Klik op Toepass en en op Ja.
De computer installeren11
Een LAN configureren
Het Local Area Network (LAN) in uw huis kan een bekabeld of een draadloos netwerk zijn.
U gebruikt een LAN om uw computer te verbinden met andere apparaten in het netwerk,
inclusief andere computers. Een van de netwerkcomponenten kan een hub of een switch zijn,
waarmee meerdere apparaten op het netwerk kunnen worden aangesloten, of een router,
waarmee computers of een breedbandinternetverbinding kunnen worden aangesloten op het
netwerk. Via de netwerkverbinding kunt u tevens gegevens, printers en andere randapparatuur
delen met de andere computers in het netwerk. De netwerkverbinding met internet wordt
doorgaans tot stand gebracht via een inbelmodem of een kabelmodem.
In een bekabeld netwerk worden Ethernet-kabels gebruikt om de apparaten aan te sluiten
op het netwerk. U sluit bijvoorbeeld een Ethernet-kabel aan tussen de netwerkadapter in
uw computer en de router.
In een draadloos netwerk worden radiogolven gebruikt om de apparaten te verbinden met
het netwerk. Uw computer en de router hebben bijvoorbeeld allebei een antenne en
adapter die gebruik maakt van dezelfde Wi-Fi-industriestandaard: 802.11n, 802.11b,
802.11g of 802.11a.
In de voorgaande afbeelding ziet u een thuisnetwerk. De desktopcomputer heeft een
kabelverbinding met een draadloze router. Op de desktopcomputer is ook een printer
aangesloten, die wordt gedeeld met de andere computers in het netwerk. Elke notebook
heeft een draadloze verbinding met de netwerkrouter.
12Aan de slag (functies variëren per model)
Een kabelverbinding (Ethernet) instellen
De Ethernet-verbinding met de netwerkadapter (ook wel Network Interface Card of NIC
genoemd) voorziet in een verbinding met hoge snelheid (breedbandverbinding) met een
Ethernet-netwerk (10BaseT) of een Fast Ethernet-netwerk (100BaseT). Nadat u de
netwerkadapter hebt aangesloten op een netwerk, zoals een LAN, kunt u via het netwerk
verbinding maken met internet.
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet-connector (A) aan de achterkant van de
computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat.
OPMERKING: Uw computer is mogelijk niet uitgerust met een Ethernet-connector.
A Ethernet-connector (RJ-45-poort)
BEthernet-lampjes
2 Als de computer is ingeschakeld, controleert u de lampjes (B) naast de Ethernet-
connector voor de netwerkstatus:
! ACTIVITY (ACTIVITEIT) — Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens
worden verzonden
! LINK (VERBINDING) — Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met
het netwerk is
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft.
De computer installeren13
Geïntegreerde draadloze apparaten
Met draadloze technologie worden gegevens via radiogolven in plaats van kabels
overgedragen. Uw computer is mogelijk uitgerust met één of meer van de volgende
geïntegreerde draadloze apparaten:
! Draadloze LAN-apparaten verbinden de computer met een draadloos LAN
(ook wel WLAN of Wireless Local Area Network genoemd) in een kantoor, uw huis
en openbare ruimten, zoals vliegvelden en restaurants. In een WLAN communiceert
elk mobiel draadloos apparaat met een draadloos toegangspunt dat zich op een
afstand van verschillende meters kan bevinden.
Computers met WLAN-apparaten kunnen ondersteuning bieden voor één of meer
van de vier door de IEEE vastgestelde industriestandaarden: 802.11n, 802.11b,
802.11g of 802.11a.
! Met Bluetooth-apparaten kunt u een persoonlijk netwerk (ook wel PAN voor
Personal Area Network genoemd) maken om een verbinding tot stand te brengen
met andere Bluetooth-apparaten, zoals computers, telefoons, printers, headsets,
luidsprekers en camera's. In een PAN communiceert elk apparaat direct met de
andere apparaten en de apparaten moeten relatief dicht bij elkaar (minder dan
10 meter uit elkaar) staan.
! WWAN-apparaten (Wireless Wide Area Network) geven op elk gewenst
moment toegang tot informatie vanaf elke plek waar u uw mobiele telefoon kunt
gebruiken. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met een basisstation van
een telefoonmaatschappij. Telefoonmaatschappijen installeren praktisch overal
netwerken van basisstations (vergelijkbaar met de masten voor mobiele telefonie),
waarmee in feite wordt gezorgd voor dekking in hele staten of zelfs hele landen/regio's.
Voor meer informatie over draadloze technologie gaat u naar:
http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
14Aan de slag (functies variëren per model)
Draadloze LAN-apparaten aansluiten
(Alleen bepaalde modellen)
U kunt de computer verbinden met een draadloos 802.11n- (alleen bepaalde modellen),
802.11b- of 802.11g-netwerk door de externe antenne te gebruiken die bij uw systeem
is geleverd. Met dit apparaat kunt u een draadloos netwerk maken waarin de computer
fungeert als een draadloos toegangspunt. Als u al een draadloos netwerk hebt, kunt u
met dit apparaat de computer gebruiken als draadloze client.
U hebt een bestaand draadloos LAN met een internetverbinding nodig (neem contact op
met uw internetaanbieder voor meer informatie). Bij het systeem is een externe antenne
geleverd. Deze moet u verbinden met de 802.11-module om het bereik en de
gevoeligheid van de radio te vergroten.
U sluit de draadloze LAN-antenne als
volgt aan:
1 Schroef de kabel van de draadloze
LAN-antenne in de draadloze
LAN-connector aan de achterkant
van de computer.
2 Voor de beste prestaties plaatst u de
antenne op de computer of op een
hoge, aan alle kanten vrije plek.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw draadloze antenne er iets anders uitziet.
De installatie van een draadloos LAN-apparaat
controleren
Als u een draadloos netwerk wilt instellen, controleert u eerst of het geïntegreerde
WLAN-apparaat juist is geïnstalleerd in uw computer.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en klik vervolgens op Apparaatbeheer om het
venster Apparaatbeheer te openen.
3 Klik op Netwerkadapters. Het WLAN-apparaat zou hier moeten worden vermeld. U
kunt het WLAN-apparaat herkennen aan termen als wireless, wireless LAN en 802.11.
OPMERKING: Als er geen WLAN-apparaat wordt vermeld, heeft uw computer geen
geïntegreerd WLAN-apparaat of is het stuurprogramma voor het apparaat niet juist
geïnstalleerd.
De computer installeren15
4 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
5 Typ Netwerkcentrum in het zoekvak en klik vervolgens op Netwerkcentrum om het
venster Netwerkcentrum te openen.
6 Klik op Verbinding maken met een netwerk en volg de instructies op het scherm.
Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van
de volgende manieren te werk:
! Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows, klik op Help en
ondersteuning en typ vervolgens Draadloos netwerk instellen in het zoekvak.
! Ga naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless (alleen in het Engels).
! Ga naar: http://hp.com/support en zoek naar onderwerpen over draadloze
verbinding.
Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze
netwerken gebruiken
Wanneer u een draadloos thuisnetwerk instelt of toegang zoekt tot een openbaar WLAN,
moet u altijd de beveiligingsvoorzieningen inschakelen om uw computer te beschermen
tegen toegang door onbevoegden. De meest gebruikte beveiligingsniveaus zijn
WPA-Personal (Wi-Fi Protected Access Personal) en WEP (Wired Equivalent Privacy).
Wanneer u een netwerk instelt, moet u één of meer van de volgende
beveiligingsmaatregelen treffen:
! WPA-Personal of WEP-beveiliging inschakelen op de router.
! De standaardnaam voor het netwerk (SSID) en het wachtwoord wijzigen.
! Een firewall instellen.
! Beveiliging instellen in uw webbrowser.
Voor meer informatie over het instellen van draadloze beveiligingsvoorzieningen gaat u
naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
16Aan de slag (functies variëren per model)
Een modem aansluiten
Zie "Verbinding maken met internet" in deze handleiding voor meer informatie over het tot
stand brengen van verbinding met internet.
De modem wordt gebruikt om via de telefoonlijn verbinding te maken met een
internetaanbieder.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een modem.
Voordat u de telefoonlijn kunt gebruiken om een inbelverbinding met internet tot stand te
brengen en e-mail en faxen te verzenden of ontvangen, moet u de telefoonlijn verbinden met
de modemconnector (A) aan de achterkant van de computer (B). Op de installatieposter
ziet u hoe u een modem- of telefoonkabel aansluit op de modemconnector van de computer
en op de wanddoos van de telefoonlijn.
A Modemconnector
B Achterkant van computer
De computer installeren17
18Aan de slag (functies variëren per model)
Luidsprekers of een microfoon aansluiten
De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen bepaalde modellen) of worden
afzonderlijk verkocht.
OPMERKING: Voor productinformatie op de HP website voor ondersteuning gaat u
naar: http://www.hp.com/support
Voor details over het aansluiten van de stereoluidsprekers op de computer kunt u de
installatieposter raadplegen.
OPMERKING: Luidsprekers kunnen passief (geen aan/uit-knop en geen netsnoer) of actief
(aan/uit-knop of netsnoer) zijn. Uw computer ondersteunt alleen actieve luidsprekersystemen
(met eigen voeding). Het luidsprekersysteem moet dus een eigen netsnoer hebben.
Stereoluidsprekers hebben twee kanalen: links en rechts. Een luidsprekersysteem met
meerdere kanalen is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een subwoofer. Bijvoorbeeld: een systeem met 5.1 kanalen werkt in de stand voor zes
luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links-rechts), twee achter (links-rechts),
een middenluidspreker en een subwoofer.
Als uw computer overweg kan met een geluidssysteem met meerdere kanalen (alleen
bepaalde modellen), kunt u vier luidsprekers aansluiten voor uitvoer via vier kanalen of zes
luidsprekers voor 5.1-luidsprekeruitvoer.
Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de computer en configureert u de software
voor geluidsuitvoer.
Typen geluidsconnectoren
Uw model kan een van drie typen analoge geluidsconnectoren hebben aan de achterkant
van de computer:
! Drie connectoren
! Zes connectoren
! Geluidskaart
Luidsprekers of een microfoon aansluiten19
De connectoren zijn geschikt voor stereoministekkers van 3,5 mm en kunnen worden
gebruikt om luidsprekers en microfoons aan te sluiten op de computer.
Uw systeem heeft mogelijk ook een afzonderlijke digitale uitgang (alleen bepaalde
modellen).
De softwareconfiguratie is anders voor elk connectortype, zoals wordt vermeld in de
instructies.
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren.
! Type 6 bestaat uit zes connectoren.
! Type S bestaat uit een geluidskaart.
GeluidsconnectorIllustratieType
Drie connectoren Uw computermodel kan drie
geluidsconnectoren hebben. U kunt
maximaal een 5.1-audiosysteem
aansluiten op de computer.
Zes connectorenUw computermodel kan aan de
achterkant zes geluidsconnectoren
hebben. U kunt maximaal een
7.1-audiosysteem aansluiten op
de computer.
Connector voor
geluidskaart
Uw computermodel kan een
geluidskaart hebben. U kunt tot een
5.1-audiosysteem (7.1-audiosysteem
voor bepaalde modellen) of digitale
luidsprekers op de geluidskaart
van de computer aansluiten.
Zie de volgende
illustraties.
3
6
S
Volg de stappen die worden aangegeven in de installatieprocedure om kabels aan te
sluiten op de geluidsconnectoren van uw computermodel.
20Aan de slag (functies variëren per model)
Loading...
+ 194 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.