Hp MINI 210-1014EA, MINI 210-1020EA, MINI 210-1002SA, MINI 210-1156SA, MINI 210-1012SA, MINI 210-1099EA, MINI 210-1050EA, MINI 210-1020SA, MINI 210-1006SA, MINI 210-1005SA, MINI 210-1001SA, MINI 210-1009SA, MINI 210-1014SA, MINI 210-1011EA, MINI 210-1003SA, MINI 210-1195EA, MINI 210-1000SA, MINI 210-1007SA, MINI 210-1004SA, MINI 210-1012EA User Manual [nl]
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreffende eigenaar en wordt door
Hewlett-Packard Company onder licentie
gebruikt. Het SD-logo is een handelsmerk
van de eigenaar. Microsoft en Windows zijn
in de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Tweede editie: mei 2010
Eerste editie, december 2009
Artikelnummer: 584528-332
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de meeste
modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet
alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Voor de recentste informatie in de Mini -Gebruikershandleiding gaat u naar de
website van HP op
support.
http://www.hp.com/
Veiligheidswaarschuwing
WAARSCHUWING!Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van
de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik
de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt
geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of
een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de
netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van
zacht materiaal. De temperatuur van de computer en de netvoedingsadapter blijft binnen de
temperatuurlimieten voor de oppervlakken die toegankelijk zijn voor de gebruiker, zoals bepaald in de
International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC 60950).
iii
iv Veiligheidswaarschuwing
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen) .......................................................................... 2
Video .................................................................................................................................................. 49
Menu's van het setupprogramma ....................................................................................................... 84
Menu Main (Hoofdmenu) ................................................................................................... 84
Menu Security (Beveiliging) ............................................................................................... 84
Menu System Configuration (Systeemconfiguratie) .......................................................... 84
Menu Diagnostics (Diagnostische gegevens) .................................................................... 85
Index ................................................................................................................................................................... 86
viii
1Aan de slag
Het hoofdbesturingssysteem van de computer is Microsoft® Windows®. Uw computer kan ook zijn
uitgerust met HP QuickWeb (alleen bepaalde modellen).
Het besturingssysteem Microsoft Windows geeft het bureaublad weer op het beeldscherm en
●
bestuurt de hardware, randapparatuur en software van uw computer.
Als uw computer is uitgerust met QuickWeb, kunt u snel door internet bladeren, digitale foto's
●
bekijken, naar muziek luisteren of contact onderhouden (via e-mail, expresberichten of - op
bepaalde modellen - Skype), zonder dat u het hoofdbesturingssysteem hoeft op te starten.
QuickWeb wordt ook wel Instant-On Software (IOS) genoemd.
OPMERKING:Als u QuickWeb wilt uitschakelen of opnieuw wilt inschakelen, raadpleegt u het
hoofdstuk "Instellingen van QuickWeb wijzigen". Als u in QuickWeb de helpfunctie wilt openen, klikt u
op het pictogram Help in het systeemvak.
1
HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
U start QuickWeb als volgt:
1.Zet de computer aan. Het scherm HP QuickWeb Home verschijnt.
2.Klik op een pictogram op het QuickWeb Home-scherm om een programma te starten.
Ga als volgt te werk om QuickWeb te starten vanuit Microsoft Windows:
Selecteer Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Opnieuw
▲
opstarten. De computer start opnieuw op en het scherm HP QuickWeb Home verschijnt.
OPMERKING:Voor meer informatie over HP QuickWeb raadpleegt u de helpfunctie van QuickWeb.
2Hoofdstuk 1 Aan de slag
2Verschillende onderdelen
Hardware herkennen
De samenstelling van de computer verschilt per regio/land en per model. Op de afbeeldingen in dit
hoofdstuk worden de standaardvoorzieningen van de meeste computermodellen weergegeven.
U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd:
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging). Klik
▲
op Systeem en klik vervolgens op Apparaatbeheer.
Met Apparaatbeheer kunt u ook hardware toevoegen of computerconfiguraties wijzigen.
Onderdelen aan de bovenkant
Touchpad
OnderdeelBeschrijving
(1)Aan/uit-knop van het touchpadHiermee schakelt u het touchpad in en uit. Dubbeltik
snel op de knop om het touchpad in en uit te schakelen.
(2)Touchpad*Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor"
genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm
selecteren of activeren.
Hardware herkennen3
OnderdeelBeschrijving
(3)Linkerknop van het touchpad*Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op
een externe muis.
Lampjes
(4)Rechterknop van het touchpad*Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op
een externe muis.
*In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Als u de voorkeuren voor cursorbesturing wilt weergeven of wijzigen,
selecteert u Start > Devices and Printers (Apparaten en printers). Klik daarna met de rechtermuisknop op het pictogram
dat uw apparaat vertegenwoordigt en selecteer Muisinstellingen.
OnderdeelBeschrijving
(1)Touchpadlampje
(2)Caps Lock-lampjeAan: Caps Lock is ingeschakeld.
(3)Lampje voor uitschakeling van het geluidAan: het luidsprekergeluid is uitgeschakeld.
(4)Lampje voor draadloze communicatie
4Hoofdstuk 2 Verschillende onderdelen
Aan: het touchpad is uitgeschakeld.
●
Uit: het touchpad is ingeschakeld.
●
Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze
●
communicatie, zoals een WLAN-apparaat en/of
een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
OPMERKING: Apparaten voor draadloze
communicatie worden ingeschakeld in de
fabriek.
Uit: alle apparaten voor draadloze
●
communicatie zijn uitgeschakeld.
Toetsen
OnderdeelBeschrijving
(1)ActietoetsenHiermee kunt u veelgebruikte systeemfuncties
(2)fn-toetsDruk op deze toets in combinatie met een
(3)Windows®-logotoetsHiermee geeft u het menu Start van Windows weer.
(4)Windows-applicatietoetsHiermee opent u een snelmenu voor items waarbij
Onderdelen aan de voorkant
OnderdeelBeschrijving
Luidsprekers (2)Hiermee wordt het computergeluid weergegeven.
uitvoeren.
functietoets of de esc-toets om veelgebruikte
systeemfuncties uit te voeren.
de aanwijzer staat.
Hardware herkennen5
Onderdelen aan de rechterkant
OnderdeelBeschrijving
(1)Digitale-mediaslotOndersteunt de volgende types optionele digitale
kaarten:
Memory Stick (MS)
●
MS/Pro
●
MultiMediaCard (MMC)
●
Secure Digital High Capacity-geheugenkaart
●
(SDHC) (standaardformaat en groot formaat)
xD-Picture Card
●
(2)Aan/uit-lampje
(3)Aan/uit-schakelaar
Wit: de computer is ingeschakeld.
●
Knipperend wit: de computer staat in de
●
slaapstand.
Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de
●
hibernationstand.
Als de computer is uitgeschakeld, verschuift u de
●
schakelaar om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, verschuift u de
●
schakelaar en laat u deze direct weer los om de
slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, verschuift
●
u de schakelaar en laat u deze direct weer los om
de slaapstand te beëindigen.
Als de computer in de hibernationstand staat,
●
verschuift u de schakelaar en laat u deze direct
weer los om de hibernationstand te beëindigen.
Als de computer niet meer reageert en de
afsluitprocedures van Windows geen effect hebben,
verschuift u de aan/uit-schakelaar en houdt u deze
minimaal vijf seconden vast om de computer uit te
schakelen.
Selecteer Start > Configuratiescherm > System and
Security (Systeem en beveiliging) >
Energiebeheer als u meer wilt weten over de
instellingen voor energiebeheer.
(4)VentilatieopeningDeze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
6Hoofdstuk 2 Verschillende onderdelen
onderdelen.
OnderdeelBeschrijving
(5)USB-poorten (2)Hierop sluit u optionele USB-apparatuur aan.
(6)RJ-45-netwerkconnector en afdekplaatjeHierop sluit u een netwerkkabel aan.
(7)Bevestigingspunt voor een beveiligingskabelHiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare
Onderdelen aan de linkerkant
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de
interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u
met de computer werkt.
beveiligingskabel aan de computer.
OPMERKING: Een beveiligingskabel moet mogelijke
dieven afschrikken, maar kan niet voorkomen dat de
computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
OnderdeelBeschrijving
(1)NetvoedingsconnectorHierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
(2)Acculampje
(3)ExternemonitorpoortHierop sluit u een optioneel extra beeldscherm aan,
(4)VentilatieopeningDeze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
Uit: de computer werkt op accuvoeding.
●
Knipperend wit: de accu is bijna leeg of heeft een
●
kritiek laag ladingsniveau bereikt, of er is een
accufout. Wanneer de accu een kritiek laag
ladingsniveau bereikt, begint het acculampje
snel te knipperen.
Oranje: er wordt een accu opgeladen.
●
Wit: de computer is aangesloten op een externe
●
voedingsbron en de accu is volledig opgeladen.
zoals een monitor of projector.
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de
interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u
met de computer werkt.
Hardware herkennen7
OnderdeelBeschrijving
(5)Schijfeenheidlampje
(6)USB-poort Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan.
(7)Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfoon)
Beeldschermonderdelen
Knipperend wit: er wordt geschreven naar of
●
gelezen van de vaste schijf.
Oranje (alleen bepaalde modellen): de interne
●
vaste schijf is tijdelijk geparkeerd door HP
ProtectSmart Hard Drive Protection (HP
ProtectSmart vasteschijfbescherming).
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen
voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een
headset of een televisietoestel aansluiten, om het
geluid via dat apparaat weer te geven. Ook kunt u
hierop de microfoon van een optionele headset
aansluiten.
OPMERKING: Wanneer een audiocomponent is
aangesloten, zijn de luidsprekers van de computer
uitgeschakeld.
De kabel van de audiocomponent moet een connector
met vier pinnen hebben.
8Hoofdstuk 2 Verschillende onderdelen
OnderdeelBeschrijving
(1)Interne beeldschermschakelaarWanneer u het beeldscherm sluit terwijl de computer
(2)WebcamlampjeAan: de webcam is in gebruik.
(3)WebcamHiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's
(4)Interne microfoonHiermee kunt u geluid opnemen.
Onderdelen aan de onderkant
is ingeschakeld, wordt de beeldschermschakelaar
ingedrukt en wordt de slaapstand geactiveerd.
OPMERKING: De beeldschermschakelaar is niet
zichtbaar aan de buitenkant van de computer.
maken.
OPMERKING: Als u video's wilt opnemen en
bewerken, kunt u gebruik maken van het vooraf
geïnstalleerde softwareprogramma Arcsoft WebCam
Companion 3.
OnderdeelBeschrijving
(1)Accuontgrendelingen (2)Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte en
(2)AccuruimteHierin bevindt zich de accu.
vergrendelt u de accu in de accuruimte.
Hardware herkennen9
Afdekpaneel verwijderen
Door het afdekpaneel te verwijderen, krijgt u toegang tot het geheugenmodulecompartiment, het slot
voor SIM-kaarten, het label met kennisgevingen en andere belangrijke componenten. Zo verwijdert u
het afdekpaneel:
1.Koppel de computer los van de netvoeding.
2.Verwijder de accu.
OPMERKING:Zie het gedeelte "Accu plaatsen of verwijderen" verderop in deze handleiding voor
meer informatie.
3.Druk op de rechterontgrendelingsknop (1).
4.Maak de rechterkant van het afdekpaneel los (2) door dit een beetje uit de behuizing te tillen.
OPMERKING:Het is normaal dat het afdekpaneel licht buigt, en het kan zijn dat u wat plop-
geluiden hoort als het afdekpaneel loskomt uit de behuizing.
5.Druk op de linkerontgrendelingsknop (1).
10Hoofdstuk 2 Verschillende onderdelen
6.Maak de linkerkant van het afdekpaneel los (2) door dit een beetje uit de behuizing te tillen.
7.Til de onderste rand van het afdekpaneel (1) onder een hoek omhoog, en til vervolgens het
afdekpaneel uit de behuizing (2).
Afdekpaneel terugplaatsen
Plaats het afdekpaneel terug nadat u toegang hebt gekregen tot het geheugenmodulecompartiment,
het slot voor SIM-kaarten, het label met kennisgevingen en andere belangrijke componenten. Zo zet u
het afdekpaneel terug:
1.Plaats het afdekpaneel (1) onder een hoek op de computer, met de voorste rand naar de voorkant
van de computer.
Hardware herkennen11
2.Zet de achterste rand van het afdekpaneel in de achterste rand van de computer door de zes tabs
van het afdekpaneel boven de gleuven in de behuizing te brengen, en deze vervolgens in de
gleuven (2) te steken.
3.Draai de voorste rand (1) van het afdekpaneel naar beneden en druk het afdekpaneel vervolgens
stevig in de behuizing van de computer totdat het op zijn plaats klikt (2).
4.Plaats de accu terug.
OPMERKING:Zie het gedeelte "Accu plaatsen of verwijderen" verderop in deze handleiding voor
meer informatie.
12Hoofdstuk 2 Verschillende onderdelen
Antennes voor draadloze communicatie
OnderdeelBeschrijving
(1)WWAN-antennes (2) (alleen bepaalde modellen)*Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden
en ontvangen om te communiceren met draadloze WAN's
(WWAN's, wireless wide area networks).
(2)WLAN-antennes (2)*Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden
en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's
(WLAN's, wireless local-area networks).
*Deze antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor optimale communicatie houdt u de
directe omgeving van de antennes vrij.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw
land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Deze voorschriften vindt u in Help en
ondersteuning
Hardware herkennen13
Aanvullende hardwareonderdelen
OnderdeelBeschrijving
(1)Netsnoer*Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een
(2)NetvoedingsadapterHiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom.
(3)Accu*Hiermee kunt u de computer op accuvoeding laten werken als de
*Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per regio en land.
Labels herkennen
De labels die zijn aangebracht op de computer bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
Label met serienummer: dit biedt belangrijke informatie die u wellicht nodig heeft als u contact
●
opneemt met de technische ondersteuning. Het label met het serienummer bevindt zich in de
accuruimte.
stopcontact.
computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron.
Component
(1)
(2)Serienummer
Productnaam
14Hoofdstuk 2 Verschillende onderdelen
Component
(3)Productnummer
(4)Garantieperiode
(5)Modelbeschrijving (bepaalde modellen)
Certificaat van echtheid van Microsoft®: bevat de Windows®-productcode. U kunt de productcode
●
nodig hebben wanneer u een update van het besturingssysteem wilt uitvoeren of problemen met
het systeem wilt oplossen. Dit certificaat bevindt zich onder het afdekpaneel van de computer.
Raadpleeg het gedeelte "Afdekpaneel verwijderen" eerder in deze handleiding als u toegang wilt
tot het label met kennisgevingen in de computer.
Label met kennisgevingen: bevat kennisgevingen over de computer, waaronder de volgende.
●
Informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van een
◦
aantal landen of regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik. Een optioneel
apparaat kan een WLAN-apparaat zijn. U kunt deze informatie nodig hebben als u het
apparaat in het buitenland wilt gebruiken.
Het serienummer van uw HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen).
◦
Het label met kennisgevingen bevindt zich onder het afdekpaneel van de computer. Raadpleeg
het gedeelte " Afdekpaneel verwijderen" eerder in deze handleiding als u toegang wilt tot het label
met kennisgevingen in de computer.
Labels herkennen15
3Energiebeheer
Opties voor energiebeheer instellen
Energiebesparende standen gebruiken
Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstand en de
hibernationstand.
Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knippert het aan/uit-lampje en wordt het scherm
leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen, waardoor het beëindigen van de slaapstand
sneller gaat dan het beëindigen van de hibernationstand. Als de slaapstand gedurende lange tijd
geactiveerd is of als de acculading een kritiek laag niveau bereikt terwijl de slaapstand is geactiveerd,
wordt de hibernationstand geactiveerd.
Wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in een hibernationbestand
op de vaste schijf en wordt de computer afgesloten.
VOORZICHTIG:Activeer de slaapstand of hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of
geschreven naar een schijf of een externemediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van
audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of videoafspeelfunctionaliteit of verlies van informatie.
OPMERKING:Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet
mogelijk om netwerkverbindingen te activeren of de computer te gebruiken.
Slaapstand activeren en beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de slaapstand wordt geactiveerd nadat de computer 15
minuten niet is gebruikt en op accuvoeding werkt, of 30 minuten niet is gebruikt en op een externe
voedingsbron werkt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:
Verschuif de aan/uit-schakelaar en laat deze direct weer los.
●
Sluit het beeldscherm.
●
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Slaapstand.
●
16Hoofdstuk 3 Energiebeheer
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren beëindigen:
Verschuif de aan/uit-schakelaar en laat deze direct weer los.
●
Als het beeldscherm gesloten is, opent u het beeldscherm en activeert u het touchpad.
●
Druk op een toets op het toetsenbord.
●
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaat het aan/uit-lampje branden en verschijnt uw werk op het
scherm op het punt waar u was gestopt met werken en de slaapstand werd geactiveerd.
OPMERKING:Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen,
moet u uw Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Hibernationstand activeren en beëindigen
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows.
U activeert als volgt de hibernationstand:
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Hibernate
▲
(Hibernationstand).
U beëindigt als volgt de hibernationstand:
Verschuif de aan/uit-schakelaar en laat deze direct weer los.
▲
Wanneer de hibernationstand wordt beëindigd, gaat het aan/uit-lampje branden en verschijnt uw werk
op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken en de hibernationstand werd geactiveerd.
OPMERKING:Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de hibernationstand te
beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Energiebeheerschema's gebruiken
Een energiebeheerschema is een verzameling systeeminstellingen die bepalen hoe de computer
gebruikmaakt van energie. Met behulp van energiebeheerschema's kunt u energie besparen en de
prestaties van de computer maximaliseren.
De volgende energiebeheerschema's zijn beschikbaar:
Aanbevolen door HP
●
Grote prestaties
●
Energiebesparing
●
Met behulp van Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u de instellingen van deze
energiebeheerschema’s wijzigen.
Huidig energiebeheerschema weergeven
Klik op het pictogram Accumeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
▲
– of –
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging) >Power Options (Energiebeheer).
Opties voor energiebeheer instellen17
Ander energiebeheerschema selecteren
Klik op het pictogram Accumeter in het systeemvak en selecteer een energiebeheerschema in de
▲
lijst.
– of –
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging) >
Energiebeheer en selecteer een energiebeheerschema in de lijst.
Energiebeheerschema’s aanpassen
1.Klik op het pictogram Accumeter in het systeemvak en klik vervolgens op Energiebeheer.
– of –
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging) >
Power Options (Energiebeheer).
2.Selecteer een energiebeheerschema en klik vervolgens op Instellingen voor schema wijzigen.
3.Wijzig de instellingen naar eigen inzicht.
4.Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen om meer instellingen te wijzigen.
Wachtwoord instellen voor beëindigen slaapstand of hibernationstand
Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen
van de slaapstand of de hibernationstand:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > System and Security (Systeem en beveiliging) >
Power Options (Energiebeheer).
2.In het linkervenster klikt u op Require a password on wakeup (Wachtwoord vereisen bij
4.Klik op Require a password (recommended) (Een wachtwoord vereisen (aanbevolen)).
5.Klik op Save changes (Wijzigingen opslaan).
Externe netvoeding gebruiken
Externe voeding wordt geleverd via een goedgekeurde netvoedingsadapter.
WAARSCHUWING!Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde
netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een door HP geleverde
compatibele adapter.
Sluit de computer aan op een externe netvoedingsbron in de volgende situaties:
18Hoofdstuk 3 Energiebeheer
WAARSCHUWING!Laad de accu niet op aan boord van een vliegtuig.
wanneer u een accu oplaadt of kalibreert;
●
wanneer u systeemsoftware installeert of aanpast;
●
wanneer u informatie naar een cd of dvd schrijft.
●
Als u de computer aansluit op een externe netvoedingsbron, gebeurt het volgende:
De accu wordt opgeladen.
●
Als de computer is ingeschakeld, verandert het accumeterpictogram in het systeemvak van vorm.
●
Als u het apparaat loskoppelt van externe netvoeding, gebeurt het volgende:
De computer schakelt over op accuvoeding.
●
De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen.
●
Druk op de actietoets f3 om de helderheid te verhogen, of sluit de netvoedingsadapter weer aan.
Netvoedingsadapter aansluiten
WAARSCHUWING!U kunt als volgt het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur
beperken:
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is.
Koppel de computer los van de netvoeding door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het
netsnoer los te koppelen van de computer).
Als bij het product een geaard netsnoer met een geaarde stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan
op een geaard stopcontact. Probeer niet de aarding te omzeilen door bijvoorbeeld adapters of
stekkerdozen zonder aarding te gebruiken. De aarding is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
U sluit als volgt de computer aan op een externe voedingsbron:
1.Sluit de netvoedingsadapter aan op de voedingsconnector (1) van de computer.
2.Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan op de netvoedingsadapter (2).
3.Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (3).
Externe netvoeding gebruiken19
Accuvoeding gebruiken
Als de computer over een opgeladen accu beschikt en de computer is niet aangesloten op een externe
voedingsbron, dan werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een
externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding.
Als er een opgeladen accu in de computer is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via
de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter
wordt losgekoppeld van de computer.
OPMERKING:De helderheid van het beeldscherm wordt verlaagd om accuvoeding te besparen
wanneer u het apparaat loskoppelt van de netvoeding. Als u de helderheid wilt verhogen, gebruikt u de
actietoets f3 of sluit u de netvoedingsadapter opnieuw aan.
U kunt een accu in de computer laten zitten of de accu verwijderen en opbergen. Dit is afhankelijk van
de manier waarop u de computer gebruikt. Als u de accu in de computer laat zitten wanneer de computer
is aangesloten op een netvoedingsbron, wordt de accu opgeladen. Bovendien wordt zo uw werk
beschermd in geval van een stroomstoring. Een accu in de computer wordt echter langzaam ontladen
wanneer de computer is uitgeschakeld en niet is aangesloten op een externe voedingsbron.
WAARSCHUWING!Gebruik uitsluitend de volgende producten om beveiligingsrisico's te beperken:
de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu
die is aangeschaft bij HP.
De levensduur van de accu kan verschillen, afhankelijk van instellingen voor energiebeheer, geopende
programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is
aangesloten en andere factoren.
Acculading weergeven
Beweeg de aanwijzer over het pictogram Accumeter in het systeemvak aan de rechterkant van
▲
de taakbalk.
Accu-informatie vinden in Help en ondersteuning
Help en ondersteuning biedt de volgende hulpprogramma's voor en informatie over de accu:
Hulpprogramma Accucontrole voor het testen van de accuprestaties
●
Informatie over kalibratie, energiebeheer en een juist onderhoud en juiste opslag, om de
●
levensduur van de accu te maximaliseren
Informatie over accutypen, specificaties, levenscycli en capaciteit
●
U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's:
Selecteer Start>Configuratiescherm>Hardware en geluiden>Energiebeheer > Meer
▲
informatie over energiebeheerschema's.
Accucontrole
Help en ondersteuning biedt informatie over de status van de accu die is geïnstalleerd in de computer.
20Hoofdstuk 3 Energiebeheer
U voert Accucontrole als volgt uit:
1.Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer.
OPMERKING:Voor een juist functioneren van Accucontrole is het noodzakelijk dat de computer
is aangesloten op een externe voedingsbron.
2.Selecteer Start > Help en ondersteuning > Troubleshoot (Problemen oplossen) > Power,
Thermal and Mechanical (Energie, thermisch en mechanisch).
3.Klik op het tabblad Power (Energie) en klik vervolgens op Battery Check (Accucontrole).
Accucontrole test de accu en de accucellen om te controleren of deze naar behoren functioneren, en
rapporteert vervolgens de resultaten van de test.
Accu plaatsen of verwijderen
VOORZICHTIG:Bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt,
kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en activeer de hibernationstand of schakel de
computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat er gegevens
verloren gaan.
U plaatst de accu als volgt:
1.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
2.Breng de tabs op de accu op één lijn met de uitsparingen in de computer en plaats de accu in de
accuruimte. De accuontgrendelingen vergrendelen de accu automatisch.
U verwijdert de accu als volgt:
1.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.
Accuvoeding gebruiken21
2.Verschuif de accu-ontgrendelingen (1) om de accu los te koppelen en verwijder de accu (2).
Accu opladen
WAARSCHUWING!Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
De accu wordt altijd opgeladen wanneer de computer met een netvoedingsadapter is aangesloten op
een externe voedingsbron.
De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt
sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Het opladen kan langer duren wanneer de accu nieuw is, langer dan twee weken niet is gebruikt of veel
warmer of kouder is dan de normale kamertemperatuur.
Ga als volgt te werk om de accuwerktijd te verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de
acculading te optimaliseren:
Als u een nieuwe accu oplaadt, wacht u tot de accu volledig is opgeladen voordat u de computer
●
inschakelt.
Laad de accu op tot het acculampje van de computer wit wordt.
●
OPMERKING:Als de computer is ingeschakeld wanneer de accu wordt opgeladen, is het
mogelijk dat het pictogram Accumeter in het systeemvak aangeeft dat de accu voor 100 procent
is opgeladen, terwijl dit nog niet het geval is.
Laad de accu pas op wanneer deze door normaal gebruik is ontladen tot ongeveer 5 procent van
●
de volledige lading.
Als de accu één maand of langer niet is gebruikt, is het noodzakelijk de accu te kalibreren in plaats
●
van op te laden.
22Hoofdstuk 3 Energiebeheer
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.