Hp COMPAQ PRESARIO SR1400, COMPAQ PRESARIO SR1500 User Manual [nl]

Aan de slag
Aan de slag
De enige garanties voor HP-producten en -diensten staan vermeld in de garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten en diensten. De informatie in deze publicatie kan niet worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Hewlett-Packard Company P.O. Box 4010 Cupertino, CA 95015-4010 VS
Copyright © 2000, 2003-2005 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Dit product maakt gebruik van copyright-beschermingstechnologie die wordt beschermd door
methodeclaims onder bepaalde Amerikaanse patenten en andere rechten van intellectueel eigendom van Macrovision Corporation en andere eigenaars. Gebruik van deze copyright­beschermingstechnologie moet door Macrovision Corporation goedgekeurd worden en is bestemd voor gebruik in de huiselijke omgeving en ander beperkt gebruik tenzij anderzijds goedgekeurd door Macrovision Corporation. Terugwaartse ontsleuteling en demontering zijn verboden. Apparaatclaims voor Amerikaanse patentnrs 4,631,603, 4,577,216, 4,819,098 en 4,907,093 onder licentie verstrekt uitsluitend voor beperkt kijkgebruik.
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation geregistreerd in de VS.
Apple, iTunes, FireWire, het FireWire-symbool, en iPod zijn handelsmerken van Apple Computer Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.

Inhoud

De computer installeren ................................................................. 1
De computer samenstellen ............................................................................. 1
Verbinden met de computer ...................................................................... 2
De computer voor de eerste keer inschakelen................................................... 4
Uw Internetaccount instellen en verbinden ....................................................... 4
Software en hardwareapparaten installeren..................................................... 5
Uw oude computerinformatie en bestanden overzetten op uw nieuwe
computer ................................................................................................ 6
Bureaubladpictogrammen gebruiken............................................................... 6
Compaq Organize software gebruiken ...................................................... 7
Het toetsenbord gebruiken............................................................. 9
De toetsenbordtoetsen aanpassen............................................................ 11
Geluid instellen ............................................................................ 13
Luidsprekers gebruiken................................................................................ 13
3-connector geluid installeren....................................................................... 14
Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler ......................................... 16
6-connector geluid installeren....................................................................... 17
De Sound Effect Manager configureren (6-connector)................................. 18
Geluid configureren voor opnamen met de
Sound Effect Manager (6-connector) ........................................................ 19
De Sound Effect Manager gebruiken (6-connector) .................................... 21
De geheugenkaartlezer gebruiken ............................................... 23
Werken met het programma Hardware veilig verwijderen............................... 24
De geheugenkaartlezer gebruiken ................................................................ 24
Een tv als een monitor gebruiken ................................................. 27
Benodigde kabels identificeren .................................................................... 27
Op een televisie aansluiten.......................................................................... 28
Computerbeelden weergeven op de televisie ................................................. 29
De TV-optie uitschakelen.............................................................................. 30
De TV loskoppelen...................................................................................... 30
Inhoud iii
De HP Personal Media Drive gebruiken ........................................ 31
Het station aansluiten.................................................................................. 32
Het station plaatsen .................................................................................... 33
Het station identificeren en een stationsletter toewijzen ................................... 33
Het station gebruiken.................................................................................. 34
Het station loskoppelen ............................................................................... 35
Met digitale afbeeldingen werken ................................................ 37
Met digitale afbeeldingen werken ................................................................ 37
Cd’s en dvd’s afspelen .................................................................. 39
Muziek-cd’s met iTunes afspelen................................................................... 39
Cd’s en dvd’s afspelen met de Windows Media Player................................... 40
Dvd-films afspelen met InterVideo WinDVD.................................................... 40
Land-/regiocodes gebruiken ................................................................... 42
Video-cd’s (VCD) afspelen met InterVideo WinDVD ........................................ 42
Video-cd’s (VCD) afspelen met de Windows Media Player 9 ........................... 43
Cd’s en dvd’s aanmaken .............................................................. 45
De tabel met beknopte softwareoverzichten gebruiken .................................... 46
Muziek-cd’s maken met iTunes ..................................................................... 48
Muziek-cd’s maken (branden) met de Windows Media Player ......................... 49
Gegevens-cd’s maken (branden) via Windows XP .......................................... 49
Maken van cd’s met RecordNow! ................................................................ 50
Maken van muziek-cd’s met RecordNow!...................................................... 50
Tips .......................................................................................................... 51
Cd’s maken voor weergave in de auto of thuis met RecordNow!...................... 51
Cd’s maken voor weergave op uw computer ................................................. 52
Bestanden opslaan op een dvd of cd............................................................ 53
Gegevensbestanden opslaan op schijf .......................................................... 55
Een dvd of cd kopiëren ............................................................................... 55
Een dvd of cd wissen.................................................................................. 56
Bestanden verwijderen in RecordNow! ......................................................... 56
Bestanden verwijderen van een opgenomen gegevensschijf ............................ 56
Bestanden archiveren op een dvd of cd ........................................................ 57
Een beeldbestand maken ............................................................................ 58
Een afbeelding opslaan .............................................................................. 58
Een afbeelding branden.............................................................................. 58
Videobestanden opnemen ........................................................................... 58
Disclabels gebruiken................................................................................... 59
Schijflabels aanmaken met LightScribe.......................................................... 59
Lightscribe-vereisten ............................................................................... 59
Een label branden op een LightScribe mediaschijf ..................................... 59
Een LightScribe label aanmaken na een schijf te hebben gebrand
met iTunes ............................................................................................ 61
iv Aan de slag
Automatische opnameopties instellen ............................................................ 62
Informatie betreffende compatibiliteit gebruiken ............................................. 63
Compatibele bestandsformaten identificeren .................................................. 64
De tabellen met beknopte schijfoverzichten gebruiken..................................... 64
Dubbellagige dvd+r-schijven gebruiken .................................................... 64
Dvd+r- en dvd-r-schijven gebruiken .......................................................... 65
Dvd+rw- en dvd-rw-schijven gebruiken...................................................... 65
Cd-r-schijven gebruiken .......................................................................... 65
Cd-rw-schijven gebruiken........................................................................ 66
Films maken via WinDVD Creator................................................. 69
Aan de slag.......................................................................................... 69
Het voorbeeldvenster gebruiken .............................................................. 70
De mediabibliotheek gebruiken ............................................................... 70
Het Storyboard gebruiken....................................................................... 70
Vereisten voor video kopiëren identificeren............................................... 70
Ophalen van video van digitale camcorder .............................................. 71
Ophalen van webcameravideo ............................................................... 71
Vastleggen van analoge video ................................................................ 72
Een foto vastleggen................................................................................ 72
Videobestanden bewerken in WinDVD Creator......................................... 73
Afbeeldingen toevoegen......................................................................... 73
Audio-effecten toevoegen ....................................................................... 74
Overgangseffecten toevoegen................................................................. 75
Titeleffecten toevoegen ........................................................................... 75
Videofilters toevoegen............................................................................ 75
Toevoegen van een menu ....................................................................... 75
Een film maken...................................................................................... 76
VHS analoge video rechtstreeks opnemen op dvd (enkel op
bepaalde modellen)............................................................................... 77
Opgenomen tv converteren naar MPEG-2 formaat (Enkel Europa) ............... 77
Ondersteuning ............................................................................. 79
On line handleidingen zoeken ..................................................................... 79
Handleidingen zoeken op het web ............................................................... 79
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ............................................ 80
Rechtstreekse ondersteuning gebruiken.......................................................... 80
Compaq Connections gebruiken .................................................................. 81
Berichten krijgen.................................................................................... 81
Berichten uitschakelen ............................................................................ 82
Berichten opnieuw inschakelen................................................................ 82
PC Help & Tools gebruiken.......................................................................... 82
Index........................................................................................... 83
Inhoud v
vi Aan de slag

De computer installeren

WAARSCHUWING: Lees “Veiligheidsinformatie” in de Handleiding voor garantie en ondersteuning voordat u het systeem installeert en aansluit op de stroomvoorziening.
WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/ regio waar uw computer aangeschaft is. Controleer in een ander land de voltagevereisten voordat u de computer op een stopcontact aansluit.

De computer samenstellen

Volg de stappen op de installatieposter om uw computer te installeren.
Kijk in de computerdoos voor eventuele schriftelijke informatie of updates die van toepassing zijn op dit computermodel.
Controleer na het uitpakken en gereedmaken maar voor u de computer gaat gebruiken, of het systeem en uw werkplek zo comfortabel mogelijk zijn ingericht. Raadpleeg de Handleiding voor veiligheid en comfort voor belangrijke ergonomische informatie.
WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico van ernstig letsel te voorkomen. Ze beschrijft de juiste installatie van de werkplek, de correcte houding en gezonde gewoonten bij het werken met de computer. Ze bevat ook belangrijke informatie over het veilig werken met elektrische en mechanische onderdelen.
De computer installeren 1
Om de Handleiding voor veiligheid en comfort weer te geven:
Klik op Start, kies Alle programma’s, kies Documentatie, en klik vervolgens op Handleiding voor veiligheid & comfort.
Of:
Typ
http://www.hp.com/ergo
in het adresvakje van uw webbrowser en druk op de toets Enter op het toetsenbord.

Verbinden met de computer

De componenten en locatie, beschikbaarheid en het aantal connectors kan schommelen.
Sluit de belangrijkste randapparaten zoals de monitor, het toetsenbord en de muis aan op de achterzijde van de computer. Andere randapparaten zoals een printer, scanner, camera of andere toestellen kunnen ook worden aangesloten op de achterzijde van uw computer. Sommige modellen hebben ook connectors aan de voorzijde van de computer. De tabel toont niet alle connectors.
Connector
Connector
symbool Beschrijving
Muis (PS/2 connector)
Toetsenbord (PS/2 connector)
USB (universele seriële bus) voor muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USB-aansluiting
2 Aan de slag
Printer (parallel)
Connector
Connector symbool Beschrijving
Monitor
Seriële poort voor digitale camera’s of andere seriële apparaten
Serial
OUT
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding)
Audio-ingang (Line In)
IN
Koptelefoon
Microfoon
®
FireWire
(IEEE 1394) voor videocamera’s of andere apparaten met snelle overdrachtssnelheden.
De computer installeren 3

De computer voor de eerste keer inschakelen

Nadat u de stappen op de installatieposter hebt uitgevoerd, kunt u de computer inschakelen.
1 Druk op de aan/uit-knop van de monitor. 2 Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer. 3 Schakel de luidsprekers in, indien aanwezig. 4 Klik op een optie om de taal te selecteren (indien van toepassing voor uw
model). Klik op OK en bevestig de keuze door op Ja te klikken. Vervo lgens worden uw instellingen door de computer verwerkt. Dit kan even duren. (Het instellen van een taal op de computer kan maximaal 30 minuten duren.)
®
5 Geef instellingen voor Microsoft
scherm.
6 Dubbelklik op het grote pictogram Internettoegang op uw bureaublad,
indien dit aanwezig is. Wacht tot de computer het venster Eenvoudige Internetaanmelding weergeeft en volg de instructies op het scherm.
7 Uw computer registreren
Windows® op volgens de instructies op het

Uw Internetaccount instellen en verbinden

Voordat u verbinding kunt maken met het Internet dient u een account te openen bij een zogeheten Internetaanbieder. HP heeft afspraken gemaakt met vooraanstaande Internetaanbieders om u te helpen u aan te melden voor een Internetaccount via Eenvoudige Internetaanmelding (enkel beschikbaar op bepaalde modellen).
OPMERKING: U kunt echter een willekeurige Internetaanbieder naar keuze kiezen
of uw bestaande Internetaccount overbrengen naar deze computer.
Gebruik Eenvoudige Internetaanmelding om u aan te melden voor een nieuwe of bestaande Internetaccount (enkel bepaalde Internetaanbieders). De softwareprogramma’s voor beschikbare Internetaanbieders vormen een onderdeel van uw systeem. Als u gebruik wilt maken van een hoge snelheid breedbandverbinding (kabel of DSL), neem dan contact op met de Internetaanbieder voor informatie over de benodigde software en hardware.
1 Zorg ervoor dat de modem of andere Internettoegangskabel aangekoppeld is.
OPMERKING: Eenvoudige Internetaanmelding zoekt en verkrijgt informatie
over diensten door een verbinding te maken met het Internet. De computer gebruikt ofwel de modem die aangesloten is op een actieve telefoonlijn, ofwel een actieve breedbandverbinding (kabel of DSL).
4 Aan de slag
2 Kies een Internetaanbieder via Eenvoudige Internetaanmelding. Eenvoudige
Internetaanmelding openen:
a Dubbelklik op het pictogram Eenvoudige
Internetaanmelding op het Bureaublad.
Of:
Klik op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s, kies On line services en klik op Eenvoudige Internetaanmelding.
b Volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: De map met de naam On line services bevat pictogrammen voor
toegang tot verschillende on line services, maar ze zijn mogelijk niet aanwezig in alle landen/regio’s.
3 Maak een verbinding met uw Internetaanbieder en het Internet (nadat u een
Internetaccount hebt aangemaakt op deze pc). Gebruik een van de volgende methoden:
Dubbelklik op het door de Internet-aanbieder geleverde pictogram op het
bureaublad.
Of:
Druk op de toets Verbinden (of Internet) op het toetsenbord (alleen
bepaalde modellen).
Of:
Als uw computer altijd verbonden is met uw Internetaanbieder, opent u uw
browserprogramma zoals Internet Explorer. Klik op Start, kies Alle
programma’s, kies On line services en klik op Internet Explorer.
OPMERKING: Als u MSN of AOL gebruikt en vragen hebt, neemt u rechtstreeks
contact op met de Internetaanbieder.

Software en hardwareapparaten installeren

Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, kunt u de softwareprogramma’s installeren die op cd’s of dvd’s in de computerdoos aanwezig zijn (enkel bepaalde modellen).
Mogelijk wilt u bijkomende softwareprogramma’s of hardwareapparaten installeren op uw computer. Voor de installatie, maak een herstelpunt met het Microsoft­programma Systeemherstel en herstart de pc na de installatie. Door Systeemherstel te gebruiken, bent u zeker dat u een terugkeerpunt hebt voor zich een probleem voordoet. Voor informatie over systeemherstel, raadpleeg de Microsoft website op:
http://www.microsoft.com/worldwide/
De computer installeren 5
Kies software die compatibel is met uw computer — controleer het besturingssysteem, geheugen en andere vereisten die vermeld staan voor de nieuwe software voor compatibiliteit met uw computer.
OPMERKING: Gebruik enkel software met licentie. Gekopieerde software
installeren kan illegaal zijn of uw computer met een virus infecteren.
Installeer de nieuwe software volgens de instructies van de fabrikant van de software. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant of de informatie van de klantenservice als u hulp nodig hebt.
Voor antivirussoftware, deïnstalleer het bestaande softwareprogramma voor u het opnieuw installeert of een nieuw antivirusprogramma installeert.

Uw oude computerinformatie en bestanden overzetten op uw nieuwe computer

Zie de ingebouwde Microsoft Windows Help en ondersteuning, zoek naar wizard overzetten, en selecteer het overzichtsartikel, “Overzicht Bestanden en instellingen
overzetten”. Deze informatie beschrijft een Microsoft-oplossing om bestanden naar uw nieuwe computer over te zetten.

Bureaubladpictogrammen gebruiken

Het bureaublad heeft snelkoppelingspictogrammen die het u gemakkelijker maken te vinden wat u zoekt.
Pictogram Opent Gebruiken om
Help en ondersteuning (enkel op bepaalde modellen)
Eenvoudige Internetaanmelding
Compaq Organize (enkel bij bepaalde modellen)
Helpinformatie over uw computer op het scherm te bekijken.
Een nieuwe of een bestaande Internetaccount te installeren.
Uw pc-snelkoppelingen en favoriete Internetkoppelingen te organiseren.
6 Aan de slag

Compaq Organize software gebruiken

Compaq Organize software (enkel op bepaalde modellen) is een bureaubladtool die u gebruikt om uw computersnelkoppelingen en uw favoriete Internetkoppelingen te organiseren. U gebruikt het om belangrijke dingen die u doet op de computer en het Internet te organiseren en te ordenen op de gewenste manier. Compaq Organize maakt al uw informatie beschikbaar met slechts enkele muisklikken.
Compaq Organize ziet eruit als een venster met meerdere categorieframes. Elke categorie heeft koppelingen naar Internetbestemmingen of snelkoppelingen naar softwareprogramma’s of bestanden op uw computer. Gebruik het player-gebied voor het weergeven van afbeeldingen, voor het beluisteren van uw MP3­muziekbestanden die op de computer werden opgeslagen of voor het bekijken van videoclips. Er is een zoekbalk aan de bovenkant van Compaq Organize waar u de gewenste Zoekengine kunt selecteren.
Compaq Organize openen:
Dubbelklik op het bureaubladpictogram.
Of:
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Klik op Compaq Organize.
De computer installeren 7
8 Aan de slag

Het toetsenbord gebruiken

Uw toetsenbord bevat standaardtoetsen, statuslampjes, en speciale toetsen (enkel op bepaalde modellen).
Speciale toetsenbordtoetsen identificeren
De speciale toetsen (alleen op bepaalde modellen) bevinden zich boven aan het toetsenbord. (Bij sommige modellen bevinden deze speciale toetsen zich links van de hoofdtoetsen.) Met deze toetsen bedient u een cd- of dvd-speler, maakt u verbinding met Internet of heeft u snel toegang tot specifieke functies.
OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschillen per
type toetsenbord.
Pictogram Functie Beschrijving
Stand-by Plaatst de computer in een
energiebesparende modus (het scherm is zwart maar de computer is nog steeds ingeschakeld). Om de weergave terug te brengen op het scherm drukt u op een toets op het toetsenbord of nogmaals op Stand-by. Het kan 10 à 30 seconden duren voordat het beeld weer verschijnt.
Compaq of
of
of
Gebruiker Schakelt heen en weer tussen gebruikers
van de computer.
Compaq Deze Presario
Help Opent het Help- en
Afbeeldingen (foto’s)
Activeert de koppeling naar de website van Compaq.
ondersteuningscentrum.
Opent een beeldverwerkingsprogramma. Kan opnieuw worden geconfigureerd.
Het toetsenbord gebruiken 9
Pictogram Functie Beschrijving
Muziek Start iTunes of de Windows Media Player.
of
,of
of
of
,of
,of
of
Video Opent een videoverwerkingsprogramma.
Winkelen
Sport
Financiën
Internet verbinden
Zoeken Brengt u naar populaire websites. Kan
Chatten
Kan opnieuw worden geconfigureerd.
Kan opnieuw worden geconfigureerd.
opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of applicatie wordt geopend.
E-mail
of
Amusement
Aanbiedingen
Rekenmachine Opent de rekenmachine. Kan opnieuw
worden geconfigureerd.
A
B
C
D
E
F
Mediaregeling (CD/DVD/ MP3)
Bestuurt een schijfspeler.
A Lade openen en sluiten B Opnemen C Afspelen of pauzeren D Stop
E Naar vorige nummer springen F Naar volgende nummer springen
10 Aan de slag
Pictogram Functie Beschrijving
Volumeregela
of
,of
OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschillen per
type toetsenbord.
ar (volumeknop of toetsen Volume omhoog en omlaag)
Dempen Schakelt de luidsprekers aan en uit.
Volumedraaiknop: Verhoogt het speakervolume als u de knop naar rechts draait, en verlaagt het volume als u de knop naar links draait. Kan oneindig worden gedraaid, zelfs nadat het maximale volume is bereikt.
Druktoetsen voor volume omhoog en omlaag: Druk op de toets Volume omhoog
om het volume te verhogen en op de
toets Volume omlaag om het volume te verlagen.

De toetsenbordtoetsen aanpassen

U kunt de speciale toetsen van het toetsenbord opnieuw configureren om andere programma’s of bestanden te openen of om contact te leggen met uw favoriete websites.
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Configuratiescherm. 3 Klik op Printers en andere hardware, indien aanwezig. 4 Dubbelklik op Toetsenbord. 5 Dubbelklik op de tab Toetsen op de knop die u wilt wijzigen. 6 Voor het configureren van toetsen, klik op de pijltoets rechts naast de lijst en
kies de toetsfunctie, zoals Eenvoudige webpagina met label.
7 Voer een weergavelabel en het adres in. Voor een webpagina, voer een
URL in.
8 Klik op OK.
9 Klik op Toepassen op het tabblad Toetsen. 10 Herhaal de stappen 5 t/m 9 voor elke toets die u opnieuw wilt configureren. 11 Klik op OK om te voltooien.
OPMERKING: Als u op Standaardinstellingen klikt op de tab Toetsen zet u alle
Internetknoppen terug op de fabrieksinstellingen.
Het toetsenbord gebruiken 11
12 Aan de slag

Geluid instellen

Luidsprekers gebruiken

De luidsprekers worden geleverd met de monitor (enkel op bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht. Uw computer ondersteunt alleen een actief luidsprekersysteem (met voeding); het luidsprekersysteem moet zijn eigen netsnoer hebben.
OPMERKING: Eenstereoluidsprekerset is een tweeweg (links/rechts)
luidsprekersysteem. Een meerweg-luidsprekersysteem is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een subwoofer. Een systeem bijvoorbeeld met 7.1 kanalen werkt in de stand voor acht luidsprekers en heeft twee luidsprekers voor (links-rechts), twee aan de zijkanten (links/rechts), twee achter (links/rechts), een centrale luidspreker en een subwoofer.
OPMERKING: Als uw computer een geluidskaart bevat (enkel op bepaalde modellen), raadpleeg de documentatie die bij de geluidskaart geleverd werd.
De computer ondersteunt een reeks geluidopties en luidsprekerconfiguraties. U kunt uw computer instellen voor twee stereoluidsprekers of voor een meerweg­luidsprekersysteem. Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem op de computer aan en configureert u de software voor de audio-output. Voor bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers op de pc kunt u de installatieposter raadplegen. De locatie, beschikbaarheid en het aantal connectors kan schommelen.
Indien uw pc drie geluidsconnectors bevat (enkel op bepaalde modellen) aan
de achterzijde van de PC, zie “3-connector geluid installeren” op pagina 14.
IN
OUT
Indien uw pc zes geluidsconnectors bevat (enkel op bepaalde modellen) aan
de achterzijde van de PC, zie “6-connector geluid installeren” op pagina 17.
Geluid instellen 13

3-connector geluid installeren

Computermodellen met drie geluidsconnectors (enkel op bepaalde modellen) aan de achterkant van de computer, ondersteunen tot zes kanalen geluid (5.1 luidsprekeruitvoer) en gebruiken de Multi-channel Sound Manager om de software­instellingen te configureren.
Het luidsprekersysteem op de computer aansluiten (3-connector)
Het 3-connector audioluidsprekersysteem gebruikt de Audio In, Audio Out en Mic connectors aan de achterzijde of voorzijde van de pc. Raadpleeg de installatieposter voor de locatie van de connectors.
1 Sluit, terwijl het luidsprekersysteem uit staat, de luidsprekers en de subwoofer
(indien van toepassing) aan. Raadpleeg de documentatie van de luidsprekers.
2 Schakel de computer uit. 3 Sluit de drie kabelstekkers van het luidsprekersysteem aan op de connectors
aan de achterzijde van de computer. (Zie de volgende tabel.)
Stekkers van luidsprekers aansluiten
Stand voor 2 Luid­sprekers­modus
Voorste luidsprekers
Niet gebruikt voor luidsprekers
Niet gebruikt voor luidsprekers
4 Schakel de pc in. 5 Zet het luidsprekersysteem aan. 6 Configureer de audio-output voor het 3-connector meerweg luidsprekersysteem
door de volgende procedure uit te voeren.
vier luid-
sprekers met
4,1 kanalen
Voorste
luidsprekers
Achterste
luidsprekers
Niet gebruikt
voor
luidsprekers
Stand voor zes luid­sprekers met
5.1 kanalen
Voorste luidsprekers
Achterste luidsprekers
Middelste/ subwoofer luidsprekers
Naar computer­aansluiting
Audio­uitgang (lichtgroen)
Audio­ingang (blauw)
Microfoon (roze)
Pictogram van connector
OUT
IN
14 Aan de slag
De Multi-Channel Sound Manager configureren (3-connector)
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Klik op Multikanaals geluidsbeheer. Het venster
Meerwegaudioconfiguratie wordt geopend.
OPMERKING: Als de tab Configuratie van luidsprekers ontbreekt, beschikt de
computer niet over meerwegvoorzieningen. Hij beschikt echter wel over (stereo) output via twee kanalen.
4 Klik op de tab Configuratie van luidsprekers. 5 Selecteer de optie die betrekking heeft op het aantal luidsprekers in het
systeem. Kies bijvoorbeeld de stand voor 6 luidsprekers bij een systeem met 5.1 kanalen. Klik op de tab Luidsprekertest en klik op het pictogram
van een luidspreker om deze te testen.
6 Klik op OK.
Om een microfoon te gebruiken voor opnames, zie “De microfoon gebruiken met de Multi-Channel Sound Manager (3-connector)” op pagina 16.
Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt). Raadpleeg “Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler” op pagina 16.
De microfoon gebruiken met de Multi-Channel Sound Manager (3-connector)
Het 3-connector meerweg-luidsprekersysteem (alleen op bepaalde modellen) wordt aangesloten op de connectors voor de microfoon, Audio (Line) ingang en Audio (Line) uitgang aan de achterzijde van de computer. Uw computer heeft mogelijk een tweede microfoonconnector aan de voorzijde van de computer. Indien aanwezig is deze microfoonconnector klaar voor gebruik en heeft deze geen invloed op het gebruik van het meerweg-luidsprekersysteem.
Om de microfoonaansluiting aan de achterzijde van de computer te gebruiken met een meerweg-luidsprekersysteem, moet u de kabels voor de meerwegluidsprekers loskoppelen en de audioconfiguratie wijzigingen in een audiosysteem met twee kanalen. Raadpleeg “De Multi-Channel Sound Manager configureren (3-connector)” op pagina 15 om de audioconfiguratie in te stellen.
Geluid instellen 15

Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler

Het programma InterVideo WinDVD™ (enkel op bepaalde modellen) is ingesteld voor (stereo) output van twee luidsprekers. Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt).
1 Plaats een dvd in het station of start InterVideo WinDVD. (Klik op Start, kies
Alle Programma’s, kies InterVideo WinDVD, selecteer InterVideo WinDVD Player en klik opnieuw op InterVideo WinDVD.) Nu verschijnt
het venster WinDVD video.
2 Klik met de rechtermuisknop in het WinDVD-videovenster en kies Instellen.
Het venster Instellen wordt geopend.
3 Klik op het tabblad Audio. 4 Klik op de optie voor het aantal luidsprekers waaruit het meerwegsysteem
bestaat.
OPMERKING: Kies wanneer u de Digital Out-connector voor geluid (6
connector, enkel op bepaalde modellen) gebruikt, de optie Digital (S/PDIF) out to external processor (Digitale (S/PDIF) output naar externe processor).
5 Klik op Toepassen.
OPMERKING: Om de luidsprekers te testen (enkel voor meerwegluidsprekers),
klikt u op de knop Testen. Het nummer van de gebruikte luidspreker verschijnt in het WinDVD-bedieningspaneel. Klik op Stoppen.
6 Klik op OK.
OPMERKING: Als u een dvd in stereo wilt afspelen, wijzigt u de audio-
eigenschappen voor WinDVD zodat deze overeenkomen met de instellingen van de opgenomen dvd-audio-output.
16 Aan de slag
A
Zijluidspreker-poort (Side)
B Achterluidspreker-
poort (Rear)
C Middenluidspreker/
subwoofer-poort (c/sub)
D Microfoon (mic) E Audiouitgang (Out)
voor voorste luidsprekers
F Audio-ingang (in)

6-connector geluid installeren

Computermodellen met drie geluidsconnectors (enkel op bepaalde modellen) aan de achterkant van de computer, ondersteunen tot acht kanalen geluid (7,1 luidsprekeruitvoer) en gebruiken de Sound Effect Manager om de software-instellingen te configureren.
De audioconnectors (6-connector) identificeren
Uw computer ondersteunt maximaal acht luidsprekers in een meerweg­luidsprekersysteem en maakt hiervoor gebruik van zes connectors op de achterkant.
De computer is ook voorzien van digitale Audio Out- en Audio In-connectors voor digitale geluidsapparatuur zoals een dvd-recorder of een digitale stereo-ontvanger/ versterker.
De vier connectors (A, B, C, en E) voor het 6-connector meerweg­luidsprekersysteem bevinden zich op de achterzijde van de pc.
A
B C
D
E F
In de bovenstaande afbeelding ziet u de zes audio-connectors op de achterkant van de computer: de vier connectors (A, B, C, en E) gebruikt voor acht-kanaal audio en de connectors voor de microfoon (D, mic) en de audio-ingang (F, in).
Geluid instellen 17
Het luidsprekersysteem op de computer aansluiten (6-connector)
1 Sluit, terwijl het luidsprekersysteem uit staat, de luidsprekers en de subwoofer
(indien van toepassing) aan. Raadpleeg de documentatie van de luidsprekers.
2 Schakel de computer uit. 3 Sluit de kabelstekkers van de subwoofer op de connectoren op de achterkant
van de computer aan. (Zie de volgende tabel.)
Kabel (stekker) van luidspreker aansluiten voor:
Voorste luidsprekers (of twee stereoluidsprekers)
Zijluidsprekers Zijluidspreker (A, side, grijs)
Achterste luidsprekers Achterste luidspreker (B, rear, zwart)
Middenluidspreker/subwoofer Middenluidspreker/subwoofer
4 De pc inschakelen. 5 Zet het luidsprekersysteem aan. 6 Configureer de audio-output voor het 6-connector meerweg luidsprekersysteem
door de volgende procedure uit te voeren.
Op computerpoort (label, naam, kleur):
Audio uitgang (E, out, lichtgroen)
(C, c/sub, goud)

De Sound Effect Manager configureren (6-connector)

1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Configuratiescherm. 3 Klik, indien aanwezig, op Spraak, geluiden en audioapparaten. 4 Klik op Sound Effect Manager. Het venster wordt geopend. 5 Klik op de knop Configuratie van luidsprekers. 6 Selecteer de optie die betrekking heeft op het aantal luidsprekers in het
systeem. Kies bijvoorbeeld 7.1 luidsprekers. Als in de aansluitingshandleiding bij een connector geen beschrijvende tekst
vermeld staat, betekent dit dat die connector voor de gekozen luidsprekerconfiguratie niet wordt gebruikt.
18 Aan de slag
OPMERKING: Klik op de knop Luidsprekertest om de luidsprekers te testen.
7 Klik op OK.
Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt). Raadpleeg “Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler” op pagina 16.
Om een microfoon te gebruiken of de pc in te stellen voor opnamen, zie “Geluid configureren voor opnamen met de Sound Effect Manager (6-connector)” op pagina 19.
Om andere functies van de Sound Effect mamanger te gebruiken, zie “De Sound Effect Manager gebruiken (6-connector)” op pagina 21.

Geluid configureren voor opnamen met de Sound Effect Manager (6-connector)

De microfoonconnector op de voorkant van de 6-connector audio computer is klaar om geluid op te nemen. Als u voor de opname een andere connector wilt gebruiken, zoals de digitale audio-in-aansluiting, dient u voor de selectie hiervan deze stappen te volgen.
OPMERKING: De roze en groene connectors aan de voorzijde van een pc met
6-connector geluid kunnen een andere taak krijgen om andere audiofuncties uit te voeren; raadpleeg “De Audio Wizard in de Sound Effect Manager gebruiken (6-connector)” op pagina 22.
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Configuratiescherm. 3 Klik, indien aanwezig, op Spraak, geluiden en audioapparaten. 4 Klik op Geluiden en Audioapparaten. 5 Klik op het tabblad Audio. 6 Selecteer onder Sound recording (Geluid opnemen) het standaard apparaat uit
het vervolgmenu. Kies uit de volgende opties:
RealTek HD Front Pink Jack (RealTek HD roze connector
voorkant) om de microfoonconnector op de voorkant van de computer te gebruiken.
RealTek HD Digital Input (RealTek HD digitale input) om de
digitale audio-inputconnector op de achterkant van de computer te gebruiken.
RealTek HD Front Green Jack (RealTek HD groene connector
voorop) om de groene connector op de voorkant van de computer te gebruiken.
Geluid instellen 19
Back Line In/Mic, Front Line In (Line In/Mic op de achterkant of
Line In op de voorkant) om de microfoon (Mic)- of de audio-ingang (Line In)-connector op de achterkant van de computer te gebruiken of om de audio-ingang-connector op de voorkant van de computer te gebruiken.
OPMERKING: Voor deze selectie is de audio-ingang-connector klaar voor
gebruik. Volg om de Mic-connector op de achterkant te gebruiken de stappen in het gedeelte “De connectoren Line In/Mic op de achterkant of Line In op de voorkant voor opname (6-connector) selecteren,” dat op deze procedure volgt.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK om het venster te sluiten.
De connectoren Line In/Mic op de achterkant of Line In op de voorkant voor opname (6-connector) selecteren
Voer deze stappen uit wanneer u in stap 6 van de voorafgaande procedure de optie Back Line In/Mic, Front Line In (Line In/Mic op de achterkant of
Line In op de voorkant) selecteert om geluid op te nemen.
OPMERKING: Als u via de connector Mic op de achterkant van de computer wilt
opnemen, dient u deze stappen uit te voeren.
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Configuratiescherm. 3 Klik, indien aanwezig, op Spraak, geluiden en audioapparaten. 4 Klik op Geluiden en Audioapparaten. 5 Klik op de tab Volume in het gedeelte Device volume (Volume apparaat) op de
knop Geavanceerd. Het venster Master Volume (Hoofdvolume) wordt geopend.
6 Klik op Opties en kies Eigenschappen. 7 Kies in het gedeelte Mixer device (Mixer-apparaat) de optie Back Line In/
Mic, Front Line In (Line In/Mic op de achterkant of Line In op de voorkant) uit het vervolgmenu. Klik op OK.
8 Nu wordt het venster Opnameregeling geopend, waarin aangegeven staat of
Ingang 1 of 2 geselecteerd is. De ingang-connector waarop u de kabel aansluit wordt gebruikt. Als u echter de connector Mic op de achterkant van de computer wilt gebruiken, klikt u op het selectievakje Selecteren onder Microfoon, zodat dit vakje wordt gemarkeerd.
20 Aan de slag

De Sound Effect Manager gebruiken (6-connector)

De Sound Effect Manager heeft vier knoppen, waarmee u de regelschermen kunt weergeven.
Ga als volgt te werk om de Sound Effect Manager te openen:
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Configuratiescherm. 3 Klik, indien aanwezig, op Spraak, geluiden en audioapparaten. 4 Klik op Sound Effect Manager. Het venster wordt geopend. 5 Klik op een van de knoppen nabij de bovenkant van het venster om het
betreffende regelscherm te zien.
De regelschermen van de Sound Effect Manager:
• Geluidseffect — hiermee selecteert u de instellingen Omgeving en Equalizer.
Hier kunt u een omgeving selecteren, zoals Onder water of Auditorium. Om de Equalizer te gebruiken klikt u op de aan-/uitknop in het midden van de cirkelvormige regelaar; nu wordt de Equalizer geactiveerd. Nu kunt u op een vooraf ingestelde knop klikken, zoals Pop of Live, of handmatig uw eigen voorkeuren instellen en deze dan voor later gebruik opslaan.
• Luidsprekerconfiguratie — hiermee selecteert u het aantal luidsprekers en
geeft u de aansluitingshandleiding weer; deze optie bevat tevens de knop Luidsprekertest om de luidsprekers mee te testen. Als in de aansluitingshandleiding bij een connector geen beschrijvende tekst vermeld staat, betekent dit dat die connector voor de gekozen luidsprekerconfiguratie niet wordt gebruikt.
• Digitale Audio — hiermee selecteert u de output en de frequentie van de
digitale audio voor de digitale audio-connectoren van de computer.
•Audio Wizard — hiermee opent u een venster waarin de connectors op de
voorkant van de computer worden getoond. Om dit venster te sluiten zonder de wizard te activeren klikt u op OK.
Ga als volgt te werk om de Audio Wizard te activeren: Zorg ervoor dat het selectievakje Enable jack detection (Detectie van
contrastekker activeren) geselecteerd is om de wizard te activeren. Klik
op OK om het venster te sluiten.
Geluid instellen 21
Loading...
+ 67 hidden pages