De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie,
aanpassing of vertaling van dit materiaal is
verboden zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard, met
uitzondering van wat is toegestaan onder
de wet op de auteursrechten.
De enige garanties voor HP-producten en
diensten zijn vermeld in de expliciete
garantieverklaring die de producten en
diensten vergezellen. Geen enkele melding
in dit document kan worden beschouwd als
bijkomende garantie. HP kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
technische of redactionele fouten of
weglatingen in dit document.
Dankbetuigingen
Microsoft, Windows, Windows XP,
Windows Vista, Windows 7 en Windows 8
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten.
ENERGY STAR en het ENERGY STARlogo zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van
dit product. Op deze manier beperkt u het
risico van verwondingen door brand of
elektrische schokken.
1. Lees en begrijp alle instructies in de
documentatie bij uw printer.
2. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het product zijn
aangegeven.
3. Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact voordat u dit apparaat gaat
reinigen.
4. Installeer en gebruik het product niet in
de nabijheid van water of wanneer u nat
bent.
5. Installeer het product op een stevig,
stabiel oppervlak.
6. Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan trappen
of erover kan struikelen en het netsnoer
niet wordt beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren werkt,
raadpleeg dan
op pagina 101.
8. U mag zelf geen onderdelen repareren.
Voor reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden dient u contact
op te nemen met een bevoegd technicus.
Een probleem oplossen
Inhoudsopgave
1 Aan de slag ....................................................................................................................................................... 1
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren ................................................................ 11
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken ........................................................... 12
Tips voor de keuze en het gebruik van papier ................................................................... 13
Een origineel op de glasplaat plaatsen .............................................................................................. 14
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen ................................................... 15
Plaats papier ...................................................................................................................................... 16
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen ........................................................ 16
Enveloppen plaatsen ......................................................................................................... 16
Kaarten en fotopapier plaatsen .......................................................................................... 17
8 Een probleem oplossen ................................................................................................................................ 101
Test Faxinstallatie ............................................................................................................................ 239
Bijlage D Netwerkinstallatie ............................................................................................................................. 240
De printer instellen voor draadloze communicatie ........................................................................... 241
Voordat u begint .............................................................................................................. 241
De printer instellen op uw draadloos netwerk .................................................................. 242
Printer configureren via de printersoftware van HP ........................................ 242
De printer aansluiten met de wizard Draadloze installatie .............................. 242
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS) ....................... 242
De printer aansluiten door middel van de drukknopmethode ......... 243
De printer aansluiten met de PIN-methode .................................... 243
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS) ....................... 244
De verbindingsmethode wijzigen ..................................................................................... 244
Een Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding ...................... 245
Wijzig de verbinding van een USB-verbinding in een draadloze verbinding ... 245
Draadloze verbinding wijzigen in een USB- of Ethernet-verbinding ................ 245
De draadloze verbinding testen ....................................................................................... 245
Richtlijnen om de beveiliging van het draadloos netwerk te gara
Over cookies .................................................................................................................... 258
De geïntegreerde webserver openen .............................................................................. 258
Bijlage F Hoe kan ik? ....................................................................................................................................... 260
Bijlage G Fouten (Windows) ............................................................................................................................ 261
Inkt bijna op ...................................................................................................................................... 265
Probleem met de cartridge ....................................................................................................
De inktcartridge vervangen .............................................................................................................. 267
Klep van de automatische documentinvoer is open ......................................................................... 298
Probleem met inktsysteem ............................................................................................................... 299
Index ................................................................................................................................................................. 300
xviNLWW
1Aan de slag
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Toegankelijkheid
●
HP EcoSolutions (HP en het milieu)
●
De onderdelen van de printer kennen
●
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
●
HP Digital Solutions
●
Papierformaat selecteren
●
Een origineel op de glasplaat plaatsen
●
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
●
Plaats papier
●
Geheugenapparaat plaatsen
●
De accessoires installeren
●
Onderhoud van de printer
●
De printer bijwerken
●
De HP printersoftware openen (Windows)
●
De printer uitschakelen
●
OPMERKING:Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP Starter Edition,
Windows Vista Starter Edition, Windows 7 Starter Edition of Windows 8 Starter Edition, zijn bepaalde
functies mogelijk niet beschikbaar. Zie
Systeemvereisten op pagina 173 voor meer informatie.
NLWW1
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met
bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer is geleverd, is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of
verminderd zicht door gebruik van de toegankelijkheidsopties en -functies van uw besturingssysteem.
Ook ondersteunt de software de meeste technologische hulpprogramma's zoals schermlezers,
braillelezers en spraak‑naar‑tekst‑toepassingen. Voor gebruikers die kleurenblind zijn, beschikken de
gekleurde knoppen en tabs in de HP-software over tekstlabels en pictogrammen die de vereiste actie
aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software worden uitgevoerd
via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de toegankelijkheidsopties van
Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en MouseKeys. De printerkleppen, knoppen,
papierladen en papiergeleiders kunnen bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility .
www.hp.com/accessibility .
2Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
HP EcoSolutions (HP en het milieu)
Hewlett-Packard richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en
het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor.
Programma voor milieubeheer op pagina 194 voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP
Zie
volgt tijdens het productieproces. Bezoek
milieu-initiatieven die HP neemt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Stroom beheren
●
Printerbenodigdheden optimaliseren
●
Stroom beheren
Om elektriciteit te besparen, bevat de printer de volgende functies:
Slaapstand
www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de
In slaapstand wordt het stroomverbruik verminderd. Na de eerste installatie van de printer, gaat de
printer na 5 minuten inactiviteit automatisch naar de slaapstand.
Tijd naar Slaapstand instellen
▲
Raak op het bedieningspaneel van de printer
vervolgens de gewenste optie aan.
OPMERKING:Als u uw land of provincie wijzigt op het bedieningspaneel van de printer, dan zal de
tijd tot slaapstand automatisch worden ingesteld op standaard, dit is 5 minuten.
Planning Aan en Uit
Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden waarop u de printer
automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld de printer instellen om zichzelf in te
schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart
u energie tijdens de nacht en de weekends.
De functie Planning Aan en Uit van de printer configureren
▲
Raak op het bedieningspaneel van de printer
en stel vervolgens de tijd in waarop de printer moet worden in- en uitgeschakeld.
VOORZICHTIG:HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te
voorkomen. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
(Ecoknop) aan, raak Slaapstand aan en raak
(Ecoknop) aan, raak Schema Aan en Uit aan
Printerbenodigdheden optimaliseren
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende doen:
NLWWHP EcoSolutions (HP en het milieu)3
Recycle gebruikte, originele HP inktcartridges via HP Planet Partners. Bezoek
●
recycle voor meer informatie.
Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. Als de printer een
●
HP-accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) heeft, raadpleegt u
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) op pagina 40. Anders kunt u eerst alleen
de oneven genummerde pagina’s afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de
even genummerde pagina’s afdrukken.
Bespaar inkt en papier bij het afdrukken van webinhoud met HP Smart Print. Ga voor meer
●
informatie naar
Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt.
●
Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van
●
de cartridges.
www.hp.com/go/smartprint.
www.hp.com/
4Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vooraanzicht
●
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
●
Achteraanzicht
●
Vooraanzicht
1Automatische documentinvoer (ADF)
2Venster van het bedieningspaneel
3Bedieningspaneel
4USB-poort (Universal Serial Bus) voorzijde
5Invoerlade
6Verlengstuk van uitvoerlade
7Uitvoerlade
8Aan/uit-knop
9Scannerglasplaat
10Documentinvoerlade
11Papiergeleiders
NLWWDe onderdelen van de printer kennen5
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
1Toegangsklep voor de inktcartridge
2Inktcartridges
3Printkop
OPMERKING:De printerbenodigdheden moeten in de printer blijven, om mogelijke problemen met
de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden geen
langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
Achteraanzicht
1Faxpoort (1-LINE)
2Faxpoort (2-EXT)
3USB-poort (Universal Serial Bus) achterzijde
4Ethernet-netwerkpoort
5Stroomaansluiting
6Toegangspaneel aan achterkant
6Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht knoppen en lampjes
●
Schermpictogrammen bedieningspaneel
●
Printerinstellingen wijzigen
●
Overzicht knoppen en lampjes
In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een kort overzicht van de functies op
het bedieningspaneel van de printer.
LabelNaam en beschrijving
1Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2Scherm van bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
bedieningspaneel op pagina 7 voor meer informatie over de pictogrammen die op het scherm worden weergegeven.
3Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
4Lampje draadloos: het lampje voor wifi is standaard uitgeschakeld. Zie
op pagina 143 voor meer informatie over het lampje voor wifi.
5Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
6Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
7Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
8Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
Draadloze basisproblemen oplossen
Schermpictogrammen bedieningspaneel
PictogramDoel
Toont dat er een vaste netwerkverbinding beschikbaar is en biedt ook eenvoudige toegang tot het
statusscherm van het netwerk.
Schermpictogrammen
NLWWHet bedieningspaneel van de printer gebruiken7
PictogramDoel
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De signaalsterkte wordt
aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de infrastructuurmodus. Het biedt ook
eenvoudige toegang tot het statusscherm van het netwerk. Zie De printer instellen voor draadloze
communicatie op pagina 241 voor meer informatie.
Dit pictogram toont een scherm waarin u meer ontdekt over de printerfuncties die u helpen om energie
en grondstoffen te sparen om zo de impact van uw printerkeuzes op het milieu te beperken.
TIP: U kunt de instellingen configureren voor bepaalde functies van dit venster.
Dit pictogram geeft aan dat HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint op pagina 90 voor meer
informatie.
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt selecteren.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of scaninstellingen te wijzigen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te werken.
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt aanpassen.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere onderhoudsinstellingen te
wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm.
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt weergegeven,
waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
OPMERKING: De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor
uw planning Overweeg om een nieuwe cartridge aan te schaffen op het moment dat het bericht
verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges
niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch
antwoorden of aan om aan- of uit te schakelen. Zie
antwoorden) op pagina 75 voor meer informatie.
Printerinstellingen wijzigen
De antwoordmodus instellen (automatisch
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en de instellingen van de printer te wijzingen,
afdrukrapporten af te drukken of het helpgedeelte van de printer te raadplegen.
TIP:Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen ook wijzigen met
HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HP-printersoftware, het HP-hulpprogramma
(Mac OS X) of de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Hulpprogramma's printerbeheer
op pagina 255 voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
8Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De modus selecteren
●
Een andere modus selecteren
●
De instellingen van een modus wijzigen
●
Printerinstellingen wijzigen
●
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi voor de printer
weer.
Raak de
vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Volg de opdrachten op het
scherm van het bedieningspaneel om de taak te voltooien. Het scherm van het bedieningspaneel
keert terug naar het hoofdmenu wanneer de taak is voltooid.
(Pijl naar links) of de (Pijl naar rechts) aan om de beschikbare modi te bekijken en raak
Een andere modus selecteren
Raak de knop (Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak de (Pijl naar links) of
(Pijl naar rechts) aan om door de beschikbare modi te bladeren en raak vervolgens het pictogram aan
om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1.Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltjestoetsen aan om door de beschikbare
instellingen te bladeren. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt wijzigen.
2.Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan Gereed aan.
OPMERKING:Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar
zijn in het scherm Instellingen:
1.Raak
2.Raak de pijltjestoetsen aan om door de schermen te scrollen.
3.Raak de schermitems aan om de schermen of opties te selecteren.
OPMERKING:Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
NLWWHet bedieningspaneel van de printer gebruiken9
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
HP Digital Solutions
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het vereenvoudigen en
stroomlijnen van uw werk.
HP Digital Scan (Scannen naar computer en scannen naar e-mail)
●
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
●
HP Digital Scan (Scannen naar computer en scannen naar e-mail)
Bij gebruik van deze printer kunt u gewoon naar het apparaat stappen, de opties op het
bedieningspaneel van de printer selecteren en documenten rechtstreeks naar een computer scannen
of ze snel als e-mailbijlagen delen met zakenpartners.
Scannen op pagina 45 voor meer informatie.
Zie
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
Verlies nooit meer belangrijke faxen in een stapel papier!
Gebruik Faxen naar pc en Faxen naar Mac om automatisch uw faxen op uw computer te ontvangen
en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u gemakkelijk digitale kopieën van uw
faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels papieren bestanden. Daarnaast kunt u
het afdrukken van faxen helemaal uitzetten - dit bespaart papier- en inktkosten en helpt
papierverbruik en -afval te verminderen.
Raadpleeg
Mac) op pagina 69 voor meer informatie.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar
10Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Papierformaat selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor
kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden
van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP
www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal.
op
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van
alledaagse documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door
derden getest om te voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en
afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere, levendige kleuren,
donkerder zwart, en droger sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar
papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote
papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
●
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
●
Tips voor de keuze en het gebruik van papier
●
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze
bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel papier
HP Brochure- en Flyerpapier
HP Tri-fold-brochurepapier
HP Premium Presentatiepapier
HP Professioneel papier
HP Helderwit inkjetpapierHP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor dubbelzijdig
afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de productie van marketingmateriaal van
professionele kwaliteit, zoals brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de
omslagen van bedrijfsrapporten en kalenders.
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is perfect voor presentaties,
voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een
indrukwekkende hoogwaardige uitstraling.
papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor
nieuwsbrieven, rapporten en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP-afdrukpapierHP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee maakt u
documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier of
kopieerpapier zijn afgedrukt. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder
zwart en levendiger kleuren.
HP Office papierHP Office papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor kopieën,
schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Met ColorLok-technologie voor
minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren.
NLWWPapierformaat selecteren11
HP Office Gerecycled papierHP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met
30% gerecyclede vezels. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder
zwart en levendiger kleuren.
HP Premium Plus fotopapierHP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele
kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en
met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Advanced fotopapierDit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar
in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm
(5 x 7 inch), A3 en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat).
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday FotopapierDruk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken
van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te
verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met
semi-glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4 x 6 inch en 10 x 15 cm. Het is zuurvrij
voor duurzame documenten.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com. Ga naar
Producten & diensten kopen en selecteer Inkt & Toner.
OPMERKING:Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het
Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze
bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet
beschikbaar zijn.
HP Premium Plus fotopapierHP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele
kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en
met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Geavanceerd fotopapierDit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar
in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm
(5 x 7 inch), A3 en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat).
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
12Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
HP Everyday FotopapierDruk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken
van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te
verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met
semi-glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Photo Value Packs:HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van HP en HP
Geavanceerd fotopapier bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te
denken over het afdrukken van betaalbare professionele foto's met uw HP-printer.
Originele HP-inkt en HP Advanced fotopapier zijn op elkaar afgestemd zodat de
levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's steeds weer levendig zijn. Zeer
geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men
kan delen.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com. Ga naar
Producten & diensten kopen en selecteer Inkt & Toner.
OPMERKING:Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het
Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van papier
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd papier dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
●
op pagina 174 voor meer informatie.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische documentinvoer (ADF).
●
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
●
op pagina 16 of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
op pagina 15 voor meer informatie.
Papierspecificaties
Plaats papier
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie
●
Plaats papier op pagina 16 of Een origineel
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u
●
de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed
◦
absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦
Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
◦
NLWWPapierformaat selecteren13
Een origineel op de glasplaat plaatsen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te
plaatsen.
OPMERKING:Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon
zijn. Zie
OPMERKING:Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer
optilt.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1.Til de scannerklep op.
2.Plaats uw origineel met afgedrukte zijde naar beneden zoals hieronder afgebeeld.
Onderhoud van de printer op pagina 22 voor meer informatie.
TIP:Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen
van originelen.
3.Sluit de klep.
14Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen
U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de automatische documentinvoer (ADF)
te plaatsen.
VOORZICHTIG:Plaats geen foto's in de ADF; als u dat toch doet kunnen uw foto's beschadigd
raken. Gebruik alleen papier dat door de printer wordt ondersteund. Zie
gebruik van papier op pagina 13 voor meer informatie.
OPMERKING:Alleen enkelzijdige documenten kunnen worden gescand, gekopieerd of gefaxt met
de ADF. ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten.
OPMERKING:Documenten van B-formaat kunnen niet worden gescand, gekopieerd of gefaxt met
de ADF.
OPMERKING:Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina, werken niet
wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de glasplaat leggen.
Een origineel in de ADF plaatsen
Tips voor de keuze en het
Gebruik deze stappen om een document in de ADF te plaatsen.
1.Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
a.Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats de pagina's dan
zo dat de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd. Wanneer u een origineel
document plaatst in liggende afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van
het document eerst wordt ingevoerd.
b.Schuif het papier in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon hoort of een
bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
TIP:Raadpleeg het diagram in de ADF voor hulp bij het laden van originelen in de
documentinvoerlade.
2.Verschuif de papiergeleiders tot deze tegen de linker- en rechterrand van het papier aankomen.
NLWWEen origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen15
Plaats papier
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
●
Enveloppen plaatsen
●
Kaarten en fotopapier plaatsen
●
aangepast papierformaat
●
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1.Trek de uitvoerlade naar boven.
2.Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
OPMERKING:Als het papier te lang is, moet u de invoerlade uittrekken om deze langer te
maken.
3.Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar
beneden.
Zorg ervoor dat de stapel papier zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt.
OPMERKING:Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Schuif de papiergeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken.
5.Klap de uitvoerlade naar beneden.
6.Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
16Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
1.Trek de uitvoerlade naar boven.
2.Schuif de papierbreedtegeleiders in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
OPMERKING:Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit.
3.Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de lade aangeeft.
OPMERKING:Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Schuif de papiergeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken.
5.Klap de uitvoerlade naar beneden.
6.Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Gebruik deze instructies om fotopapier en kaarten te plaatsen.
1.Trek de uitvoerlade naar boven.
2.Schuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
OPMERKING:Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit.
3.Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in de lade.
Zorg ervoor dat de stapel papier zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt. Als het fotopapier een tab langs de rand heeft, zorg er dan voor dat
de tab naar de voorkant van de printer wijst.
OPMERKING:Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Schuif de papiergeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken.
5.Klap de uitvoerlade naar beneden.
NLWWPlaats papier17
6.Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
aangepast papierformaat
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
VOORZICHTIG:Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de
printer. Zie
1.Trek de uitvoerlade naar boven.
2.Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Papierspecificaties op pagina 174 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit.
3.Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in de lade.
Zorg ervoor dat de stapel papier zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de lijnmarkering
in de lade niet overschrijdt.
OPMERKING:Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4.Schuif de papiergeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken.
5.Klap de uitvoerlade naar beneden.
6.Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
18Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Geheugenapparaat plaatsen
Gebruik de USB-poort vooraan de printer, u kunt een USB-opslagapparaat aansluiten. U kunt ook
bestanden van het opslagapparaat overbrengen naar uw computer of bestanden scannen van de
USB-stick naar de printer.
VOORZICHTIG:Als u een USB-stick probeert te verwijderen terwijl deze wordt gelezen, kan dit de
bestanden op de stick beschadigen. U kunt een USB-stick alleen veilig verwijderen als het
statuslampje niet knippert.
OPMERKING:De printer ondersteunt geen gecodeerde USB-sticks.
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat op pagina 182 voor meer info over de USB-sticks die u
met de printer kunt gebruiken.
Verbinden met een USB-stick
Sluit de USB-stick aan op de USB-poort aan de achterzijde van de printer.
▲
OPMERKING:Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of als de
connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een USB-verlengkabel
kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
NLWWGeheugenapparaat plaatsen19
De accessoires installeren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule).
●
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
●
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule).
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden
(dubbelzijdig afdrukken) op pagina 40 voor informatie over het gebruik van de duplexeenheid.
U installeert u de duplexeenheid als volgt:
Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer totdat de eenheid vastklikt. Druk bij de
installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar gebruik de knoppen
alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
Accessoires inschakelen (Windows)
●
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
●
Accessoires inschakelen (Windows)
1.Klik op Start en klik vervolgens op Printers, Printers en Faxapparaten, of Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, Bedieningspaneel en dubbelklik vervolgens op Printers.
-of-
Klik op het scherm Start op Bedieningspaneel, en klik vervolgens op Apparaten en printers
weergeven.
2.Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen.
3.Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op het accessoire dat u wilt inschakelen, klik in
het vervolgmenu op Geïnstalleerd en klik vervolgens op OK.
20Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Mac OS X schakelt in het printerstuurprogramma automatisch alle accessoires in wanneer u de
printersoftware installeert. Neem de volgende stappen als u later een nieuw accessoire toevoegt:
1.Open Systeemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen of Afdrukken en scannen.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op Opties en benodigdheden.
3.Klik op het tabblad Driver.
4.Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.
NLWWDe accessoires installeren21
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer optimaal blijft
functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.
De glasplaat van de scanner reinigen
●
De buitenkant reinigen
●
De automatische documentinvoer reinigen.
●
Herstellen van standaardinstellingen
●
De glasplaat van de scanner reinigen
OPMERKING:Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of
het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben
op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1.Zet de printer uit. Raadpleeg
2.Til de scannerklep op.
3.Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een
zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog de glasplaat met een droge, zachte en pluisvrije
doek.
VOORZICHTIG:Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen.
Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en
koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen.
Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van
de scanner.
De printer uitschakelen op pagina 27 voor meer informatie.
VOORZICHTIG:Spuit de glasreiniger niet rechtstreeks op de glasplaat van de scanner.
Wanneer u teveel product gebruikt, kan het onder de glasplaat van de scanner doorlekken en de
scanner beschadigen.
4.Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
22Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De buitenkant reinigen
WAARSCHUWING!Voor u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken op (Aan/uit)knop. Trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer
terechtkomen.
De automatische documentinvoer reinigen.
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon
papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen. Til de klep van de
automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het
scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1.Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2.Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
1Klep van de automatische documentinvoer
2Rollen
3Scheidingskussen
3.Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit
de doek.
4.Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
OPMERKING:Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd
water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5.Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
Herstellen van standaardinstellingen
In dit gedeelte wordt u uitgelegd hoe u de printer terug kunt instellen op de fabrieksinstellingen.
NLWWOnderhoud van de printer23
1.Raak (Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2.Raak Hulpprogramma'sNetwerk aan, en raak vervolgens Standaardnetwerkinstellingen
herstellen aan.
24Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De printer bijwerken
HP werkt er altijd aan om de prestaties van zijn printers te verbeteren en u de laatste functies te
bieden. Als de printer is aangesloten op een netwerk en als Webservices is ingeschakeld, kunt u
controleren op printerupdates en deze installeren.
Gebruik een van de volgende methoden om de printer bij te werken:
Werk de printer bij via de geïntegreerde webserver (EWS)
●
Update de printer met het bedieningspaneel van de printer
●
Werk de printer bij via de geïntegreerde webserver (EWS)
1.Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver op pagina 258 voor meer informatie.
2.Klik op de tab Webservices.
3.Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Productupdate en op Nu controleren, en volg de
instructies op het scherm.
4.Als de optie Productupdate niet beschikbaar is, volg dan deze instructies:
a.In het gedeelte Instellingen webservices klikt u op Installatie, dan op Doorgaan en volgt u
de instructies op het scherm.
b.Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren op updates
en deze te installeren.
OPMERKING:Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden
en installeren en vervolgens opnieuw opstarten.
OPMERKING:Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxyinstellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u
niet beschikt over de details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die
het netwerk heeft ingesteld.
Update de printer met het bedieningspaneel van de printer
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer de
Instellingen aan en raak vervolgens Printerupdateaan.
2.Raak Productupdate zoeken aan en volg de instructies op het scherm.
De printer automatisch laten zoeken naar updates:
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer de
Instellingen aan en raak vervolgens Printerupdateaan.
(HP ePrint) aan, raak OK aan, raak
(HP ePrint) aan, raak OK aan, raak
2.Raak Automatisch bijwerken aan en raak vervolgens Aan aan.
NLWWDe printer bijwerken25
De HP printersoftware openen (Windows)
Open de HP-printersoftware op een van onderstaande manieren:
Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's,
●
klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer vervolgens het pictogram met de
naam van uw printer.
Klik met de rechtermuisknop op het scherm Start op een lege zone, klik op Alle Toepassingen
●
op de toepassingenbalk en klik dan op het pictogram met de naam van de printer.
26Hoofdstuk 1 Aan de slagNLWW
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door te drukken op de knop (Aan/uit) op de printer. Wacht tot het lampje
uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
VOORZICHTIG:Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges
mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de
afdrukkwaliteit veroorzaken.
VOORZICHTIG:HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te
voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
NLWWDe printer uitschakelen27
2Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. Wijzig
de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op
speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Zie
op pagina 11 voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw
documenten.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Papierformaat selecteren
Documenten afdrukken op pagina 29
Brochures afdrukken op pagina 30
Afdrukken op enveloppen op pagina 32
Foto's afdrukken op pagina 34
Afdrukken op speciaal en aangepast papier op pagina 36
Documenten of foto's zonder rand afdrukken op pagina 38
28Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten afdrukken (Windows)
●
Documenten afdrukken (Mac OS X)
●
TIP: Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf
elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software
of printerstuurprogramma's. Zie
Documenten afdrukken (Windows)
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te
wijzigen.
HP ePrint op pagina 90 voor meer informatie.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben:
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer, of Voorkeuren.
5.Wijzig de papierrichting op het tabblad Lay-out en de papierbron, papiersoort, papierformaat, en
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Om in zwart/wit af te drukken, kikt u op de knop Geavanceerd en selecteert u vervolgens Alleen
zwarte inkt in de vervolgkeuzelijst Afdrukken in grijstinten onder Printerfuncties.
6.Klik op OK.
7.Klik op Afdrukken of OK om te beginnen met afdrukken.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Indeling voor.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken:
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
Mac OS X v10.7: Klik op Details tonen.
●
4.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Pagina-instelling als het pop-upmenu Papierformaat niet in het dialoogvenster
Afdrukken staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
5.Klik op Afdrukken.
NLWWDocumenten afdrukken29
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Brochures afdrukken (Windows)
●
Brochures afdrukken (Mac OS X)
●
TIP: Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf
elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software
of printerstuurprogramma's. Zie
Brochures afdrukken (Windows)
OPMERKING:Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de
afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
op pagina 255 voor meer informatie over de HP-software.
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik op Bestand in het menu Afdrukken van uw softwaretoepassing.
HP ePrint op pagina 90 voor meer informatie.
Hulpprogramma's printerbeheer
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te
wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben:
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer, of Voorkeuren.
5.Wijzig de papierrichting op het tabblad Lay-out en de papierbron, papiersoort, papierformaat, en
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Om in zwart/wit af te drukken, kikt u op de knop Geavanceerd en selecteert u vervolgens Alleen
zwarte inkt in de vervolgkeuzelijst Afdrukken in grijstinten onder Printerfuncties.
6.Klik op OK.
7.Klik op Afdrukken of OK om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik op Bestand in het menu Afdrukken van uw softwaretoepassing.
3.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Indeling voor.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken:
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
Mac OS X v10.7: Klik op Details tonen.
●
4.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Papierformaat als het pop-upmenu Afdrukken niet in het dialoogvenster Paginainstelling staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
30Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
5.Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen:
Papiersoort: Het juiste type brochurepapier
●
Kwaliteit: Normaal of Beste
●
6.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
NLWWBrochures afdrukken31
Afdrukken op enveloppen
Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
Zeer gladde afwerking
●
Plakbanden, sluitingen of vensters
●
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
●
Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
●
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
OPMERKING:Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het
softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Afdrukken op enveloppen (Windows)
●
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
●
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1.Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg Plaats papier
op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te
wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben:
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer, of Voorkeuren.
5.Wijzig op het tabblad Lay-out de afdrukstand naar Liggend.
6.Klik op Papier/Kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit de vervolgkeuzelijst
Papierformaat.
TIP:U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de beschikbare functies,
die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt vinden.
7.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OKom het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1.Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Zie Plaats papier op pagina 16
voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Indeling voor.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken:
32Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
OS X Lion: Klik op Details tonen.
●
4.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Pagina-instelling als het pop-upmenu Papierformaat niet in het dialoogvenster
Afdrukken staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
5.Selecteer de optie Afdrukstand.
6.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
NLWWAfdrukken op enveloppen33
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen, waardoor de
afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
●
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
●
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
●
TIP:Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf
elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software
of printerstuurprogramma's. Zie
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
HP ePrint op pagina 90 voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de optie die het dialoogvenster Eigenschappen van de printer opent om de instellingen te
wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze optie de volgende naam hebben:
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer, of Voorkeuren.
5.Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het juiste type
fotopapier.
OPMERKING:Maximum dpi wordt enkel ondersteund voor kleurenprinten op HP Premium
Plus-fotopapier en HP Advanced-fotopapier.
6.Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu Uitvoerkwaliteit.
7.Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Afdrukken in grijswaarden en
selecteert u een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
●
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
8.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OKom het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1.Plaats het fotopapier in de invoerlade met de bedrukte zijde naar beneden. Zie Plaats papier
op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
34Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
Mac OS X v10.7: Klik op Details weergeven.
●
4.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Pagina-instelling als het pop-upmenu Papierformaat niet in het dialoogvenster
Afdrukken staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
5.Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen:
Papiersoort: Het juiste type fotopapier
●
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
●
6.Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties:
a.Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor Foto verbeteren:
Uit: hiermee worden geen automatische aanpassingen op de afbeelding toegepast.
●
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het
●
beeld enigszins aan.
b.Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het pop-upmenu Kleur. Kies
hier een van deze opties:
Hoge kwaliteit: Gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
●
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
7.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
U kunt bovendien een USB-opslagapparaat (zoals een geheugenpen of draagbare vaste schijf)
aansluiten op de USB-poort aan de voorkant van de printer.
Geheugenapparaat plaatsen op pagina 19 voor meer informatie over het gebruik van
Zie
geheugenapparaten.
VOORZICHTIG:Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met
het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat beschadigd raken. U kunt een
geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet knippert.
Geselecteerde foto's afdrukken
OPMERKING:Deze functie is alleen beschikbaar als het geheugenapparaat geen DPOF-inhoud
bevat.
1.Plaats het geheugenapparaat in de juiste sleuf van de printer. Op het scherm van het
bedieningspaneel verschijnt het fotoscherm.
2.Raak Afdruk & bekijken aan. De foto's worden weergegeven.
3.Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel voor het selecteren, bewerken en afdrukken van
de foto's.
NLWWFoto's afdrukken35
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
Als uw toepassing een speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de
toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het
printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om
deze correct te kunnen afdrukken op een speciaal papierformaat.
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer. Zie
Papierspecificaties op pagina 174 voor meer informatie.
OPMERKING:U kunt alleen papier van aangepast formaat definiëren in de HP afdruksoftware in
Mac OS X.
Afdrukken op speciaal papier (Mac OS X)
●
Speciale papierformaten instellen (Mac OS X)
●
Afdrukken op speciaal papier (Mac OS X)
OPMERKING:Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste formaat
instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie voor instructies
instellen (Mac OS X) op pagina 37
Speciale papierformaten
1.Laad het juiste papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Indeling voor.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken:
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
OS X Lion: Klik op Details tonen.
●
4.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Papierformaat als het pop-upmenu Afdrukken niet in het dialoogvenster Paginainstelling staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
5.Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
6.Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan papierformaat en selecteer
dan het speciale papierformaat.
7.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
36Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Speciale papierformaten instellen (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Raadpleeg Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-instelling en controleer of de
printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Indeling voor.
- of -
Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en controleer of de printer
die u wilt gebruiken is geselecteerd.
3.Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
OPMERKING:Als u geen opties ziet in het dialoogvenster Afdrukken, klik dan op het blauwe
weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op Details tonen.
4.Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een naam voor het
nieuwe aangepaste formaat.
5.Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges in, indien u die
wilt aanpassen.
6.Klik op OK.
NLWWAfdrukken op speciaal en aangepast papier37
Documenten of foto's zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten fotopapier en
van bepaalde formaten daarvan.
Voor het afdrukken opent u het bestand en zorgt u ervoor dat de grootte van het document of de
afbeelding overeenkomt met de afmetingen van het papier in de printer.
OPMERKING:Afdrukken zonder rand is enkel beschikbaar bij sommige toepassingen.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)
●
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X)
●
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te
wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben:
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer, of Voorkeuren.
5.Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd.
6.Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klik vervolgens op de knop
OK.
7.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8.Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OKom het afdrukken te starten.
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X)
1.Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
2.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3.Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken.
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
Mac OS X v10.7: Klik op Details weergeven.
●
4.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Pagina-instelling als het pop-upmenu Papierformaat niet in het dialoogvenster
Afdrukken staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
38Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
5.Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen:
Papiersoort: de juiste papiersoort
●
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
●
OPMERKING:Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu
Printer of klik op Details tonen.
6.Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
7.Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste Photo
Fix-opties:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
●
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het beeld
●
enigszins aan.
8.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
NLWWDocumenten of foto's zonder rand afdrukken39
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de accessoire voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
OPMERKING:Voor dubbelzijdig afdrukken moet een accessoire voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
TIP:Als de boven- en ondermarges van het document minder dan 16 mm (0,63 inch) bedragen,
wordt het document wellicht niet goed afgedrukt.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
●
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
●
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1.Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg Plaats papier op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd. Zie
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). op pagina 20 voor meer informatie.
3.Klik terwijl een document openstaat op Afdrukken in het menu Bestand en selecteer onder de
opties Dubbelzijdig afdrukken op de tab Lay-out Over lange zijde omslaan of Over korte zijde
omslaan.
4.Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5.Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1.Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg Plaats papier op pagina 16 voor meer
informatie.
2.Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd. Zie
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). op pagina 20 voor meer informatie.
3.Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4.Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Indeling voor.
Doe het volgende als u geen afdrukopties ziet in het dialoogvenster Afdrukken:
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
●
Installeer het accessoire voor
Installeer het accessoire voor
OS X Lion: Klik op Details tonen.
●
5.Selecteer een papierformaat uit het pop-upmenu.
Klik op de knop Papierformaat als het pop-upmenu Afdrukken niet in het dialoogvenster Paginainstelling staat. Als u klaar bent met het selecteren van het papierformaat, klikt u op OK om
Pagina-instelling af te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
40Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
6.Klik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het document in het popupmenu Afdrukken op beide zijden.
7.Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
NLWWAfdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)41
Tips voor geslaagd afdrukken
Voor een goede afdrukervaring moeten de HP-inktcartridges goed geplaatst zijn, voldoende gevuld
zijn en correct werken. Het papier moet correct geplaatst zijn met de juiste afdrukinstellingen.
Inkttips
Raadpleeg
●
de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is.
Gebruik originele HP inktcartridges.
●
Plaats de zwarte cartridge en de kleurencartridge zoals aangegeven.
●
Inktcartridges vervangen op pagina 97 voor meer informatie.
Zie
Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt
●
is.
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 95 voor meer informatie.
Zie
Schakel de printer altijd uit met
●
spuitkoppen te beschermen.
Tips voor het plaatsen van papier
Zie ook
●
●
●
Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde
formaat en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden in de hoofdlade.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd
zijn.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen op pagina 112 voor meer informatie als
(de Aan/uit-knop) zodat de printer tijd heeft om de
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
●
Zorg ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade.
Tips voor printerinstellingen (Windows)
Om de standaardinstellingen voor afdrukken te wijzigen, klikt u op Voorkeuren instellen bij
●
Afdrukken, scannen en faxen. in de HP-printersoftware.
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 26 voor meer informatie om de
Zie
printersoftware te openen.
Om het aantal pagina's per blad te kiezen, selecteert u in het tabblad Indeling van het
●
printerstuurprogramma de juiste optie in de vervolgkeuzelijst Pagina's per blad.
De richting van de pagina stelt u in de interface van uw softwaretoepassing in.
●
Voor meer afdrukopties klikt u in het tabblad Indeling of Papier/kwaliteit van het
●
printerstuurprogramma op Geavanceerd om het dialoogvenster Geavanceerde opties te openen.
42Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
Afdrukken in grijstinten: Hiermee kunt u documenten in zwart-wit afdrukken en wordt dus
◦
alleen de zwarte inkt gebruikt. Selecteer Alleen zwarte inkt en klik dan op OK.
Layout pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als
◦
u het document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven
van wat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Layout pagina's per vel.
Afdrukken zonder rand: Selecteer deze optie om foto's zonder rand af te drukken. Niet alle
◦
papiersoorten zijn geschikt voor deze optie. Er verschijnt een waarschuwingspictogram
naast de optie als de gekozen papiersoort in de vervolgkeuzelijst Media niet wordt
ondersteund.
Lay-out bewaren: Deze functie werkt alleen met dubbelzijdig afdrukken. Als de afbeelding
◦
groter is dan het afdrukbare gebied, selecteer deze functie dan om de grootte van de
pagina-inhoud aan te passen aan de smallere marges, zodat er geen extra pagina's
worden afgedrukt.
HP Real Life-technologieën: Deze functie maakt afbeeldingen en grafische elementen
◦
egaler en scherper, voor een betere afdrukkwaliteit.
Brochure: Een document met meerdere pagina's afdrukken als brochure. Hierbij worden
◦
twee pagina's op iedere zijde van het blad geplaatst, dat dan kan worden dichtgevouwen in
de helft van het vel papier. Selecteer een bindingsmethode in de vervolgkeuzelijst en klik
vervolgens op OK.
Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer
●
deze optie als u van links naar rechts leest.
Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden.
●
Selecteer deze optie als u van rechts naar links leest.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven
van wat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Brochure.
Paginaranden: Zorgt ervoor dat u randen aan de pagina's toevoegt als u het document in
◦
twee of meer pagina's per blad afdrukt.
OPMERKING:De voorbeeldweergave in het tabblad Layout kan geen voorstelling geven
van wat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Paginaranden.
U kunt snelkoppelingen voor het afdrukken gebruiken om tijd te besparen. In een
●
afdruksnelkoppeling worden de opties bewaard die u hebt ingesteld voor een bepaalde
afdruktaak, zodat u al deze opties in één muisklik kunt instellen. Ga hiervoor naar het tabblad
Afdruksnelkoppeling, selecteer een afdruksnelkoppeling en klik dan op OK.
Om een nieuwe afdruksnelkoppeling te maken, nadat u de instellingen hebt gewijzigd in het
tabblad Layout of Papier/kwaliteit, klikt u op het tabblad Afdruksnelkoppelingen en dan op
Opslaan als en voert u een naam in, en klikt u op OK.
Om een afdruksnelkoppeling te verwijderen, selecteert u die en klikt u op Verwijderen.
OPMERKING:De standaardsnelkoppelingen kunnen niet worden verwijderd.
NLWWTips voor geslaagd afdrukken43
Tips voor printerinstellingen (OS X)
Gebruik op het dialoogvenster Afdrukken het vervolgkeuzemenu Papierformaat om het formaat
●
te selecteren van het papier dat in de printer is geplaatst.
Kies op het dialoogvenster Afdrukken het pop-upmenu Papiersoort/kwaliteit om de juiste
●
papiersoort en -kwaliteit te selecteren.
Indien u een zwart-wit-document wilt afdrukken met uitsluitend zwarte inkt, kiest u Papiersoort/
●
kwaliteit uit het vervolgkeuzemenu en vervolgens Grijstinten uit het vervolgkeuzemenu Kleur.
Notities
HP-inktcartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent
●
verzekerd van fantastische resultaten.
OPMERKING:HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet
garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van
dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te
●
kunnen plannen.
OPMERKING:Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg
dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet
●
op kopiëren of scannen.
U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken.
●
44Hoofdstuk 2 AfdrukkenNLWW
3Scannen
U kunt het bedieningspaneel van de printer gebruiken om documenten, foto's en andere originelen te
scannen en ze naar diverse bestemmingen te zenden, zoals een doelmap op een computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling
waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
OPMERKING:Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de door HP aanbevolen
software hebt geïnstalleerd.
TIP:Zie Scanproblemen oplossen op pagina 122 als u problemen hebt met het scannen van
documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een origineel scannen
●
Scannen met Webscan
●
Documenten scannen als bewerkbare tekst
●
NLWW45
Een origineel scannen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
OPMERKING:Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
OPMERKING:Zorg ervoor dat de HP software is geïnstalleerd voor het scannen en zorg er op
Windows-computers voor dat de scanfunctie is ingeschakeld.
OPMERKING:Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op de glasplaat van
de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
OPMERKING:TIFF zwart en PDF zwart worden niet ondersteund voor scans van B-formaat.
De minimale boven- en ondermarge voor uw groot origineel moet gelijk zijn aan of groter zijn dan
5 mm.
Scannen naar een computer
●
Scannen naar geheugenapparaat
●
Naar e-mail scannen
●
Scannen naar een computer
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer
●
Scannen naar een computer via de HP printersoftware op de computer
●
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3.Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
4.Raak Start scannen aan.
Scannen naar een computer via de HP printersoftware op de computer
OPMERKING:U kunt de HP software ook gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare
tekst. Zie
46Hoofdstuk 3 ScannenNLWW
Documenten scannen als bewerkbare tekst op pagina 50 voor meer informatie.
Windows
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie. Selecteer in het venster dat verschijnt Afdrukken, scannen en faxen of
Afdrukken &Scannen en selecteer vervolgens Een document of foto scannen onder Scannen.
3.Breng wijzigingen aan aan de scaninstellingen indien nodig.
4.Klik op Scannen en selecteer een scansnelkoppeling.
Mac OS X
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Dubbelklik op het bureaublad van de computer op HP Scan in de map Applicaties/HewlettPackard.
3.Breng wijzigingen aan aan de scaninstellingen indien nodig.
4.Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Scannen naar geheugenapparaat
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een geheugenapparaat, zoals
een USB-flashstation, scannen zonder een computer of de HP-software die bij de printer is geleverd,
te gebruiken.
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 26 voor
OPMERKING:U kunt de HP software ook gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare
tekst. Zie
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
2.Plaats een geheugenapparaat Raadpleeg
3.Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4.Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5.Raak Start scannen aan.
NLWWEen origineel scannen47
Documenten scannen als bewerkbare tekst op pagina 50 voor meer informatie.
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
Geheugenapparaat plaatsen op pagina 19 voor meer
informatie.
Naar e-mail scannen
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Scannen aan en raak vervolgens E-mail.
3.Op het scherm van het bedieningspaneel selecteert u de naam die correspondeert met het
profiel voor uitgaande e-mail dat u wilt gebruiken.
4.Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5.Selecteer het AAN-adres (de e-mailontvanger) of voer een e-mailadres in.
6.Voer het ONDERWERP voor het e-mailbericht in of wijzig het.
7.Pas eventueel andere scaninstellingen aan en klik op Start scannen.
OPMERKING:De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en
de verbindingssnelheid.
48Hoofdstuk 3 ScannenNLWW
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt
scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze functie is zelfs beschikbaar als
u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd.
OPMERKING:Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw netwerkbeheerder
mogelijk uitgeschakeld. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder of de
persoon die het netwerk heeft ingesteld.
Zie Geïntegreerde webserver op pagina 258 voor meer informatie.
Een scan maken met Webscan
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg
meer informatie.
3.Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel de
instellingen en klik vervolgens op Start scannen starten.
TIP:Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software installeren die bij
de printer is geleverd. Raadpleeg
meer informatie.
Documenten scannen als bewerkbare tekst op pagina 50 voor
Geïntegreerde webserver op pagina 258 voor
NLWWScannen met Webscan49
Documenten scannen als bewerkbare tekst
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling
waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels
en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten scannen als bewerkbare tekst
●
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
●
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat
of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Mac OS X
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Open de HP-printersoftware. Zie
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 26 voor
meer informatie. Selecteer in het venster dat verschijnt Afdrukken, scannen en faxen Afdrukken
&Scannen en selecteer vervolgens Een document of foto scannen onder Scannen.
3.Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het
originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het
originele document
Haal de tekst op en maak ze doorzoekbaar in PDFreaders
Selecteer de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst
(OCR) in de lijst en selecteer vervolgens Text (.txt) uit het
vervolgdkeuzemenu Bestandstype.
Selecteer de snelkoppeling Opslaan als bewerkbare tekst
(OCR) in de lijst en selecteer vervolgens Rich Text (.rtf)
uit het vervolgdkeuzemenu Bestandstype.
Selecteer in de lijst de snelkoppeling Opslaan als PDF en
selecteer vervolgens Doorzoekbare PDF (.pdf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
4.Klik op Scannen, volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Dubbelklik op het bureaublad van de computer op HP Scan in de map Applicaties/HewlettPackard.
50Hoofdstuk 3 ScannenNLWW
3.Klik op Scannen om het scannen te starten.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
5.Klik op Bestand in de menubalk van de toepassing nadat de scan is voltooid en selecteer
Opslaan.
6.Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil…Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het
originele document
Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het
originele document
Haal de tekst op en maak ze doorzoekbaar in PDFreaders
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Selecteer Doorzoekbare PDF in het pop-upmenu
Indeling.
7.Klik op Opslaan.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan converteren:
Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADF-venster schoon is.
●
Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof op de glasplaat
of het ADF-venster mogelijk ook gescand waardoor de software het document niet meer goed
kan converteren naar bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
●
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet het origineel in de ADF
worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te scannen tekst naar boven. Wanneer u
scant vanaf de glasplaat van de scanner, moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst
met de bovenrand naar de rechterkant van de glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
op pagina 15 voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
●
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het origineel
duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende omstandigheden kunnen
ertoe leiden dat de software het document niet goed kan converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
◦
De tekst is te klein.
◦
De structuur van het document is te complex.
◦
NLWWDocumenten scannen als bewerkbare tekst51
De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-
◦
programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie
van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de voorgrond
◦
kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste profiel.
●
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk
is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCRscan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF.
Gebruik in Mac OS X de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling.
●
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het oorspronkelijke
document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst (zoals Text (.txt) of TXT). Als
u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het oorspronkelijke document, selecteert u een
Rich Text Format (zoals Rich Text (.rtf) of RTF of een doorzoekbaar PDF-formaat
(Doorzoekbare PDF (.pdf) of Doorzoekbare PDF).
52Hoofdstuk 3 ScannenNLWW
4Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten.
OPMERKING:Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax binnenkomt, wordt de
fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het kopiëren is voltooid. Hierdoor wordt het
aantal faxpagina's dat in het geheugen kan worden opgeslagen misschien kleiner.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten kopiëren
●
Kopieerinstellingen wijzigen
●
Kopieerinstellingen opslaan
●
NLWW53
Documenten kopiëren
OPMERKING:De minimale boven- en ondermarge voor uw groot origineel moet gelijk zijn aan of
groter zijn dan 5 mm.
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1.Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
voor meer informatie.
2.Plaats het origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of plaats originelen in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
OPMERKING:Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van de scanner
met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt aangegeven door het pictogram
aan de rand van de glasplaat.
3.Raak Kopiëren aan.
4.Wijzig de extra instellingen. Raadpleeg
informatie.
5.Raak Zwart of Kleur aan om de kopieertaak te starten:
OPMERKING:Als het origineel in kleur is, krijgt u met Zwart een zwart-witkopie van het
kleurenorigineel en met Kleur een kleurenkopie van het origineel in kleur.
Kopieerinstellingen wijzigen op pagina 55 voor meer
Plaats papier op pagina 16
54Hoofdstuk 4 KopiërenNLWW
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
Aantal kopieën
●
Kopieerformaat
●
Soort kopieerpapier
●
Dubbelzijdig afdrukken (als de duplexeenheid is geïnstalleerd)
●
ID-kopie
●
Kopieersnelheid en kwaliteit
●
Instellingen lichter/donkerder
●
Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
●
Kopieervergelijking
●
De kopieer marge wijzigen
●
Kopieerverhoging
●
De kopie knippen met de papierlay-out
●
kopie voorbeeld
●
Als Nieuwe Standaards instellen
●
U kunt deze instellingen gebruiken voor een enkele kopieertaak.
De kopieerinstellingen voor een eenmalige taak wijzigen
1.Raak Kopiëren aan.
2.Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3.Raak Zwart of Kleur aan.
NLWWKopieerinstellingen wijzigen55
Kopieerinstellingen opslaan
U kunt de te gebruiken instellingen opslaan als standaard voor toekomstige taken.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige taken
1.Raak Kopiëren aan.
2.Wijzig het aantal kopieën in en raak vervolgens Instellingen aan.
3.Maak de gewenste wijzigingen in de instellingen, en raak daarna Als nieuwe
standaardinstellingen instellen aan.
4.Raak Ja aan en raak vervolgens Gereed aan.
56Hoofdstuk 4 KopiërenNLWW
5Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U
kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en
gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de
printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en
donker op de faxen die u verzendt.
OPMERKING:Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met faxen. Dit
hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het bedieningspaneel of de HPsoftware die bij de printer werd geleverd. U kunt controleren of de fax correct is ingesteld door de
faxinstallatietest vanaf het bedieningspaneel uit te voeren. Zie
meer informatie over de faxtest.
Test Faxinstallatie op pagina 239 voor
OPMERKING:De printer ondersteunt geen fax met B-formaat.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een fax verzenden
●
Een fax ontvangen
●
Snelkiescodes installeren
●
Faxinstellingen wijzigen
●
Faxen en digitale telefoonservices
●
Fax over internetprotocol (FoIP)
●
Rapporten gebruiken
●
NLWW57
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel van de printer
kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook handmatig een faxbericht verzenden
vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het
faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een standaardfax verzenden
●
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
●
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
●
Een fax verzenden met handsfree kiezen
●
Een fax verzenden vanuit het geheugen
●
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
●
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
●
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
●
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in kleuren van een
of meer pagina's verzenden.
OPMERKING:Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u
faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
TIP:U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen.
Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten
van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet
reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Fax aan.
3.Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
TIP:Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u * herhaaldelijk aan
totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4.Raak Zwart of Kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat
document naar het ingevoerde nummer.
58Hoofdstuk 5 FaxNLWW
TIP:Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet
goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te drukken en vanaf de
printer te faxen.
OPMERKING:Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden, maken gebruik
van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding of uw computermodem. Zorg er
daarom voor dat uw printer is aangesloten op een werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is
ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het installatieprogramma op
de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.Klik op Bestand in het menu Afdrukken van uw softwaretoepassing.
Mac OS X
3.Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4.Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of als kleurenfax
wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappenwordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing kan deze knop de volgende naam hebben:
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer, of Voorkeuren.
5.Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
6.Klik op Afdrukken of OK.
7.Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel
instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te
draaien en het document te faxen.
1.Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2.Dubbelklik op HP Scan in de map Applicaties/Hewlett-Packard.
3.Selecteer de printer met “Fax” in de naam.
4.Selecteer Faxontvangers in het vervolgkeuzemenu onder de instelling Afdrukstand.
OPMERKING:Als u het pop-upmenu niet kunt vinden, doe dan het volgende:
Mac OS X v10.6: Klik op de blauwe driehoek naast de printerselectie.
OS X 10.7: Klik op Details tonen.
5.Geef het faxnummer en andere informatie op in de bijbehorende velden en klik vervolgens op
Toevoegen aan bestemmelingen.
6.Selecteer de Faxmodus en eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgens op Fax nu
verzenden. Het faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.
NLWWEen fax verzenden59
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt. Dit komt van
pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen voordat u deze
daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische
aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u
eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de ontvanger de
telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als een persoon de telefoon
beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Als een faxapparaat de
oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van
het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1.Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de
glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een origineel in de automatische
Zie
documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Fax aan.
3.Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
OPMERKING:Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer
wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord op de telefoon gebruiken om
het nummer van de ontvanger te kiezen.
4.Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax
verzendt.
OPMERKING:Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het
ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden.
5.Druk op Zwart of op Kleur als u klaar bent om de fax te verzenden.
OPMERKING:Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u tegen de
ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat wanneer de
faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat moment
kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw gesprek, blijft u aan de lijn
totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel van de printer
kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt met behulp van
handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de
luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de
kiessnelheid zelf bepalen.
60Hoofdstuk 5 FaxNLWW
TIP:Als u een belkaart gebruikt en u de pincode van de belkaart niet snel genoeg invoert, begint de
printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor uw pincode niet wordt herkend door
de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw
belkaart op te slaan. Zie
OPMERKING:Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer
Snelkiescodes installeren op pagina 72 voor meer informatie.
1.Laad de originelen. Raadpleeg
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Fax aan en raak vervolgens Zwart of Kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is geplaatst, hoort
u een kiestoon.
3.Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het
bedieningspaneel van de printer.
4.Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
TIP:Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode als
snelkiesnummer opgeslagen, raakt u
U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een origineel op de glasplaat plaatsen op pagina 14 of Een
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen
verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te bereiken bezet of tijdelijk
niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een
verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden.
Als de pagina's door de printer in het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade
van de documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
(snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd.
OPMERKING:U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1.Laad de originelen. Zie
op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Fax aan en raak vervolgens Instellingen aan.
3.Raak Scannen en faxen aan.
4.
Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak
snelkeuzenummer te selecteren of raak
of ontvangen nummer te selecteren.
5.Raak Start faxen aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het
ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
NLWWEen fax verzenden61
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
(snelkiezen) aan om een
(Oproepgeschiedenis) aan om een eerder gedraaid
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u een zwartwitfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is op de telefoonlijnen of
wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de fax automatisch op het opgegeven
tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone wijze
blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
OPMERKING:U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Originelen in de ADF plaatsen. Zie
plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
2.Raak Fax aan en raak vervolgens Instellingen aan.
3.Raak Fax later verzenden aan.
4.Raak
vervolgens Gereed.
5.
Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak
snelkeuzenummer te selecteren of raak
of ontvangen nummer te selecteren.
6.Raak Start faxen aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm weergegeven. De fax
wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1.Raak Fax aan, raak Instellingen aan en raak vervolgens Fax later verzenden aan.
2.Raak Geplande fax annuleren aan op het scherm, en daarna .OK
(Pijl omhoog) en (Pijl omlaag) aan om de verzendtijd in te geven en selecteer
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
(Oproepgeschiedenis) aan om een eerder gedraaid
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
(snelkiezen) aan om een
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een groepssnelkiescode
1.Laad de originelen. Zie
op pagina 15 voor meer informatie.
2.
Raak Fax aan, raak
3.Raak Zwart aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt de printer
het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
62Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
(snelkiezen) aan en raak vervolgens aan.
OPMERKING:U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep snelkiesnummers
vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de fax naar het geheugen en kiest het
eerste nummer. Zodra er verbinding is, wordt de fax verzonden en het volgende nummer
gekozen. Als een nummer bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen
voor Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als er geen
verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer gekozen en wordt er een
foutrapport gegenereerd.
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te
detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte
opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede
telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt
het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM
uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten
kunt accepteren.
Denk aan het volgende voordat u ECM uitschakelt. Als u ECM uitschakelt:
worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen beïnvloed.
●
wordt de Faxsnelheid automatisch ingesteld op Normaal.
●
kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
●
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
3.Selecteer Foutcorrectiemodus.
4.Selecteer Aan of Uit.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
NLWWEen fax verzenden63
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden
uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden inschakelt
(de standaardinstelling), dan beantwoordt de printer automatisch inkomende oproepen en worden
faxen ontvangen na het aantal keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan.
(De standaard instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de printer niet is
ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het
op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de
printer het faxbericht op twee pagina's af.
OPMERKING:Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax binnenkomt, wordt de
fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's
opgeslagen in het geheugen verminderen.
Een fax handmatig ontvangen
●
Back-upfaxontvangst instellen
●
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
●
Een fax opvragen voor ontvangst
●
Faxen doorsturen naar een ander nummer
●
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
●
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
●
Ongewenste faxnummers blokkeren
●
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
●
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar
spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax
handmatig te ontvangen.
OPMERKING:U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen
weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
●
Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
●
Een fax handmatig ontvangen
1.Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2.Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3.Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de binnenkomende
oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden. U kunt ook
64Hoofdstuk 5 FaxNLWW
de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen zodat de printer niet automatisch
binnenkomende oproepen beantwoordt.
4.Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Start moet
worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5.Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te werk:
a.Raak de Fax aan en selecteer vervolgens Zwart of Kleur.
b.Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn
blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Back-upfaxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen
faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet
functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Back-upfaxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1.Raak de
(Pijl naar rechts) aan en selecteer vervolgens Installatie.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
3.Raak Back-upfaxontvangst aan.
4.Raak de vereiste instelling aan:
AanDe standaardinstelling. Als Back-upfaxontvangst Aan is, slaat de printer alle ontvangen
faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot 30 van de laatst afgedrukte faxen opnieuw
afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten
overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte
faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde
kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als de printer de
faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De
printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol
raakt, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is
opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en
vervolgens uit het geheugen verwijderd.
UitFaxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u Back-
upfaxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de
printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met
het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Als u de modus voor Back-upfaxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen faxberichten altijd in
het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout is op het apparaat.
NLWWEen fax ontvangen65
OPMERKING:Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen overschreven als
nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen faxberichten in de printer zijn
afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt
afgedrukt of verwijderd. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het
geheugen wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatst ontvangen berichten
afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen
opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
voor meer informatie.
2.Raak
3.Raak Faxinstellingen aan, raak Fax hulpprogramma's en raak vervolgens Faxen in het
geheugen opnieuw afdrukken.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de
meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4.Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen, raakt u de knop
(knop Annuleren) aan.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te verzenden die in
de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst gebruikt, wordt het opgegeven
faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het faxbericht aangevraagd. Het opgegeven
faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
OPMERKING:De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven van polling. Met
deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een beveiligingscode geven aan de
opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de
opgevraagde printer (of dat de standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax
niet ontvangen.
Plaats papier op pagina 16
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak Fax aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2.Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3.Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4.Raak Start faxen aan.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Als de
functie voor het doorsturen van faxen is ingeschakeld, kan uw printer enkel zwart/witfaxen ontvangen
en doorsturen.
Verstuur een testfax zodat u zeker weet dat het faxapparaat de doorgestuurde faxberichten kan
ontvangen.
66Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
3.Raak Fax doorsturen aan.
4.Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer
Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
OPMERKING:Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven
faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u
de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een
foutrapport afgedrukt.
5.Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de
doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk van de volgende
opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd.
6.Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat
de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op. Wanneer de
printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
OPMERKING:U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren in het menu
Fax doorsturen.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde papierformaat moet
overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade. Faxen kunnen alleen worden
afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
OPMERKING:Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een fax wordt
ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Plaats
papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak vervolgens OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3.Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax binnenkomt die te
groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, dus de
afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een
pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past,
op een tweede pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat
ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
NLWWEen fax ontvangen67
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
3.Raak de Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u
bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die afkomstig zijn van
deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer het nummer met de ingestelde
lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het
nummer overeenkomt met een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet
afgedrukt. (Het maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
OPMERKING:Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund. Indien niet ondersteund
in uw land / regio, Faxnummerblokkering verschijnt niet in het menu Faxopties of Faxinstellingen.
OPMERKING:Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt verondersteld
dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de telefoonmaatschappij.
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
●
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
●
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
●
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers toe te
voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1.Raak
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3.Raak Faxnummerblokkering aan.
4.Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen te blokkeren.
Raak OKaan om verder te gaan.
5.Raak Nummers toevoegen aan.
6.Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, selecteert u
Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of -
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
68Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw nummer invoeren
aan.
7.Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
OPMERKING:Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm van het
bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax
wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met
ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Faxnummerblokkering aan.
4.Raak Nummers verwijderen aan.
5.Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde ongewenste
faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Faxnummerblokkering aan.
4.Raak Rapporten afdrukken aan en selecteer en vervolgens Lijst met geblokkeerde nummers.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)
Als de printer is aangesloten op uw computer met een USB-kabel, kunt u HP Digital Fax (Faxen naar
pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te ontvangen en rechtstreeks op uw
computer te bewaren. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u gemakkelijk digitale kopieën van
uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Zodra de fax is
ontvangen, ontvangt u een bericht op het scherm met een link naar de map waarin de fax is
opgeslagen.
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif,
waarbij X de informatie over de afzender is, Y de datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
OPMERKING:Faxen naar pc en Faxen naar Mac zijn alleen beschikbaar voor het ontvangen van
zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van op de computer te worden opgeslagen.
NLWWEen fax ontvangen69
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
●
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
●
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
●
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac heeft
●
geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer kan de beheerdercomputer
voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn.
De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan staan. De
●
doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de computer in de
slaapstand staat.
Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg
●
informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de wizard Digitale fax instellen gebruiken
om Faxen naar pc te activeren. Op een Mac-computer kunt u het HP-hulpprogramma gebruiken.
Fax naar pc installeren (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Dubbelklik op Faxen naar en dubbelklik vervolgens op Wizard digitale faxinstellingen.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1.Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
voor meer informatie.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Digitaal Faxarchief in de afdeling faxinstellingen.
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 26 voor
Plaats papier op pagina 16 voor meer
HP-hulpprogramma (Mac OS X) op pagina 257
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment bijwerken vanuit de
Wizard Digitale fax instellen. U kunt de Fax naar Mac-instellingen bijwerken met het HPhulpprogramma.
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen vanaf het
bedieningspaneel van de printer.
70Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan, raak Basis faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan.
3.Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
●
●
●
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1.Open de HP-printersoftware. Zie
meer informatie.
2.Dubbelklik op Faxinstellingen en dubbelklik vervolgens op Wizard digitale faxinstellingen.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is geconfigureerd om Faxen
naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
OPMERKING:Gebruik de HP-software op uw computer om Fax naar pc of Fax naar Mac
in te schakelen.
Afdrukken van faxen uitschakelen: Kies deze optie als u faxen wilt afdrukken zodra ze
worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 26 voor
1.Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
voor meer informatie.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Digitaal Faxarchief in de afdeling faxinstellingen.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan, raak Basis faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan.
3.Raak Uitschakelen aan.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
HP-hulpprogramma (Mac OS X) op pagina 257
NLWWEen fax ontvangen71
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Hiermee kunt u deze nummers snel
kiezen via het bedieningspaneel van de printer.
TIP:U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van
de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HPsoftware die bij de printer wordt geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer op pagina 255 voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
●
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
●
Snelkiesnummers verwijderen
●
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
●
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3.Raak Snelkiezen toevoegen/bewerken+ en kies dan een ongebruikt invoernummer.
4.Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te
voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal
een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
5.Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3.Raak Snelkiezen toevoegen/bewerken+ aan en druk dan op het snelkeuzenummer dat u wilt
wijzigen.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
4.Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u Volgendeaan.
OPMERKING:Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te
voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal
een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
5.Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u
vervolgens Gereed aan.
72Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
OPMERKING: Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer (Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
Installatie aan.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3.Raak Groepssnelkiezen groeperen aan en kies dan een ongebruikt invoernummer.
4.Raak de snelkeuzenummers aan die u in een groep snelkeuzes wilt opnemen en druk dan OK.
5.Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3.Selecteer Groepssnelkiezen en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4.Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen, raakt u de
snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u vervolgens OK aan.
5.Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en raakt u
vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers verwijderen
Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit:
1.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
3.Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt verwijderen en raak
Verwijderen en raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
OPMERKING: Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke snelkiesnummers
niet verwijderd.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de volgende stappen
uit:
1.Plaats papier in de lade. Raadpleeg
2.Raak op het bedieningspaneel van de printer
Installatie aan.
NLWWSnelkiescodes installeren73
Plaats papier op pagina 16 voor meer informatie.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens
3.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
4.Raak Snelkieslijst afdrukken aan.
74Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de
volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
Het faxkopschrift instellen
●
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
●
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
●
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
●
Het kiessysteem instellen
●
Opties opnieuw kiezen instellen
●
De faxsnelheid instellen
●
Het faxgeluidsvolume instellen
●
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax
die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HP-software te gebruiken die bij
de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de
printer, zoals hier wordt beschreven.
OPMERKING:In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Faxkop aan.
4.Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5.Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Gereed aan.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch
●
beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf
●
aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen
faxberichten ontvangen.
NLWWFaxinstellingen wijzigen75
De antwoordmodus instellen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak de Automatisch antwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de
binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op
dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden
voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn
dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel
de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt
de printer de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1.Raak
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Hoe vaak overgaan aan.
4.Raak de
5.Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
(Pijl omhoog) of (Pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te wijzigen.
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één telefoonlijn
meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke belsignalen hebben. Als
u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend.
U kunt de printer instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald
belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een faxnummer dubbele
of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het specifieke belpatroon detecteert, zal deze
de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
TIP:U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer
gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon
van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep
wordt automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen.
76Hoofdstuk 5 FaxNLWW
OPMERKING:De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het
hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1.Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2.Raak
3.Raak de Faxinstellingen aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstellingen.
4.Raak Specifiek belsignaal aan.
5.Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden gewijzigd
tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Jaaan om verder te gaan.
6.Voer een van de volgende handelingen uit:
●
●
OPMERKING:Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan detecteren of als u de
functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het belpatroon automatisch ingesteld op
de standaardwaarde, namelijk Alle beltonen.
OPMERKING:Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende oproeppatronen
voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer oproepen via een extern nummer.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
-of-
Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig
deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
OPMERKING:De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak
4.Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
(Pijl omlaag),en raak vervolgens Kiessysteem.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of
bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de instellingen van de opties Opnieuw
verzenden bij in gesprek en Opnieuw verzenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om
de opties aan of uit te schakelen.
NLWWFaxinstellingen wijzigen77
Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch
●
opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is Aan.
Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
●
automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De fabrieksinstelling van
deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstellingen aan.
3.Raak Opnieuw zenden bij in gesprek of Opnieuw zenden bij geen antwoord aan en selecteer de
juiste opties.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige
faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
Een Internet-telefoonservice
●
Een PBX-systeem
●
Fax over Internet-protocol (FoIP)
●
Een ISDN-service
●
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van
faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snelv.34 (33600 baud)
Normaalv.17 (14400 baud)
Langzaamv.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstellingen aan.
3.Raak Faxsnelheid aan.
4.Raak de optie aan die u wilt selecteren.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken.
78Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1.Raak
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.Raak Geluidsvolume fax aan.
4.Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
NLWWFaxinstellingen wijzigen79
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services:
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in
●
uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
●
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
●
FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te
●
ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP)
genoemd. Raadpleeg
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge
telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals DSL/ADSL, PBX of
ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de conversie van digitaal naar analoog als
u wilt faxen.
OPMERKING:HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor
digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar
analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken
wat de juiste configuratie-opties zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
Fax over internetprotocol (FoIP) op pagina 81 voor meer informatie.
80Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen
met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internetprotocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt aangeboden) als
u:
samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
●
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge
●
telefoonpoorten voor de faxlijn.
OPMERKING:U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te
sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand
moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen
voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij.
TIP:De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt.
Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u proberen om de faxsnelheid te
verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als
u de foutcorrectiemodus echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen.
De faxsnelheid instellen op pagina 78 voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid.
Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus op pagina 63 voor meer informatie over de
Zie
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw
internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding.
NLWWFax over internetprotocol (FoIP)81
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden
afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig
systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een
probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht
verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het
faxbericht goed is verzonden.
OPMERKING:Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus controleren
vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Raadpleeg
op pagina 255 voor meer informatie.
OPMERKING:Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend
schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt,
overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
OPMERKING:Controleer of de printkoppen en inktcartridges in goede staat verkeren en goed zijn
geïnstalleerd. Zie
Werken met inktcartridges op pagina 93 voor meer informatie.
Hulpprogramma's printerbeheer
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
●
Foutrapporten voor faxen afdrukken
●
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
●
Het faxlogboek wissen
●
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
●
Een rapport beller-ID's afdrukken
●
De belgeschiedenis weergeven
●
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande
instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax
verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit. Dit betekent dat de geen bevestigingsrapport
afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er
kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed
is verzonden.
OPMERKING:U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het bevestigingsrapport
dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen)
selecteert, en als u de fax scant om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie
Scannen en faxen gebruikt.
82Hoofdstuk 5 FaxNLWW
Faxbevestiging inschakelen
1.Raak
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3.Raak Faxbevestiging aan.
4.Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
UitEr wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten verzendt en ontvangt.
Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax verzenden)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Aan (Fax ontvangen)Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Aan (Verzenden en
ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1.Raak
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2.Raak Faxrapporten aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3.Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4.Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens
de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1.Raak
(Pijl naar rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2.Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3.Raak Faxfoutrapport aan.
4.Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Verzenden en
ontvangen)
UitEr worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax verzenden)Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax ontvangen)Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden.
NLWWRapporten gebruiken83
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.