Hp COMPAQ DX2250 MICROTOWER User Manual [nl]

Page 1
Problemen oplossen - dx2250 Microtowermodel
Zakelijke personal computers
Page 2
© Copyright 2006, 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company.
Problemen oplossen
Zakelijke personal computers
dx2250 Microtowermodel
Eerste editie, november 2006
Tweede editie, januari 2007
Artikelnummer van document: 437302-332
Page 3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot
persoonlijk letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging
van de apparatuur of verlies van gegevens.
OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWW iii
Page 4
iv Over deze handleiding NLWW
Page 5
Inhoudsopgave
1 Diagnosevoorzieningen voor de computer
HP Insight Diagnostics ......................................................................................................................... 2
HP Insight Diagnostics starten ............................................................................................. 2
Tabblad Survey (Verkenning) .............................................................................................. 3
Tabblad Test ........................................................................................................................ 3
Tabblad Status ..................................................................................................................... 4
Tabblad Log (Logboek) ........................................................................................................ 5
Tabblad Help ....................................................................................................................... 5
Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics ................................................ 6
Nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden ................................................... 6
2 Problemen oplossen
Veiligheid en comfort ............................................................................................................................ 8
Voordat u belt voor technische ondersteuning ..................................................................................... 9
Tips ..................................................................................................................................................... 11
Algemene problemen oplossen .......................................................................................................... 12
Problemen bij de installatie van hardware oplossen .......................................................................... 16
Betekenis van de diagnoselampjes .................................................................................................... 18
HP Backup and Recovery Manager ................................................................................................... 21
Contact opnemen met een HP Business of Service Partner .............................................................. 22
NLWW v
Page 6
vi NLWW
Page 7
1 Diagnosevoorzieningen voor de
computer
NLWW 1
Page 8

HP Insight Diagnostics

OPMERKING: Bij sommige modellen wordt een cd meegeleverd met het hulpprogramma HP
Insight Diagnostics.
HP Insight Diagnostics stelt u in staat informatie over de hardwareconfiguratie op te vragen en diagnostische tests uit te voeren op de hardwaresystemen in de computer. Met dit hulpprogramma kunt u hardwareproblemen effectief en eenvoudig detecteren, diagnosticeren en isoleren.
Wanneer u HP Insight Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey (Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën van informatie over de computer. Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan worden opgeslagen in een HTML-bestand op een diskette of een HP USB Drive Key.
Gebruik HP Insight Diagnostics als u wilt bepalen of alle in de computer geïnstalleerde apparaten door het systeem worden herkend en correct functioneren. Het is niet per se noodzakelijk om tests uit te voeren na het installeren of aansluiten van een nieuw apparaat, maar dit wordt wel aanbevolen.
Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING: Apparaten van externe leveranciers worden mogelijk niet herkend door HP
Insight Diagnostics.

HP Insight Diagnostics starten

U voert HP Insight Diagnostics uit door de computer op te starten vanaf de documentatie- en diagnose­cd Documentation and Diagnostics, zoals in de volgende stappen wordt beschreven.
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en plaats de documentatie- en diagnose-cd Documentation
and Diagnostics in een optische-schijfeenheid.
2. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
3. Zet de computer aan. De computer wordt opgestart vanaf de cd.
OPMERKING: Als het systeem niet wordt opgestart vanaf de cd in de optische-
schijfeenheid, moet u mogelijk de opstartvolgorde in het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) zodanig aanpassen dat de optische-schijfeenheid in de opstartvolgorde vóór de vaste schijf wordt genoemd. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
U kunt ook de opstartvolgorde aanpassen, zodat het systeem eenmalig opstart vanaf de optische-schijfeenheid wanneer u bij het opstarten op F9 drukt.
4. Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).
2 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Page 9
OPMERKING: U wordt aangeraden akkoord te gaan met de standaardwaarde voor het
toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren met een specifiek toetsenbord.
5. Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Agree (Akkoord) om aan
te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt gestart. In eerste instantie wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.

Tabblad Survey (Verkenning)

Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie.
In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u kiezen tussen de weergave Summary (Samenvatting) voor een beknopt overzicht van de configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd) voor de weergave van alle gegevens in de geselecteerde categorie.
In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën selecteren voor weergave:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.
Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het computersysteem.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.
Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over de productnaam, inventariscode, serienummer en
processor.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT) en seriële (COM) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten
die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft zowel de geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.
Miscellaneous (Diversen): informatie over de versie van HP Insight Diagnostics, het CMOS (het configuratiegeheugen), BIOS-gegevens over het systeembeheer en informatie over de systeemkaart.
Storage (Opslag): gegevens over de opslagmedia die op de computer zijn aangesloten (alle vaste schijven, diskettedrives en optische-schijfeenheden).
System (Systeem): informatie over computermodel, processor, chassis en BIOS, plus gegevens over de interne luidspreker en de PCI-bus.

Tabblad Test

Op het tabblad Test specificeert u welke onderdelen van het systeem u wilt testen. U kunt bovendien het type test en de gewenste testmethode instellen.
NLWW HP Insight Diagnostics 3
Page 10
U kunt kiezen uit drie testtypen:
Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elk hardwareonderdeel getest volgens een
vooraf gedefinieerd script. Een snelle test vereist geen interactie met de gebruiker, ook niet als u kiest voor de interactieve testmethode.
Complete Test (Volledige test): alle hardwarecomponenten worden volledig getest volgens een
vooraf gedefinieerd script. Bij interactieve uitvoering zijn er meer tests beschikbaar, maar hierbij is interactie vereist.
Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste flexibiliteit bij het bepalen hoe de
systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten, diagnostische tests en testparameters selecteren.
U kunt bij elk type test kiezen uit twee testmethoden:
Interactive Mode (Interactief): bij interactieve uitvoering heeft u optimale controle over de
testprocedure. Tijdens het uitvoeren van het diagnoseprogramma wordt om invoer gevraagd bij tests waarvoor interactie nodig is. U kunt ook bepalen of een apparaat door de test is gekomen.
Unattended Mode (Onbeheerd): er wordt niet om invoer of interactie gevraagd. Als er fouten
optreden, worden deze na afloop van de test gemeld.
U voert als volgt een test uit:
1. Selecteer het tabblad Test.
2. Klik op het tabblad van het type test dat u wilt uitvoeren. Quick (Snel), Complete (Volledig) of
Custom (Aangepast).
3. Selecteer de gewenste Test Mode (Testmethode): Interactive (Interactief) of Unattended
(Onbeheerd).
4. Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Total Test Time
(Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal keren wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.
5. Als u een snelle test of een volledige test uitvoert, selecteert u het apparaat dat u wilt testen in het
vervolgkeuzelijst. Als u een sangepaste test uitvoert, klikt u op de knop Expand (Uitbreiden) en selecteert u de apparaten die u wilt testen. Klik op Check All (Alle selecteren) om alle apparaten te selecteren.
6. Klik rechtsonder in het scherm op Begin Testing (Test starten) om de test te starten. Tijdens de
testprocedure wordt het tabblad Status weergegeven, waarop u de voortgang van de test kunt volgen. Na afloop van de test wordt op het tabblad Status aangegeven of de apparaten door de test zijn gekomen.
7. Als er fouten zijn aangetroffen, opent u het tabblad Log (Logboek) en klikt u op Error Log
(Foutenlogboek) voor gedetailleerde informatie over de fouten en de aanbevolen maatregelen.

Tabblad Status

Op het tabblad Status ziet u de status van de geselecteerde tests. Bovendien wordt aangegeven welk type test is of wordt uitgevoerd: Quick Test (Snelle test), Complete Test (Volledige test) of Custom Test (Aangepaste test). Via de voortgangsindicatie kunt u volgen welk percentage van de huidige testreeks is voltooid. Tijdens de uitvoering van een test kunt u op de knop Cancel Testing (Test annuleren) klikken als u de test wilt afbreken.
4 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Page 11
Na afloop van de test wordt de knop Cancel Testing (Test annuleren) vervangen door de knop Retest (Test herhalen). Als u op Retest (Test herhalen) klikt, wordt de laatste testreeks nogmaals uitgevoerd. Hierdoor kunt u dezelfde tests eenvoudig herhalen zonder dat u de gegevens op het tabblad Test opnieuw hoeft in te voeren.
Het tabblad Status toont bovendien informatie over:
de apparaten die worden getest;
de teststatus (in uitvoering, geslaagd of mislukt) van elk apparaat dat wordt getest;
de algehele voortgang van de test voor alle apparaten;
de voortgang van de test voor elk afzonderlijk apparaat;
de verstreken tijd per test voor elk afzonderlijk apparaat.

Tabblad Log (Logboek)

Het tabblad Log (Logboek) bevat een tabblad Test Log (Testlogboek) een een tabblad Error Log (Foutenlogboek).
Het testlogboek toont alle uitgevoerde tests, het aantal keren dat de tests zijn uitgevoerd, het aantal keren dat de apparaten niet door de test zijn gekomen en de tijd die het heeft gekost om elke test uit te voeren. Als u op de knop Clear Test Log (Testlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het testlogboek gewist.
Het foutenlogboek toont informatie over de apparaten waarvoor de diagnostische test fouten heeft voorgesteld. De volgende kolommen met informatie worden weergegeven:
Device (Apparaat): het apparaat dat is getest.
Test: het type test dat is uitgevoerd.
Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden fout.
Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling die u kunt opvolgen om de
defecte hardware te herstellen.
Failed Count (Aantal fouten): het aantal malen dat de test voor dit apparaat fouten heeft
opgeleverd.
Error Code (Foutcode): een numerieke code voor de fout. De foutcodes worden toegelicht op het
tabblad Help.
Als u op de knop Clear Error Log (Foutenlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het foutenlogboek gewist.

Tabblad Help

Het tabblad Help bevat een tabblad HP Insight Diagnostics, een tabblad Error Codes (Foutcodes) en een tabblad Test Components (Testonderdelen).
Het tabblad HPInsight Diagnostics bevat Help-onderwerpen en zoek- en indexeringsfuncties.
Op het tabblad Error Codes (Foutcodes) vindt u een beschrijving van de numerieke foutcodes die u kunt tegenkomen op het tabblad Error Log (Foutenlogboek) van het tabblad Log (Logboek). Elke code heeft een bijbehorend Foutbericht en een Recommended Repair (Aanbevolen oplossing) waarmee
NLWW HP Insight Diagnostics 5
Page 12
u het probleem mogelijk kunt oplossen. Voer de code in het vak bovenaan het tabblad in en klik op Find Error Codes (Foutcodes zoeken) om snel de beschrijving te vinden.
Op het tabblad Test Components (Testonderdelen) wordt beknopte informatie weergegeven over de tests die worden uitgevoerd.

Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics

U kunt de informatie op de tabbladen Survey (Verkenning) en Log (Logboek) van HPInsight Diagnostics opslaan op een diskette of een USB 2.0 HP Drive Key (met een minimale capaciteit van 64 MB). De informatie kan niet op de vaste schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTML-bestand gegenereerd waarin de informatie op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.
1. Plaats een diskette of een USB 2.0 HP Drive Key (capaciteit minimaal 64 MB). USB 1.0 Drive Keys
worden niet ondersteund.
2. Klik rechtsonder in het tabblad op Save (Opslaan).
3. Selecteer Save to floppy (Opslaan op diskette) of Save to USB key (Opslaan op USB Drive Key).
4. Typ een naam voor het bestand in het vak File Name (Bestandsnaam) en klik op Save (Opslaan).
De informatie wordt opgeslagen in een HTML-bestand op de diskette of de USB HP Drive Key.
OPMERKING: Verwijder de diskette of de USB Drive Key pas als een bericht wordt
weergegeven dat het HTML-bestand naar het medium is geschreven.
5. U kunt de informatie afdrukken vanaf het opslagapparaat waarop u het bestand heeft opgeslagen.
OPMERKING: U sluit HP Insight Diagnostics af door rechtsonder in het scherm te klikken op
Exit Diagnostics (Diagnoseprogramma afsluiten). Verwijder vervolgens de documentatie- en
diagnose-cd Documentation and Diagnostics uit de optische-schijfeenheid.

Nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden

1. Ga naar http://www.hp.com.
2. Klik op de koppeling Software& Driver Downloads.
3. Typ het productnummer in het tekstvak en druk op Enter.
4. Selecteer het model van uw computer.
5. Selecteer het besturingssysteem.
6. Klik op de koppeling Diagnostic.
7. Klik op HP Insight Diagnostics Offline Edition.
8. Selecteer een taal en klik op Download.
OPMERKING: Het gedownloade bestand bevat instructies over de manier waarop u een
opstart-cd maakt.
6 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Page 13

2 Problemen oplossen

NLWW 7
Page 14

Veiligheid en comfort

WAARSCHUWING! Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel
ingerichte werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg voor meer informatie over het kiezen van een werkplek en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving de Handleiding voor veiligheid & comfort op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. Deze handleiding is ook beschikbaar op de website
http://www.hp.com/ergo.
8 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 15

Voordat u belt voor technische ondersteuning

Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
Voer het diagnoseprogramma uit (alleen beschikbaar op bepaalde modellen). Raadpleeg voor
meer informatie hoofdstuk 1,
Voer de zelftest van de vaste schijf uit in Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg voor
meer informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer knippert. Deze knipperende
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
monitorconnector op de computer (indien aanwezig). Of sluit tijdelijk een andere monitor aan waarvan u weet dat deze goed functioneert.
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer met een andere kabel aan op
de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Betekenis van de diagnoselampjes op pagina 18 voor informatie over de foutcodes.
Diagnosevoorzieningen voor de computer op pagina 1.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Start de computer op in de Veilige modus van Windows om te zien of de computer kan worden
opgestart wanneer niet alle stuurprogramma's worden geladen. Kies bij het opstarten van het besturingssysteem de optie om gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.
Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op de website
support.
Tips op pagina 11 in deze handleiding voor meer informatie.
Zie
Herstel het systeem naar een herstelpunt dat u heeft gecreëerd met HP Backup and Recovery
Manager of start de Restore Plus! cd. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van HP Backup and Recovery Manager de HP Backup and Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup and Recovery Manager). Klik hiervoor op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager Manual (Handleiding HP Backup and Recovery Manager).
VOORZICHTIG: Als u de cd Restore Plus! uitvoert, worden alle gegevens op de vaste
schijf gewist.
HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf online op te lossen. Als u contact wilt opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP, gebruikt u de online chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition via:
http://www.hp.com/go/ispe.
http://www.hp.com/
Bezoek het Business Support Center (BSC) op informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP gebruikers en HP experts.
NLWW Voordat u belt voor technische ondersteuning 9
http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online
Page 16
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
Noteer tevoren de serienummers van de computer en de monitor, alsmede het
productidentificatienummer.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te
lossen.
Verwijder desgevraagd alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.
Verwijder desgevraagd alle software die onlangs is geïnstalleerd.
Start desgevraagd de cd Restore Plus! cd.
VOORZICHTIG: Als u de cd Restore Plus! uitvoert, worden alle gegevens op de vaste schijf
gewist.
OPMERKING: Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (Care Packs) neemt u contact
op met uw HP Business of Service Partner.
10 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 17

Tips

Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld op het juiste
voltage voor uw land (115V of 230V).
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje brandt.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt.
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de aan/
uit-knop in te drukken. Als het systeem langer dan vier seconden in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup (Computerinstellingen) de optie voor automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de computer niet automatisch opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart of een andere optie heeft
geïnstalleerd die niet compatibel is met Plug and Play.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een
printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart (diskette, cd of USB-apparaat)
voordat u de computer inschakelt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCI- of PCI-
Express-adapter) en er één monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de videobron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten, zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup (Computerinstellingen) instellen welke bron de standaard VGA-adapter is.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, zodat u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.
NLWW Tips 11
Page 18

Algemene problemen oplossen

Het is mogelijk dat u de kleinere problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf kunt oplossen. Neem contact op met uw HP Business Partner als het probleem blijft optreden en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
De computer gaat niet aan.
Oorzaak
Kabels naar de nieuwe externe voedingsbron zitten los of netsnoeren zijn niet aangesloten.
De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer (op bepaalde modellen) is niet ingesteld op het juiste voltage (115V of 230V).
Er is een defecte PCI-kaart geplaatst. Verwijder eventuele uitbreidingskaarten die u zojuist heeft
Mogelijk zijn datakabels of voedingskabels niet op een juiste manier aangesloten.
De maximumtemperatuur van de eenheid is overschreden. Mogelijk is de ventilator geblokkeerd.
De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
Oorzaak Oplossing
Oplossing
Zorg ervoor dat de kabels die de computer verbinden met de externe voedingsbron goed zijn aangesloten en dat het stopcontact werkt.
Selecteer de juiste netspanning.
geplaatst.
Sluit de datakabels en voedingskabels opnieuw aan.
1. De eenheid bevindt zich in een omgeving met een te hoge
temperatuur. Laat deze afkoelen.
2. Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de interne ventilator werkt.
3. Neem contact op met een HP Business Partner.
De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet. 1. Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden
De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.
Oorzaak
Het systeem is vastgelopen. Start de computer opnieuw op.
Het toetsenbord of de muis zijn niet aangesloten op de computer.
De computer is in de standbystand. Druk op de aan/uit-knop of op een willekeurige toets om de
ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.
2. Neem het netsnoer uit het stopcontact.
Oplossing
Sluit de kabels van het toetsenbord en de muis aan op de computer.
standbystand te beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te
activeren vanuit de standbystand, houdt u de aan/ uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
12 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 19
De weergave van datum en tijd is niet juist.
Oorzaak Oplossing
De RTC (real time clock)-batterij moet wellicht worden vervangen.
OPMERKING: Als u de computer op een werkend
stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de batterij van de real-timeklok verlengen.
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.
Oorzaak Oplossing
Mogelijk is de Num Lock-toets ingeschakeld. Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak Oplossing
De processor is te heet. 1. Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt
Stel eerst de datum en de tijd opnieuw in via het Configuratiescherm (u kunt hiervoor ook Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken). Als het probleem blijft optreden, vervangt u de batterij van de real-timeklok. Raadpleeg voor informatie over het installeren van een nieuwe batterij de Naslaggids voor de hardware op de documentatie­en diagnose-cd Documentation and Diagnostics, of neem contact op met een geautoriseerde Business of Service Partner om de batterij te vervangen.
als u de pijltoetsen wilt gebruiken. De Num Lock-toets kan met Computer Setup (Computerinstellingen) worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
geblokkeerd. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle geventileerde zijden van de computer en boven de monitor ruim 10 cm ruimte vrij.
2. Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer dat nodig is).
3. Controleer of het koelelement van de processor goed is
bevestigd.
De vaste schijf is vol. Verplaats gegevens van de vaste schijf naar een ander
opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
Er is weinig geheugen beschikbaar. Voeg extra geheugen toe.
De vaste schijf is gefragmenteerd. Defragmenteer de vaste schijf.
Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen geheugen niet vrijgegeven.
Er is een virus aanwezig op de vaste schijf. Voer een antivirusprogramma uit.
Start de computer opnieuw op.
NLWW Algemene problemen oplossen 13
Page 20
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak Oplossing
Er zijn teveel applicaties geopend. 1. Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
Sommige applicaties werken op de achtergrond en kunnen worden gesloten door met de rechtermuisknop op de bijbehorende pictogrammen in de taakbalk te klikken. Als u niet wilt dat deze applicaties worden gestart zodra u de computer opstart, gaat u naar Start >
Uitvoeren (Microsoft Windows XP) of Start > Alle programma’s > Bureau-accessoires > Uitvoeren
(Microsoft Windows Vista) en typt u msconfig. Op het tabblad Startup (Opstarten) van het hulpprogramma voor systeemconfiguratie deselecteert u de applicaties waarvan u niet wilt dat ze automatisch opstarten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u geen
applicaties verhindert om automatisch op te starten die nodig zijn voor het goed functioneren van het systeem.
2. Voeg extra geheugen toe.
Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware belasting voor het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak. Start de computer opnieuw op.
Leeg scherm (geen beeld).
Oorzaak
De monitor staat niet aan en het aan/uit-lampje van de monitor brandt niet.
De kabels zijn niet goed aangesloten. Controleer de aansluiting van de monitor op de computer en
Er is mogelijk een hulpprogramma geïnstalleerd dat het beeld van het scherm wist, of de functie voor energiebesparing is ingeschakeld.
De computer is in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
1. Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve
applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2. Voeg extra geheugen toe.
3. Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
Oplossing
Zet de monitor aan en controleer of het lampje van de monitor brandt.
op het stopcontact.
Druk op een willekeurige toets of klik met de muis. Typ vervolgens uw wachtwoord, indien hierom wordt gevraagd.
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te
activeren vanuit de standbystand, houdt u de aan/ uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
U gebruikt een monitor met vaste synchronisatie en synchronisatie werkt niet bij de gekozen resolutie.
Controleer of de monitor de horizontale verversingsfrequentie van de ingestelde resolutie ondersteunt.
14 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 21
Leeg scherm (geen beeld).
Oorzaak Oplossing
Monitorkabel is op de verkeerde uitgang aangesloten. Zorg ervoor dat de monitor is aangesloten op een actieve
connector aan de achterzijde van de computer. Als een andere connector beschikbaar is, sluit u de monitor op die connector aan en start u het systeem opnieuw op.
De monitor is defect. Probeer een andere monitor.
Het aan/uit-lampje knippert en de computer wil niet opstarten.
Oorzaak Oplossing
Er is een interne fout opgetreden en de computer knippert een code.
Raadpleeg Betekenis van de diagnoselampjes
op pagina 18 voor interpretatie van de foutcodes.
NLWW Algemene problemen oplossen 15
Page 22

Problemen bij de installatie van hardware oplossen

Wanneer u een extra schijfeenheid, een uitbreidingskaart of andere hardware toevoegt of verwijdert, kan het nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Wanneer u een Plug and Play-apparaat installeert, wordt het apparaat automatisch door het besturingssysteem Windows herkend en wordt de configuratie van de computer automatisch aangepast. Als u een apparaat installeert dat niet compatibel is met Plug and Play, moet u de computer opnieuw configureren nadat de installatie van de nieuwe hardware is voltooid. In het besturingssysteem Windows gebruikt u hiervoor de Wizard Hardware
toevoegen. Volg de instructies van de wizard die op het scherm worden weergegeven.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de
systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken, draaiende ventilators of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem. Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
Nieuwe apparatuur wordt niet herkend als onderdeel van het systeem.
Oorzaak
Een apparaat is niet goed geïnstalleerd of aangesloten. Controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de pinnen
Kabels van nieuwe externe apparatuur zitten los of netsnoeren zijn niet aangesloten.
Het nieuwe apparaat is niet ingeschakeld. Schakel de computer uit, schakel het externe apparaat in en
U heeft de wijzigingen in de configuratie niet geaccepteerd toen het systeem u hierover informeerde.
Een Plug and Play-kaart wordt mogelijk niet automatisch geconfigureerd als de standaardconfiguratie een conflict met andere apparaten veroorzaakt.
De USB-poorten van de computer zijn uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).
Oplossing
van de connector niet verbogen zijn.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en of de pinnen van de kabel of de connector niet verbogen zijn.
schakel vervolgens de computer weer in om het apparaat in het systeem te integreren.
Start de computer opnieuw op en volg de instructies voor het accepteren van de wijzigingen.
Gebruik Apparaatbeheer van Windows om de automatische instellingen voor de kaart uit te schakelen en een basisconfiguratie te kiezen die geen conflict met systeembronnen veroorzaakt. U kunt ook Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken om apparaten opnieuw te configureren of uit te schakelen en zodoende het conflict op te lossen.
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel de USB-poorten in.
16 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 23
De computer start niet op.
Oorzaak Oplossing
Er zijn verkeerde geheugenmodules geïnstalleerd of er zijn geheugenmodules op de verkeerde locatie geplaatst.
1. Raadpleeg de documentatie bij de computer om te
controleren of u de juiste geheugenmodules gebruikt en of deze modules op de juiste manier zijn geïnstalleerd.
2. Let op de lampjes aan de voorkant van de computer.
Raadpleeg
op pagina 18 voor informatie over mogelijke oorzaken.
3. Als u het probleem ondanks de voorgaande tips niet kunt
oplossen, neemt u contact op met een HP Business of Service Partner.
Betekenis van de diagnoselampjes
NLWW Problemen bij de installatie van hardware oplossen 17
Page 24

Betekenis van de diagnoselampjes

In dit gedeelte worden de codes van de lampjes op het voorpaneel beschreven die mogelijk vóór of tijdens de POST worden weergegeven en waar niet altijd een foutcode of tekstbericht bij hoort.
OPMERKING: Als u ziet dat er lampjes knipperen op een PS/2-toetsenbord, kijkt u of er ook
lampjes knipperen op het voorpaneel van de computer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis van de codes die door de lampjes op het voorpaneel worden aangegeven.
De aanbevolen handelingen in de onderstaande tabel worden genoemd in de volgorde waarin ze moeten worden uitgevoerd.
Vervang de systeemkaart of de voedingsbron alleen als laatste redmiddel.
Activiteit Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Groen aan/uit-lampje brandt. De computer is ingeschakeld. Geen.
Groen aan/uit-lampje knippert elke seconde.
Groen aan/uit-lampje knippert elke twee seconden.
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het geheel van koelelement met ventilator is niet goed bevestigd aan de processor.
De computer staat in de slaapstand Suspend to RAM (Alles behalve RAM uitschakelen; alleen beschikbaar op bepaalde modellen) of in de normale standbystand.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de
computer niet worden geblokkeerd en of de processorventilator werkt.
2. Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en
controleer of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is aangesloten op de systeemkaart. Controleer of de ventilator volledig en stevig op zijn plaats zit.
WAARSCHUWING! Roterende
ventilatorbladen kunnen u ernstig verwonden. Zorg dat u niet met uw handen in de buurt van de roterende bladen komt.
3. Als de ventilator is aangesloten en goed op zijn
plaats zit, maar toch niet draait, vervangt u de ventilator.
4. Plaats het koelelement terug en controleer of de
ventilator goed is bevestigd.
5. Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Druk op een toets of beweeg de muis als u de computer wilt activeren.
18 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 25
Activiteit Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Groen aan/uit-lampje knippert vijf keer in een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden.
Groen aan/uit-lampje knippert zes keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden.
Groen aan/uit-lampje knippert acht keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden.
Het geheugen is defect (gedetecteerd voordat video actief wordt).
De grafische kaart is defect (gedetecteerd voordat video actief wordt).
Het ROM is defect (checksum incorrect).
VOORZICHTIG: Verwijder het netsnoer van
de computer voordat u een DIMM-module opnieuw plaatst, verwijdert of installeert om schade aan de DIMM's of de systeemkaart te voorkomen.
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen
welke module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door
HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze
opnieuw.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller vervangt u de systeemkaart.
1. Flash het systeem-ROM met het nieuwste BIOS-
image.
2. Vervang de systeemkaart.
Het systeem gaat niet aan en er branden geen lampjes.
Het systeem kan niet worden gestart.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen gaat branden, werkt de aan/uit-knop correct Probeer het volgende:
1. Controleer aan de achterkant van de
voedingseenheid of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2. Open het chassis en controleer of de eenheid met
de aan/uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3. Controleer of beide voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4. Controleer of het lampje 5V_aux op de
systeemkaart brandt. Als dit lampje brandt,
NLWW Betekenis van de diagnoselampjes 19
Page 26
Activiteit Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
vervangt u de eenheid met de aan/uit-knop. Als het probleem blijft optreden, vervangt u de systeemkaart.
5. As het lampje 5V_aux op de systeemkaart niet
brandt, verwijdert u de uitbreidingskaarten een voor een tot het lampje 5V_aux op de systeemkaart gaat branden. Als het probleem blijft optreden, vervangt u de voedingseenheid.
20 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Page 27

HP Backup and Recovery Manager

OPMERKING: De voorzieningen die hieronder worden beschreven, zijn alleen beschikbaar
voor systemen die worden geleverd met Microsoft Windows XP. De HP Backup and Recovery Manager die bij Microsoft Windows Vista wordt geleverd is een beperktere versie. Controleer op updates door te klikken op de koppeling Software & Driver Downloads (Software- & stuurprogrammadownloads) op
HP Backup and Recovery Manager is een eenvoudig te gebruiken, veelzijdige toepassing die vooraf op elk systeem is geladen. Hiermee kunt u het volgende doen:
herstelpunten maken waarmee u incrementele backups van het gehele systeem maakt;
backups maken van het gehele systeem in een enkel archief;
backups maken van afzonderlijke bestanden.
U kunt backups automatisch met regelmatige tussenpozen laten uitvoeren of backups handmatig starten. Herstel kan worden uitgevoerd vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf of met de herstelschijven. De set herstelschijven omvat de cd Restore Plus!, de cd met het besturingssysteem van Microsoft en cd’s met aanvullende software.
HP raadt u sterk aan herstelschijven te maken voordat u de computer in gebruik neemt en regelmatig automatische backups van herstelpunten te plannen.
U maakt als volgt herstelschijven:
http://www.hp.com.
1. Klik op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager om de wizard
Backup and Recovery te openen en klik vervolgens op Next (Volgende).
2. Kies Create factory software recovery CDs or DVDs to recover the system (Cd’s of dvd’s met
herstelsoftware maken om het oorspronkelijke systeem te herstellen).
3. Volg de instructies in de wizard op.
HP Backup and Recovery Manager biedt twee basismethoden voor herstel. De eerste methode, waarbij bestanden en mappen worden hersteld, wordt uitgevoerd in Windows. Voor de tweede methode, PC Recovery (Computer herstellen) moet de computer worden opgestart vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf of met de herstelschijven. Druk tijdens het opstarten op F11 wanneer het bericht “Press F11 for Emergency Recovery” wordt weergegeven om op te starten vanaf de herstelpartitie.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van HP Backup and Recovery Manager de HP Backup and Recovery Manager User Guide (Gebruikershandleiding HP Backup and Recovery Manager). Klik hiervoor op Start > HP Backup and Recovery > HP Backup and Recovery Manager Manual (Handleiding HP Backup and Recovery Manager).
OPMERKING: Bel met de klantenondersteuning van HP om een set herstelschijven te
bestellen. Ga naar de volgende website, selecteer uw land/regio en klik op de koppeling
Technical support after you buy (Technische ondersteuning na aankoop) onder het kopje Call HP (Bel HP) voor het telefoonnummer van de klantenondersteuning in uw land/regio.
http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html
NLWW HP Backup and Recovery Manager 21
Page 28

Contact opnemen met een HP Business of Service Partner

Neem voor ondersteuning en service contact op met een geautoriseerde HP Business of Service Partner. Op de website u in de buurt.
OPMERKING: Vergeet niet de instel- en opstartwachtwoorden door te geven als u de computer
ter reparatie aanbiedt bij een HP Business of Service Partner.
Raadpleeg voor het telefoonnummer de garantieverklaring of de lijst met telefoonnummers in de handleiding Support Telephone Numbers (Telefoonnummers voor ondersteuning) op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics voor technische ondersteuning.
http://www.hp.com vindt u informatie over HP Business of Service Partners bij
22 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen NLWW
Loading...