Hp PAVILION SLIMLINE S3500, PAVILION SLIMLINE S3400, PAVILION ELITE M9300, COMPAQ PRESARIO SR5500, COMPAQ PRESARIO SR5400 User Manual [nl]

...
Page 1
Aan de slag
Page 2
De enige garanties voor producten en diensten van Hewlett-Packard staan vermeld in de garantiebeschrijvingen bij de betreffende producten en diensten. De informatie in deze publicatie kan niet worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Dit document bevat informatie die eigendom is van HP en door de wetten op het auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel gedeelte van dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of in een andere taal worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HP.
Hewlett-Packard Company P.O. Box 4010 Cupertino, CA 95015-4010 USA
Copyright © 2000–2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Dit product bevat copyright-beschermingstechnologie die door Amerikaanse patenten
en andere rechten van intellectuele eigendom wordt beschermd. Het gebruik van deze copyright-beschermingstechnologie moet door Macrovision zijn goedgekeurd en deze is, tenzij op andere wijze door Macrovision toegestaan, uitsluitend bestemd voor gebruik in de huiselijke omgeving en ander beperkt gebruik van betaal-tv. Terugwerkend construeren en demonteren zijn verboden.
Microsoft en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Windows-logo en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Page 3

Inhoudsopgave

De computer installeren ...........................................................................1
De computer installeren...........................................................................................1
De computer op de juiste locatie plaatsen............................................................. 1
Overspanningsbeveiliging gebruiken ...................................................................1
Verbindingen met de computer............................................................................2
Een digitale camera aansluiten (foto of video)............................................................8
Andere apparaten aansluiten.................................................................................10
Documentatie en herstelschijven opslaan .................................................................10
De instellingen van de monitor aanpassen ...............................................................11
De schermresolutie aanpassen met Vista.............................................................11
De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA ........................11
Een LAN configureren...........................................................................................12
Een kabelverbinding (Ethernet) instellen...................................................................13
Geïntegreerde draadloze apparaten ...................................................................... 14
Draadloze LAN-apparaten aansluiten .....................................................................15
De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren..................................15
Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken ...........................16
Een modem aansluiten ..........................................................................................17
Inhoudsopgave iii
Page 4
Luidsprekers of een microfoon aansluiten ..............................................19
Typen geluidsconnectoren .....................................................................................19
Een microfoon aansluiten.......................................................................................22
Luidsprekerconfiguratie .........................................................................................23
Luidsprekertypen ............................................................................................. 24
2/2.1-luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer) .................24
4.1-luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers en een subwoofer) .....................25
5.1-luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers en een subwoofer) .....................27
7.1-luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers en een subwoofer) .....................28
Uw externe stereosysteem aansluiten (optioneel)..................................................30
2.1-geluidsinstallatie ........................................................................................31
5.1-geluidsinstallatie ........................................................................................32
Procedure voor een 5.1-geluidsinstallatie............................................................33
7.1-geluidsinstallatie ........................................................................................34
Procedure voor een 7.1-geluidsinstallatie............................................................35
Digitale audio aansluiten..................................................................................36
Hoofdtelefoon aansluiten.......................................................................................37
Een 2.1-luidsprekersysteem en een hoofdtelefoon gebruiken .................................37
Een 5.1- tot 7.1-luidsprekersysteem en een hoofdtelefoon gebruiken ...................... 37
Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi .......................38
De luidsprekers aansluiten ................................................................................38
Aansluitingen op de FlexiJack-connector.............................................................39
Ondersteuning.......................................................................................41
Online handleidingen zoeken ................................................................................ 41
Handleidingen zoeken op het web .........................................................................41
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ...................................................... 42
De map PC Help & Tools gebruiken........................................................................42
De diagnostische hulpprogramma's voor hardware gebruiken ..............................42
HP Total Care Advisor gebruiken............................................................................ 43
De computer voor het eerst inschakelen.................................................45
De computer uitschakelen ......................................................................................46
De optie Afsluiten gebruiken .............................................................................46
Vergrendeling gebruiken ..................................................................................47
Slaapstand gebruiken ......................................................................................47
De sluimerstand gebruiken................................................................................48
Slaap-, sluimer- of afwezigheidsstand automatisch activeren .................................48
De computer opnieuw opstarten .............................................................................49
Verbinding maken met internet...............................................................................49
De computer veilig en comfortabel gebruiken...........................................................50
Gebruikersaccounts instellen ..................................................................................51
iv Aan de slag (functies variëren per model)
Page 5
De computer beveiligen......................................................................................... 52
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................52
Antivirussoftware gebruiken ..............................................................................54
Firewallsoftware gebruiken ...............................................................................54
De computer configureren voor automatische softwareupdates van Microsoft.......... 55
Essentiële beveiligingsupdates installeren............................................................ 56
Richtlijnen voor het installeren van software en hardwareapparaten ...........................56
Bestanden en instellingen van uw oude computer overzetten naar een nieuwe
computer.............................................................................................................57
Het toetsenbord gebruiken ....................................................................59
Voorzieningen van het toetsenbord identificeren ......................................................59
Alfanumerieke toetsen ......................................................................................59
Functietoetsen .................................................................................................60
Bewerkingstoetsen ...........................................................................................60
Pijltoetsen .......................................................................................................60
Numerieke toetsen...........................................................................................61
Toetsenbordlampjes .........................................................................................61
Speciale knoppen............................................................................................ 62
Speciale toetsenbordtoetsen identificeren ................................................................62
De toetsenbordknoppen aanpassen ...................................................................64
Toetsenbordsneltoetsen.......................................................................................... 65
Problemen met de draadloze muis en het draadloze toetsenbord oplossen..................66
Een draadloze muis en draadloos toetsenbord synchroniseren .............................. 66
De muis gebruiken.................................................................................69
De muisknoppen gebruiken....................................................................................70
Schuiven.........................................................................................................70
Automatisch schuiven .......................................................................................71
Pannen...........................................................................................................71
Muisinstellingen wijzigen.......................................................................................71
Functies van de muisknoppen verwisselen...........................................................71
De snelheid van de muisaanwijzer wijzigen........................................................72
Dubbelkliksnelheid wijzigen.............................................................................. 72
De optie Klikvergrendeling inschakelen ..............................................................72
Schuifsnelheid van de wielknop wijzigen............................................................73
Problemen met de draadloze muis en het draadloze toetsenbord oplossen..................73
Inhoudsopgave v
Page 6
Luidspreker- en geluidsopties configureren ............................................75
Luidsprekervolume aanpassen ...........................................................................76
Een microfoon selecteren..................................................................................77
Geluidsuitvoer configureren ..............................................................................77
De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-geluidskaart gebruiken ....................78
De FlexiJack-connector configureren................................................................... 79
Configuratiemodi van Sound Blaster X-Fi ............................................................ 79
Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager ...................................80
De besturingsschermen van Realtek HD Audio Manager.......................................81
Geluid configureren voor opnames met Realtek HD Audio Manager......................83
Een andere functie toewijzen aan audioconnectoren op het voorpaneel.................84
Multistreaming audio configureren.....................................................................85
Wanneer multistreaming audio te gebruiken .......................................................86
Multistreaming audio instellen ...........................................................................86
Geluid configureren voor Windows Media Center...............................................87
Opnameapparaten selecteren ...........................................................................88
Geluidsproblemen oplossen .............................................................................. 88
De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken ...............89
Overzicht van de knoppen op de afstandsbediening ................................................90
Teletekstknoppen .............................................................................................92
De afstandsbediening gebruiken ............................................................................93
Problemen met de afstandsbediening oplossen.........................................................94
De sensor ontvangt geen signaal van de afstandsbediening..................................94
Kennismaking met de software op de computer ....................................95
Meer informatie over software ...............................................................................95
Het bureaublad gebruiken.....................................................................................95
Pictogrammen van het bureaublad verwijderen ...................................................96
Bureaubladpictogrammen terughalen .................................................................96
Bestanden definitief verwijderen ........................................................................96
Het menu van de knop Start van Windows gebruiken ...............................................96
Het menu Alle programma's gebruiken...............................................................96
De lijst Alle programma's organiseren................................................................97
Het Configuratiescherm gebruiken..........................................................................97
De grootte van vensters aanpassen......................................................................... 98
Werken met digitale afbeeldingen..........................................................................98
Over internet........................................................................................................ 99
Een browser gebruiken .......................................................................................100
Zoeken op internet.........................................................................................100
Toegang tot internet beperken.........................................................................101
vi Aan de slag (functies variëren per model)
Page 7
De antivirussoftware Norton Internet Security gebruiken ..........................................102
Norton Internet Security configureren en registreren ...........................................102
Handmatig een scan uitvoeren ........................................................................102
Tijd voor volledige systeemscan instellen ..........................................................103
Tijdstip voor een aangepaste scan instellen.......................................................103
E-mail verzenden en ontvangen............................................................................ 104
Windows Mail gebruiken ...............................................................................104
Het e-mailprogramma van uw internetaanbieder gebruiken ................................104
Tabel met een overzicht van de software ...............................................................105
Bestanden beheren..............................................................................109
Bestanden organiseren met mappen .....................................................................109
Mappen maken..................................................................................................110
Bestanden verplaatsen ........................................................................................110
Bestanden zoeken ..............................................................................................111
Bestanden een andere naam geven ......................................................................112
Bestanden verwijderen........................................................................................112
Bestanden terugzetten vanuit de Prullenbak............................................................113
Bestanden kopiëren ............................................................................................113
Een printer gebruiken..........................................................................................114
Cd- en dvd-stations gebruiken .............................................................115
De cd- en dvd-stations gebruiken ..........................................................................115
Behandeling van cd's en dvd's........................................................................116
Cd's en dvd's plaatsen en verwijderen .............................................................116
Informatie betreffende compatibiliteit ....................................................................117
Overzichtstabel schijffuncties en compatibiliteit ......................................................118
Overzichtstabel van optische stations ....................................................................119
Blu-ray-stations en hd-schijfstations gebruiken .........................................................120
De geheugenkaartlezer gebruiken .......................................................121
Handleiding voor het invoeren van media .............................................................122
Meer over het activiteitslampje.............................................................................125
Een geheugenkaart formatteren............................................................................125
Problemen met de geheugenkaartlezer oplossen ....................................................126
De HP Personal Media Drive en HP Pocket Media Drive gebruiken .......127
Het station aansluiten..........................................................................................128
Het station in een stationscompartiment plaatsen ....................................................129
Het station aansluiten op een computer zonder schijfcompartiment ...........................130
Het station identificeren en een stationsletter toewijzen............................................131
Het station gebruiken ..........................................................................................132
Bestanden handmatig overbrengen naar een andere computer ...........................132
Het station loskoppelen .......................................................................................132
Problemen met de HP Media Drive oplossen..........................................................133
Inhoudsopgave vii
Page 8
Cd's, dvd's of vcd's afspelen.................................................................135
Muziek gebruiken...............................................................................................135
Muziek gebruiken met Windows Media Center......................................................136
De muziekbibliotheek gebruiken...........................................................................137
Muziek toevoegen aan de muziekbibliotheek....................................................137
Muziekbestanden toevoegen van de vaste schijf................................................137
Muziekbestanden toevoegen van een cd ..........................................................138
Muziekbestanden verwijderen uit de muziekbibliotheek......................................139
Ondersteunde muziekbestandstypen gebruiken .................................................139
Muziekbestanden afspelen in Windows Media Center............................................140
De visualisatie-instellingen wijzigen..................................................................141
Een album afspelen in Windows Media Center .................................................142
Een nummer afspelen in Windows Media Center ..............................................142
Een wachtrij maken in Windows Media Center......................................................143
Een album zoeken en afspelen in Windows Media Center ......................................143
Albuminformatie gebruiken.............................................................................143
Zoekfunctie in Windows Media Center gebruiken ..................................................144
Muzieknummers en -bestanden zoeken.............................................................144
Een afspeellijst maken in Windows Media Center ..................................................145
Muziekbestanden naar cd kopiëren in Windows Media Center ...............................146
Naar online radiostations luisteren ....................................................................... 148
Muziek-cd's afspelen ..........................................................................................148
Cd's afspelen met Windows Media Player ............................................................149
Dvd's afspelen ...................................................................................................149
Windows Media Center gebruiken om dvd's af te spelen ...................................150
Problemen met slechte afspeelkwaliteit bij het afspelen van dvd's oplossen ...........150
Land-/regionummers gebruiken .......................................................................151
Dvd-films afspelen in Windows Media Center ........................................................151
De dvd-instellingen wijzigen ................................................................................ 152
De taal van de dvd-film wijzigen .....................................................................152
De opties voor dvd op de afstandsbediening wijzigen .......................................153
Closed captioning voor dvd wijzigen...............................................................154
Dvd-audio-instellingen wijzigen ............................................................................154
Dvd's afspelen met Windows Media Player ...........................................................155
DVD Play gebruiken voor het afspelen dvd's, video's, high-definition-dvd's en
Blu-ray-dvd's ......................................................................................................155
Video-cd's (vcd's) spelen ..................................................................................... 157
Video-cd's (vcd's) afspelen met Windows Media Player .....................................157
viii Aan de slag (functies variëren per model)
Page 9
Windows Media Center gebruiken .......................................................159
Windows Media Center configureren ...................................................................160
De stappen in de configuratiewizard voltooien..................................................160
Menu Start van Windows Media Center ...............................................................162
Items in het menu Start van Windows Media Center ..........................................162
Functies van Windows Media Center....................................................................163
De juiste muziek voor het moment....................................................................164
Internetradio afspelen.....................................................................................164
Deel uw digitale geheugens............................................................................164
Transformeer uw leefruimte in een theater.........................................................165
Online media................................................................................................165
Navigeren in Windows Media Center ..................................................................165
Windows Media Center openen met een muis ..................................................165
Windows Media Center openen met de afstandsbediening van
Windows Media Center .................................................................................166
De menubalken van Windows Media Center gebruiken .....................................166
Items selecteren in Windows Media Center ......................................................167
Systeemmenu van Windows Media Center .......................................................168
Instellingen van Windows Media Center wijzigen ..................................................168
Categorieën van instellingen in Windows Media Center ....................................169
Energiebeheerinstellingen van Windows Media Center gebruiken .......................170
Audio- en gegevensschijven maken .....................................................171
Herschrijfbare schijven wissen voor het opnemen ...................................................172
Werken met audio-cd's .......................................................................................172
Tips voor audio-cd's.......................................................................................173
Voordat u schijven maakt ............................................................................... 174
Audio-cd's maken..........................................................................................174
Videoschijven maken .....................................................................................175
Een schijf kopiëren ........................................................................................176
Gegevensschijven maken ...............................................................................177
Een schijflabel maken met LightScribe-technologie ............................................. 177
Een papieren schijflabel maken.......................................................................179
Werken met afbeeldingen en video's ...................................................181
Werken met digitale afbeeldingen........................................................................181
Afbeeldingen weergeven in Windows Media Center ..............................................182
Afbeeldingen toevoegen in Windows Media Center ...............................................182
Afbeeldingsbestanden van de vaste schijf toevoegen .........................................182
Inhoudsopgave ix
Page 10
Afbeeldingen weergeven in Windows Media Center ..............................................183
Afbeeldingen weergeven als een diavoorstelling ...............................................184
Een diavoorstelling weergeven met muziek .......................................................184
Ondersteunde bestandstypen voor afbeeldingen gebruiken in
Windows Media Center .................................................................................185
Afbeeldingen bewerken in Windows Media Center................................................186
Rode ogen of contrast aanpassen....................................................................186
Afbeeldingen bijsnijden in Windows Media Center ...........................................186
Afbeeldingen draaien ....................................................................................187
Afbeeldingen afdrukken in Windows Media Center................................................188
Afbeeldingen kopiëren naar cd's en dvd's in Windows Media Center ......................188
Video's afspelen in Windows Media Center .......................................................... 189
Digitale video's afspelen ................................................................................189
Ondersteunde typen videobestanden gebruiken ................................................190
Videobestanden overbrengen en opnemen ............................................................190
Analoge en digitale videobestanden opnemen ..................................................190
Een dvd met videobestanden maken in Windows Media Center ..............................191
Films maken met muvee autoProducer.................................................193
Stappen voor het maken van een film...............................................................193
muvee autoProducer gebruiken ............................................................................195
Aan de slag..................................................................................................195
Video van een digitale videocamera vastleggen................................................ 197
Video's toevoegen ......................................................................................... 198
Afbeeldingen toevoegen................................................................................. 200
Muziek toevoegen .........................................................................................201
De stijl selecteren...........................................................................................201
Instellingen wijzigen ......................................................................................201
De film maken...............................................................................................203
Een voorbeeld van de film afspelen .................................................................204
De film wijzigen ............................................................................................204
Het filmproject opslaan ..................................................................................206
Het filmproject opnemen op schijf....................................................................207
muvee autoProducer upgraden........................................................................208
Ondersteunde bestandstypen muvee autoProducer-uitvoer ..................................208
Index...................................................................................................209
x Aan de slag (functies variëren per model)
Page 11

De computer installeren

WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/de regio waar u de computer hebt aangeschaft. Controleer bij een verhuizing de voltagevereisten op uw nieuwe locatie voordat u de computer aansluit op een stopcontact.
WAARSCHUWING: Lees "Veiligheidsinformatie" in de Handleiding voor beperkte garantie en ondersteuning voordat u de computer installeert en aansluit op de stroomvoorziening.

De computer installeren

Volg de stappen op de installatieposter om de computer te installeren. Lees de onderwerpen in dit gedeelte om meer te weten te komen over de locatie van de onderdelen en connectoren van de computer en over alternatieve mogelijkheden voor de installatie.
Controleer of in de computerdoos schriftelijke informatie of updates aanwezig zijn die van toepassing zijn op deze computer.

De computer op de juiste locatie plaatsen

Wanneer u de nieuwe computer installeert, moet u deze zo plaatsen dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Zorg ervoor dat alle verbindingen veilig zijn en de kabels uit de weg liggen. Leid de kabels zo dat er niet op gestapt kan worden en dat ze niet beschadigd kunnen worden doordat er meubilair op wordt geplaatst.

Overspanningsbeveiliging gebruiken

Bescherm uw monitor, computer en accessoires en sluit alle netsnoeren voor computer en randapparatuur (zoals een monitor, printer of scanner) aan op een overspanningsbeveiliging, zoals een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging of een UPS (Uninterruptible Power Supply). Vele apparaten voor overspanningsbeveiliging hebben ingangen en uitgangen voor beveiliging van modem- of telefoonlijnen. Via telefoonlijnen kan blikseminslag in uw systeem plaatsvinden. Sommige apparaten voor overspanningsbeveiliging hebben tevens aansluitingen voor beveiliging van televisiekabels. Gebruik deze als er in de computer een televisietuner is geïnstalleerd.
De computer installeren 1
Page 12
Niet alle stekkerdozen bieden overspanningsbeveiliging. De stekkerdoos moet zijn voorzien van een specifiek label waarop dit vermeld staat. Gebruik een stekkerdoos van een fabrikant die een beleid voor vervanging bij schade heeft ingesteld, zodat u uw apparaten kunt vervangen als de overspanningsbeveiliging niet werkt.

Verbindingen met de computer

Sluit de belangrijkste randapparaten, zoals de monitor, het toetsenbord en de muis, aan op de achterkant van de computer. Andere randapparaten, zoals een printer, scanner of camera, worden ook aangesloten op connectoren aan de achterkant van de computer. Sommige computers hebben ook connectoren aan de voorkant. De onderstaande tabel geeft informatie over een aantal, maar niet alle, connectoren.
OPMERKING: verschillen.
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie
De locatie, beschikbaarheid en het aantal connectoren kan per model
Muis (PS/2-connector).
Toetsenbord (PS/2-connector).
USB (Universal Serial Bus) voor muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USB-connector.
Printer (parallel).
2 Aan de slag (functies variëren per model)
Serieel
Seriële poort voor digitale camera's of andere seriële apparaten.
Page 13
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding).
Audio-ingang.
Hoofdtelefoon.
Microfoon.
®
FireWire
(IEEE 1394) voor videocamera's of
andere apparaten met hoge overdrachtssnelheden. OPMERKING: U moet een 6-pins
FireWire (IEEE 1394) transferkabel gebruiken met deze 6-pins-connector.
S-Video 2
Digitale audio-ingang en digitale audio-uitgang.
Uitgang zijluidspreker.
Uitgang achterluidspreker.
Middenluidspreker/subwoofer.
Secundaire S-video-connector om uw videorecorder, videocamera of andere analoge bron op de computer aan te sluiten.
De computer installeren 3
Page 14
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Secundaire composietvideoconnector (geel) om een
Composiet-
video 2
videorecorder, videocamera of andere analoge bron op de computer aan te sluiten.
Secundaire linker audio-ingang (wit).
A/V-ingang
Audio 2
L
A/V-ingang
Audio 2
R
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen, moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden met het moederbord en die zich aan de achterkant van de computer bevindt (alleen bepaalde modellen).
Secundaire rechter audio-ingang (rood). OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen, moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden met het moederbord en die zich aan de achterkant van de computer bevindt (alleen bepaalde modellen).
Uitgang voor hoofdtelefoon (groen).
Ingang voor microfoon (roze).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale camera of ander apparaat met een USB-connector.
4 Aan de slag (functies variëren per model)
Netvoedingsconnector.
Muisconnector.
Toetsenbordconnector.
Page 15
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Printerpoort (parallel) voor aansluiting van een parallelle printer (alleen bepaalde modellen).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USB-connector.
De Ethernet LAN-connector is een netwerkadapter (ook wel netwerkinterfacekaart of NIC genoemd) die kan worden aangesloten op een netwerkhub van het type Ethernet (10BaseT) of Fast Ethernet (100BaseT).
ETHERNET
Verbind deze adapter in uw computer met uw LAN-hub (Local Area Network) of met een breedbandverbinding.
Het groene lampje geeft een geldige verbinding aan. Microfooningang (Mic) (roze) voor aansluiting van
een microfoon (fungeert tevens als uitgang voor de middenluidspreker/subwoofer wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd).
Midden
Achter
Zijkant
Audio-uitgang (groen) voor de voorste luidsprekers.
Audio-ingang (blauw) voor de aansluiting van een analoog audioapparaat, zoals een cd-speler die op de computer wordt aangesloten (fungeert tevens als uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd).
C/sub-ingang (goud) voor aansluiting van de middenluidspreker/subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Achterste lijnuitgang (zwart) voor aansluiting van de achterste luidsprekers in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Lijnuitgang zijkant (grijs) voor aansluiting van de zijluidsprekers in een systeem met acht luidsprekers (7.1).
De computer installeren 5
Page 16
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
S-Video
Composietvideo
A/V-ingang
Audio 1
L
A/V-ingang
Audio 1
R
TV/Kabel Ant
S-video-ingang voor aansluiting van een set-top box.
Composietvideo-ingang (geel) voor aansluiting van een set-top box voor een tv.
Primaire linker audio-ingang van set-top box­connector (wit).
OPMERKING: Audio kan worden opgenomen door deze met het moederbord verbonden audio­ingang te gebruiken. Op sommige computers bevindt deze primaire linker audio-ingang zich aan de voorkant van de computer (alleen bepaalde modellen).
Primaire rechter audio-ingang van set-top box­connector (rood).
OPMERKING: Audio kan worden opgenomen door deze met het moederbord verbonden audio­ingang te gebruiken. Op sommige computers bevindt deze primaire rechter audio-ingang zich aan de voorkant van de computer (alleen bepaalde modellen).
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel vanaf een wandcontact (als geen set-top box wordt gebruikt).
6 Aan de slag (functies variëren per model)
ATSC
CATV
NTSC
FM Ant
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst van ATSC-kanalen (Advanced Television System Committee, over-the-air-kanalen voor digitale transmissie).
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst van tv-kanalen via CATV (Community Antenna Television) of kabel.
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel voor ontvangst van NTSC-kanalen (National Television System Committee, over-the-air-kanalen voor analoge transmissie).
Ingang voor FM-radioantenne. Sluit de kabel van de FM-radioantenne aan op de
FM-ingang van de tv-tuner aan de achterkant van de computer. U kunt overwegen om de uiteinden van de kabel verlengen om de ontvangst van het FM-radiosignaal te verbeteren.
Page 17
Connector Pictogram/label Beschrijving en functie (vervolg)
Modemingang (RJ-11) (alleen bepaalde modellen). Sluit de modemkabel (meegeleverd met de
computer) aan op de modemconnector aan de achterkant van de computer. Sluit het andere uiteinde aan op de wandcontactdoos van de telefoonlijn.
Analoge video-uitgang: S-video- of
Analoge video
composietvideoconnector (alleen bepaalde modellen), voor aansluiting op een tv.
VGA/Monitor
HDMI
DVI
VGA/Monitor-schermuitgang (blauw) voor aansluiting op een VGA-monitor. U moet mogelijk een VGA-naar-DVI-adapter gebruiken om het beeldscherm met de computer te verbinden.
HDMI-schermuitgang voor aansluiting op een HDMI-monitor of tv-scherm. U moet mogelijk een HDMI-naar-DVI-adapter gebruiken om het beeldscherm met de computer te verbinden.
Digitale video-uitgang, voor aansluiting op een tv of monitor (alleen bepaalde modellen). U moet mogelijk een VGA-naar-DVI-adapter of HDMI-naar-DVI-adapter gebruiken om het beeldscherm met de computer te verbinden.
Zie de documentatie die bij het scherm werd geleverd.
Digitale audio-ingang (wit) voor aansluiting op een digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals de receiver/versterker van een extern geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
Digitale audio-uitgang (rood) voor aansluiting op een digitaal audioapparaat met digitale uitvoer (alleen bepaalde modellen).
Digitale
audio-uitgang
Digitale audio-uitgang (oranje) voor aansluiting op een digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals de receiver/versterker van een extern geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
De computer installeren 7
Page 18

Een digitale camera aansluiten (foto of video)

De volgende instructies zijn alleen van toepassing op digitale fotocamera's en digitale videocamera's.
OPMERKING: Als u een analoge videocamera wilt aansluiten op de computer, gebruikt u de video- en audio-ingangen aan de voorkant of achterkant van de computer.
Raadpleeg de documentatie die bij de digitale fotocamera of digitale videocamera is geleverd.
Een digitale fotocamera of digitale videocamera aansluiten:
1 Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem
Microsoft
OPMERKING: Als een venster voor het automatisch afspelen van digitale video verschijnt als u uw camera aansluit, klik u op Annuleren.
2 Sluit de 6-pins communicatiekabel van de videocamera aan op de camera en
vervolgens op een open poort aan de voorkant of achterkant van de computer. Voor de meeste digitale videocamera's kunt u de FireWire-poort (IEEE 1394) of de USB-poort gebruiken.
®
Windows Vista® is gestart.
8 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 19
3 Het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Wacht twee of drie minuten zodat
Windows Vista de nodige opties kan instellen voor het nieuwe apparaat. Als de installatie is voltooid, verschijnt een bericht met de melding dat de camera klaar is voor gebruik.
4 Mogelijk moet u nog stuurprogramma's voor uw camera installeren. In dat geval
geeft Windows een bericht weer waarin u wordt gevraagd of u de stuurprogramma's wilt zoeken en installeren. Plaats de cd met de stuurprogramma's, klik op Stuurprogramma's zoeken en installeren en volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
Als de computer de digitale fotocamera of digitale videocamera niet herkent, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
2 Klik op Systeem en onderhoud en klik vervolgens op Systeem. 3 Klik op Apparaatbeheer. 4 Klik op het plusteken (+) naast de camerapoort. Als de naam van de camera verschijnt,
is het apparaat gereed. Als de naam hier niet verschijnt, probeert u het volgende:
! Klik op Actie en klik vervolgens op Zoeken naar gewijzigde apparaten.
Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.
! Koppel de communicatiekabel van de videocamera los van de computer en sluit
deze aan op een andere poort. Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.
De computer installeren 9
Page 20

Andere apparaten aansluiten

Andere randapparaten kunnen worden aangesloten op de USB- of FireWire-poorten (IEEE 1394) aan de voorkant of achterkant van de computer. Randapparaten die u kunt aansluiten, zijn printers, scanners, videocamera's, digitale fotocamera's, geheugenkaartlezers en PDA's (Personal Digital Assistant) of handheld-computers. Raadpleeg de documentatie die bij de apparaten werd geleverd.
OPMERKING: Sommige randapparaten worden niet bij de computer geleverd.
OPMERKING: U moet een 6-pins (geen 4-pins) FireWire-kabel (IEEE 1394) gebruiken
met de 6-pins FireWire-poort (IEEE 1394) op uw computer.

Documentatie en herstelschijven opslaan

Bewaar alle gebruikshandleidingen en garantiebepalingen voor de computer op een snel toegankelijke, veilige plaats. Het is raadzaam om uw systeemherstelschijven samen met uw documentatie te bewaren. U hebt dan snel toegang tot alle belangrijke documenten en bestanden voor de computer.
10 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 21

De instellingen van de monitor aanpassen

De schermresolutie aanpassen met Vista

De schermresolutie wijzigen met Vista:
1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik op
Aanpassen.
2 Klik op Beeldscherminstellingen. 3 Selecteer zonodig het beeldscherm en pas de beeldschermresolutie aan met de
schuifregelaar onder Resolutie.
4 Klik op Toepassen. 5 Klik op Ja, als deze optie aanwezig is. 6 Klik op OK.
OPMERKING: U kunt meerdere schermen (CRT-monitor, flat-panel monitor, televisie,
enzovoort) tegelijk aansluiten op de computer (alleen bepaalde modellen). Druk op Alt+F5 om snel het bureaublad van de computer op een ander apparaat weer te geven. Elke keer dat u op Alt+F5 drukt, verschijnt de weergave op het volgende apparaat. Als Alt+F5 niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.

De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA

De schermresolutie aanpassen met het configuratiescherm NVIDIA:
1 Klik met de rechtermuisknop op een lege plaats op het bureaublad en klik op het
Configuratiescherm NVIDIA.
2 Selecteer Standaard of Geavanceerd en klik op OK. 3 Klik onder Beeldscherm op Resolutie wijzigen. 4 Selecteer zonodig het beeldscherm en pas de beeldschermresolutie aan met de
schuifregelaar onder Beeldschermresolutie.
5 Klik op Toepassen en vervolgens op Ja als u deze resolutie wilt toepassen.
Of
Klik op Nee en wijzig de resolutie opnieuw met de schuifregelaar onder
Beeldschermresolutie. Klik op Toepass en en op Ja.
De computer installeren 11
Page 22

Een LAN configureren

Het Local Area Network (LAN) in uw huis kan een bekabeld of een draadloos netwerk zijn. U gebruikt een LAN om uw computer te verbinden met andere apparaten in het netwerk, inclusief andere computers. Een van de netwerkcomponenten kan een hub of een switch zijn, waarmee meerdere apparaten op het netwerk kunnen worden aangesloten, of een router, waarmee computers of een breedbandinternetverbinding kunnen worden aangesloten op het netwerk. Via de netwerkverbinding kunt u tevens gegevens, printers en andere randapparatuur delen met de andere computers in het netwerk. De netwerkverbinding met internet wordt doorgaans tot stand gebracht via een inbelmodem of een kabelmodem.
In een bekabeld netwerk worden Ethernet-kabels gebruikt om de apparaten aan te sluiten op het netwerk. U sluit bijvoorbeeld een Ethernet-kabel aan tussen de netwerkadapter in uw computer en de router.
In een draadloos netwerk worden radiogolven gebruikt om de apparaten te verbinden met het netwerk. Uw computer en de router hebben bijvoorbeeld allebei een antenne en adapter die gebruik maakt van dezelfde Wi-Fi-industriestandaard: 802.11n, 802.11b,
802.11g of 802.11a.
In de voorgaande afbeelding ziet u een thuisnetwerk. De desktopcomputer heeft een kabelverbinding met een draadloze router. Op de desktopcomputer is ook een printer aangesloten, die wordt gedeeld met de andere computers in het netwerk. Elke notebook heeft een draadloze verbinding met de netwerkrouter.
12 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 23

Een kabelverbinding (Ethernet) instellen

De Ethernet-verbinding met de netwerkadapter (ook wel Network Interface Card of NIC genoemd) voorziet in een verbinding met hoge snelheid (breedbandverbinding) met een Ethernet-netwerk (10BaseT) of een Fast Ethernet-netwerk (100BaseT). Nadat u de netwerkadapter hebt aangesloten op een netwerk, zoals een LAN, kunt u via het netwerk verbinding maken met internet.
1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet-connector (A) aan de achterkant van de
computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat.
OPMERKING: Uw computer is mogelijk niet uitgerust met een Ethernet-connector.
A Ethernet-connector (RJ-45-poort) B Ethernet-lampjes
2 Als de computer is ingeschakeld, controleert u de lampjes (B) naast de Ethernet-
connector voor de netwerkstatus:
! ACTIVITY (ACTIVITEIT) — Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens
worden verzonden
! LINK (VERBINDING) Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met
het netwerk is
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft.
De computer installeren 13
Page 24

Geïntegreerde draadloze apparaten

Met draadloze technologie worden gegevens via radiogolven in plaats van kabels overgedragen. Uw computer is mogelijk uitgerust met één of meer van de volgende geïntegreerde draadloze apparaten:
! Draadloze LAN-apparaten verbinden de computer met een draadloos LAN
(ook wel WLAN of Wireless Local Area Network genoemd) in een kantoor, uw huis
en openbare ruimten, zoals vliegvelden en restaurants. In een WLAN communiceert
elk mobiel draadloos apparaat met een draadloos toegangspunt dat zich op een
afstand van verschillende meters kan bevinden.
Computers met WLAN-apparaten kunnen ondersteuning bieden voor één of meer
van de vier door de IEEE vastgestelde industriestandaarden: 802.11n, 802.11b,
802.11g of 802.11a.
! Met Bluetooth-apparaten kunt u een persoonlijk netwerk (ook wel PAN voor
Personal Area Network genoemd) maken om een verbinding tot stand te brengen
met andere Bluetooth-apparaten, zoals computers, telefoons, printers, headsets,
luidsprekers en camera's. In een PAN communiceert elk apparaat direct met de
andere apparaten en de apparaten moeten relatief dicht bij elkaar (minder dan
10 meter uit elkaar) staan.
! WWAN-apparaten (Wireless Wide Area Network) geven op elk gewenst
moment toegang tot informatie vanaf elke plek waar u uw mobiele telefoon kunt
gebruiken. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met een basisstation van
een telefoonmaatschappij. Telefoonmaatschappijen installeren praktisch overal
netwerken van basisstations (vergelijkbaar met de masten voor mobiele telefonie),
waarmee in feite wordt gezorgd voor dekking in hele staten of zelfs hele landen/regio's.
Voor meer informatie over draadloze technologie gaat u naar:
http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
14 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 25

Draadloze LAN-apparaten aansluiten

(Alleen bepaalde modellen)
U kunt de computer verbinden met een draadloos 802.11n- (alleen bepaalde modellen),
802.11b- of 802.11g-netwerk door de externe antenne te gebruiken die bij uw systeem is geleverd. Met dit apparaat kunt u een draadloos netwerk maken waarin de computer fungeert als een draadloos toegangspunt. Als u al een draadloos netwerk hebt, kunt u met dit apparaat de computer gebruiken als draadloze client.
U hebt een bestaand draadloos LAN met een internetverbinding nodig (neem contact op met uw internetaanbieder voor meer informatie). Bij het systeem is een externe antenne geleverd. Deze moet u verbinden met de 802.11-module om het bereik en de gevoeligheid van de radio te vergroten.
U sluit de draadloze LAN-antenne als volgt aan:
1 Schroef de kabel van de draadloze
LAN-antenne in de draadloze
LAN-connector aan de achterkant
van de computer.
2 Voor de beste prestaties plaatst u de
antenne op de computer of op een
hoge, aan alle kanten vrije plek.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw draadloze antenne er iets anders uitziet.

De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren

Als u een draadloos netwerk wilt instellen, controleert u eerst of het geïntegreerde WLAN-apparaat juist is geïnstalleerd in uw computer.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en klik vervolgens op Apparaatbeheer om het
venster Apparaatbeheer te openen.
3 Klik op Netwerkadapters. Het WLAN-apparaat zou hier moeten worden vermeld. U
kunt het WLAN-apparaat herkennen aan termen als wireless, wireless LAN en 802.11.
OPMERKING: Als er geen WLAN-apparaat wordt vermeld, heeft uw computer geen
geïntegreerd WLAN-apparaat of is het stuurprogramma voor het apparaat niet juist
geïnstalleerd.
De computer installeren 15
Page 26
4 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 5 Typ Netwerkcentrum in het zoekvak en klik vervolgens op Netwerkcentrum om het
venster Netwerkcentrum te openen.
6 Klik op Verbinding maken met een netwerk en volg de instructies op het scherm.
Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
! Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows, klik op Help en
ondersteuning en typ vervolgens Draadloos netwerk instellen in het zoekvak.
! Ga naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless (alleen in het Engels). ! Ga naar: http://hp.com/support en zoek naar onderwerpen over draadloze
verbinding.

Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken

Wanneer u een draadloos thuisnetwerk instelt of toegang zoekt tot een openbaar WLAN, moet u altijd de beveiligingsvoorzieningen inschakelen om uw computer te beschermen tegen toegang door onbevoegden. De meest gebruikte beveiligingsniveaus zijn WPA-Personal (Wi-Fi Protected Access Personal) en WEP (Wired Equivalent Privacy).
Wanneer u een netwerk instelt, moet u één of meer van de volgende beveiligingsmaatregelen treffen:
! WPA-Personal of WEP-beveiliging inschakelen op de router. ! De standaardnaam voor het netwerk (SSID) en het wachtwoord wijzigen. ! Een firewall instellen. ! Beveiliging instellen in uw webbrowser.
Voor meer informatie over het instellen van draadloze beveiligingsvoorzieningen gaat u naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
16 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 27

Een modem aansluiten

Zie "Verbinding maken met internet" in deze handleiding voor meer informatie over het tot stand brengen van verbinding met internet.
De modem wordt gebruikt om via de telefoonlijn verbinding te maken met een internetaanbieder.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een modem.
Voordat u de telefoonlijn kunt gebruiken om een inbelverbinding met internet tot stand te brengen en e-mail en faxen te verzenden of ontvangen, moet u de telefoonlijn verbinden met de modemconnector (A) aan de achterkant van de computer (B). Op de installatieposter ziet u hoe u een modem- of telefoonkabel aansluit op de modemconnector van de computer en op de wanddoos van de telefoonlijn.
A Modemconnector B Achterkant van computer
De computer installeren 17
Page 28
18 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 29

Luidsprekers of een microfoon aansluiten

De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht.
OPMERKING: Voor productinformatie op de HP website voor ondersteuning gaat u naar: http://www.hp.com/support
Voor details over het aansluiten van de stereoluidsprekers op de computer kunt u de installatieposter raadplegen.
OPMERKING: Luidsprekers kunnen passief (geen aan/uit-knop en geen netsnoer) of actief (aan/uit-knop of netsnoer) zijn. Uw computer ondersteunt alleen actieve luidsprekersystemen (met eigen voeding). Het luidsprekersysteem moet dus een eigen netsnoer hebben.
Stereoluidsprekers hebben twee kanalen: links en rechts. Een luidsprekersysteem met meerdere kanalen is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een subwoofer. Bijvoorbeeld: een systeem met 5.1 kanalen werkt in de stand voor zes luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links-rechts), twee achter (links-rechts),
een middenluidspreker en een subwoofer.
Als uw computer overweg kan met een geluidssysteem met meerdere kanalen (alleen bepaalde modellen), kunt u vier luidsprekers aansluiten voor uitvoer via vier kanalen of zes luidsprekers voor 5.1-luidsprekeruitvoer.
Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de computer en configureert u de software voor geluidsuitvoer.

Typen geluidsconnectoren

Uw model kan een van drie typen analoge geluidsconnectoren hebben aan de achterkant van de computer:
! Drie connectoren ! Zes connectoren ! Geluidskaart
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 19
Page 30
De connectoren zijn geschikt voor stereoministekkers van 3,5 mm en kunnen worden gebruikt om luidsprekers en microfoons aan te sluiten op de computer.
Uw systeem heeft mogelijk ook een afzonderlijke digitale uitgang (alleen bepaalde modellen).
De softwareconfiguratie is anders voor elk connectortype, zoals wordt vermeld in de instructies.
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
Geluidsconnector Illustratie Type
Drie connectoren Uw computermodel kan drie
geluidsconnectoren hebben. U kunt maximaal een 5.1-audiosysteem aansluiten op de computer.
Zes connectoren Uw computermodel kan aan de
achterkant zes geluidsconnectoren hebben. U kunt maximaal een
7.1-audiosysteem aansluiten op de computer.
Connector voor geluidskaart
Uw computermodel kan een geluidskaart hebben. U kunt tot een
5.1-audiosysteem (7.1-audiosysteem voor bepaalde modellen) of digitale luidsprekers op de geluidskaart van de computer aansluiten.
Zie de volgende illustraties.
3
6
S
Volg de stappen die worden aangegeven in de installatieprocedure om kabels aan te sluiten op de geluidsconnectoren van uw computermodel.
20 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 31
De volgende tabel geeft informatie over de geluidsconnectoren op het achterpaneel van computersystemen.
Geluidsconnector
Type 3 Ty pe 6 Type S Omschrijving
Uitgang voor aansluiting van de analoge Zijluidsprekers links en rechts (grijs) in een systeem met acht luidsprekers (7.1).
C/Sub-uitgang (goud) voor aansluiting van de middenluidspreker/subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Uitgang voor aansluiting van de analoge Achterste luidsprekers links en rechts (zwart) in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Uitgang (groen) voor de aansluiting van de analoge voorste luidsprekers links en rechts.
Ingang voor de aansluiting van een Microfoon (roze). (Bij Type 3 fungeert deze ingang tevens als de uitgang voor de middenluidspreker/subwoofer wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd.)
Ingang (lichtblauw) voor de aansluiting van een analoog audioapparaat, zoals een cd-speler die op de computer wordt aangesloten. (Bij Type 3 fungeert deze ingang tevens als de uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd.)
Digitale uitgang of SPDIF-uitgang (oranje) voor de aansluiting van een digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals een externe ontvanger/versterker) of digitale luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
FlexiJack-ingang (roze) voor de aansluiting van analoge apparaten of een microfoon.
De FlexiJack-ingang ondersteunt twee functies. U moet de microfoon of de Line In-functie selecteren in de Creative Console Launcher. Zie "De FlexiJack-connector configureren."
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 21
Page 32
Geluidsconnector (vervolg)
Type 3 Ty pe 6 Type S Omschrijving
FlexiJack-ingang (blauw) voor de aansluiting van
analoge apparaten of een microfoon. De FlexiJack-ingang ondersteunt twee functies. U moet de
microfoon of de Line In-functie selecteren in de Creative Console Launcher. Zie "De FlexiJack-connector configureren."
Optische ingang (optische SPDIF-invoer) voor de aansluiting van opnameapparaten, zoals een minidisc­recorder, digitale bandrecorder of externe vaste schijf.
Optische uitgang (optische SPDIF-uitvoer) voor de aansluiting van afspeelapparaten, zoals een minidisc­speler, digitaal tapedeck of dvd-speler.
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.

Een microfoon aansluiten

De computer heeft één microfoonconnector aan de achterkant. Sommige modellen hebben een tweede microfoonconnector aan de voorkant van de computer. Er kan maar één microfoonconnector tegelijk actief zijn en de connector aan de achterkant is klaar voor gebruik, tenzij u luidsprekers met meerdere kanalen gebruikt. Voor computers met meer dan twee luidsprekers is de microfoonconnector aan de voorkant van de computer, indien aanwezig, klaar voor gebruik.
Om een microfoon die is aangesloten op de voorkant van de computer te gebruiken (alleen bepaalde modellen), selecteert u de actieve microfoon. Zie "Een microfoon selecteren."
HP computers ondersteunen vele verschillende opties voor geluid, geluidsaansluitingen en luidsprekerconfiguraties. U kunt uw computer instellen voor twee stereoluidsprekers of voor een luidsprekersysteem met meer kanalen. Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de computer en configureert u de software voor de geluidsuitvoer. Voor details over het aansluiten van de luidsprekers op de computer kunt u de installatieposter raadplegen.
In dit hoofdstuk worden de meest gangbare opties beschreven. Uw systeem heeft mogelijk andere onderdelen.
De luidsprekers worden bij de monitor geleverd (alleen bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht.
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over het aansluiten van de luidsprekers, raadpleegt u de installatieposter die bij de computer werd geleverd en de documentatie die bij uw luidsprekers werd geleverd.
22 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 33

Luidsprekerconfiguratie

U kunt uw computer instellen voor de volgende ondersteunde configuraties:
Naam Luidsprekersysteem Zie
Hoofdtelefoon Geen, gedempt. "Hoofdtelefoon aansluiten." 2 (stereo) Linkerluidspreker,
rechterluidspreker.
2.1 Linkerluidspreker, rechterluidspreker en subwoofer.
4.1 Twee luidsprekers voor, twee luidsprekers achter en een subwoofer.
6/5.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter, een middenluidspreker en een subwoofer.
8/7.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter, twee zijluidsprekers, een middenluidspreker en een subwoofer (alleen bepaalde modellen).
Extern geluidssysteem
Digitale audio Digitale luidsprekers of digitale
Multistreaming audio
Extern stereosysteem of thuisbioscoopsysteem met passieve luidsprekers.
ingang op geluidssysteem. Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter, twee zijluidsprekers, een middenluidspreker en een subwoofer (alleen bepaalde modellen).
"2/2.1-luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer)."
"2/2.1-luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer)."
"4.1-luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers en een subwoofer)."
"5.1-luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers en een subwoofer)."
"7.1-luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers en een subwoofer)."
"Uw externe stereosysteem aansluiten (optioneel)."
"Digitale audio aansluiten."
"Multistreaming audio configureren."
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 23
Page 34

Luidsprekertypen

De luidsprekers worden mogelijk geleverd met de monitor (alleen bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht. Raadpleeg de productdocumentatie bij uw luidsprekers.
De computer ondersteunt alleen actieve luidsprekersystemen (met eigen voeding). Een actief luidsprekersysteem moet zijn eigen netsnoer hebben. Een extern geluidssysteem vereist geen actieve luidsprekers omdat de receiver versterking levert.
Stereoluidsprekers hebben twee kanalen: links en rechts. Een multikanaal­luidsprekersysteem heeft een kanaal vóór (links-rechts) en een kanaal achter (links-rechts) en omvat mogelijk een subwoofer en een middenluidspreker. Meer geavanceerde systemen omvatten ook zijluidsprekers. Een subwoofer levert betere basgeluiden.
".1" geeft een subwoofer aan. Bijvoorbeeld: een systeem met 7.1-kanalen werkt in de stand voor acht luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links-rechts), twee aan de zijkanten (links-rechts), twee achter (links-rechts), een middenluidspreker en een subwoofer.

2/2.1-luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer)

U kunt als volgt twee actieve stereoluidsprekers (links-rechts) of twee luidsprekers en een subwoofer (2.1-luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via twee-kanalen:
1 Schakel de computer uit. 2 Sluit de luidsprekerkabel aan op de overeenkomstige limoengroene lijnuitgang voor
audio aan de achterkant van uw computer.
36S
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
3 Sluit de kabel aan op het geluidssysteem. Voor 2.1-luidsprekers die bij uw computer
werden geleverd (alleen bepaalde modellen), sluit u de lijnuitgang voor audio aan op de subwoofer.
4 Sluit de linker- en rechterluidspreker aan op de subwoofer. Raadpleeg de documentatie
bij de luidsprekers.
24 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 35
5 Schakel de computer in.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem aanzet.
6 Sluit het luidsprekersysteem aan op de netvoeding. 7 Zet het luidsprekersysteem aan.
Stap 8 is optioneel voor een installatie met twee-luidsprekers.
8 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Luidsprekers of een microfoon aansluiten."
! Type 3: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type 6: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type S (geluidskaart): Zie "De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-
geluidskaart gebruiken."
Het diagram hieronder toont een typische 2.1-geluidsinstallatie:
4.1-luidsprekersysteem aansluiten
(4 luidsprekers en een subwoofer)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers achter en een subwoofer (4.1-luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via vier kanalen:
1 Schakel de computer uit. 2 Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
36S
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 25
Page 36
3 Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte connector aan de
achterkant van uw computer.
36S
Voor systemen met type 3 connectoren werkt de blauwe lijningang voor audio als een achterste lijnuitgang wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd.
4 Sluit de kabels aan op het geluidssysteem. 5 Sluit de voorste en achterste luidspreker aan op de subwoofer. Raadpleeg de
documentatie bij de luidsprekers.
6 Schakel de computer in.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem aanzet.
7 Sluit het luidsprekersysteem aan op de netvoeding. 8 Zet het luidsprekersysteem aan. 9 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Luidspreker- en geluidsopties configureren."
! Type 3: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type 6: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type S (geluidskaart): Zie "De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-
geluidskaart gebruiken."
Het diagram hieronder toont een typische 4.1-geluidsinstallatie:
26 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 37
5.1-luidsprekersysteem aansluiten
(5 luidsprekers en een subwoofer)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers achter, een middenluidspreker en een subwoofer (5.1-luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via zes-kanalen:
1 Schakel de computer uit. 2 Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
36S
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
3 Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte connector aan de
achterkant van uw computer.
36S
Voor systemen met type 3 connectoren werkt de blauwe lijningang voor audio als een achterste lijnuitgang wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd.
4 Sluit de kabel van de middenluidspreker/subwoofer aan op de overeenkomstige
goudkleurige (of roze Mic-) connector op de achterkant van de computer.
36S
Voor systemen met type 3 connectoren werkt de roze Mic-ingang als een middenluidspreker/subwoofer-lijnuitgang wanneer een audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt geactiveerd.
5 Sluit de kabels aan op het geluidssysteem. 6 Sluit de voorste, achterste en centrale luidspreker aan op de subwoofer. Raadpleeg de
documentatie bij de luidsprekers.
7 Schakel de computer in.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem aanzet.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 27
Page 38
8 Sluit het luidsprekersysteem aan op de netvoeding. 9 Zet het luidsprekersysteem aan.
10 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Luidspreker- en geluidsopties configureren."
! Type 3: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type 6: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type 6 — multistreaming: Zie "Multistreaming audio configureren." ! Type S (geluidskaart): Zie "De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-
geluidskaart gebruiken."
Het diagram hieronder toont een typische 5.1-geluidsinstallatie:
7.1-luidsprekersysteem aansluiten
(7 luidsprekers en een subwoofer)
(Alleen bepaalde modellen)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers aan de zijkant, twee luidsprekers achter, een middenluidspreker en een subwoofer (7.1-luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via acht kanalen:
1 Schakel de computer uit. 2 Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de groene lijnuitgang voor audio
aan de achterkant van uw computer.
3 Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte audio-uitgang aan de
achterkant van uw computer.
28 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 39
4 Voor systemen met connectoren van type 6 sluit u de kabel van de zijluidsprekers aan
op de grijze connector aan de achterkant van uw computer.
5 Sluit de kabel van de middenluidspreker en subwoofer aan op de gouden
C/Sub-uitgang aan de achterkant van uw computer.
6 Sluit de kabels aan op het geluidssysteem. 7 Sluit de voorste, achterste, zij- en middenluidsprekers aan op de subwoofer.
Raadpleeg de documentatie bij de luidsprekers.
8 Schakel de computer in.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem aanzet.
9 Sluit het luidsprekersysteem aan op de netvoeding. 10 Zet het luidsprekersysteem aan. 11 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel.
! Type 6 — multistreaming: Zie "Multistreaming audio configureren."
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 29
Page 40
Het diagram hieronder toont een typische 7.1-geluidsinstallatie:
Kleur Omschrijving
1 Limoengroen Audio-ingang voorste luidsprekers 2 Zwart Audio-ingang achterste luidsprekers 3 Oranje Audio-ingang middenluidspreker/subwoofer 4 Grijs Audio-ingang zijluidsprekers (niet in afbeelding)

Uw externe stereosysteem aansluiten (optioneel)

De meeste receivers/versterkers voor thuissystemen hebben ingangen van het type RCA. U moet daarom Y-adapters aansluiten tussen uw computer en de receiver/versterker. Y-adapters hebben een stereoministekker van 3,5 mm aan één uiteinde en twee RCA-connectoren aan het andere uiteinde. Deze kabels moeten afzonderlijk worden aangeschaft.
Hoeveel Y-adapters u nodig hebt voor de aansluiting van uw stereosysteem, is afhankelijk van het aantal luidsprekers dat u installeert:
! 2/2.1-luidsprekersysteem: Één Y-adapter
! 4/4.1-luidsprekersysteem: Twee Y-adapters
! 6/5.1-luidsprekersysteem: Drie Y-adapters
! 8/7.1-luidsprekersysteem: Vier Y-adapters
30 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 41
Voor het aansluiten van een stereosysteem op een computer hebt u kabels nodig die lang
A
genoeg zijn om de computer te verbinden met de stereo. U moet ook Y-adapters of miniverlengkabels aanschaffen.
OPMERKING: Y-adapters en verlengkabels moeten afzonderlijk worden aangeschaft.

2.1-geluidsinstallatie

Het volgende diagram toont een typische tweekanaals (2.1) luidsprekerinstallatie die passieve stereoluidsprekers gebruikt en op een standaard linker- en rechteringang van de stereo-installatie wordt aangesloten.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
B
C
ECDE
Verbinding computer naar 2.1-geluidssysteem met meerdere kanalen
A Connectoren op achterpaneel computer (type 3, type 6 of geluidskaart)
B Y-adapters
C Receiver/versterker (audio-ingangen)
D Subwoofer
E Voorste luidsprekers (links en rechts)
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 31
Page 42

5.1-geluidsinstallatie

Het volgende diagram toont een typische geavanceerde thuisbioscoop met zes kanalen (6/5.1-luidsprekersysteem) waarvoor meerdere ingangen op een receiver/versterker vereist zijn.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
A
B
C
DEFGC
Verbinding computer naar 5.1-geluidssysteem met meerdere kanalen
A Connectoren op achterpaneel computer (type 3, type 6 of geluidskaart)
B Y-adapters
C Receiver/versterker (audio-ingangen)
D Subwoofer
E Middenluidspreker
F Voorste luidsprekers (links en rechts)
G Achterste luidsprekers (links en rechts)
32 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 43

Procedure voor een 5.1-geluidsinstallatie

Een zeskanaals (5.1-luidsprekersysteem) extern geluidssysteem op de computer aansluiten:
1 Schakel de computer uit.
2 Schakel de receiver/versterker uit.
3 Sluit het uiteinde met ministekker van een Y-adapterkabel aan op de limoengroene
audio-uitgang aan de achterkant van uw computer.
36S
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: De ingangen op de receiver/versterker kunnen als label Surround,
5.1 Channel inputs, 6 Channel inputs, CD, DVD of DVD In hebben.
Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en rechteringang voor de voorste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/versterker.
4 Als u achterste luidsprekers hebt, sluit u het uiteinde met ministekker van een
Y-adapterkabel van de achterste stereo aan op de lijningang voor audio (blauw) van de overeenkomstige achterste luidsprekeruitgang (zwart) aan de achterkant van de computer.
36S
! Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en
rechteringang voor de achterste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/versterker.
5 Als u een middenluidspreker/subwoofer hebt, sluit u het uiteinde met ministekker van
een Y-adapter aan op de roze microfoonconnector of de gouden connector voor de middenluidspreker/subwoofer aan de achterkant van uw computer.
36S
! Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapterkabel aan op de
centrale/subwoofer ingangen op de achterkant van de ontvanger/versterker (6/5.1-systeem of hoger).
! Sluit de Y-adapterkabel aan op de connector voor de subwoofer aan de
achterkant van de receiver, zelfs als geen subwoofer wordt gebruikt.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 33
Page 44
6 Schakel de receiver/versterker in.
7 Selecteer de receiver/versterker-ingang waarop de Y-adapterkabels zijn aangesloten.
8 Schakel de computer in.
9 Nadat het geluidssysteem is aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Luidsprekers of een microfoon aansluiten."
! Type 3: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type 6: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type S (geluidskaart): Zie "De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-
geluidskaart gebruiken."

7.1-geluidsinstallatie

Het volgende diagram toont een typische geavanceerde thuisbioscoop met acht kanalen (8/7.1-luidsprekersysteem) waarvoor meerdere ingangen op een receiver/versterker vereist zijn.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
A
B
C
DEFGC
Verbinding computer naar 7.1-geluidssysteem met meerdere kanalen
A Connectoren op achterpaneel van computer (type 3, type-6 of type S)
B Y-adapters
C Receiver/versterker (audio-ingangen)
D Subwoofer
E Middenluidspreker
F Voorste luidsprekers (links en rechts)
G Achterste luidsprekers (links en rechts)
34 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 45

Procedure voor een 7.1-geluidsinstallatie

Een geluidssysteem met acht kanalen (7.1 luidsprekers) op de computer aansluiten:
1 Schakel de computer uit.
2 Schakel de receiver/versterker uit.
3 Sluit het uiteinde met ministekker van een Y-adapterkabel van de voorste stereo aan
op de groene audio-uitgang aan de achterkant van uw computer.
36S
OPMERKING:
! Type 3 bestaat uit drie connectoren. ! Type 6 bestaat uit zes connectoren. ! Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: De ingangen op de receiver/versterker kunnen als label Surround,
7.1 Channel inputs, 6 Channel inputs, CD, DVD of DVD In hebben.
Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en rechteringang voor de voorste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/versterker.
4 Als u achterluidsprekers hebt, sluit u het uiteinde met ministekker van een
Y-adapterkabel aan op de blauwe audio-ingang of de zwarte audio-uitgang voor achterluidsprekers aan de achterkant van de computer.
36 S
Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en rechteringang voor de achterste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/versterker.
5 Als u een middenluidspreker/subwoofer hebt, sluit u het uiteinde met ministekker van
een Y-adapterkabel aan op de roze microfoonconnector of de gouden connector voor de middenluidspreker/subwoofer aan de achterkant van uw-computer.
36S
Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapterkabel aan op de centrale/subwoofer ingangen op de achterkant van de ontvanger/versterker (8/7.1-systeem of hoger).
Sluit de Y-adapterkabel aan op de connector voor de subwoofer aan de achterkant van de receiver, zelfs als geen subwoofer wordt gebruikt.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 35
Page 46
6 Schakel de receiver/versterker in.
7 Selecteer de receiver/versterker-ingang waarop de Y-adapterkabels zijn aangesloten.
8 Schakel de computer in.
9 Nadat het geluidssysteem is aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Luidspreker- en geluidsopties configureren."
! Type 3: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type 6: Zie "Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager." ! Type S (geluidskaart): Zie "De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-
geluidskaart gebruiken."

Digitale audio aansluiten

(Alleen bepaalde modellen)
Als u een geluidskaart hebt en u de AV-receiver van uw stereosysteem aansluit via de digitale uitgang, sluit u de stereostekker van 3,5 mm aan op de digitale uitgang van de geluidskaart. Sluit de rode 3,5 mm RCA-stereostekker van de Y-adapter aan op de digitale ingang van de AV-receiver. Als de rode RCA-stereostekker niet werkt, probeert u de witte stereostekker. Slechts één van de stekkers wordt gebruikt.
Om digitale audio aan te sluiten, moet uw computer een digitale uitgang hebben op de geluidskaart of op het achterpaneel. Om de digitale uitgang te gebruiken, moet u een aansluiting tot stand brengen met luidsprekers met meerdere kanalen.
Digitale luidsprekers aansluiten:
1 Schakel de computer uit.
2 Sluit de oranje digitale uitgang op het achterpaneel van uw computer
aan op de digitale ingang (S/PDIF) op de digitale luidsprekers of een digitaal geluidssysteem.
3 Schakel de computer in.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem aanzet.
4 Sluit het luidsprekersysteem aan op de netvoeding.
36 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 47
5 Zet het luidsprekersysteem aan.
6 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Luidspreker- en geluidsopties configureren."
! Geluidskaart met digitale uitvoer en connectoren van type 3: Zie "Luidsprekers
configureren met Realtek HD Audio Manager." Volg de instructies om de digitale audio-uitgang in te schakelen.
! Geluidskaart met digitale uitvoer en connectoren van type 6: Zie "Luidsprekers
configureren met Realtek HD Audio Manager." De digitale audio-uitvoer is standaard al ingeschakeld.
! Geluidskaart: Zie "De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-geluidskaart
gebruiken." Volg de instructies om digitale audio-uitgang in te schakelen.

Hoofdtelefoon aansluiten

Uw computer heeft aan de voorkant een hoofdtelefoonconnector (limoengroen). De hoofdtelefoonconnector heeft als label een pictogram van een hoofdtelefoon.
U kunt de hoofdtelefoon ook aansluiten op de groene audio-uitgang aan de achterkant van de computer.

Een 2.1-luidsprekersysteem en een hoofdtelefoon gebruiken

Voor bepaalde modellen met het 2.1-luidsprekersysteem zoekt u naar de aansluiting voor een hoofdtelefoon aan de rechterkant van de hoofdluidspreker. Als de hoofdtelefoon is aangesloten, wordt het geluid van de luidsprekers en de subwoofer gedempt.

Een 5.1- tot 7.1-luidsprekersysteem en een hoofdtelefoon gebruiken

Voor bepaalde modellen met een 5.1-luidsprekersysteem en hoger bevindt zich aan de rechterkant van de bedieningstoren een aansluiting voor een hoofdtelefoon.
Als in het bedieningspaneel HP (voor hoofdtelefoon) wordt weergegeven, is de hoofdtelefoon ingeschakeld. Het geluid naar de luidsprekers en de subwoofer is gedempt.
! Houd de aan/uit-knop op de bedieningstoren enkele seconden ingedrukt om het
geluid van de luidsprekers in te schakelen.
! Druk kort op de aan/uit-knop om de hoofdtelefoon in te schakelen.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 37
Page 48

Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi

In dit gedeelte wordt besproken hoe u luidsprekers aansluit op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie bij de luidsprekers voor meer informatie over het aansluiten ervan.

De luidsprekers aansluiten

Connector Beschrijving
AD-Link voor AD_Link X-Fi I/O-console (de X-Fi-console wordt afzonderlijk verkocht)
Line Out_3 (oranje of geel)
5.1-audio: midden vooraan, subwoofer
6.1-audio: midden vooraan, subwoofer en midden achteraan
7.1-audio: midden vooraan, subwoofer en zijkant links
Line Out_2 (zwart)
4.1-, 5.1-, 6.1-audio: achteraan links en rechts
7.1-audio: achteraan links, achteraan rechts en zijkant rechts
Line Out_1 (limoengroen) 2/2.1-audio: vooraan links en rechts
FlexiJack (wit) voor lijningang, microfoon, digitale ingang/uitgang De FlexiJack ondersteunt drie functies. U moet de functie selecteren in de
Creative Console Launcher. Zie "Aansluitingen op de FlexiJack­connector."
38 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 49
De X-Fi-geluidskaart aansluiten op uw luidsprekers:
1 Gebruik de tabel voor audioaansluiting om uw audiosysteem aan te sluiten op de
geluidskaart.
2 Schakel de computer in.
3 Sluit het netsnoer van het luidsprekersysteem aan en schakel het systeem in.
Nadat u het luidsprekersysteem hebt aangesloten op de geluidskaart, volgt u de stappen in "De FlexiJack-connector configureren" om de luidsprekerinstellingen te configureren in de software van de Creative Sound Blaster X-Fi.

Aansluitingen op de FlexiJack-connector

De FlexiJack-connector heeft drie functies:
! Digitale invoer/uitvoer
! Lijningang
! Microfoon
U moet de functie selecteren in de Creative Console Launcher.
OPMERKING: Als u de FlexiJack als uw digitale ingang gebruikt en u digitale luidsprekers wilt aansluiten als uw uitvoerapparaat, hebt u een speciale connector van Creative nodig.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 39
Page 50
40 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 51

Online handleidingen zoeken

Handleidingen op het scherm zijn beschikbaar in de map Gebruikershandleidingen (alleen bepaalde modellen).
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op Alle programma's.
3 Klik op User Guides (Gebruikershandleidingen).
4 Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken.
OPMERKING: Als er geen titels van handleidingen worden vermeld, zijn er voor uw
computer geen handleidingen beschikbaar.

Handleidingen zoeken op het web

Ondersteuning

U kunt handleidingen en informatie voor uw computer zoeken door via het internet naar de website voor ondersteuning te gaan.
1 Ga naar http://www.hp.com/support in your webbrowser.
2 Selecteer uw land/regio en taal.
3 Klik op Ondersteuning en drivers.
4 Voer het modelnummer van uw computer in en klik op Zoeken .
5 Klik op Handleidingen.
6 Zoek de gewenste handleiding en ga op een van de volgende manieren te werk:
! Klik op de titel om het bestand weer te geven in Adobe Acrobat Reader (u kunt dit
programma downloaden van de pagina Handleidingen als het nog niet op uw computer is geïnstalleerd).
! Klik met de rechtermuisknop op de titel, selecteer Doel opslaan als, geef de
locatie op de computer op waar u het bestand wilt opslaan, geef het bestand een andere naam (maar behoud de extensie .pdf) en klik vervolgens op Opslaan.
Ondersteuning 41
Page 52

Help en ondersteuning op het scherm gebruiken

Informatie over de computer vindt u via Help en ondersteuning op het scherm (alleen bepaalde modellen). Hier vindt u koppelingen naar updates van stuurprogramma's, toegang tot opties voor technische ondersteuning en informatie over veelgestelde vragen.
Help en ondersteuning openen:
! Druk op de toets Help (alleen bepaalde modellen) op uw toetsenbord.
Of
! Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows en klik vervolgens op Help
en ondersteuning.

De map PC Help & Tools gebruiken

De map PC Help & Tools bevat speciale hulpmiddelen voor computergebruikers, zoals informatie over ondersteuning en programma's.
De items in de map PC Help & Tools weergeven:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op Alle programma's.
3 Klik op PC help & Tools.
4 Klik op Hardware Diagnostic Tools (Diagnostische hulpprogramma's
voor hardware) om deze hulpprogramma's weer te geven of te gebruiken.

De diagnostische hulpprogramma's voor hardware gebruiken

Met de diagnostische hulpprogramma's voor hardware kunt u het volgende doen:
! Informatie over het computersysteem weergeven, zoals geheugengebruik,
schijfcapaciteit en CPU-gebruik.
! Meldingen over uw computer zoeken.
! Informatie weergeven, diagnostische tests uitvoeren op de computerhardware en
bepaalde randapparatuur, zoals printers, monitoren, luidsprekers en netwerkadapters.
! Een test van het computersysteem uitvoeren.
42 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 53

HP Total Care Advisor gebruiken

HP Total Care Advisor is een hulpmiddel dat u kunt gebruiken om de conditie van belangrijke elementen van de computer te controleren. HP Total Care Advisor heeft vier hoofdgebieden:
! PC Health & Security geeft een overzicht van de status van belangrijke elementen van
de computer.
! PC Action Center ontvangt berichten en waarschuwingen die u informeren over
wijzigingen in de status van de computer.
! PC Help geeft snel toegang tot informatie over hulp en ondersteuning voor de
computer.
! Products Showcase geeft een overzicht van producten en services die beschikbaar
zijn voor de computer en geeft vergelijkende informatie voor het kopen van dergelijke items.
U opent HP Total Care Advisor als volgt:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op Alle programma's.
3 Klik op HP Total Ca re Advis or.
Ondersteuning 43
Page 54
44 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 55

De computer voor het eerst inschakelen

Nadat u de stappen op de installatieposter hebt uitgevoerd, kunt u de computer inschakelen.
1 Druk op de aan/uit-knop van de monitor.
2 Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
3 Schakel de luidsprekers in, indien aanwezig.
4 Geef instellingen voor uw computer op door de instructies op het scherm te volgen.
Selecteer desgevraagd het land of de regio waar u zich bevindt en wacht terwijl de computer voorbereidingen uitvoert. (Wanneer u een andere taal selecteert, kan het maximaal 30 minuten duren om die taal in te stellen op de computer.)
5 Configureer Microsoft Windows Vista door de instructies op het scherm te volgen.
6 Volg de instructies op het scherm om de computer te registreren bij HP of Compaq,
meld u aan voor updates en ga online. Als u op dit moment nog geen internetverbinding wilt instellen, kunt u dat later handmatig doen door Easy Internet Services te starten. Zie "Verbinding maken met internet."
7 Norton Internet Security wordt automatisch geopend. Volg de instructies op het scherm
om dit hulpprogramma voor de bescherming van de computer en uw privacy te configureren.
OPMERKING: Als u de configuratieprocedure onderbreekt en u klaar bent om die alsnog te voltooien, dubbelklikt u op het pictogram Easy Setup op het bureaublad om de wizard voor de eerste keer starten uit te voeren.
De computer voor het eerst inschakelen 45
Page 56

De computer uitschakelen

Wanneer u Microsoft Windows Vista gebruikt, wordt aangeraden om de computer niet af te sluiten, behalve wanneer u om veiligheidsredenen de stroom moet uitschakelen, bijvoorbeeld om reparaties uit te voeren, nieuwe hardware of kaarten in het computerchassis te installeren of een batterij te vervangen.
In plaats van de computer af te sluiten, kunt u deze vergrendelen of in de slaapstand of sluimerstand (indien beschikbaar) zetten. U kunt de timers voor het energiebeheer instellen om de computer automatisch in de slaapstand of sluimerstand te laten zetten.
De slaapstand en sluimerstand zijn energiestanden. In de slaapstand wordt uw werk opgeslagen in het geheugen zodat u het snel kunt hervatten, wordt uw werk opgeslagen op de vaste schijf en wordt een stand met verminderd energieverbruik ingeschakeld. Zolang de computer in de slaapstand staat, blijft het aan/uit-lampje branden en kan de computer snel uit de slaapstand worden gehaald zodat u uw werk kunt hervatten. In de sluimerstand wordt de inhoud van het systeemgeheugen opgeslagen in een tijdelijk bestand op de vaste schijf en wordt de hardware uitgeschakeld.
Op sommige computers is nog een stand voor verminderd energieverbruik, de afwezigheidsstand, beschikbaar. In de afwezigheidsstand worden het beeldscherm en het geluid uitgeschakeld, maar blijft de computer verder operationeel. In de afwezigheidsstand kan de computer bepaalde taken uitvoeren, zoals het opnemen van een tv-programma of het streamen van video- en muziekbestanden naar een locatie op afstand.

De optie Afsluiten gebruiken

Wanneer u Windows Vista gebruikt, wordt aangeraden om de computer uit te schakelen zonder op de knoppen op het computerchassis te drukken.
OPMERKING: Zie voor informatie over de knop Start van Windows, "Het menu van de knop Start van Windows gebruiken."
1 Klik op de X in de rechterbovenhoek van alle geopende programmavensters om deze
te sluiten.
2 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
3 Klik op de knop met de Pijl naast de knop Vergrendelen (de knop
met het slot).
4 Klik op Afsluiten.
5 Zet de monitor uit.
De computer weer inschakelen nadat u deze hebt afgesloten:
1 Druk op de aan/uit-knop van de monitor.
2 Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
46 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 57

Vergrendeling gebruiken

Als u de computer vergrendelt, kunnen alleen u en de beheerder zich aanmelden bij de computer.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de knop Vergrendelen.
3 Als u de computer weer wilt vrijgeven, moet u uw wachtwoord invoeren.

Slaapstand gebruiken

Wanneer de computer in de slaapstand staat, wordt minder energie verbruikt. Het beeldscherm is leeg, alsof de monitor uitgeschakeld is. Voordelen van de slaapstand zijn:
! U bespaart tijd omdat u niet hoeft te wachten totdat de computer de normale
startprocedure heeft doorlopen wanneer u de computer uit de slaapstand haalt. De volgende keer dat u de computer gebruikt, worden alle programma's, mappen en documenten die geopend waren toen u computer in de slaapstand zette, opnieuw weergegeven.
! De computer kan faxen ontvangen, als u de computer daarvoor instelt.
! De computer kan automatisch e-mailberichten ophalen en informatie downloaden van
internet, als u de computer daarvoor instelt.
De computer handmatig in de slaapstand zetten:
! Druk op de slaapstandtoets op het toetsenbord, indien deze aanwezig is.
Of
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de Aan/uit-knop.
Of
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de knop met de Pijl naast de knop Vergrendelen (de knop
met het slot).
3 Klik op Slaapstand.
De computer uit de slaapstand halen:
! Druk op de slaapstandtoets op het toetsenbord.
Of
! Druk kort op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
Start de computer opnieuw op als deze niet naar behoren werkt nadat u de computer uit de slaapstand hebt gehaald.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de knop met de Pijl naast de knop Vergrendelen (de knop
met het slot).
3 Klik op Opnieuw starten.
Of
Druk kort op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
De computer voor het eerst inschakelen 47
Page 58

De sluimerstand gebruiken

De sluimerstand is beschikbaar als een geavanceerde energie-instelling. Wanneer de computer in de sluimerstand staat, wordt alle informatie in het geheugen van de computer op de vaste schijf opgeslagen, worden de monitor en de vaste schijf uitgeschakeld en wordt vervolgens de computer zelf uitgeschakeld. Wanneer u de computer weer inschakelt, worden programma's, mappen en documenten weer op het scherm hersteld.
De computer handmatig in de sluimerstand zetten:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de knop met de Pijl naast de knop Vergrendelen (de knop
met het slot).
3 Klik op Sluimerstand, als deze optie aanwezig is.
OPMERKING: Als de optie Sluimerstand niet aanwezig is, kunt u de computer zo
instellen dat de sluimerstand automatisch wordt geactiveerd. Zie "Slaap-, sluimer- of afwezigheidsstand automatisch activeren."
Als u de computer uit de sluimerstand wilt halen, drukt u op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
Start de computer opnieuw op als de computer niet naar behoren werkt nadat u deze uit de sluimerstand hebt gehaald.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de knop met de Pijl naast de knop Vergrendelen (de knop
met het slot).
3 Klik op Opnieuw starten.

Slaap-, sluimer- of afwezigheidsstand automatisch activeren

U kunt de computer zo instellen dat de slaap-, sluimer- of afwezigheidsstand automatisch wordt geactiveerd als de computer gedurende een bepaald aantal minuten niet is gebruikt. Om de computer automatisch in een stand te zetten, moet u de instellingen voor energiebeheer wijzigen.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Systeem en onderhoud.
4 Klik op Energiebeheer.
5 Klik op Wijzigen wanneer de computer in slaapstand gaat.
48 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 59
6 Voor de slaap- en afwezigheidsstand selecteert u een optie in de vervolgkeuzelijst
Computer in slaapstand zetten en klikt u op Wijzigingen opslaan.
Of
Voor de sluimer- of afwezigheidsstand:
a Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen. b Klik op het plusteken (+) naast Slaap. c Klik op een item, maak selecties en klik vervolgens op Toepassen. d Klik op OK.

De computer opnieuw opstarten

Als u de computer opnieuw opstart, wordt een aantal instellingen gewist en wordt opnieuw gestart met het besturingssysteem en de software in het geheugen. Opnieuw opstarten is de meest eenvoudige en effectieve manier voor het oplossen van vele softwareproblemen met de computer.
Als u extra software of hardware op de computer hebt geïnstalleerd, kan het ook nodig zijn om de computer na de installatie opnieuw op te starten.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
2 Klik op de knop met de Pijl naast de knop Vergrendelen (de knop
met het slot).
3 Klik op Opnieuw starten.
Of
Druk kort op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.

Verbinding maken met internet

De computer kan verbinding maken met internet via de modem. Er zijn andere manieren om met internet verbinding te maken waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de modem, zoals een LAN (Local Area Network) of DSL (Digital Subscriber Line). Raadpleeg uw internetprovider voor specifieke informatie over de verbinding. Zie "Over internet" voor meer informatie over het gebruik van internet.
Zie het hoofdstuk "De computer installeren" in deze handleiding voor de hardwareverbindingen: voor een modem raadpleegt u "Een modem aansluiten" en voor een netwerk "Een LAN configureren."
Voor verbinding met internet hebt u het volgende nodig:
! Een computer.
! Een inbelmodem of een kabel- of DSL-modem voor snelle breedbandverbindingen.
Neem contact op met uw internetprovider voor specifieke software of hardware die u mogelijk nodig hebt.
! Een internetabonnement bij een internetprovider.
! Een webbrowser.
De computer voor het eerst inschakelen 49
Page 60
Verbinding maken met internet:
1 Meld u aan bij een internetprovider. Als u al een account hebt bij een internetprovider,
slaat u deze stap over en volgt u de instructies van de internetprovider.
2 Als u bij de initiële configuratie van de computer geen internetservice hebt ingesteld,
stelt u deze nu in door Easy Internet Services te gebruiken.
a Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. b Klik op Alle programma's. c Klik op Online-services en vervolgens op Easy Internet Services. d Volg de instructies op het scherm om een internetprovider te selecteren en de
internetdienst te installeren.
OPMERKING: Easy Internet Services toont een lijst van internetproviders, maar u kunt een andere provider kiezen of een bestaande account overbrengen naar deze computer. Als u bestaande accounts wilt overbrengen, volgt u de instructies van uw internetprovider.
3 Maak verbinding met internet. U moet verbinding maken via uw internetprovider.
! Dubbelklik op het pictogram van de internetprovider op het bureaublad en meld
u aan.
4 Open uw webbrowser en surf over het web.
U kunt elke gewenste webbrowser gebruiken. Op de meeste computers is Internet Explorer geïnstalleerd. Internet Explorer openen:
a Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. b Klik op Internet Explorer.
OPMERKING: Als u vragen hebt, neemt u rechtstreeks contact op met de internetprovider.

De computer veilig en comfortabel gebruiken

WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico van ernstig letsel te beperken. Deze handleiding bevat een beschrijving van de juiste installatie van de werkplek, een correcte houding en gezonde gewoonten bij het werken met de computer. Tevens vindt u hier belangrijke informatie over het veilig werken met elektrische en mechanische onderdelen.
Voordat u de computer begint te gebruiken, richt u de computer en de werkplek zo in dat u comfortabel en productief kunt werken. Raadpleeg de Handleiding voor veiligheid en comfort voor belangrijke ergonomische informatie.
! Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows, klik op Alle programma's,
klik op Gebruikershandleidingen en klik vervolgens op Handleiding voor veiligheid en comfort.
Of
! Typ
http://www.hp.com/ergo
in het adresvak van uw webbrowser en druk op Enter op het toetsenbord.
50 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 61

Gebruikersaccounts instellen

Via gebruikersaccounts kunt u de rechten voor elke gebruiker van de computer instellen. U kunt bijvoorbeeld de softwareprogramma's instellen die elke gebruiker kan openen.
Windows Vista heeft drie typen gebruikersaccounts:
! Administrator:
Kan accounttypen voor andere gebruikers wijzigen, wachtwoorden wijzigen, systeemomvattende instellingen wijzigen, heeft toegang tot alle bestanden op de computer en kan software en stuurprogramma's installeren die compatibel zijn met Windows Vista.
! Beperkte - standaardgebruiker:
! Kan geen instellingen of wachtwoorden van andere gebruikers wijzigen. Kan
mogelijk sommige software niet installeren of uitvoeren.
! Kan de afbeelding van de beperkte account wijzigen en het accountwachtwoord
maken, bewerken of verwijderen.
! Gast:
! Kan de meeste software gebruiken en kan systeeminstellingen wijzigen die geen
invloed hebben op andere gebruikers of op de veiligheid van de computer.
! Kan geen instellingen of wachtwoorden van andere gebruikers wijzigen of
software installeren.
! Heeft geen toegang tot met een wachtwoord beveiligde bestanden, mappen en
instellingen.
Het maken van meerdere gebruikersaccounts op dezelfde computer heeft bepaalde voordelen, maar ook een aantal nadelen.
! Voordelen van meerdere gebruikersaccounts:
! Mogelijkheid om individuele gebruikersinstellingen te maken ! Mogelijkheid om de toegang tot software te beperken voor bepaalde gebruikers
! Nadelen van meerdere gebruikersaccounts:
! Meer geheugenverbruik (RAM) ! Verwijderen van meerdere mappen met tijdelijke internetbestanden tijdens
Schijfopruiming
! Meer gegevens om een back-up van te maken ! Meer tijd nodig om een virusscan uit te voeren
De computer voor het eerst inschakelen 51
Page 62

De computer beveiligen

Bescherm uw computer, persoonlijke instellingen en gegevens tegen een groot aantal risico's door gebruik te maken van de volgende mogelijkheden:
! Wachtwoorden
! Antivirussoftware
! Firewallsoftware
! Essentiële beveiligingsupdates
OPMERKING: Beveiligingsoplossingen zijn bedoeld om aanvallers af te schrikken, maar kunnen aanvallen mogelijk niet voorkomen of voorkomen dat de computer wordt misbruikt of gestolen.
Risico Beveiligingsvoorziening
Onbevoegd gebruik van de
Gebruikerswachtwoord
computer of een gebruikersaccount
Computervirussen Norton Internet Security (antivirusprogramma)
Onbevoegde toegang tot gegevens Norton Internet Security (firewallprogramma)
updates
Onbevoegde toegang tot het
Windows Vista
Beheerderswachtwoord configuratieprogramma, BIOS­instellingen en andere informatie die kan worden gebruikt om het systeem te identificeren
Doorlopende of toekomstige
Essentiële beveiligingsupdates van Microsoft bedreigingen voor de computer

Wachtwoorden gebruiken

Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om de computergegevens te beveiligen. U kunt verschillende soorten wachtwoorden instellen, afhankelijk van de manier waarop u de toegang tot uw informatie wilt regelen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in het besturingssysteem Microsoft Windows
VOORZICHTIG: Registreer elk wachtwoord dat u instelt, om te voorkomen dat u de computer niet meer kunt starten. Aangezien wachtwoorden niet worden weergegeven wanneer ze worden ingevoerd, gewijzigd of verwijderd, is het van groot belang om elk wachtwoord onmiddellijk te registreren en op een veilige plaats te bewaren.
Vista op de computer.
52 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 63
Gebruik de volgende lijst als richtlijn bij het kiezen van een wachtwoord:
! Kies een wachtwoord dat voor u gemakkelijk te herinneren is, maar voor anderen
moeilijk te raden is.
! Kies een lang wachtwoord (minimaal zes tekens). ! Gebruik een combinatie van hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen. ! Gebruik geen persoonlijke informatie die anderen gemakkelijk kunnen raden, zoals
uw verjaardag, de naam van een kind of uw telefoonnummer.
! Schrijf de wachtwoorden alleen op als u ze op een veilige plaats uit de buurt van de
computer kunt opbergen. Sla wachtwoorden niet op in een bestand op de computer.
U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor verschillende beveiligingsvoorzieningen van Windows Vista.
! Een wachtwoord kan bestaan uit elke combinatie van maximaal acht letters en cijfers
en is niet hoofdlettergevoelig.
! Een wachtwoord moet worden ingesteld en ingevoerd met dezelfde toetsen. Als u
bijvoorbeeld een wachtwoord instelt met de cijfertoetsen van het toetsenbord, wordt het wachtwoord niet herkend als u het daarna probeert in te voeren met het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
OPMERKING: Bepaalde modellen hebben een afzonderlijk numeriek toetsenblok. Dit toetsenblok heeft dezelfde functies als de cijfertoetsen van het toetsenbord, maar dat geldt niet voor wachtwoorden.
! Een wachtwoord dat is ingesteld in Windows Vista, moet worden ingevoerd bij een
aanwijzing van Windows Vista.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de wachtwoorden in Windows Vista en een omschrijving van hun functie. Voor informatie over het instellen van wachtwoorden raadpleegt u "Wachtwoorden gebruiken." Voor aanvullende informatie over wachtwoorden in Windows Vista, zoals het wachtwoord voor de schermbeveiliging, typt u wachtwoorden in het zoekvak van Help en ondersteuning.
Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord voor Windows Vista
Gebruikerswachtwoord voor Windows Vista
Beschermt de toegang op beheerdersniveau tot de inhoud van de computer.
Beschermt de toegang tot een gebruikersaccount in Windows Vista en de bijbehorende inhoud van de computer. Dit is het wachtwoord dat u moet invoeren als u de computer uit de slaapstand of de afwezigheidsstand haalt.
VOORZICHTIG: Als u het beheerderswachtwoord vergeet, hebt u geen toegang meer tot het configuratieprogramma.
De computer voor het eerst inschakelen 53
Page 64

Antivirussoftware gebruiken

Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, stelt u de computer bloot aan virussen. Computervirussen kunnen het besturingssysteem, toepassingen of hulpprogramma's onuitvoerbaar maken of de werking wijzigen.
Antivirussoftware kan de meeste virussen detecteren en vernietigen, en in de meeste gevallen ook de schade repareren die virussen veroorzaken. Om te zorgen voor een continue bescherming tegen nieuw ontdekte virussen, moet de antivirussoftware up-to-date worden gehouden.
Norton Internet Security, dat vooraf op de computer werd geïnstalleerd, bevat een antivirus- en firewallprogramma. Met de software kunt u gedurende een bepaalde periode gratis updates downloaden. Het wordt dringend aangeraden om de computer ook na deze periode te beschermen tegen nieuwe virussen door een verlenging van de updateservice aan te schaffen. Instructies voor het gebruiken en updaten van Norton Internet Security en voor het aanschaffen van een verlenging op de updateservice, zijn te vinden binnen het programma zelf.
Norton Internet Security openen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Alle programma's. 3 Klik op Norton Internet Security en klik op Norton Internet Security in de lijst
die wordt weergegeven.
Zie "De antivirussoftware Norton Internet Security gebruiken" voor meer informatie over het gebruik van Norton-antivirussoftware.
Voor meer informatie over computervirussen typt u virussen in het zoekvak van Help en ondersteuning.

Firewallsoftware gebruiken

Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, is het mogelijk dat onbevoegden erin slagen om toegang te krijgen tot informatie over u, de computer en uw gegevens. Om uw privacy te beschermen, gebruikt u firewallsoftware. Microsoft Windows Vista omvat firewallsoftware die vooraf op de computer is geïnstalleerd. Ook Norton Internet Security, vooraf op de computer geïnstalleerd, omvat een firewallprogramma.
Voorzieningen van een firewall zijn logboeken, rapportage en automatische alarmsignalen waarmee alle inkomende en uitgaande communicatie wordt gecontroleerd.
Norton Internet Security openen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Alle programma's. 3 Klik op Norton Internet Security en klik op Norton Internet Security in de lijst
die wordt weergegeven.
In sommige omstandigheden kan een firewall toegang tot spellen op het internet blokkeren, interfereren met het delen van bestanden en printers in een netwerk of geautoriseerde bijlagen bij e-mailberichten blokkeren. Voor een tijdelijke oplossing van het probleem schakelt u de firewall uit, voert u de gewenste taak uit en schakelt u de firewall weer in. Voor een definitieve oplossing van het probleem moet u de firewall anders configureren.
54 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 65

De computer configureren voor automatische softwareupdates van Microsoft

Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows Vista. HP raadt u aan om Windows Vista Update maandelijks uit te voeren om deze updates te installeren. Eén manier om het besturingssysteem up-to-date te houden, is het gebruik van de voorziening Automatische updates.
Wanneer u verbonden bent met internet, waarschuwt Windows Vista Update u automatisch via een pop-up-bericht of pictogram in het systeemvak dat er essentiële updates beschikbaar zijn. Wanneer u het bericht van Windows Vista Update ziet, geeft u toestemming om de updates te downloaden naar uw systeem. Als u het systeem wekelijks of maandelijks bijwerkt, is de tijd die vereist is voor de download minimaal.
Automatische updates configureren:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Beveiliging. 4 Klik op Windows Updates. 5 Klik op Instellingen wijzigen. 6 Selecteer de gewenste configuratie:
! Updates automatisch installeren (aanbevolen) — Dit is de
standaardinstelling, waarmee u een dag en tijd kunt instellen om automatisch aanbevolen updates te downloaden en te installeren.
! Updates downloaden maar laat mij bepalen of ik ze wil installeren
! Naar updates zoeken maar laat mij bepalen of ik deze wil
downloaden en installeren
! Nooit naar updates zoeken (niet aanbevolen) — Deze optie maakt de
computer kwetsbaarder voor beveiligingskwesties en prestatieproblemen en wordt afgeraden.
7 Klik op OK.
De computer voor het eerst inschakelen 55
Page 66

Essentiële beveiligingsupdates installeren

VOORZICHTIG: Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u daarover een bericht ontvangt, om het risico van computervirussen, gegevensverlies of verlies door inbreuk op de computer te beperken.
Mogelijk zijn aanvullende updates op het besturingssysteem en andere software beschikbaar gekomen nadat de computer is geleverd. Download alle beschikbare updates en installeer deze op de computer.
De laatste updates voor de computer ophalen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Help en ondersteuning en klik op Software, stuurprogramma- en
BIOS-updates.
3 Volg de instructies op het scherm om het downloaden en installeren van de allerlaatste
updates te voltooien.

Richtlijnen voor het installeren van software en hardwareapparaten

Nadat u de computer hebt geconfigureerd, wilt u mogelijk extra programma's of apparaten installeren. Houd u aan de volgende belangrijke richtlijnen:
! Maak vóór de installatie een herstelpunt via het programma Microsoft Systeemherstel.
a Zorg ervoor dat u bent aangemeld als beheerder. b Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
c Klik op Configuratiescherm. d Klik op Systeem en onderhoud. e Klik op Back-up en herstellen. f Klik op Herstelpunt maken of instellingen wijzigen. g Open het tabblad Systeembeveiliging van het venster Eigenschappen van systeem
en klik op Maken. Volg de instructies op het scherm.
Het herstelpunt is een momentopname van uw computerinstellingen. Door Systeemherstel te gebruiken, kunt u er zeker van zijn dat u een stabiele set instellingen hebt die u opnieuw kunt gebruiken. Voor informatie over Systeemherstel gaat u naar de website van Microsoft op: http://www.microsoft.com/worldwide.
! Kies software die compatibel is met uw computer. Controleer de vereisten
(besturingssysteem, geheugen, enz.) die voor de nieuwe software worden genoemd en controleer of uw systeem daaraan voldoet.
! Installeer de nieuwe software volgens de instructies van de fabrikant van de software.
Als u hulp nodig hebt, raadpleegt u de documentatie bij de software en neemt u contact op met de klantenservice.
56 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 67
! Als u de fabrieksinstellingen moet herstellen na installatie van een programma dat niet
compatibel is:
a Zorg ervoor dat u bent aangemeld als beheerder. b Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows.
c Klik op Help en ondersteuning. d Klik op Fabrieksinstellingen herstellen. e Kies een optie en volg de instructies op het scherm.
! Voor antivirussoftware verwijdert u eerst het bestaande softwareprogramma voordat u
het opnieuw installeert of een nieuw antivirusprogramma installeert.
OPMERKING: Gebruik alleen originele software met een licentie. Het installeren van gekopieerde software kan illegaal zijn, resulteren in een onstabiele installatie of uw computer met een virus infecteren.

Bestanden en instellingen van uw oude computer overzetten naar een nieuwe computer

U kunt bestanden van uw oude computer naar een nieuwe computer kopiëren met behulp van media zoals cd's, dvd's, geheugensticks of persoonlijke mediastations. U kunt ook bepaalde instellingen, zoals favorieten in uw webbrowser en adresboeken, kopiëren door software zoals Easy Transfer van Windows (inbegrepen bij Microsoft Windows Vista) te gebruiken.
Uw bestanden en instellingen overzetten:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Help en ondersteuning. 3 Typ bestanden overzetten in het zoekvak. 4 Klik op het overzichtsartikel Bestanden en instellingen overzetten van een
andere computer. Dit artikel beschrijft een oplossing van Microsoft voor het
verplaatsen van bestanden naar uw nieuwe computer.
5 Klik op Windows Easy Transfer. 6 Volg de instructies in de wizard Windows Easy Transfer om uw bestanden van een
oude computer naar een nieuwe over te brengen.
De computer voor het eerst inschakelen 57
Page 68
58 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 69

Het toetsenbord gebruiken

BELANGRIJK: Raadpleeg de documentatie bij uw toetsenbord voor meer informatie over
het toetsenbord, het aanpassen van toetsen en het gebruik van speciale toetsen. U moet mogelijk toetsenbordsoftware en stuurprogramma's installeren om toegang te krijgen tot alle speciale voorzieningen en functies van het toetsenbord.
Uw computer wordt mogelijk geleverd met een standaardtoetsenbord of een draadloos toetsenbord. Het toetsenbord is het belangrijkste hulpmiddel voor het invoeren van tekst en opdrachten voor de computer.
Een standaardtoetsenbord wordt aangesloten op de toetsenbordconnector aan de achterkant van de computer.
Een draadloos toetsenbord (alleen bepaalde modellen) gebruikt een ontvanger/zender in plaats van een kabel om met de computer te communiceren. Een lampje op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.

Voorzieningen van het toetsenbord identificeren

Het toetsenbord heeft een reeks standaardtoetsen, lampjes en speciale knoppen (alleen bepaalde modellen). Uw toetsenbord ziet er mogelijk anders uit dan op de afbeeldingen in deze sectie.

Alfanumerieke toetsen

De alfanumerieke toetsen zijn de hoofdtoetsen zoals die op een standaard schrijfmachine voorkomen.
Het toetsenbord gebruiken 59
Page 70

Functietoetsen

De functietoetsen, die zich boven de hoofdtoetsen bevinden, hebben als label F1 tot en met F12. De werking van de functietoetsen is afhankelijk van de software. F1 en F3 zijn altijd beschikbaar.
! Als u op F1 drukt, wordt een helpvenster geopend voor het programma dat u op dat
moment gebruikt.
! Als u op F3 drukt, wordt een zoekvenster geopend.

Bewerkingstoetsen

De bewerkingstoetsen zijn Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. Gebruik deze toetsen om tekst in te voeren en te verwijderen en om de cursor snel over uw scherm te verplaatsen. De precieze werking van deze toetsen is afhankelijk van het gebruikte programma.

Pijltoetsen

Met de pijltoetsen beweegt u de cursor omhoog, omlaag, naar rechts of naar links. U kunt deze toetsen in plaats van de muis gebruiken om de cursor te bewegen op een website, in een document of in een spel.
60 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 71

Numerieke toetsen

Druk op de toets Num Lock om de functies van de numerieke toetsen te vergrendelen of te ontgrendelen:
! Als het lampje van de Num Lock-toets op het toetsenbord brandt, werken de
numerieke toetsen als de cijfertoetsen en wiskundige functies zoals op een eenvoudige rekenmachine.
! Als het lampje van de Num Lock-toets op het toetsenbord niet brandt, werken de
numerieke toetsen als richtingstoetsen, die gebruikt worden tijdens spelletjes of om de cursor te bewegen.

Toetsenbordlampjes

Elk toetsenbordlampje heeft als label een naam of een pictogram:
Pictogram Naam Beschrijving
Num Lock Als dit lampje brandt, worden numerieke toetsen gebruikt
voor cijfers en voor rekenkundige functies.
Caps Lock Als dit lampje brandt, zijn alfanumerieke toetsen
vergrendeld in de stand voor hoofdletters.
Scroll Lock Als dit lampje brandt, is de schuiffunctie vergrendeld.
Het toetsenbord gebruiken 61
Page 72

Speciale knoppen

De speciale knoppen (alleen bepaalde modellen) bevinden zich bovenaan het toetsenbord. Met deze toetsen bedient u een cd- of dvd-speler, regelt u het volume van de luidsprekers, maakt u verbinding met het Internet of heeft u snel toegang tot specifieke functies. (Op sommige toetsenbordmodellen bevinden sommige speciale knoppen zich links van de hoofdtoetsen, sommige modellen hebben geen internetknoppen en op sommige modellen wordt rechtsboven een andere indeling gebruikt.)

Speciale toetsenbordtoetsen identificeren

Uw toetsenbord bevat mogelijk niet alle vermelde toetsen.
OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschilt per type
toetsenbord.
Toegangs toetsen
Pictogram Functie Beschrijving
Slaapstand Hiermee kunt u de computer in een
energiebesparende stand zetten of daaruit halen. Het kan 10 tot 30 seconden duren voordat het beeld weer verschijnt.
Gebruiker Hiermee kunt u schakelen tussen gebruikers
van de computer.
Informatie Opent Help en ondersteuning.
? Of
Of
Afbeeldingen (foto's)
Muziek Opent een muzieksoftwareprogramma.
Of
Video Opent een videoverwerkingsprogramma.
Internet Opent een internetbrowser. Kan opnieuw
Opent een programma voor beeldverwerking. Kan opnieuw worden geconfigureerd.
Kan opnieuw worden geconfigureerd.
Kan opnieuw worden geconfigureerd.
worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
62 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 73
Pictogram Functie Beschrijving (vervolg)
Zoeken Opent een pagina waarmee u kunt zoeken op
internet. Kan opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
E-mail Opent een e-mailprogramma. Kan opnieuw
Of
HP Club Activeert de koppeling naar de website van HP.
worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
hp Of
Compaq Of
Of
Of
Of
Of
Of
Of
Compaq Deze Presario
Winkelen Opent een website om te winkelen.
Sport Opent een website over sport. Kan opnieuw
Financiën Opent een website over financiële zaken.
Verbinding maken met internet
Zoeken Opent een zoekengine. Kan opnieuw worden
Chatten Opent een chatwebsite. Kan opnieuw worden
Activeert de koppeling naar de website van Compaq.
Kan opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
Kan opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
Opent een internetbrowserpagina. Kan opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
Amusement Opent een website met amusement.
Kan opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
Aanbiedingen Opent een populaire website. Kan opnieuw
worden geconfigureerd zodat een andere site of toepassing wordt geopend.
Rekenmachine Opent een rekenmachine. Kan opnieuw
worden geconfigureerd.
Het toetsenbord gebruiken 63
Page 74
Toetsen voor besturen of afspelen van media
Pictogram Label Beschrijving
Of
–+
Eject 1 en Eject 2 (Uitwerpen)
Rec (Opnemen) Start de opname naar een geselecteerd medium.
Stop (stoppen) Stopt media.
Play/Pause (Afspelen/Pauze)
Prev (Vorige) Spoelt media terug.
Next (Volgende) Spoelt media snel vooruit.
Volume Met de volumeknop regelt u het volume van de
Opent of sluit de bovenste en onderste lade van het optische station.
Speelt of pauzeert media.
luidsprekers. Draai de knop naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen.
OPMERKING: U kunt de volumeknop blijven draaien, zelfs nadat het maximale geluidsniveau is bereikt.
Met de knoppen Volume omhoog en Volume omlaag regelt u het luidsprekervolume. Druk op de toets Volume omhoog om het volume te verhogen en op de toets Volume omlaag om het volume te verlagen.
Mute (Dempen) Hiermee kunt u het geluid van de speakers in- en
Of

De toetsenbordknoppen aanpassen

U kunt de functie van sommige speciale knoppen op het toetsenbord aanpassen (alleen bepaalde modellen), zodat er andere programma's of bestanden of uw favoriete websites mee worden geopend.
Als u de toetsenbordknoppen niet kunt aanpassen via de volgende procedure, raadpleegt u de documentatie bij uw toetsenbord.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig. 4 Klik op Toetsenbord.
64 Aan de slag (functies variëren per model)
uitschakelen.
Page 75
5 Klik op de tab Knoppen en dubbelklik op de knop die u wilt aanpassen.
OPMERKING: U kunt het tabblad Snelheid openen om de knippersnelheid van de
aanwijzer of de herhaalsnelheid voor tekens aan te passen. Klik op de knop Eigenschappen op het tabblad Hardware om informatie over het toetsenbord weer te geven.
6 Om de knop te configureren, klikt u op de Pijl-omlaag rechts naast de lijst en kiest u
de knopfunctie, bijvoorbeeld Complexe externe pagina met label of
Eenvoudig lokaal bestand met label.
7 Voer een weergavelabel en de adresgegevens in. Voer een URL in als het om een
webpagina gaat.
8 Klik op OK.
9 Klik op Toepassen op het tabblad Knoppen. 10 Herhaal stap 5 t/m 9 voor elke knop die u opnieuw wilt configureren. 11 Klik op OK om te voltooien.
OPMERKING: Klik op de knop Standaardinstellingen op de tab Knoppen om alle
knoppen terug te zetten op de fabrieksinstellingen.

Toetsenbordsneltoetsen

Sneltoetsen zijn combinaties van toetsen die u tegelijk indrukt om specifieke acties uit te voeren. Zo kunt u op het bureaublad van Windows Vista op de toets Alt (Alternate), de toets Ctrl (Control) en de toets S (de letter S) drukken om ondersteuningsinformatie voor de computer weer te geven (inclusief modelnummer, serienummer en service-ID). Deze toetsencombinatie wordt weergegeven als Alt+Ctrl+S. In Windows Vista drukt u op Ctrl+C om een gemarkeerd of geselecteerd item te kopiëren, op Ctrl+V om een gekopieerd item te plakken en op Ctrl+Z om de laatste actie ongedaan te maken. Deze sneltoetsen voeren acties uit die u ook via de menu's kunt uitvoeren, maar ze besparen u tijd en muisklikken.
Het toetsenbord gebruiken 65
Page 76

Problemen met de draadloze muis en het draadloze toetsenbord oplossen

Een draadloze muis en draadloos toetsenbord synchroniseren

Als de draadloze muis en het draadloze toetsenbord niet reageren, gebruikt u de volgende procedure om deze apparaten opnieuw te synchroniseren.
1 Sluit de ontvanger aan op een USB-poort van de computer. Indien aanwezig, is een
USB-poort aan de voorkant van de computer de beste optie als deze poort zich dichter bij de muis en het toetsenbord bevindt.
2 Druk op de knop Verbinden (A) op de ontvanger en houd deze 5 tot 10 seconden
ingedrukt totdat het blauwe lampje begint te knipperen.
3 Houd de knop Verbinden (B) onder op de muis ingedrukt totdat het blauwe lampje op
de ontvanger niet meer knippert.
OPMERKING: De verbinding met de ontvanger heeft na 60 seconden een time-out. Om te
controleren of de verbinding tot stand werd gebracht en de ontvanger geen time-out heeft, verplaatst u de muis en bekijkt u de reactie.
66 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 77
Nadat de verbinding met de muis tot stand is gebracht, herhaalt u deze procedure voor het toetsenbord:
1 Druk op de knop Verbinden op de ontvanger en houd deze 5 tot 10 seconden
ingedrukt totdat het blauwe lampje begint te knipperen.
2 Houd de knop Verbinden (C) onder op het toetsenbord ingedrukt totdat het blauwe
lampje op de ontvanger niet meer knippert.
Raadpleeg de Handleiding voor probleemoplossing en onderhoud voor meer tips voor het oplossen van problemen met de muis en het toetsenbord.
Het toetsenbord gebruiken 67
Page 78
68 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 79

De muis gebruiken

BELANGRIJK: Raadpleeg de documentatie bij uw muis voor meer informatie over het
gebruik van de muis, het aanpassen van de muisknoppen en het gebruik van speciale knoppen of functies van de muis. U moet mogelijk muissoftware en stuurprogramma's installeren om toegang te krijgen tot alle speciale voorzieningen en functies van de muis.
De computer wordt geleverd met een muis waarmee u de cursor (muisaanwijzer) over het bureaublad van Windows Vista verplaatst. De muis werkt met een rollend balletje of een optisch signaal (licht en sensor) om beweging te voelen en de cursor over het scherm te verplaatsen. Gebruik de muis op een vlakke ondergrond.
OPMERKING: Een optische muis kan niet worden gebruikt op een glazen, doorschijnende of reflecterende ondergrond.
Een draadloze muis (alleen bepaalde modellen) is een optische muis die een ontvanger/ zender in plaats van een kabel gebruikt om met uw computer te communiceren. Een lampje op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.
OPMERKING: Als de draadloze muis gedurende 20 minuten niet wordt gebruikt, schakelt deze over naar een slaap- of stand-bystand. Klik op een muisknop om de muis opnieuw te activeren. (U kunt de draadloze muis niet activeren door deze te bewegen.)
De muis gebruiken 69
Page 80

De muisknoppen gebruiken

De muis heeft bovenop twee of drie knoppen:
! Klik met de linkermuisknop (A) om de cursor te plaatsen of om
een item te selecteren.
! Klik met de rechtermuisknop (C) om een menu met opdrachten
weer te geven voor het item waarop u hebt geklikt.
! Op bepaalde modellen kunt u de wielknop (B) in het midden
gebruiken om te bladeren of te pannen.
OPMERKING: Uw muis ziet er mogelijk anders uit dan het hier afgebeelde model.
De volgende termen worden gebruikt in verband met de muis:
! Klikken wil zeggen de linkermuisknop één keer indrukken en
weer loslaten.
! Dubbelklikken wil zeggen twee keer snel na elkaar klikken met
de linkermuisknop.
! Klikken met de rechtermuisknop wil zeggen de rechtermuisknop één keer indrukken en
weer loslaten. U selecteert een item door op het item te klikken. Als u opeenvolgende items in een lijst of een groep wilt selecteren, klikt u op het eerste
item in de lijst, drukt u op de Shift-toets en houdt u deze toets ingedrukt terwijl u op het laatste item klikt.
Als u niet-opeenvolgende items wilt selecteren, klikt u op het eerste item, drukt u op de Ctrl-toets en houdt u deze toets ingedrukt terwijl u op de overige gewenste items klikt.
U kunt de functie van de linker- en rechtermuisknop verwisselen voor linkshandig gebruik. Zie "Muisinstellingen wijzigen."

Schuiven

Wanneer u met de linkermuisknop hebt geklikt om de cursor in een document te plaatsen, kunt u de wielknop als volgt gebruiken:
! Als u naar het begin van een document wilt schuiven, draait u de wielknop naar
boven (van u af).
! Als u naar het einde van een document wilt schuiven, draait u de wielknop naar
beneden (naar u toe).
70 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 81

Automatisch schuiven

1 Plaats de cursor op een willekeurige positie in het document en druk eenmaal
op de wielknop. U ziet nu een pictogram voor automatisch schuiven.
2 Beweeg de muis in de richting waarin u wilt schuiven. Hoe verder u de muis
van het beginpunt verwijdert, hoe sneller door het document wordt gebladerd.
3 Druk nogmaals op de wielknop om het automatisch schuiven te stoppen.
OPMERKING: In sommige programma's kunt u de functie voor automatisch schuiven niet
gebruiken.

Pannen

1 Plaats de cursor op een willekeurige positie in een document, druk op de wielknop en
houd deze ingedrukt.
2 Beweeg de muis langzaam in de richting waarin u wilt pannen. Hoe verder u de muis
van het beginpunt verwijdert, hoe sneller het document wordt verschoven.
3 Laat de wielknop los om de panningfunctie te stoppen.
OPMERKING: Pannen werkt alleen als de horizontale schuifbalk in een venster actief is.
Bij sommige software kunt u de panningfunctie niet gebruiken.

Muisinstellingen wijzigen

Functies van de muisknoppen verwisselen

De functie van de linker- en rechtermuisknop omwisselen voor linkshandig gebruik:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig. 4 Klik op Muis. 5 Klik op de tab Knoppen en schakel het selectievakje Primaire en secundaire
knop omwisselen in.
6 Klik op Toepassen (met de nieuwe primaire knop) en op OK.
De muis gebruiken 71
Page 82

De snelheid van de muisaanwijzer wijzigen

De snelheid van de cursor op het scherm ten opzichte van de beweging van de muis aanpassen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig. 4 Klik op Muis. 5 Klik op de tab Opties voor de aanwijzer. 6 Gebruik de schuifregelaar in het vak Beweging om de aanwijzersnelheid aan te
passen. U kunt de overige aanwijzeropties selecteren door het selectievakje voor de
gewenste optie in te schakelen.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.

Dubbelkliksnelheid wijzigen

De snelheid voor dubbelklikken met de rechtermuisknop wijzigen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig. 4 Klik op Muis. 5 Klik op de tab Knoppen. 6 Gebruik de schuifregelaar in het vak Dubbelkliksnelheid om de dubbelkliksnelheid
aan te passen.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.

De optie Klikvergrendeling inschakelen

Met Klikvergrendeling kunt u een object selecteren of slepen zonder de muisknop ingedrukt te houden.
Klikvergrendeling inschakelen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig. 4 Klik op Muis. 5 Klik op de tab Knoppen. 6 Schakel het selectievakje Klikvergrendeling inschakelen in het gebied
Klikvergrendeling in.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
72 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 83

Schuifsnelheid van de wielknop wijzigen

De schuifsnelheid van de wielknop wijzigen:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig. 4 Klik op Muis. 5 Klik op de tab Wiel. 6 Pas in het gebied Verticaal schuiven het aantal regels per rolbeweging aan door op
de pijlknoppen te klikken.
Of
Pas in het gebied Horizontaal schuiven het aantal regels per rolbeweging aan door
op de pijlknoppen te klikken.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.

Problemen met de draadloze muis en het draadloze toetsenbord oplossen

Zie "Een draadloze muis en draadloos toetsenbord synchroniseren" in het hoofdstuk "Het toetsenbord gebruiken" om de draadloze muis en het draadloze toetsenbord opnieuw te synchroniseren als deze apparaten niet reageren.
De muis gebruiken 73
Page 84
74 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 85

Luidspreker- en geluidsopties configureren

De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht. Voor details over het aansluiten van de stereoluidsprekers op de computer kunt u de installatieposter raadplegen. Zie "Luidsprekers of een microfoon aansluiten."
OPMERKING: Luidsprekers kunnen passief (geen aan/uit-knop en geen netsnoer) of actief (aan/uit-knop of netsnoer) zijn. Uw computer ondersteunt alleen actieve
luidsprekersystemen (met eigen voeding). Het luidsprekersysteem moet dus een eigen netsnoer hebben.
Stereoluidsprekers hebben twee kanalen: links en rechts. Een luidsprekersysteem met meerdere kanalen is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een subwoofer. Bijvoorbeeld: een systeem met 5.1 kanalen werkt in de stand voor zes luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links-rechts), twee achter (links-rechts),
een middenluidspreker en een subwoofer.
Als uw computer overweg kan met een geluidssysteem met meerdere kanalen (alleen bepaalde modellen), kunt u vier-luidsprekers aansluiten voor uitvoer via vier kanalen of zes luidsprekers voor 5.1-luidsprekeruitvoer.
Uw model kan een van drie typen analoge geluidsconnectoren hebben aan de achterkant van de computer:
! Drie connectoren (Realtek Audio) ! Zes connectoren (Realtek Audio) ! Geluidskaart (Creative Sound Blaster X-Fi en X-Fi Fatality, of Analog Devices, Inc (ADI))
Uw systeem heeft mogelijk ook een afzonderlijke digitale uitgang (alleen bepaalde modellen).
Zie "Luidsprekers of een microfoon aansluiten" voor informatie over het aansluiten van het luidsprekerssysteem en configureer vervolgens de audiosoftware voor geluidsuitvoer, zoals in deze sectie wordt beschreven.
Luidspreker- en geluidsopties configureren 75
Page 86

Luidsprekervolume aanpassen

Gebruik het volumepictogram op de taakbalk om het luidsprekervolume in te stellen. Vervolgens kunt u het volume aanpassen met:
! De volumeknop of toetsen voor het volume op het toetsenbord (alleen bepaalde
modellen).
! De volumeknop op de luidsprekers (alleen bepaalde modellen).
U kunt het volumepictogram op twee manieren gebruiken:
1 Klik op het oranje pictogram Realtek HD Audio Manager Volume
op de taakbalk.
2 Selecteer een tabblad, bijvoorbeeld Digital Output (Digitale uitvoer)
en pas het volume aan door op de schuifkregelaar te klikken en deze te
verplaatsen.
3 Wanneer u tevreden bent met het geluidsniveau, klikt u ergens buiten het
volumevenster om het te sluiten.
Of
1 Klik met de rechtermuisknop op het witte pictogram Volume op de taakbalk
en klik op Volumeregeling openen. Het venster Volumeregeling wordt
geopend.
2 Pas het volume aan door op de schuifregelaar te klikken en deze te verplaatsen. 3 Wanneer u tevreden bent met het geluidsniveau, klikt u op de X (Sluiten) in de
rechterbovenhoek om het venster te sluiten.
76 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 87

Een microfoon selecteren

De computer heeft één microfoonconnector aan de achterkant. Sommige modellen hebben een tweede microfoonconnector aan de voorkant van de computer. Er kan maar één microfoonconnector tegelijk actief zijn en de connector aan de achterkant is klaar voor gebruik, tenzij u luidsprekers met meerdere kanalen gebruikt. Voor computers met luidsprekers met meerdere kanalen is de microfoonconnector aan de voorkant van de computer, indien aanwezig, klaar voor gebruik.
Om een microfoon die is aangesloten op de voorkant van de computer (alleen bepaalde modellen) te gebruiken, selecteert u de actieve microfoon:
OPMERKING: Als u de microfoon aansluit op de achterzijde van de computer, hoeft u deze procedure niet uit te voeren.
1 Klik met de rechtermuisknop op het witte pictogram Volume op de taakbalk
en klik op Opnameapparaten. Het venster voor audio wordt geopend.
2 Selecteer het tabblad Opname. 3 Dubbelklik op Microfoon en selecteer het tabblad Algemeen. 4 Klik op de microfoonconnector die u wilt gebruiken en klik op Toepassen. 5 Klik op OK.
Microfoonvolume aanpassen
U kunt het volume van de microfoon als volgt aanpassen:
1 Klik met de rechtermuisknop op het oranje pictogram Realtek HD Audio
Manager Volume op de taakbalk en klik op Audioapparaten.
2 Klik op de tab Opname. 3 Dubbelklik op Microfoon en selecteer het tabblad Algemeen. 4 Klik op de microfoonconnector die u wilt gebruiken. 5 Klik op de tab Niveaus. 6 Pas het volume voor de microfoon aan door op de schuifregelaar te klikken en deze te
verplaatsen.
7 Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK.

Geluidsuitvoer configureren

U kunt de geluidsuitvoer naar uw luidsprekers configureren met de volgende software. Gebruik de software die van toepassing is op uw computermodel:
! Creative Sound Blaster X-Fi of X-Fi Fatality Speaker Settings Configuration
(geluidskaart)
! Realtek HD Audio Manager (multistreaming audio) ! Windows Media Center (alle systemen)
Luidspreker- en geluidsopties configureren 77
Page 88
De Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality­geluidskaart gebruiken
In dit gedeelte vindt u een overzicht van het configureren van en opnemen met de Creative Sound Blaster X-Fi- of X-Fi Fatality-geluidskaart (alleen bepaalde modellen).
De software van de geluidskaart configureren
Nadat u de luidsprekers hebt geïnstalleerd en aangesloten, voert u de volgende stappen uit om de geluidsuitvoer voor meerdere kanalen te configureren:
OPMERKING: Er zijn drie modi beschikbaar. De modus Entertainment is hier geselecteerd. Zie "Configuratiemodi van Sound Blaster X-Fi" voor informatie over de andere modi.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Wijs Alle programma's aan. 3 Klik achtereenvolgens op Creative en Sound Blaster X-Fi en klik op Creative
Console Launcher.
4 Het venster van de entertainmentmodus wordt weergegeven. Als een andere modus
wordt weergegeven, klikt u op de knop Modus en selecteert u
Entertainmentmodus.
5 Klik op de knop Start van Windows en selecteer achtereenvolgens Alle
programma's, Creative en Creative Console Launcher.
6 Klik op de knop Speakers (Luidsprekers). 7 Klik op Auto Detect (Automatisch detecteren). Creative detecteert
automatisch het type luidsprekers dat is aangesloten op uw systeem.
8 Klik op X om het venster te sluiten.
Nu de software van de geluidskaart is geconfigureerd, moet u de audio-uitvoer voor uw programma voor het afspelen van media configureren. De procedure kan per programma verschillen. Raadpleeg de instructies die bij uw programma zijn geleverd.
78 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 89

De FlexiJack-connector configureren

Uw audioapparaat is mogelijk uitgerust met een FlexiJack-connector die ondersteuning biedt voor een microfoon en lijninvoer. Als dat het geval is, kunt u desgewenst de FlexiJack-modus wijzigen. Daarvoor moet u de betreffende functie in de Creative Console Launcher selecteren nadat u de geluidskabel op de FlexiJack-connector van de geluidskaart hebt aangesloten.
OPMERKING: Als u de FlexiJack-connector gebruikt als digitale ingang en u digitale luidsprekers wilt aansluiten als uw uitvoerapparaat, hebt u een speciale connector van Creative nodig.
1 Sluit de geluidskabel aan op de FlexiJack-connector op de geluidskaart. 2 Klik op de knop Start van Windows en selecteer achtereenvolgens Alle
programma's, Creative en Creative Console Launcher.
3 Klik op de knop Jacks. 4 Selecteer onder FlexiJack-modus ofwel Digital I/O, ofwel Mic-In/Line-In. 5 Sluit het venster.

Configuratiemodi van Sound Blaster X-Fi

De Sound Blaster X-Fi geluidskaart heeft drie modi: de audio-opnamemodus, de entertainmentmodus en de spelmodus.
De belangrijkste functies, zoals luidsprekerconfiguratie, equalizer en volumeregeling, zijn beschikbaar in alle drie de modi. In elke modus worden de bronnen voor de geluidskaart echter optimaal afgestemd op de verschillende activiteiten.
De audio-opnamemodus gebruiken
De audio-opnamemodus biedt geavanceerde opnamefuncties. Beschikbare functies:
! Opnemen van verschillende audiobronnen ! Toepassen van effecten van studiokwaliteit ! Mixerinstellingen ! Equalizerinstellingen
Luidspreker- en geluidsopties configureren 79
Page 90
De entertainmentmodus gebruiken
De entertainmentmodus optimaliseert de geluidskaart voor het spelen van films en muziek. Beschikbare functies:
! Luidsprekers en hoofdtelefoon configureren ! Surround sound, DTS en THX configureren ! Volume, lage tonen en hoge tonen regelen ! Mixerinstellingen
De spelmodus gebruiken
De spelmodus optimaliseert de geluidskaart voor het spelen van spellen. Beschikbare functies:
! Volume, lage tonen en hoge tonen regelen ! Mixerinstellingen ! Luidsprekers en hoofdtelefoon configureren ! Surround sound configureren
Meer informatie
Raadpleeg de documentatie voor de Creative Sound Blaster X-Fi voor meer informatie over het configureren en gebruiken van de geluidskaart:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Wijs Alle programma's aan. 3 Klik achtereenvolgens op Creative en Sound Blaster X-Fi en klik op
Documentatie.
4 Klik op Online handleiding.

Luidsprekers configureren met Realtek HD Audio Manager

Als uw computermodel connectoren van type 6 heeft en compatibel is met multistreaming audio, voert u de onderstaande stappen uit nadat u de luidsprekers hebt geïnstalleerd en aangesloten:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid. 4 Klik op Realtek HD Audio Manager. Het venster wordt geopend.
OPMERKING: De tab Speakers (Luidsprekers) van Realtek wordt alleen weergegeven
als de luidsprekers zijn aangesloten.
5 Klik op de tab Speakers (Luidsprekers) om dat besturingsscherm te openen.
80 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 91
6 Klik op de tab Speaker Configuration (Luidsprekerconfiguratie). 7 Selecteer uw type luidsprekers in de keuzelijst. 8 Klik op OK.

De besturingsschermen van Realtek HD Audio Manager

! Digital Output (Digitale uitvoer): Hiermee kunt u instellingen voor de omgeving
en de equalizer selecteren. U kunt een omgeving selecteren, zoals Stone Room
(Stenen muren) of Auditorium (Concertzaal). Onder Equalizer kunt u op een
knop voor vooraf gedefinieerde instellingen klikken, zoals Pop of Live, of handmatig
de instellingen aanpassen en deze opslaan voor later gebruik.
! Speakers (Luidsprekers): Hiermee kunt u het aantal luidsprekers selecteren,
zien of de verbindingen analoog of digitaal zijn en uitvoer- en invoerapparaten
selecteren voor de digitale audio. Alleen de luidsprekers die in gebruik zijn, worden
weergegeven.
Luidspreker- en geluidsopties configureren 81
Page 92
! Microphone (Microfoon): Hiermee kunt u het opnamevolume en het afspeelvolume
van de microfoon nauwkeurig regelen. Hier vindt u tevens opties voor ruisonderdrukking
en akoestische echo-onderdrukking.
! Line In (Digital Input) (Ingang digitale invoer): Hiermee kunt u het volume,
afspelen, dempen, opnemen en multistreaming audio instellen.
82 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 93
! HDMI Output (HDMI-uitvoer): Hiermee kunt u instellingen voor de omgeving en
de equalizer selecteren. U kunt een omgeving selecteren, zoals Stone Room
(Stenen muren) of Auditorium (Concertzaal). Onder Equalizer kunt u op een
knop voor vooraf gedefinieerde instellingen klikken, zoals Pop of Live, of handmatig
de instellingen aanpassen en deze opslaan voor later gebruik.

Geluid configureren voor opnames met Realtek HD Audio Manager

De microfoonconnector is klaar voor gebruik voor het opnemen van geluid. Als u voor de opname een andere connector wilt gebruiken, zoals de digitale audio-ingang, kunt u deze als volgt selecteren:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid en vervolgens op Realtek HD Audio Manager. 4 Klik op de tab Line In (Lijningang). 5 Klik op de tab Digital In (Digitale ingang) en selecteer Set Default Device
(Standaardapparaat instellen).
6 Klik op OK om het venster te sluiten.
OPMERKING: U kunt de roze, blauwe en groene connectoren op het voorpaneel
configureren voor andere audiofuncties. Zie "Een andere functie toewijzen aan audioconnectoren op het voorpaneel."
Luidspreker- en geluidsopties configureren 83
Page 94

Een andere functie toewijzen aan audioconnectoren op het voorpaneel

Desgewenst kunt u aan de connectoren op het voorpaneel van de computer (lijningang, microfooningang, hoofdtelefoon en voorste luidsprekers) een andere functie toewijzen.
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Hardware en geluid en vervolgens op Realtek HD Audio Manager. 4 Klik op het pictogram voor de connector waaraan u een andere functie wilt toewijzen.
OPMERKING: U kunt alleen een andere functie toewijzen aan connectoren die niet
grijs worden weergegeven.
5 Schakel het selectievakje in voor de connector die u wilt selecteren en klik op OK.
U kunt de connectoren op het voorpaneel nu gebruiken voor invoer- of uitvoerapparaten.
84 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 95

Multistreaming audio configureren

Met Realtek HD Audio Manager kunt u naar twee verschillende geluidsbronnen luisteren via twee verschillende luidsprekersets.
U kunt bijvoorbeeld één geluidsbron beluisteren via luidsprekers die zijn aangesloten op de achterkant van de computer en een tweede bron beluisteren via een hoofdtelefoon of luidsprekers die zijn aangesloten op de voorkant. U moet multistreaming van geluid configureren voor uw systeem als u twee audiobronnen via afzonderlijke luidsprekers wilt beluisteren.
Overzicht audio-uitvoer
De groene stereo hoofdtelefoonconnector is de enige audio-uitgang op het voorpaneel. De uitgangen op het achterpaneel zijn de connectoren voor luidsprekers die kunnen
worden ingesteld als configuraties van stereo 2.0 tot 7.1 (alleen bepaalde modellen). Raadpleeg de gebruikersdocumentatie voor informatie over het configureren van luidsprekers met eigen stroomvoorziening of uw receiver.
Overzicht audio-invoer
U kunt twee van de volgende geluidsbronnen selecteren voor afspelen via de hoofdtelefoonconnector aan de voorkant en de luidsprekerconnectoren aan de achterkant.
1 Een extern aangesloten apparaat, zoals:
! Een microfoon die met een kabel is aangesloten op de (roze) microfooningang. ! Een MP3-speler die met een kabel is aangesloten op de (blauwe) lijningang.
2 Een interne bron of rechtstreeks op de computer aangesloten bron, waarbij de
geluidsbestanden zich bevinden op: vaste schijven, dvd's, cd's, USB-stations,
HP Personal Media Drives of een ander aangesloten apparaat. Op deze manier
kunt u interne mediabestanden afspelen met programma's zoals:
! Microsoft Windows Media Player. ! Andere geïnstalleerde software voor het afspelen van media.
OPMERKING: Voor geluid via de digitale ingang kan geen multistreaming worden gebruikt.
Luidspreker- en geluidsopties configureren 85
Page 96

Wanneer multistreaming audio te gebruiken

U kunt multistreaming van twee geluidsbronnen gebruiken op de manieren die in de volgende typische voorbeelden worden beschreven.
1 Voor online spellen:
! U hoort het 5.1 geluid van het spel via uw receiver of luidsprekers met eigen
stroomvoorziening.
! U luistert tegelijk naar het gesprek over het spel via uw hoofdtelefoon.
Zie "Voorbeeld 1: Voor online spellen."
2 Voor digitaal entertainment:
! U hoort het dvd-geluid via de tv/het scherm in uw woonkamer of uw receiver die
is aangesloten op de luidsprekerconnectoren aan de achterkant.
! U hoort ook geluid via de computer of luidsprekers met eigen stroomvoorziening
die zijn aangesloten op de groene hoofdtelefoonconnector aan de voorkant, waarbij een van de volgende externe geluidsbronnen wordt gebruikt:
a Lijningang voorkant b Interne bron op een harde schijf, dvd, cd, USB-station of een ander extern
apparaat
Zie "Voorbeeld 2: Voor digitaal entertainment."

Multistreaming audio instellen

Voorbeeld 1: Voor online spellen
Om multistreaming van geluid met Realtek HD Audio Manager te configureren voor online spellen, moet u de Voice-over-IP-software inschakelen (software om te spreken via internet). Andere spelers horen uw stem via uw microfoon en internet en u hoort het spelgeluid via de achterste luidsprekers.
1 Breng de volgende verbindingen tot stand:
! Sluit een hoofdtelefoon aan op de (groene) hoofdtelefoonconnector aan de voorkant. ! Sluit een microfoon aan op de (roze) microfoonconnector aan de voorkant voor
online gesprekken.
! Sluit een set 5.1 of 7.1 stereoluidsprekers met eigen stroomvoorziening aan op de
luidsprekerconnectoren aan de achterkant voor het spelgeluid.
2 Klik op het pictogram van Realtek HD Audio Manager op de taakbalk
om het venster Realtek HD Audio Manager te openen.
3 Klik op de knop Device Advanced Settings (Geavanceerde
apparaatinstellingen).
4 Selecteer Make front and rear output devices playback two different
audio streams simultaneously (Twee verschillende geluidsstromen
tegelijk afspelen via voor- en achteruitgangen).
86 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 97
5 Schakel het selectievakje Output Mic In/Line In to front panel (Microfoon-/
lijningang uitvoeren naar voorpaneel) in en klik op OK.
Of
Schakel het selectievakje Output Mic In/Line In to rear panel (Microfoon-/
lijningang uitvoeren naar achterpaneel) in en klik op OK.
Voorbeeld 2: Voor digitaal entertainment
U kunt als volgt met Realtek HD Audio Manager multistreaming van het geluid configureren voor digitaal entertainment:
1 Breng de volgende verbindingen tot stand:
! Sluit een hoofdtelefoon of luidsprekers met eigen stroomvoorziening aan op de
(groene) hoofdtelefoonconnector voor het afspelen van stereomuziek.
! Sluit een set 5.1 of 7.1 stereoluidsprekers met eigen stroomvoorziening aan op de
luidsprekerconnectoren aan de achterkant voor het afspelen van het dvd-geluid.
2 Klik op het pictogram van Realtek HD Audio Manager op de taakbalk
om het venster Realtek HD Audio Manager te openen.
3 Klik op de knop Device Advanced Settings (Geavanceerde
apparaatinstellingen).
4 Selecteer Make front and rear output devices playback two different
audio streams simultaneously (Twee verschillende geluidsstromen
tegelijk afspelen via voor- en achteruitgangen).
5 Schakel het selectievakje Output Mic In/Line In to front panel (Microfoon-/
lijningang uitvoeren naar voorpaneel) in en klik op OK.
Of
Schakel het selectievakje Output Mic In/Line In to rear panel (Microfoon-/
lijningang uitvoeren naar achterpaneel) in en klik op OK.

Geluid configureren voor Windows Media Center

Nadat u de luidsprekers hebt geïnstalleerd, aangesloten en geconfigureerd, voert u de onderstaande stappen uit om de uitvoer van geluid via meerdere kanalen te configureren voor Windows Media Center:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Windows Media Center. 3 Klik onder Taken op Instellingen, Algemeen en klik vervolgens op Windows
Media Center Setup.
4 Klik op Luidsprekers instellen. Het venster Luidsprekerinstellingen wordt geopend. 5 Klik op Volgende. 6 Kies het type luidsprekeraansluiting en klik op Volgend e. 7 Selecteer het aantal luidsprekers en klik op Volgende. 8 Klik op de knop Testen om de luidsprekers te testen. 9 Klik op Voltooien.
Luidspreker- en geluidsopties configureren 87
Page 98

Opnameapparaten selecteren

(Alleen connectoren van type 6)
Een apparaat voor geluidsopname selecteren:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Geluiden en audioapparaten (of Spraak, geluid en
geluidsapparaten). Het venster Geluiden en audioapparaten wordt geopend.
4 Klik op de tab Audio. 5 Selecteer een opnameapparaat onder Opnemen van geluid, bijvoorbeeld Realtek
HD Front Pink Jack.
6 Klik op OK. 7 Sluit het venster.

Geluidsproblemen oplossen

Als er geen geluid uit de luidsprekers komt, probeert u het volgende:
! Controleer de instellingen voor volume en dempen. Zie "Hoofdtelefoon aansluiten." ! Controleer of u actieve luidsprekers met eigen stroomvoorziening of luidsprekers met
een versterker gebruikt.
! Controleer de aansluiting van de geluidskabels. ! Controleer of het programma en de geluidssoftware juist zijn geconfigureerd. ! Sommige programma's produceren een laag volume, zelfs als u de volumeknop
helemaal open draait. Klik in dat geval op het pictogram Volume op de taakbalk
en verhoog het systeemvolume.
! Configureer de geluidssoftware opnieuw voor surround sound. ! Installeer de stuurprogramma's voor de geluidskaart opnieuw door het programma
voor opnieuw installeren van de toepassing uit te voeren. Raadpleeg de handleiding
Problemen oplossen en onderhoud die bij de computer werd geleverd.
88 Aan de slag (functies variëren per model)
Page 99
De afstandsbediening voor
Windows Media Center
(Alleen bepaalde modellen)
OPMERKING: De afstandsbediening wordt alleen bij
bepaalde modellen geleverd. De functies en de locatie kunnen variëren.
De afstandsbediening is ontworpen om te werken met Windows Media Center. U kunt de afstandsbediening gebruiken met Windows Media Center om cd's en dvd's te spelen, foto's te bekijken en vele andere taken uit te voeren.
Deze afstandsbediening helpt u door de vensters van Windows Media Center op uw computer te navigeren, net zoals de afstandsbediening van een tv u helpt om door de opties voor kabel-tv te navigeren of het afspelen van een film met een videorecorder of dvd-speler te regelen.
Met de afstandsbediening kunt u:
gebruiken
! Navigeren door de vensters van Windows Media Center
en in die vensters opties selecteren.
! Het videobeeld regelen. ! De computer in de slaapstand zetten en weer activeren. ! De computer afsluiten en opnieuw opstarten. ! Afmelden bij Windows Media Center of overschakelen
naar een andere gebruiker.
! Teletekstmenu's openen terwijl live-tv bekeken wordt.
U kunt met de afstandsbediening niet:
! Navigeren op het bureaublad van Windows of andere
computerprogramma's dan Windows Media Center
besturen.
! Een videorecorder, dvd-speler of stereoset op afstand
bedienen.
! Een tv die is aangesloten op uw computer in- of
uitschakelen (alleen bepaalde modellen).
! Schakel de computer in.

De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken 89

Page 100

Overzicht van de knoppen op de afstandsbediening

1On/Off (Sleep) (Aan/uit, Slaap) — Hiermee
kunt u een stand met verminderd energieverbruik op de computer inschakelen of uitschakelen. De computer wordt niet uitgeschakeld.
2 Teletext (Teletekst) Hiermee zet u de teletekst
aan of uit terwijl u naar de tv kijkt. De Teletekstpagina vervangt ofwel het live-tv-beeld of wordt erover weergegeven. Het tv-geluid blijft beschikbaar.
3Groen — Hiermee opent u een menu van teletekst. 4 Rood — Hiermee opent u een menu van teletekst. 5Guide (Gids) — Hiermee opent u de televisiegids. 6 Recorded TV (Opgenomen tv)Hiermee opent
u het venster waarin opgenomen tv-programma's worden vermeld.
7 Pijltoetsen Hiermee verplaatst u de cursor om te
navigeren en acties te selecteren in alle vensters van Windows Media Center.
8DVD Menu (Dvd-menu) Hiermee opent u het
venster Dvd afspelen in Windows Media Center of opent u het hoofdmenu van een film op dvd, indien beschikbaar.
9Back (Vorige) Hiermee keert u terug naar het
vorige venster in Windows Media Center.
10 i (More information) (Meer informatie)
Hiermee wordt de beschikbare informatie over een geselecteerd mediabestand weergegeven en worden andere menu's weergegeven.
11 Start Hiermee opent u het hoofdmenu van
Windows Media Center.
12 Volume Hiermee verhoogt (+) of verlaagt ()u
het volume.
13 Mute (Dempen) Hiermee schakelt u het geluid
van de computer uit. Het woord Dempen wordt weergegeven terwijl Dempen is ingeschakeld.
14 Record (Opnemen) Hiermee kunt u een
geselecteerd tv-programma opnemen en opslaan op de vaste schijf.
15 Play (Afspelen) Hiermee kunt u geselecteerde
media afspelen.
90 Aan de slag (functies variëren per model)
Loading...