Windows is een in de Verenigde Staten
gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Tweede editie, augustus 2009
Eerste editie, augustus 2009
Artikelnummer: 539209-332
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de meeste
modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet
alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Inhoudsopgave
1 Opties voor energiebeheer instellen
Standen voor energiebesparing gebruiken .......................................................................................... 1
Slaapstand activeren of beëindigen ..................................................................................... 2
Hibernationstand activeren of beëindigen ........................................................................... 2
Index ................................................................................................................................................................... 24
iv
1Opties voor energiebeheer instellen
Standen voor energiebesparing gebruiken
Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de
hibernationvoorziening.
Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm
leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat
sneller dan het beëindigen van de hibernationstand. Als de slaapstand gedurende lange tijd geactiveerd
is of als de acculading een kritiek laag niveau bereikt terwijl de slaapstand is geactiveerd, wordt de
hibernationstand geactiveerd.
Wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in een hibernationbestand
op de vaste schijf en wordt de computer afgesloten.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand of de hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of
geschreven naar een schijf of een externemediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de
audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
OPMERKING: Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet
mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken.
Standen voor energiebesparing gebruiken1
Slaapstand activeren of beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de slaapstand wordt geactiveerd als de computer 15 minuten
inactief is geweest en op accuvoeding werkt, of als de computer 30 minuten inactief is geweest en op
een externe voedingsbron werkt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows®.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:
Druk op fn+f5.
●
Druk kort op de aan/uit-knop.
●
Sluit het beeldscherm.
●
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Slaapstand.
●
U kunt op elk van de volgende manieren de slaapstand beëindigen:
Druk kort op de aan/uit-knop.
●
Als het beeldscherm gesloten is, opent u het beeldscherm.
●
Druk op een toets op het toetsenbord of op een knop op de afstandsbediening.
●
Activeer het touchpad.
●
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op
het scherm op het punt waar u was gestopt met werken.
OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen,
moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Hibernationstand activeren of beëindigen
Standaard wordt de hibernationstand geactiveerd wanneer de computer 1.080 minuten (18 uur) minuten
inactief is terwijl de computer op accuvoeding of externe netvoeding werkt, of wanneer de acculading
een kritiek laag ladingsniveau bereikt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows.
U activeert als volgt de hibernationstand:
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Hibernate
▲
(Hibernationstand).
U beëindigt als volgt de hibernationstand:
Druk kort op de aan/uit-knop.
▲
De aan/uit-lampjes gaan branden en uw werk verschijnt op het scherm op het punt waar u was gestopt
met werken en de hibernationstand werd geactiveerd.
OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de hibernationstand te
beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
2Hoofdstuk 1 Opties voor energiebeheer instellen
Energiemeter gebruiken
De Energiemeter bevindt zich in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met de
Energiemeter heeft u snel toegang tot Energiebeheer, kunt u de acculading bekijken en een ander
energiebeheerschema selecteren.
Beweeg de cursor over het pictogram van de Energiemeter om de acculading en het huidige
●
energiebeheerschema weer te geven.
Klik op het pictogram van de Energiemeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen
●
tot Energiebeheer.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe
netvoeding werkt. Als de accu een laag, kritiek laag of reserve-ladingsniveau heeft bereikt, geeft het
pictogram ook een bericht weer.
Ga als volgt te werk om het pictogram van de Energiemeter te verbergen of weer te geven:
1.Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven (de pijl aan
de linkerkant van het systeemvak).
2.Klik op Meldingspictogrammen aanpassen.
3.Selecteer onder Gedrag de optie Show icons and notifications (Pictogrammen en meldingen
weergeven) voor het pictogram Energie.
4.Klik op OK.
Energiemeter gebruiken3
Energiebeheerschema's gebruiken
Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van
de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema’s gebruiken om energie te besparen of de
prestaties van de computer te maximaliseren.
U kunt de instellingen van energiebeheerschema’s aanpassen of uw eigen energiebeheerschema
maken.
Huidig energiebeheerschema weergeven
Klik op het accumeterpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
▲
– of –
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging)>
Energiebeheer.
Ander energiebeheerschema selecteren
Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en selecteer een energiebeheerschema in
▲
de lijst.
– of –
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging)>
Energiebeheer en selecteer een energiebeheerschema in de lijst.
Energiebeheerschema’s aanpassen
1.Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Meer opties.
– of –
Selecteer Start>Configuratiescherm>System and Security (Systeem en beveiliging)>
Energiebeheer.
2.Selecteer een energiebeheerschema en klik vervolgens op Instellingen voor schema wijzigen.
3.Wijzig de instellingen naar eigen inzicht.
4.Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen om meer instellingen te wijzigen.
Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen
slaapstand
Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen
van de slaapstand of de hibernationstand:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > System and Security (Systeem en beveiliging) >
Energiebeheer.
2.Klik in het linkerdeelvenster op Wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen.
3.Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4Hoofdstuk 1 Opties voor energiebeheer instellen
4.Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).
5.Klik op Wijzigingen opslaan.
Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand5
Loading...
+ 20 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.