Hp COMPAQ DX2100 MICROTOWER User Manual [nl]

Handleiding Problemen oplossen
Zakelijke personal computers
dx2100 Series microtower
Artikelnummer van document: 403286-331
September 2005
In deze handleiding vindt u nuttige tips en oplossingen voor problemen met de hierboven vermelde producten, evenals scenario’s voor het oplossen van mogelijke hardware- en softwareproblemen.
© Copyright 2005 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company.
WAARSCHUWING: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt,
Å
kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit
Ä
beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben.
Handleiding Problemen oplossen
Zakelijke personal computers
dx2100 Series microtower
Eerste editie, september 2005 Artikelnummer van document: 403286-331

Inhoudsopgave

1 Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen
HP Insight Diagnostics . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–1
HP Insight Diagnostics starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–2
Tabblad Survey (Verkenning) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–3
Tabblad Test . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–4
Tabblad Status. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–5
Tabblad Log (Logboek) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–6
Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–6
De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden. . . . . . . . . . . . . . . . . 1–7
2 Problemen oplossen
Veiligheid en comfort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–1
Voordat u belt voor technische ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–1
Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–3
Algemene problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–5
Problemen bij de installatie van hardware oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–10
Diagnoselampjes en geluidssignalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–12
Software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–19
Contact opnemen met een HP Business Partner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–19
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl iii
Diagnosevoorzieningen voor

HP Insight Diagnostics

Bij sommige modellen wordt een cd meegeleverd met het
hulpprogramma HP Insight Diagnostics.
HP Insight Diagnostics stelt u in staat informatie over de hardwareconfiguratie op te vragen en diagnostische tests uit te voeren op de hardwaresystemen in de computer. Met dit hulpprogramma kunt u hardwareproblemen effectief en eenvoudig detecteren, diagnosticeren en isoleren.
Wanneer u HP Insight Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey (Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën met informatie over de computer. Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan worden opgeslagen in een HTML-bestand op een diskette of een HP USB Drive Key.
Gebruik HP Insight Diagnostics als u wilt bepalen of alle in de computer geïnstalleerde apparaten door het systeem worden herkend en correct functioneren. Het is niet per se noodzakelijk om tests uit te voeren na het installeren of aansluiten van een nieuw apparaat, maar dit wordt wel aanbevolen.
Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
1
computerproblemen
Apparaten van externe leveranciers worden mogelijk niet herkend
door HP Insight Diagnostics.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 1–1
Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen

HP Insight Diagnostics starten

U voert HP Insight Diagnostics uit door de computer op te starten vanaf de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics, zoals in de volgende stappen wordt beschreven.
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en plaats de documentatie­en diagnose-cd Documentation and Diagnostics in een optische-schijfeenheid.
2. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
3. Zet de computer aan. De computer wordt opgestart vanaf de cd.
Als het systeem niet wordt opgestart vanaf de cd in de
optische-schijfeenheid, moet u mogelijk de opstartvolgorde in het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) zodanig aanpassen dat de optische-schijfeenheid in de opstartvolgorde vóór de vaste schijf wordt genoemd. Raadpleeg de Handleiding
Computerinstellingen op de documenatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics voor meer informatie.
4. Wanneer hierom gevraagd wordt, drukt u op de toets u de Veilige modus wilt activeren of op een willekeurige andere toets als u in de Normale modus wilt werken.
Als er binnen een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt, wordt
de computer in de Normale modus opgestart. Als het scherm leeg blijft nadat u op een andere toets dan de computer opnieuw op en kiest u ditmaal voor de Veilige modus.
5. Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).
U wordt aangeraden akkoord te gaan met de standaardwaarde voor
het toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren met een specifiek toetsenbord.
6. Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Agree (Akkoord) om aan te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt gestart. In eerste instantie wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.
1–2 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Y (J) heeft gedrukt, start u
Y (J) als

Tabblad Survey (Verkenning)

Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie. In het gedeelte View (Weergave) aan de linkerkant van het scherm kunt u kiezen uit de weergave Summary (Samenvatting) voor een beknopt overzicht van de configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd) voor het tonen van alle gegevens in de geselecteerde categorie. Zowel in de samenvattingsweergave als in de geavanceerde weergave bevat het tabblad Survey (Verkenning) de volgende categorieën met informatie:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën met informatie over de computer.
Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het computersysteem.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.
Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over inventariscode, serienummer en processor.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT-) en seriële (COM-) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.
Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft zowel de geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.
Miscellaneous (Diversen): informatie over het CMOS (het configuratiegeheugen), BIOS-gegevens over het systeembeheer, informatie over de systeemkaart en diagnostische gegevens.
Storage (Opslag): gegevens over de opslagmedia die op de computer zijn aangesloten (alle vaste schijven, diskettedrives en optische-schijfeenheden).
System (Systeem): informatie over systeemkaart, processor, chassis en BIOS, plus gegevens over de interne luidspreker en de PCI-bus.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 1–3
Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen

Tabblad Test

Op het tabblad Test specificeert u welke onderdelen van het systeem u wilt testen. U kunt bovendien het type test en de gewenste testmethode instellen.
U kunt kiezen uit twee testmethoden:
Interactive Mode (Interactief): bij interactieve uitvoering
heeft u optimale controle over de testprocedure. Als u voor de interactieve testmethode kiest, wordt u tijdens de uitvoering van het diagnoseprogramma om invoer gevraagd bij tests waarvoor dit noodzakelijk is. U kunt bovendien zelf bepalen of de test geslaagd of mislukt is.
Unattended Mode (Onbeheerd): er wordt niet om invoer of
interactie gevraagd. Als er fouten optreden, worden deze na afloop van de test gemeld.
U kunt kiezen uit drie testtypen:
Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elke
hardwarecomponent getest volgens een voorgedefinieerd script. Een snelle test vereist geen interactie met de gebruiker, ook niet als u kiest voor de interactieve testmethode.
Complete Test: alle hardwarecomponenten worden volledig
getest volgens een voorgedefinieerd script. Bij interactieve uitvoering zijn er meer tests beschikbaar, maar hierbij is interactie vereist.
Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste
flexibiliteit bij het bepalen hoe de systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten, diagnostische tests en testparameters selecteren.
U voert als volgt een test uit:
1. Selecteer het tabblad Test.
2. Selecteer aan de linkerkant van het tabblad bij de optie Type
of Test (Type test) welk type test u wilt uitvoeren: Quick Test (Snelle test), Complete Test of Custom Test (Aangepaste test).
3. Kies bij Test Mode (Testmethode) de gewenste uitvoering van de test: Interactive (Interactief) of Unattended (Onbeheerd).
4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst het apparaat dat u wilt testen.
1–4 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen

Tabblad Status

Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen
5. Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Tot a l Test T i m e (Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal malen wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.
6. Klik op Begin Testing (Test starten) om de test uit te voeren. Tijdens de testprocedure wordt het tabblad Status weergegeven, waarop u de voortgang van de test kunt volgen. Na afloop van de test wordt op het tabblad Status aangegeven of de test is geslaagd of mislukt.
7. Als er fouten zijn aangetroffen, opent u het tabblad Log (Logboek) en klikt u op Error Log (Foutenlogboek) voor gedetailleerde informatie over de fouten en de aanbevolen maatregelen.
Op het tabblad Status ziet u de status van de geselecteerde tests. Bovendien wordt aangegeven welk type test is of wordt uitgevoerd:
Quick Test (Snelle test), Complete Test of Custom Test (Aangepaste test). Via de voortgangsindicatie kunt u volgen welk percentage van de
huidige testreeks is voltooid. Tijdens de uitvoering van een test kunt u op de knop Cancel Testing (Test annuleren) klikken als u de test wilt afbreken.
Na afloop van de test wordt de knop Cancel Testing (Test annuleren) vervangen door de knop Retest (Test herhalen). Als u op Retest (Test herhalen) klikt, wordt de laatste testreeks nogmaals uitgevoerd. Hierdoor kunt u dezelfde tests eenvoudig herhalen zonder dat u de gegevens op het tabblad Test opnieuw hoeft in te voeren.
Het tabblad Status toont bovendien informatie over:
de apparaten die worden getest
de tests die worden uitgevoerd
de in totaal verstreken tijd
de verstreken tijd per test
de status van elke test.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 1–5
Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen

Tabblad Log (Logboek)

Het tabblad Log (Logboek) bevat twee logboeken: Tes t L og (Testlogboek) en Error Log (Foutenlogboek). Aan de linkerkant
van het tabblad kunt u het gewenste logboek selecteren.
Het testlogboek toont alle uitgevoerde tests, het aantal keren dat de tests zijn uitgevoerd, het aantal keren dat de tests zijn mislukt en de tijd die het heeft gekost om de tests uit te voeren. Als u op de knop Clear Test Log (Testlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het testlogboek gewist.
Het foutenlogboek toont informatie over de apparaten waarvan de diagnostische test is mislukt. De volgende kolommen met informatie worden weergegeven:
Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden
fout.
Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling
die u kunt opvolgen om de defecte hardware te herstellen.
Failed Count (Aantal fouten): het aantal malen dat de test
is mislukt.
Error Code (Foutcode): een numerieke code voor de fout.
De foutcodes worden toegelicht op het tabblad Help.
Als u op de knop Clear Error Log (Foutenlogboek wissen)
klikt, wordt de inhoud van het foutenlogboek gewist.

Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics

U kunt de informatie op de tabbladen Status en Log (Logboek) van HP Insight Diagnostics opslaan op een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (met een minimale capaciteit van 64 MB). De informatie kan niet op de vaste schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTML-bestand gegenereerd waarin de informatie op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.
1. Plaats een diskette of een HP USB 2.0 Drive Key (capaciteit minimaal 64 MB). USB 1.0 Drive Keys worden niet ondersteund.
2. Klik rechtsboven in het tabblad op Save (Opslaan).
3. Selecteer Save to floppy (Opslaan op diskette) of Save to USB key (Opslaan op USB Drive Key).
1–6 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen
4. Typ een naam voor het bestand in het vak File Name (Bestandsnaam) en klik op Save (Opslaan). De informatie
wordt opgeslagen in een HTML-bestand op de diskette of de HP USB Drive Key.
5. U kunt de informatie afdrukken vanaf het opslagapparaat waarop u het bestand heeft opgeslagen.
U sluit HP Insight Diagnostics af door rechtsboven in het
scherm op Exit (Afsluiten) te klikken. Verwijder vervolgens de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics uit de optische-schijfeenheid.

De nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden

1. Ga naar www.hp.com.
2. Klik op de koppeling Software & Driver Downloads.
3. Selecteer het keuzerondje Download drivers and software.
4. Typ het productnummer (bijvoorbeeld dx2100) in het tekstvak en druk op
Enter.
5. Selecteer het model computer.
6. Selecteer het besturingssysteem.
7. Klik op de koppeling Diagnostic.
8. Ga naar HP Insight Diagnostics en klik op Download.
Het gedownloade bestand bevat instructies over de manier waarop
u een opstart-cd maakt.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 1–7

Problemen oplossen

Veiligheid en comfort

WAARSCHUWING: Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en
Å
oncomfortabel ingerichte werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg de handleiding Handleiding voor veiligheid en comfort op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics, tevens beschikbaar op de website www.hp.com/ergo, voor meer informatie over het kiezen van een werkplek en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving.

Voordat u belt voor technische ondersteuning

Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
2
Voer het diagnoseprogramma uit. Zie Hoofdstuk 1,
“Diagnosevoorzieningen voor computerproblemen”
voor meer informatie.
Voer de DPS-zelftest (Drive Protection System) uit vanuit het
hulpprogramma Computer Setup. Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics voor meer informatie.
De DPS-zelftestsoftware (Drive Protection System) is alleen
op bepaalde modellen beschikbaar.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–1
Problemen oplossen
Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer
knippert. Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
“Diagnoselampjes en geluidssignalen” voor informatie over
de betekenis van deze foutcodes.
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de
monitor aan op een andere monitorconnector op de computer (indien aanwezig). Of sluit tijdelijk een andere monitor aan waarvan u weet dat deze goed functioneert.
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer
met een andere kabel aan op de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert
u deze hardware om te zien of de computer dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert
u deze software om te zien of de computer dan wel goed werkt.
Start de computer op in de Veilige modus van Windows om te
zien of de computer kan worden opgestart wanneer niet alle stuurprogramma’s worden geladen. Kies bij het opstarten van het besturingssysteem de optie om gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.
Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning
op de website
Zie “Tips” in deze handleiding voor meer informatie.
Start de cd Restore Plus! om het oorspronkelijke besturingssysteem
www.hp.nl/support.
en de in de fabriek geïnstalleerde software te herstellen.
VOORZICHTIG: Wanneer u de cd Restore Plus! uitvoert, worden alle
Ä
gegevens op de vaste schijf gewist.
HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf online op te lossen. Als u contact wilt opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP, gebruikt u de online chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition
www.hp.com/go/ispe.
via:
Bezoek het Business Support Center (BSC) op
www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online informatie, software,
stuurprogramma’s, aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP gebruikers en HP experts.
2–2 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP ondersteuning, houd dan rekening met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
Noteer tevoren de serienummers van de computer en de monitor,
alsmede het productidentificatienummer.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met
de ondersteuningsmedewerker op te lossen.
Verwijder alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.
Verwijder alle software die onlangs is geïnstalleerd.
Start de cd Restore Plus!.
VOORZICHTIG: Wanneer u de cd Restore Plus! uitvoert, worden alle
Ä
gegevens op de vaste schijf gewist.
Neem contact op met een HP Business Partner voor verkoopinformatie
en garantie-uitbreidingen (HP Care Pack Services).

Tips

Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt:
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend
stopcontact zijn aangesloten.
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje brandt.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje van de monitor brandt.
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het
scherm te donker is.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een
geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn
aangesloten.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–3
Problemen oplossen
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het
toetsenbord te drukken of door de aan/uit-knop in te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om de computer weer aan te zetten. Als het systeem niet uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup de optie voor automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de computer niet opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart
of een andere optie heeft geïnstalleerd die niet compatibel is met Plug and Play. Zie “Problemen bij de installatie van hardware
oplossen” voor meer informatie.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma’s zijn
geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart
(diskette, cd of USB-apparaat) voordat u de computer inschakelt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het
besturingssysteem dat in de fabriek is geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd
(geïntegreerd of een PCI- of PCI-Express-adapter; PCI-Express is alleen op bepaalde modellen beschikbaar) en er één monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de bron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten, zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup instellen welke bron de standaard VGA-adapter is.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact,
Ä
is er altijd spanning aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, zodat u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.
2–4 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen

Algemene problemen oplossen

Het is mogelijk dat u de kleine problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf kunt oplossen. Neem contact op met een HP Business Partner als het probleem blijft optreden, als u niet in staat bent het te verhelpen of als u dit liever niet zelf doet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Problemen oplossen
De computer gaat niet aan.
De kabels voor aansluiting op een externe voedingsbron zitten los.
De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer is niet ingesteld op het juiste voltage (115 V of 230 V).
Er is een defecte PCI-kaart geïnstalleerd.
Een voedings- of gegevenskabel van een schijfeenheid is niet goed aangesloten.
De maximale bedrijfstemperatuur is overschreden. De ventilator is misschien geblokkeerd.
Zorg dat de kabels tussen de computer en de externe voedingsbron goed zijn aangesloten en controleer of er spanning is op het stopcontact.
Selecteer de juiste netspanning.
Verwijder eventuele uitbreidingskaarten die u zojuist heeft geïnstalleerd.
Sluit deze kabels goed aan.
1. De computer staat in een extreem warme omgeving. Laat de computer afkoelen.
2. Zorg dat de ventilatieopeningen van de computer niet worden geblokkeerd en controleer of de interne ventilator goed werkt.
3. Neem contact op met een HP Business Partner.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–5
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren vanuit de standbystand,
Ä
houd dan de aan/uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
De weergave van datum en tijd is niet juist.
De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet.
De computer is in de standbystand.
Het toetsenbord of de muis is niet op de computer aangesloten.
Het systeem is vastgelopen.
De batterij van de real-timeklok moet wellicht worden vervangen.
Als u de computer
op een werkend stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de batterij van de real-timeklok verlengen.
1. Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.
2. Neem het netsnoer uit het stopcontact.
Druk kort op de aan/uit-knop om de computer te activeren.
Sluit de kabels van het toetsenbord en de muis aan op de computer.
Start de computer opnieuw op.
Stel eerst de datum en de tijd opnieuw in via het Configuratiescherm (u kunt hiervoor ook Computer Setup gebruiken). Als het probleem blijft optreden, vervangt u de batterij van de real-timeklok. Raadpleeg de Handleiding voor de hardware op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics voor informatie over het installeren van een nieuwe batterij.
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijltoetsen op het toetsenbord.
2–6 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Mogelijk is Num Lock geactiveerd.
Druk op de Num Lock-toets. U kunt de pijltoetsen alleen gebruiken wanneer het Num Lock-lampje NIET brandt. De Num Lock-toets kan met Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het prestatieniveau is erg laag.
De processor is te heet. 1. Zorg dat de luchtaanvoer naar de
computer niet wordt geblokkeerd. Laat voor de benodigde ventilatie aan alle geventileerde zijden van de computer en de monitor ruim 10 cm ruimte vrij.
2. Controleer of de ventilatoren zijn aangesloten en goed werken (sommige ventilatoren werken alleen bij behoefte).
3. Controleer of het koelelement van de processor goed is bevestigd.
De vaste schijf is vol. Verplaats gegevens van de vaste schijf
naar een ander opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
Er is weinig geheugen
Voeg extra geheugen toe.
beschikbaar.
De vaste schijf is
Defragmenteer de vaste schijf.
gefragmenteerd.
Een eerder uitgevoerd
Start de computer opnieuw op. programma heeft het toegewezen geheugen niet vrijgegeven.
Er is een virus aanwezig
Voer een antivirusprogramma uit. op de vaste schijf.
Er zijn teveel applicaties geopend.
1. Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
2. Voeg extra geheugen toe.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–7
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het prestatieniveau is erg laag.
(vervolg)
Leeg scherm (geen beeld).
Sommige applicaties, met name spelletjes, vormen een zware belasting voor het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak. Start de computer opnieuw op.
De monitor staat niet aan en het aan/uit-lampje van de monitor brandt niet.
De kabels zijn niet goed aangesloten.
Er is mogelijk een hulpprogramma geïnstalleerd dat het beeld van het scherm wist, of de functie voor energiebesparing is ingeschakeld.
1. Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2. Voeg extra geheugen toe.
3. Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
Zet de monitor aan en controleer of het lampje van de monitor brandt.
Controleer de aansluiting van de monitor op de computer en op het stopcontact.
Druk op een willekeurige toets of klik met de muis. Typ vervolgens uw wachtwoord, indien hierom wordt gevraagd.
De computer is in de standbystand.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren vanuit de standbystand,
Ä
houd dan de aan/uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
2–8 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Druk kort op de aan/uit-knop om de computer te activeren.
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
Leeg scherm (geen beeld).
(vervolg)
Het aan/uit-lampje knippert en de computer gaat niet aan.
U gebruikt een monitor met vaste synchronisatie en deze synchronisatie werkt
Controleer of de monitor de horizontale verversingsfrequentie van de ingestelde resolutie ondersteunt.
niet bij de gekozen resolutie.
De VGA/BNC-schakelaar op de monitor (bij bepaalde modellen)
Stel de keuzeschakelaar zodanig in dat de instelling overeenkomt met de kabelaansluiting.
is niet goed ingesteld.
De monitor is defect. Probeer een andere monitor.
Er is een interne fout opgetreden en het lampje geeft een foutcode weer.
Raadpleeg “Diagnoselampjes en
geluidssignalen” voor informatie over
de betekenis van de foutcode.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–9
Problemen oplossen

Problemen bij de installatie van hardware oplossen

Wanneer u een extra schijfeenheid, een uitbreidingskaart of andere hardware toevoegt of verwijdert, kan het nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Als u een Plug and Play-apparaat installeert, wordt dit apparaat door Windows XP Home/Professional automatisch herkend, waarna de configuratie wordt bijgewerkt. Als u een apparaat installeert dat niet compatibel is met Plug and Play, is het noodzakelijk de computer na installatie van de nieuwe hardware opnieuw te configureren. In Windows XP Home/Professional gebruikt u hiervoor de Wizard Hardware toevoegen. Volg de instructies van de wizard die op het scherm worden weergegeven.
Probleem Oorzaak Oplossing
Nieuwe apparatuur wordt niet herkend als onderdeel van het systeem.
Een apparaat is niet goed geïnstalleerd of aangesloten.
Kabels van nieuwe externe apparatuur zitten los of netsnoeren zijn niet aangesloten.
Het nieuwe apparaat is niet ingeschakeld.
U heeft de wijzigingen in de configuratie niet geaccepteerd toen het systeem u hierover informeerde.
Controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de pinnen van de connector niet verbogen zijn.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en of de pinnen van de kabel of de connector niet verbogen zijn.
Schakel de computer uit, schakel het externe apparaat in en schakel vervolgens de computer weer in om het apparaat in het systeem te integreren.
Start de computer opnieuw op en volg de instructies voor het accepteren van de wijzigingen.
2–10 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
Nieuwe apparatuur wordt niet herkend als onderdeel van het systeem.
(vervolg)
Een Plug and Play-kaart wordt mogelijk niet automatisch geconfigureerd als de standaardconfiguratie een conflict met andere apparaten veroorzaakt.
De computer start niet op. Er zijn verkeerde
geheugenmodules geïnstalleerd of er zijn geheugenmodules op de verkeerde locatie geplaatst.
Gebruik Apparaatbeheer van Windows XP om de automatische instellingen voor de kaart uit te schakelen en een basisconfiguratie te kiezen die geen conflict met systeembronnen veroorzaakt. U kunt ook Computer Setup gebruiken om apparaten opnieuw te configureren of uit te schakelen en zodoende het conflict op te lossen.
1. Raadpleeg de documentatie bij de computer om te controleren of u de juiste geheugenmodules gebruikt en of deze modules op de juiste manier zijn geïnstalleerd.
2. Let op de geluidssignalen en op de lampjes aan de voorkant van de computer. Zie
“Diagnoselampjes en geluidssignalen” voor informatie
over mogelijke oorzaken.
3. Als u het probleem ondanks de voorgaande tips niet kunt oplossen, neemt u contact op met een HP Business Partner.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–11
Problemen oplossen

Diagnoselampjes en geluidssignalen

In dit gedeelte komen de codes aan bod die via lampjes op het voorpaneel worden weergegeven, evenals de geluidssignalen die mogelijk vóór of tijdens de POST (zelftest van de computer als deze wordt opgestart) worden weergegeven en waar niet altijd een foutcode of tekstbericht bij hoort.
Als u ziet dat er lampjes knipperen op een PS/2-toetsenbord, kijkt u of
er ook lampjes knipperen op het voorpaneel van de computer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis van de codes die door de lampjes op het voorpaneel worden aangegeven.
De aanbevolen handelingen in de onderstaande tabel worden
genoemd in de volgorde waarin ze moeten worden uitgevoerd.
Vervang de systeemkaart of de voedingseenheid alleen als uiterste
redmiddel.
2–12 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen
Problemen oplossen
Activiteit
Groen aan/uit-lampje brandt.
Groen aan/uit-lampje knippert elke twee seconden.
Geluids­signalen
Geen. De computer is
Geen. De computer staat
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
ingeschakeld.
in de slaapstand Suspend to RAM (Alles behalve RAM uitschakelen; alleen beschikbaar op bepaalde modellen) of in de normale standbystand.
U hoeft niets te doen.
Druk op een toets of beweeg de muis als u de computer wilt activeren.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–13
Problemen oplossen
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (Vervolg)
Activiteit
Groen aan/uit-lampje brandt gedurende vier seconden en gaat dan één seconde uit.
Geluids­signalen
Geen. De
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF het geheel van
koelelement met ventilator is niet goed bevestigd aan de processor.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de computer niet worden geblokkeerd en of de processorventilator werkt.
2. Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is aangesloten op de systeemkaart. Controleer of de ventilator stevig op zijn plaats zit.
3. Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats zit, maar toch niet draait, vervangt u de ventilator.
4. Verwijder het koelelement van de processor en plaats het koelelement vervolgens weer terug. Controleer of het geheel van ventilator met koelelement goed op zijn plaats zit.
5. Neem contact op met een HP Business Partner.
2–14 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (Vervolg)
Problemen oplossen
Activiteit
Het groene aan/uit-lampje knippert vijf keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden. De geluidssignalen worden in totaal vijf keer weergegeven. De lampjes blijven knipperen totdat het probleem is opgelost.
Het groene aan/uit-lampje knippert zes keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden. De geluidssignalen worden in totaal vijf keer weergegeven. De lampjes blijven knipperen totdat het probleem is opgelost.
Geluids­signalen
5 Het geheugen
6De grafische
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
is defect (gedetecteerd voordat video actief wordt).
kaart is defect (gedetecteerd voordat video actief wordt).
1. Verwijder de DIMM’s en plaats deze opnieuw. Zet de computer aan.
2. Vervang de DIMM’s een voor een om te bepalen welke module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Druk de grafische kaart stevig aan. Zet de computer aan.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller vervangt u de systeemkaart.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–15
Problemen oplossen
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (Vervolg)
Activiteit
Het groene aan/uit-lampje knippert zeven keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden. De geluidssignalen worden in totaal vijf keer weergegeven. De lampjes blijven knipperen totdat het probleem is opgelost.
Het groene aan/uit-lampje knippert acht keer met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden. De geluidssignalen worden in totaal vijf keer weergegeven. De lampjes blijven knipperen totdat het probleem is opgelost.
Er klinken twee geluidssignalen wanneer het wachtwoord wordt ingevoerd.
Geluids­signalen
7 De systeemkaart
8Het ROM is defect
2Het wachtwoord
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
is defect (gedetecteerd voordat video actief wordt).
(checksum incorrect).
is incorrect.
Vervang de systeemkaart.
1. Flash het systeem-ROM met het nieuwste BIOS-image.
2. Vervang de systeemkaart.
Voer het juiste wachtwoord in.
2–16 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (Vervolg)
Problemen oplossen
Activiteit
Er klinkt één geluidssignaal wanneer het wachtwoord wordt ingevoerd.
Het systeem gaat niet aan en er branden geen lampjes.
Geluids­signalen
1Het juiste
Geen. Het systeem kan
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
wachtwoord is ingevoerd.
niet worden gestart.
U hoeft niets te doen.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen oplicht, doet u het volgende:
1. Controleer of de spanningsschakelaar aan de achterkant van de voedingseenheid op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2. Verwijder de uitbreidingskaarten een voor een, totdat het lampje 5 V_aux op de systeemkaart gaat branden.
3. Vervang de systeemkaart.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–17
Problemen oplossen
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (Vervolg)
Activiteit
Het systeem gaat niet aan en er branden geen lampjes.
(vervolg)
Geluids­signalen
Geen. Het systeem kan
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
niet worden gestart.
OF Druk op de aan/uit-knop en houd
deze kort (minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu NIET groen oplicht, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op een werkend stopcontact.
2. Open het chassis en controleer of de eenheid met de aan/uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3. Controleer of beide voedingskabels goed op de systeemkaart zijn aangesloten.
4. Controleer of het lampje 5 V_aux op de systeemkaart brandt. Als dit lampje brandt, vervangt u de eenheid met de aan/uit-knop.
5. Als het lampje 5 V_aux op de systeemkaart niet brandt, vervangt u de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
2–18 www.hp.nl Handleiding Problemen oplossen
Problemen oplossen

Software herstellen

U kunt het Windows-besturingssysteem en de software in de oorspronkelijke staat terugbrengen met behulp van de cd Restore Plus!. Raadpleeg de documentatie bij de cd Restore Plus! voor instructies over het werken met deze cd.
Indien onverhoopt de stroom uitvalt tijdens de installatie van
het besturingssysteem, gebruikt u de cd Restore Plus! om het besturingssysteem te installeren.

Contact opnemen met een HP Business Partner

Neem voor ondersteuning en service contact op met een geautoriseerde HP Business Partner. Op de website over HP Business Partners bij u in de buurt.
Vergeet niet de instel- en opstartwachtwoorden door te geven als
u de computer ter reparatie aanbiedt bij een HP Business Partner.
www.hp.nl vindt u informatie
Raadpleeg de garantieverklaring of de lijst met telefoonnummers
op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics voor informatie over technische ondersteuning.
Handleiding Problemen oplossen www.hp.nl 2–19
Loading...