Hp COMPAQ PRESARIO V6339EU, COMPAQ PRESARIO V6133EU, COMPAQ PRESARIO V6101EU, COMPAQ PRESARIO V6340EU User Manual [nl]

Energiebeheer
Gebruikershandleiding
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt.
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Eerste editie, juli 2006
Artikelnummer van document: 416616-331
Inhoudsopgave
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes
2 Voedingsbronnen
Netvoedingsadapter aansluiten ............................................................................................................ 4
3 Standbystand en hibernationstand
Standbystand ....................................................................................................................................... 5
Hibernationstand .................................................................................................................................. 6
Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten ................................................. 7
Wanneer u uw werk onderbreekt ......................................................................................... 7
Wanneer er geen betrouwbare voedingsbron beschikbaar is ............................................. 7
Bij gebruik van draadloze communicatieapparatuur of schijfmedia die kunnen worden
gelezen of beschreven ......................................................................................................... 8
4 Instellingen van Energiebeheer
Computer of beeldscherm in- of uitschakelen ...................................................................................... 9
Noodprocedures voor afsluiten gebruiken .......................................................................................... 10
Standbystand activeren of beëindigen ............................................................................................... 11
Hibernationstand activeren of beëindigen .......................................................................................... 12
5 Opties voor energiebeheer
Opties voor energiebeheer openen .................................................................................................... 13
Pictogram Energiemeter weergeven .................................................................................................. 14
Energiebeheerschema instellen of wijzigen ....................................................................................... 15
Beveiligen met een wachtwoord ......................................................................................................... 15
6 Processorsnelheid beheren
7 Accu's
Accu plaatsen of verwijderen ............................................................................................................ 20
Accu opladen ...................................................................................................................................... 21
Acculading controleren ...................................................................................................... 21
Nauwkeurigheid van ladinginformatie verhogen ............................................... 21
Ladinginformatie op het scherm weergeven ..................................................... 22
Omgaan met een bijna lege accu ....................................................................................................... 23
Informatie over de acculading weergeven ........................................ 22
Toelichting op de weergave van de acculading ................................ 22
NLWW iii
Bijna lege accu herkennen ................................................................................................ 23
Bijna lege accu .................................................................................................. 23
Kritiek laag niveau van de acculading ............................................................... 23
Problemen met een bijna lege accu verhelpen .................................................................. 24
Wanneer er externe voeding beschikbaar is ..................................................... 24
Wanneer er een opgeladen accu beschikbaar is .............................................. 24
Wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is ................................................ 24
Als de hibernationstand niet kan worden beëindigd .......................................... 24
Accu kalibreren ................................................................................................................................... 25
Wanneer is kalibreren noodzakelijk? ................................................................................. 25
Procedure voor het kalibreren van een accu ..................................................................... 25
Stap 1: Accu opladen ........................................................................................ 25
Stap 2: Accu ontladen ....................................................................................... 26
Stap 3: Accu opnieuw opladen .......................................................................... 27
Accuvoeding besparen ....................................................................................................................... 28
Voeding besparen terwijl u werkt ....................................................................................... 28
Instellingen voor energiebesparing selecteren .................................................................. 28
Accu's opbergen ................................................................................................................................. 29
Afvoeren van gebruikte accu's ........................................................................................................... 29
Index ................................................................................................................................................................... 31
iv NLWW
1 Locatie van voedingsknoppen en
voedingslampjes
De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes.
Opmerking Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde
computer.
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan/uit-knop Deze knop heeft de volgende werking:
Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om
de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u op deze knop om de
hibernationstand te activeren.
Als de computer in de standbystand staat, drukt u kort op deze
knop om de standbystand te beëindigen.
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort op
deze knop om de hibernationstand te beëindigen.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van Microsoft® Windows® niet beschikbaar zijn, houdt u de aan/uit-
NLWW 1
Onderdeel Beschrijving
knop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
(2) Aan/uit-lampjes* (2) Aan: de computer is ingeschakeld.
Knipperend: de computer staat in de standbystand.
Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand.
(3) fn+f5 Hiermee activeert u de standbystand.
(4) Acculampje Oranje: er wordt een accu opgeladen.
Groen: de accu is bijna geheel opgeladen.
Knipperend oranje: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen.
Uit: als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron, gaat het lampje uit wanneer alle accu's in de computer volledig zijn opgeladen. Als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, blijft het lampje uit tot de accu in de computer bijna leeg is.
(5) Interne beeldschermschakelaar Wanneer u het beeldscherm dichtdoet terwijl de computer aan
*De twee aan/uit-lampjes geven dezelfde informatie. Het lampje op de aan/uit-knop is alleen zichtbaar wanneer de computer is geopend. Het aan/uit-lampje aan de voorzijde van de computer is altijd zichtbaar, ook wanneer de computer is gesloten.
staat, wordt deze schakelaar ingedrukt en daardoor het beeldscherm uitgeschakeld en de standbystand geactiveerd.
2 Hoofdstuk 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes NLWW

2 Voedingsbronnen

U kunt een interne of een externe voedingsbron gebruiken voor de computer. In de volgende tabel ziet u welke voedingsbronnen het meest geschikt zijn voor een aantal veelvoorkomende taken.
Opmerking Gebruik alleen de meegeleverde netvoedingsadapter of een netvoedingsadapter
die is goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
Activiteit Aanbevolen voedingsbron
Met de meeste applicaties werken
Accu in de computer opladen of kalibreren Externe voeding geleverd door een van de volgende apparaten:
Systeemsoftware installeren of aanpassen, of naar een cd of dvd schrijven
Opgeladen accu in de computer
Externe voeding geleverd door een van de volgende apparaten:
een netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd
een optioneel dockingproduct
een optionele voedingsadapter
een netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd
een optioneel dockingproduct
een optionele voedingsadapter
WAARSCHUWING Laad de accu van de computer niet op aan
boord van een vliegtuig.
Externe voeding geleverd door een van de volgende apparaten:
een netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd
een optioneel dockingproduct
een optionele voedingsadapter
NLWW 3

Netvoedingsadapter aansluiten

WAARSCHUWING U kunt als volgt het risico van een elektrische schok en schade aan de
apparatuur beperken:
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is.
Ontkoppel de netvoeding van de computer door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer).
Als bij het product een geaard netsnoer met een geaarde stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Probeer niet de aarding te omzeilen door bijvoorbeeld adapters of stekkerdozen zonder aarding te gebruiken. De aarding is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
U sluit de computer als volgt aan op een externe voedingsbron:
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de netvoedingsconnector (1) van de computer.
2. Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter (2).
3. Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een stopcontact (3).
4 Hoofdstuk 2 Voedingsbronnen NLWW

3 Standbystand en hibernationstand

De standbystand en de hibernationstand zijn energiebesparende voorzieningen die het stroomverbruik verminderen en de opstarttijd verkorten. Deze voorzieningen kunnen door u of automatisch (door het systeem) worden geactiveerd.

Standbystand

VOORZICHTIG Laat de computer niet gedurende langere tijd in de standbystand staan, omdat
u dan het risico loopt dat de accu volledig leeg raakt. Sluit de computer aan op een externe voedingsbron.
In de standbystand wordt er minder stroom geleverd aan systeemonderdelen die niet worden gebruikt. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM-geheugen (Random Access Memory) en wordt het scherm gewist. Wanneer de computer in de standbystand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. Na beëindiging van de standbystand worden de gegevens weer weergegeven zoals ze op het scherm stonden toen de stand werd geactiveerd.
VOORZICHTIG Sla uw werk op voordat u de standbystand activeert, om het risico van
gegevensverlies te verminderen.
NLWW Standbystand 5

Hibernationstand

VOORZICHTIG Als de configuratie van de computer wordt gewijzigd terwijl de computer in de
hibernationstand staat, kan de hibernationstand mogelijk niet worden beëindigd. Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer de hibernationstand is geactiveerd:
Sluit de computer niet aan op of koppel deze niet los van een optioneel dockingapparaat.
Installeer en verwijder geen geheugenmodules.
Plaats of verwijder geen vaste schijven of optische-schijfeenheden.
Sluit geen externe apparatuur aan of koppel deze niet los.
Plaats of verwijder geen externe-mediakaarten.
Met de hibernationvoorziening wordt de hibernationstand geactiveerd. Uw werk wordt opgeslagen in een hibernationbestand op de vaste schijf en de computer wordt afgesloten. De aan/uit-lampjes gaan uit. Na beëindiging van de hibernationstand worden de gegevens weer weergegeven zoals ze op het scherm stonden toen de stand werd geactiveerd. Als er een opstartwachtwoord is ingesteld, moet u dit wachtwoord opgeven om de hibernationstand te beëindigen.
VOORZICHTIG Sla uw werk op alvorens de hibernationstand te activeren, om het risico van
gegevensverlies te verminderen.
U kunt de hibernationvoorziening uitschakelen. Bij een uitgeschakelde hibernationvoorziening wordt uw werk echter niet automatisch opgeslagen als het systeem is ingeschakeld of de standbystand is geactiveerd en de accu bijna leeg is.
U schakelt de hibernationvoorziening als volgt weer in, in het onderdeel Energiebeheer van Microsoft® Windows® Configuratiescherm:
Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer >
tabblad Slaapstand.
Controleer of de optie Slaapstand inschakelen is ingeschakeld.
U stelt als volgt de wachttijd in waarna het systeem de hibernationstand activeert:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer.
2. Klik op een van de wachttijden in de lijst Systeem in slaapstand.
6 Hoofdstuk 3 Standbystand en hibernationstand NLWW

Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten

In de volgende gedeelten wordt uitgelegd wat de overwegingen zijn om de standbystand te activeren, de hibernationstand te activeren of de computer af te sluiten.
Opmerking Netwerkcommunicatie of het uitvoeren van computerfuncties is niet mogelijk
wanneer de computer in de standbystand of de hibernationstand staat.

Wanneer u uw werk onderbreekt

Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM-geheugen (Random Access Memory) en wordt het scherm gewist. In de standbystand gebruikt de computer minder voeding dan wanneer de computer aanstaat. Wanneer u de standbystand beëindigt, worden de gegevens onmiddellijk weer weergegeven zoals ze op het scherm stonden.
Met de hibernationvoorziening wordt de hibernationstand geactiveerd: uw werk wordt opgeslagen in een hibernationbestand op de vaste schijf en de computer wordt afgesloten. In de hibernationstand gebruikt de computer minder voeding dan in de standbystand.
Wanneer de computer gedurende langere tijd niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron, kunt u het beste de computer afsluiten en de accu verwijderen om de levensduur van de accu te verlengen.

Wanneer er geen betrouwbare voedingsbron beschikbaar is

Zorg dat de hibernationvoorziening is ingeschakeld, vooral als de computer op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron beschikbaar is. Als de accu uitvalt, zorgt de hibernationvoorziening ervoor dat uw werk wordt opgeslagen in een hibernationbestand en dat de computer wordt afgesloten.
Als u uw werk onderbreekt onder omstandigheden waarin u niet kunt vertrouwen op de voedingsbron, neemt u een van de volgende maatregelen:
Sla uw werk op en activeer de standbystand.
Activeer de hibernationstand.
Schakel de computer uit.
NLWW Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten 7
Bij gebruik van draadloze communicatieapparatuur of schijfmedia die kunnen worden gelezen of beschreven
VOORZICHTIG Activeer de standbystand of hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van
of geschreven naar een cd, een dvd of een externe-mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke audio­of videoverslechtering of verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit. Activeer de standbystand of de hibernationstand niet terwijl er naar een cd, een dvd of een externe­mediakaart wordt geschreven, om gegevensverlies te voorkomen.
De standbystand en de hibernationstand beïnvloeden het gebruik van Bluetooth- of WLAN­communicatie en media. Neem de volgende richtlijnen in acht:
Als de computer in de standbystand of de hibernationstand staat, kunt u geen Bluetooth- of WLAN-
transmissie activeren.
Als de standby- of hibernationstand per ongeluk wordt geactiveerd tijdens het afspelen van
bijvoorbeeld een cd, dvd of externe mediakaart, kan het volgende gebeuren:
Het afspelen kan worden onderbroken.
De volgende waarschuwing kan verschijnen: "Putting the computer into hibernation or standby
may stop the playback. Wilt u doorgaan?" Klik op No (Nee).
U moet mogelijk het medium opnieuw starten om het afspelen van de audio of video te
hervatten.
8 Hoofdstuk 3 Standbystand en hibernationstand NLWW
Loading...
+ 26 hidden pages